4" Jaargang*
Maandag 3 juli 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Speelbal van Wind en Golven.
A". 3.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummerso.Oö.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers! VALKHOFF C«.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJ8 DER ADVERTENTIËN:
Van 1-5 regels0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letterbaar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
bet herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement Een»
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving,
ONTTREKKING AAN DEN OPEN
HAREN DIETNST.
'Burgemeester en Wethouders van Amers
foort 'brengen ter openbare bennis, dat net
voornemen bestaat aan den openbaren dienst te
onttrekken oen strookje Gemeentegrond, groot
ongeveer 102 LU-, gelegen aan den ingang naai
de Groenmarkt naast de kosterswoning, Sectio
E, ongenummerd.
Bezwaren tegen deze onttrekking aan den
openbaren dienst 'inoeten schriftelijk worden
ingediend bij Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort, vóór Donderdag, den 6. Juli a. s.
Amersfoort, 29 Juni 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester,
W UI J TIERS.
De Secretaris,
J. G. STKNFDRT KROESE.
Politiek Overzicht
De ontbinding van de Skandinavioche
Unie.
De Zweedsche rijksdag heeft besloten om
eene gemengde commissie uit de beide Ka--
iners het onderzoek op te dragen van de voor
dracht, dio de regeering bij het begin van de
buitengewone zitting van den rijksdag heeft
ingediend, om machtiging te vragen tot het
voeren van onderhandelingen om de gevol
gen van de c-ntbinding der unie tussehen
Zweden en Noorwegen te regelen. Dat kan
dienen om eene fout te herstellen, die bij de
behandeling van deze zaak van Zweedsche
1 zijdo is begaanHet advies der regeering,
overeenkomende met de zienswijze van den
Koning, luidde om in de ontbinding van do
unie te berusten. Maar dat is een groot deel
!van de openbare meening in Zweden wel wat
plotseling op het lijf gevallen. Er is eenige
tijd noodig om aan de stem van het koele
verstand gehoor te verschaffen. Onder den
eersten indruk van het besluit van den stor
thing van 7 Juni, riep de gekrenkte natio
nale trots om voldoening. In plaats daarvan
kwam er slechts een waardig probest en de
i verklaring, dat de handhaving van de uaiie
geene groote óffers waard was. Maar qui
dat standpunt ingang te doen vinden, daar-
voor behoeft het Zweedsche volk een lange-
ren tijd van nadenken, dan de korte weken,
die sedert het besluit van 7 Juni zijn ver-
loopen.
Bij de algemeene beraadslagingen, die in
de beide Kamers werden gevoerd voordat tob
verzending van het regeeringsvoorstel naar
de commissie besloten werd, zijp krasse woor
den van afkeuring over de handelwijze van
Noorwegen gehoordverschillende sprekers
verlangden krachtig verzet en militaire toe
rustingen. Do ministers, die aan het debat
deelnamen, trachtten de opgewonden stem-
ming tot bedaren te brengenzij betoogden,
-dat Zweden door een oorlog niets zou win
nen en dat daarom zijn gansche streven er op
moest gericht zijn, rust en vrede op het
schiereiland te handhaven.
Ben opmerkelijk betoog levert Svenska
Dagbladet (het Zweedsche Dagblad) om te
bewijzen, dat door de handelwijze van Noor
wegen bij de ontbinding van de unie de eer
van Zweden niet geschonden is. Het blad
schrijft:
„Noorwegen heeft de eer van Zweden niet
gekrenkt, niet omdat Noorwegen Zweden
heeft ontzien, maar eenvoudig omdat de eer
van Zweden niet aangerand of bevlekt kan
worden door iemand anders dan door ons
zelf en onze eigen handelingen. Toen de
Noorweegsche regeeriug weigerde haren plicht
jegens don Koning te vervullen, toen de
storthing zij no abdicatietheorie opstelde
en beiden zich achter het voorwendsel
van de verzonnen schending van de
grondwet verscholen, toen de Noorweeg
sche officieren hun eed van trouw en
onderdanigheid braken, w'as- het niet
de eer van Zweden, die bevlekt werd. Maar
wanneer wij onzerzijds eene plechtige over
eenkomst met een ander volk gebroken had
den, zonder dat wij, wanneer zij voor onze
belangen niet meer dienstig scheen, eerst
door loyale onderhandelingen en openlijk uit
gesproken voornemens haar trachtten te ver
nietigen, dan zou de eer van ons land er
wel onder geleden hebben.
Eene „voldoening" hebben wij dus niet
noodig, en de nu bijeengekomen rijksdag be
hoeft gelukkig niet voor de taak gesteld te
worden oen vlek op het schild van onze
Zweedsche eer af te wasschen. Daarom be
staat er volstrekt geen reden voor, dat wij
door oen oorlog met Noorwegen de eer van
Zweden moeten redden. Onze eer vordert ze
ker ook niet, dat wij ons aan dit land tegen
zijn w'l voortdurend opdringen, en ons ge
zond verstand moet on9 zeggen, dat zulk
eene vereeniging een gevaar, in plaats van
eene bescherming moet worden. Den natio-
naleu rijksdag zal ook zonder twijfel de taak
gesteld worden, de nu waardelooze unie te
ontbinden. Wanneer dus de eer van ons land
door den rijksdag niet behoeft te worden ge
red, dan hebben wij daarentegen gewichtige
Zweedsche belangen, die voor de toekomst
gezamenlijk mot de ontbinding van de uir'e
gehandhaafd moeten worden, en daarbij
voelt men zich veilig, dat onze regeerings-
factoren zorg zullen dragen met vastheid te
handhaven en uit te voeren wat zij als vol
strekt noodzakelijk beschouwen."
Hoe men zal moeten opkomen voor de be
hartiging van Zwedens belangen, daarvoor
zal in de eerste plaats de gemengde commis
sie uit de beide Kamers hebben te waken,
die thans is benoemd. Eene bedenking, die
men van natio-naal-co-nservatieve zijde doet
gelden, heeft betrekking op de toekomstige
verhouding tussehen de beide rijiken. Men
vreest voor de mogelijkheid van buitenland-
sche mo-eielijkheden, waarbij Noorwegen den
vijiand als inva-lsbasis zou kunnen dienen.
Daarom verlangt Zweden eene dekking in
zijn rug. Aan den vorm, die daaraan uit
krijgskundig en uit staatsrechtelijk oogpunt
moet worden gegeven, zal deze oommissie
hare aandacht hebben te wijden. Het is een
van de vele vragen, die te pas komen bij de
boedelvereffening van de Zweedsch-Noor-
weegsche unie, welker ontbinding men wel
niet zal kunnen en ook in Zweden, als
men over den eersten indruk heen is, niet
zal willen ongedaan maken.
Dultschland.
Berlijn. 1 Juli. Heden is de Pruisische
Landdag door deiv minister-president Von
Bülow gesloten.
België*
De Belgische Senaat heeft een belangrijke
beslissing genomen. Hij heeft nl. het wees-
ontwerp op de Zondagsrust aangenomen.
In den Senaat zijn alle amendementen van
do linkerzijde verworpen. Deze amendemen
ten hadden meestal de strekking het kerke
lijke karakter aan het ontwerp te ontnemen.
Zoo stelden de senatoren Dupon-t en Magis
voor. dat uit de wet zou worden geschrapt de
bepaling, dat de wekelijksdhe rustdag op Zon-
dag moet worden gehouden. Vandewalle wilde
arbeiders ©ra patroons vrijlaten te bepalen
welke dag do rustdag zou zijn. Toen alle amen
dementen zonder omslag waren afgewezen
door de regeering en verworpen door de meer.
derheid stoind de senator Ilanrez op, om te
midden vara groot tumult te verklaren, dat
hij niet over een wet wilde stemmen, waarbij
de regeering zoo stijfkoppig was geweest en
geen enkel amendement in overweging had
willen nemen. Het gevolg van die houding
was, dat de rol van deu Senaat tot niets
werd teruggebracht. De senatoren Picard en
De Mot sloten zich aan bij dit protest van
Hanrez.
Er ïtemden 49 senatoren voor, 10 tegen, en
4 onthielden zich van stemmen.
Brussel, 2 Juli. De bond van Belgische
koloniale clubs heeft vandaag met een groote
betooging den twintigsten verjaardag gevierd
van de onafhankelijikverklaring van den
Kongostaat. en tevens de eerstesteenlegging
van de school voor handelsonderwijs, waar
van de kosten van oprichting en onderhoud
gewaarborgd worden door den Kongostaat.
Kolonel Five heeft in een toespraak tot
den Koning in 't kort de geschiedenis van
het ontstaan van den Kongostaat nagegaan.
Hij bracht het eerste tijdperk van tasten in
herinnering, de eerste pogingen, met beleid
en kracht ondernomen door den Koning,
welke pogingen weldra die bewonderenswaar
dige werkzaamheid uitlokten in het midden
van Afrika, waardoor aan het licht kwam
dat daar onmetelijke rijkdommen waren te
ontginnen en dat daar een grootsok bescha
vingswerk te verrichten viel. De spreker wees
op de volharding des Koniags, op zijn onbe
grensde werkkracht- en werkzaamheid om
de m oe iel ij|k heden van iederen aard te Loven
te komen. Ten slotte somde hij de uitkom
sten op, die thans verkregen waren.
De Koning antwoorddeOns grondgebied
in Europa is van beperkte afmeting. Om te
leven en te bloeien moet België er naar
streven, binnen de grenzen van zijn beschei
den rol, deel te nemen aan de merkwaardige
beweging, die in de wereld 9teeds beslister
voortgaat en waaraan men noodzakelijk moet
meedoen. Zulk een streven is moeilijk, vooral
voor een land van kleine afmeting, zonder
vloot. Zulk een land kan slechts hopen op
welslagen wanneer het er zich op toelegt het
niveau van beschaving en verstandelijke ont
wikkeling te verhoogen en de vakopleiding
te verbeteren van diegenen onder de onder
danen, die wenschen opgeleid te worden om
to werken voor liet wereldverkeer. Wanneer
ik den onafhankelijiken Kongostaat heb ge
sticht en met mijn eigen penningen de uit
gaven van dien staat heb bestreden, dan is
dat geweest opdat die nieuwe staat nuttig
zou kunnen zijn voor de beschaving en nut
tig voor België. De stichting van de school
voor handelsonderwijs wordt ondernomen met
een tweeledig doel, vooreerst om een groot
aantal werkkrachten te vormen, die dienst
baar kunnen zijn aan het werk der bescha
ving in Afrika, en voorts om tot- de groot
heid van het vaderland bij te dragen.
De Koning was vergezeld door alle mi
nisters. baron Van Eetvelde, secretaris van
den Kongostaat, de ministers van den Kongo
staat, hooge ambtenaren, hovelingen enz. De
Koning werd zeer toegejuicht.
Frankrijk.
De Kamer heeft Vrijdag de beraadslaging
over bet ontwerp tot scheiding van kerk en
staat voortgezet. Het liep o. a. over de wijze
waarop het geld zou worden besteed, dat be
schikbaar zal komen door de opheffing van
de begroeting van eered'erast. Ei' waren twee
voorstelleu. Het eene wilde, dat die gelden
ten goede zouden komen aan de gemeente
lijke kassen, het andere, van de socialisten,
strekte om het geld te besteden voor de kas
der arbeiderspensioenen. De Kamer heeft het
eerste voorstel aangenomen.
Er is een amendement aangenomen, waar
bij de geestelijken, leden van een vereeniging
voor den eeredienst, vrijgesteld worden van
den militairen dienstplicht. Aan den anderen
kant is Vrijdag bij amendement een bepaling
opgenomen om de geestelijken voor een tijd
perk avn 8 jaren te verbieden gemeentelijke
ambten of bedieningen waar te nemen.
Zweden en Noorwegen.
Kopenhagen, 1 Juli. Heden morgen U
uur passeerde een uit- 16 schepen bestaand
Zweed sch eekader, dat koers zette naar het
noorden.
Bij Dragoer was reeds om half twee 's nachts
een Zweedsche torpedojager eveneens in noor
delijke richting stoomende. voorbij gevaren.
Stockholm, 1 Juli. Het hier gestat ion neer-
de Stockholmeskader kreeg bevel zich klaar
te maken om, zooals gewoonlijk, met de voor
den zeedienst opgeroepen manschappen een
driemaandelijksche reis te maken. Het eska
der bestaat, uit het kustpantserschip „John
Ericsson", de pantserkainonneerixjoten .Sölve"
„Beresk". „Ulf" en een aantal kleinere sche
pen. In Maant was deze reis reeds bepaald
en ze staat dus in geen verbaJid met de poli
tieke omstandigheden.
Christian ia, 2 Juli. Het Noordsche Tele
graaf agentschap verklaart in opdracht der
regeering, dat alle mededeelingen over de
ïobiliseering in Noorwegen totaal ongegrond
zijn. In het vaste vertrouwen op de vredelie
vende verklaringen van de Zweedsche regee
ring, acht de regeering van Noorwegen elke
mobilisatie on noodig.
Italic.
Rome, 2 Juli. I.'a goedkeuring van alle
wetsontwerpen is de Kamer voor onbepaal-
den tijd verdaagd.
Spanje.
Do Imparoial bevat een bericht, dat het
besluit tot ontbinding van de Cortes 25
Augustus zal worden afgekondigd. De ver
kiezingen zullen worden uitgeschreven tegen
10 September en in de eerste dagen van Oc
tober zullen de nieuwe Cortes bijeenkomen.
Hongarije.
Het schijnt dat de Koning van Hongarije
langzamerhand meer geneigdheid gaat betoo-
nen om toe te geven aan de eischen der
Hongaarsche oppositie. De Weener correspon
dent van het „fieri. Tagebl." seint althans
aan zijn blad, dat de Koning Vrijdag jl. den
minister-president- Fejervary ontving, die hem,
naar verzekerd wordt, uitvoerig inlichtte over
het inleiden van onderhandelingen met de
oppositie, welke onderhandelingen gevoerd
zullen worden door minister Fejervary en wel
op grond van concessies, die de Koning be
sloten heeft toe te staan. In de audiëntie werd
voornamelijk de quaeet-ie besproken, in welken
vorm die concessies konden worden gegeven,
•zonder dat ze het- gezag van de kroon zou
den schaden. Men gelooft algemeen dat de
audiëntie een bevredigend verloop had, vooral
ook omdat Fejervary op denzelfden avond
nog naar Boedapest vertrok.
Rutland.
Petersburg, 1 Juli. Het ontslag van den
min-ister van oorlog Saebarof is aangenomen.
In leidende kringen wordt als den opvolger
van den minister van binneulandscke znkeni
Boelygin, wiens aftreden dagelijks wordt ver
wacht, de adjudanit-geueraal Ignatief, vroe
ger gouverneur-generaal van K:ef, genoemd.
In een buitengewone zitting van de zemst-
wo van Nisj;ni Novgorod stond iemand uit
het publiek op en begon een lang stuk voor
te lezen, waarin de noodzakelijkheid van een
democratische republiek voor Rusland werd
betoogd. De man werd geestdriftig toege
juicht, terwijl men riep: „Weg met de
autocratieDaarna werden de beraadsla
gingen hervat.
In Kisjineff is de algemeene werkstaking
afgekondigd. Generaal Czernoluoki, hoofd
der Bessarabisclie gendarmerie, i9 in zijn
huis te Kisjinef vermoord gevonden.
Petersburg, 1 Juli. Door de agenten der
geheime politie is bij den gepensionneerden
ambtenaar Androeskevitsj in het dorp Wyra,
district Zarskoje Selo, een bommenfabriek
ontdekt met 8 geladen en 22 niet geladen
bommen, ongeveer 100 blikken doozen met
ontplofbare vloeistoffen en ander materiaal
voor het vervaardigen van bommen.
Petersburg, 3 Juli. Volgens do Novosti is
graat Ignatiew met buitengewone volmach
ten naar Odessa gezonden.
Londen, 1 Juli. Lloyds maakt een particu
lier bericht bekend uit Odessa, van heden,
luidende: Nog op een tweede linieschip is
muiterij uitgebroken. Ik zie geen mogelijk
heid op spoedige hervatting vau den arbeid.
De toestand is ongetwijfeld kritiek.
Washington, 1 Juli. De Amerikaansehe
consul te Odessa seint, dat de vloot in aan
tocht is. Hier zijn twee linieschepen, de Po
temkin en nog een ander.
Pi tersburg, 1 Juli, (half zes in den avond).
Het is thans beslist zeker, dat de equipage
van de Kniaz Potemkin zich aan admiraal
Kriele» heeft overgegeven.
Sebastopol, 2 Juli. Volgens een bericht van
het eskader doodde de bemanning van de
„Potemkin" op den weg van Tendra naar
Odessa op 28 Juni alle officieren op vijf na,
hoofdzakelijk machinisten. Aan boord van
de „Potemkin" bevonden zich 300 fabrieks
arbeiders. Gedurende de troebelen in de ha
ven voer de „Potemkin" na.r Otsjakof om
provisies te halen.
Odessa, 1 Juli. (1 uur 's nam.). Het Zwarte
Zee-eskader wordt zichtbaar aan den hori
zon. In de haven is slechts de „Qeorgi Po-
bjedonoeef" blijven liggen, dicht bij de
„Kniaz Potemkin". In het Alexanderpark is
kustgeschut opgesteld. De matrozen van de
„Kniaz Potemkin" richtten het verzoek tot
de overheid hun te veroorlooven inkoopen
in de stad te doen. Dit verlof werd gewei
gerd, doch aan de matrozen werd het voor
stel gedaan een lijst van de benoodigde zaken
op te maken.
Sebastopol, 1 Juli. Het onder commando
van vice-adrairaal Kxieger naar Odessa ver
trokken eskader is voor het grootste gedeelte
hier teruggekomen. Naar verluidt, zal het te
Odessa gebleven gedeelte hedenavond met
de „Kniaz Potemkin" terugkeeren.
Odessa. 2 Juli. De Pobredonossef was he
den namiddag nog hier, de Potemkin stoom
de gisteravond in de richting van Ri menie.
Sebastopol, 2 Juli. D© pantserschepen
„Georgi Pobjedouossef," de Dnyenazat Apos-
tolof", één kruiser, de torpedojager „Kasars-
ki" en een aantal torpedobooten onder bevel
11 roman van
ANNA WAI1LENBERG.
„Wij zouden .van de juffrouw 'eeren hoe
wij bladeren mandjes kunnen maken," zeide
Lilli, verontschuldigend. „En dam moet men
wel goed toekijken, want het is vreeselijk
moeiolij,K." vervolgd© Vivi.
De kapitein lachte. „Ja, dan begrijp ik
- dat men heel dicht er bij moet ritten om
I goed te kunnen zien."
Maar geen van d© kinderen lachte om die
grap Op hun leeftijd verstaan zij; nog geen
ironie. Zij werkten alleen nog harder met
hare schoppen in den grond En toen de kapi-
~V?iri zeide. dat er reeds voor het ontbijt ge-
i uid was, wierpen ziji ze weg en draafden
aar huis, alsof zij blijde waren met goed fat-
oen weg te kunnen loopen.
i Nu- zou Ada liefst met de kinderen op de
lucht zijn gegaan, maar zij, een volwassen
effbdh. kon toch zoo onbeleefd niet zijn.
loen zij cc.n paar stappen met den kapitein
gedaan had, was hare verlegenheid grooten-
IIeels geweken De vriendelijke toon waarop
jjiij poogde haar hier te oriënteeren nam haar
!^oor hem in. Hij, zag haar zoo vertrouwen
wekkend aan, dat zijl zich nu niet meer druk
kend klein tegenover hem gevoelde als gis
teravond
Toen zij in de eetkamer kwamen, waren
de kinderen er reeds en Ruth en mevrouw
Lindros stonden ieder achter haar stoel bij
do tafel.
Men wensehte elkander goeden, morgen en
ging zitten. Maar boen de blik van den kapi
tein over de blozende gezichtjes van Lilli en
Vivi gleed, moest hij weder lachen en hij
kon 'tniet laten om op zijn kluchtige ma
nier te- vertellen hoe hij Ada met de meisjes
gevonden had.
Lilli en Vivi keken op hare borden, maar
Ruth wendde zich weltevreden, naar Ada.
Zij had liet immers, vooruit geweten, dat het
j best zou gaan.
I .Eli, wat nog meer zegt," vervolgde de
kapitein, „zelfs onze Hej, die niet gemakke
lijk vriendschap sluit, was onder hare heer-
schappij'; hij lag aan haire voeten alsof hij
daar zij;, leven lang gewoon was te liggen."
..Nul, de tantes hebben ook. gezegd, dat er
zulk eene merkwaardige genegenheid van
allo dieren voor Ada. bestaat," zeide Ruth.
„Zii locpen haar overal na; dat heb ik zelf
bijgewoond."
Mevrouw Lindros had met een tamelijk
knorrig gezicht- naar dit weinig belangrijk
gesprek geluisterd. Maar nu begon zij toch
te lachen.
„Als wij dan de koeien en paarden maar
niet in het salon krijgen riep zij.
Met die woorden stond zij op en begon
zij de meisjes te bedienen. Terwijl zij hare
glazen met warme melk vulde en van hare
eieren de kapjes afsneed, praatte zij op een
kinderachtigen toon met Lilli en V'vi. Toen
zii. haar ieder een zacht broodje gegeven had,
hleef zij n°g de beschuitmand zoeken.
Hiet hadden zij twee lekkere „tatelinge-
ties" die zoo zoet, waren, dat zij ze eerust-
konden bewaren voor ihare poppen-koffievi-
site.
Dfe kleine meisjes wtaren voor zooveel
moeite niet zoo dankbaar als zij hadden moe
ten wezen. Zij bleven stil zitten en hadden
zelfs geen lachje voor haar over. Op hare
gezichten was 't volstrekt niet te zien dat zij
zich op een poppen-koffievisite verheugden
zoodia mevrouw weer tiaar hare plaats ging,
doopten zij tegelijk, haar krakelingen in de
melk ei stopten ze toen in één hap in den
mond. Van een poppen visite was verder geen
sprake
Zelfs jegens Ada bleven zijl dien geheelen
morgen stroef en ongenaakbaar. Zij zouden
wel oppassen dat zij niet weer tot het onder
werp .van een grap gemaakt, konden worden.
Maar toen Ada, na. het- eten, een oogenblikje
alleen <n het salon zat, met een plaatwerk,
kiwcunien zij heel zachtjes bij haar en, jawel,
daar had zij ze weder ieder aan eene zijde
naast- zich op de canapé en daar werden we- i
der een paar mollige kinderarmpjes onder
hare armen geschoven.
„Ik vind het prettig' dat wij bij de juf
frouw gaan leeren," zeide Lilli.
„Ik ook" stemde Vivi in.
Ada trok de armpjes nog wat vaster om
zich heen en zeide: „Wij zullen het alle drie
prettig vinden."
En zij kon het niet laten, zij- moest, op de
twee blonde, blozende gezichtjes een kus
drukken.
HOOFDSTUK IV.
De jonge meisjes wandelden over de plaats
heen en weervan de breede stoep naar bet
liek en van het hek naar de stoep. Zoo had
den zii bier reed» ©pn poos «npn-nw «e-
loopen, hoewel zij anders bij voorkeur den
tuin opzochten. Maar de kapitein had bezoek
van een paar heeren, met wie hij op het
bovenste terras was gaan zitten en hierom
vonden zij het geschikter aan dezen kant
van het huis te blijven. Waar zij al zdo over
spraken? Over allerlei; groote dingen en
kleinigheden. Ruth voerde het woord, en in
alles wat zij zeide stelde Ada het levendig
ste belang. Dit w*as duidelijk zichtbaar op
het gelaat en aan den blik, die onophoude
lijk tot de spreekster werd gericht, en er was
iets prikkelends in haar muaikalen lach en
in de korte op- en aanmerkingen, waanmode
zij hej, verhaal der and ore kruidde. Ruth
moest doorpraten, in kleine bijzonderheden
uitweiden, hoewel zij soms hare onklare ge
dachten liever eerst, zou hebben willen rege
len in elk geval, soms tenminste, hebben
willen luisteren en niet altijd zelf spieken
Deze neiging niet te kunnen bevredigen ver
oorzaakte bij Ruth eene onaangename ge
waarwording. welke zij in de laatste dagen
meer had bespeurd.
Toen zij bij een harer omgangen weder de
stoep naderden, zagen zij den kapitein bijl de
voordeur staan wenken en hoorde Ruth haar
naam roepen.
„Ik heb al een paar maal geroepen, maar
jullie hoorden mij niet," zeide hij, toen Ruth
alleen naar hem toe kwam. Hij zeide haar
dat hij het een en ander ter versnapering
huiten wenacht© te hebben, waar Ruth voor
zorgen moest toen zij nu dadelijk zijne or
ders. wilde uitvoeren, hield hij haar terug.
„Het 9chijnt. dat het je nieuwe vriendin nog
al goed hij ons bevalt,!' zeide hij glim
lachend. „Ik heb jullie, hier boven af, gade
geslagen, zooals jullie samen liept te babbe-
leu, maar zij zag er volstrekt niet somber of
uit."
Ruth gaf hierop een kort antwoord en was
weg. Maar terwijl zij voor de gewienschte ver-
frisschiragen zorgde, dacht zij nog eens na
over hetgeen haar vader gezegd had. Toen
zij hem had verzocht Ada hierheen te mogen
halen, had zij- gezegd dat- deze het zwaar te
verantwoorden had in het levendat zij,
meer dan anderen, behoeft© had aan een
vriendschappelijke omgeving. Hieraan had
luj voorzeker gedacht toen hij haar nu had
gadegeslagen. En hieraan had zij, half onbe
wust, ook moeten denken, toon zij «n Ada
zoo vroolijk samen hadden gebabbeld en ge
lachen.
„Is zij inderdaad wol zoo ongelukkig als ik
meende?" Die vraag drong zich telkens, en
ook thans wee<r, aan haar op; de opmerking
van haar vader had dit juist nu duidelijk
voor haar gemaakt.
't Was licht begrijpelijk dat die vraag be
trekking had op hare hoopnatuurlijk had
ziji zich moeten verheugen, dat- haar wensoh
in vervulling scheen te zullen gaan. Zij had
haar immers mede hierheen genomen om
haar te troosten alt-hans om te zorgen dat
zij zich zoo min mogelijk ongelukkig zoude
gevoelen, en nu moestt het voor haar toch
eene voldoening zijn te bespeuren, dat dit
streven aanvankelijk met gevolg: bekroond
werd. Maar dit was toch zoo niet. Zij deed
baar best Ada op te vroolijken, maar in
haar binnenste hoopte zij. dat het vergecf-
sche moeite zou wezen. Zij wilde niet- dat het
helpen zou. 't Was als kwam er bij haar iet9
tegen op. wanneer zij meende dat het haar
gelukken zou»; neen, als dit het geval waa,
dan dit wist zij zeker dan zou Ada
voor haar niet langer dezelfde kunnen zijn
van voorheen.
Wordt vervolgd.