4" Jaargang.
Maandag 17 Juli 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON^
Speelbal van Wind en Golven.
W. 17.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden toot Amersfoort f 1.29.
Idem franco per post1.7®.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJ8 DER ADVERTENTIËN
Van 1—S regel*f 0.70.
Elke regel meerü.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advèrteëren in dit Blad bij abonnement Een©
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicbt
De kans op vrede.
Wij zijn aan verrassende tijdingen uit Pe
tersburg gewoon. Meestal zijn ze van onaan-
geu&men en bedroevenden aard. Eoue uit
sondering op dien regel maakte het bericht,
dat ter vervanging van graaf Moerawjew,
die eerst daartoe aangewezen was en reeds
uit Rome naar Petersburg was overgekomen,
de voorzitter van het minister-comité S. J.
Wit'© is aangewezen als eerste gevolmach
tigde van Rusland op d© conferentie met
de Japanse he gevolmachtigden tot herstel
van den vrede. De heer Witte is steeds een
tegenstander van den oorlog geweest eu stond
daatom bij den Czaar slecht aangeschreven.
Wanneer dus, bij nadere overweging, op hem
de keuze gevallen is om Rusland op deze
conferentie te vertegenwoordig n, dan is dat
een bewijs, dat in de omgeving van den
Czaar. waar nog altijd de beslissing berust
over Rusland's lot, de vredespartij de over
hand heeft verkregen en dat de Czaar ern
stig verlangt zich met Japan over het herstel
van den vrede te verstaan.
Voigens een bericht van Reuter uit Pe
tersburg wordt de heer Witte uitgerust met
uitgebreide volmachten om vrede te sluiten
en heeft hij slechts onder die voorwaarde
er -n toegestemd te gaan. In de financiers-
kringen van de C'ty van Londen, waar de
heer Witte als financier een groeten naam
heeft, drukt men de verwachting uit, dat
bij, de hopeloosheid erkennende om de ont
zettend kostbare worsteling in bet verre oos
ten voort te zetten, al zijn best zal doen om
den oorlog ten einde te brengen. Veel hangt
natuurlijk af van de vraag der oorlogsschade-
vergoeding. Wanneer de heer Wi+te voor
zien wordt van de instructie, dat de eisclien,
die Japan op financieel gebied -al stellen,
niet in overweging kunnen worden genomen,
dan is het te vreezen, dat alle pogingen van
de vredesgemacktigden op niets zullen uit-
loopen. Dat is echter moeielijk aan te ne
mer.; het is niet te rijmen met het hier
boven vermeldo bericht van de uitgebreide
volmachten, die den heer Witte zullen wor
den meegegeven.
Men mag aannemen, dat in de haute fi
nance thans de oprechte wensoh bestaat, dat
de oorlog zal eindigen. Indien dat zx>o is,
dan heeft zij zelve de verwezenlijking van
«dezen wensch in hare lacht. Zij behoeft
slechts de hand op den zak te houden; dan
zal verder oorlog voeren niet mogelijk zijn.
En er zijn verschijnselen, die daarop wijtzen.
Ofschoon de leening van 10 millioen p. st.,
die in de vorige week ten behoeve van Japan
op de markt werd gebracht, overteekend
werd, vloeide het geld toch veel minder toe
dan bij de uitgifte van de vorige leeningen,
en het ontbreekt niet aam aanwijzingen, dat
verdere leeningen moeielijker te plaatsen zul
len zijn. Dit kan voor de Japansche regee
ring eene aansporing zijn, om hare denkbeel
den over de aan Rusland op te leggen schade
vergoeding te matigen. Aan den anderen
kant is Rusland niet in staat geld te leenen,
hetzij binnenslands of in den vreemde; de
Russische bankiers hebben onlangs verklaard,
dat zij thans eene binnen 1 andseli e leening
niet konden plaatsen. Zoo loopt dus de oor-
Jog automatisch op zijn einde tengevolge van
het uitputtingsproces.
Dat het met den oorlog ten einde gaat, be
wijst ook de loop van de gebeurtenissen op
het oorlogstooneel in de laatste weken. Een
nieuw feit is de landing op Saohalin, die mo
gelijk is geworden door de vernietiging van
de vloot van Rodjestwensky, waarmede Rus-
lands macht ter zee in de Groote oceaan voor
goed gebroken is. Op het vasteland is de
opmarsch van de Japansche strijdkracht, die
in de eerste dagen van Juni zoo krachtig
begon en het uitzicht opende op een laatsten
beslissenden strijd tusschen de beide hoofd
legers, steeds langzamer geworden en nu na
genoeg tot stilstand gekomen. Althans ont
wikkelen de oorlogsoperatiën zich nu slechts
uiterst langzaam, en het is zeer waarschijn
lijk, dat maarschalk Oyamia van zijne regee
ring de instructie heeft gekregen, voorshands
geen beslissenden slag uit te lokken, omdat
dit niet nood'g schijnt, nu de steeds verder
om zich hoen grijpende revolutie in het bin
nenland van Rusland den grooten steunpi
laar van de bestaande orde, het leger, in zoo
bedenkelijke mate begint aan te tasten.
Het schijnt vreemd, dat het tot dusver nog
niet gelukt is het eens to worden over een
wapenstilstand, terwijl bij alle andere groote
oorlogen van de laatste eeuw de eigenlijke
vredesonderhandelingen met het staken van
de vijandelijkheden begonnen. Maar ook
hierin komt het verstandige beleid van de
Japanners uit. Feitelijk komt de toestand
op het oorlogstooneel vrijwel neer op een
wapenstilstand; verder bloedvergieten wordt
vermeden. Maar door niet op de Russische
voorstellen om officieel de operatiën te sta
ken in te gaan, beletten de Japanners de
Russen ©cm een deel van hunne troepen te-
rag te zenden naar het rijk in Europa, waar
de overheid zo brood nood ig zou hebben in
haren strijd tegen den binneulandschen vij
and. En hoe grooter de binnenlandsche ver
warring in Rusland wordt, des te meer stijgt
de kans, dat de onderhandelingen over den
vrede, eenmaal begonnen, spoedig ten einde
zullen worden gebracht naar Japans wen-
trchen.
Duitachland «n Frankrijk.
De Temps bericht uit Berlijn, dat in de
regoeringskringen meer ecu meer conciliante
neigingen aan den dag komen, betreffende de
conferentie over Marokko. Men ontveinst zich
niet, dat bij het nauwkeurig onderzoek van
de hervormingen onvermijdelijke bezwaren
zullen rijlzen, maar mem schijn besloten te
zijm in ruime mate aan Frankrijk voldoening
te schenken. Zelfs het uitzicht om aan Frank
rijk het mandaat te verleenen, de orde te
heratellen en voor de veiligheid oe waken, s
reeds in overweging genomen, zonder ernstige
bezwaren uit te lokken.
Daarentegen verlangt Duitschland op eco-
nomLch gebied eene behandeling gelijk aan
die van de meest begunstigde natiën.het ver
trouwt, d!at Frankrijk aldus zijme oonoessiën
op liet gebied van bestuur en politie zal
erkennen, waarop Duitschland een speciaal
Fransch belang toestemt.
In de regeeringskringen wordt do hoop uit
gedrukt, dat, al zullen de overleggingen waar
schijnlijk lang duren, de pers van de beide
landen zal vermijden de openbare mccning te
verontrusten. De Dmltsche regeering is beslo
ten haren invloed in dien zin aan te wenden.
Zij wemschit inzonderheid, dat de Duitsche
bladen zich zullem onthoud em van polemiek
met do anti-Duitsch gezinde Engelsdlie bladen,
om de hartstochten in Duitschland tegen En
geland niet aan te wakkeren.
Frankrijk.
De indertijd door den senaat als hoogge
rechtshof verbannen personen hebben allen
gebruik gemaakt van het hun door het be
sluit der regeering, waarbij zij begenadigd
zijn, verleend© recht om naar Frankrijk te
rug te keereu. Alleen Déroulode, de gewe
zen voorzitter van den patriotten bond, heeft
laten berichten, dat hij weigert naar Frank
rijk terug te keereu. Wel zal hij uit San
Sebastian, de dicht bij d© Fransche grens ge
legen zomer-residentie vau het Spaansche
hof, vertrekken; hij is van plan zioli in Wee-
nen te vestigen, tot dat de omstandigheden
't hem mogelijk maken naar Franarijk terug
te keereu Hij verklaarde„Als ik de bege
nadiging aannam, zou ik aan het vaderland
geene diensten kunnen bewijzen. Mat do
amnestie keer ik gaarne terug, met de be
genadiging slechts dan, wanneer het vader
land het verlangt."
De amnestie echter is door het optreden
van Lasies, den woordvoerder der nationalis
ten in de Kamer, achterwege gebleven en
zal nu minstens tot het najaar moeten blij
ven aanstaan.
Zweden.
Stockholm, 15 Juli. Aftonbladet verneemt,
dat het grootste gedeelte der voor de ge
won e bataillons-oefeningen opgeroepen man
schappen van liet linie-landweerbataljon van
het Noorweegsche district Smaalene in dienst
blijft, ofschoon de manschappen overeenkocmr
stig de vroegere bepalingen op 14 Juli naar
huis hadden moeten worden
Spanje.
Madrid, 15 Juli. José Echegaray heeft de
benoeming tot minister van financiën aan
genomen.
Madrid, 15 Juli. De oud-minister van
financiën Villaverd is heden morgen om
acht uur overleden.
Rusland.
De Temps verneemt uit Petersburg, dat
als gevolg van de gesprekken, die de als vre-
deeouderhajudelaar aangewezen staatsman 3.
J. Witte met den Czaar heeft- gehad, de af
kondiging van het plan-Bcelygiri voor de sa
menstelling van eene vertegenwoordiging tot
nader order is uitgesteld. Het ontwerp zal.
in strijd met wat eerst daaromtrent besloten
wao, naar den rijksraad gezonden worden
dat onderzoek zal tot nieuwe veranderingen
leiden en daaruit zal eeni uitstel van minstens
een paar maanden voortvloeien. Men merkt
naar aanleiding hiervan op, dat de Keizer,
daar hij nu toch besloten is om vrede te
sluiten, nu niet meer zooveel reden, heeft ah
vroeger om de volksvertegeiiwoordiging bijc-:
te roepen.
De benoeming van prins Swiatopolk-Mirsky
tot minister van binnenJanidsche zaken zou
eer. guustigen invloed op de openbare mee
ning uitoefenen; maar er is niets verricht op
dien weg. Sommigen wijizen zelfs generaa»
Trepow aan als de waarschijnlijke opvolger
van Boelygin.
Petereburg, 15 Juli. De Regceringsbode
bevat een gratiebesluit voor hen, die wegens
gocodienstige vergrijpen straffen ondergaan
of tegen wie vervolgingen aanhangig zijn.
De straftijd wordt voor de tot vestingstraf,
gevangenisstraf of hechtenis veroordeelden
met een derde, voor de tot dwangarbeid met
verlies van rechten veroordeelden met de
helft verkort. Dit laatste vindt ook toepas
sing op de tot gevangenis of hechtenis ver
oordeelde minderjarigen.
Een beeld van de stemming onder het offi
cierenkorps geeft den volgenden brief van een
hooggeplaatst Russisch officier aan een vriend
in Zwitserland, die in die Russische Corres-
pondenz bekend gemaakt is:
mGij zijt natuurlijk over feiteu, die
ons betreffen, veel beter en vlugger inge
licht, dan wij in het land zelf. Dat hebben
wij aan de oensuur te danken, maar daar
aan danken wij ook, dat de praatzucht, de
overdrijving en het vergroot©nde gerucht
zich monsterachtig bij ons ontwikkelenzij
zijn thans bij ons in een bloei zooals nooit
te voren. Ieder denkend mensoh leeft onop
houdelijk in de grootst© opgewondenheid.
Gij kunt de toestand beoordeelen uit een
feit, dat ik u mededeel. Onze regimentscom
mandant komt in ons midden en zegt ons,
dat Polen in opstand is en dat hij gehoord
heeft, dat de Pruisen Polen zijn binnenge
rukt. Het naaste gevolg was eene uitbarsting
van haat tegen Pruisendie di*efacihtige CSr
naille, die zwijnen. Er was natuurlijk niets
vau aanmorgen is Trepow vermoord', en dat
was natuurlijk ook niet waar; ©vermogen
staat Petersburg in brand, waar ook niets
van aan is. En daarbij de berichten van het
oorlogstooneel belangrijke en onbelang
rijke. Wilt gij gelooven, dat wij officieren
ons niet eens meer interesseeren voor den
oorlog in Oost-Azië? Wat zal nu van Rus
land warden Dat deze vraag kan wor
den opgeworpen, verlamt ons. Ook wij
hebben natuurlijk dapper© jongens onder
ons, die e®" heel dapper recept klaar heb
ben den heelen hoop neersohieten en on
der den voet rijden. Maar ik vrees, dat het
daarvoor t^ laat is; de hoop is geen hoop
meer, maar wij hebben het geheele volk
voor ons. Het aantal actieve revolutionaire
elementen kan nog altijd niet bijzonder
groot zijn, maar wat daarbij nog komt als
helpers of beschermers, mag de hemel we
ten, ©n daarbij komt nog een nieuw kwaad:
het wantrouwen van allen tegen allen. Daar
zou ik u d'o^n van kunnen zeggen... Elke
bezonnenheid en elke reserve is thans al
verdacht ouder ons. Wie niet oen brutale
gek is, kan in verdenking komen een revo
lutionair te zijn. Ook de toestanden in hot
leger zijn daar me© vergiftigd en de gebeur
tenissen, die zich in onzen kring afspelen,
herhalen zich bij de slechte soldaten. Wie
kan weten hoe lang wijl dezen nog in tuoht
zullen hebben? Wat de geschiedenis leert,
wordt volgens de beriohten, die ik van vrien
den uit Polen ontvang, ook ditmaal bevestigd.
Met legers, die uit landskinderen be
staan, kan men wel bij voldoende discipline
tegen revolutionairen een paar snelle slagen
uitvoeren; maar dit eeuwige afjakkeren van
de troepen vandaag tegen boeren en morgen
tegen stedelingen dab is de langzame dood
van elk leger. De geruchten komen bij de
manschappen even goed als bij ons, en het
ia volstrekt niet noodig, dat de revolutionai
ren een handje helpen opdat d« war© en on
ware berichten ten slotte hunne uitwerking
hebben. Voor den bloedigen politiedienst
blijven ten slott^ de kozakken over, en het
gevoel, dat dat zoo is, ontstemt wederom,
de andere troepende stemming breekt zich
baan, dat wij door eene bureaucratie be-
heerscht worden, dio de schuld draagt van
al het ongeluk, dat d© orde thans gehand
haafd wordt door de kozakken, en dat wij
beginnen is overbodig, om niet gewantrouwd
t© worden.
Gij wilt weten hoe 't met mij, met ons
staat, treurig. Ik zou blij zijn, als ik in
het oosten was, weg uit dczou heksenketel,
en daarbij ia in onze onmiddellijke buurt
d© orde nog niet eens gestoord..."
De rechtbanken te Odessa hebben uit
spraak gedaan over 103 personen, beklaagd
van diefstal, plundering, brand, oproer, enz.,
gedurende de laatst© incidenten aan do har
ven. Zij spraken, bij gebrek aan bewijs, 74
personen vrijt hoewel zij zeker schuldig wa
ren. 28 kregen 6 weken gevangenis.
Dit vonnis wordt beschouwd) als een pro
test tegen de militaire rechtbanken ©n het
bureaucratisch bewind. De bevolking keurt
zelfs de vrijspraak van misdadigers goed, al
leen omdat die vrijspraak de gehate bureau
cratie een slag in 't aangezicht geeft.
Een zestal matrozen van d© Potemkin, dio
op hunnen reis van Zwitserland te Weeuen
vertoefden, verklaarden aan interviewers, dat
zij met het revolutionaire oamité in Odessa
in verbinding hadden gestaan. Er werd on
der de matroze>n van de Zwartezee-vloot voor
aansluiting aan de muiterij van de Potem
kin geagiteerd. Dit plan mislukte, omdat
de menschen in de meening verkeerden, dat
de revolutie eeret in Augustus zou beginnen.
Over Boedapest komt in de laatst© weken
e©n aanzienlijke stroom Russisobe emigran
ten, die hun weg meerendecls naar Zwitser
land ©n Engeland namen. Zij behoor en meest
tot d© beschaafde standen en verhalen over
verschrikkelijke gebeurtenissen. De meesten
koanen uit Odessana het vertrek van de
Potemkin zijn omstreeks 20,000 Joden van
daar gevluoht uit vrees voor vervolgingen.
Petersburg, 15 Juli. Volgens de berichten
van de correspondenten van 't Petersburgsche
telegraafagentschap over den stand dar ge
wassen in Europeesch Rusland zijn den 14en
de vooruitzichten van den oogst aldus
Wintertarwe meer dan middelmatig; zo-
mertarwe middelmatig; rogge minder dan
middelmatig; haver en gerst meer dan mid
delmatig.
De verdeeling van de vooruitzichten van
den oogst is over 't algemeen dezelfde als i<n
de vorigo week. Ten gevolgo van ongunstig
wedw zijn zij iets slechter geworden Dij zo-
mertarwe in het central© gebied, bij rogge in
het centrale en zuidoostelijke gobded, bij ha
ver in het centrale gebied' en in den midden
loop van de Wolga, bij gerst in den midden-
loop van de Wolga.
Vereerilgde Staten.
NewTork, 16 Juli. CommanrlaJnt Beany
vertrok heden met het stoomschip „Roose
velt", om te trachten de Noordpool te berei
ken.
De oorlog in Ooot*Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
Tokio, 10 Juli- Den 12eai Juli versloegen
d© Japanners de Russen bij Davlin op Sa-
chalin. Zij maakten vijf kanonnen buit mot
80 gevangenen. De verliezen der Russen be
dragen ongeveer 160 man, die der apanners
zeventig.
Bij de Japansche legatie te 's Graven-
hag! is op 15 Juli het volgende telegram
uit Tokio ontvangen
20 ROMAN VAN
ANNA WAHLENBERG.
„Pardon, mevrouw Lindlros," zeid© dé ka
pitein, opstaande en beleefd:, ©enigszins vor
melijk buigende zooals hij altijd gewoon was
te doen„ik had er eer aan moeten denken,
dat wij' naar mijne kamer behoorden t© gaan
om u niet te hindereu. Wil u niet stil hier
blijven zitten? Kom, juffrouw Sundell, laat
ons gaan.''
Hij nam het dagblad van d© tafel om het
meê te nemen en do kamer uit te gaan, maar
mevrouw Lindros belette hem dit. Zij' was er
vau geschrokken. Neen, ©r kon natuurlijk
geen sprake van zijn, dat mijnheer voor haar
weg zou loopen. Zij had bovendien juist haar
preek uitgelezen en wilde toch naar de keu
ken gaan. Wel, zij moest er heusch om
lachen; dat zou wat moois wezen, als mijn
heer door haar uit zijn eigen salon werd ver
jaagd. Maar eer zij' de deur uitging, keek zij
I jAida nog eens aan, met ©en paar oogen, die
L duidelijk zeiden, dat althans een van de re
denen welke deze hadden doen aarzelen den
kapitein hare diensten aan te bieden, hier
wel diegel ijk bestond.
Trouwens, hoe mevrouw Lindros over haar
dacht, kon Ada weinig schelen, en met bare
heldere, duidelijke stem begon zij t© lezen.
De kamer was er te vrediger door geworden,
nu de Zondagsstemming niet gestoord weird
door die scherpe oogen en dieni eeuwig
lachenden mond'.
De kapitein lag in een gemakkelijke hou
ding achterover in zijn stoel;soms betrapt©
hij er zich op, den draad! van het voorgele
zen© te zijn kwijt geraakt, door al te veel t©
luisteren naar den klank van die lieve, mu
zikale stem. Lilli en Vivi waren nog druk
liezig aan het knippen van' de papieren kos-
tumes, maar van tijd' tot tijd zagen zij vra
gend naar de groote menschen op. Het was
zoo erg vreemd; Ada hier, en niet uitslui
tend om en voor haar!
Terwijl zij daar nu vredig zaten, iedier ver
diept in zijn eigen werk, keek de zon van
achter de dunner wordende wolken de kamer
in en verspreidde haar zachten glans over
den vloer en over de muren, tot- het steeds
lichter en lichter werd en t©n laatste de ka
nier baadde in den helderen, gulden zonne
schijn, zonder dat een van de daarin vertoe-
venden er op gelet had!.
Maar geheel onverwacht stand iemand op
den drempel en een vroolijk„Goeden mor
gen! Hoe maken do buitemnenschen het?"
klonk door de kamer.
Sven Grabe was ondanks regen en mod
der naar buiten gekomen; hij- kwam te voet
van het station en trad hier binnen niet zon
neschijn ©n opgewektheid; nu eerst, bij het
zien naar den. kant vanwaar die prettige
stem klonk, kreeg men er erg in hoe licht
liet geworden was.
De couranten werdlen natuurlijk opge
ruimd en de heeren geraakten in een druk
gesprek. Het duurde niet lang of Sven Gra
be vroeg naar Ruth, en het scheen hem eene
teleurstelling, te moeten hoornen dat zij uit
was. Toen hij vernam dat zij voor etenstijd
thuis dacht t© komen, trok de wolk weder
voorbijhij bleef gezellig met den kapitein
praten en noemde Ruth's naam zelfs niet eer
dan na het tweede ontbijt.
Bij' het opstaan van tafel sprak hij:
„Ik heb een schitterenden invalIk ga
de trille inspannen en haal Ruth. Wie gaat
er me©?"
,,Ik! Ik! juichten de klein© meisjes tege
lijk.
„En juffrouw Sundell f'
Beleefd, maar toch met iets spottende
vroeg hij het aan Ada. Hijl was nieuwsgie
rig naar het voorwendsel dat zij nu zou aan
grijpen, oon met fatsoen te bedanken. Maar
zijn voorstel was zoo onverwacht gekomen,
dat zij zoo gauw geen aannemelijke reden
wist te bedenken. Zij. zag hem alleen met een
paar verschrikte oogen aan, want hare ver
legenheid tegenover Grabe was volstrekt niet
verminderd, eer verergerd, sedert zij ge
merkt had dat hij op haar lette. Zij leed be
paald onder die zonderlinge bedeesdheid;
zij meende wel de reden daarvoor t© hebben
gevonden, maar desniettemin had deze haar
zoo overweldigd dat zij1 geen kans zag er te
gen t© strijden.
„Neen; ik dank u wel," antwoordde zij
kort-af.
„O u moet stellig mede gaan. Het is
goed weer geworden?"
„Dat wel, maar het is koudeav ik zou de
couranten voor mijnheer lezen."
Gelukkig had zij nu eene wettige verhin
dering gevonden, en een glans vaji genoegen
verhelderde haar gelaat. Iiitusschen was
door deze wending de kapitein in de zaak
I betrokken; het gaf hem aanleiding te zeg
gen:
„De couranten kunnen best wachten.
Kom. juffrouw Sundell, ga u maar vlug aan- 1
kleeden
Maar zij bleef stil staan.
Neen, die konden niet wachten. Zij, wist
dat de kapitein1 de berichten altijd! zoo gauw
mogelijk verlangde te lezen en zij voegde er
bij: „Ib heb heusch geeu lust om mee te
rijden. Ik verzeker u, dat ik veel liever thuis
blijf en de couranten voorlees."
Dit klonk zoo eerlijk, dat de kapitein
haar verbaasd' aanzag. Hij: kon toch bezwaar
lijk gelooven dat een jong meisje er de voor
keur aan gaf een stapel couranten voor te
lezen, waarvan zij maar een klein gedeelte
begreep, boven een prettig rijttoertje op den
middag, in zulk vroolijk gezelschap. Zooveel
wist hij althans, dat noch Ruth noch de
kleintjes die keuze zouden hebben gedaan-
Van gemaaktheid bad hij' bij Ada nooit iets
gemerkt; en hij was bang haar te kwetsen
indien, hij, voor hare vriendelijke aanbieding
bedankte.
Hij knikte Ada vriendelijk toe en zag toen
Sven Grabe lachend1 aan„Er is niets aan to
doen; men kan de -menschen onmogelijk
dwingen pleizier te hebben."
„Goed; dan gaan wij alleen," ze'de deze
en hij schoof de kleine meisjes met éeno
hand' de deur uit. Zij moesten zich vlug la
ten aankleeden, terwijl hij de trille inspan
de. Na enkele minuten waren zij gereed eu
tegelijk stond ook de trille voor de stoep
stil. Men stapte in en het vroolijke drietal
reed don straatweg op.
In het salon ontvouwde Ada dë dagbladen
en zij las daaruit verschillende lange artikels
aan den huisheer voor. De dorr© woorden
kregen frischheid en tint door <Ee heldere,
jonge stem, en over het gelaat van den toe
hoorder lag een rustige tevredenheid. Zijn
oor werd gestreeld door die welluidende,
buigzame klanken, eu de man, die uit een
soort eigenzinnigheid) alle gevoelsuitingen
zijner kinderen afwees en van geen toenade
ring van vreemden iets wildle weten, genoot
thans al het aangename der vriendelijke be
zorgdheid, welke hem door dit jonge ineisrjo
eerst zoo aarzelend getoond was. Het vleide
hem dat zij zoo hardnekkig was blijven vol
houden, ondanks zijne weinige toeschiete
lijkheid.
Ook van Ada maakte eene opgewekte, te
vreden stemming zioh meester. Telkens als
zijl hem in de oogen zag biji het vragen naar
iets, of bij. het verwisselen van eene courant,
trof het haar bijzonder zoo goedig en zacht
zijn blik was. Hoe was het mogelijk dat zij
hier niet eer op gelet had Hij was volstrekt
niet do koele, onverschillige man, voor wieu
zij hem gehouden had'. Zij merkte het duide
lijk, dat hij haar dankbaar was voor den
kleinen dienst d;en zij hem bewees en zij
geivoelde zich omringd van goede vriende
lijke gedachten. AJs zij nu door de groot©
mooie kamers haar oog liet glijden, zag zij
cok deze in een ander licht. Zij waren nu
haar tehuis. Tot nog toe had zij dat
gevoel alleen gehad wanneer Ruth en de
kindereu er ook waren. Maar uu wist zij,
dat er buiten de meisjes nog iemand! was,
die haar gaarne eene plaats aan dien huise-
lijken haard gunde.
Wordt vervolgd