af .156. Donderdag 6 December 1906. BUITENLAND. KOLONIËN. FEUILLETON. Op „Berkenrode," 69 Roman door 5" Jnarttaiig. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Amerafeertf 1*95. Jdem franco per post1.75. Afzonderlijke nummert«.05. Deze Courant versohymt Dagelgkt, niet nifeondtring vaa Zon- en Feestdagen. Adyertentiên, mededeelingen enz., gelieye men véór 1# nar 's morgena bij de Uitgeyera in te zenden. Uitgever»: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADYERTENTliN Van 1—5 regelt6.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan roordeeliae bepalingen tot het herhaald adyerteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de reerwaarden, wordt op aamrrwag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester van. Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden, dat. volgens raede- ileeling van den Commandant der Stelling van Amsterdam, tusschen, 7 en 16 December 1906 op één of twee avonden aan de oevere van het Noordzeekanaal, tusschen het fort bij. Velsen en IJmuiden, proeven worden genomen met een klein zoeklicht. Amersfoort, 6 December 1906. De Burgemeester voornoemd, WUUTOERS. Politiek Overzicht. 0« bemoeiing naet Marokko. De vlootdemonstrat'e, die door Frankrijk e.i Spanje gezamenlijk zal worden onderno men op de reede van Tanger, ontwikkelt zich volgens het daarvan opgemaakte pro gramma. Admiraal Touchard, de bevelheb ber van de Fransche lootdivisie, die bestemd is het bevel over de vereenigde vloot op zicli te nemen, is na zijn vertrek uit Toulon in Cadix voor anker gaan liggen, om een reisje te kunnen doen naar Madrid. Daar moet hij in besprekingen met den Koning en met de ministers nadere regelingen treffen over de eenheid van bandelen, die de basis uitmaakt van het gezamenlijke optreden van Frank rijk en Spanje. Tol. rechtvaardiging van dit optreden is door de beide regeeringen te zamen eene nota gezonden aan de overige onderteekenaars van het protokol van Al geciras. Maar zij hebben daaraan reeds laten voorafgaan mondelinge verklaringen, die hunne gezanten aan de verschillende mi- nisteriën van buitenlandsche zaken hebben afgelegd. Die verklaringen hebben nergens bedenkingen' ontmoetoveral heeft men de waarde van de door de beide regeeringpn. aangevoerde redenen en de correctheid van hunne houding erkond. Daar nu de nota, die blijkens de berichten gisteren is overhandigd, slechts de vroeger gegeven verklaringen, die eenstemmig zijn goedgekeurd, herhaalt, s het niet te verwachten, dat zij aanleiding zal geven tot het opperen van bedenkingen. De aanbieding van deze nota was dus slechts eene formaliteit. Aan den anderen kant is men in Tanger bezig het terrein te effenen voor eene actieve bemoeiing met de zaken in Marokko. De ge zanten zijn vergaderd geweest, en in die bij eenkomst heeft de Fransche gezant feiten bijgebracht om te bewijzen, dat het maghzen onmachtig is om de daden van willekeur, waaraan Raisoeli zich schuldig maakt, te verhinderen. Do gezanten van de overige in Tanger vertegenwoordigde staten zijn hem bijgevallen, waarbij intusschen de gezanten van het Duitsche rijk en van Oostenrijk- Hongarije eene kleine reserve gemaakt heb ben zij hebben gezegd, dat zij uit eigen ervaring naet konden spreken over het daar door veroorzaakte .ongerief, want zij hadden daarover geen klachten ontvangen. Dat kan echter hieraan liggjn, dat het aantal per sonen, die zich als burgers van de door hen vertegenwoordigde staten tot hen om bescher ming moeten wenden als zij in moeaelijkheid komen, slechts gering i-. Dit schijnt hen in tusschen niet te hebben weerhouden om mede te werken tot het besluit, dat genomen is om :zich met een gezamenlijk onderteekenden 1 .jrief tot den vertegenwoordiger van den '.sultan te wenden. Van dezen brief zal men zich wel geen groote uitwerking voorstellen. De tot dus ver in Marokko opgedane ondervinding be wijst voldingend, dat r.et woorden, hetzij zij gesproken of geschreven worden, niet veel is uit te richten. De brief zal dan ook wel hoofdzakelijk de bedoek. hebben de Marok- kaansclie overheid voor te oereiden op de vlootdemonstratie, -'ie voor de deur staat. Men vleit zich er mee, dat het verschijnen van de oorlogsschepen op de reede van Tan ger een moreelen invloed zal uitoefenen, die zal bijdragen om 1,At Marokkaansche kust gebied tot rust te brengen. Maar als die verwachting niet uitkomt? Dan zullen de troepen, die de oorlogsschepen reeds aan boord hebben, aan land gezet worden en optreden als handhavers van de rust. Ook als het zoover komt, heeft men de beste voornemens. Men denkt er niet aan, zich met de binnen landsche aangele genheden te bemoeien. Het doel is alleen de wettige overheid voorloopig bij te staan in hare politiezorg, totdat het tijdstip zal zijn gekomen, waarop de internationale politie macht, bij de overeenkomst van Algeciras voorzien, in werking zal kunnen treden. Intusschen, het valt niet te ontkennen, dat de mogelijkheid bestaat, dat men daar mee niet zal kunnen volstaan. Men zal dan op nieuw staan voor do vraag: Wat dan? Er is in de actie, die nu staat te beginnen, een element van onzekerheid. De Daily Te legraph geeft daaraan uiting door te zeg- gen „Het ontschepen van troepen zal niet zoo zeer het eerste bedrijf, dan het voorspel van een onberekenbaar drama zijn. Het voorstel tot inrichting van eene politie in de acht havens was eigenlijk maar een plan tot ge nezing van eene organische ziekte door het aanbrengen van acht stukken hechtpleister. De bescherming van eene stad is slechts te volbrengen, wanneer het in de buurt ge legen land veilig is; de omstreken van eene plaats kunnen echter niet door de politie beveiligd worden, wanneer men de roevers niet vervolgt. De Europeesche strijdkrachten zullen öf in de havens binnen de muren van de stad ingesloten worden, öf zij zullen allengs tot op een on bepaalden afstand hun ne bezetting moeten uitbreiden. Wij zijn met dit proces in Egypte vertrouwd gewor den, en de Russen hebben het in Centraal Azië niet minder grondig leeren kennen. Het Europeesche gezag, dat zich op het gebied van een aan de anarchie prijs gegeven rijk vestigt, moet zich terugtrekken of uitbrei den; maar ©en vreedzaam binnen dringen zal öf niet vreedzaam worden öf ziah uitbrei den. Met de ontscheping van troepen in Tan ger zou eene taak beginnen, die niet gemak kelijk op grond van de beperkte aansprake lijkheid is uit te voeren." Duitschland. Volgens de Braunschweigische Landesztg. heeft men te Brunswiik door betrouwbare bijzondere personen, op grond van monde linge besprekingen met den hertog van Cum berland het bericht ontvangen, dat de hertog beslist weigert afstand te doen van zijne aan spraken op Hannover. In het district Berlijn III is bij hei-stem ming tot lid van het huis van afgevaardig den van den Pruisischen landdag gekozen de vrijzinnige Müller-Saga-n met 1370 stem men, tegen 1108 op den socialist Ledebour. Duitschland en Oostenrijk. Naar aanleiding van de onthulling van het gedenkteeken van graaf Julius Andras- sy te Budapest zijn telegrammen gewisseld tu hen den Duitschen Keizer en den Kei zer van Oosten rij k-Hongarije. Keizer Wilhelm seinde: „Bij de plechtige onthulling óp heden van het gedenkteeken voor graaf Julius Andrassy, den grooten zoon van Hongarije en den grooten staats man, wiens naam met de stichting van ons verbond zoo nauw verbonden is, zend ik u in vriendschappelijke deelneming hartelijke groeten." Keizer FransJozef beantwoordde dit te legram aldus: „Ik dank u hartelijk voor de vriendschappelijke groeten naar aanleiding van de onthulling op heden van het monu ment voor graaf Andrassy, dezen voor Hon garije en de monarchie uitnemenden staats man. Zooals gij zeer juist opmerkt, blijft zijn naam met ons verbond nauw verbon den De geheel© Hongaarsche pers heeft het met voldoening begroet, dat de Duitsche Keizer hot nationale feest der onthulling van dit monument niet heeft laten voorbij gaan, zonder bewijs te geven, dat hij zich de verdiensten van Andrassv herinnert no pens de stichting van het verbond tusschen Oostenrij k-Hongarije en Duitschland. De meeste bladen wijzen er op, dat deze dépêche een nieuw bewijs is voor de kracht en voor het in stand blijven van het verbond. Belgli. De afgevaardigden L. Huysmans, Aug. Delbeke, Fred. Delvaux, Am. Vissart de Bocarmé, R. Warocque en E. Nerinckx héb ben bij de Kamer in zake de Congostaat. de volgende motie ingediend: De Kamer hulde brengend aan de groot heid van het Congowerk en aan de vader - landsche gevoelens van zijn stichter; Aangezien het Koninklijke testament van 2 Aug. 1889, België roept tot erfenis van den Congostaat, maar daarbij het 's lands belang is dat nog gedurende het leven des Konings de kwestie geregeld worde der over neming van den Congostaat, welke, de Ko ning steeds aan België heeft aangeboden en nog aanbiedt; Overtuigd, dat de betrachtingen, ingege ven door de groote ondervinding van den Koning-Souverein, kunnen overeengebracht worden met de voorschriften van het Bel gisch openbaare recht, de uitoefening der souvereinkeit en de erkende rechten van België Bevestigt den onwankelbaren wil des laJids. om zijne beslissingen te nemen in de vol heid van zijne nationale onafhankelijkheid en vrijheid. Verlangt zoo spoedig mogelijk geroepen te zijn om uitspraak te doen over de kwestie van het overnemen van den Congostaat. Drukt den wensch uit, dat de middeusec- tie, belast met het onderzoek van 't wets ontwerp van 7 April 1904 op het koloniaal regiem, haar werk verhaaste en haar ver slag binnen korten tijd neerlegge; Neemt akte van het door de regeering stellig uitgedrukt inzicht, zoo spoedig moge lijk na de stemming dier wet de ^nderhan delingen te openen, betrekkelijk de overne ming van den Congostaat- door België, en die onderhandelingen te omringen door bijzon dere waarborgen, die in 's lands oogen haar het meest gezag erkennen. En gaat over tot de orde van den dag. Frankrijk. De laatste boedelbeschrijvingen in de Fransche kerken zijn niet de gemakkelijkste. Eergisteren morgen hebben de prefect van het departement Finistère, de onderprefect en do met de boedelbeschrijving belaste ambtenaren zich ingescheept naar het op korten afstand van de kust gelegen eiland Bat-z. Uit voorzorg hadden zij 80 gendarmen meegenomen. De voorzorg bleek niet overbo dig. Toen de inventarisatie van een kerk en van een kapel was verricht, hadden drie gendarmen bijt wonden aan de vingers; twee andereu waren door steenworpen in het ge laat en aan de handen gewond. De eilanders waren er natuurlijk ook niet te best afge komen. Vijf gevangenen werden van het eiland meegevoerd, waaronder de pastoor. Deze bleef in hechtenis; de anderen werden vrijgelaten. De minister vain oorlog heeft aan den mi nisterraad medegedeeld, dat van de officie ren, wier hulp was ingeroepen bij de boedel beschrijvingen, drie hun ontslag hebben ge vraagd Een van dezen, die het bevel, dat hij had ontvangen, had uitgevoerd, is met pensioen uit den dienst gegaande beide anderen zijn niet eervol ontslagen. Engeland. Londen5 Der. In den loop van de be raadslaging in het Lagerhuis over het wets ontwerp betreffende de aansprakelijkheid voor ongelukken van werklieden, heeft de regeering een amendement, waardoor ook dienstboden binnen het bereik dier wet- ge bracht worden, eerst bestreden, maar ten slotte toch aangenomen. Do staatscommissie, die is ingesteld tot het doen van voorstellen voor eene hervor ming van de inkomstenbelasting heeft haar rapport uitgebracht. Van de voorstellen tot- wijziging der bestaande regeling, die de com missie doet, is het meest opmerkelijk dat om verschil te maken tusschen zelf verworven inkomen en inkomen uit andere bron. Dit laatste zal zwaarder belast worden. Een grondeigenaar b.v„ die zijn land zelf be bouwt, zou voor de vruchten van zijn arbeid minder aan belasting behoeven op te bren gen dan do grondeigenaars, die door ver pachting van zijn grond aan anderen daar uit inkomsten trekt. It&HS. Rome, 5 Dec. De Kamer heeft een aan- vang gemaakt met de beraadslaging over do interpellatiën betreffende den dienst-der spoorwegen Het Italiaansch-Rumeensche handelstrac- taat is geteekend. Rutland. Een bericht van de Russische Korrespon- dcuz beweert, dat de minister van financiën Kokowzew in een nieuwen aan den minister president gerichten brief den toestand van de Russische schatkist moedelijk heeft ge noemd en heeft verklaard, dat de begrooting van het loopende jaar met een tekort van 481 millioen zal sluiten. Het Petersburgsehe telegraafagentschap is daartegenover gemach tigd te verklaren, dat de minister in 't ge heel geen brief, waarin de financieele toe stand van Rusland wordt behandeld, aan den minister-president heeft gezonden. In de loopende correspondentie heeft do minister van financiën meermalen gewezen op de wonschei ij kheid om spaarzaam huis te hou den hij heeft echter met geen woord "e- wag gemaakt van een tekort van 481 mil lioen integendeel hoopt hij in staat te zijn, dank zij de genomen maatregelen, de be grooting van het loopende jaar zonder tekort te kunnen afsluiten. De krijgsraad in Krasnojarsk (gouverne ment Jenisseisk) heeft den luitenant-kolonel Kowadsky tot ontslag uit. den dienst veroor deeld, omdat hij in November van het- vorige jaar eeno afdeeling soldaten heeft bevolen de woning van den gouverneur binnen te dringen om dezen gevangen te nemen. Turkije. Volgens een bericht van do Pol. Korr. uit Konstan tinopel ondervindt de uitvoering der verhooging van de invoerrechten van 8 tot 11 pet. vertraging, en wel niot alleen door de weigering van de Dette Publique om het tekort van 250,000 Turksche ponden in de begroot ing voor Maoedonie te dekken, maar ook omdat Engeland er op uit is zich door onderzoek op de consulaten zekerheid te ver schaffen. dat de door de Port© in hare nota van 9 November toegezegde faciliteiten in den dienst werkelijk zullen worden uitge voerd. Allerlei. vDe Berlijnsche berichtgever van de Frank f. Ztg. meldt, dat de voorzitter van het hof, nadat aan Voigt het vonnis was medegedeeld, hem zachtjes moet toegevoegd hebben: „Nu geve u God de kracht, om de straf te dragen." Uit de stemming van zijne rechters maakt de correspondent op, dat een verzoekschrift om gedeeltelijke kwijt schelding van straf door het hof gesteund zal worden. Verder is bekend geworden, dat aan Voigt nu reeds werk en hulp is toegezegd tegen den tijd, dat hij weer vrij zal zijn. vGisterenmorgen is de beruchte moor denaar Hennig terechtgesteld op het binnen plein van de gevangenis van Plötzensee, bij Berlijn. Het is vandaag juist een jaar ge leden, dat Hennig den kellner Gierenoth vermoordde. Hij hoeft zich de laatste oogen- blikken gek gehoudende handlangers van don beul haddon groote moeite hem naar het schavot te brengen. De terechtstelling was binnen de two© minuten afgeloopen. vUit de puinhoopen van de roburiet- fabriek bij Annen zijn nog 226 kisten robu- riet weggehaald en in veilighheid gebracht. Er worden nog altijd eenige lijken vermist. De leegstaande huizen te Witten en An nen hebben 's nachts veel van dieven te lij den. Alles wat niet aard en nagelvast is, is van hun gading. Te Witten zijn in een nacht tien inbraken gepleegd. Uit naburige plaat sen is nu politie gezonden om die to Witten en Annen te versterken. vDe heer en mevrouw Krupp v. Bohlen und Halbach hebben 20,000 mk. gegeven voor de slachtoffers van de ontploffing te Annen en Witten. De fabriek van Krupp te Annen heeft dezelfde som geschonken. vDe gemeente Dortmund heeft 10.000 mark voor de noodlijdenden te Annen en Witten toegestaan. OOST-INDIÊ. Bali, Blijkens een uit Nederlandsch Indië ontvangen telegram zijm de hoofdaanleggers van het op 28 November in Tabanam (Bali) JAN 8JT O R K. „Waarom zou 'het zoo niet 'blijven? I'k zie niet in, dat het veranderen moet. Het- is juist nood'ig in de wereld, dat er gelukkige menschen zijn, en weet je waarom? Om het verdriet en de ellende van andoren op te merken en te verzachten. Sommigen1 meenen, nat men arm en ongelukkig moet zijn, om met armenen ongelukkigen mee te kunnen Voelen. Maar dat is niet zoo. Toen ik in' het voorjaar, na je vertrek naar Engeland', zoo diep rampzalig was, was ik geheel onverschil lig en gevoelloos voor het- verdriet en de ellende van anderen. Ik had1 aan mijn eigen ongelukkig-zijn genoeg on kon niets voelen voor andermans leed. Geloof mij, het onge luk maakt meer egoïstisch, zelfgenoegzaam, hardvochtig en stompzinnig dan het. geluk. Hoe feller de gelukszon ons omstraalt, des te scherper kunnen wij de schaduw, het don ker dier armoede en der ellende onderschei den „Ja, maar 'het te fello zonlicht kan ook verblinden." „Niet zoo spoedig als de duisternis ons het, zien onmogelijk maakt. En dat zien doet mede lijden en geeft daardoor een tegen wicht voor al te overstelpend geluk. Als i'k je nu, op dit oogenblik, kon brongen in een dier achterbuurten in den Haag, die ik in het voorjaar bezocht heb, zou je je niet meer zoo machtig gelukkig en tevreden gevoelen, doordat je zoudt zien en mede lijden. En juist het zien van die schrille tegenstelling van blinkend geluk en sombere ellende dwingt ons tot helpen en troosten." „Je hebt gelijk Minnie, het. was zelfzuch tig van me te zeggen, dat. er voor ons niets meer te wenschen overbleef, zoolang er nog zooveel verdriet en armoede te lenigen valt. Weet je nog, wat je mij gezegd hebt, toen, je uit. den Haag terug kwam?" „Ik 'had toen zooveel tie vertellen." „Toen zei je, dat. je er voor zoudt zorgen, dat nooit in A. iemand zóó diep ellendig en armoedig zou worden, als je dat in dein' Haag gezien hadt, zoolang je vader je geldelijk zou helpen. Welnu vandaag 'heeft je vader dien plicht op mij overgedragen, en i'k beloof je, zijn goede meening omtrent zijn kinderen niet te beschamen. Ik zal je 'helpen om in zijn. geeslt onzen overvloed te gebruiken tot hei'1 van anderen." „Beloof maar niet. te veel. Je weet nog niet hoe onophoudelijk ik kan bedelen." Toen wij op Berkenrode kwamen,, liep Mies ons tegemoet met haar .poney en dén hond. Of juister, Ceasar was het eerst bij ons, ge volgd1 door Wit, en toen kwam Mies pas. „Moet liet hek niet dicht, Mies?" vroeg ik, „nu Wit los loopt." „Neen," antwoordde zij, „bij loopt niet meer weg, en al gaat hij den straatweg eens op, dan fluit ik maar, of stuur Caesar om hem te halen. Hij loopt don hond overal achterna. O, ze kunnen, zoo leuk krijgertje spelen die twee Maar nu wij visite hebben moet bet paardje naar liuis. Vooruit Wit naar stal." Zij wees met de zweep, die zij in de band bad, naar bet buis en de poney liep in kor- ten draf in de aangewezen richting. Toen bij bij dén stal gekomen was, blies Mies op e©u fluitje. Wit keerde zich dadelijk om en kwam in galop weer naar haar toe. „Precies een hond," zei mijnheer Dubois. „O, veel verstandiger, Wit is veel leer zamer dan Caesar," meende Mies, terwijl zij met haar arm om den nek van het paard voort wandelde en hem nu voor goed naar stal bracht. Tante B'ertha 'had wol eenig bezwaar om nog uit. te gaan, maar liet zich toch overha len. Mies vond bet gelukkig, <lat wij geko men waren. Nu kon zij baar hart nog eens j luchten over bet heerlijke nieuws, dat Min nie en ik zoo dicht bij 'Békkenrode kwamen wonen Met tante was zij er al over uitge praat. „Voor zoover men over zoo iets uitgepraat kan raken," voegde zij er bij- 'Bij het terugkeeren naar Lindenheuvel kwamen wij dokter Van den Berg tegen. Hij was spoedig deelgenoot gemaakt van ons al ler opgeruimde stemming. Natuurlijk werd: hij niet losgelaten en moest hij bepaald! met ons mee „Maar," zei bij, „de meisjes en Henri zul len ongerust worden. Ik heb beloofd vroeg thuis te komen." „Daar weet ik raad op, doktor," riep Mies. „I'k zie daar juist mijn vriend Marks aan komen. Die zal wel even bij u thuis willen zeggen, waar u bent." Toen ik hoorde dat Henri thuis was. kreeg ik oen inval, en nadat Marks gezegd had, dat. hij heel graag een boodschap voor juffrouw Munk w'ilde doen, zei ik: „Ik zal liet op mijn naamkaartje schrijven. Mies, dan heeft. Marks het alleen aan bet buis van den dokter af te geven/' En terwijl do anderen zoetjesaan voortlie pen, schreef ik Henri, zeg aan je zusters, 1 dat je vader vanavond op Lindenheuvel blijft. Kom jij daar ook, onder voorwendsel mii noodzakelijk te moeten spreken. ttpi klein uurtje later, terwijl wij buiten, vóór het huis, van eene heerlijke perziken - bowl zaten te genieten, boorden wij het grint kraken en zagen wij Henri van dén Bërg komen „Er is thuis toch geen onraad Henri?" vroeg de dokter. „Neen vader. Stel u gerust," antwoordde hij, „maar door het kaartje, waarop Paul mij schreef, dat u niet thuis kwam, zag i'k, dat hij vandaag hier te A. is, ©ui nu wildé ik hem vragen of hij morgen eene boodkhap voor mij in Leiden zou kunnen doen. Dan behoef ik er zelf niet heen en kan thuis blij ven doorwerken aan mijn dissertatie. Je gaat. zeker morgen weer naar N„ Paul?" „Ja," antwoordde ik, „met den tram van 8 uur. Maar ga eerst, zitten." En ik gaf 'hem een stoel tusschen Mies en mij in. „En dan," vervolgde ik, „moet ik je eerst- med'edeelen, hoe hot komt, dat je ons hier zoo verheugd van harte te samen vindt." En het gesprek kwam weer op ons blijven wonen in A., cn tot heden weet ik nog nicfc welke boodschap ik dien volgenden dag voor Henri in Leiden moest doen. Wel weet. ik, dat toen wij 's avonds naar huis gingen, tante Bertha, de dokter en ik vooruit wan delden, gevolgd door Anna en Karei, en dat Mies en Henri de achterhoede vormden en dat, toen ik Mies boven op het portaal goe den nacht wenschte, ik eene extra omhelzing kreeg en zp mij haar lieven, goeden, besten, ouwen broer noemde. 1 Toen Minnie mij den volgendon morgen in den tram vroeg of ik werkelijk eéne bood schap voor Henri had te doen, vertelde ik haar hoe de zaak zich had toegedragen. „Nu," zei ze, ..ik geloof, dat de dokter ook niets van die boodschap geloofde." „Neen en tante Bertlia evenmin. Maar beiden schijnen niets tegen den omgang van die twee te hobbeu. Anders had ik het ook niot gedaan." Ik was blij toen ik don Zaterdagavond: daaraanvolgend in den tram naar A. zat, met het vooruitzicht eens vroeg naar bed te gaan en eon geheelen rustdag vóór mij te hebben. Ik had eene dirukke, welbesteed© week achter den rug. Maar gelukkig was alles nogal mede geloopen. Behalve het. per soonlijk voordeel, dat. voor mij daaraan, ver bonden was, hadden wij uitstekenden grond gevonden voor de uitbreiding der zaak. Do twee leorlingbloemonbindsters voldeden zeer goed. Minnie 'had die week drie dagen mede geholpen. Maandag, Woensdag en Donder dag, Vrijdags 'had ik, na met juffrouw lan den het kleinood haror moeder teruggekocht te hebben, in den Haag de opdracht gekre gen tot dén aanleg van eene buitenplaats aan den Wassenaarschon weg. 'Hot plan voor Kareis tuin was mij uitstekend gelukt. Al leen de laatste eerbewijzen van onzen ouden meesterknecht was dien morgen als een droe ve plicht daar tusschen gekomen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1906 | | pagina 1