JS#, 151. Eerste Klad.
5" Jaargang.
Zaterdag 1 December 1906.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Op „Berkenrode
ÜERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
f Q. 75.
- 0.18.
Van 1—5 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advorteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, woedt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
België en de Congostaat.
Dc debatten, die thans in de Belgische
Kamer worden gevoerd, zijn te beschouwen
als <le voorbode van de overneming van de
on afhan kei ijken Congostaat door België. De
regeering is daarvoor gunstig gestemd, en
ook een groot deel van de oppositie
verzet zicli in beginsel daartegen niet.
De woordvoerder van de liberalen, de
lieer Hymans, heeft uitdrukkelijk ver
klaard: Wij zijn voorstanders van de over
neming.'' Maar hij verbond daaraan ver
schillende reserves, om doen uitkomen,
dat de regeering verplicht is, wanneer zij
van de volksvertegenwoordiging een votum
vraagt over de overneming, haar vooraf vol
ledig licht te verschaffen over de omstan
digheden, waaronder de overneming zal ge
schieden, en over de verbintenissendie de
staat daarbij op zich zal nemen.
Nog iets anders stelde de heer Hymans
op den voorgronddc beslissing over de
overneming zou moeten geschieden geheel
zelfstandig, los van elke pressie van buiten.
Hij ze»de ,,Tk luister alleen naar de belan
gen van mijn land. De nationale eer zou er
onder lijden, indien onze uitspraak of onze
beslissingen door drukking van buiten wa
ren ingegeven."
Deze verklaring bevat, indirect een ant
woord op den stap, dien de in Engeland be
staande Vereeniging tot hervorming van den
Congostaat onlangs heeft gedaan om de an
nexatie door België te bevorderen. Eene de
putatie van dïe vereeniging is bij den En-
gelsohen minister van buitenlandsche zaken
op audiëntie geweest en heeft van dezen be
windsman de verklaring verkregen, dat de
Rritsclie regeering te Brussel aandramg zal
uitoefenen ten gunste van de naasting van
het Oongoland door België. Daartegen heeft.'
men in de Belgische Kamer bij voorbaat
willen p rot es toeren men heeft er prijs op
gesteld te doen uitkomen, dat, wat België
hierover ook moge beslissen, in ieder geval
het geheel vrij is om te beslissen zooals het
wil.
Men gaat in Engeland van de opvatting
uit, dat de staten, die den Congostaat heb
ben opgericht, ook het recht hebben toe
zicht uit, te oefenen op de wijze, waarop hij
wordt bestuui-d. De Congostaat daarentegen
beschouwt zich als geheel onafhankelijk en
aan geen controle onderworpen. Eingeland
heeft reeds sedert eenige jaren pogingen aan
gewend, tot dusver steeds vruchteloos, om
eene conferentie van de betrokken staten tot
onderzoek van den toestand in liet Congo-
gebïed bijeen te brengen. Het schijnt int-us-
schen niet, dat Engeland zich thans heeft
gewend tot andere staten, die belangen be
zitten in den Congostaat. Welke 'houding die
staten eventueel zullen aannemen tegenover
bezwaren, die van Engelsehe zijde worden
geopperd, zal niet eerder beoordeeld kunnen
worden dan als Engeland zijne bezwaren in
den vereisohten vorm heeft opgesteld en ont
wikkeld Eerst dan zullen de andere staten
kunnen beoordeelen of en in hoever zij zich
bij Engeland zullen aansluiten.
Afgescheiden hiervan lieeft het beleid van
de bestuurders van den Congostaat sedert
lang reeds scheme critiek gevonden zoowel
in België zelf als in den vreemde. De Ver
eeniging tot hervorming van den Congo
staat heeft zich daarvoor speciaal gevormd
en zij heeft in haren secretaris E. D. Morel
ee:i man, die onvermoeid te velde trekt tegen
de misbruiken, die de exploitatie van het.
land, inzonderheid de wijze waarop caout
chouc wordt gewonnen heeft doen ontstaan.
Vertoogen van de Britsche regeering en
de druk van de openbare meening in België
zelf hebben bewerkt, dat in het vorige jaar
eene commissie van drie juristen naar het
Congogebied gezonden werd om den toestand
te onderzoeken en middelen aan de hand te
doen tot wegneming van do gebreken, die zij
mocht ontdekken. Nadat deze commissie zich
van hare taak gekweten had, werd eene ge-
heele reeks besluiten afgekondigd, die met
handhaving van de rechten van het heer-
schende blanke ras tegenover de inboorlingen
ten doel hadden dezen eene menschel ij ke be
handeling te verzekeren. Wat deze hervor
mingen zullen uitwerken, zal1 de tijd moe
ten leeren. IntussChen duren inzonderheid in
Engeland de aanvallen tegen den Congostaat
voort. Hoofdzakelijk steunen deze op ver
klaringen van protesbantsche zendelingen,
die zich. benadeeld voelen door de concessie-
politiek en door de bevoorrechting, die aan
de katholieke missiën geschonken wordt. De
critiek van de politieke toestanden gaat hand
in hand met eene critiek van het concèssie-
en het domeinwezen, dat aan de vrije mede
dinging in den weg staat. In dit opzicht,
staat de Congostaat tegenover degenen, die
in België en in het buitenland critiek uit
oefenen op zijn beleid, op het standpunt,
dat de economische exploitatie van het land
door kleine ondernemingen niet mogelijk is
en dat de financieele toekomst van de kolonie
slechts kan worden gewaarborgd, wanneer
oenerznds de inkomsten van de staats- en
k roondomeinen die te zamen een
derde van het gebied van den Congostaat
uitmaken verzekerd zijn en anderzijds
de deelneming van den staat aan de groote
handels- en verkeersondernemingen blijft
bestaan. Aan den anderen kant is dit een
factor, die een voorname rol speelt bij het
onderzoek van de vraag, of de naasting van
den Congostaat door België onder de bestaan-
do omstandigheden voor den staat voordeelig
is. Dat is eene vraag, die een ernstig onder
zoek vordert, waarbij elk© overhaasting moet
worden vermeden.
Duitschland.
Berlijn, 30 Nov. Volgens een bericht uit
Parijs moet in Rio de Janeiro het. gerucht
in omloop gebracht zijn, dat Du'tschland
aan het werk geweest is tegen de deelneming
van de Zuid-Amerikaansche staten aan de
Haagsche conferentie. Van bevoegde zijde
wordt dit gerucht ais geheel onwaar geken
schetst. Er wordt bijgevoegd, dat juist
Duitschland zonder dralen het voorstel van
Amerika heeft ondersteund om het tijdstip
van de conferentie zoo te bepalen, dat ook
de Zuid-Amerikaansche staten er aan kun
nen deelnemen.
Het domkapittel van Gnesen heeft tot be
stuurder van het aartsbisdom tijdeus de va
cature gekozen niet een Duitschen candidaat,
zooals men meende met het oog op het vrij
groote aantal Duitsche domheeren in dat
kapittel, maar den Poolschen domheer
D'orszeroski. Men -erwacht stellig, dat het
Posensche kapittel den wijbisschop Likowski
zal kiezen, die v.an zijne Poolsch© gezindheid
reeds de bewijzen geleverd heeft.
Stuttgart, 30 Nov. In de heden gehouden
vergadering van het centrale landbouw-ool-
legie, waarin de kwestie van de hooge vleesch-
prijzen behandeld werd, verklaarde de mi
nister van binnenlandsche zaken Pischek,
dat de eenige naburige landen, uit welke den
invoer van vleesch in aanmerking kon ko
men, Eenemarken en Nederland waren. De
minister verklaarde zich voor eene gedeelte
lijke openstelling van de Nederlandsche
giens, omdat de wetelijke bepalingen tegen
de besmettelijke veeziekten goed zijn in Ne
derland en den veestapel daar vrij van
ziekte is.
Het college verklaarde zich echter na eene
langdurige beraadslaging eenstemmig tegen
de openstelling van de grenzen van Neder
land en Denemarken.
België.
Brussel, 30 Nov. De heer Woeste zette zijn
beschouwing over het bestuur van den Con
go uit een oogpunt van het absolute be
heer, voort ©n is van meening, dat het par
lementaire 9telsel niet geschikt is voor sta
ten die pas zijn in hun eerste ontwikkeling-
Voor het overige merkte hij op, dat iedere
keer als, er misbruiken gesignaleerd waren
in den Congostaat, men zich daarmee
heeft beziggehouden. Hij zal den dag zeer
prijzen, waarop het mogelijk zal zijn het stel
sel van den vrijen arbeid in te voeren. Spre
kende over de mogelijkheid, dat Engeland
consulaire rechtspraak in den Congostaat
zal invoeren, zegt Spr. dat er geen voorbeeld
is van de instelling van dergelijke rechtspra
ken zonder medewerking van het hoofd van
den staat.
Brussel, 30 Nov. In het voortgezette debat
over de Gongo-interpellatiën verdedigde
Woeste (katholiek) de instelling van een
nationaal domein, door een bestuursraad be
heerd. Hij critiseerdo do handelingen van
Engeland in Uganda. Hij drukte den wensch
uit, dat België en de Congostaat tot over
eenstemming zouden komen binnen een vast
te stellen termijn.
Renkin (katholiek) vroeg zich af, of de
Koning een land zou afstaan, door eene roof
zieke exploitatie uitgeput hij beschouwt
echter de naasting als onvermijdelijk. i«ieil
lastert den Koning, wanneer men zegt, dat
hij den Congostaat ten eigen bate exploi
teert.
Brussel, 30 Nov. Het mond- en klauwzeer
onder het vee neemt zeer toe in België.
Frankrijk.
Parijs, 30 Nov. De Kamer heeft met
298 tegen 218 stemmen het bedrag van 15,000
francs als schadevergoeding voor hare leden
aangenomen.
In de Kaoner ia ter sprake gebracht een
grap, die door een drietal dagbladschrijvers
is uitgehaald, die des nachts eene kazerne
hebben geïnspecteerd, waarbij zij zich uit
gaven voor den vice-minister van oorlog met
twee zijiner secretarissenOnder algemeen e
vroolijikheid werd dit geval vergeleken mot
het door den kapitein van Köpenick be
dreven stuk. De vice-minister Cbéron gaf
de verzekering, dat de instruction waren ver
scherpt om eene herhaling van dergelijke
grappen te voorkomen.
Toulon, 30 Nov Het eskader is héden
naar Marokko vertrokken.
Engeland.
Op de in het lagerhuis gedane vraag of de
bepalingen van het Parijsche verdrag van
1855 op Noorwegen niet meer van toepas
sing zijn tengevolge van de afscheiding van
Zweden, antwoordde minister Sir Edward
Grey: Het verdrag is n;et afgeschaft, maar
het is gesloten onder omstandigheden, die
nu geheel veranderd zijn. De Britsche re-
goering overweegt thans, in vereeniging met
de genoemde staten en met- andere landen,
welke stappen moeten worden gedaan om
een nieuw verdrag te sluiten ter vervanging
van het oude.
Tot beantwoording van eene vraag over
een op een Engelsehman te Tanger ge
pleegden aanval zeide de minister, na mede-
deeling van de bijzonderheden van het
gebeurde: Het schijnt niet noodig geweest
te zijn, dat vreemde troepen landden. Wij
hooren, dat Frankrijk en Spanje bereid zijn,
als het noodig is, zoolang eene geregelde
politiemacht nog niet is opgetreden, alle
voorloopige maatregelen, die noodig mochten
zijn tot bescherming van de vreemdelingen,
te nemen. Het is niet noodig of wenschelijk,
dat. de Britsche regeering bovendien nog wat
doet. en het is niet het voornemen, Britsche
oorlogsschepen ter medewerking te zenden.
Spanje.
Madrid., 30 Nov. De minister van justitie
Eomanones nam zijn ontslag en is vervan
gen door Barrosa, die als minister van bin
nenlandsche zaken vervangen zal worden
door Quirogne Ballasteroe.
Oostenrijk.
If eenai, 30 Nov. Het huis van afgevaar
digden keeft de amendementen van Pergeit
en Kramarcz op het wetsontwerp betreffende
da indeding der kiesdistricten verwoapen.
Het vooiïtel van de commissie, waarbij Bo
booien w*rdt verdeeld in 75 Ozeohisdhe en
55 Duitsoie kiesdestrieten, werd daarop aan-
De Kamer verwierp daarna een amende
ment van Zazowka (Czechisch agrariër), dat
strekte om eene Ozechiische gemeente van
een Duitsoh district af te scheiden. De radi
cale Gzeohen twijfelden aan de juistheid van
de stemming - zij snelden naar de tafel van
den president en wierpen de stukken, die
daarop lagen, op den grand. Verschillende
leden geraakten handgemeen met elkaar.
Daar het tumult aanhield, schorste de voor
zitter de vergadering. Nadat de zitting was
hervat, drukte hij zijne verontwaardiging en
zijn leedwezen over het gebeurde uit, waar
tegen de radiaale Gzechen protesteerden.
Sobotka verlangde, dat de stemming over
zou worden gedaan, hetgeen de voorzitter
weigerde omdat de stemming goed was ge
schied.
De vergadering werd daarna voortgezet
zonder dat verder ernstige incidenten voor
vielen.
Hongarije
De minister van koophandel Kossuth ver
klaarde bij de behandeling der begrooting
van zijn departenent, dat hij' zich- iedere
gelegenheid zou ten nutte maken om de zelf
standigheid van Hongarije op economisch
gebied te verkrijgm en te verzekeren. Dit
zal inzonderheid hierin zijne uitdrukking
vinden, dat Hongaiije onder alle omstandig
heden met Oostenrijk een handelsverdrag
zal sluiten en niet 4en tolverbond. Wel kan
aan de heffing van tolrechten aan de grens
van' Oostenrijk en Hongarije niet gedacht
worden zoolang het handelsverdrag zal gel
den, maar tolrechtei zijn niet het eenige
kenmerk van de zelfstandigheid. De
jaren van nu tot 1917 zullen besteed wor
den om de economische onafhankelijkheid
->an Hongarije zeker te, stellen. On des de
wetsontwerpen, die werden aangekondigd, is
ook een tot het aanleggen van waterwegen
om den Hongaarschen in- en uitvoer over
Fiume te leiden en van Oostenrijk onafhan
kelijk te maken.
Rusland.
De Russische bladen vermelden met ver
ontwaardiging grave onregelmatigheden, die
bij de van staatswege gedane bestellingen
van graan zijn gepleegd. De adjunct-minis
ter van binnenlandsche zaken Goerko is in
deze onregelmatighelen betrokken. Hij
heeft eenigen tijd geleden eene firma, die
zich tot dusver in 't geheel niet met den
graanhandel heeft bozig gehouden, opgedra
gen voor de hongerlijdende boeren 10 mil-
lioen poed graan te leveren. In plaats nu
van deze firma te nopen tot het storten van
den gebruikelijken borgtocht, heeft de ad
junct-minister haar onmiidldelijk door de
kas tot ondersteuning van die noodliidende
boeren 80.000 roebel als voorschot op da
te verrichten leveringen laten uitkeeren. Nu
heeft tot dusver de firma geen enkel poed
graan geleverd, terwijl de berichten over
den hongersnood uit verschillende gouver
nementen steeds erger worden.
Het mooiste komt echter nog. Minister
president Stolypin, die als hoofd van het
departement van binnenlandsche zaken de
onmiddellijke chef is van den adjunct-mi
nister Goerko, heeft van hem rekenschap ver
langd over zijn beleid in deze zaak. Daarop
heeft Goerko geantwoord, dat hij alleen aan
den Czaar rekenschap verschuldigd was en
zich bij dezen wel zou verantwoorden. Dat
heeft hij dan ook gedaan, maar hij heeft zich
bij den Czaar als een slachtoffer van Jood-
sche verdachtmaking voorgesteld, wien men
op deze wijze zijn trouwe diensten betaald
wit zetten. Het omgaan van deu Bond van
het Russische volk neemt diriest de partij
van Goerko ou en verklaart, dat de leider?
van 3e oppositie met den dood er voor zul
len boeten, wanneer dit loverantieschan-
daal onaangename gevolgen voor Goerko
mocht hebben
Marokko.
Een nog onbevestigd, maar waarschijnlijk
bericht, spreekt van de afzetting en gevan
genneming van Ben Mansoer, den vertegen
woordiger van Raisuli te Tanger. Dit zou
geschied zijn op last van Raisuli zelf, wegens
Ben Mansoer's uitdagende houding tegen de
Europeanen en de geringschatting van hun
ne rechten en internationale verdragen.
Over de zaken in Marokko bericht de
Temps, dat in Tanger de toestand, stationair
blijft. De in den loop van deze week tus-
schen afdeelmgen vaf twee in de buurt van
Tanger wonende stammen geleverde gevech
ten hebben in de stad geen terugwerking
gehad, maar men is toch van meening, dat
de aanhoudende schermutselingen voor de
poorten vau de stad er niet toe kunnen bij
dragen om de bestaande ongerustheid te
verminderenEenige familiën, die onder
den rook van de stad woonden, hebben 't
voorzichtig geoordeeld zich binnen hare mu
ren te vestigen.
De verandering van ministerie in Spanje
zal, volgens den oorrespondent van de Temp3
te Madrid, geen invloed hebben op de stap
pen, die Frankrijk en Spanje gezamenlijk
zullen doen met het oog op den toestand io
67 Romax door
JAN STORK.
Eene poos lang bleef hij, in gedachten
staan en zei toen: ,,Ja, ziet u mijnheer, er
is veel vóór, maar ook voed togen. Er vóór
is de meerdere verdieuste en -dat ik direct
zou kunnen trouwen. Ook zou ik het erg
prettig vinktenal is het dlan niet alltijd' met
u samen, dan toc'h onder uw leiding te wer
ken. Eln. dan wat u zegt van mijn kennis uit
te breiden in een' groote 'bloemisterij en aan
het hoofd te isltaan van een groot aantal ar
beiders, en te zorgen, d'ab allies goéd mar
cheerde; maar er is ook veel tegen. Voor-
i eerst ben ik hier wel niet mijln eigen baas,
maar toch meer zelfstandig dan als meester
knecht. Eln dan, ziet u, Daatje en ik hebben
er ons al zoo ingedacht, om altijld' hier bij:
mevrouw te blijven en in het- mooie huisje
van Arie te wonen. Het zal Daatje ook hard
vallen van de plaats te gaan, want al 's zij
getrouwd, dan zou zij mevrouw toch altijd
van dienst kunnen zij<n, als het noodig was
met feestjes of andere drukten. En.dan
nog wat... Wij... ons soort menschen moeten
ook om onzen ouden dag deuken. Als wij
altijd ons best blijven doen, veronderstel ik,
dat mevrouw, als ons eens een ongeluk over
kwam, met ziekte, of als, wat. God geve dat
nog in lang niet- gebeure, mevrouw eens
kwam te sterven, in al die gevallen, denk ik,
dat mevrouw ons toch niet vergeten zou. En
in een groote zaak gaat men op in de menig
te. Als je niet- meer bruikbaar 'bent, kan je
ophoepelen en wordt een ander in je plaats
genomen."
„Wat dat laatste betreft," hernam ik,
„daarvoor behoef je bij ons niet- bevreesd te
zijn. Ik ben met- mijnheer Laux overeenge
komen een pensioen-, zieken- en weduwen-
fonds op te richten. Hoe dat geregeld zal
worden, kan ik nog niet zeggen, maar in elk
geval vinden wij' het billijk en zullen wij er
dan ook voor zorgen, dat menschen, die ons
trouw gediend hebben, op hun ouden dag of
in ziekte voor gdbrek gespaard blijven. Zoo
I ook nu met den 'dood van den meesterknecht.
Dc man heeft weinig overgespaard. Als men
goed verdient, wil men het ook goed heb-
bon. Moet men zich dan bekrimpen, om la
ter toch maar heel zuinig te kunnen rond
komen, dan heeft men het ook nooit eens
goed in zijn leven.
Nu zullen wij; zijn weduwe en haar doch
ter vrij wonen geven in een huis, dab aan
de firma behoort en aan het eind van den
tuin staat. Als zij dan de bovenkamers ver
huren aan commensalen, kunnen zij haar
eigen kost verdienen en fatsoenlijk rondko
men. Maar voor alle weduwen of oude
knechts hebben wij niet zulke toevallige
hulpmiddelen, en daarom besloten wij een
pensioenfonds te stichten. Dat bezwaar is
Jdus voor je uit den weg geruimd.
Dan sprak je van je toekomstige mooie
huisje hier, maar de meesterknechtswoning
op onzo bloemisterij behoeft, er lieusch niet
voor onder te doen."
„In elk geval moet ik er eerst met Daatje
over spreken, mijnheer."
„Natuurlijk, je behoeft nu direct ook
nog geen besluit te nemen, hoewel wij er
zooveel mogelijk haast mee maken, daar
wij het druk hebben en niet lang zonder
meesterknecht, kunnen blijven."
„Weet Daatje er al iets van mevrouw?"
vroeg Willem.
„Nog niet," antwoordde tante, „wij wil
den eerst weten, hoe jezelf er over dacht.
Maar zij is in de mangelkamer, ga het
haar maar eens vertellen."
Toen Willem vertrokken was, vroeg
tante mij
„En hoe kom ik nu zoo gauw aan een
anderen tuinman, als Willem het aan
neemt
„Wij zullen u niet in verlegenheid laten
zitten. Misschien weet ik er al een voor u.
Een van onze knechts, Jan Rekkers, een
fatsoenlijk jongmeiscli en vrij igoed op de
hoogte van zijn vak. Hoewel wij niet gaarne
onze goede knechts missen, is het- niet meer
dan billijk, dat wij u wederkeerig helpen.
Hij, is .juist vandaag met mij mee gekomen,
om den tuin van Karei met mij op te me
ten. Ik zal hem, vóór hij naar huis gaat,
met een boodschap bij u zenden, dan kunt
u zien, of zijn uiterlijk u bevalt. Ik geloof
wel. dat, hij zelf graag hier zou willen ko
men. Ten minste hij sprak mij over zoo iets,
toen hij met de verjaring van Mies die
bloemenmand bracht."
„O, is het die? Dan heb ik hem al ge
sproken. Ja, die heeft wel een gunstig uiter-
liik. En zou je denken, dat hij bekwaam
genoeg is?"
„Zeer zeker tante. In elk geval kan ik,
nu ik hier blijf wonen altijd als u het goed
vindt, het toezicht hoiden. U begrijpt, hoe
zeer het onderhoud \an mijn eigen werk,
van mijn eerste schepping, mij aan het hart
gaat."
Ik stond reeds op oa heen te gaan, toen
Mies uit huis kwaan diegen.
„Ik hoorde van Willem, dat je hier bent.
Ik iwas met Daatje aan de wasch. Waarom
heb je mij niet laten roepen, en ga je nu
heen, nu ik koni? Blijf je hier eten? Niet?
Waarom niet? Kom je van avond Ir er s'a-
pen?" Al die vragen deed zij in één adem.
„Mijnheer Dubois vroeg mij ten eten
Maar ik kom hier slapen," antwoordde ik
haar. „Ik kwam maar even, om tante een
groot en een goed nieuwste vertellen."
„Noem jij dat maar een goed nieuws, om
Daatje en Willem hier va» daan te troonen.
't Is wat moois
„Neen dat bedoel ik niet, iets andere.
Minnie en ik komen, als ve getrouwd' zijn,
hier in A. wonen, en wel vlak bij. Halver
wege den weg naar Lindenheuvel,"
„Heusch?" vroeg zij. „b 'twaar tante?
O, dat is dolletjes, heerlijk, verrukkelijk!
En waar? In welk huis?"
„Tante zal je verder wel alles zeggen. Ik
moet nu weg. Ik brand va& verlangen om
hc't Minnie te gaan vertellen, die weet- het-
nog niet eens. Tot van avond dus."
Op Lindenheuvel gekomen, vernam ik van
mevrouw Dubois, dat- mijnheer naar het- in
aanbouw zijnde huis var Karei was. Ook de
meisjes waren daar, Miinie, Louise eh mijn
zuster Anna.
„Hoe is de besprekiig afgeloopen, Paul?''
vroeg mevrouw mij. ,,It wilde er papa niet
naar vragen, omdat Mnriie er bij was. Is
dat land goed voor bloemisterij?'"
Toen ik een bevestigend antwoord had ge
geven, betuigde mevrouw mij hare oprechte
vreugde, dat wij zoo in de 'buurt kwamen
wonen
Die vreugdébetuiging wierp voor het eerst
eene schaduw op mijne zoo hoog gelukkige
stemming. Ik Iliad Minnie liever wat verder
verwijderd gehad van den omgang, wav meer
buiten den invloed van -mijne aanstaande
schoonmama. En ik moest op weg naar Ka
reis huis, mij weer voor d6n geest, brengen,
wat mijne lieve en verstandige tante Bertha
had gezegd, omtrent Minnie's toekomstig
geluk, om weer volkomen opgeruimd en te
vreden te worden.
„Paul, wat. voor goed nieuws 'heeft vader
mij te vertellen?" vroeg Minnie, zoodra zij
mij zag. „Ik moesrt. wachten tot jij' er bij
was. Jij weet het. ook. Zeg het nu gauw."
„Nog niet- Paul," riep mijnheer Dubois,
„zij -moet wachten tot wij) thuis zijn. Het is
veel te ernstig om dat- hier zoo maar eens
eventjes te vertellen."
„Hé, papa, wat flauw. Toezegt, u het nu,"
vleide zij.
„Heb nu nog een beetje geduld. Laat
Paul nu eerst eens zien of wij ons werk goed
gedaan hebben."
De meeste opmetingen, die noodzakelijk
waren, had' Karei reeds gedaan. Die had_ ik
dus imaar over te schrijven. Ik had echter
voor mijn aanlegplan nog de juiste plaatsbe
paling noodig van eenige mooie boomen, die
ik wildé behouden.
Wordt vervolgd.