ïf°. 57. Tweede Blad.
4de Jaargang.
Zaterdag 26 Augustus 1905.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
AMERSFOORTSGH DAGRLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post1./5.
Afzonderlijke nummerso.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij aDo&nement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
OOST-INDIE.
Het departement van O-, E. en
N. Uit de benoeming van den lieer mr. J.
G. Pott tob waarnemend directeur vau onder
wijs, eeredienst en nijverheid, den 22. Juli
door den gouverneur-generaal geteekend,
blijkt dat het, aan de regecring toegeschreven
voornemen om dit departement op te heffen
en de daaronder ressorteerende diensttak
ken te verdoelen over de overige departemen
ten van algemeen bestuur, voorloopig niet
kan worden verwezenlijkt.
Het schijint, zegt do Java-Bode, dat de
moeielijkheden vooralsnog te groot bleken
om tot dien maatregel over te gaan. Het per
soneel der overige departemcuten had Jan
moeten worden versterkt; dit had kun non
geschieden door de ambtenaren en beamb
ten van het departement van onderwijs, eere
dienst en nijverheid onder te brengen bij die
departementen, doch men stond voor I et
groote bezwaar dat de directeuren 's lanJs
belang door een dergelijkcn maatregel niet
gehaat achten, terwijl de uitgaven er stellig
niet door zouden zijn verminderd.
Dat op mr. Pott de keuze zou vallen, werd
verwacht, hoewel de adviseurs der regeering
niet eenparig zijn benoeming hadden aanbe
volen.
De arbeid, door mr. Pott als hoofdamb
te naar voor de mijnwetgeving geleverd, blijkt
echter, zegt de Java-Bode, zoo voortreffelijk
te zijn geweest, dat dit den doorslag schijn*
te hebben gegeven, waardoor de landvoogd
dan ook in de gelegenheid was, een gegeven
woord gestand te doen.
Volgons een te 's Gravenhage ontvan
gen particulier telegram uit Indië, is do 1 a-
pitein der inf. P. H. Spel tie bevorderd tot
majoor.
De overbrenging van het ul
timatum. Uit betrouwbare inlaiidsclio
bron 19 het de „Makassar" gelukt te weten
te komen,, welke wederwaardigheden ons ge
zantschap den 22en Juni 11. te Boni heeft
ondervonden.
Zooals men weet, bestond het gezantschap
uit inlaudsche hoofden en was het belast met
aan den leenvorst van Boni den door de
Indische regeering gestelden eisch over te
brengen.
Op de reede van Badjowa lagen dien dag
Hi\ Ms. pantserdekschepeu Holland",
„Zeeland" en „De Ruijter".
Onmiddellijk na aankomst dezer schepen
werden eenigei gewapende sloepen gestreken,
die evenwel op vrij grooten afstand van dé
kust bleven liggen.
In een vlet begaf zdoh daarop het gezant
schap naar den walhet bestond uit den
regent van Maros, Pake daeng Masiga, den
kapitein dér Maleijeirs te J\jak as-sar, Int je
Lele, eu den hoofd-zendeling op het bureau
voor inlandsche zaken te Makassar, Achmad
daeng Marola, en had in last aan don radja
van Boni zelf een brief van den gouverneur
van Celebes en Onderhoorigheden, waarin
dé eischen. der Indische rogeering vervat war
ren, te overhandigen of indien bleek, d'at
men gevaar liep, aan wien ook ter bezorging
af te geven.
Dicht bijl den wa-1 zag men eerst menschen
en wel een groot aantal gewapenden, die
blijkbaar geen kwaad in den zin hadden.
Onze zendelingen stapten dus uit en bega
ven zich naar die woning van den sjahban-
dar, d:e echter eerst later van Watam Pone
aankwam.
Daarna, ging men naar genoemde plaats.
De weg daarheen was zoo modderig, dat men
er tot aan de knieën inzakte, ook do bruiggen
waren slecht.
De regenmoesson was nog niet geëindigd,
dit bleek uit de regenbuitjes, die haast iede-
ren dag vielen.
Te Watam Pone begaf het gezantschap
z»ch naar den rijksbestierder, die ons goed,
gecsind i9.
Deze liet nu den radja weten, dat er zen
delingen van het gouvernement waren aan
gekomen, waarop de ontvangst plaat® hadi
des namiddags om vijf uur.
Buiten en onder de woning zag men een
groot aantal gewapende menschen, ongeveer
een zeven honderdtal met geweren en een
vijf honderd tal ruiters, allen met lansen ge
wapend; dte laatsten namen een zeer drei
gende houding aan.
Vrouwen en kinderen werden in de kam
pong bijna niet opgemerkt, ook niet in de
vorstelijke woning.
Alvorens binuen te treden, moesten onzo
gezanten oen beleediging, tevens bedreiging
ondergaan, want de sluitboom van de voor
deur werd niet zooals gebruikelijk is tegen
den waud van het his, doch dwars voor de
deur op den vloer geplaatst. Men moest er
dus overheen stappen. Onzo inlandsche ge
zanten begrepen dadelijk Wat dit bcteeken-
de, n.l. dat zij zich van het oogenblik van.
binnen treden in de macht van den leen
vorst bevonden, die naar willekeur over hen
kon beschikken.
Bij het verlaten der woning geschiedde
dezelfde wiijizo van handelen, hieruit moest
blijken, dat zij nu ongehinderd konden ver
trekken.
Bij den Bocginees en Makassav geld een
dergelijke handelwijze als een bedaeiging.
In het binnonvak der vorstelijke woning
toegelaten, zag men daar een aantal rijiks-
grooten met hun volgelingen; de leenvorst
zelf bevond zich in zijn slaapkamer, gekleed
met een chitsen kabaai
De aanwezige Boniërs verwonderden zich,
dat de gouverneur eu resident niet waren ge
komen, zooals in Januari 1904. Men had
toen al het plan gehad beide hoofdambtena
ren naar betere gewesten te doen verhuizen,
dooh men was gestuit op den wensch der
landsgrooten om nimmer onderhandelaren te
dooden.
Na het overhandigen van den brief aan
don radja, vroeg deze, waarom het gouver
nement oorlojgsschepen naar zijn land had
gezonden, zonder hem vooraf keu nis te ge
ven.
Onzo zendelingen ze'den slechts de op
dracht te hébben tot het overhandigen van
den brief.
Toen onze gezanten aan boordl terugkwa
men en den resident, Brugman van alles had
den onderricht, besloot deze kalm het ant
woord van don radja af te wachten.
Den 29&ten kwam, dit dian ook. Het ant
woord hield, zooals men verwacht had, een
weigering in. Er bleek uit, dat alle verdere
pogingen om den radja tot het voldoen aan
de eischen der regeering te bewegen, op
niets zouden uitloopen.
Aan den radja, werd nu kennis gegeven
dat vanaf 30 Juni alle in- en uitvoer in
Boni belet zou worden.
Het Bat. Nieuwsbl. schrijft:
„Allertreurigst is de indruk, gewekt door
het gisteren gegeven verhaal van de wijze,
waarop het ultimatum van het Noderlandsch-
Indische gouvernement aan den vorst van
Boni is overgebracht.
Die overbrenging geschiedde door drie in
landsche hoofden, euphemistisch een „ge
zantschap" geheeten en die hoofden had
den in last den brief aan den radja van Boni
zelf te overhandigen, of, indien bleek dat zij
gevaar liepen, aan wien ook ter bezorging af
te geven.
Deze regeling was getroffen, omdat de
radja van Boni gedreigd had op iederen Euro
peaan, die een voet zette op zijn gebied, te
zullen doen schieten. Reeds van te voren was
dus bekend ,dat een Nederlandsch gezantschap
niet ontvangen zou worden, en men koos een.
inlandsch, speculoerend op de gezindheid der
inlanders onderling, enkel en alleen ter wille
van de comedie, dat den weerspanningen
vorst nog een en andermaal gelegenheid was
gegeven om tot inkeer te komen.
En het was ook alleen te danken aan een
goedgunstige bui van den radja, dat ons „ge
zantschap", na vernederd en gehoond te zijn,
mocht terug keerendat het er hot leven af
bracht, nadat den inlanders beduid was, dat
zij zich in de macht bevonden van onzen
vijand.
Dit is treurig. Meer noghet is bespotte
lijk
Er was hoegenaamd geen reden tot dit
nieuw betoon van lankmoedigheid. Integen
deel men kon hot op zijn vingers narekenen
dat dat betoon een concessie aan het te
verwachten geleuter-gejammer in de Tweede
Kamer? verder den vijand zou sterken in
zijn geloof, dat hij het best tegen ons kan
opnemen. Hoe dikwijls moet nu toch herhaald
w irden, dat al dergelijk vertoon van humani
teit, van goedwilligheid, in de oogen van in
landsche volken geldt voor teekenen van
zwakheid Teekenen die als een roode draad
loopen door de geschiedenis onzer verwikke
lingen met Boni, en waaraan zonder twijfel
voor een groot deel te danken is de uitbrei
ding van het verzet over heel Zuid-Celebes.
En als er nu ook maar éénige kans was
daarmede iets te bereiken
Wij zijn volstrekt geen voorstanders van
gewapend optreden. Integendeelwaar kans
bestaat dat zonder bloedvergieten bereikt kan
worden wat het gouvernement wenscht, zul
len wij steeds ijveren voor politiek beleid. Ons
verzet tegen het expedibie-geschrci inzake Ta-
banaai strekke tot bewijs.
Maar van tweeën eenof de weg om met
polit iek beleid te verkrijgen wat men wensch-
te, stond nog open en dan was de uitrusting
der expeditie voorbarig; of hij was gesloten
en dan was het woord verder alleen aan de
wapenen. Tusschen deze uitersten is, vooral
tégenover een vazal, die alle gehoorzaamheid
had opgezegd, goen midden. En wilde men
dan nog een ultimatum, dan was de ce.nige
manier, dat het overhandigd werd niet door
inlanders, wier leven men in de waagschaal
stelt, omdat men dat van Europeanen wil
sparen, doch op de punt van de bajonet
Een ultimatum op korten termijn, zooals
nu gesteld wordtde troepenmacht op dc
reedede krachtige arm opgeheven, gereed
om fcee te slaan en goed te slaan
Maar laat men toch afzien van schijnver-
tooningen als nu weer gegeven. Men bereikt
er niets anders mee dan zich bespottelijk en
belachelijk te maken, in 't oog van vriend en
eigen en niet in het minst in dat van den
buitenlander."
De z a a k-V ierhou t. Over de zaak-
Vierhout lezen wij in het Bat. Nbl.
De heer Vierhout heeft de eerste maal
van 324 Juni drie weken in de gij zo
ling doorgebracht.
Den 6. Juli onderging hij de gijzeling
voor de tweede maal, en deze zal nu, na de
uitspraak van het hooggerechtshof, zoo lang
duren totdat hij aan zijn verplichting om
getuigenis af te leggen zal hebben voldaan
of totdat de officier van justitie, de onmoge
lijkheid inziende om langs dezen weg achter
den naam van den „onbekenden dader" te
komen, van een verdere vervolging afziet cn
de instructie gesloten wordt verklaard. Als
dan zal de heer Vierhout nog terecht moe
ten staan ter zake zijner onwilligheid en zich
oen gevangenisstraf opgelegd kunnen zien
van ten hoogste één jaar.
WEST-INDIË
Paramaribo, 4 Aug.
De feestelijkheden ter gelegenheid van
den aanstaanden verjaardag van H. M. de
Koningin, zullen bestaan in
lo. bloemen- cn vruchten-tentoonstelling
in de balzaal van de Buitensocieteit
2o. ï'oeiwedstrijd, des voormiddags, tus
schen visschersbooten, vierriemssloepen ©n ge
boeide corjalen
3o. des namiddags volksspelen op het Gou
vernementsplein, en welmastklimmen.
ringsteken, kuipsteken, wedren met krui
wagens, bocgsprietloopen enz.
4o. des avonds 8 uur, volksbal op de
markt aan den Heiligenwcg;
5o. des avonds 9 uur, vuurwerk op het
Gouvernementsplein.
Voortsfeesten voor de leerlingen der open
bare scholen voor gewoon lager onderwijs en
der gesubsidieerde en bijzondere scholen.
Louis Bouwmeootar naar Indil.
Louis Bouwmeester heeft hé-
volgende schrijven aan de bladen gezonden:
„Dat de vele blijke^ van belangstelling
(in mijn persoon ala tooneelspoler) in ver
band met mijn ophanden zijnd vertrek naar
Ned. Oost-Jndië, die ik dagelijks ontvang
©n in de verschillende bladun lees mij aan
genaam aandoen, ligt voor do hand. Ik beu
er dan ook de pers en den mij zoo haroeajk
welgezinden innig dankbaar voor; om ech
ter d© geruchten verspreid door mij mm rir
goedgezinden (wie heeft z© niet), die bewo
ren dat nood mij naar Indië drijft, te weer
leggen, wil ik het volgende onder uw aan
dacht brengen:
Met voldoening mag ik terugzien op de
door mij afgelegde campagne 19041905 met
mijn Haarlemséh ooneelonsenible; heeft,
het niet in alle opzichten voldaan aan cc
eischen der critiek, ik heb met de mij ten
dienste staande middelen gewoekerd zooveel
ik kon. Dit seizoen, dat zioh op -Ie vr?- lul
lende plaatsen in de provincie zeer goed heeft
ingezet, zag ik dan ook met vertrouwen tege
moet.
Neen. niet de nood drijft mij voortveel
eer zouden de kleinzieligheden cn tegen we r
kingen. waaronder ik wel eens heb moeten
lijden, dit hebben kunnen doen. Dank zij
den steun die mij werd verleend, die m'j in
staat stelt mijn lang gekoesterden wensch te
bevredigen, n.l. te trachten mijn kunst hoog
te houden in ons heerlijke Insulinde. vertrek
ik vol moed. De sympathie van het publiek,
waarin ik mij in mijn vaderland zoovele ia-
ren mocht verheugen, zal mij in Indië niet
onthouden worden.
Daarop hoop ik, neen, daarop vertrouw
ik, want een grootsehe taak rust op mij
Aan Indië te toonen, dat de hoogschatting
in het moederland niet aan een onwaardige
werd geschonken.
In de maand Septemer e.k. hoop ik !'i
dc verschillende steden van Nederland, door
mij gedurende een reeks van jaren bezocht n
waarvan mij zoovele aangename herinnerin
gen zullen bijblijven, mijn afscheidsvoorstel-
ling te geven. Voor mijn afscheid naar Am
sterdam heeft de Raad van Beheer der Kon
Vereen. Het Nederl. Tooneel mij bereidwil
lig den Stadsschouwburg afgestaan voor 1'?
September e.k. Het. alsdan op te voeren stuk
is getiteld Se non e vero, door jhr. A. W. G
van Riemsdijk en C. Buysse."
Het Tooneel zegt- over Bouwmees-
ter's plan o. a. liet volgende
Louis Bouwmeester heeft zich afgeschei
den van de Kon. Vereen. Het Nederlandsche
Tooneel cn daarmede prijsgegeven al de voor-
deelen, die zijn verbintenis aan de in haar
soort soliedste onderneming hem bood. Voor
een tweede gezelschap van gelijken rang, wat
rijn bestaanszekerheid betreft, is geen plaats
in ons land. Niemand, die hieromtrent, zich
eenigo illusie kan maken. Dat Bouwmeester
niettemin, oju redenen, waarvan Ivij voor
zich zelf het gewicht te bepalen had, de ge
subsidieerde vereeniging verliet, heeft hem
voor eventualiteiten gebracht, die ieder voor
zien kon en waartegen hij met bewonderens
waardige geest- en wilskracht de«n ongelijkon
strijd gestreden heeft. Wat hij thans onder
neemt. getuigt ovenzoo van die groote geest
en wilskracht, welke ook zijn artistieke crea
ties een zoo indrukwekkend krakter vcrlee»
non. Nu beschouwe mén de zaak verder met
nuchtere», zin. Bouwmeester vertrekt, naar
Indië, d. i. niet naar den vreemde, maar
naar grootcr-NcdcrlandHij vindt daar
evengoed zijn natie, als hier. Het zijn ook
Hollanders voor wie hij zijn genie daar ont
plooien gaat. En er is, dunkt mij, alle reden
er zich over te verblijden, dat het beste wat
wij in het moederland bezitten, ook voor
onze zonen en dochteren, onze vrienden,
kortom, voor onze landgcnooten aan de an
dere zijde van den evenaar, zal zijn wegge
legd. Ik, tenminste, verheug mij van gan-
scher harte over den stap, dien Bouwmeester
gaat doen en het ware te wensehen geweest,
dat hij hem terstond onmiddellijk na rijn
afscheiding van de K. V. Het Nederl. Too
neel hadde ondernomen. Men mag van
het succes ook het geldelijk succes de
beste uitkomsten verwachten. Het zal een
opeenvolging zijn van triomfen, die hem daar
wachten en zijn kunstenaarshart tot weldaad
zullen rijn, en waarin wij hier, bij voorbaat,
van harte deelnemen.
Se uon vero... Het Haarlem's Dag
blad heeft jhr. Van Riemsdijk geïnterviewd
over het nieuwe stuk in 4 bedrijven Se non
vero, dat hij met Cyriel Buysse schreef.
Op de vraag„Wat is de moraal van het
uieuwe stuk", was het antwoordHet meest
op den voorgrond in Se non vero... komt
wel de bewering in het derde bedrijf geuit,
dat iedere zonde haar offer eischt, en dat
het ons menschen niet gegeven is, een "zonde,
welke ook, „weg te moffelen". De man, waar
het stuk om draait is in zijn land bekend als
een rijk schilderdeze heeft iets in zijn jeugd
gedaan, dat hij steeds heeft geprobeerd om te
verbergen. Het Jjikt hem jaren lang, maar de
door hem bedreven zoude Iaat hem toch geen
rust. en vergt ook wat haar toekomt. Deze
schilder 19 een zeer krachtige figuur. Hij
strijdt tegen het door hem bedreven kwaad
met een reuzenkracht. Maar de tegenpartij is
sterker, vooral wanneer deze in des schilders
vrouw een medestander krijgt. Het kwaad
sluipt zijn huis binnen en treft deu man in
't liefste wat hij heeft, Zijn eigen vrouw
houdt, niet bekend met de zonde door haar
man bedreven, de touwtjes der tragedie vast
en haalt die steeds strakker aan, niet wetend
en. niet begrijpend, wat zij doet. Totdat ook
over haar de ontgoocheling komt.
„U hier do geschiedenis vertellen," zei
jhr. v. Riemsdijk, „doe ik liever niet. Het pu
bliek heeft mij met Mea culpa geloofd; ik
vertrouw dat het ook Se non vero zal
komen zien, dan hoort men de geschiedenis
lieusch veel beter, dan ik u die hier in '11 paar
woorden kan vertellen. Dat wil ik wel zeg
gen de geschiedenis is in Vlaanderen ge
beurd. Ik wil wedden, dat heel velen het niet
zullen willen gelooven. Er treden in het stuk
negen personen op. Het gezin van den schil
der bestaat uit man, vrouw eu twee doch
ters. Verder komt er iu 't stuk een jong ar
tist voor, een kunstkooper en een dokter,
bij-figuren zijn een tuinknecht cn een dienst
meisje.
„Is er in Se non vero een o ver heer schen-
do rol? Ja, die van den schilder, die door
Bouwmecs- r zal worden gespeeld. Dat zal zijn
laatste creatie zijn veér zijn vertrek naar
Indië. H*.t is een groote en een zware rol,
voor hèm geschreven. Ook die van een der
dochters uit het gezin is van belang. Die zal
naar ik hoor, door mej. Verschuur worden
gespoeld, een zeer talentvolle actrice.
„Hoe zijn de tooneelen verdeeld? "t
Forste en tweede spelen in een salor, het
derde in een schildersatelier, het vierde iu
de slaapkamer van een jong meisje. Dc hoer
Van Gasteren heeft mij gezegd, zei de heer
v R., dat hij z'n beste beentje zal /oor-
zetten om 't stuk zoo goed mogelijk aan te
kleeden. Van het atelier stelt hij zich oa
veel voor.
„Is het tooneel in de Kroon voor uw stuk
niet te klein Heelemaal niet. Het stuk
is klein bezetBuysse* en ik laten or geen
optochten in houden. Ik prefereer voor dit
stuk zeer bepaald eeai klein tooneel."
School- en Kerknieuws.
De Minister van Binucnlandsche Zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
met. 1 September e. k. Ie vervullen is de be
trekking van leeraar in de natuurlijke historie
aan de Rijks-hoogere burgerschool inet 5jarigen
cursus te Zwolle.
Het aantal wekelijks te geven lesuren bedraagt
13 voor den cursus 1905/1906. Voor beheer van
het laboratorium en voor de voorbereiding van
de proeven wordt bovendien 1 lesuur in reke
ning gebracht.
Zij. die voor deze betrekking in aanmerking
wensehen te komen, gelieven zich vóór 31 .Au
gustus e. k. aan te melden bij den inspecteur
van het middelbaar onderwijs, K. ten Bruggen-
oate, te 's-Gravenhage, eventueel met ongave
van het aantal dienstjaren door hen als leeraar
aan eene hoogerc burgerschool of gymnasium
doorgebracht.
De Minister van Waterstaat, Handel <.1
Nijverheid brengt ter kennis van belanghebben
den, dat te vervullen is de betrekking van leeraar
in Staatsinrichting en Staathuishoudkunde aan
de Rijks-hoogere burgerschool te Wagcningen.
Het getal wekelijks te geven lesuren bedraagt
5. De jaarwedde wordt berekend volgens de sa
larisregeling, geldende voor de Rijks-hoogere
burgerscholen.
Zij die voor deze betrekking in aanmerking
wensehen te komen, gelieven zich vóór 10 Sep
tember a. s. bjj gezegeld adres aan te melden
•bij den inspecteur van het middelbaar onder
wijs. belast met het toezicht op de landbouw
scholen.
Notariöelc Staatsexamens, 21—
25 Augustus.' Geslaagd voor het eerste gedeelte
de heeren J. A. de la Hayze, te Arnhem G.
J. M. Schoenmaeckerste 's-GravenhageP.
J. Daverveldt, te -leerlewouw, en P. J. J. van
Acker, te Hansweerd.
Voor het tweede gedeelte de heerenJ. G.
M. Koek, te Harderwijk H. W. van Everdin-
gen, te Middelburg, en S. J. van Dorssen, tc
Woudrichem.
Examens Hoogd. taal. M. O.
's-Gravenhage, 25 Aug., voorm. Voor akte
A afgewezen twee vrouwel. en een mannel. cand.
's-Gravenhage, 25 Aug., nam. Voor akto
A toegelaten de heer J. M. Mertens, van Nij
megen. Afgewezen twee L.ann. candidaten.
Examens Hoogd. taal, L. O.
's-Gravenhage, 25 Aug., voorm. Toegela
ten do dames: H. H. Peters, van Hom. en Al.
G. H. Siider, van Maastricht, en de heer J.
den Ouden, van Amsterdam. Afgewezen drie
mann. cand. Niet opgekomen twee vrouwel. en
twee mann. cand.
's-Gravenhage, 25 Aug., nam. Toegelaten
de hoerenH. Moraal, van Zwolle D. Tol, van
Hoek van Holland Cl. Muis, van Hilversum
W. J. H. Op den Akker, van Wierden (Enter-
kom) P. Rezelman, van Den Helder, en J. H.
Frielink, van Duider. Atfgewezen vier candi
daten.
Examens Franse h, L. O.
's-Gravenhage, 25 Aug. Geëxamineerd 27
candidaten niet opgekomen 1 afgewezen 9
toegelaten 18, n.l. de leeren: V. ~A. H. van
Au bel, van Eijsden C. J. BakkeT, van Amster
dam J. D. Cuilenburg, van Bodegraven J.
H. Ietswaard, van Amsterdam G. A. van der
Lugt, van Renkum D. de Jong, van Alkmaar;
J. W. Marmelstein, van Helder C. Oohen, van
Delfzijl H. Booiner, van Berg-ambacht A.
Korff. van Enkhuizen; A. J. Korff, van
Enkhuizen; J. X. Kroonevan Alk
maar, en J. L. Leclou, van Wijlré en de da
mes M. B. J. Simonis, J. Koolhaas, beiden
van Leidon L. C. M. Mulder van der Graaf,
P. J. Eilcema, beiden van Den Haag, en J. (J.
Adriaansen, van Brummen.
Met 1 Sc-pteinber zijn benoemd aan do
Nieuwe Huishoudschool te Amsterdam als
hoofd der huishouding mejuffrouw D. Ornstein
in «le plaats van mejuffrouw F. Elberts, die om
familieomstandigheden haar ontslag moest aan
vragen, en als lecrares in de behandeling der
wasch en 2e huishoudster mejuffrouw J. van
Lanzelaar.
Algcmeene Synod*.
Prof. Cannegieter brengt de beoordeeling
ter tafel van eene uitspraak van het prof. kerk
bestuur van Zuid-Holland. De agenda wordt
aangevuld. Thans komen de verschillende arti
kelen van het voorloopig aangenomen reglement
op het beheer der kerkelijke goederen en fond
sen in Nederland in discussie met de vele amen
dementen. die in het desbetreffend rapport zijn
voorgesteld. Het woord algemeen in den titel
wordt geschrapt. Art. 1 wordt aangenomen. In
art. 2 wordt de bepaling geschrapt,"dat gemeen
ten die van Koning Willem I vergunning ver
kregen om eigen beheer te voeren^ dit behou
den. Na art. 4 wordt een inlassching aangeno
men, waarin duidelijk de bestemming der ker
kelijke goederen wordt omschreven. In art. 9
van het voorgestelde reglement wordt aange
nomen het amendement der commissie, luiden
de afschrift van de jaarlijksche en suppletoire
begrooting wordt den kerkeraad toegezonden.
Zoo ook in art. 12, dat de jaarlijksche rekening
voor de leden der gemeente wordt ter inzage
geleed op de wijze door plaatselijk reglement te
regelen. De vergadering neemt thans aan, dat
kerkvoogden moeien zijn stemgerechtigde leden
der Ned. Herv. Kerk, waaraan op voorstel van
den heer Tammens gevoegd wordt dat in zeer
bijzondere gevallen dispensatie vnn deze bepa
ling kan worden gegeven, den kerkeraad ge
hoord. Bepaald wordt, dat alle provinciale col
leges uit zeven leden zullen bestaan, behalve
die door de provinciale kerkbesturen worden
aangewezen. In art. 23 wordt bepaald, dat de
vergadering der verkiezing wordt bijeengeroepen
en geleid door het bestaamle college van toe
zicht. Opgeheven de bepaling, dat men Sm lid
van het provinciaal college te worden kerkvoogd
of notabel moet zijn geweest. In art. 28 wordt
bepaald, dat alle rekeningen en begrootingen
door dc provinciale colleges moeten worden
goedgekeurd.
Tevens wordt bepaald, dat in het algemeen
college door ieder provinciaal college een lid en
secundus worden aangewezen, benovens de leden
uit de Synode benoemd. Na behandeling der
artikelen tot art. 37 wordt verdere behandeling
uitgesteld tot de volgende vergadering.
De heor Cremer brengt de eindredactie ter
tafel van de verandering in verschillende regle
menten in zake de belegging van gelden, die
wordt vastgesteld. Het reglement op"het beheer
wordt verder behandeld. Een voorstel, hoe te
handelen bjj den achteruitgang eener gemeente,
wordt als nieuw art. 38 voorgesteld en gewijzigd
aangenomen. De volgende artikelen worden
aangenomen en hij art. 51 wordt de verplichting
opgeheven dat de predikant of een der predi
kanten adviseerend lid van kerkvoogden is, en
bij art. 52 het „geen dienstdoend predikant
zijnde" bij de vertegenwoordiging van den ker
keraad in de kerkvoogdij wordt geschrapt.
Bij art. 53 neemt dc vergadering het besluit,
om in zake het godsdienstonderwijs etc. het
woord aanvrage in begrooting te veranderen en
te bepalen, dat kerkvoogden gehouden rijn daar
mee rekening le houden. Bepaald wordt, dat do
provinciale kerkbesturen in ieder college van
toezicht een lid aanwijzen.
Na aanneming dor volgende artikelen wordt
een meuw artikel ingevoegd, dat bepaalt, dat
voor de kosten, door de uitvoering van dit regle
ment te maken, een buitengewone bijdrage kan
worden opgelegd tot de eerstvolgende herzie
ning van de tabel der quotisatie. De verdere
artikelen worden met ingrijpende wijzigingen
goedgekeurd en daarna besloten de vraag, of dit
reglement aan «le eindstemming der lcilen der
provinciale kerkbesturen onderworpen zal wor
den in eene volgende vergadering te beslissen.
(Vad.)