3 vrije- en orde-oefeningen voor kinderen be neden 12 jaar. Op die scholen zelf wordt dus geen gymnastiekonderwijs gegeven alleen onderwijs in vrije- en orde-oefeningen. De vraag, of er gymnastiekonderwijs zal wor den gegeven, is nu niet aan de orde. De les rooster is vastgesteld in overleg met den dis- strictsschoolopziener en daarin komt geen verandering. Wanneer men verlangt, dat er onderwijs zal worden gegeven in de gymnas tiek en nielf in vrije- en orde-oefeningen, dan kan daaromtrent een verzoek worden ge daan. Maar zulk een verzoek is niet ingeko- menhet blijkt dus niet, dat dit wordt ver langd. De heer Jorissen. Mijnheer- de voorzit ter, ik heb de vraag gedaan, omdat men aan de meisjesschool in de 6e klasse met het gym nastiekonderwijs wenscht te beginnen. Straks werd hier gezegd Hoe eerder met het gym nastiekonderwijs wordt begonnen, hoe liever. Dan kan men zeer goed besluiten, om van de 3e of de 4e klasse af gymnastiekonderwijs te geven. Vandaar mijne vraag. Ik weet wel, dat het leerplan wordt vastgesteld in overleg met den districts schoolopziener, en ook dat dit bepaalt, dat er vrije en orde oefeningen gegeven worden en geen gymnas tiek. Maar wanneer op de scholen der le soort het gymnastiekonderwijs gegeven wordt, zal het dan ook op de scholen 2e en 3e soort ingevoerd worden? Dat was mijne vraag. De heer Ce losse. Mijnheer de voorzit ter, op de scholen der le soort blijven de kinderen tot een hoogeren leeftijd dan op de scholen der 2e en 3e soort. De hoogere klassen van de meisjesschool vervangen eene middelbare school voor meisjes. Op de jon genschool dienen de zes eerste klassen om de leerlingen voor te bereiden voor het onderwijs op het gymnasium en de H. B. school. Die leerlingen krijgen onderwijs in vrije- en orde oefeningen. De 7e en 8e klassen bestaan in 't geheel uit 10 leerlingen. Wanneer de ouders wenschen, dat daar gymnastiekonder wijs wordt gegeven, dan kan de raad daartoe besluiten. Maar die zaak is nu niet aan de orde. De ?heer Veis Heyn. Mijnheer de voor zitter, als ik den heer Ce losse even mag ant woorden, dan wil ik opmerken, dat ik meen straks gesproken te hebben van onderwijs, dat de heer Snouck wilde geven aan eene volksklasse. Ik heb daarmee bedoeld jongens, die de school verlaten hebben, maar niet de 800 kinderen, waartegen de geachte wethou der bezwaar had. Dat was niet de bedoeling. De heer Snouok heeft mij gesproken van eene volksklasse, namelijk van eene klasse voor jongens uit het volk, waaraan hij een uur per week gratis les wilde geven. De heer Ce losse. Mynheer de voorzit ter, ik moet even constateeren, dat het niet aan mij ligt, dat ik den heer Veis Heyn niet begrepen heb. Het geachte lid weet, dat de kinderen op de lagere school krijgen vrije- en orde-oefeningen. Dat staat op den lesroos ter. De kinderen verlaten op hun twaalfde jaar de school. Wanneer men dus spreekt van gymnastiekonderwijs voor de olksklas&e, dan geldt dat van hen, die de lagere school verlaten hebben. Dat zijn er ongeveer 800. Daaraan zal de heer Snouck zijne zorgen wij den. Ik kan mij werkelijk niet voorstellen, waarvoor dat goed zou zijn. De heer V e 1 s H e y n. Bij die redeneering zou men moeten komen tot eene rijkswet om het gymnastiek onderwijs verplichtend te maken voor hen, die de lagere school heb ben afgeloopen. De heer C e 1 o s s e. Ik zeg dat niet. Ik heb het over de bereidverklaring van den heer Snouck, die hier werd medegedeeld. Wanneer men spreekt van eene enkele volks klasse, dan weet ik niet wat men daarmee bedoelt. De Voorzitter. Ik zal nu bet voor stel van den. heer Oosterveen in omvraag brengen. De heer Jorissen. Wat bedoelt dat voorstel De heer Oosterveen. Het is hetzelfde voorstel, dat in de vorige vergadering door den heer Plomp gedaan werd, om de zaak te renvoyeeren aan B. en W., met verzoek de voorwaarden te doen kennen, waaronder vergunning zou kunnen worden gegeven, de gymnastieklokalen der gemeente voor het aangegeven doel te gebruiken. Bij de stemming wordt het voorstel van den hoer Oosterveen aangenomen met 10 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de heeren van Eek, Tromp van Holst, van Beek, Vis ser en Celosse. 11. Voorstel van B. en W. betreffende een adres van eenige leeraren aan de Hoogere Burgerschool in zake vaststelling van een min i m urn-salaris. Wordt z. h. o. besloten conform bet voor stel, tot niet-inwilligmg ~an het verzoek. 12. Voorstel van B. en W. betreffende een adres van de afdeeling Amersfoort van den Algemeenen Nederlandschen Typografen bond, verzoekende: 1. bij aanbesteding van gemeente-drukwerk bepalingen vast te stel len ten opzichte van arbeidsloon, arbeids duur, over- en Zondagswerk, en 2. de aanbe steding van het benoodigde drukwerk in het openbaar te houden. Wórdt z. b. o. besloten, conform het ad vies, afwijzend op het adres te beschikken. 13. Voorstel van B. en W. betreffende een adres van J. M. Boshuizen. Adressant beweert voor werkzaamheden bij de 8e tienjaarlijkscbe volkstelling 811 extra uren gewerkt te hebben, voor welke hem eene belooning van f 162.20 zou toekomen, 't geen hem nimmer is betaald. B. en W. adviseeren te besluiten, dat er geen termen zijn, adressan té verzoek in te willigen. Do beer van Duinen. Mijnheer de voorzitter, het wil mij voorkomen, dat B. en W. wel wat ver gegaan zijn, door in hun advies Over dit adres te spreken over het ontslag van den adressant uit 's Rijks dienst nu zestien jaren geleden. Ik ben van opinie, dat hetgeen vroeger, in eene andere betrek king, met dezen rekwestrant is gebeurd, van geen invloed kan zijn op de beoordee ling van zijn tegenwoordig verzoek. Het ware m. i. beter geweest-, wanneer in het rapport alleen datgene ware ter sprake gebracht wat direct betrekking had op de zaak, die in het verzoekschrift is vermeld. Om over de ge grondheid van de klacht te kunnen oordee- len, was het niet noodig geweest, het ver leden van den adressant na te gaar. Ik had het wenschelijker geacht, dat de mededee- lingen, die daarover zijn gedaan, niet in het rapport waren opgenomen. De Voorzitter. B. en W. hebben ge meend, dat, waar dece zaak meermalen in den raad ter sprake is gebracht, het wen- schelijk was den raad volledig in te lichten omtrent de antecedenten van den heer Bos huizen ter beoordeeling van de waarde, welke is te hechten aan zijne verzoekschrif ten, waarin hij telkens aandringt op resti tutte van geld, dat hem niet toekomt. De heer van Duinen. Mijnheer de voorzitter, ik waardeer dit ten volle, maar wanneer B. en W. dat noodig vonden, dan hadden zij, naar mijne meening, den raad omtrent de antecedenten van dezen adres sant kunnen inlichten in een vertrouwelijk schrijven, en niet iu een stuk, dat om zoo te zeggen algemeen eigendom is. Do heer Celosse. Mijnheer do voorzit ter, ik begrijp het bezwaar niet van den heer van Duinen. Wat B. en W. hebben medegedeeld omtrent die antecedenten, staat in een openbaar stuk, een stuk dat publiek domein is. Iedereen kan het lezen. Er was dus volstrekt geen bezwaar, om dat stuk aan te balen in het advies, dat B. en W. over het adres hebben uitgebracht. De heer van Duinen. Naar mijne mee ning zijn B. en W. wel degelijk te ver ge gaan, omdat de mededeeling omtrent de antecedenten van den adressant tot de zaak niets afdoet. Die mededccling is alleen ge daan in verband met de verklaringen van de personen, die zijn aangehaald. Het zou m L waardiger geweest zijn, die verklarin gen aan te halen, zonder de mededeel in g er aan toe te voegen. De heer Celosse. Ik begrijp het be zwaar van den heer van Duinen nog altijd niet. Waarneer men niet wist hetgeen om trent de antecedenten van adressant is mede gedeeld, dan moest dat invloed hebben op de beoordeeling van de zaak door den raad. Het kon zijn, dat de raad de antecedenten van den heer Boshuizen niet kenden. De opneming van de mededeeling daaromtrent iu het advies, moet beschouwd worden als voor den raad van belang. De heer van Duinen. Ik geloof juist niet, mijnheer de voorzitter, dat dit noodig was, in een publiek stuk. Men bad de mededeeling omtrent de antecedenten bij de stukken ter lezing kunnen leggen, maar waartoe de opneming in het rapport- noodig was, begrijp ik niet. Wat dat tot de zaak doet, begrijp ik evenmin. De mededeeling bewijst niets in het- onderhavige geval. Ik heb overigens alleen gezegd, dat ik ge- wenscht had, dat de mededeeling niet was opgenomen, in verband met vroegere be sprekingen. De Voorzitter. Wenscht u hoofde lijke stemming? De heer van Duinen. Dank u, mijn heer de voorzitter. Wordt z. h. o. conform het advies van B. en W. besloten. 14. Voorstel van B. en W. betreffende de subsidie-aanvragen van de muziekver- eenigingen Harmonie, Eendracht en het Amersfoortsche harmonie-orkest Caecilia. De vereeniging Caecilia geniet een subsi die van f 200, de beide andere vereenigingen hebben tot dusver geen steun van de ge meente ondervonden. B. en W. adviseeren afwijzend op de drie adressen te beschikken. Wordt z. h. o. conform het advies besloten. 15. Voorstel van en W. betreffende een adres van C. J. Kun-tz tot kwijtschel ding van eene opgelegde boete. Aan adressant is eene boete opgelegd van f 240 wegens het niet op tijd gereed heb ben van het aangenomen werk (den bijbouw van de openbare school aan de Hellestraat) B. en W. stellen voor de opgelegde boete tot de helft te verminderen. De heer Roland us Hagedoorn. Mijnheer de voorzitter, ik heb met veel be langstelling kennis genomen van deze zaak. Vooral van het bijgevoegde schrijven van den gemeente-architect. Daarin staat, dat den aannemer Kuntz in alle opzichten hulde wordt gebracht voor de wijze, waarop hij het werk heeft afgeleverd, zoowel om de ge bruikte materialen als om de afwerking. Maar er staat ook in, dat de te late opleve ring voor een gedeelte is toe te schrijven de architect zegt het wel niet uitdrukke lijk, maar het is er toch in te lezen aan verzoeken van den waarnemenden directeur ri het Werkhuis om tijdelijk op te houden met het geklop en gehamer, waaraan gevolg gegeven is. Zelfs heb ik vernomen, dat der gelijke verzoeken ook gedaan zijn van het stadhuis, wanneer er raadsvergaderingen gehouden werden. Waar nu aan den eenen kant zooveel lof gegeven wordt over de wijze van uitvoering, waar aan de andere zijde duidelijk gemaakt wordt, waamoor het werk niet zoo precies op tijd is afgeleverd als werd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 7