ïf°. 57. Tweede Blad. 4de Jaargang. Zaterdag 26 Augustus 1905. KOLONIËN. BINNENLAND. AMERSFOORTSGH DAGRLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post1./5. Afzonderlijke nummerso.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij aDo&nement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. OOST-INDIE. Het departement van O-, E. en N. Uit de benoeming van den lieer mr. J. G. Pott tob waarnemend directeur vau onder wijs, eeredienst en nijverheid, den 22. Juli door den gouverneur-generaal geteekend, blijkt dat het, aan de regecring toegeschreven voornemen om dit departement op te heffen en de daaronder ressorteerende diensttak ken te verdoelen over de overige departemen ten van algemeen bestuur, voorloopig niet kan worden verwezenlijkt. Het schijint, zegt do Java-Bode, dat de moeielijkheden vooralsnog te groot bleken om tot dien maatregel over te gaan. Het per soneel der overige departemcuten had Jan moeten worden versterkt; dit had kun non geschieden door de ambtenaren en beamb ten van het departement van onderwijs, eere dienst en nijverheid onder te brengen bij die departementen, doch men stond voor I et groote bezwaar dat de directeuren 's lanJs belang door een dergelijkcn maatregel niet gehaat achten, terwijl de uitgaven er stellig niet door zouden zijn verminderd. Dat op mr. Pott de keuze zou vallen, werd verwacht, hoewel de adviseurs der regeering niet eenparig zijn benoeming hadden aanbe volen. De arbeid, door mr. Pott als hoofdamb te naar voor de mijnwetgeving geleverd, blijkt echter, zegt de Java-Bode, zoo voortreffelijk te zijn geweest, dat dit den doorslag schijn* te hebben gegeven, waardoor de landvoogd dan ook in de gelegenheid was, een gegeven woord gestand te doen. Volgons een te 's Gravenhage ontvan gen particulier telegram uit Indië, is do 1 a- pitein der inf. P. H. Spel tie bevorderd tot majoor. De overbrenging van het ul timatum. Uit betrouwbare inlaiidsclio bron 19 het de „Makassar" gelukt te weten te komen,, welke wederwaardigheden ons ge zantschap den 22en Juni 11. te Boni heeft ondervonden. Zooals men weet, bestond het gezantschap uit inlaudsche hoofden en was het belast met aan den leenvorst van Boni den door de Indische regeering gestelden eisch over te brengen. Op de reede van Badjowa lagen dien dag Hi\ Ms. pantserdekschepeu Holland", „Zeeland" en „De Ruijter". Onmiddellijk na aankomst dezer schepen werden eenigei gewapende sloepen gestreken, die evenwel op vrij grooten afstand van dé kust bleven liggen. In een vlet begaf zdoh daarop het gezant schap naar den walhet bestond uit den regent van Maros, Pake daeng Masiga, den kapitein dér Maleijeirs te J\jak as-sar, Int je Lele, eu den hoofd-zendeling op het bureau voor inlandsche zaken te Makassar, Achmad daeng Marola, en had in last aan don radja van Boni zelf een brief van den gouverneur van Celebes en Onderhoorigheden, waarin dé eischen. der Indische rogeering vervat war ren, te overhandigen of indien bleek, d'at men gevaar liep, aan wien ook ter bezorging af te geven. Dicht bijl den wa-1 zag men eerst menschen en wel een groot aantal gewapenden, die blijkbaar geen kwaad in den zin hadden. Onze zendelingen stapten dus uit en bega ven zich naar die woning van den sjahban- dar, d:e echter eerst later van Watam Pone aankwam. Daarna, ging men naar genoemde plaats. De weg daarheen was zoo modderig, dat men er tot aan de knieën inzakte, ook do bruiggen waren slecht. De regenmoesson was nog niet geëindigd, dit bleek uit de regenbuitjes, die haast iede- ren dag vielen. Te Watam Pone begaf het gezantschap z»ch naar den rijksbestierder, die ons goed, gecsind i9. Deze liet nu den radja weten, dat er zen delingen van het gouvernement waren aan gekomen, waarop de ontvangst plaat® hadi des namiddags om vijf uur. Buiten en onder de woning zag men een groot aantal gewapende menschen, ongeveer een zeven honderdtal met geweren en een vijf honderd tal ruiters, allen met lansen ge wapend; dte laatsten namen een zeer drei gende houding aan. Vrouwen en kinderen werden in de kam pong bijna niet opgemerkt, ook niet in de vorstelijke woning. Alvorens binuen te treden, moesten onzo gezanten oen beleediging, tevens bedreiging ondergaan, want de sluitboom van de voor deur werd niet zooals gebruikelijk is tegen den waud van het his, doch dwars voor de deur op den vloer geplaatst. Men moest er dus overheen stappen. Onzo inlandsche ge zanten begrepen dadelijk Wat dit bcteeken- de, n.l. dat zij zich van het oogenblik van. binnen treden in de macht van den leen vorst bevonden, die naar willekeur over hen kon beschikken. Bij het verlaten der woning geschiedde dezelfde wiijizo van handelen, hieruit moest blijken, dat zij nu ongehinderd konden ver trekken. Bij den Bocginees en Makassav geld een dergelijke handelwijze als een bedaeiging. In het binnonvak der vorstelijke woning toegelaten, zag men daar een aantal rijiks- grooten met hun volgelingen; de leenvorst zelf bevond zich in zijn slaapkamer, gekleed met een chitsen kabaai De aanwezige Boniërs verwonderden zich, dat de gouverneur eu resident niet waren ge komen, zooals in Januari 1904. Men had toen al het plan gehad beide hoofdambtena ren naar betere gewesten te doen verhuizen, dooh men was gestuit op den wensch der landsgrooten om nimmer onderhandelaren te dooden. Na het overhandigen van den brief aan don radja, vroeg deze, waarom het gouver nement oorlojgsschepen naar zijn land had gezonden, zonder hem vooraf keu nis te ge ven. Onzo zendelingen ze'den slechts de op dracht te hébben tot het overhandigen van den brief. Toen onze gezanten aan boordl terugkwa men en den resident, Brugman van alles had den onderricht, besloot deze kalm het ant woord van don radja af te wachten. Den 29&ten kwam, dit dian ook. Het ant woord hield, zooals men verwacht had, een weigering in. Er bleek uit, dat alle verdere pogingen om den radja tot het voldoen aan de eischen der regeering te bewegen, op niets zouden uitloopen. Aan den radja, werd nu kennis gegeven dat vanaf 30 Juni alle in- en uitvoer in Boni belet zou worden. Het Bat. Nieuwsbl. schrijft: „Allertreurigst is de indruk, gewekt door het gisteren gegeven verhaal van de wijze, waarop het ultimatum van het Noderlandsch- Indische gouvernement aan den vorst van Boni is overgebracht. Die overbrenging geschiedde door drie in landsche hoofden, euphemistisch een „ge zantschap" geheeten en die hoofden had den in last den brief aan den radja van Boni zelf te overhandigen, of, indien bleek dat zij gevaar liepen, aan wien ook ter bezorging af te geven. Deze regeling was getroffen, omdat de radja van Boni gedreigd had op iederen Euro peaan, die een voet zette op zijn gebied, te zullen doen schieten. Reeds van te voren was dus bekend ,dat een Nederlandsch gezantschap niet ontvangen zou worden, en men koos een. inlandsch, speculoerend op de gezindheid der inlanders onderling, enkel en alleen ter wille van de comedie, dat den weerspanningen vorst nog een en andermaal gelegenheid was gegeven om tot inkeer te komen. En het was ook alleen te danken aan een goedgunstige bui van den radja, dat ons „ge zantschap", na vernederd en gehoond te zijn, mocht terug keerendat het er hot leven af bracht, nadat den inlanders beduid was, dat zij zich in de macht bevonden van onzen vijand. Dit is treurig. Meer noghet is bespotte lijk Er was hoegenaamd geen reden tot dit nieuw betoon van lankmoedigheid. Integen deel men kon hot op zijn vingers narekenen dat dat betoon een concessie aan het te verwachten geleuter-gejammer in de Tweede Kamer? verder den vijand zou sterken in zijn geloof, dat hij het best tegen ons kan opnemen. Hoe dikwijls moet nu toch herhaald w irden, dat al dergelijk vertoon van humani teit, van goedwilligheid, in de oogen van in landsche volken geldt voor teekenen van zwakheid Teekenen die als een roode draad loopen door de geschiedenis onzer verwikke lingen met Boni, en waaraan zonder twijfel voor een groot deel te danken is de uitbrei ding van het verzet over heel Zuid-Celebes. En als er nu ook maar éénige kans was daarmede iets te bereiken Wij zijn volstrekt geen voorstanders van gewapend optreden. Integendeelwaar kans bestaat dat zonder bloedvergieten bereikt kan worden wat het gouvernement wenscht, zul len wij steeds ijveren voor politiek beleid. Ons verzet tegen het expedibie-geschrci inzake Ta- banaai strekke tot bewijs. Maar van tweeën eenof de weg om met polit iek beleid te verkrijgen wat men wensch- te, stond nog open en dan was de uitrusting der expeditie voorbarig; of hij was gesloten en dan was het woord verder alleen aan de wapenen. Tusschen deze uitersten is, vooral tégenover een vazal, die alle gehoorzaamheid had opgezegd, goen midden. En wilde men dan nog een ultimatum, dan was de ce.nige manier, dat het overhandigd werd niet door inlanders, wier leven men in de waagschaal stelt, omdat men dat van Europeanen wil sparen, doch op de punt van de bajonet Een ultimatum op korten termijn, zooals nu gesteld wordtde troepenmacht op dc reedede krachtige arm opgeheven, gereed om fcee te slaan en goed te slaan Maar laat men toch afzien van schijnver- tooningen als nu weer gegeven. Men bereikt er niets anders mee dan zich bespottelijk en belachelijk te maken, in 't oog van vriend en eigen en niet in het minst in dat van den buitenlander." De z a a k-V ierhou t. Over de zaak- Vierhout lezen wij in het Bat. Nbl. De heer Vierhout heeft de eerste maal van 324 Juni drie weken in de gij zo ling doorgebracht. Den 6. Juli onderging hij de gijzeling voor de tweede maal, en deze zal nu, na de uitspraak van het hooggerechtshof, zoo lang duren totdat hij aan zijn verplichting om getuigenis af te leggen zal hebben voldaan of totdat de officier van justitie, de onmoge lijkheid inziende om langs dezen weg achter den naam van den „onbekenden dader" te komen, van een verdere vervolging afziet cn de instructie gesloten wordt verklaard. Als dan zal de heer Vierhout nog terecht moe ten staan ter zake zijner onwilligheid en zich oen gevangenisstraf opgelegd kunnen zien van ten hoogste één jaar. WEST-INDIË Paramaribo, 4 Aug. De feestelijkheden ter gelegenheid van den aanstaanden verjaardag van H. M. de Koningin, zullen bestaan in lo. bloemen- cn vruchten-tentoonstelling in de balzaal van de Buitensocieteit 2o. ï'oeiwedstrijd, des voormiddags, tus schen visschersbooten, vierriemssloepen ©n ge boeide corjalen 3o. des namiddags volksspelen op het Gou vernementsplein, en welmastklimmen. ringsteken, kuipsteken, wedren met krui wagens, bocgsprietloopen enz. 4o. des avonds 8 uur, volksbal op de markt aan den Heiligenwcg; 5o. des avonds 9 uur, vuurwerk op het Gouvernementsplein. Voortsfeesten voor de leerlingen der open bare scholen voor gewoon lager onderwijs en der gesubsidieerde en bijzondere scholen. Louis Bouwmeootar naar Indil. Louis Bouwmeester heeft hé- volgende schrijven aan de bladen gezonden: „Dat de vele blijke^ van belangstelling (in mijn persoon ala tooneelspoler) in ver band met mijn ophanden zijnd vertrek naar Ned. Oost-Jndië, die ik dagelijks ontvang ©n in de verschillende bladun lees mij aan genaam aandoen, ligt voor do hand. Ik beu er dan ook de pers en den mij zoo haroeajk welgezinden innig dankbaar voor; om ech ter d© geruchten verspreid door mij mm rir goedgezinden (wie heeft z© niet), die bewo ren dat nood mij naar Indië drijft, te weer leggen, wil ik het volgende onder uw aan dacht brengen: Met voldoening mag ik terugzien op de door mij afgelegde campagne 19041905 met mijn Haarlemséh ooneelonsenible; heeft, het niet in alle opzichten voldaan aan cc eischen der critiek, ik heb met de mij ten dienste staande middelen gewoekerd zooveel ik kon. Dit seizoen, dat zioh op -Ie vr?- lul lende plaatsen in de provincie zeer goed heeft ingezet, zag ik dan ook met vertrouwen tege moet. Neen. niet de nood drijft mij voortveel eer zouden de kleinzieligheden cn tegen we r kingen. waaronder ik wel eens heb moeten lijden, dit hebben kunnen doen. Dank zij den steun die mij werd verleend, die m'j in staat stelt mijn lang gekoesterden wensch te bevredigen, n.l. te trachten mijn kunst hoog te houden in ons heerlijke Insulinde. vertrek ik vol moed. De sympathie van het publiek, waarin ik mij in mijn vaderland zoovele ia- ren mocht verheugen, zal mij in Indië niet onthouden worden. Daarop hoop ik, neen, daarop vertrouw ik, want een grootsehe taak rust op mij Aan Indië te toonen, dat de hoogschatting in het moederland niet aan een onwaardige werd geschonken. In de maand Septemer e.k. hoop ik !'i dc verschillende steden van Nederland, door mij gedurende een reeks van jaren bezocht n waarvan mij zoovele aangename herinnerin gen zullen bijblijven, mijn afscheidsvoorstel- ling te geven. Voor mijn afscheid naar Am sterdam heeft de Raad van Beheer der Kon Vereen. Het Nederl. Tooneel mij bereidwil lig den Stadsschouwburg afgestaan voor 1'? September e.k. Het. alsdan op te voeren stuk is getiteld Se non e vero, door jhr. A. W. G van Riemsdijk en C. Buysse." Het Tooneel zegt- over Bouwmees- ter's plan o. a. liet volgende Louis Bouwmeester heeft zich afgeschei den van de Kon. Vereen. Het Nederlandsche Tooneel cn daarmede prijsgegeven al de voor- deelen, die zijn verbintenis aan de in haar soort soliedste onderneming hem bood. Voor een tweede gezelschap van gelijken rang, wat rijn bestaanszekerheid betreft, is geen plaats in ons land. Niemand, die hieromtrent, zich eenigo illusie kan maken. Dat Bouwmeester niettemin, oju redenen, waarvan Ivij voor zich zelf het gewicht te bepalen had, de ge subsidieerde vereeniging verliet, heeft hem voor eventualiteiten gebracht, die ieder voor zien kon en waartegen hij met bewonderens waardige geest- en wilskracht de«n ongelijkon strijd gestreden heeft. Wat hij thans onder neemt. getuigt ovenzoo van die groote geest en wilskracht, welke ook zijn artistieke crea ties een zoo indrukwekkend krakter vcrlee» non. Nu beschouwe mén de zaak verder met nuchtere», zin. Bouwmeester vertrekt, naar Indië, d. i. niet naar den vreemde, maar naar grootcr-NcdcrlandHij vindt daar evengoed zijn natie, als hier. Het zijn ook Hollanders voor wie hij zijn genie daar ont plooien gaat. En er is, dunkt mij, alle reden er zich over te verblijden, dat het beste wat wij in het moederland bezitten, ook voor onze zonen en dochteren, onze vrienden, kortom, voor onze landgcnooten aan de an dere zijde van den evenaar, zal zijn wegge legd. Ik, tenminste, verheug mij van gan- scher harte over den stap, dien Bouwmeester gaat doen en het ware te wensehen geweest, dat hij hem terstond onmiddellijk na rijn afscheiding van de K. V. Het Nederl. Too neel hadde ondernomen. Men mag van het succes ook het geldelijk succes de beste uitkomsten verwachten. Het zal een opeenvolging zijn van triomfen, die hem daar wachten en zijn kunstenaarshart tot weldaad zullen rijn, en waarin wij hier, bij voorbaat, van harte deelnemen. Se uon vero... Het Haarlem's Dag blad heeft jhr. Van Riemsdijk geïnterviewd over het nieuwe stuk in 4 bedrijven Se non vero, dat hij met Cyriel Buysse schreef. Op de vraag„Wat is de moraal van het uieuwe stuk", was het antwoordHet meest op den voorgrond in Se non vero... komt wel de bewering in het derde bedrijf geuit, dat iedere zonde haar offer eischt, en dat het ons menschen niet gegeven is, een "zonde, welke ook, „weg te moffelen". De man, waar het stuk om draait is in zijn land bekend als een rijk schilderdeze heeft iets in zijn jeugd gedaan, dat hij steeds heeft geprobeerd om te verbergen. Het Jjikt hem jaren lang, maar de door hem bedreven zoude Iaat hem toch geen rust. en vergt ook wat haar toekomt. Deze schilder 19 een zeer krachtige figuur. Hij strijdt tegen het door hem bedreven kwaad met een reuzenkracht. Maar de tegenpartij is sterker, vooral wanneer deze in des schilders vrouw een medestander krijgt. Het kwaad sluipt zijn huis binnen en treft deu man in 't liefste wat hij heeft, Zijn eigen vrouw houdt, niet bekend met de zonde door haar man bedreven, de touwtjes der tragedie vast en haalt die steeds strakker aan, niet wetend en. niet begrijpend, wat zij doet. Totdat ook over haar de ontgoocheling komt. „U hier do geschiedenis vertellen," zei jhr. v. Riemsdijk, „doe ik liever niet. Het pu bliek heeft mij met Mea culpa geloofd; ik vertrouw dat het ook Se non vero zal komen zien, dan hoort men de geschiedenis lieusch veel beter, dan ik u die hier in '11 paar woorden kan vertellen. Dat wil ik wel zeg gen de geschiedenis is in Vlaanderen ge beurd. Ik wil wedden, dat heel velen het niet zullen willen gelooven. Er treden in het stuk negen personen op. Het gezin van den schil der bestaat uit man, vrouw eu twee doch ters. Verder komt er iu 't stuk een jong ar tist voor, een kunstkooper en een dokter, bij-figuren zijn een tuinknecht cn een dienst meisje. „Is er in Se non vero een o ver heer schen- do rol? Ja, die van den schilder, die door Bouwmecs- r zal worden gespeeld. Dat zal zijn laatste creatie zijn veér zijn vertrek naar Indië. H*.t is een groote en een zware rol, voor hèm geschreven. Ook die van een der dochters uit het gezin is van belang. Die zal naar ik hoor, door mej. Verschuur worden gespoeld, een zeer talentvolle actrice. „Hoe zijn de tooneelen verdeeld? "t Forste en tweede spelen in een salor, het derde in een schildersatelier, het vierde iu de slaapkamer van een jong meisje. Dc hoer Van Gasteren heeft mij gezegd, zei de heer v R., dat hij z'n beste beentje zal /oor- zetten om 't stuk zoo goed mogelijk aan te kleeden. Van het atelier stelt hij zich oa veel voor. „Is het tooneel in de Kroon voor uw stuk niet te klein Heelemaal niet. Het stuk is klein bezetBuysse* en ik laten or geen optochten in houden. Ik prefereer voor dit stuk zeer bepaald eeai klein tooneel." School- en Kerknieuws. De Minister van Binucnlandsche Zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat met. 1 September e. k. Ie vervullen is de be trekking van leeraar in de natuurlijke historie aan de Rijks-hoogere burgerschool inet 5jarigen cursus te Zwolle. Het aantal wekelijks te geven lesuren bedraagt 13 voor den cursus 1905/1906. Voor beheer van het laboratorium en voor de voorbereiding van de proeven wordt bovendien 1 lesuur in reke ning gebracht. Zij. die voor deze betrekking in aanmerking wensehen te komen, gelieven zich vóór 31 .Au gustus e. k. aan te melden bij den inspecteur van het middelbaar onderwijs, K. ten Bruggen- oate, te 's-Gravenhage, eventueel met ongave van het aantal dienstjaren door hen als leeraar aan eene hoogerc burgerschool of gymnasium doorgebracht. De Minister van Waterstaat, Handel <.1 Nijverheid brengt ter kennis van belanghebben den, dat te vervullen is de betrekking van leeraar in Staatsinrichting en Staathuishoudkunde aan de Rijks-hoogere burgerschool te Wagcningen. Het getal wekelijks te geven lesuren bedraagt 5. De jaarwedde wordt berekend volgens de sa larisregeling, geldende voor de Rijks-hoogere burgerscholen. Zij die voor deze betrekking in aanmerking wensehen te komen, gelieven zich vóór 10 Sep tember a. s. bjj gezegeld adres aan te melden •bij den inspecteur van het middelbaar onder wijs. belast met het toezicht op de landbouw scholen. Notariöelc Staatsexamens, 21— 25 Augustus.' Geslaagd voor het eerste gedeelte de heeren J. A. de la Hayze, te Arnhem G. J. M. Schoenmaeckerste 's-GravenhageP. J. Daverveldt, te -leerlewouw, en P. J. J. van Acker, te Hansweerd. Voor het tweede gedeelte de heerenJ. G. M. Koek, te Harderwijk H. W. van Everdin- gen, te Middelburg, en S. J. van Dorssen, tc Woudrichem. Examens Hoogd. taal. M. O. 's-Gravenhage, 25 Aug., voorm. Voor akte A afgewezen twee vrouwel. en een mannel. cand. 's-Gravenhage, 25 Aug., nam. Voor akto A toegelaten de heer J. M. Mertens, van Nij megen. Afgewezen twee L.ann. candidaten. Examens Hoogd. taal, L. O. 's-Gravenhage, 25 Aug., voorm. Toegela ten do dames: H. H. Peters, van Hom. en Al. G. H. Siider, van Maastricht, en de heer J. den Ouden, van Amsterdam. Afgewezen drie mann. cand. Niet opgekomen twee vrouwel. en twee mann. cand. 's-Gravenhage, 25 Aug., nam. Toegelaten de hoerenH. Moraal, van Zwolle D. Tol, van Hoek van Holland Cl. Muis, van Hilversum W. J. H. Op den Akker, van Wierden (Enter- kom) P. Rezelman, van Den Helder, en J. H. Frielink, van Duider. Atfgewezen vier candi daten. Examens Franse h, L. O. 's-Gravenhage, 25 Aug. Geëxamineerd 27 candidaten niet opgekomen 1 afgewezen 9 toegelaten 18, n.l. de leeren: V. ~A. H. van Au bel, van Eijsden C. J. BakkeT, van Amster dam J. D. Cuilenburg, van Bodegraven J. H. Ietswaard, van Amsterdam G. A. van der Lugt, van Renkum D. de Jong, van Alkmaar; J. W. Marmelstein, van Helder C. Oohen, van Delfzijl H. Booiner, van Berg-ambacht A. Korff. van Enkhuizen; A. J. Korff, van Enkhuizen; J. X. Kroonevan Alk maar, en J. L. Leclou, van Wijlré en de da mes M. B. J. Simonis, J. Koolhaas, beiden van Leidon L. C. M. Mulder van der Graaf, P. J. Eilcema, beiden van Den Haag, en J. (J. Adriaansen, van Brummen. Met 1 Sc-pteinber zijn benoemd aan do Nieuwe Huishoudschool te Amsterdam als hoofd der huishouding mejuffrouw D. Ornstein in «le plaats van mejuffrouw F. Elberts, die om familieomstandigheden haar ontslag moest aan vragen, en als lecrares in de behandeling der wasch en 2e huishoudster mejuffrouw J. van Lanzelaar. Algcmeene Synod*. Prof. Cannegieter brengt de beoordeeling ter tafel van eene uitspraak van het prof. kerk bestuur van Zuid-Holland. De agenda wordt aangevuld. Thans komen de verschillende arti kelen van het voorloopig aangenomen reglement op het beheer der kerkelijke goederen en fond sen in Nederland in discussie met de vele amen dementen. die in het desbetreffend rapport zijn voorgesteld. Het woord algemeen in den titel wordt geschrapt. Art. 1 wordt aangenomen. In art. 2 wordt de bepaling geschrapt,"dat gemeen ten die van Koning Willem I vergunning ver kregen om eigen beheer te voeren^ dit behou den. Na art. 4 wordt een inlassching aangeno men, waarin duidelijk de bestemming der ker kelijke goederen wordt omschreven. In art. 9 van het voorgestelde reglement wordt aange nomen het amendement der commissie, luiden de afschrift van de jaarlijksche en suppletoire begrooting wordt den kerkeraad toegezonden. Zoo ook in art. 12, dat de jaarlijksche rekening voor de leden der gemeente wordt ter inzage geleed op de wijze door plaatselijk reglement te regelen. De vergadering neemt thans aan, dat kerkvoogden moeien zijn stemgerechtigde leden der Ned. Herv. Kerk, waaraan op voorstel van den heer Tammens gevoegd wordt dat in zeer bijzondere gevallen dispensatie vnn deze bepa ling kan worden gegeven, den kerkeraad ge hoord. Bepaald wordt, dat alle provinciale col leges uit zeven leden zullen bestaan, behalve die door de provinciale kerkbesturen worden aangewezen. In art. 23 wordt bepaald, dat de vergadering der verkiezing wordt bijeengeroepen en geleid door het bestaamle college van toe zicht. Opgeheven de bepaling, dat men Sm lid van het provinciaal college te worden kerkvoogd of notabel moet zijn geweest. In art. 28 wordt bepaald, dat alle rekeningen en begrootingen door dc provinciale colleges moeten worden goedgekeurd. Tevens wordt bepaald, dat in het algemeen college door ieder provinciaal college een lid en secundus worden aangewezen, benovens de leden uit de Synode benoemd. Na behandeling der artikelen tot art. 37 wordt verdere behandeling uitgesteld tot de volgende vergadering. De heor Cremer brengt de eindredactie ter tafel van de verandering in verschillende regle menten in zake de belegging van gelden, die wordt vastgesteld. Het reglement op"het beheer wordt verder behandeld. Een voorstel, hoe te handelen bjj den achteruitgang eener gemeente, wordt als nieuw art. 38 voorgesteld en gewijzigd aangenomen. De volgende artikelen worden aangenomen en hij art. 51 wordt de verplichting opgeheven dat de predikant of een der predi kanten adviseerend lid van kerkvoogden is, en bij art. 52 het „geen dienstdoend predikant zijnde" bij de vertegenwoordiging van den ker keraad in de kerkvoogdij wordt geschrapt. Bij art. 53 neemt dc vergadering het besluit, om in zake het godsdienstonderwijs etc. het woord aanvrage in begrooting te veranderen en te bepalen, dat kerkvoogden gehouden rijn daar mee rekening le houden. Bepaald wordt, dat do provinciale kerkbesturen in ieder college van toezicht een lid aanwijzen. Na aanneming dor volgende artikelen wordt een meuw artikel ingevoegd, dat bepaalt, dat voor de kosten, door de uitvoering van dit regle ment te maken, een buitengewone bijdrage kan worden opgelegd tot de eerstvolgende herzie ning van de tabel der quotisatie. De verdere artikelen worden met ingrijpende wijzigingen goedgekeurd en daarna besloten de vraag, of dit reglement aan «le eindstemming der lcilen der provinciale kerkbesturen onderworpen zal wor den in eene volgende vergadering te beslissen. (Vad.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1