4" Jaargang* Maandag 3 juli 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. Speelbal van Wind en Golven. A". 3. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummerso.Oö. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers! VALKHOFF C«. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJ8 DER ADVERTENTIËN: Van 1-5 regels0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letterbaar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot bet herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement Een» circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving, ONTTREKKING AAN DEN OPEN HAREN DIETNST. 'Burgemeester en Wethouders van Amers foort 'brengen ter openbare bennis, dat net voornemen bestaat aan den openbaren dienst te onttrekken oen strookje Gemeentegrond, groot ongeveer 102 LU-, gelegen aan den ingang naai de Groenmarkt naast de kosterswoning, Sectio E, ongenummerd. Bezwaren tegen deze onttrekking aan den openbaren dienst 'inoeten schriftelijk worden ingediend bij Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, vóór Donderdag, den 6. Juli a. s. Amersfoort, 29 Juni 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, W UI J TIERS. De Secretaris, J. G. STKNFDRT KROESE. Politiek Overzicht De ontbinding van de Skandinavioche Unie. De Zweedsche rijksdag heeft besloten om eene gemengde commissie uit de beide Ka-- iners het onderzoek op te dragen van de voor dracht, dio de regeering bij het begin van de buitengewone zitting van den rijksdag heeft ingediend, om machtiging te vragen tot het voeren van onderhandelingen om de gevol gen van de c-ntbinding der unie tussehen Zweden en Noorwegen te regelen. Dat kan dienen om eene fout te herstellen, die bij de behandeling van deze zaak van Zweedsche 1 zijdo is begaanHet advies der regeering, overeenkomende met de zienswijze van den Koning, luidde om in de ontbinding van do unie te berusten. Maar dat is een groot deel !van de openbare meening in Zweden wel wat plotseling op het lijf gevallen. Er is eenige tijd noodig om aan de stem van het koele verstand gehoor te verschaffen. Onder den eersten indruk van het besluit van den stor thing van 7 Juni, riep de gekrenkte natio nale trots om voldoening. In plaats daarvan kwam er slechts een waardig probest en de i verklaring, dat de handhaving van de uaiie geene groote óffers waard was. Maar qui dat standpunt ingang te doen vinden, daar- voor behoeft het Zweedsche volk een lange- ren tijd van nadenken, dan de korte weken, die sedert het besluit van 7 Juni zijn ver- loopen. Bij de algemeene beraadslagingen, die in de beide Kamers werden gevoerd voordat tob verzending van het regeeringsvoorstel naar de commissie besloten werd, zijp krasse woor den van afkeuring over de handelwijze van Noorwegen gehoordverschillende sprekers verlangden krachtig verzet en militaire toe rustingen. Do ministers, die aan het debat deelnamen, trachtten de opgewonden stem- ming tot bedaren te brengenzij betoogden, -dat Zweden door een oorlog niets zou win nen en dat daarom zijn gansche streven er op moest gericht zijn, rust en vrede op het schiereiland te handhaven. Ben opmerkelijk betoog levert Svenska Dagbladet (het Zweedsche Dagblad) om te bewijzen, dat door de handelwijze van Noor wegen bij de ontbinding van de unie de eer van Zweden niet geschonden is. Het blad schrijft: „Noorwegen heeft de eer van Zweden niet gekrenkt, niet omdat Noorwegen Zweden heeft ontzien, maar eenvoudig omdat de eer van Zweden niet aangerand of bevlekt kan worden door iemand anders dan door ons zelf en onze eigen handelingen. Toen de Noorweegsche regeeriug weigerde haren plicht jegens don Koning te vervullen, toen de storthing zij no abdicatietheorie opstelde en beiden zich achter het voorwendsel van de verzonnen schending van de grondwet verscholen, toen de Noorweeg sche officieren hun eed van trouw en onderdanigheid braken, w'as- het niet de eer van Zweden, die bevlekt werd. Maar wanneer wij onzerzijds eene plechtige over eenkomst met een ander volk gebroken had den, zonder dat wij, wanneer zij voor onze belangen niet meer dienstig scheen, eerst door loyale onderhandelingen en openlijk uit gesproken voornemens haar trachtten te ver nietigen, dan zou de eer van ons land er wel onder geleden hebben. Eene „voldoening" hebben wij dus niet noodig, en de nu bijeengekomen rijksdag be hoeft gelukkig niet voor de taak gesteld te worden oen vlek op het schild van onze Zweedsche eer af te wasschen. Daarom be staat er volstrekt geen reden voor, dat wij door oen oorlog met Noorwegen de eer van Zweden moeten redden. Onze eer vordert ze ker ook niet, dat wij ons aan dit land tegen zijn w'l voortdurend opdringen, en ons ge zond verstand moet on9 zeggen, dat zulk eene vereeniging een gevaar, in plaats van eene bescherming moet worden. Den natio- naleu rijksdag zal ook zonder twijfel de taak gesteld worden, de nu waardelooze unie te ontbinden. Wanneer dus de eer van ons land door den rijksdag niet behoeft te worden ge red, dan hebben wij daarentegen gewichtige Zweedsche belangen, die voor de toekomst gezamenlijk mot de ontbinding van de uir'e gehandhaafd moeten worden, en daarbij voelt men zich veilig, dat onze regeerings- factoren zorg zullen dragen met vastheid te handhaven en uit te voeren wat zij als vol strekt noodzakelijk beschouwen." Hoe men zal moeten opkomen voor de be hartiging van Zwedens belangen, daarvoor zal in de eerste plaats de gemengde commis sie uit de beide Kamers hebben te waken, die thans is benoemd. Eene bedenking, die men van natio-naal-co-nservatieve zijde doet gelden, heeft betrekking op de toekomstige verhouding tussehen de beide rijiken. Men vreest voor de mogelijkheid van buitenland- sche mo-eielijkheden, waarbij Noorwegen den vijiand als inva-lsbasis zou kunnen dienen. Daarom verlangt Zweden eene dekking in zijn rug. Aan den vorm, die daaraan uit krijgskundig en uit staatsrechtelijk oogpunt moet worden gegeven, zal deze oommissie hare aandacht hebben te wijden. Het is een van de vele vragen, die te pas komen bij de boedelvereffening van de Zweedsch-Noor- weegsche unie, welker ontbinding men wel niet zal kunnen en ook in Zweden, als men over den eersten indruk heen is, niet zal willen ongedaan maken. Dultschland. Berlijn. 1 Juli. Heden is de Pruisische Landdag door deiv minister-president Von Bülow gesloten. België* De Belgische Senaat heeft een belangrijke beslissing genomen. Hij heeft nl. het wees- ontwerp op de Zondagsrust aangenomen. In den Senaat zijn alle amendementen van do linkerzijde verworpen. Deze amendemen ten hadden meestal de strekking het kerke lijke karakter aan het ontwerp te ontnemen. Zoo stelden de senatoren Dupon-t en Magis voor. dat uit de wet zou worden geschrapt de bepaling, dat de wekelijksdhe rustdag op Zon- dag moet worden gehouden. Vandewalle wilde arbeiders ©ra patroons vrijlaten te bepalen welke dag do rustdag zou zijn. Toen alle amen dementen zonder omslag waren afgewezen door de regeering en verworpen door de meer. derheid stoind de senator Ilanrez op, om te midden vara groot tumult te verklaren, dat hij niet over een wet wilde stemmen, waarbij de regeering zoo stijfkoppig was geweest en geen enkel amendement in overweging had willen nemen. Het gevolg van die houding was, dat de rol van deu Senaat tot niets werd teruggebracht. De senatoren Picard en De Mot sloten zich aan bij dit protest van Hanrez. Er ïtemden 49 senatoren voor, 10 tegen, en 4 onthielden zich van stemmen. Brussel, 2 Juli. De bond van Belgische koloniale clubs heeft vandaag met een groote betooging den twintigsten verjaardag gevierd van de onafhankelijikverklaring van den Kongostaat. en tevens de eerstesteenlegging van de school voor handelsonderwijs, waar van de kosten van oprichting en onderhoud gewaarborgd worden door den Kongostaat. Kolonel Five heeft in een toespraak tot den Koning in 't kort de geschiedenis van het ontstaan van den Kongostaat nagegaan. Hij bracht het eerste tijdperk van tasten in herinnering, de eerste pogingen, met beleid en kracht ondernomen door den Koning, welke pogingen weldra die bewonderenswaar dige werkzaamheid uitlokten in het midden van Afrika, waardoor aan het licht kwam dat daar onmetelijke rijkdommen waren te ontginnen en dat daar een grootsok bescha vingswerk te verrichten viel. De spreker wees op de volharding des Koniags, op zijn onbe grensde werkkracht- en werkzaamheid om de m oe iel ij|k heden van iederen aard te Loven te komen. Ten slotte somde hij de uitkom sten op, die thans verkregen waren. De Koning antwoorddeOns grondgebied in Europa is van beperkte afmeting. Om te leven en te bloeien moet België er naar streven, binnen de grenzen van zijn beschei den rol, deel te nemen aan de merkwaardige beweging, die in de wereld 9teeds beslister voortgaat en waaraan men noodzakelijk moet meedoen. Zulk een streven is moeilijk, vooral voor een land van kleine afmeting, zonder vloot. Zulk een land kan slechts hopen op welslagen wanneer het er zich op toelegt het niveau van beschaving en verstandelijke ont wikkeling te verhoogen en de vakopleiding te verbeteren van diegenen onder de onder danen, die wenschen opgeleid te worden om to werken voor liet wereldverkeer. Wanneer ik den onafhankelijiken Kongostaat heb ge sticht en met mijn eigen penningen de uit gaven van dien staat heb bestreden, dan is dat geweest opdat die nieuwe staat nuttig zou kunnen zijn voor de beschaving en nut tig voor België. De stichting van de school voor handelsonderwijs wordt ondernomen met een tweeledig doel, vooreerst om een groot aantal werkkrachten te vormen, die dienst baar kunnen zijn aan het werk der bescha ving in Afrika, en voorts om tot- de groot heid van het vaderland bij te dragen. De Koning was vergezeld door alle mi nisters. baron Van Eetvelde, secretaris van den Kongostaat, de ministers van den Kongo staat, hooge ambtenaren, hovelingen enz. De Koning werd zeer toegejuicht. Frankrijk. De Kamer heeft Vrijdag de beraadslaging over bet ontwerp tot scheiding van kerk en staat voortgezet. Het liep o. a. over de wijze waarop het geld zou worden besteed, dat be schikbaar zal komen door de opheffing van de begroeting van eered'erast. Ei' waren twee voorstelleu. Het eene wilde, dat die gelden ten goede zouden komen aan de gemeente lijke kassen, het andere, van de socialisten, strekte om het geld te besteden voor de kas der arbeiderspensioenen. De Kamer heeft het eerste voorstel aangenomen. Er is een amendement aangenomen, waar bij de geestelijken, leden van een vereeniging voor den eeredienst, vrijgesteld worden van den militairen dienstplicht. Aan den anderen kant is Vrijdag bij amendement een bepaling opgenomen om de geestelijken voor een tijd perk avn 8 jaren te verbieden gemeentelijke ambten of bedieningen waar te nemen. Zweden en Noorwegen. Kopenhagen, 1 Juli. Heden morgen U uur passeerde een uit- 16 schepen bestaand Zweed sch eekader, dat koers zette naar het noorden. Bij Dragoer was reeds om half twee 's nachts een Zweedsche torpedojager eveneens in noor delijke richting stoomende. voorbij gevaren. Stockholm, 1 Juli. Het hier gestat ion neer- de Stockholmeskader kreeg bevel zich klaar te maken om, zooals gewoonlijk, met de voor den zeedienst opgeroepen manschappen een driemaandelijksche reis te maken. Het eska der bestaat, uit het kustpantserschip „John Ericsson", de pantserkainonneerixjoten .Sölve" „Beresk". „Ulf" en een aantal kleinere sche pen. In Maant was deze reis reeds bepaald en ze staat dus in geen verbaJid met de poli tieke omstandigheden. Christian ia, 2 Juli. Het Noordsche Tele graaf agentschap verklaart in opdracht der regeering, dat alle mededeelingen over de ïobiliseering in Noorwegen totaal ongegrond zijn. In het vaste vertrouwen op de vredelie vende verklaringen van de Zweedsche regee ring, acht de regeering van Noorwegen elke mobilisatie on noodig. Italic. Rome, 2 Juli. I.'a goedkeuring van alle wetsontwerpen is de Kamer voor onbepaal- den tijd verdaagd. Spanje. Do Imparoial bevat een bericht, dat het besluit tot ontbinding van de Cortes 25 Augustus zal worden afgekondigd. De ver kiezingen zullen worden uitgeschreven tegen 10 September en in de eerste dagen van Oc tober zullen de nieuwe Cortes bijeenkomen. Hongarije. Het schijnt dat de Koning van Hongarije langzamerhand meer geneigdheid gaat betoo- nen om toe te geven aan de eischen der Hongaarsche oppositie. De Weener correspon dent van het „fieri. Tagebl." seint althans aan zijn blad, dat de Koning Vrijdag jl. den minister-president- Fejervary ontving, die hem, naar verzekerd wordt, uitvoerig inlichtte over het inleiden van onderhandelingen met de oppositie, welke onderhandelingen gevoerd zullen worden door minister Fejervary en wel op grond van concessies, die de Koning be sloten heeft toe te staan. In de audiëntie werd voornamelijk de quaeet-ie besproken, in welken vorm die concessies konden worden gegeven, •zonder dat ze het- gezag van de kroon zou den schaden. Men gelooft algemeen dat de audiëntie een bevredigend verloop had, vooral ook omdat Fejervary op denzelfden avond nog naar Boedapest vertrok. Rutland. Petersburg, 1 Juli. Het ontslag van den min-ister van oorlog Saebarof is aangenomen. In leidende kringen wordt als den opvolger van den minister van binneulandscke znkeni Boelygin, wiens aftreden dagelijks wordt ver wacht, de adjudanit-geueraal Ignatief, vroe ger gouverneur-generaal van K:ef, genoemd. In een buitengewone zitting van de zemst- wo van Nisj;ni Novgorod stond iemand uit het publiek op en begon een lang stuk voor te lezen, waarin de noodzakelijkheid van een democratische republiek voor Rusland werd betoogd. De man werd geestdriftig toege juicht, terwijl men riep: „Weg met de autocratieDaarna werden de beraadsla gingen hervat. In Kisjineff is de algemeene werkstaking afgekondigd. Generaal Czernoluoki, hoofd der Bessarabisclie gendarmerie, i9 in zijn huis te Kisjinef vermoord gevonden. Petersburg, 1 Juli. Door de agenten der geheime politie is bij den gepensionneerden ambtenaar Androeskevitsj in het dorp Wyra, district Zarskoje Selo, een bommenfabriek ontdekt met 8 geladen en 22 niet geladen bommen, ongeveer 100 blikken doozen met ontplofbare vloeistoffen en ander materiaal voor het vervaardigen van bommen. Petersburg, 3 Juli. Volgens do Novosti is graat Ignatiew met buitengewone volmach ten naar Odessa gezonden. Londen, 1 Juli. Lloyds maakt een particu lier bericht bekend uit Odessa, van heden, luidende: Nog op een tweede linieschip is muiterij uitgebroken. Ik zie geen mogelijk heid op spoedige hervatting vau den arbeid. De toestand is ongetwijfeld kritiek. Washington, 1 Juli. De Amerikaansehe consul te Odessa seint, dat de vloot in aan tocht is. Hier zijn twee linieschepen, de Po temkin en nog een ander. Pi tersburg, 1 Juli, (half zes in den avond). Het is thans beslist zeker, dat de equipage van de Kniaz Potemkin zich aan admiraal Kriele» heeft overgegeven. Sebastopol, 2 Juli. Volgens een bericht van het eskader doodde de bemanning van de „Potemkin" op den weg van Tendra naar Odessa op 28 Juni alle officieren op vijf na, hoofdzakelijk machinisten. Aan boord van de „Potemkin" bevonden zich 300 fabrieks arbeiders. Gedurende de troebelen in de ha ven voer de „Potemkin" na.r Otsjakof om provisies te halen. Odessa, 1 Juli. (1 uur 's nam.). Het Zwarte Zee-eskader wordt zichtbaar aan den hori zon. In de haven is slechts de „Qeorgi Po- bjedonoeef" blijven liggen, dicht bij de „Kniaz Potemkin". In het Alexanderpark is kustgeschut opgesteld. De matrozen van de „Kniaz Potemkin" richtten het verzoek tot de overheid hun te veroorlooven inkoopen in de stad te doen. Dit verlof werd gewei gerd, doch aan de matrozen werd het voor stel gedaan een lijst van de benoodigde zaken op te maken. Sebastopol, 1 Juli. Het onder commando van vice-adrairaal Kxieger naar Odessa ver trokken eskader is voor het grootste gedeelte hier teruggekomen. Naar verluidt, zal het te Odessa gebleven gedeelte hedenavond met de „Kniaz Potemkin" terugkeeren. Odessa. 2 Juli. De Pobredonossef was he den namiddag nog hier, de Potemkin stoom de gisteravond in de richting van Ri menie. Sebastopol, 2 Juli. D© pantserschepen „Georgi Pobjedouossef," de Dnyenazat Apos- tolof", één kruiser, de torpedojager „Kasars- ki" en een aantal torpedobooten onder bevel 11 roman van ANNA WAI1LENBERG. „Wij zouden .van de juffrouw 'eeren hoe wij bladeren mandjes kunnen maken," zeide Lilli, verontschuldigend. „En dam moet men wel goed toekijken, want het is vreeselijk moeiolij,K." vervolgd© Vivi. De kapitein lachte. „Ja, dan begrijp ik - dat men heel dicht er bij moet ritten om I goed te kunnen zien." Maar geen van d© kinderen lachte om die grap Op hun leeftijd verstaan zij; nog geen ironie. Zij werkten alleen nog harder met hare schoppen in den grond En toen de kapi- ~V?iri zeide. dat er reeds voor het ontbijt ge- i uid was, wierpen ziji ze weg en draafden aar huis, alsof zij blijde waren met goed fat- oen weg te kunnen loopen. i Nu- zou Ada liefst met de kinderen op de lucht zijn gegaan, maar zij, een volwassen effbdh. kon toch zoo onbeleefd niet zijn. loen zij cc.n paar stappen met den kapitein gedaan had, was hare verlegenheid grooten- IIeels geweken De vriendelijke toon waarop jjiij poogde haar hier te oriënteeren nam haar !^oor hem in. Hij, zag haar zoo vertrouwen wekkend aan, dat zijl zich nu niet meer druk kend klein tegenover hem gevoelde als gis teravond Toen zij in de eetkamer kwamen, waren de kinderen er reeds en Ruth en mevrouw Lindros stonden ieder achter haar stoel bij do tafel. Men wensehte elkander goeden, morgen en ging zitten. Maar boen de blik van den kapi tein over de blozende gezichtjes van Lilli en Vivi gleed, moest hij weder lachen en hij kon 'tniet laten om op zijn kluchtige ma nier te- vertellen hoe hij Ada met de meisjes gevonden had. Lilli en Vivi keken op hare borden, maar Ruth wendde zich weltevreden, naar Ada. Zij had liet immers, vooruit geweten, dat het j best zou gaan. I .Eli, wat nog meer zegt," vervolgde de kapitein, „zelfs onze Hej, die niet gemakke lijk vriendschap sluit, was onder hare heer- schappij'; hij lag aan haire voeten alsof hij daar zij;, leven lang gewoon was te liggen." ..Nul, de tantes hebben ook. gezegd, dat er zulk eene merkwaardige genegenheid van allo dieren voor Ada. bestaat," zeide Ruth. „Zii locpen haar overal na; dat heb ik zelf bijgewoond." Mevrouw Lindros had met een tamelijk knorrig gezicht- naar dit weinig belangrijk gesprek geluisterd. Maar nu begon zij toch te lachen. „Als wij dan de koeien en paarden maar niet in het salon krijgen riep zij. Met die woorden stond zij op en begon zij de meisjes te bedienen. Terwijl zij hare glazen met warme melk vulde en van hare eieren de kapjes afsneed, praatte zij op een kinderachtigen toon met Lilli en V'vi. Toen zii. haar ieder een zacht broodje gegeven had, hleef zij n°g de beschuitmand zoeken. Hiet hadden zij twee lekkere „tatelinge- ties" die zoo zoet, waren, dat zij ze eerust- konden bewaren voor ihare poppen-koffievi- site. Dfe kleine meisjes wtaren voor zooveel moeite niet zoo dankbaar als zij hadden moe ten wezen. Zij bleven stil zitten en hadden zelfs geen lachje voor haar over. Op hare gezichten was 't volstrekt niet te zien dat zij zich op een poppen-koffievisite verheugden zoodia mevrouw weer tiaar hare plaats ging, doopten zij tegelijk, haar krakelingen in de melk ei stopten ze toen in één hap in den mond. Van een poppen visite was verder geen sprake Zelfs jegens Ada bleven zijl dien geheelen morgen stroef en ongenaakbaar. Zij zouden wel oppassen dat zij niet weer tot het onder werp .van een grap gemaakt, konden worden. Maar toen Ada, na. het- eten, een oogenblikje alleen <n het salon zat, met een plaatwerk, kiwcunien zij heel zachtjes bij haar en, jawel, daar had zij ze weder ieder aan eene zijde naast- zich op de canapé en daar werden we- i der een paar mollige kinderarmpjes onder hare armen geschoven. „Ik vind het prettig' dat wij bij de juf frouw gaan leeren," zeide Lilli. „Ik ook" stemde Vivi in. Ada trok de armpjes nog wat vaster om zich heen en zeide: „Wij zullen het alle drie prettig vinden." En zij kon het niet laten, zij- moest, op de twee blonde, blozende gezichtjes een kus drukken. HOOFDSTUK IV. De jonge meisjes wandelden over de plaats heen en weervan de breede stoep naar bet liek en van het hek naar de stoep. Zoo had den zii bier reed» ©pn poos «npn-nw «e- loopen, hoewel zij anders bij voorkeur den tuin opzochten. Maar de kapitein had bezoek van een paar heeren, met wie hij op het bovenste terras was gaan zitten en hierom vonden zij het geschikter aan dezen kant van het huis te blijven. Waar zij al zdo over spraken? Over allerlei; groote dingen en kleinigheden. Ruth voerde het woord, en in alles wat zij zeide stelde Ada het levendig ste belang. Dit w*as duidelijk zichtbaar op het gelaat en aan den blik, die onophoude lijk tot de spreekster werd gericht, en er was iets prikkelends in haar muaikalen lach en in de korte op- en aanmerkingen, waanmode zij hej, verhaal der and ore kruidde. Ruth moest doorpraten, in kleine bijzonderheden uitweiden, hoewel zij soms hare onklare ge dachten liever eerst, zou hebben willen rege len in elk geval, soms tenminste, hebben willen luisteren en niet altijd zelf spieken Deze neiging niet te kunnen bevredigen ver oorzaakte bij Ruth eene onaangename ge waarwording. welke zij in de laatste dagen meer had bespeurd. Toen zij bij een harer omgangen weder de stoep naderden, zagen zij den kapitein bijl de voordeur staan wenken en hoorde Ruth haar naam roepen. „Ik heb al een paar maal geroepen, maar jullie hoorden mij niet," zeide hij, toen Ruth alleen naar hem toe kwam. Hij zeide haar dat hij het een en ander ter versnapering huiten wenacht© te hebben, waar Ruth voor zorgen moest toen zij nu dadelijk zijne or ders. wilde uitvoeren, hield hij haar terug. „Het 9chijnt. dat het je nieuwe vriendin nog al goed hij ons bevalt,!' zeide hij glim lachend. „Ik heb jullie, hier boven af, gade geslagen, zooals jullie samen liept te babbe- leu, maar zij zag er volstrekt niet somber of uit." Ruth gaf hierop een kort antwoord en was weg. Maar terwijl zij voor de gewienschte ver- frisschiragen zorgde, dacht zij nog eens na over hetgeen haar vader gezegd had. Toen zij hem had verzocht Ada hierheen te mogen halen, had zij- gezegd dat- deze het zwaar te verantwoorden had in het levendat zij, meer dan anderen, behoeft© had aan een vriendschappelijke omgeving. Hieraan had luj voorzeker gedacht toen hij haar nu had gadegeslagen. En hieraan had zij, half onbe wust, ook moeten denken, toon zij «n Ada zoo vroolijk samen hadden gebabbeld en ge lachen. „Is zij inderdaad wol zoo ongelukkig als ik meende?" Die vraag drong zich telkens, en ook thans wee<r, aan haar op; de opmerking van haar vader had dit juist nu duidelijk voor haar gemaakt. 't Was licht begrijpelijk dat die vraag be trekking had op hare hoopnatuurlijk had ziji zich moeten verheugen, dat- haar wensoh in vervulling scheen te zullen gaan. Zij had haar immers mede hierheen genomen om haar te troosten alt-hans om te zorgen dat zij zich zoo min mogelijk ongelukkig zoude gevoelen, en nu moestt het voor haar toch eene voldoening zijn te bespeuren, dat dit streven aanvankelijk met gevolg: bekroond werd. Maar dit was toch zoo niet. Zij deed baar best Ada op te vroolijken, maar in haar binnenste hoopte zij. dat het vergecf- sche moeite zou wezen. Zij wilde niet- dat het helpen zou. 't Was als kwam er bij haar iet9 tegen op. wanneer zij meende dat het haar gelukken zou»; neen, als dit het geval waa, dan dit wist zij zeker dan zou Ada voor haar niet langer dezelfde kunnen zijn van voorheen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1