W\ 24. 4de Jaargang. Maandag 24 Juli 1905. BUITENLAND. 1 FEUILLETON. Speelbal van Wind en Golven. ERSFOORT DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden toot Amersfoort f 1.25. Idem franco per post1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers! VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels0.75. Elke regel meero.l5. Groote letters naar plaatsr^jgite. Yoor handel en bedrjif bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advèrteereh in dit Blad Bij abonnement" Eemt circulaire, bevattende de voorwaarden," wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Het Skandinavische geschil. Wanneer er gevaar dreigt voor de vreed zame liquidatie van het Skandinavische ge schil, dan gaat dat niet uit van de Zweedsche regeering, die integendeel door haar voorstel tot behandeling van de zaak een bewijs van kalme bezadigdheid gegeven heeft, maar van de rumoermakers in de conservatieve Zweed sche pers, die met hunnen arbeid althans dit bereiken, dat de stemming onder het Zweed sche volk zeer wordt verhit. Ook met strooi biljetten en vlugschriften wordt gewerkt. Het Morgenblad te Christiania vermeldt eene proe ve van deze litteratuur. Het is eene oproe ping aan „alle Zweedsche mannen", die zon der onderteekcjiing en zonder opgave van drukker en plaats vam herkomst inzonderheid in militaire kringen ruim is verspreid' als „ver trouwelijk" stuk. Daarin wordt o. a. gezegd ..De geschiedenis leert ons, dat ten allen tijde de kleine staten in de grooten zijn op gegaan. Het zou dan ook een politieke mis slag zijn t-oe te laten, dat Noorwegen zich van Zweden afscheidt, wanneer men niet wil, dat zij later door groote staten worden opgeslokt. Dé ondervinding heeft ons nu echter geleerd, dat de unie met Noorwegen niet wenschelijk is want wie wil een verbond aangaan met een trouweloos volk, dat boëedigde verbintenissen en bezworen wetten niet heilig houdt? Noor- wegens grondwet is daarbij in hare hoofd- bestanddeelen onvereenigbaar met de Zweed sche constitutie. Noorwegen heeft nu door zijne revolutie van 7 Juni den Kielschen vrede van 1814 en de overeenkomst van Moss ge broken de positie is nu dus dezelfde als in den tijd, toen Noorwegen door Denemarken aan Zweden werd afgestaan. Daarom heeft Zweden het wettelijke recht, Noorwegen bij zich in te lij,ven, zooals reeds in 1814 had moeten gebeuren,. Zweden kreeg toen Noor wegen als vergoeding voor Finland en Pom- meren, die het aan andere staten had afge staan. Geschiedenis en ondervinding leeron, dat geen volk door lafheid en prijsgeven van zijn wettig recht, achting en liefde wint bij andere volkenintegendeel wordt het daar voor met minachting en spot bedacht. Op het besluit, dat Zweden's Koning en rijksdag nu me men, berust Zweden's eer en toekomst; do geschiedenis zal later haar oordeel vellen." In deze oproeping komt duidelijk de Groot- Zweedsche opvatting uit, die de souvereiuiteit van Noorwegen, ondanks de uitdrukkelijke bepaling van do rijksakte, nooit in werkelijk heid erkend heeft en die heb recht van Zweden tot inlijving van Noorwegen als nog steeds bestaande beschouwt. Wilde Zweden dat recht uitoefenen, dan zou natuurlijk Noorwegen rich da&rtegen met allen nadruk verzetten. Met het oog daarop verdienen de volgende opgaven de aandacht, die een Zweedsch des kundige, de gepensioneerde kolonel Bralt, heeft gedaan over de sterkte van de strijd krachten van de beide landen. Hij vermeldt die aldus Zweden: Zes legerafdeelingen, sterk 12,600, te oamen 75,600 man, kavallerie 2500 man. pantserartillerie 450 man, te zamen 78,550 man met 240 kanonnen. Noorwegen: vijf infanterie-brigaden van 12 bataillons, te zamen 55,140 manan dere troepen 14,878 man; totaal 70,018 man met 186 kanonnen. Het totale cijfer van de Zweedsche oorlogs schepen wordt opgegeven als 65 (waaronder 11 pantserschepen le klasse en 10 pantser- schepen 2e klasse)dat van de Noorweeg- sche schepen op 51 (waaronder 4 pantsersche pen 1© klasse). In de Zweedsche pers worden op deze op gaven velschillende aanmerkingen gemaakt, die allen strekken om te betoogen, dat daar in voor Zweden verschillende zaken buiten aanmerking zijn gelaten, die maken dat de werkelijke sterkte aan Zweedsche zijd© groo- ter is dan do Schr. ze voorstelt. Niet alleen numeriek is de Zweedsche strijdmacht de Noorweegscli© die baas, maar ook wat den graad van geoefendheid betreft; het vaste kader is bij het Zweedsche leger veel sterker dan bij het Noorweegsche. Wat de aanvoer ders betreft, over hunne waarde is het moeie- lijk vergelijkingen te makenalleen wijst men er van Zweedsche rijde op. dat Noor wegen geen troepenaanvoerder bezit, die bij zonder de aandacht op zich gevestigd heeft. - Men kan hieruit de slotsom trekken, dat als het tot een strijd mooht komen tusscheu de beide leden van de nu ontboden unie, Noor wegen zou kobben te strijden tegen eene Zweedsche overmacht. Intuskhen kan het als vrij zeker worden aangenomen, dat do ele menten, die in Zweden de verantwoordelijk heid dragen voor het regeeringsbeleid, zich niet tot een oorlog zullen laten meesleepen. Reeds niet om deze overweging, dat, daarge laten of eene inlijving van Noorwegen met geweld van wapenen zou gelukken, een ver overd Noorwegen een „zware molensteen'' aan den hals van Zweden zou zijn, om de uitdruk king te bezigen, die onlangs door een beza digd Zweedsch staatsman is gebruikt. Hongarije. De regeering heeft het besluit vernietigd van den gemeenteraad te Boedapest, om vrij willig betaalde belastingen niet af te dragen aan de schatkist. De burgemeester zal zich echter aan deze vernietiging slechts in zoo verre storen, dat- hiji bij de regeering een protest er tegen indient. Rusland. Petersburg, 22 Juli. Met betrekking tot het bericht van Parijscüie bladen, dat Kei zer Nicolaas voornemens zon zijn eene vier- daagsehe zeereis te ondernemen, deelt het Petersburgsche telegraaf-agentschap mede, dat daarvan te Petersburg niets bekend is. Petersburg, 23 Juli. De Ozaar is heden naar Finland vertrokken Tweede telegram. De Czaar vertrok heden morgen aan boord van de Standart uit Peterhof naar Borga in Finland, waar 1 ij eene ontmoeting zal hebben met den Keizer van Duitschland. Hij dineert heden avond aan boord van de Hohenzollern. Moskou, 22 Juli. In de gisteren gehouden, vergadering van het congres is -urn besluit aangenomen, waarin wordt gezegd, dat met het oog op de veelvuldige inbreuken op de bestaande wetten, allen met vreedzame mid delen voor de handhaving van de menscken- rechten moeten opkomen. Dit sluit echter niet uit, dat bijl wetsschendingen, als het noodig is, ook aan de overheid gehoorzaam heid wordt geweigerd. Daarna wordt het ontwerp voorgelezen van eene oproeping aan het volk, waarin de loop van de laatste gebeurtenissen wordt geschetst en het volk wordt aangespoord, zich lei behandeling der kwestie der volks ver tege nwoordiging in groepen te vereeni gen. Tegen dee© oproeping wordt aange voerd, dat zijl kan worden gerekend tot de categorb. van de revolutionaire proclama tion ec ook het optreden van de overheid tegen de volksmenigten lean uitlokken. An deren zien integendeel in zulk eene oproe ping een tegenwicht tegen zulke proclama- tiën. Er werd daarna met algemeene stem men tegen vijf besloten, de oproeping uit te vaardigen. De aanwezige leden van de pers dienden een protest in tegen de laatstelijk genomen maatregelen om de pers te muilbanden. Moskou, 22 Juli. Het Zem&two-congres hield gisteravond weder een zitting, waarin het voorstel van prins Dolgoroeki werd aan genomen om tot de volgende bijeenkomst ver tegenwoordigers van de grensstreken en van gewesten, waar geen Zemstwo-instellingen rijn, en tevens vertegenwoordigers van land bouw- en krediet-maatschappijen, uit te noo- digen. Ter bestrijding van de kosten werd besloten aan iedere Zemstwo-delegatie do be taling van 250 roebel op te leggen en aan de steden eene evenredig© bijdrage. Een voorstel van Kowalewski om tot de volgende vergadering ook boeren uit te noo- digen werd aangenomen, maar een voorstel- Karpow om ook vertegenwoordigers van arbei ders-organisaties toe te laten, vond geen bijval en werd in handen van het bestuur gesteld. Ten aanzien van het ontwerp-Boelygin werd eene motie aangenomen, waarin wordlfc gezegd, dat hetTvan het grootste belang is, juist thans een© uitspraak van de bevolking uit te lokken over dat plan. De vergadering achtte het noodzakelijk in don loop der maand Juli overal volksverga deringen zoodanig te organiseeren, als bij de plaatselijke toestanden mogelijk zou blijken, en aan die vergaderingen de door het congres over het plan-Roelygin aangenomen besluiten voor te leggen. De vergadering nam voorts een voorstel aan van Nowosrilew, om der re geering te verzoeken met het oog op den Rusland bedreigenden hongersnood de gouver- nernents-zemstwo's van vcrplegingsmiddelen te voorzien, opdat ter bevrediging van de behoeften der bevolking Zemstwo-organisaibiën kunnen worden gevormd. De vergadering stelde de bespreking van de vraag der gelijkstelling van de vrouw in politieke rechten met den man, uit tot den tijd, waarop in de levensvoorwaarden van het geheel© Russische volk eene verandering aal zij|u gekomen. De vergadering werd om 3 uur 's morgens gesloten. De halfjaarlijksche gedenkdag van do on lusten van 22 Januari, werd eergisteren te Petersburg herdacht. Duizenden werklieden van fabrieken, drukkerijen, het bouwvak en andere 'bedrijven werkten dien dag niet; zij verzamelden zich buiten de stad op het Preo- baac'henki-kerklbofReeds den avond te voren waren uitgebreide voorzorgsmaatregelen ge nomen tot handhaving van de orde. Do gewezen priester Gapon, d'e de betoor ging van 22 Januari leidde, heeft een harts tochtelijk gesteld manifest opgesteld, dat on der de werklieden en de boeren in honderd duizenden exemplaren zal worden verspreid. Hij wekt de Russen op, hunne anti-christe lijke daden van geweld tegen de Joden te staken. Hij zegt. dat het niet do Joden zijn, d'o het volk bestelen en onderdrukken, maar de Czaar en de bende, die hem omringt; die zijn het ook, die de kinderen van het volk in den dood zenden. D'e toestand te Kroonstad wordt veront rustend ten gevolge van de houding van de havenarlreiders en van een deel der matro zen. Twee nieuwe escadrons kavallerie rijn uit Beterfhof gezonden oan do orde te hand haven. Petersburg23 Juli. In de op een uur af stand van hier gelegen zeebadplaats Sestror- jesk trachtten gisteren een vijfhonderdtal ar beiders een betooging te houden. Op do eerste sommatie van de veldwachters gaven zij ech ter, zonder tegenstand te bieden, een roode en twee zwarte vlaggen af, die zij biji zich hadden, en gingen uiteen. In den schouwburg van dezelfde plaats ont stond gisterenavond een groote paniek, toen iemand eischte, dat een ziolsmis gelezen zou worden voor de op 22 Jan. gevallenen, en toen de dientengevolge ontboden politie de zaal binnendrong. Het publiek, waaronder zich ook kinderen bevonden, vluchtte naar buiten in wilde angst, die nog vermeerderd werd door het verschijnen van de infanterie, daar het gerucht liep, dat de troepen bevel had den terstond vuur te geven. In Petersburg zelf is tot laat in den nacht do orde niet verstoord. Ook voor hedien rijn uitgebreide veiligheidsmaatregelen genomen. Moskou, 23 Juli. De gouverneur-generaal heeft bevel gegeven, dat de strengste bepa lingen van den staat van beleg zullen wor den toegepast en dat personen, die zijn be schuldigd van gewapend verzet of van aan vallen op militairen of politie, voor een krijgsraad zullen worden gebracht. Turkije. Konstantinopel, 21 Juli. Do ontploffing van den bom bad plaats omstreeks één uur; het juiste oogenblik kan niet opgegeven wor den. Het publiek en de autoriteiten rijn zeer onder den indruk van het feit, dat hier het eerste van dien aard is. Te oordeelen naar het aantal gedood© personen (meestal solda ten, die bij de moskee in het gelid stonden geschaard), dat door sommigen op 40, door anderen op 50 geschat wordt, en naai* de materieele schade, moet dè bom, die gebruikt is, van geduchte afmetingen zijn geweest. Men onderstelt, dat de moordenaar rich door de troepen heen geschoven heeft en stelling ge nomen heoft tob het werpen van den bom op het oogenblik, toen de afsluiting van de wegen door de troepen minder* streng gehand haafd werd, terwijl de sultan binnen imt de moskee was. De Frankf. Ztg. verneemt uit Konstanti- nope', dat de gezamenlijke nota van de groote mogendheden betreffende de finan- cieele controle in Maoedonië voorloopig nog niet bij de Porte is ingediend, daar de ge- zanter. nog niet allen van hun regeeringen, machtiging hebben ontvangen om de nota te onderteekenen. De Porte wil in de verhooging der in voerrechten met 3 pet. pas toestemmen, voor het geval de mogendheden, tegen den zin der Porte, leden der financieel© commissie van oontróle naar Maoedonië sturen. Te Konstantinopel is het bericht ontvan gen van den dood van den «mir van Mekka. Dit bericht hpeft op het oogenblik, waarop Yemen en ten deele ook Hedsjan door een opstand geteisterd worden, eene proote po litieke beteekeuis. De sultan, wiens gezag in Zuid-Arabië zeer gesclvokt is, zal rich moeten haasten een opvolger van den emir te be noemen. Deze moet gekozen worden uit den stam Koreski, en bijzondere aanspraken heb ben de familiën iftisseni en Avni. Alle te Konstantinopel aanwezige sheriffs zoo wordeu de leden, van deze familiën genoemd ziju opgeroepen naar don Yildiz kiosk. Men gelooft, dat <Ie sultan de te Konstan tinopel wonenden broeder van den overleden emir tot diens opvolger in Mekka zal be noemen Konstantinopel, 22 Juli. Do commissie van onderzoek heeft- vastgesteld, dat door de ont ploffing van de bom gedood werden 24 per sonen, gewond 57, voorts 35 paarden. Da aanslag werd gepleegd door twee Bulgaren. Konstantinopel, 22 Juli. Hoewel een zorg- v.uldig onderzoek omtrent den aanslag on dernomen is, is tot dusverre nog geen spoor van den dader gevonden. Men meent, dat hij onder de gedooden is. In het geheel zijn 24 personen gedood en 54 gewond. Onder d© doocLem is ook do oude leermeester van den Sultan, Beha Bey. On der de gewonden is een man, dien men voor e©n vreemdeling houdt; men kan hem hier niet thuisbrengen. O vei do omstandigheden, waaronder ver leden Vrijdag de aanslag op den Sultan werd gepleegd, lieerscht nog veel duisternis. Een uitvoeriger bericht houdt het volgende in: De Sultan had juist rijn gebed in de moskee ten einde gebracht, en stond gereed om naar het paleis terug te keeren, toen er plotseling een schok als eene aardbeving voorkwam met groo i geraas. Door do luchtdrukking werden alle ramen in de moskee en de gebouwen in di nabijheid vernield eoi de moskee van binnen en van buiten erg beschadigd. Dè gezanten van Oostenrijk-Hongarije, Duitsch land en Italië, alsmede de Italiaansche ge zantschapssecretaris, woonden het selamlik bij. Er heerschte groote opgewondenheid en algemeene verwarring; eerst eenige minuten na de ontploffing werd vastgesteld, da,t rij was geschied op het tegenover de moskee ge legen plein, op een afstand van omstreeks 200 schreden van de plaats, waar de Sultan zich bevond. Nadat de politic den toestand had opgenomen en nadat de dooden waren weggedragen, begaf de Sultan, van zijn zoon Burhan ed Din vefgezeld, en door rijn gevolg omgeven, zich naar het paleis terug De ge zant von Calice begrootte den Sultan, toen hij voorbij het corps diplomatique kwam; do Sultan gaf door teekenen te verstaan, dat zoowe- hij als zijne omgeving ongedeerd ge bleven waren. Tijdens dé ontploffing en in de daarop volgende verwarring had de Sul tan volkomen tegenwoordigheid van geest bewaard en rich uitmuntend gehouden. Volgens de Neue Freie Presse is de ont ploffing gesch'ed door eene onderaardsehe mijn, het waarschijn Lij lest is echter, dat het moordwerktuig eene bom is geweest. De uit werking toont in ieder geval, dat het een werktuig van verschrikkelijke kracht was. Het getal slachtoffers wordt verschillend op gegeven een bericht spreekt van cO dooden of zwaar gewonden, een ander bericht van 22 dooden, waaronder ©en officier en drie soldaten, en 30 gewonden. Van het gevolg van den Sultan is de opvoeder van prins Selim, Beha bey, gedood. Omstreeks 70 rij tuig- en rijpaarden zijn gedood of gewond; 25 voor het Selamlik gehuurde rijtuigen ontbreken. Wie de daders zijn, daarover bestaan slechte vermoedens. He' selamlik is de plechtige optocht van den Sultau en zijn gevolg naar de witte mos kee. d'e buiten den hoogen ringmuur van het 26 roman van ANNA WAHLENBERG. In de zitkamer van mijnheer gekomen, nairi hij een schotel van blauiw porselein van een der boekenkasten, en nu begon Ada dien te vullen met takje6 l'nneas on sneeuwklok jes uit haar schort, die zij op de ronde tafel voor de canapé had uitgespreid. Mijnheer scheen zijn voornemen om de courant te lezen vergeten te hebben. Hij bleef naast Ada staan en keek er naar hoe zij de bloemen uitzocht en telkeii9 nauwkeu rig naging of ze wel goed tegen elkander uit kwamen. „En morgen komt Ruth," zeide hij. „Ja, eindelijk!" antwoordde zij, vroolijk tot hem opziende. Maar de blijdschap van zijn gelaat ging van een droevig trekje ge paard, toen hij herhaalde: „Eindelijk? Juffrouw Ada heeft het zoker erg eenzaam en vervelend gevonden bij ons, zoo alleen?" „O neen! Integendeel!" Die weemoedige toon had haar getroffen. Hoe lief van hom om zich in hare plaats te donken. Zijl had niet gedacht dat hij eigen lijk voel om andere mensdhen gaf. Hij was doorgaans zoo terughoudend en toonde zel den wat er in hem omging. Bij haar ant woord helderde zijn gelaat op. „Dat mag ik gaarne hoorem," zeide hij vriendelijk. „Voor mijl is die tijd! volstrekt niet eentonig geweest; ak heb miji geen oogenblik eenzaam gevoeld, en dat heb ik aan ui ite dan ken." Ada glimlachte. Zij was zoo gelukkig door die woorden. Eigenlijk was rij er trotsch op, al kom zij het niet goed begrijpen, dat een zoo eenvoudig, onbeteekenend meisje als zij, iets voor een mam als de heer Helleborg zijn kon. „Och, ik heb natuurlijk heel weinig voor u kunnen doen," sprak zij aarzelend. „Toch niet. U hebt zooveel voor mijl gedaan', dat ik u geducht missen zal. Waait, dat weet ik vooruit, zoodi*a Ruth m huis is, legt zij be slag op u eni dan moet ik maar weer alleen blijven rondloopem." „Wel neem, volstrekt niet..." Zij; fflag tot ihemj op, maar vestigde dadelijk de o ogen weider op de bloemen, waarmede zij zenuwachtig bezig was. Haj| had zulk eene vreemde uitdrukking op zijlni gelaat. Zij wist niet wat rij zeggen moest. Daar zat. hij nu in eens vlak naast haar aan tafelschijnbaar zonder ite weten' wat hij deed, nam hij de eene bloem na de andere in do hand, monsterde ze nauwkeurig en wierp eo dan weder achteloos op de tafel. Hij' merkte niet hoe lastig rij hom vond1. „Niet? Wel zeker!" vervolgde hij met een flauw glimlachje. „Maar vroeg of laat moet het daar toch toe komen. De kindereu wor den grooter, Ruth zal wel de wijde wereld ingaan, of misschien trouwt zij... en dan... Ja, dan gaat u zeker ook weg? En ik blijf in het ledige huis alleen over." Het bleef stil in de kamer. Ada wist nog altijd niet wat zij zou zeggen. Zij had ook geen moed op te zien. Hij had het laatste takje weggeworpen, en nu zag hij haar aan alsof hij van haar verwachtte dat zij een middel zou kunnen bedenken om zijn leven minder eenzaam te maken. Elr lag een aan doenlijke bede om hulp in den toon waarop hij over het ledige huis sprak. Maar hoe kón zij hem helpen Wat bedoelde hij Hour hart 'begon sneller te kloppen. Eeu gevoel van angst overweldigde haar. „Ik heb er ernstig over gedacht hoe ik u hier zou kunnen dioen blijven, langer dan Ruth langer dan de kinderen. Er bestaat slechts éen mididel voor. Het is misschien on gerijmd; het klinkt mogelijk heel dwaas er over te spreken. De ben immers op weg een oud man te worden en u zijb neg heel jong. Maar u hebt tocih gezegd dat u het goed bij ons gehad hebt. Welnu, er is maar ééne ma nier mogelijk om u op den duur bij ons te houden, als je mijn vrouwtje zoudt wtillen worden, lieve Ada." Hij had snel, een beetje kort-af gespro ken, als om het maar hoe eer hoe beter ge zegd hebben. Alleen de laatste wèjuden klonken, zaoht en innig. Nu wachtte hij wat Ada zou antiwoorden. Maar Ada sdheen van hetgoen hij gezegd had n'etö in zich te hebben opgenomen. Hare lippen bewogen aich niet en zij bleef strak voor z'oh staren. Alleen aan haar han den was het zichtbaar hoe ontroerd zij Was, want haar vingers beefden zoo sterk, dat zij de bloemen, die zij op den schotel wilde rangschikken, bijna niet tussdhen do andere kon steken. „Zeg nu niets. Zog nog niets," hem ami hij, zijne hand op haar bevende arm loggende. „Denk er alleen eens goed ovor na, denk er over tot morgen, of tot zoolang je dat. wenscht. En is het onmogelijk, dan doen wij alsof er irete was gezegd. Dan vergoten wij eenvoudig dit gesprok. Wijl kunnen daarom toch altijd gcede vrienden blijven, niet waar?" Ook nu kon Ada nog geen woord uitbren gen. De verrassing en hare verlegenheid wa ren te groot. Haastig stak zij do nog overige bloemen, op goed geluk af, in de schotel. Haar éenige gedachte was dien vol te krij- gon opdat zij de kamer zou kuinnen verlaten. Opeens werd er aan de deur getikt. Het was een vrij bescheiden, maar toch beslist kloppen, en de heer Ilelleborg, die opgestaan was, riep, na even te hebben geaarzeld, „bin nen Hiji verwachtte misschien een der ar beiders te zullen zienmaar de binnentre dende Was niemand anders dan mevrouw Lindros. Zij kwam met eon boodschapje dat niets beteekonde en dat ook niet noodig was, eeno vraag omtrent iets in het huis, welke evengoed tot later had kunnen wachten. Ada ontving dan ook dadelijk den indruk, dat die alleen als voorwendsel gebruikt werd om haar te kunnen bespieden. Hierom keer de zij zich zoo ver mogelijk van dio gehate vrouw af; wént zij voelde dat haar wangen gloeiden. Maar mevrouw Lindros wist Wat zij wild© weten. Zijl stapte rechtstreeks naar de aana- pótafel, waarvan Ada, door haar schort met bloemen verhinderd, niet kon opstaan. „O, neen maar! Heeft de juffrouw dien fijnen blauWporoeleiuon schotel voor de bloe men gekregen? Nu ik moet zeggen! Het is prachtig!" Zij kwam do schotel van nabij' bewonde ren, maar tegelijk zag zij toch ook nog iels •anders. En zij verliet de kamer, met een sportenden glimlach cp 't gelaat en met eene zekere eigenaardige houding, die Ada nog meer van streek bracht. De lieer Helleborg trad naar de tafel, waar zij nu bij stond. „Vergeef het mij, kindlief, als ik je van streek heb gebracht. Toe, zio mij niet zoo angstig aan? Als wat ik gevraagd hdb on mogelijk voor je is, zeg het mij dan dadelijk, ronduit. Dan zullen wij er niet meer over denken. Doe dat, kindlief." Er lag nu in zijn toon zooveel troostende, vriendelijke waardigheid, dat Ada moed kreeg om hein aan te zien. Maar een ant woord kon zij niet uitbrengen. Of zij daar voor al te sterk ontroerd was, of omdat rij op zijn gelaat die hartelijke, onlbaatzuchtigo zorg voor haar welzijn las, dit zou zij niet hebben kunnen zeggen. Zij boog hot hoofd, nam de punten van haar schort bij elkaar, en ging niet den bloo- menschotel in de handen naar de deur, die hij voor haar open deed, zonder een woord meer legen haar te zeggen Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1