af .156.
Donderdag 6 December 1906.
BUITENLAND.
KOLONIËN.
FEUILLETON.
Op „Berkenrode,"
69 Roman door
5" Jnarttaiig.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden voor Amerafeertf 1*95.
Jdem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummert«.05.
Deze Courant versohymt Dagelgkt, niet nifeondtring vaa
Zon- en Feestdagen.
Adyertentiên, mededeelingen enz., gelieye men véór 1# nar
's morgena bij de Uitgeyera in te zenden.
Uitgever»: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADYERTENTliN
Van 1—5 regelt6.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan roordeeliae bepalingen tot
het herhaald adyerteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de reerwaarden, wordt op aamrrwag
toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester van. Amersfoort brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat. volgens raede-
ileeling van den Commandant der Stelling van
Amsterdam, tusschen, 7 en 16 December 1906
op één of twee avonden aan de oevere van het
Noordzeekanaal, tusschen het fort bij. Velsen en
IJmuiden, proeven worden genomen met een
klein zoeklicht.
Amersfoort, 6 December 1906.
De Burgemeester voornoemd,
WUUTOERS.
Politiek Overzicht.
0« bemoeiing naet Marokko.
De vlootdemonstrat'e, die door Frankrijk
e.i Spanje gezamenlijk zal worden onderno
men op de reede van Tanger, ontwikkelt
zich volgens het daarvan opgemaakte pro
gramma. Admiraal Touchard, de bevelheb
ber van de Fransche lootdivisie, die bestemd
is het bevel over de vereenigde vloot op zicli
te nemen, is na zijn vertrek uit Toulon in
Cadix voor anker gaan liggen, om een reisje
te kunnen doen naar Madrid. Daar moet hij
in besprekingen met den Koning en met de
ministers nadere regelingen treffen over de
eenheid van bandelen, die de basis uitmaakt
van het gezamenlijke optreden van Frank
rijk en Spanje. Tol. rechtvaardiging van dit
optreden is door de beide regeeringen te
zamen eene nota gezonden aan de overige
onderteekenaars van het protokol van Al
geciras. Maar zij hebben daaraan reeds
laten voorafgaan mondelinge verklaringen,
die hunne gezanten aan de verschillende mi-
nisteriën van buitenlandsche zaken hebben
afgelegd. Die verklaringen hebben nergens
bedenkingen' ontmoetoveral heeft men de
waarde van de door de beide regeeringpn.
aangevoerde redenen en de correctheid van
hunne houding erkond. Daar nu de nota, die
blijkens de berichten gisteren is overhandigd,
slechts de vroeger gegeven verklaringen, die
eenstemmig zijn goedgekeurd, herhaalt, s
het niet te verwachten, dat zij aanleiding zal
geven tot het opperen van bedenkingen. De
aanbieding van deze nota was dus slechts
eene formaliteit.
Aan den anderen kant is men in Tanger
bezig het terrein te effenen voor eene actieve
bemoeiing met de zaken in Marokko. De ge
zanten zijn vergaderd geweest, en in die bij
eenkomst heeft de Fransche gezant feiten
bijgebracht om te bewijzen, dat het maghzen
onmachtig is om de daden van willekeur,
waaraan Raisoeli zich schuldig maakt, te
verhinderen. Do gezanten van de overige in
Tanger vertegenwoordigde staten zijn hem
bijgevallen, waarbij intusschen de gezanten
van het Duitsche rijk en van Oostenrijk-
Hongarije eene kleine reserve gemaakt heb
ben zij hebben gezegd, dat zij uit eigen
ervaring naet konden spreken over het daar
door veroorzaakte .ongerief, want zij hadden
daarover geen klachten ontvangen. Dat kan
echter hieraan liggjn, dat het aantal per
sonen, die zich als burgers van de door hen
vertegenwoordigde staten tot hen om bescher
ming moeten wenden als zij in moeaelijkheid
komen, slechts gering i-. Dit schijnt hen in
tusschen niet te hebben weerhouden om mede
te werken tot het besluit, dat genomen is om
:zich met een gezamenlijk onderteekenden
1 .jrief tot den vertegenwoordiger van den
'.sultan te wenden.
Van dezen brief zal men zich wel geen
groote uitwerking voorstellen. De tot dus
ver in Marokko opgedane ondervinding be
wijst voldingend, dat r.et woorden, hetzij zij
gesproken of geschreven worden, niet veel
is uit te richten. De brief zal dan ook wel
hoofdzakelijk de bedoek. hebben de Marok-
kaansclie overheid voor te oereiden op de
vlootdemonstratie, -'ie voor de deur staat.
Men vleit zich er mee, dat het verschijnen
van de oorlogsschepen op de reede van Tan
ger een moreelen invloed zal uitoefenen, die
zal bijdragen om 1,At Marokkaansche kust
gebied tot rust te brengen.
Maar als die verwachting niet uitkomt?
Dan zullen de troepen, die de oorlogsschepen
reeds aan boord hebben, aan land gezet
worden en optreden als handhavers van de
rust. Ook als het zoover komt, heeft men
de beste voornemens. Men denkt er niet
aan, zich met de binnen landsche aangele
genheden te bemoeien. Het doel is alleen de
wettige overheid voorloopig bij te staan in
hare politiezorg, totdat het tijdstip zal zijn
gekomen, waarop de internationale politie
macht, bij de overeenkomst van Algeciras
voorzien, in werking zal kunnen treden.
Intusschen, het valt niet te ontkennen,
dat de mogelijkheid bestaat, dat men daar
mee niet zal kunnen volstaan. Men zal dan
op nieuw staan voor do vraag: Wat dan?
Er is in de actie, die nu staat te beginnen,
een element van onzekerheid. De Daily Te
legraph geeft daaraan uiting door te zeg-
gen
„Het ontschepen van troepen zal niet zoo
zeer het eerste bedrijf, dan het voorspel van
een onberekenbaar drama zijn. Het voorstel
tot inrichting van eene politie in de acht
havens was eigenlijk maar een plan tot ge
nezing van eene organische ziekte door het
aanbrengen van acht stukken hechtpleister.
De bescherming van eene stad is slechts te
volbrengen, wanneer het in de buurt ge
legen land veilig is; de omstreken van eene
plaats kunnen echter niet door de politie
beveiligd worden, wanneer men de roevers
niet vervolgt. De Europeesche strijdkrachten
zullen öf in de havens binnen de muren
van de stad ingesloten worden, öf zij zullen
allengs tot op een on bepaalden afstand hun
ne bezetting moeten uitbreiden. Wij zijn
met dit proces in Egypte vertrouwd gewor
den, en de Russen hebben het in Centraal
Azië niet minder grondig leeren kennen. Het
Europeesche gezag, dat zich op het gebied
van een aan de anarchie prijs gegeven rijk
vestigt, moet zich terugtrekken of uitbrei
den; maar ©en vreedzaam binnen dringen
zal öf niet vreedzaam worden öf ziah uitbrei
den. Met de ontscheping van troepen in Tan
ger zou eene taak beginnen, die niet gemak
kelijk op grond van de beperkte aansprake
lijkheid is uit te voeren."
Duitschland.
Volgens de Braunschweigische Landesztg.
heeft men te Brunswiik door betrouwbare
bijzondere personen, op grond van monde
linge besprekingen met den hertog van Cum
berland het bericht ontvangen, dat de hertog
beslist weigert afstand te doen van zijne aan
spraken op Hannover.
In het district Berlijn III is bij hei-stem
ming tot lid van het huis van afgevaardig
den van den Pruisischen landdag gekozen
de vrijzinnige Müller-Saga-n met 1370 stem
men, tegen 1108 op den socialist Ledebour.
Duitschland en Oostenrijk.
Naar aanleiding van de onthulling van
het gedenkteeken van graaf Julius Andras-
sy te Budapest zijn telegrammen gewisseld
tu hen den Duitschen Keizer en den Kei
zer van Oosten rij k-Hongarije.
Keizer Wilhelm seinde: „Bij de plechtige
onthulling óp heden van het gedenkteeken
voor graaf Julius Andrassy, den grooten
zoon van Hongarije en den grooten staats
man, wiens naam met de stichting van ons
verbond zoo nauw verbonden is, zend ik u
in vriendschappelijke deelneming hartelijke
groeten."
Keizer FransJozef beantwoordde dit te
legram aldus: „Ik dank u hartelijk voor de
vriendschappelijke groeten naar aanleiding
van de onthulling op heden van het monu
ment voor graaf Andrassy, dezen voor Hon
garije en de monarchie uitnemenden staats
man. Zooals gij zeer juist opmerkt, blijft
zijn naam met ons verbond nauw verbon
den
De geheel© Hongaarsche pers heeft het
met voldoening begroet, dat de Duitsche
Keizer hot nationale feest der onthulling
van dit monument niet heeft laten voorbij
gaan, zonder bewijs te geven, dat hij zich
de verdiensten van Andrassv herinnert no
pens de stichting van het verbond tusschen
Oostenrij k-Hongarije en Duitschland. De
meeste bladen wijzen er op, dat deze dépêche
een nieuw bewijs is voor de kracht en voor
het in stand blijven van het verbond.
Belgli.
De afgevaardigden L. Huysmans, Aug.
Delbeke, Fred. Delvaux, Am. Vissart de
Bocarmé, R. Warocque en E. Nerinckx héb
ben bij de Kamer in zake de Congostaat.
de volgende motie ingediend:
De Kamer hulde brengend aan de groot
heid van het Congowerk en aan de vader -
landsche gevoelens van zijn stichter;
Aangezien het Koninklijke testament van
2 Aug. 1889, België roept tot erfenis van
den Congostaat, maar daarbij het 's lands
belang is dat nog gedurende het leven des
Konings de kwestie geregeld worde der over
neming van den Congostaat, welke, de Ko
ning steeds aan België heeft aangeboden en
nog aanbiedt;
Overtuigd, dat de betrachtingen, ingege
ven door de groote ondervinding van den
Koning-Souverein, kunnen overeengebracht
worden met de voorschriften van het Bel
gisch openbaare recht, de uitoefening der
souvereinkeit en de erkende rechten van
België
Bevestigt den onwankelbaren wil des laJids.
om zijne beslissingen te nemen in de vol
heid van zijne nationale onafhankelijkheid
en vrijheid.
Verlangt zoo spoedig mogelijk geroepen te
zijn om uitspraak te doen over de kwestie
van het overnemen van den Congostaat.
Drukt den wensch uit, dat de middeusec-
tie, belast met het onderzoek van 't wets
ontwerp van 7 April 1904 op het koloniaal
regiem, haar werk verhaaste en haar ver
slag binnen korten tijd neerlegge;
Neemt akte van het door de regeering
stellig uitgedrukt inzicht, zoo spoedig moge
lijk na de stemming dier wet de ^nderhan
delingen te openen, betrekkelijk de overne
ming van den Congostaat- door België, en die
onderhandelingen te omringen door bijzon
dere waarborgen, die in 's lands oogen haar
het meest gezag erkennen.
En gaat over tot de orde van den dag.
Frankrijk.
De laatste boedelbeschrijvingen in de
Fransche kerken zijn niet de gemakkelijkste.
Eergisteren morgen hebben de prefect van
het departement Finistère, de onderprefect
en do met de boedelbeschrijving belaste
ambtenaren zich ingescheept naar het op
korten afstand van de kust gelegen eiland
Bat-z. Uit voorzorg hadden zij 80 gendarmen
meegenomen. De voorzorg bleek niet overbo
dig. Toen de inventarisatie van een kerk en
van een kapel was verricht, hadden drie
gendarmen bijt wonden aan de vingers; twee
andereu waren door steenworpen in het ge
laat en aan de handen gewond. De eilanders
waren er natuurlijk ook niet te best afge
komen. Vijf gevangenen werden van het
eiland meegevoerd, waaronder de pastoor.
Deze bleef in hechtenis; de anderen werden
vrijgelaten.
De minister vain oorlog heeft aan den mi
nisterraad medegedeeld, dat van de officie
ren, wier hulp was ingeroepen bij de boedel
beschrijvingen, drie hun ontslag hebben ge
vraagd Een van dezen, die het bevel, dat
hij had ontvangen, had uitgevoerd, is met
pensioen uit den dienst gegaande beide
anderen zijn niet eervol ontslagen.
Engeland.
Londen5 Der. In den loop van de be
raadslaging in het Lagerhuis over het wets
ontwerp betreffende de aansprakelijkheid
voor ongelukken van werklieden, heeft de
regeering een amendement, waardoor ook
dienstboden binnen het bereik dier wet- ge
bracht worden, eerst bestreden, maar ten
slotte toch aangenomen.
Do staatscommissie, die is ingesteld tot
het doen van voorstellen voor eene hervor
ming van de inkomstenbelasting heeft haar
rapport uitgebracht. Van de voorstellen tot-
wijziging der bestaande regeling, die de com
missie doet, is het meest opmerkelijk dat om
verschil te maken tusschen zelf verworven
inkomen en inkomen uit andere bron. Dit
laatste zal zwaarder belast worden. Een
grondeigenaar b.v„ die zijn land zelf be
bouwt, zou voor de vruchten van zijn arbeid
minder aan belasting behoeven op te bren
gen dan do grondeigenaars, die door ver
pachting van zijn grond aan anderen daar
uit inkomsten trekt.
It&HS.
Rome, 5 Dec. De Kamer heeft een aan-
vang gemaakt met de beraadslaging over
do interpellatiën betreffende den dienst-der
spoorwegen
Het Italiaansch-Rumeensche handelstrac-
taat is geteekend.
Rutland.
Een bericht van de Russische Korrespon-
dcuz beweert, dat de minister van financiën
Kokowzew in een nieuwen aan den minister
president gerichten brief den toestand van
de Russische schatkist moedelijk heeft ge
noemd en heeft verklaard, dat de begrooting
van het loopende jaar met een tekort van
481 millioen zal sluiten. Het Petersburgsehe
telegraafagentschap is daartegenover gemach
tigd te verklaren, dat de minister in 't ge
heel geen brief, waarin de financieele toe
stand van Rusland wordt behandeld, aan
den minister-president heeft gezonden. In de
loopende correspondentie heeft do minister
van financiën meermalen gewezen op de
wonschei ij kheid om spaarzaam huis te hou
den hij heeft echter met geen woord "e-
wag gemaakt van een tekort van 481 mil
lioen integendeel hoopt hij in staat te zijn,
dank zij de genomen maatregelen, de be
grooting van het loopende jaar zonder tekort
te kunnen afsluiten.
De krijgsraad in Krasnojarsk (gouverne
ment Jenisseisk) heeft den luitenant-kolonel
Kowadsky tot ontslag uit. den dienst veroor
deeld, omdat hij in November van het- vorige
jaar eeno afdeeling soldaten heeft bevolen
de woning van den gouverneur binnen te
dringen om dezen gevangen te nemen.
Turkije.
Volgens een bericht van do Pol. Korr. uit
Konstan tinopel ondervindt de uitvoering der
verhooging van de invoerrechten van 8 tot
11 pet. vertraging, en wel niot alleen door
de weigering van de Dette Publique om het
tekort van 250,000 Turksche ponden in de
begroot ing voor Maoedonie te dekken, maar
ook omdat Engeland er op uit is zich door
onderzoek op de consulaten zekerheid te ver
schaffen. dat de door de Port© in hare nota
van 9 November toegezegde faciliteiten in
den dienst werkelijk zullen worden uitge
voerd.
Allerlei.
vDe Berlijnsche berichtgever van de
Frank f. Ztg. meldt, dat de voorzitter van
het hof, nadat aan Voigt het vonnis was
medegedeeld, hem zachtjes moet toegevoegd
hebben: „Nu geve u God de kracht, om
de straf te dragen." Uit de stemming van
zijne rechters maakt de correspondent op,
dat een verzoekschrift om gedeeltelijke kwijt
schelding van straf door het hof gesteund zal
worden. Verder is bekend geworden, dat aan
Voigt nu reeds werk en hulp is toegezegd
tegen den tijd, dat hij weer vrij zal zijn.
vGisterenmorgen is de beruchte moor
denaar Hennig terechtgesteld op het binnen
plein van de gevangenis van Plötzensee, bij
Berlijn. Het is vandaag juist een jaar ge
leden, dat Hennig den kellner Gierenoth
vermoordde. Hij hoeft zich de laatste oogen-
blikken gek gehoudende handlangers van
don beul haddon groote moeite hem naar het
schavot te brengen. De terechtstelling was
binnen de two© minuten afgeloopen.
vUit de puinhoopen van de roburiet-
fabriek bij Annen zijn nog 226 kisten robu-
riet weggehaald en in veilighheid gebracht.
Er worden nog altijd eenige lijken vermist.
De leegstaande huizen te Witten en An
nen hebben 's nachts veel van dieven te lij
den. Alles wat niet aard en nagelvast is, is
van hun gading. Te Witten zijn in een nacht
tien inbraken gepleegd. Uit naburige plaat
sen is nu politie gezonden om die to Witten
en Annen te versterken.
vDe heer en mevrouw Krupp v. Bohlen
und Halbach hebben 20,000 mk. gegeven
voor de slachtoffers van de ontploffing te
Annen en Witten. De fabriek van Krupp
te Annen heeft dezelfde som geschonken.
vDe gemeente Dortmund heeft 10.000
mark voor de noodlijdenden te Annen en
Witten toegestaan.
OOST-INDIÊ.
Bali,
Blijkens een uit Nederlandsch Indië
ontvangen telegram zijm de hoofdaanleggers
van het op 28 November in Tabanam (Bali)
JAN 8JT O R K.
„Waarom zou 'het zoo niet 'blijven? I'k zie
niet in, dat het veranderen moet. Het- is
juist nood'ig in de wereld, dat er gelukkige
menschen zijn, en weet je waarom? Om het
verdriet en de ellende van andoren op te
merken en te verzachten. Sommigen1 meenen,
nat men arm en ongelukkig moet zijn, om
met armenen ongelukkigen mee te kunnen
Voelen. Maar dat is niet zoo. Toen ik in' het
voorjaar, na je vertrek naar Engeland', zoo
diep rampzalig was, was ik geheel onverschil
lig en gevoelloos voor het- verdriet en de
ellende van anderen. Ik had1 aan mijn eigen
ongelukkig-zijn genoeg on kon niets voelen
voor andermans leed. Geloof mij, het onge
luk maakt meer egoïstisch, zelfgenoegzaam,
hardvochtig en stompzinnig dan het. geluk.
Hoe feller de gelukszon ons omstraalt, des
te scherper kunnen wij de schaduw, het don
ker dier armoede en der ellende onderschei
den
„Ja, maar 'het te fello zonlicht kan ook
verblinden."
„Niet zoo spoedig als de duisternis ons het,
zien onmogelijk maakt. En dat zien doet
mede lijden en geeft daardoor een tegen
wicht voor al te overstelpend geluk. Als i'k
je nu, op dit oogenblik, kon brongen in een
dier achterbuurten in den Haag, die ik in
het voorjaar bezocht heb, zou je je niet meer
zoo machtig gelukkig en tevreden gevoelen,
doordat je zoudt zien en mede lijden. En
juist het zien van die schrille tegenstelling
van blinkend geluk en sombere ellende
dwingt ons tot helpen en troosten."
„Je hebt gelijk Minnie, het. was zelfzuch
tig van me te zeggen, dat. er voor ons niets
meer te wenschen overbleef, zoolang er nog
zooveel verdriet en armoede te lenigen valt.
Weet je nog, wat je mij gezegd hebt, toen, je
uit. den Haag terug kwam?"
„Ik 'had toen zooveel tie vertellen."
„Toen zei je, dat. je er voor zoudt zorgen,
dat nooit in A. iemand zóó diep ellendig en
armoedig zou worden, als je dat in dein' Haag
gezien hadt, zoolang je vader je geldelijk zou
helpen. Welnu vandaag 'heeft je vader dien
plicht op mij overgedragen, en i'k beloof je,
zijn goede meening omtrent zijn kinderen
niet te beschamen. Ik zal je 'helpen om in
zijn. geeslt onzen overvloed te gebruiken tot
hei'1 van anderen."
„Beloof maar niet. te veel. Je weet nog
niet hoe onophoudelijk ik kan bedelen."
Toen wij op Berkenrode kwamen,, liep Mies
ons tegemoet met haar .poney en dén hond.
Of juister, Ceasar was het eerst bij ons, ge
volgd1 door Wit, en toen kwam Mies pas.
„Moet liet hek niet dicht, Mies?" vroeg
ik, „nu Wit los loopt."
„Neen," antwoordde zij, „bij loopt niet
meer weg, en al gaat hij den straatweg eens
op, dan fluit ik maar, of stuur Caesar om
hem te halen. Hij loopt don hond overal
achterna. O, ze kunnen, zoo leuk krijgertje
spelen die twee Maar nu wij visite hebben
moet bet paardje naar liuis. Vooruit Wit
naar stal."
Zij wees met de zweep, die zij in de band
bad, naar bet buis en de poney liep in kor-
ten draf in de aangewezen richting. Toen bij
bij dén stal gekomen was, blies Mies op e©u
fluitje. Wit keerde zich dadelijk om en kwam
in galop weer naar haar toe.
„Precies een hond," zei mijnheer Dubois.
„O, veel verstandiger, Wit is veel leer
zamer dan Caesar," meende Mies, terwijl
zij met haar arm om den nek van het
paard voort wandelde en hem nu voor goed
naar stal bracht.
Tante B'ertha 'had wol eenig bezwaar om
nog uit. te gaan, maar liet zich toch overha
len. Mies vond bet gelukkig, <lat wij geko
men waren. Nu kon zij baar hart nog eens j
luchten over bet heerlijke nieuws, dat Min
nie en ik zoo dicht bij 'Békkenrode kwamen
wonen Met tante was zij er al over uitge
praat.
„Voor zoover men over zoo iets uitgepraat
kan raken," voegde zij er bij-
'Bij het terugkeeren naar Lindenheuvel
kwamen wij dokter Van den Berg tegen. Hij
was spoedig deelgenoot gemaakt van ons al
ler opgeruimde stemming. Natuurlijk werd:
hij niet losgelaten en moest hij bepaald! met
ons mee
„Maar," zei bij, „de meisjes en Henri zul
len ongerust worden. Ik heb beloofd vroeg
thuis te komen."
„Daar weet ik raad op, doktor," riep Mies.
„I'k zie daar juist mijn vriend Marks aan
komen. Die zal wel even bij u thuis willen
zeggen, waar u bent."
Toen ik hoorde dat Henri thuis was. kreeg
ik oen inval, en nadat Marks gezegd had, dat.
hij heel graag een boodschap voor juffrouw
Munk w'ilde doen, zei ik:
„Ik zal liet op mijn naamkaartje schrijven.
Mies, dan heeft. Marks het alleen aan bet
buis van den dokter af te geven/'
En terwijl do anderen zoetjesaan voortlie
pen, schreef ik Henri, zeg aan je zusters, 1
dat je vader vanavond op Lindenheuvel
blijft. Kom jij daar ook, onder voorwendsel
mii noodzakelijk te moeten spreken.
ttpi klein uurtje later, terwijl wij buiten,
vóór het huis, van eene heerlijke perziken -
bowl zaten te genieten, boorden wij het grint
kraken en zagen wij Henri van dén Bërg
komen
„Er is thuis toch geen onraad Henri?"
vroeg de dokter.
„Neen vader. Stel u gerust," antwoordde
hij, „maar door het kaartje, waarop Paul
mij schreef, dat u niet thuis kwam, zag i'k,
dat hij vandaag hier te A. is, ©ui nu wildé
ik hem vragen of hij morgen eene boodkhap
voor mij in Leiden zou kunnen doen. Dan
behoef ik er zelf niet heen en kan thuis blij
ven doorwerken aan mijn dissertatie. Je gaat.
zeker morgen weer naar N„ Paul?"
„Ja," antwoordde ik, „met den tram van
8 uur. Maar ga eerst, zitten." En ik gaf 'hem
een stoel tusschen Mies en mij in.
„En dan," vervolgde ik, „moet ik je eerst-
med'edeelen, hoe hot komt, dat je ons hier
zoo verheugd van harte te samen vindt."
En het gesprek kwam weer op ons blijven
wonen in A., cn tot heden weet ik nog nicfc
welke boodschap ik dien volgenden dag voor
Henri in Leiden moest doen. Wel weet. ik,
dat toen wij 's avonds naar huis gingen,
tante Bertha, de dokter en ik vooruit wan
delden, gevolgd door Anna en Karei, en dat
Mies en Henri de achterhoede vormden en
dat, toen ik Mies boven op het portaal goe
den nacht wenschte, ik eene extra omhelzing
kreeg en zp mij haar lieven, goeden, besten,
ouwen broer noemde.
1 Toen Minnie mij den volgendon morgen in
den tram vroeg of ik werkelijk eéne bood
schap voor Henri had te doen, vertelde ik
haar hoe de zaak zich had toegedragen.
„Nu," zei ze, ..ik geloof, dat de dokter
ook niets van die boodschap geloofde."
„Neen en tante Bertlia evenmin. Maar
beiden schijnen niets tegen den omgang van
die twee te hobbeu. Anders had ik het ook
niot gedaan."
Ik was blij toen ik don Zaterdagavond:
daaraanvolgend in den tram naar A. zat,
met het vooruitzicht eens vroeg naar bed te
gaan en eon geheelen rustdag vóór mij te
hebben. Ik had eene dirukke, welbesteed©
week achter den rug. Maar gelukkig was
alles nogal mede geloopen. Behalve het. per
soonlijk voordeel, dat. voor mij daaraan, ver
bonden was, hadden wij uitstekenden grond
gevonden voor de uitbreiding der zaak. Do
twee leorlingbloemonbindsters voldeden zeer
goed. Minnie 'had die week drie dagen mede
geholpen. Maandag, Woensdag en Donder
dag, Vrijdags 'had ik, na met juffrouw lan
den het kleinood haror moeder teruggekocht
te hebben, in den Haag de opdracht gekre
gen tot dén aanleg van eene buitenplaats
aan den Wassenaarschon weg. 'Hot plan voor
Kareis tuin was mij uitstekend gelukt. Al
leen de laatste eerbewijzen van onzen ouden
meesterknecht was dien morgen als een droe
ve plicht daar tusschen gekomen.
Wordt vervolgd.