W. 51. 4de Jaargang. Maandag 21 Augustus 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. Speelbal van Wind en Golven. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS i Per 3 maanden roor Amersfoort f 1.85. Idem franco per poet- 1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat I. lntercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer- U.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrjjf bestaan vooj-deelige bepalingen tot het herhaald advërteeren in dit Blad bij abonnement Een» circulaire, bevattende de voorwaarden," wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicbt De «redesonderhandelingen. De onderhandelingen te Portsmouth bevin den zich thans op het kritieke punt. Vrijdag namiddag zijn de beraadslagingen over de onderdeeïen van de door Japan geëischte vre desvoorwaarden ten einde gebracht;-morgen heeft de bijeenkomst plaats, waarvan men verwacht, dat ziji de beslissing zal brengen. De weinige dagen, die daartusschen liggen, worden door belangstellenden, die buiten den strijd staan, maar oprecht naar het einde van deze worsteling verlangen, besteed om te trachten de partijen tot elkaar te brengen. Inzonderheid president Roosevelt doet daar toe ijverig zijn best, maar men kan er zeker van zijn, dat ook anderen in die richting werkzaam zijn, al moeten deze pogingen uit den aard der zaak beperkt blijven tot het uitoefenen van zedelijken invloed op de oor logvoerende partijen. Men kan Rusland en Japan dienen van goeden raad, maar hen niet dwingen zich daarnaar te gedragen. Gelukkig is de toestand mu zoo, dat met eenigen grond mag worden verwacht, dat de goede raad niet tob doove ooien wordt ge predikt. Er wordt hoog opgegeven van den weerzon, die aan het hof te Petersburg heerscht tegen het sluiten van den vrede op do voorwaarden, waarop die nu te krijgen is. Maar de reeks van rampen, die de achttien oorlogsmaanden over Rusland hebben ge bracht, prediken eene les, die zelfs aan de harde hoofden van de grootvorstenpartij eenig begrip moet geven van wat er op het spel staat, wanneer do oorlog mocht worden voort gezet en, zooals zich dan laat voorzien, nieuwe nederlagen zal brengen. Bovendien, al zijn do hofkringen, helaasal te maohtig in Rus- la ad, almachtig zijn zij toch nog niet, en ook in de omgeving van den Czaar ontbreken de elementen niet, die inzien, dat het sluiten van den vrede een dringende eisck is voor Rusland's behoud. Wat Japan betreft, daar is men ziob ten volle bewust van de positie, waarin men als overwinnaar verkeert, en gezind om daarvan partij te trekken, ten einde zich te verzekeren, dat de vrede, komt hij tot. stand, duurzaam, zal zijn. Maar juist het verlangen naar een dtiurzamen vrede moet Japan er van weer houden de vredesvoorwaarden zoo in te rich- tea, dat zij onnoodig hard schijnen. Nu heb ben wij; reeds vroeger opgemerkt, dat de ge stélde eischen niet den indruk maken, alsof Japan het onderste uit de kan wil hebben. Er wordt geheel gezwegen over Wladiwostok. Daaruit blijkt, dat men Rusland den natuur lijken uitweg voor zijne Aziatische bezittin gen naar den Grooten oceaan wil laten behou den. Wladiwostok zal de stapelplaats blijven voor den Russischen handel in het verre oostenhet blijft ook het steunpunt van zijne macht aldaar, want de eisoh tot ontmanteling der vestingwerken en tot slooping van de in richtingen, die het maken tot eene oorlogs haven, is niet gesteld. Ook verzekeren de voorwaarden, waarover in Portsmouth lang en breed is beraadslaagd, do verbinding van Wladiwostok met het moederland langs den kortsten weg door Mandsjoerije. Wat Japan echter niet wil, is dat Rusland in den nieuwen toestand, die zich zal ontwik kelen op grond van het vredesverdrag, dat aan dezen oorlog een einde maakt, weer zal wor den een mededinger, die zijne postie in het uiterste oosten zal betwisten en zioh daar weer tot de overheerschende macht zal wil len opwerpen. Uit dat oogpunt moeten de vier eischen beschouwd worden, die tot dusver nog onafgedaan gebleven zijn: de afstand van Sachalin, de oorlogsschadevergoeding., de uit levering van de Russische oorlogsschepen, die door interneering in onzijdige havens het lot ontgaan zijn om te worden vernietigd of den Japanners in handen te vallen, eindelijk de beperking van de oorlogsvloot, die Rusland in de toekomst in de Oost-Aziatische wateren zal mogen onderhouden. Dit zijn de punten, waarover nu nog de strijd loopt, nadat al liet andere is afgedaan. Daarvan hangt de beslissing af, of bet oorlog zal blijven of vrede zal worden. Men zegt, dat het gaat om buigen of barsten. Lettende op den toestand, zooals hij geworden is na den gedurende achttien maanden gevoerden strijd, zouden wij eerder buigen verwachten dan barsten. Daltachland. Het stedelijk bestuur van Swinemünde hoeft geweigard een feest te organiseeren naai* aanleiding van het vertoef van het Ein- gelsohe eskader in de haven. Denemarken. Eshjerg(Jutland), 20 Aug. Het Engelsche eskader, dat z:ch op reis bevindt naar de Oostzee, bestaande uit 10 linieschepen, 7 krui sers, 1 torpedojager, is hier heden middag aangekomen. Morgen komen de 23 tot het eskader behoorende torpedobooten. Er zijn groot© toebereidselen gemaakt voor de feestelijkheden in de volgende dagen ter eere van het eskader. Spanje. Madrid, 19 Aug. De Gaceta bevat het be sluit tot ontbinding van de Kamer en van het door verkiezing samen te stellen de?l van den senaat. De dag, waarop do nieuwe cortes zullen bijeenkomen, is bepaald op 11 October. Madrid, 19 Aug. In de circulaire, welke het besluit tot ontbinding der Kamer ver gezelt, geeft de mi nister-president een uit- eenzett'ng van het programma der regee ring. De regeering erkent speciaal de schei ding van de machten en de onafhankelijk heid van het kiezerskorps. Verder omvat het de oplossing der sociale quaestie en de studie va.n economische hervormingen. De regeering zal streven naar vriendschappe lijke betrekkingen met alle landen, zonder haar belangen in Noord-Afrika prijs te ge- ven. Zij zal aan de Cortes een ontwerp- muntwet aanbieden en zal het leger en de vloot reorganiseeren en handel en landbouw beschermen. Oosten rij k-Hongarfje, Keizer Prans Jozef vierde gisteren zijn 75en verjaardag, in het bezit van eene benijdens waardige gezondheid, die hem in staat stelt nog groote wandeltochten te ondernemen en zelfs nog smaak doet vinden in deelneming aan eene jacht in het gebergte. Rusland. De Echo de Paris bericht uit Petersburg, dat de minister van buitenlandsche zaken, graaf Lamsdorff ontslag gevraagd aan den Czaar, die daarop nog niet geantwoord heeft. Hij schrijft„Ik weet zeker, dat dit feit in de gegeven omstandigheden van groot belang js. Maar ik ken de beweegredenen van Lams dorff niet. In elk geval denkt men hier, dat zijn ontslag in verband staat met het vredes vraagstuk, en daar Lamsdorff voorstander van den vrede en bewerker van Witte's benoeming is, meent men, dat do vredeskansen vermin deren. Petersburg, 19 Aug. Het manifest van de wet over do rijjksdoema zijn heden voormid dag in den Regee rings bode bekend gemaakt. Heden middag werd oene buitengewone zitting van den Senaat gehouden, waarin het manifest werd voorgelezen. Een keizerlijk besluit bepaalt, dat onder voorzitterschap van graaf Solski eene con ferentie zal worden gehouden, om te beraad slagen over de verkiezingen voor de rijjks- doema 'n Polen, in het- Oeral-Turgaigebied, in Siberië, in Turkestan, in den Kaukasus en in het Steppen- en Nomadengebied. Verder heeft deze conferentie tot taak de regeling en het nagaan van die budgetten der mi- uisteriën en van het staatsbudget te bewerk stelligen, alsmede eene regeling te maken voor de bewilliging van niet in het staats budget opgenomen credieten. De vragen, die in verband met de invoering van de rijks- doema rijzen, moeten in den kortst moge.ij ken tijdl afgedaan worden. Petersburg, 19 Aug. Uit de bepalingen om trent de verkiezing van de loden der rijks- doema moet worden gereleveerd, dat het ge- heele aantal leden 412 bedraagt. Daarvan worden 28 door de steden gekozen, waar de verkiezing plaats heeft door kiezersverga deringen, bestaande uit 160 leden in Peters burg en in Moskou ea uit 80 leden in de overige steden. Van het kiesrecht zijn uitgesloten do vrou wen, de mannen beneden 25 jaar, de kweeke- lingen van militaire scholen, de soldaten, no maden en vreemde onderdanen, voorts de per sonen, die bankroet verklaard of wegens de sertie veroordeeld zijn. De verkiezingen hebben plaats onder toe zicht van den minister van binnenlandscho zaken bij geheime stemming door middel van balletjes. Een candid'aat kan slechts op ééne piaats gesteld wordenbij moet het Russisch machtig zijn. Burgerlijke ambtenaren, die ge kozen worden, moeten hunne betrekking neerleggen. Eenige der voornaamste bepalingen van de wet, waarbij de Gossoedarstwennaja Doe- ma (Rijksdoema) wordt ingesteld, laten wij hier volgen. Art. 1. Er wordt een rijksdoema ingesteld om voorloopig te beraadslagen over en mede te werken aan wetsontwerpen, dio volgens de grondwettige bepalingen bij den Rijksraad worden behandeld en onderworpen zijn aau do bekrachtiging van den Czaar. Art. 2. De rijksdoema wordt samengesteld uit leden, gekozen door de bevolking van het rijk, voor den tijd van vijf jaren volgens de regelen, bepaald in het bijzondere verkie zingsreglement voor de Doema. Art. 3. Bij Keizerlijke ukase kan de Doe ma vóór afloop van den vijfjarigen zittings- tijd ontbonden worden; in diezelfde ukase moet ook het tijdstin voor de nieuwe verkie zingen worden bepaald. Art. 4. De duur van de jaarlijkscho z;*- tingen en de duur der vacantiën worden bij keizerlijke ukase vastgesteld'. Art. 5. De Doema werkt in volledige zit ting en in afdeelingen. Art. 6. De Doema moet ten mins'ê vier en mag ten hoogste acht afdeelingen tellen. Elke afdeeling moet uit ten minste 20 leden bestaan. Het juiste aantal van har© afdee lingen en dat van de leden van dezen wordt door de Doema zelf vastgesteld. Art. 7. Voor de wettigheid der vergade ringen is de aanwezigheid van minstens en derde der leden bij de algemeene vergaderin gen en van minstens do helft bij de vergar deringen der afdeelingen vereischt. Art. 8. Do kosten voortvloeiende uit do instelling van de Doema worden door de Rijksschatkist gedragen. Art. 9. De voorzitter en de ondervoorzit ter van de Doema worden door haar uit de leden voor een jaar gekozen. Na afloop van dit tijdvak zijn dezelfde personen herkies baar. Art. 14. De leden van de Doema hebben onbeperkte vrijheid van meeiung en van spre ken over alle zaken, die tot de bevoegdheid van de vergadering behooron. Art. 15. De leden van de Doema kunnen slechts door een bevel van de rechterlijke macht van hunne vrijheid worden beroofd en kunnen wegens schulden niet worden go- vangen gezet. Art. 23. De leden van de Doema ontvan gen uit d© staatskas 10 roebels per dag ge durende den duur der zittingen, en boven dien tweemalen 's jaars als reiskosten van hun woonplaats naar Petersburg en terug een be drag van 5 kopeken per werst. Art. 24. Ministers en afdeelingschefs kun nen geen lid van de Doema zijn, maar .ij hebben het recht de zittingen bij te wonen en in aangelegenheden hum dienstvak be treffende inlichtingen te geven, hetzij per soonlijk of door hunne ambtenaren. Art. 25. Wanneer de doema, hetzij de vol le vergadering of eene der afdeelingen, hot noodig acht inlichtingen to vragen aan x>o minister of chef van een dienstvak, zijn de zen verplicht de verlangde inlichtingen te verschaffen Art. 33. Aan de machtsbevoegdheid van de Doema zijn onderworpen 1. Alle vraag stukken, die betrekking hebben op de indie ning van nieuwe wetten, en op de wijzig.it aanvulling, tijdelijke opheffing of geheel© af schaffing van bestaande wetten, en verder op de instelling, beperking of afschaffing van regeeringslichamen en hunne begrootiu- gen; 2. de begrootingon der ministeriën n dienstvakken, de rijksbegrooting en alle uit gaven, die in de begrootingen niet zijn voor zien 3. de verslagen van de rekenkamer over do ontvangsten van de rijksbegrooting 4. de vragen betreffende de vervreemding van eenig deel der inkomsten of goederen van den staat5. de aanleg van sp-»orwegen door den Staat6. de oprichting van naam- loozo vennootschappen, voor het geval dat de oprichters de opheffing van een bestaande wet verlangen7. vraagstukken, die door bijzondere keizerlijke besluiten aan de Do» ma worden voorgelegd. Art. 34. De Doema heeft het recht wen- schen kenbaar te maken of voorstellen in overweging te geven betreffende de afschaf fing of wijziging van bestaande en de af kondiging van nieuwe wetten. Deze wetsont werpen mogen echter geen inbreuk maken op de grondslagen van de staatsorde, door do bestaande grondwet vastgesteld Art. 35. De Doema heeft het recht zich te wenden de ministers en de verschillende departementschefs om inlichtingen on op helderingen te eischen over ambts ver richt in gen van ambtenaren, wanneer die naar haar oordeel de bestaande wetten hebben geschon den. Art. 47. Als besluit van de Doema wordt beschouwd de door de meerderheid der ledeu in de algemeene zitting uitgesproken meening In zulk een besluit moet in beslisten vorm de goedkeuring of do niet-goedkeuring door de Doema van het haar toegezonden voorstel worden uitgedrukt. Wijzigingen, door def Doema in een voorstel aangebracht, moe'en. op duidelijke wijze zijn aangegeven. Art. 48. Do wetsontwerpen, waarover do Doema heeft beraadslaagd, worden met haar besluit aan den Rijksraad gezonden. Na be handeling id don rijksraad worden rij met het besluit van d'e beide vergaderingen aan don Czaar voorgelegd, behalve ;u het i.-j a:t. 49 voorziene geval. Art. 49. Ontworpen, die in do Doema en den Rijksraad met een meerderheid1 van twee derde zijn verworpen, worden den betrokken minister teruggezonden tot nadere overwe ging en om opnieuw te wordon ingediend, wanneer do Czaar daarin toestemt. Art. 50. Indien do Rijksraad een besluit van do Doema niet goedkeurt, kan de betref fende zaak bij besluit van den Rijksraad verwezen worden naar een bijzonder© com missie, samengesteld uit een gelijk aantal leden van Doema en Rijksraad. Deze loden worden in algemeene zittingen van beide* lichamen gekozen. De commissie, die verg.v dtert onder leiding van don voorzitter van den Rijksraad of van een der afdeelingen van dien raad, heeft tot taak de meoningen van de beide vergaderingen met elkaar iu overeenstemming te brengen. Art. 51. De door do commissie ontworpen schikking wordt eerst behandeld in een al gemeene zitting van de Doema, dharaa ire eene van den Rijksraad. Art. 52. Indien een niet xoldoend aantal leden aanwezig is om een zitting van do Doema te houden, wordt de beraadslaging over de aanhangige onderwerpen tot eene vol gende zitting uitgesteld, d'ie ten hoogste twee weken later plaats moet hebben. Indien, na afloop van dezen termijn de zaak wederom tengevolge van de aanwezigheid van een <-i- voldocnd aantal leden niet kan worden be handeld, heeft de betrokken minister het recht haar aan don Rijksraad' voor te leggen;, zonder dat een besluit van de Doema nood zakelijk is. Art. 53. Indien de Czaar van oordeel is. dat de beraadslaging over eene zaak in de Doema te langzaam geschiedt, zal de Rijks raad een uitersten termijn vaststellen, waar op de Doema een besluit moet hebben ge nomen. Indien de Doema op den bepaalden tijd haar besluit niet heeft meegedeeld, kan dio Rijksraad over de zaak beraadslagen, zonder dat een besluit van de Doema nood'g ia. Art. 54. Voorstellen tot wijziging van be staande wetten en nieuwe wetsvoorstel let moeten door do leden bij don president van d© Doema schriftelijk worden ingediend. ft de daarbij behoorende toelichting. Indüen zulk oen voorstel door ten minste dertig lo den is onderteekend1, wordt het door den voorzitter in do betrokken afdeelingen aan do orde ge6teld. Art. 55. Aan do betrokken ministers «n departomcntschefs wordt de dag voor de be raadslaging van zulk een voorstel vastgesteld, meegedeeld. Zij ontvangen ten minste een maand vóór de beraadslaging een afschrift van voorstel en toelichting. Art.. 56. Indien een minister of depart e- mcntscbef ia overeenstemming met die Doe ma d© afschaffing, wijziging of openbaarma king van eene wet noodig acht, belast 1 ij zich met de taak van voorbereiding. Art. 57. Indien een minister van an-Uie meening is, maar de afdeeling van de Do>- ma en daarna de algemeene vergadering 48 roman" van ANNA WAHLENBERG. Zoo ging het den eersten dag; en zoo ging het den tweeden tot op den namiddag. Hoe zeer zij anders geneigd was, datgene waar zij tegen opzag uit to stollen, begreep zij nu toch, dat deze dag niet meer als de vorige mocht eindigen. Terwijl zo tegen den avond samen op do brug stonden, in afwachting dat de gehuur de boot zou komen, om daarmede oen roei tochtje op de rivier t© kunnen doen, her haalde zij in stilte telkens weer: „Nu zal ik het doen; zeker; nu aan stonds.'/ Zoodra hij over deze geschiedenis of over dat voorgevallene zou hebben uitgesproken, wilde zij met hare dankbetuiging voor den dag komen. Zij had een buigzamen tak van een. wil geboom gegrepen, die zijne twiigen laag c.p d« brugleuning liet overhangen. Nu com. slingerd© zij den tak achterom, zoodat hij als een groene krans haar hoofd omlijstte dan trok zij hem naar voren, zoodat hij een sjerp over haar borst vormde; dan weder liet zij er haar gelaat achter schuil gaan. Eindelijk na een korten stilstand in het gesprek begon Ada: „Mijnbeer Von nelert. u zult mij zeker wel vreemd vinden. Denkt u waarlijk dat ik het niet heb ge merkt f „Hoezoo? Wat zoudt u gemerkt hebben?" vroeg hij bedaard. Dat ik mijn hierzijn aan u verplicht ben.; dat ik het aan u te danken heb, bet hier zoo heerlijk t© hebben gehad; dat ik niet als hulp in do buishouding ben geweest, zoo als het heette, maar geheel anders Hij had getracht haar met een quasi-ver- ontwaardigden uitroep in de rede te vallen, en nu dit niet gelukte, ging hij zoo driftig op de brugbank zitten, dat het latwerk kraakte. Maar Ada vervolgde„Ik ben on begrijpelijk onnoozel geweest; want het is voor mij niet eer duidelijk geworden dan uu zeer onlangs, voor een paar dagen. Anders had ik u zeker geschreven. En ik had u na tuurlijk moeten bedanken zoodra u kwam. Maar het was zoo moeilijkik wist niet hoe ik liet u zeggen zou, juist zooals ik 't ge voelde." „Bedank mij maar niet," zeide hij een weinig stroef, want hij was altijd verlegen tegenover dankbetuigingen. „Het is de moeite niet waard er over t© spreken. Inte gendeel moet ik u mijne verontschuldiging aanbieden, omdat ik uwe meaning omtrent den aard van uw verblijf niet van t© voren behoorlijk gevraagd heb. Ik verbeeldde mij, beter op deze mensohen aan te kunnen. Ik dacht dat men in een predikantsgezin niet zoo praatziek zou zijn als bij andere men- schen." Zijn toon was verdrietig. Te vergeefs trachtte Ada hare vrienden te verdedigen, en ten laatste zweeg zij. Ja. het was gegaan juist zooals zij gevreesd had dat het- gaan zou, als zij ronduit sprak. Eene benauwen*- de stroefheid1 was tusschen hen gekomen. Von Helert merkte de veranderde stem ming ook en hij begon zich ongerust te ma ken. Hij gevoelde dat- er in hun vertrouwe- lijjken omgang eene stoornis was ontstaan, op hetzelfde oogenblik als dit ook voor Ada duidelijk geworden was; hij begreep dat hij haar zou verliezen. Over enkele dagen ou zij misschien voor altijd! uit zijn gezichts kring verdwenen zijn, stil en zwijgend, zon der eenig spoor na te laten. Vroeand, dat met dit vermoeden eene gedacht© aan on beschrijfelijk© ledigheid gepaard ging. Do uren die zij met elkander hadden doorge bracht. waren betrekkelijk weinig geweest zij had niets in haar wezen dat schitterde, of dab op het eerste gezicht aantrok. Toch had zij zijne verbeeldingskracht zoodanig ge prikkeld, dat zij eene rol gespoeld had in zijne dagelijksch© gedachten, sedert hij haar. voor een paar maanden, voor het eerst had teruggezien. En nu scheen zij zich weer uit zijn kring te willen losmaken, om opnieuw te verdwijnen in de groote menigte, waar hij haar niet terug zou kunnen vinden. Hij moest er aohter zien te komen of 7ij daar waarlijk over dacht. Daarom sprak hij „Het is u in elk geval hier goed bevallen. Ik mag das hopen dat wij elkander spoedig weder zullen ontmoetenwant naar alle waarschijnlijkheid, kom ik tegen den herfst terug." „Tegen den herfst?" herhaalde zij. „Dan zal ik hier niet zijn." En waarom niet?" „Waarom 'niet? Zij zag hem plotseling aan, hoe.l snel cn met een glimlach!, die scheen te willen zeg gen dat zij geen nadere r-den voor haar ant woord behoefde op te gevenen daarna richtte zij haar blik weder naar de rivier. „Wat blijft de boot lang weg," sprak zij. „Maar hij liet zioh niet van het onder werp afleiden. „Ik kan onmogelijk inzien, waarom alles niet kan blijven zooals het geweest is. wan neer u hier tevreden waart. U is niet bijzon der sterk. Waarom kunt u mij niet nog ©en poosje den baas over u laten spelen? U woel niet hoe prettig ik het vind, iemand te heb ben om ecai weinig zorg voor te kunnen dragen. En ik ben er nu toch moe begon nen Zij schudde ontkennend het hoofd1, maar door d© wilgebladen kon hij haar gelaat niet onderscheiden." „Meent u dat wij elkander te vreemd zijn?" „Ja; voor zoo iets wel." „Maar wij kunnen immers minder vreemd voor elkander worden 1 Wilt u dat niet Ik zou het zoo gaarne, willen." En hij, trok zacht aan den wilgetak, zoo dat zij di©n los moest laten. De tak gleed weg en haar gelaat was niet langer voor hem bedekt. „Ik begrijp u niet," fluisterde zij, hoewel ziji toch begon te verstaan wat hij liedoelde. „Begrijpt u mij niet Wel. als men 't le ven samen wenscht te leven, dan hoeft men toch hot recht om alles wat- men wil voor elkander te doen?" Op haar gelaat stond' thans slechts angts te lezen Hij zag het. wel, maar schreef dit toe aan liare verrassing. Hij boog zich nog cl'chter tot haar over, maar zij wendde het lioofd van hem af. „Toe, zeg mij „Maar u weet immersU weet toch dat „Ja ik weet dat u een ander hebt liefge had cn dat u ongelukkig geweest zijt. Maar houdt u nu nog altijd zoo licel veel van bern?" Ada had zoo lang in een toestand) v'an dofheid geleefd, en deze vraag kwam voor haar al te onverwacht. Zij- rilde alsof zij koud werd. Zij had geen tijd tot denkeu. „Ik weet het niet," fluisterde zij. „Indien ik u dit gevraagd) had, twee jaren geleden, toen wij elkander voor het eerst leerden kennen, zou n mij dan niet anders hebben geantv^oord?" Hij wist er dus alles van! Zdjj hoorde en zag dat hij. het wist; en die overtuiging maakte dat haar bloecl duidelijker sprak dan haar mond. Maar juist- dit antwoord maakte hem vrijmoediger. „Ik was toen blind. Ik zag u niet. Het ligt in mijn karakter dat ik soms langen tijd noodig heb om goed te zien. Maar nu zie ik Thans keerde zajj zich tot hem, zonder hem aan te zien. „Weet u dan waarlijk hoo ik ben?" vroeg zij, gejaagd) sprekende. „Ia. kan nu den een liefhebben en kort daarna eon ander. Hebt u vergeten wat men op Svanelundl van mij verteld heeft? Het wa ren niet allemaal leugensHet liceft zeer weinig gescheeld of datgene waarvoor men zoo bang was, ware gebeurd. U zegt dat. u mij thans ziet zooals ik bon. Maar wnt ziel. u aan mij? Ik kon mij zed ve niet. Ho© zoudt u mij dan kunnen kennen? Ik l*»n geheel anders dan ui dénkt. U woel niets van mij en ik weet aolvo niets Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1