W\ 24.
4de Jaargang.
Maandag 24 Juli 1905.
BUITENLAND.
1
FEUILLETON.
Speelbal van Wind en Golven.
ERSFOORT
DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden toot Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers! VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels0.75.
Elke regel meero.l5.
Groote letters naar plaatsr^jgite.
Yoor handel en bedrjif bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advèrteereh in dit Blad Bij abonnement" Eemt
circulaire, bevattende de voorwaarden," wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Het Skandinavische geschil.
Wanneer er gevaar dreigt voor de vreed
zame liquidatie van het Skandinavische ge
schil, dan gaat dat niet uit van de Zweedsche
regeering, die integendeel door haar voorstel
tot behandeling van de zaak een bewijs van
kalme bezadigdheid gegeven heeft, maar van
de rumoermakers in de conservatieve Zweed
sche pers, die met hunnen arbeid althans dit
bereiken, dat de stemming onder het Zweed
sche volk zeer wordt verhit. Ook met strooi
biljetten en vlugschriften wordt gewerkt. Het
Morgenblad te Christiania vermeldt eene proe
ve van deze litteratuur. Het is eene oproe
ping aan „alle Zweedsche mannen", die zon
der onderteekcjiing en zonder opgave van
drukker en plaats vam herkomst inzonderheid
in militaire kringen ruim is verspreid' als „ver
trouwelijk" stuk. Daarin wordt o. a. gezegd
..De geschiedenis leert ons, dat ten allen
tijde de kleine staten in de grooten zijn op
gegaan. Het zou dan ook een politieke mis
slag zijn t-oe te laten, dat Noorwegen zich van
Zweden afscheidt, wanneer men niet wil, dat zij
later door groote staten worden opgeslokt. Dé
ondervinding heeft ons nu echter geleerd, dat
de unie met Noorwegen niet wenschelijk is
want wie wil een verbond aangaan met een
trouweloos volk, dat boëedigde verbintenissen
en bezworen wetten niet heilig houdt? Noor-
wegens grondwet is daarbij in hare hoofd-
bestanddeelen onvereenigbaar met de Zweed
sche constitutie. Noorwegen heeft nu door
zijne revolutie van 7 Juni den Kielschen vrede
van 1814 en de overeenkomst van Moss ge
broken de positie is nu dus dezelfde als in
den tijd, toen Noorwegen door Denemarken
aan Zweden werd afgestaan. Daarom heeft
Zweden het wettelijke recht, Noorwegen bij
zich in te lij,ven, zooals reeds in 1814 had
moeten gebeuren,. Zweden kreeg toen Noor
wegen als vergoeding voor Finland en Pom-
meren, die het aan andere staten had afge
staan. Geschiedenis en ondervinding leeron,
dat geen volk door lafheid en prijsgeven van
zijn wettig recht, achting en liefde wint bij
andere volkenintegendeel wordt het daar
voor met minachting en spot bedacht. Op het
besluit, dat Zweden's Koning en rijksdag nu
me men, berust Zweden's eer en toekomst; do
geschiedenis zal later haar oordeel vellen."
In deze oproeping komt duidelijk de Groot-
Zweedsche opvatting uit, die de souvereiuiteit
van Noorwegen, ondanks de uitdrukkelijke
bepaling van do rijksakte, nooit in werkelijk
heid erkend heeft en die heb recht van Zweden
tot inlijving van Noorwegen als nog steeds
bestaande beschouwt. Wilde Zweden dat recht
uitoefenen, dan zou natuurlijk Noorwegen
rich da&rtegen met allen nadruk verzetten.
Met het oog daarop verdienen de volgende
opgaven de aandacht, die een Zweedsch des
kundige, de gepensioneerde kolonel Bralt,
heeft gedaan over de sterkte van de strijd
krachten van de beide landen. Hij vermeldt
die aldus
Zweden: Zes legerafdeelingen, sterk
12,600, te oamen 75,600 man, kavallerie 2500
man. pantserartillerie 450 man, te zamen
78,550 man met 240 kanonnen.
Noorwegen: vijf infanterie-brigaden
van 12 bataillons, te zamen 55,140 manan
dere troepen 14,878 man; totaal 70,018 man
met 186 kanonnen.
Het totale cijfer van de Zweedsche oorlogs
schepen wordt opgegeven als 65 (waaronder
11 pantserschepen le klasse en 10 pantser-
schepen 2e klasse)dat van de Noorweeg-
sche schepen op 51 (waaronder 4 pantsersche
pen 1© klasse).
In de Zweedsche pers worden op deze op
gaven velschillende aanmerkingen gemaakt,
die allen strekken om te betoogen, dat daar
in voor Zweden verschillende zaken buiten
aanmerking zijn gelaten, die maken dat de
werkelijke sterkte aan Zweedsche zijd© groo-
ter is dan do Schr. ze voorstelt. Niet alleen
numeriek is de Zweedsche strijdmacht de
Noorweegscli© die baas, maar ook wat den
graad van geoefendheid betreft; het vaste
kader is bij het Zweedsche leger veel sterker
dan bij het Noorweegsche. Wat de aanvoer
ders betreft, over hunne waarde is het moeie-
lijk vergelijkingen te makenalleen wijst
men er van Zweedsche rijde op. dat Noor
wegen geen troepenaanvoerder bezit, die bij
zonder de aandacht op zich gevestigd heeft.
- Men kan hieruit de slotsom trekken, dat als
het tot een strijd mooht komen tusscheu de
beide leden van de nu ontboden unie, Noor
wegen zou kobben te strijden tegen eene
Zweedsche overmacht. Intuskhen kan het als
vrij zeker worden aangenomen, dat do ele
menten, die in Zweden de verantwoordelijk
heid dragen voor het regeeringsbeleid, zich
niet tot een oorlog zullen laten meesleepen.
Reeds niet om deze overweging, dat, daarge
laten of eene inlijving van Noorwegen met
geweld van wapenen zou gelukken, een ver
overd Noorwegen een „zware molensteen'' aan
den hals van Zweden zou zijn, om de uitdruk
king te bezigen, die onlangs door een beza
digd Zweedsch staatsman is gebruikt.
Hongarije.
De regeering heeft het besluit vernietigd
van den gemeenteraad te Boedapest, om vrij
willig betaalde belastingen niet af te dragen
aan de schatkist. De burgemeester zal zich
echter aan deze vernietiging slechts in zoo
verre storen, dat- hiji bij de regeering een
protest er tegen indient.
Rusland.
Petersburg, 22 Juli. Met betrekking tot
het bericht van Parijscüie bladen, dat Kei
zer Nicolaas voornemens zon zijn eene vier-
daagsehe zeereis te ondernemen, deelt het
Petersburgsche telegraaf-agentschap mede,
dat daarvan te Petersburg niets bekend is.
Petersburg, 23 Juli. De Ozaar is heden naar
Finland vertrokken
Tweede telegram. De Czaar vertrok
heden morgen aan boord van de Standart uit
Peterhof naar Borga in Finland, waar 1 ij eene
ontmoeting zal hebben met den Keizer van
Duitschland. Hij dineert heden avond aan
boord van de Hohenzollern.
Moskou, 22 Juli. In de gisteren gehouden,
vergadering van het congres is -urn besluit
aangenomen, waarin wordt gezegd, dat met
het oog op de veelvuldige inbreuken op de
bestaande wetten, allen met vreedzame mid
delen voor de handhaving van de menscken-
rechten moeten opkomen. Dit sluit echter
niet uit, dat bijl wetsschendingen, als het
noodig is, ook aan de overheid gehoorzaam
heid wordt geweigerd.
Daarna wordt het ontwerp voorgelezen
van eene oproeping aan het volk, waarin de
loop van de laatste gebeurtenissen wordt
geschetst en het volk wordt aangespoord,
zich lei behandeling der kwestie der volks
ver tege nwoordiging in groepen te vereeni
gen. Tegen dee© oproeping wordt aange
voerd, dat zijl kan worden gerekend tot de
categorb. van de revolutionaire proclama
tion ec ook het optreden van de overheid
tegen de volksmenigten lean uitlokken. An
deren zien integendeel in zulk eene oproe
ping een tegenwicht tegen zulke proclama-
tiën. Er werd daarna met algemeene stem
men tegen vijf besloten, de oproeping uit
te vaardigen.
De aanwezige leden van de pers dienden
een protest in tegen de laatstelijk genomen
maatregelen om de pers te muilbanden.
Moskou, 22 Juli. Het Zem&two-congres
hield gisteravond weder een zitting, waarin
het voorstel van prins Dolgoroeki werd aan
genomen om tot de volgende bijeenkomst ver
tegenwoordigers van de grensstreken en van
gewesten, waar geen Zemstwo-instellingen
rijn, en tevens vertegenwoordigers van land
bouw- en krediet-maatschappijen, uit te noo-
digen. Ter bestrijding van de kosten werd
besloten aan iedere Zemstwo-delegatie do be
taling van 250 roebel op te leggen en aan de
steden eene evenredig© bijdrage.
Een voorstel van Kowalewski om tot de
volgende vergadering ook boeren uit te noo-
digen werd aangenomen, maar een voorstel-
Karpow om ook vertegenwoordigers van arbei
ders-organisaties toe te laten, vond geen bijval
en werd in handen van het bestuur gesteld.
Ten aanzien van het ontwerp-Boelygin werd
eene motie aangenomen, waarin wordlfc gezegd,
dat hetTvan het grootste belang is, juist thans
een© uitspraak van de bevolking uit te lokken
over dat plan.
De vergadering achtte het noodzakelijk in
don loop der maand Juli overal volksverga
deringen zoodanig te organiseeren, als bij de
plaatselijke toestanden mogelijk zou blijken,
en aan die vergaderingen de door het congres
over het plan-Roelygin aangenomen besluiten
voor te leggen. De vergadering nam voorts
een voorstel aan van Nowosrilew, om der re
geering te verzoeken met het oog op den
Rusland bedreigenden hongersnood de gouver-
nernents-zemstwo's van vcrplegingsmiddelen
te voorzien, opdat ter bevrediging van de
behoeften der bevolking Zemstwo-organisaibiën
kunnen worden gevormd.
De vergadering stelde de bespreking van
de vraag der gelijkstelling van de vrouw in
politieke rechten met den man, uit tot den
tijd, waarop in de levensvoorwaarden van het
geheel© Russische volk eene verandering aal
zij|u gekomen.
De vergadering werd om 3 uur 's morgens
gesloten.
De halfjaarlijksche gedenkdag van do on
lusten van 22 Januari, werd eergisteren te
Petersburg herdacht. Duizenden werklieden
van fabrieken, drukkerijen, het bouwvak en
andere 'bedrijven werkten dien dag niet; zij
verzamelden zich buiten de stad op het Preo-
baac'henki-kerklbofReeds den avond te voren
waren uitgebreide voorzorgsmaatregelen ge
nomen tot handhaving van de orde.
Do gewezen priester Gapon, d'e de betoor
ging van 22 Januari leidde, heeft een harts
tochtelijk gesteld manifest opgesteld, dat on
der de werklieden en de boeren in honderd
duizenden exemplaren zal worden verspreid.
Hij wekt de Russen op, hunne anti-christe
lijke daden van geweld tegen de Joden te
staken. Hij zegt. dat het niet do Joden zijn,
d'o het volk bestelen en onderdrukken, maar
de Czaar en de bende, die hem omringt;
die zijn het ook, die de kinderen van het
volk in den dood zenden.
D'e toestand te Kroonstad wordt veront
rustend ten gevolge van de houding van de
havenarlreiders en van een deel der matro
zen. Twee nieuwe escadrons kavallerie rijn
uit Beterfhof gezonden oan do orde te hand
haven.
Petersburg23 Juli. In de op een uur af
stand van hier gelegen zeebadplaats Sestror-
jesk trachtten gisteren een vijfhonderdtal ar
beiders een betooging te houden. Op do eerste
sommatie van de veldwachters gaven zij ech
ter, zonder tegenstand te bieden, een roode
en twee zwarte vlaggen af, die zij biji zich
hadden, en gingen uiteen.
In den schouwburg van dezelfde plaats ont
stond gisterenavond een groote paniek, toen
iemand eischte, dat een ziolsmis gelezen zou
worden voor de op 22 Jan. gevallenen, en toen
de dientengevolge ontboden politie de zaal
binnendrong. Het publiek, waaronder zich
ook kinderen bevonden, vluchtte naar buiten
in wilde angst, die nog vermeerderd werd
door het verschijnen van de infanterie, daar
het gerucht liep, dat de troepen bevel had
den terstond vuur te geven.
In Petersburg zelf is tot laat in den nacht
do orde niet verstoord. Ook voor hedien rijn
uitgebreide veiligheidsmaatregelen genomen.
Moskou, 23 Juli. De gouverneur-generaal
heeft bevel gegeven, dat de strengste bepa
lingen van den staat van beleg zullen wor
den toegepast en dat personen, die zijn be
schuldigd van gewapend verzet of van aan
vallen op militairen of politie, voor een
krijgsraad zullen worden gebracht.
Turkije.
Konstantinopel, 21 Juli. Do ontploffing
van den bom bad plaats omstreeks één uur;
het juiste oogenblik kan niet opgegeven wor
den. Het publiek en de autoriteiten rijn zeer
onder den indruk van het feit, dat hier het
eerste van dien aard is. Te oordeelen naar
het aantal gedood© personen (meestal solda
ten, die bij de moskee in het gelid stonden
geschaard), dat door sommigen op 40, door
anderen op 50 geschat wordt, en naai* de
materieele schade, moet dè bom, die gebruikt
is, van geduchte afmetingen zijn geweest. Men
onderstelt, dat de moordenaar rich door de
troepen heen geschoven heeft en stelling ge
nomen heoft tob het werpen van den bom
op het oogenblik, toen de afsluiting van de
wegen door de troepen minder* streng gehand
haafd werd, terwijl de sultan binnen imt de
moskee was.
De Frankf. Ztg. verneemt uit Konstanti-
nope', dat de gezamenlijke nota van de
groote mogendheden betreffende de finan-
cieele controle in Maoedonië voorloopig nog
niet bij de Porte is ingediend, daar de ge-
zanter. nog niet allen van hun regeeringen,
machtiging hebben ontvangen om de nota
te onderteekenen.
De Porte wil in de verhooging der in
voerrechten met 3 pet. pas toestemmen, voor
het geval de mogendheden, tegen den zin
der Porte, leden der financieel© commissie
van oontróle naar Maoedonië sturen.
Te Konstantinopel is het bericht ontvan
gen van den dood van den «mir van Mekka.
Dit bericht hpeft op het oogenblik, waarop
Yemen en ten deele ook Hedsjan door een
opstand geteisterd worden, eene proote po
litieke beteekeuis. De sultan, wiens gezag in
Zuid-Arabië zeer gesclvokt is, zal rich moeten
haasten een opvolger van den emir te be
noemen. Deze moet gekozen worden uit den
stam Koreski, en bijzondere aanspraken heb
ben de familiën iftisseni en Avni. Alle te
Konstantinopel aanwezige sheriffs zoo
wordeu de leden, van deze familiën genoemd
ziju opgeroepen naar don Yildiz kiosk.
Men gelooft, dat <Ie sultan de te Konstan
tinopel wonenden broeder van den overleden
emir tot diens opvolger in Mekka zal be
noemen
Konstantinopel, 22 Juli. Do commissie van
onderzoek heeft- vastgesteld, dat door de ont
ploffing van de bom gedood werden 24 per
sonen, gewond 57, voorts 35 paarden. Da
aanslag werd gepleegd door twee Bulgaren.
Konstantinopel, 22 Juli. Hoewel een zorg-
v.uldig onderzoek omtrent den aanslag on
dernomen is, is tot dusverre nog geen spoor
van den dader gevonden. Men meent, dat
hij onder de gedooden is.
In het geheel zijn 24 personen gedood en
54 gewond. Onder d© doocLem is ook do oude
leermeester van den Sultan, Beha Bey. On
der de gewonden is een man, dien men voor
e©n vreemdeling houdt; men kan hem hier
niet thuisbrengen.
O vei do omstandigheden, waaronder ver
leden Vrijdag de aanslag op den Sultan werd
gepleegd, lieerscht nog veel duisternis. Een
uitvoeriger bericht houdt het volgende in:
De Sultan had juist rijn gebed in de moskee
ten einde gebracht, en stond gereed om naar
het paleis terug te keeren, toen er plotseling
een schok als eene aardbeving voorkwam met
groo i geraas. Door do luchtdrukking werden
alle ramen in de moskee en de gebouwen
in di nabijheid vernield eoi de moskee van
binnen en van buiten erg beschadigd. Dè
gezanten van Oostenrijk-Hongarije, Duitsch
land en Italië, alsmede de Italiaansche ge
zantschapssecretaris, woonden het selamlik
bij. Er heerschte groote opgewondenheid en
algemeene verwarring; eerst eenige minuten
na de ontploffing werd vastgesteld, da,t rij
was geschied op het tegenover de moskee ge
legen plein, op een afstand van omstreeks
200 schreden van de plaats, waar de Sultan
zich bevond. Nadat de politic den toestand
had opgenomen en nadat de dooden waren
weggedragen, begaf de Sultan, van zijn zoon
Burhan ed Din vefgezeld, en door rijn gevolg
omgeven, zich naar het paleis terug De ge
zant von Calice begrootte den Sultan, toen
hij voorbij het corps diplomatique kwam;
do Sultan gaf door teekenen te verstaan, dat
zoowe- hij als zijne omgeving ongedeerd ge
bleven waren. Tijdens dé ontploffing en in
de daarop volgende verwarring had de Sul
tan volkomen tegenwoordigheid van geest
bewaard en rich uitmuntend gehouden.
Volgens de Neue Freie Presse is de ont
ploffing gesch'ed door eene onderaardsehe
mijn, het waarschijn Lij lest is echter, dat het
moordwerktuig eene bom is geweest. De uit
werking toont in ieder geval, dat het een
werktuig van verschrikkelijke kracht was.
Het getal slachtoffers wordt verschillend op
gegeven een bericht spreekt van cO dooden
of zwaar gewonden, een ander bericht van
22 dooden, waaronder ©en officier en drie
soldaten, en 30 gewonden. Van het gevolg
van den Sultan is de opvoeder van prins
Selim, Beha bey, gedood. Omstreeks 70 rij
tuig- en rijpaarden zijn gedood of gewond;
25 voor het Selamlik gehuurde rijtuigen
ontbreken.
Wie de daders zijn, daarover bestaan
slechte vermoedens.
He' selamlik is de plechtige optocht van
den Sultau en zijn gevolg naar de witte mos
kee. d'e buiten den hoogen ringmuur van het
26 roman van
ANNA WAHLENBERG.
In de zitkamer van mijnheer gekomen,
nairi hij een schotel van blauiw porselein van
een der boekenkasten, en nu begon Ada dien
te vullen met takje6 l'nneas on sneeuwklok
jes uit haar schort, die zij op de ronde tafel
voor de canapé had uitgespreid.
Mijnheer scheen zijn voornemen om de
courant te lezen vergeten te hebben. Hij
bleef naast Ada staan en keek er naar hoe
zij de bloemen uitzocht en telkeii9 nauwkeu
rig naging of ze wel goed tegen elkander uit
kwamen.
„En morgen komt Ruth," zeide hij.
„Ja, eindelijk!" antwoordde zij, vroolijk
tot hem opziende. Maar de blijdschap van
zijn gelaat ging van een droevig trekje ge
paard, toen hij herhaalde:
„Eindelijk? Juffrouw Ada heeft het zoker
erg eenzaam en vervelend gevonden bij ons,
zoo alleen?"
„O neen! Integendeel!"
Die weemoedige toon had haar getroffen.
Hoe lief van hom om zich in hare plaats te
donken. Zijl had niet gedacht dat hij eigen
lijk voel om andere mensdhen gaf. Hij was
doorgaans zoo terughoudend en toonde zel
den wat er in hem omging. Bij haar ant
woord helderde zijn gelaat op.
„Dat mag ik gaarne hoorem," zeide hij
vriendelijk. „Voor mijl is die tijd! volstrekt niet
eentonig geweest; ak heb miji geen oogenblik
eenzaam gevoeld, en dat heb ik aan ui ite dan
ken."
Ada glimlachte. Zij was zoo gelukkig door
die woorden. Eigenlijk was rij er trotsch op,
al kom zij het niet goed begrijpen, dat een zoo
eenvoudig, onbeteekenend meisje als zij, iets
voor een mam als de heer Helleborg zijn kon.
„Och, ik heb natuurlijk heel weinig voor u
kunnen doen," sprak zij aarzelend.
„Toch niet. U hebt zooveel voor mijl gedaan',
dat ik u geducht missen zal. Waait, dat weet
ik vooruit, zoodi*a Ruth m huis is, legt zij be
slag op u eni dan moet ik maar weer alleen
blijven rondloopem."
„Wel neem, volstrekt niet..."
Zij; fflag tot ihemj op, maar vestigde dadelijk
de o ogen weider op de bloemen, waarmede zij
zenuwachtig bezig was. Haj| had zulk eene
vreemde uitdrukking op zijlni gelaat. Zij wist
niet wat rij zeggen moest.
Daar zat. hij nu in eens vlak naast haar aan
tafelschijnbaar zonder ite weten' wat hij
deed, nam hij de eene bloem na de andere in
do hand, monsterde ze nauwkeurig en wierp
eo dan weder achteloos op de tafel. Hij' merkte
niet hoe lastig rij hom vond1.
„Niet? Wel zeker!" vervolgde hij met een
flauw glimlachje. „Maar vroeg of laat moet
het daar toch toe komen. De kindereu wor
den grooter, Ruth zal wel de wijde wereld
ingaan, of misschien trouwt zij... en dan...
Ja, dan gaat u zeker ook weg? En ik blijf
in het ledige huis alleen over."
Het bleef stil in de kamer. Ada wist nog
altijd niet wat zij zou zeggen. Zij had ook
geen moed op te zien. Hij had het laatste
takje weggeworpen, en nu zag hij haar aan
alsof hij van haar verwachtte dat zij een
middel zou kunnen bedenken om zijn leven
minder eenzaam te maken. Elr lag een aan
doenlijke bede om hulp in den toon waarop
hij over het ledige huis sprak. Maar hoe kón
zij hem helpen Wat bedoelde hij Hour
hart 'begon sneller te kloppen. Eeu gevoel
van angst overweldigde haar.
„Ik heb er ernstig over gedacht hoe ik u
hier zou kunnen dioen blijven, langer dan
Ruth langer dan de kinderen. Er bestaat
slechts éen mididel voor. Het is misschien on
gerijmd; het klinkt mogelijk heel dwaas er
over te spreken. De ben immers op weg een
oud man te worden en u zijb neg heel jong.
Maar u hebt tocih gezegd dat u het goed bij
ons gehad hebt. Welnu, er is maar ééne ma
nier mogelijk om u op den duur bij ons te
houden, als je mijn vrouwtje zoudt wtillen
worden, lieve Ada."
Hij had snel, een beetje kort-af gespro
ken, als om het maar hoe eer hoe beter ge
zegd hebben. Alleen de laatste wèjuden
klonken, zaoht en innig. Nu wachtte hij wat
Ada zou antiwoorden.
Maar Ada sdheen van hetgoen hij gezegd
had n'etö in zich te hebben opgenomen.
Hare lippen bewogen aich niet en zij bleef
strak voor z'oh staren. Alleen aan haar han
den was het zichtbaar hoe ontroerd zij Was,
want haar vingers beefden zoo sterk, dat zij
de bloemen, die zij op den schotel wilde
rangschikken, bijna niet tussdhen do andere
kon steken.
„Zeg nu niets. Zog nog niets," hem ami hij,
zijne hand op haar bevende arm loggende.
„Denk er alleen eens goed ovor na, denk er
over tot morgen, of tot zoolang je dat.
wenscht. En is het onmogelijk, dan doen wij
alsof er irete was gezegd. Dan vergoten wij
eenvoudig dit gesprok. Wijl kunnen daarom
toch altijd gcede vrienden blijven, niet
waar?"
Ook nu kon Ada nog geen woord uitbren
gen. De verrassing en hare verlegenheid wa
ren te groot. Haastig stak zij do nog overige
bloemen, op goed geluk af, in de schotel.
Haar éenige gedachte was dien vol te krij-
gon opdat zij de kamer zou kuinnen verlaten.
Opeens werd er aan de deur getikt. Het
was een vrij bescheiden, maar toch beslist
kloppen, en de heer Ilelleborg, die opgestaan
was, riep, na even te hebben geaarzeld, „bin
nen Hiji verwachtte misschien een der ar
beiders te zullen zienmaar de binnentre
dende Was niemand anders dan mevrouw
Lindros. Zij kwam met eon boodschapje dat
niets beteekonde en dat ook niet noodig was,
eeno vraag omtrent iets in het huis, welke
evengoed tot later had kunnen wachten.
Ada ontving dan ook dadelijk den indruk,
dat die alleen als voorwendsel gebruikt werd
om haar te kunnen bespieden. Hierom keer
de zij zich zoo ver mogelijk van dio gehate
vrouw af; wént zij voelde dat haar wangen
gloeiden.
Maar mevrouw Lindros wist Wat zij wild©
weten. Zijl stapte rechtstreeks naar de aana-
pótafel, waarvan Ada, door haar schort met
bloemen verhinderd, niet kon opstaan.
„O, neen maar! Heeft de juffrouw dien
fijnen blauWporoeleiuon schotel voor de bloe
men gekregen? Nu ik moet zeggen! Het
is prachtig!"
Zij kwam do schotel van nabij' bewonde
ren, maar tegelijk zag zij toch ook nog iels
•anders. En zij verliet de kamer, met een
sportenden glimlach cp 't gelaat en met eene
zekere eigenaardige houding, die Ada nog
meer van streek bracht.
De lieer Helleborg trad naar de tafel,
waar zij nu bij stond.
„Vergeef het mij, kindlief, als ik je van
streek heb gebracht. Toe, zio mij niet zoo
angstig aan? Als wat ik gevraagd hdb on
mogelijk voor je is, zeg het mij dan dadelijk,
ronduit. Dan zullen wij er niet meer over
denken. Doe dat, kindlief."
Er lag nu in zijn toon zooveel troostende,
vriendelijke waardigheid, dat Ada moed
kreeg om hein aan te zien. Maar een ant
woord kon zij niet uitbrengen. Of zij daar
voor al te sterk ontroerd was, of omdat rij
op zijn gelaat die hartelijke, onlbaatzuchtigo
zorg voor haar welzijn las, dit zou zij niet
hebben kunnen zeggen.
Zij boog hot hoofd, nam de punten van
haar schort bij elkaar, en ging niet den bloo-
menschotel in de handen naar de deur, die
hij voor haar open deed, zonder een woord
meer legen haar te zeggen
Wordt vervolgd.