KOLONIËN. -1 BINNENLAND. Gisteren avond hoerschte er in de vertrek ken van do wederzijdse he gevolmachtigden bet ergste pessimisme. Men weet van Witte zeer stellig, dat hij gelooft, dat do vooruitzich ten op eene schikking 200 gering zijn, dat zij feitelijk gelijk nul zijn. Do vraag van de geloofsbrieven is in der minne geregeld. Op do verzekering van de Japanners, dat de aan Komoera verleende volmachten waren vervat in den regelmatigen vorm, waarvan Japan zich altijd bedient, zal Witte de zaak laten rusten. Portsmouth, 12 Aug. Korestowetz, de tus- Bchcnpersoon voor de pers van de Russen, be vestigt hei bericht, dat het antwoord van Rusland 0111 half tien heden morgen zal wor den aangeboden. Hij zeido, dat het antwoord inhield de toestemming van sommige punten, do voorwaardelijke toestemming van anderen, de verwerping van weer anderen, Portsmouth, 12 Aug. Het wordt bevestigd, dat het Russische antwoord op do Japansche voorwaarden is in den gocst zooals roods go- meld werd. Do Japanscho voorwaarden wor den in dit antwoord puilt voor punt bespro ken. Do conclusie wordt telkens met redenen omkleed. Do bezwaren tegen liet betalen van eeno oorlogsvergoeding zijn gegrond op do over weging, dat Rusland niet verantwoordelijk is voor den oorlog, dat hot nog altijd bereid is den oorlog voort te zetten on in doze bij eenkomst heeft toegestemd niet als overwon nene dio 0111 vrede smeekt, maar omdat het oprecht den vrede wenscht, wanneer oen eer volle vrede mogelijk is. Daarom kan Rusland nocli Japan's oorlogskosten betalen, noch grondgebied afstaan. De redenocring is ongeveer aldus: „Rus land is niet overwonnen, het heeft nederla gen geleden, maar is nog niet verplicht den vrede tot eiken prijs aan te nemen. Het ver langt thans naar vrede, zooals het altijd deed, ook voor de opening dor vijandelijkheden door Japan. Dat Rusland den oorlog niet zocht, noch uoodig had, blijkt uit het feit, dat liet noch in militair, noch in maiitiem, noch in administratief opzicht voor den oor log gereed was. Rusland kan slechts van ééae zaak beschuldigd wordendat liet aan Japan do gelegenheid heeft verschaft dien Japan zocht en waarop Japan zich tien jaren lang hoeft voorbereid, oan Rusland den oorlog aan te doen. Do verantwoordelijkheid voor den oorlog rust dus op- Japan en niet op Rus land." De Russische en Japansche gevolmachtig den kwamen lredenochtend te 9 u. 35 min. op het marine-arsenaal aan. De zitting begon onmiddellijk en werd te 10 u. 40 min. ver- daagd. l)e heer Witte legde Rusland's ant woord over. De Japansche gedelegoorden hielden daar op oen afzonderlijke vergadering om hun wederantwoord vast te stellen. Zij stemden toe in het verzoek van don heer Witte om met dit wederantwoord oven veel spoed te maken als hij heeft gedaan met Rusland's antwoord en beloofden bon antwoord te zul len ind'onen hedenmiddag te 3 uur of uiter lijk morgenmiddag te 3 uur. De zitting werd om 3 uur hervat. De ge volmachtigden begonnen terstond een leven dig debat. In kringen, die het vertrouwen van beide zijden genieten, is men zoo pessimistisch ge stemd, dat er voorspeld wordt, dat de zit ting van hedenmiddag de laatste zal zijn, zoo dat de geschiedenis zal vermelden, dat de conferentie plotseling is geëindigd. Uit onverdachte bron verneemt men, dat maarschalk Oyama's plan van aanval geheel gereed is en dat hij slechts op het bericht van hot afbreken der onderhandelingen wacht om den aanval te beginnen. Do zitting heeft, van 3 uur af onafgebro ken voortgeduurd. Te 5 u. 40 m. was er uog geen aanwijzing van verdaging. Kort na vijf uur zond do lieer Witte eon dringend tele gram naar Petersburg. De zitting werd te 7 uur verdaagd. De Russische en do Japansche gevolmachtigden keerden per auto naar liet hotel Wentworth terug, do Russou het eerst. Portsmouth, 12 Aug. Over de zitting van hodonn&middag is door Konostovez, namens do godelegeerden, het volgende bekend ge maakt „Nadat de Japanscho gevolmachtigden hot Russische antwoord op hunne voorwaarden liaddcn overwogen, werd de zitting te drie uur geopend, om over te gaan tot do be handeling van de verschillende artikelen. De zitting eindigde om zeven uur. Portsmouth, 13 Aug Heden werd geen vergadering van dc vredesconferentie gehou den. Do volgende zitting zal morgen t-e half tien beginnen. Gisteren werd, zonder dat ech ter een besluit werd genomen, do bepaling besproken, die do erkenning door Rusland van don overwegenden invloed van Japan iu Korea verlangt. Londen, lJf Aug. De Times bericht uit Portsmouth van gisterenWitte heeft he den zijn voorstel betreffende één punt der voorwaarden nieuw geformuleerd en dat aan Komoera gezonden, die het aannam. Ovor de zitting van do vredesconferentie te Portsmouth van eergisteren wordt nog be richt, dat cr niet over een wapenstilstand gesproken is. Do Japannors schijnen daar tegen te zijn zoolang Rusland afkeerig is van afstand van gebied. Baron Komoera antwoordde op Witte's ver zoek om de voorwaarden met te zeggen dat hij zo voor zich had liggen in het Engelsch en iu het Fransch. Hij en Takahira wenschten dat do voorwaarden elk afzonderlijk zouden behandeld worden. Witte drong er echter op aan om over de voorwaarden in hun geheel to beraadslagen, omdat men dan alleen den toestand kon over run. Do beraadslaging duurde een uur .Ba- rot» Komoera sprak in het Japansch, dat door Adatsji in het Fransch vertaald werd, Witte 311 het Russisch, dat door Naboekow in het Engolsch vertaald werd. Baron Komoera eu Takahira gaven ten slotte toe 011 ovorhandigdon aan de Russicshe afgezanten don volledigen tokst van de voor waarden. Do Japanners vroegen wanneer het ant woord klaar zou zijnzij hoopten op cene spoedige behandeling, nu zij dadelijk de vol ledige voorwaarden hadden overgelegd. IV» Russen beloofden haast- to maken met het antwoord, en de conferentie werd daarna tot later verdaagd In de Franscho pers wordt onverholen aan Rusland de raad gegeven om, al zijn de Ja pansche voorwaarden hard, toch vrede te sluiten. Die Temps verdeelt de voorwaarden, naar hunne aannemelijkheid voor Rusland, in drie groepen. Tot de eerste groep, die waarschijn lijk geen aanleiding tot gevaar zal leveren, rekent hot blad de ontruiming van Mand- sjoerije, do overdracht van do pachtrechten op het schiereiland Liaotong aan Japan, den afstand van den spoorweg van Port Arthur naar Charbin en de erkenning van liet Ja- panasclie protectoraat over Korea. Deze pun ten zal Rusland goed doen kalm aan te nemen. Maar moeielijkheden zijn ti verwachten van de tweede groep, waartoe de oorlogssohade- v -goeding ©n de afstand van Saohalin be- hooren. Ofschoon hier de meeningen van de onderhandelaars lijnrecht tegenover elkaar staan, is toch de mogelijkheid niet uitgeslo ten, dat zij 't met wat geven en nemen eens zullen worden. De oorlogsschadevergoeding is wellicht in den verzwakten vorm der over neming van de Japansch© oorlogsleeningen of de betaling van eene jaarlijksche bijdrage aan het Japansche departement van financiën niet onaannemelijk. Daarentegen aöht de Temps d© voorwaarden van de derde groep, beperking van do Russische zeestrijd krachten in het verre oosten en overgave van de ge ïnterneerde oorlogsschepen, onaannemelijk voor Rusland om twee redenen: vooreerst be teek enen zij eene benadeeling van Rusland's positie als Europeesche groote mogendheid en verder zijn zij voor de toekomstige hand having van den vrede in het verre oosten ge heel overbodig. De Temps eindigt met te zeg gen „Hoe hard do Japansche voorwaarden ook mogen schijnen, wij gelooven toch, dat zij den onderhandelaars een aa 11 nemel ijken grondslag zo .den kunnen bieden. D© vrede zal Rusland groo offers kosten en aan zijne eigenliefde, die de fouten van eene avontuurlijke politiek en oen ontoereikend bestuur moet boeten, on betwistbare wonden toebrengen. Niettemin zal hij Rusland niet verzwakken, wanneer het in do lessen van de nederlaag de kostbare kiemen van zijne wedergeboorte vindt." Het Journal des Débats geeft den raad ook te zien naar het betrekkelijk voordeclige, dat de Japansche eischen aan Rusland bieden, en wijst er met name op, dat Japan van den Oost-Chineeschen spoorweg alleen do lijn van Charbin naar Port-Arthur opeischt, maar den anderen tak van dien spoorweg, die Mandsjoerije van liet oosten naar het westen doorsnijdt en Wladiwostok met het hart van het Russische rijk verbindt, aan Rusland wil laten. Wanneer Rusland zijn spoorweg naar Wladiwostok in omstandigheden van voldoen de veiligheid kan behouden, dan zou het daarvoor kunnen toestemmen in offers wat Saohalin of de oorlogssohadevergoeding betreft en zelfs zich eene beperking van zijne strijd krachten ter zee in hot uiterste oosten kun nen getroosten, waar het toch geen vloot meer noodig heeft, als het van eene aanvallende politiek afziet. Hoofdzaak voor Rusland zou zijn Wladiwostok rechtstreeks en stevig aan zijn rijk verbonden te zien. Allerlei vBij West Meon, in het Engelschei graafschap Hampsliire, heeft men op eigen aardige wijize cl© overblijfselen eener oud- Rorncinsche stad ontdekt. Do heer Bradley, directeur eener school al daar, kocht onlangs een exemplaar eener zoer oude en zeer zeldzaam geworden geschiede- nir van Hampshire. Het boek bevatte aanwijzingen omtrent een Romeinsclie stad, welke gestaan moest bben op de plaats, waar nu het landgoed Prookwood is. De heer Bradley begon daar terstond on derzoekingen van den grond te doen en bij dj eerst© opgravingen bleek reeds, dat zijn vermoeden juist was. M< 11 vond drie fraaie sckaakbordachtige vloersteenen, gelijk die, waannede het atrium van een Romeiusch huis werd geplaveid, en bij verdere opgravingen werden de grondsla gen eener groote Romeinsclie villa t© voor schijn gebracht. Het meest belangwekkende der tot dus verre gevonden voorwerpen is een koperen urn, waarin dag en nadht een vuur ter eere van Vesta (de godin van den huiselijken haard) placht te branden. jfen heeft groote verwachtingen van do uitkomsten der verdere opgravingen. vOnder een ontzaglijken toeloop van volk dat sinds den ochtend het paleis van justitie te Turijn als belegerde, heeft de jury Vrijdagavond omstreeks 5 uur in het proces-Bonmartini uitspraak gedaan. Tullio Murri en dr. P10 Naldi werden schuldig verklaard aan moord met voorbe dachten rade, onder aanneming van verzach- tonde omstandigheden. Linda Murri (d^ weduwe), dr. Secchi 011 Rosa Bonetti (de dienstbode) werden schul dig bevonden aan medeplichtigheid, terwijl evenwel erkend werd, dat do moord ook zon der dio hulp gepleegd had kunnen worden. Ten slott0 veroordeeld© dte jury Tullio Murri en Pio Naldi elk tot 30 jaren opslui ting en 10 jaren toezicht, Linda Murri en Scochi ©Ik tot 20 jaren opsluiting, Rosa Bonnetti tot jaar. Tullio Murri werd onwel, toen hij het vonnis hoorde uitspreken cn moest worden weggeleid. Het is juist drie jaar geleden, dat de moord is gepleegd. vDe krijgsraad te Chalons-sur-Marne heeft een soldaat tot twintig maanden ge vangenisstraf veroordeeld, omdat hij gewei gerd had het bevel op te volgen om met- zijn kameraden te gaan baden. De man gaf als reden voor zijne weigering op, dat hij bang was voor water. vT© Toulon heeft d© vrouw van een politieagent haren man aangeklaagd een vil la te hebben geplunderd, die aan hare zorg was toevertrouwd. Een onderzoek bracht aan het licht, dlat de agent aan 't hoofd stond van een bende inbrekers. Hij werd in 't jus titiepaleis aangehouden mot donige mede plichtigen. vDe familie Cottrell, van Londen, was verleden M: an dag naar buiten en daar maak te oen dief gebruik van om binnen te drin gen. Maar zie, op 't onvervracht keerde mevr. Cottrell terug en toen zij in hare slaapkamer ging trof zij daar den inbreker bezig de brandkas open te breken, terwijl haai- kistje met juweelen gereed op het tapijt stond om mede te nemen. Mevr. Cottrell, een sterke, koelbloedige vrouw, begon niet te schreeuwen of in on macht te vallen, maar greep eenvoudig den kerel bij den nek, sleurde liein de kamer uit, de trap af en wierp hem in een vertrek, waar hij niet uit kon en sloot de deur. Zi; te lefoneerde aanstonds naar do politie en hield zoolang voor de deur de wacht. vHet Portugeesche pantsercorveischip „Bartholomeii Diaz", dat stationneorb in Loanda in Portugeesch-West-Afrika, is door zijn besmetting met beri-beri een bestendig gevaar voor zijne bemanning geworden. De een na den ander werden d© officieren en matrozen ziek 011 de plaatsvervangers werden op hunne beurt weer door de gevaarlijke ziekte aangetast. Daar alle middelen om het schip te ont smetten mislukten, zag de admiraliteit zich genoodzaakt het schip op te offerenop haar bevel zal nu het oorvetschip in volle zee wor den gebracht en daar door andere oorlogsche pen in den grond worden geboord. Hongkong, 12 Aug. Gedurende negen uren i3 eene onophoudelijke reeks van aardbevin gen voorgekomen in Macantwee schokken hielden eenigen tijd aan. De bevolking is in do parken gevlucht. Do Chineezen voor spellen de verwoesting van Macao. De naar Hongkong vertrekkende stoombooten zijn gevuld met vluchtelingen. Hier in Hongkong worden lichte schokken gevoeld. vEon hevige wervelstorm mot hagesLag hoeft de Fransche stad Sedan en omtrek ge teisterd. Onder de liagelsteenen waren er ter grootte vaai een vuist. Het stadpark werd daardoor geheel verwoest. De bladen zijin van de boo- mon gescheurd, takken afgebroken, boomen omvergeworpen. De telegraafpalen zijn gebro ken, telegraaf-, telefoonlijnen en stroomgelei- dingen voor de clectriscfce tram vernield. Het kerkhof heeft al evenzeer geleden als het stadsparkde afgewaaide schoorsteenen zijn niet te tellen, de ingeslagen ruiten evenmin. De storm heeft slechts twaalf minuten ge duurd en in dien tijd is in de stad alleen voor anderhalf millioen francs schade aange richt. In dertig omliggende gemeenten is de oogst verwoestdaken zijn afgerukt, een geheele hoeve is wegewaaid, eene bierbrouwerij en een kerktoren zijn ingestort en de kerkklok is medegesleurd, enz. Vier monsöheni zijn gedood en vele gekwetst. vTwee toeristen van Bazel, een apo theker eu een koopman, beiden gehuwd, zijn op de Jungfroufirn verongelukt. Men vond d0 lijken op den Guggiglctscher. OOST-INDIÊ. Uit de Gajo Loeös wordt aan de Sum. Post geschreven Na den gelukten overval van Ama-n-Lénténg verspreidde zich zijne bende van pl. ni. 300 man in alle richtingen. Een groot gedeelte keerde in d© verschillende kampongs waaruit het was gekomen om een beetje oorlogje te spelen, te rug. Nu het blijkbaar meenens werd, moesten de bóeren er niets van hebben. Een ander ge deelte verdeelde zich in kleine benden onder onverzoenlijke hoofden en trok zich in de ber gen terug. De hoofden der kampongs werden door den bivakcommandant opgeroepen ten einde hun hunne verschillende verplichtingen onder het oog te brengen. Omstreeks dezen tijd kwam de Lt, Campen met een sectie, waarbij dr. De Boer, te Boekit aan, en kon het gedeelte der bezetting van Boe- kit, dat hier eenige maanden vergeten was, naar rustiger streken terugkeeren. Van den schrik, veroorzaakt door den dood van Ama-n-Lénléng, moest gebruik worden ge maakt een onophoudelijk patrouilleeren. zoo wel des nachts als overdag, was noodig zoowel om de verschillende benden het leven onaange naam te maken als om aan de kampongbevol king de noodige veiligheid te verzekeren, zoo dat zij weer tot den sawah-arbeid zou kunnen overgaan. Door de dagelijksche beschietingen van A. Lénténg en zijne bende was de bevolsing zeer onrustig geworden, dorst zij niet aan den sawah-arbeid te beginnen, omdat juist deze sawahs met de daaraan grenzende hoogten als gevechtsveld werden gekozen, en lagen de sa wahs bijgevolg braak. Zoo worden nachtelijke patrouilles gemaakt naar Riket Goip, waar zich een aanhanger van A. Lénténg, zekere Panglima Biden, moest op houden. Hoewel de patrouille bij het aanbreken van den dag na een marsch van 10 uur de kam pong omsingeld had, had zij in zooverre geen succes, omdat de bewuste panglima juist den dag te voren verhuisd was. Een moreel succes had deze patrouille echter wel, daar de bevol king niet gedacht had, dat de „Kompenie" zoo iets zou kunnen doen. Ook in de Gajo Loeös werd door het onop houdelijk patrouilleeren het succes verkregen dat geen schot meer viel en de bevolking aan den sawah-arbeid kon beginnen. Te Boekit terugkeerende, vernam de patrouil le-commandant, dat de Lt. Rhemrev tijdens zijne afwezigheid naar Oreng en Pending was geweest om te trachten een zekeren Si Alim in handen te krijgen. Deze Si Alim, een gedroste dwangarbeider, die reeds r.eer op z'n kerfstok heeft staan, had nu weer den kampong Oreng gebrandschathij wist echter aan onze handen te ontkomen. Te Pending aankomende, trof Lt. Rhemrev daar den Civiel Gezaghebber aan. die den 25sten Mei daar gearriveerd was. Op een bericht van de bevolking had de Lt. Rhem rev het geluk de vrouw van Ama-n-Bengkol en een broeder van A. Lénténg op te lichten. Deze A. Bengkol, die zich door het patrouilleeren in Gajo Loeös, niet meer op z'n gemak voelde, wil de zich komen onderwerpen. Door de oplichting van zijne vrouw werd dit een weinig bespoedigd en meldde hij zich bij den Civiel Gezaghebber, die dus juist op tijd gekomen was ora de vruch ten te plukken van het werk der bezetting te Boekit. De Lt. Rhemrev keerde daarop met. zijne patrouille naar Boekit terug, terwijl do Civiel Gezaghebber te Pending achterbleef tot den 7den Juni. Den vorigen dag was n.l. '7o Lt. Campen aldaar aangekomen met het deta chement der 3e colonne, dat met den Lt. Rhem rev naar de Gajo Loeös was gegaan en een trans- Krt. Gajo's, om goederen van Pending naar tekit op te voeren. Si Alim liet zich nu weer even hooren door het transport bij de Tangga Kambing, een der moeilijkste gedeelten van het fraject, Pending—Oreng, te beschieten. Op een bericht dat een zekere Ama-n-Koe- ning, een „goeroe" van Amen Lénténg, in de kampong Penggalang zou kunnen fourageeren, werd deze kampong door een patrouillo onder Lt. Rhemrev omsingeld en werden de huizen onderzocht. Hoewel de persoon in quaestie werd neergelegd, .gebeurde dit ten koste van de ver wonding van bovengenoemden officier en van drie inlandsche fuseliers, waarvan er een aan de bekomen wonden is overleden. De verwonding van den Lt. Rhemrev vaa zoodanig, dat hij geevacueerd moest worden. Hoewel deze officier dus slechts zeer kort zijne diensten in Gajo Loeös heeft gepresteerd, kan hem worden nagegeven dat zijne collega's en zijne minderen in hein zien vertrekken een bij uitstek dapper officier, die echter juist door zijn offensieven geest soms een weinig te onbe suisd optrad. Hiermede zijn in het kort de ge beurtenissen in de Gajo Loeös verteld. Nog dient vermeld dat. dit land een zeer schoon ar- heidsveld kan ;:ijn voor een civiel gezaghebber, die met hart on ziel de?.e taak wïl opvatten. Daartoe moet hij zich echter persoonlij.», van de nooden en behoeften der bevolking op de hoogte stellen, ten einde di'uir verbetering aan te kun nen brengen, waar zulks geëischt wordt. Een besturen van uit het. bivak moet geheel zijn uitgesloten. Bijna altijd moet hij op post zijn, althans in den eersten tijd, om daar in te grij pen waar het noodig is. Blijkt het „the right man on the right place", dan eaat de Gajo Loeös zeker een veel belovende toekomst tegemoet. Of de regeering zich hier dezen „right man" gekozen heeft, zal do toekomst leeren. Luitenant Chvistoffel is buitengewoon bevorderd tot eerste luitenant. Een officieel telegram uit Boni meldt Den lOen dezer zijn de rijkssieraden van Boni door den rijksbestuurder aan ons over gegeven." Aan het Hbld, wordt nog geseind, dat alle hoofden op twee 11a zich hebben onderworpen, terwijl aan de Tel. wordt gemeld, dat de vorst- van Boni met een kleinen aanhang naar het Zuiden is gevlucht. Het Bat. Nbld. van 5 Juli bevat een kort overzicht van de gebeurtenissen, welke aanleiding gaven tot ons conflict met de vorsten van Badoeng (Bali). Aan het slot daarvan lezen wij De regeering gaf de hoop niet op om het geschil op vreedzame wijfco te beëindigen. Tot dat einde droeg de landvoogd aan het lid in den raad van Indië, den heer F. A. Liefrinck, oud-resident van Bali en Lombok 011 als zoodanig, alsook door zijn langdurig verblijf in dat gewest, bij do zelfbesturen zeer gezien, op zich naar Badoeng te begeven om te trachten door een persoonlijk onder houd met de vorsten deze alsnog tot toege ven over te halen. Den 12en April 1905 begaf do heer Liefrinck zich op reds; den loon d. a. v. werd Singaradja. bereikt, waar de resident eenigo dagen te voren van den vorst van Ta- banan een brief had ontvangen, waarin do wensch werd uitgesproken, dat een spoedig© oplossing langs minnelijken weg verkregen mocht worden. Daar de bestuurders van Badoeng en Tar ban an bondgenootehn en bevriend waren en elkaar in gewichtige gevallen raadpleegden, achtte de heer Liefrinck het nuttig om eerst den Radja van Tabanan over de zaak te spreken. Zoo geschiedde. De Radja van Ta banan verklaarde zich bereid tot medewer king, doch durfde niet vooruitloopeu op den uitslag der aanstaande conferentie met de vorsten van Badoeng. Te Badoeng viel op de ontvangst niets aan te merken. De Radja van Den Pasar voerde cr het daadwerkelijk geoag, omdat die 'van Pametjoetan geesteskrank was. Met den eerstgenoemde en zijp poenggawa's werd in meerdere samenkomsten de zaak uitvoerig besproken, waarbij hun hun tekortkomingen werden voorgehouden, zoowel wat betrof den strandroof als het niet volkomen nakomen hunner verplichtingen, gebleken uitle. het niet kennis geven van de plaats gehad heb bende stranding aan het Europeesch bestuur te Singaradja; 2 e. het niet voldoende doen bewaken van het wrak. De Radja voerde hiertegen wederom aan, dat noch hij, noch zijn onderdanen zich ten deze van schuld bewust waren. Een door hem ingesteld nauwkeurig onderzoek zou aan het licht hebben gebracht, dat geen berooving van het gestrande vaartuig had plaats ge had, hetgeen de inwoners der str%ndesa's an der cede hadden bevestigd. Een kennisgave aan het bestuur meende hij voorts niet ge bruikelijk, gelijik hem was medegedeeld door den sedert gestorven rijksbestierder Radja Kasiman. De vorst verklaarde zich echter be reid in den vervolge de gewenschte mededee- ling te doen. Daarentegen bleef hij volharden bij zijn vroegere bewering, dat het beroofde vaar tuig in den nacht, verloopen tussoben de stranding en het lossen der goederen, wel degelijik door een Balische wacht bewaakt was geworden. Hij beriep zich hierbij op de verklaring van den betrokken poenggawa, die echter niet in ■overeenstemming was met hetgeen deze zelf aanvankelijk den contro leur had medegedeeld en met de getuigenis sen van andere personen. Het van den beginne door het zelfbestuur van Badoeng ingenomen standpunt werd dus gehandhaafd, nl. alle schuld van zich af te schuiven, en te vermeenen geen straf ver diend te hebbenterwijl wat de klacht van den Chinees- eigenaar betrof, de berechting daarvan volgens het gevoelen van dat zelfbe stuur behoorde tot de competentie van de Badoengsche rechtbank, dosverlangd aange vuld met een door den resident van Bali en Lombok aan te wijzen pleitbezorger voor den klager. Verder vestigde de Radja er nogmaals de aandacht op, dat door de sluiting der Ba doengsche havens, ongeveer 1500 rijksdaal ders per dag schade werd geleden. Naar aan leiding van zijn verzoek om dit in billijke overweg'ng te nemen, werd hem door den regeerings-commandant te kennen gegeven, dat ook de regeerïng niets liever verlangde dan den vroegcren toestand te herstellen en alle menschen wedor geheel vrij te laten in de uitoefening van hun bedrijf, terwijil in de door den vorst zelf geleden schade wellicht aanleiding zou kunnen worden gevonden tot een gunstige beschikking op een der regeo- ring aan te bieden verzoek om geheele of ge docltelijko vrijstelling van de betaling der op- gelogde vergoeding van de kosten der blok kade, mits hij zich bij de genomen beslissing neerlegde en vooraf de voor de beroofde goe deren geëischte som (3000 rijksdaalders) be taalde. Bij een dergelijke schikking zou het gelde lijk bezwaar voor de- Radja zeker niet. over wegend zijn geweest, zelfs nihil, indien het aaanbod van do handelaren ware aanvaard; uit do omstandigheid dus, dat door hem ook deze wijze om de zaak tot een spoedige op lossing te brengen, werd van de hand ge wezen, mag met vrij groote zekerheid worden afgeleid, dat'hij noch door overreding, nöch door de dwangmiddelen, welke tot heden zijn aangewend, tot inkeer zal worden gebracht. In verband met het vorenstaande werd door de regeer ng besloten ora de afsluiting van Badoeng voort te zetten, doch thans strenger dan tot dusver was geschied, waar toe op 21 Mei jl. een ordonnantie (Staatsblad 1905, no. 309) werd vasgesteld tot beperking van den in- en uitvoer van dat landschap. Een spionage zaak? Het Soer. Hdsbl. van 11 Juli meldt: Eergisteren ver trok van hier, voorzien van een pas om over Java te reizen, een Japanner naar Modjo- kerto en verder. Gisteren maakte de man van het oponthoud van den trein te Kertosouo gebruik om aan het stationsbuffet zich, bij gebrek aan saké, aan een verfrisscliend glas limonade te laven. Dra was hij in gesprek met den pachter van het buffet, een Chi nees, die den zoon van het zegevierende Oos ten natuurlijk met bewondering aanstaarde. Maar Chineezen blijven onder alle omstan digheden Chineezend. w. z. dat, toen de Ja panner zoo onder het spreken een rol teeke ningen voor den dag haalde, het instinct van den pachter wakker werd, zijn kleine oog jes begonnen te glinsteren en hij nauwlet tend toekeek, wat de ander toch wel in die geheimzinnige papieren zou hebben. Zooveel vorstand van kunst had hij nog wel om te kunnen zien, dat het teekeningen waren mystieke streepjes, vertikaal eu horizontaal, hier en daar toegelicht met beschr ij venden tekst. Wat het moest voorstellen, wist de spi on van den spion natuurlijk niet, maar het feit op zich zelf, dat een Japanner in een vreemd land met witte en zwarte teekenin gen rondliep, zooveel was hem door de dag bladen wel reeds duidelijk geworden, duidde op gevaar. E11 baba had nu wel erg veel eerbied voor het gele aan hem verwante ras, maar hij was toch tevens den wijzen stelregel toege daan, dat waar men het goed heeft, vader- 'aud is, en als een onderdaan van dat vader land, gaf hij ijlings aan de politie van zijn be vinding kennis. De schout van Kertosouo wist niet hoe spoedig hij ter plaatse zou zijn. Do Japanner word ondervraagd wat hij hier kwam doen? Hij reisde met een pas. Wat o teekeningen voorstellen die hij bij zich had? Hij had niets van dieu aard bij zich. I)e schout achtte liet geraden den man niet to gelooven, uitgaande van de zeer juiste ver onderstelling dat wanneer iemand wat te ver bergen heeft, hii zeker niet vrijwillig aan *en politiedienaar zal vertellen wat dat „wat" is. Veiligheidshalve werd den onderdaan van den mikado dus duidelijk gemaakt, dat nij zich voorloopig als gevangene had te be schouwen. Onmiddellijk werd daairop aan den resident van Kediri om instructies ver zocht, per telegraaf. De resident meldde te rug, dat hij zelf zou komen. Hij kwam dan ook vrij spoedig per as, wijl hij te lang op een trein zou moeten hebben wachten. De resident vermocht ech ter evenmin meer uit den gearresteerde le weten te komen, roden waarom hij hem moest, fouilleeren. Nu kwam de aap uit de mouw in den vorm van de bewuste rol teekenin- gen, waarop o.m. waren afgebeeld oen vrij nauwkeurige plattegrond van Soera ba ja. waarop do lvgg'ng was aangegeven van liet kruithuis, den constructiewinkel en van an dere dingen riie de teekenaar het onthouden waard meende, en iets dergelijks van Mol - jokert© en andere plaatsen. De man werd naar Kediri medegenomen waar hij zich thans nog bevindt. WESTÏÏNDIË Uit Paramaribo wordt berieht, dat per Engelsche mail via Plymouth op 24 Juli jl. naar Nederland is verzonden het schrijven, aan. mr. A. C. Wesemhagen, waarbij hij wordt uitgenoodigd om, wanneer hij tot gouverneur van Suriname mocht benoemd worden, die benoeming te aanvaarden, van welk adres in de bladen reeds melding is gemaakt, teen het nog circuleerde. Het is voorzien van honderdtallen hand teek e.ua 11 gen, waaronder van eenige leden der koloniale Staten, verder van vele ambtenaren, praktizijns, onderwijzers, ingenieurs, planters, kooplieden, industrieelen en neringdoenden. Een nader adres met handteekeningen uit Nickesie eu Coronie, moet nog volgen. De Staatscourant van Zondag 13 cn Maandag 14 Augustus 1905 bevat de volgende Kou. besluiten: op verzoek eervol ontslagen uit den mili tairen dienst de reserve le luitenant I. J. Dermout, van het 5e regiment infanterie; benoemd tot directeur van het spoorweg postkantoor 110. 2 te Rotterdam C. C. Vren- denberg, thans directeur van liet spoorweg postkantoor no. 3 te Zwolle; benoemd tot voorzittend Heemraad van het waterschap genaamd het Heemraadschap de Geldersche en Stichtsche veenen, provincie Gelderland en Utrecht, H. Bom as te Vee non- daaltot hoogheemraad van het groot-water schap van Woerden, provincie Utrecht cn Zuid-Holland, J. Nnijss Azn., te Woerden Het Kon. Echtpaar was gisteren mor gen tegenwoordig bij de godsdienstoefening in do Herv. kerk te Apeldoorn, onder het gehoor van <ls. H. A. Leenmans van Har- lingen. D© predikant had tot tekst gekozen Jere- rnia 12 vers 5b. Voldoende aan d'e bevelen van H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik, overhandigde jhr. Snoeck van Hintham, ka merheer in buitengewonen dienst, in een bij zonder pleohtige bijeenkomst van Proosten en Broeders van do Illustre Lieve Vrouwe Broederschap te 's Hertogenbosoh een zwaar vergulden beker ter gedachtenis aan het Kon. bezoek op 19 Augustus 1904, daarbij uit sprekend© de gevoelens der Koningin en van den Prins voor de 3r n Ierseiiu De beker was door Jen heer O ver. lijking, secretaris van het jacht-dopartcment naar Den Bosch gebracht. Hij ."s n ciborivorm ver vaardigd door Camile Esser lo Weert, naar teekening van dr. Cuypers. Het deksel draagt een zwaar embleem der Broede.'seh vp. De beker, door H. M. dc Koningin en Z. K H. Prins Hendrik der Nederlanden aan do Hlustre Lieve Vrouwe Brocdersdlrap te

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 2