Vrijdag 14 December 1906.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Op „Berkenrode,"
11°. 165.
5" JiiHrgttiiig.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENT8PRIJ8
P«r t maande» raor Ajutrtiètrtf 1.85.
Idem franc» par
A/xondarljjke nummert5.05.
Date Coarinf rerichjjat Dagalfki, Mat siaaiiarit^ raa
Zon- as Feeatdagen.
Adrartentiën, madadealiagan ana., ®aliara na» réér It mme
'b morgant bg de Uitgevers in *a «enden.
Uitgever.: VALKHOFF ft Co.
UtrechtacheetaiAt 1. Intercomm. Telephoon nummer 66.
PRIJS DER ADVERTEHTliJI:
f. 75.
- e.iB.
Van 1I regels
Kike regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan Toordeelige bepalingen tot
het herhaald adrerteeren in dit Blad bij abonnement, leae
circulaire, bevattende da reorwaardea, wordt op aaavnaa®
toegeiondea.
Politiek Overzicht
Da Rijksdag ontbonden.
De rijksdag heeft gisteren het suppletoire
credlet, dat door de regeering was aange
vraagd voor Duitsch Zuidwest-Afrika, ver-
worpen en is daarna ontbonden.
Waarom het ging bij dezen strijd, is in
korte cijfers uitgedrukt dit: De rijksregee-
ring verlangde 29,220,000 mark tot dekking
van kosten, die boven de raming waren ge
loof xan, naar aanleiding van den opstand der
inboorlingen in -het gebied van Duitsch
Zuidwest-Afrika. In de toelichting werd ge
zegd, dat den len October de sterkte van
de troepenmacht in deze kolonie slechts
12,281 man bedroeg, terwijl in de begroo
ting voor 1906 gerekend was op eene gemid
delde sterkte van 14,500 man. Daarop
volgde de verklaring: ,,Tot einde Maart
1907 zullen vermoedelijk nog 4013 man naar
huis gezonden worden, zoodat de sterkte van
de geheole troepenmacht aan het einde van
het dienstjaar 1906 8268 man zal bedragen."
Daartegenover verlangde het centrum, dat
niet. alleen die 4013 man zouden worden
teruggezonden in hot nog loopende deel van
het, dienstjaar, maar dat ook alle toebereid
selen zouden worden gemaakt om terstond na
den len April alle troepen huiswaarts te
zonden, op een contingent van 2500 man
na, dat zou blijven. De regeering kwam
daartegen met- den meesten nadruk op en ver
klaarde, dat de aanneming en uitvoering
van dit voorstel het verlies van den veld
tocht en van de kolonie zou na zich sleepen.
Intusschen werd aannemelijk verklaard een
voorstel van de vrijzinnige volkspartij, dat
strekte om akte te nomen van de verklaring
der regeering, dat de 4013 man nog in den
loop van dit dienstjaar naar huis zouden
worden gezonden, on vender enkel in de
begrooting uit te spreken, dat eene verdere
vermindering van het aantal troepen zoo
spoedig mogelijk moet worden uitgevoerd.
Het verschil kwam dus hierop neer, dat
men in het eene geval de regeering bepaald
wilde binden aan een besluit om de troepen
macht in de kolonie terug te brengen tot eene
sterkte van 2500 man, on in het andere ge
val het vertrouwen wilde uitdrukken, dat
;ztj in de verdere vermindering van de troe
penmacht zoo ver zou gaan als de omstan
digheden zouden toelaten.
Maar er zat in dit verschil over de cijfers
nog iets meer. Bij het algemeen debat over
dleze credietaanvrage heeft de nieuwe direc
teur van het departement van koloniën, de
heer Dernburg, eene afrekening gehouden
met een lid van het centrum, dien heer
Roeren. Hij deed daarbij een boekje open
van de pogingen, die de heen Roeren had
aangewend om zijn invloed te doem gelden op
'hef. koloniale bestuur. Een van zijne voor
gangers lxad Roeren, die de afzetting van
een ambtenaar was komen eisohen, gesmeekt
niet van hem te vergen, dat hij zich moest
bukken onder het Caudijinsche juk. Maar
i Roeren was onverbiddelijk geweestdie
ambtenaar had moeten ontslagen worden.
Dat zou onder zijn bestuur niet meer ge
beuren, verklaarde de heer Dernburg; hij
zou niet dulden, dat naast het rechtmatige
'bestuur anderen een soort bijregeering uit
oefenden in de Duitsche koloniën. En de
rijkskanselier kwa.m uitdrukkelijk verkla
ren, dat de heer Dernburg dit boekje had
opengedaan met zijn goedvinden en op zijn
last
Dat is geen strijd geweest tegen den heer
Roeren persoonlijk, maar tegen de centrum
partij in den rijksdag, waarvan Roeren lid
is en die ruim 100 leden telt, d. i. een
vierde van het geheele aantal. Men heeft
hier te doen met een strijd tusschen het
centrum en de rij ksregeeringdie het moede
is, dat het centrum in het bestuur der kolo
niën een invloed wil uitoefenen, die haar
dwarsboomt en de handen bindt. Het cen
trum uu heeft deze gelegenheid te baat geno
men om de regeering hare macht te doen
voelen. De omstandigheden waren het cen
trum gunstig. Hot had de zekerheid, dat zijn
voorstel om van de regeering de verminde
ring van de koloniale troepenmacht tot 2500
te eisehen, de stemmen zou krijgen van de
sociaal-democraten, die in dit geval hun ka
rakter van onverzoenlijke opposanten niet
zouden verloochenen. Met de 80 stemmen
der sociaal-democraten mee was het centrum
verzekerd van 180 stemmen voor zijn voor
stel, d. i. bijna de helft van den vol tal li gen
rijksraad. Als alle andere partijen zich daar
tegen schrap zetten, dan was het mogelijk
de coalitie van centrum en sociaal-demo
craten in de minderheid te brengen. Dat
is dan ook beproefdhet van de burgerlijke
linkerzijde uitgegane voorstel, waarmee de
regeering zich had vereenigd, getuigt daar
van. Bij de stemming scheelde 't maar een
haar, maar de overwinning is toch gebleven
aan het centrum.
De regeering heeft daarop terstond ge
antwoord met de ontbinding van den rijks
dag. Het ligt voor de hand, dat de verkie
zingsstrijd voor den nieuwen rijksdag zal
worden beheerscht door de leus, dat eene
gezonde koloniale politiek een edsch is voor
Duitschlands ontwikkeling als koloniale
mogendheid. De heer Dernburg heeft ge
sproken van het opensteken van een etter
buil. Het is dus voor het ondernemen van
een reinigingsproces, dat een beroep wordt
gedaan op het Duitsche volk.
Maar dat zal niet de eenige leus zijn, die
bij dezen strijd haren invloed zal doen gel
den. Eergisteren, aan het eind van het de
bat over de vleeschnoodinterpel 1 atiënwaar
uit gebleken is, dat van deze regeering niets
is te verwachten ter tegemoetkoming aan de
klachten over de duurte der levensmidde
len ten gevolge van de sluiting der grenzen
voor den invoer van buiten, spoorde een lid
van de vrijzinnige volkspartij dezelfde
fractie dus die gisteren in het koloniale de
bat getracht heeft een reddingsplank aan
de regeoring toe te steken de kiezers aan,
eene andere meerderheid in den rijksdag te
brengen, waartoe de honger hun misschien
tot spoorslag zou dienen. Dat was eene aan
sporing, die gold voor eene nog tamelijk ver
wijderde toekomst. Door het gisteren geval
len votum echter staat die toekomst onmid
dellijk voor de deurvoor het brengen va.n
eene andere meerderheid in den rijksdag is
nu de kans gegeven.
Duitftchland.
Berlijn, 13 Der. Aan de orde is heden de
tweede lezing van het suppletoire crediet
voor Zuidwest-Afrika, waarbij 29,220,000
mark verlangd wordt naar aanleiding van
den opstand der inboorlingen.
De begrootingscommissie stelt voor de cre
diet-aanvrage te weigeren. Nadat door Spahn
(centrum) rapport uitgebracht *s over de
debatten in do commissie, betoogt de rijks
kanselier vorst Biilow, dat het voorstel om
reeds nu voor het- dienstjaar 1907 eene ver
bintenis aan te gaan tot vermindering van
het- aantal troepen tot een vast cijfer, on
aannemelijk is. (Goedkeuring rechts).
De rijkskanselier gaat voort De opstan
den zouden dan natuurlijk op onze andere
koloniën overgaan. Een algemeen verzet
tegen de heerschappij der blanken zou wor
den in 't leven geroepen. Do geringe troe
pen macht zou niet opgewassen zijn tegen
zulk eene beweging. Wij zouden dan voor
de vraag staan of wij de kolonie met even
redig hoogo offers en kosten willen herove
ren of voor goed verliezen.
Het is te doen om eene laatste inspan
ning om aan onze kolonie duurzame rust
en veiligheid terug te ceven. Wanneer wij
voor dit laatste offer terugdeinsden, dan zou
den wij ons aan een ernstige nalatigheid
schuldig maken, wij zouden ons aan de na
tie bezondigen. Ik kan niet aannemen, dat
de rijksdag zulk een uit financieel, militair,
politiek en nationaal oogpunt evenzeer be
treurenswaardig en bedenkelijk besluit zal
nemen. Indien ik mij hierin vergiste, dan
zou ik als verantwoordelijk bestuurder van
de rijksaangelegenheden voor het Duitaoho
volk en voor de geschiedenis niet in staat
zijn zulk eene capitulatie te onderschrijven.
(Bijval. Toestemming).
Roeren (centrum) komt terug op. zijne on
langs gehouden rede cn op -de beantwoor-
ding daarvan door den kolonialen directeur
Hij wijst de bewering af, dat het centrum
eeno bijiegeering zou voeren.
De directeur van koloniën Dernburg ver
klaart, dat Roeren niet alleen onder zijne
voorgangers, maar zelfs nog onder hem zelf
getracht heeft zich te mengen in het kolo
niale bestuur. Zulk eene inmenging zal hij
afwijzen, van welke zijde zij ook moge ko
men. (Bijval).
Berlijn, 13 Dec. De begrootingsconrrnissio
van den rijksdag heeft in beginsel de voort
zetting van de spoorweg van Lüderitzbaai
Kubub tot Keetmanshoop goedgekeurd. De
noodige middelen, tot een gezxamenlijk be
drag van 30 millioen, zullen echter de ko
lonie als leening verstrekt wordenhet zal
aan- het rijk teruggegeven worden naar een
door den rijkskanselier op te maken aflos
singsplan en renten dragen.
Berlijn, 13 Dec. Aan liet. einde der debat
ten zeide de rijkskanselier vorst Bülow: ,,Ik
acht het noodig u op het laatste oogenblik
nog te wijzen op de zware verantwoordelijk
heid die ge door de straks te nemen beslui
ten op u laadt. Daarbij geldt het de vraag
of wij het aanzien, dat we genieten in de
wereld, onze wapeneer, onze nationale posi
tie in gevaar zullen brengen om een betrek
kelijk geringe som te besparen aan het einde
van een veldtocht, die ons honderden mil-
lioenen heeft gekost. Zouden we in een
oogenblik van kleinmoedigheid de vruchten
van jarenlange, dappere inspanning in ge
vaar brengen? Zullen ue zware offers van
goed en bloed, die tot dusverre gebracht
zijn, te vergeefs zijn geweest? Het is immers
ondenkbaar, het oorlogvoeren en de militaire
maatregelen afhankelijk te maken van partij
opvattingen(Zeer juist aan de rechterzijde,
rumoer in het centrum). Zal het Duitsche
volk zich kleiner toonen dan andere volken
Dat is de vraag, waarop de regeering een
antwoord wenscht. Wanneer gij de crisis
wilt, dan zulit gij haar hebben. Het gaat hier
om de door den rijkskanselier na nauwgezet
onderzoek voorgestane overtuiging der ver
bonden regeoringen, om onze geheele stelling
in de koloniale politiek. Het gaat om meer
om onze stelling in de wereld. Meent gij,
dat zoo iets geen terugwerking op. het bui
tenland heeft? Wat voor indruk zou het ma
ken in binnen- en buitenland, wanneer de
regeering onder zulke omstandigheden capi
tuleerde en de kracht niet kon vinden om
haren nationalen plichit te vervullen. Wij
zullen onzen plicht doen in vertrouwen op
het Duitsche volk. (Stormachtige toejuichin
gen, gesis bij de sociaal-democraten).
Het bemiddelingsvoorstel van de vrijzin
nigen werd verworpen met 176 tegen 171
stemmen. Daarop volgde de stemming over
de voordracht der regeering. Vóór stemden
168, tegen 178 leden; ïj was dus verworpen.
Daarop stond de rijkskanselier op en ver
klaarde, dat hij een keizerlijke boodschap
had voor te lezen. (Luide bijval, handgeklap
op de tribunes). De rijkskanselier las daarop
de boodschap voor, waarbij de Rijksdag
wordt onitbonden.
Na de voorlezing van de boodschap her
haalden zich de toejuiohingen, ook op de
tribunes.
De voorzitter graaf Ballestrem bracht
daarna een ,,Hoch" op den Keizer uit, waar
mede de vergadering met geestdrift instemde.
In de memorie van toelichting van de
rijiksbegrooting voor 1907 worden nieuwe be
lastingen in uitzicht gesteld. De belasting
hervorming van het vorige jaar heeft niet- de
geheele behoefte gedekt.
Berlijn, 13 Dec. De oogst van dit jaar
van alle producten overtreft det ge
middelde over de laatste tien jaren.
Zeer loonend was vooral de hooi- en
do haveroogst. Ook hij vergelijking met
het vorige jaar leverde het jaar 1906 een
rijkere opbrengst van alle producten, behal
ve aardappelen. De geheele oogst aan koren
bedroeg 17,271,000 ton 15,629,000 in
het vorige jaar.
De hooioogst heeft in het geheel
22,849,000 ton opgeleverd tegen 20,402,000
in het vorige jaar.
Frankrijk.
In het debat o-ver de overbrenging van
Zola's stoffelijk overschot naai- liet Pantheon
heeft ook de minister-president Clemenceau
ingegrepen. Tot rechtvaardiging van het
voorstel der regeering zeide hij
Er is in ons nationaal leven eeai geduchte
crisis geweest, waarin de krachtigste geesten
een oogenblik gewankeld hebben. De justitie
heeft gesprokende geschiedenis zal de uit
spraak der justitie bekrachtigen.
Men heeft terecht gezegdhet oordeel
van de menschen is verschillend. Er is een
oordeel van de menigte, die men met leugens
en vervalschingen tot hartstocht brengt. Men
heeft mannen gevonden, die weigerden zich
te buigen voor de Koningen. Weinige man
nen echter hebben aan de menigte weerstand
geboden. Dat heeft Zola gedaan. Gij hebt
niet gezegd met welken prijs deze weerstand
tegen de menigte werd betaald. Ik weet dat,
want ik was aan zijne zijde, toen hij ver
oordeeld werd. Hij heeft het hoofd geboden
aan zijn tijd, zijn land, de nienschheid voor
de gerechtigheid en de waarheid. Ik had
eerst zijn brief „J'acusse" afgekeurd, maar
ik heb spoedig begrepen, dat hij gelijk had.
Men moet den adel van het gebaar, de
grootheid van de daad zien. Hij heeft zijn
vermogen, zijne eer, de eer der zijinen ge
geven. Toen hij de aanvallen gewaar werd,
tegen zijn vader gericht, heeft hij gezegd
,,ïk zal toch doorgaan. Breek, zoo gij wilt,
den staf over zijne werken, dan blijft toch
de daad over van een groot gemoed. Daarom
vraagt de regeering de bijzetting van Zola
in het Pantheon, waarboven men niet alleen
moest lezen,,Aan de groote mannen",
maar ookAan de groote burgers ihot
dankbare vaderland".
Toen aan mevrouw Zola word ïnodege
deeld, dat de Senaat het wetsontwerp op ue
overbrenging van net overschot van Emilo
Zola naar het Pantheon had aangenomen,
barstte zij in tran>u uit en zeide: „liet ver
heugt mij, dat er gerechtigheid wordt uit
geoefend jegens den onvergetelijke Maar
nu moet ik mijne hoop prijs geven dat ik
esnmaal aan zijne zijde mijne laatste rust
plaats zal vinden.
Parijn, 13 Dec Daar van de 70 kerken
van Parijs slechts vcor 2 de door de wet
gevorderde verklaring was ingediend, werd
heden over 68 kerken proces-verbaal opge
maakt.
Tweede telegram. Er is een ver
volging ingesteld wegens het onwettig hou
den van godsdienstoefeningen tegen de
pastoors van Agen, Evreux, Tulle, St.-
Brieux, Saintes e. a. De bisschop van
Evreux wacht met het verlaten van zijn
paleis, tot hij met geweld daartoe vordt ge
dwongen. Een grooi aantal bisschoppol ij ko
paleizen en seminaries zijn ontruimd.
Voortdurend komen nog verklaringen in
voor het uitoefenen van den ©eredienst op
het bureau van de prefectuur van politie
Zwitserland.
Bern13 Dec. Tot bondspresident is ge
kozen de lieer Mullertot vice-president de
heer Brenner.
England.
De regeering heeft in het Lagerhuis mede
gedeeld dat zij van pi- i is, de Iersclie uit
zonderingswet tot handhaving van 's lands
rust niet te verlengen. Deze wet, die het
bezit van wapens zonder vergunning van
overheidsweg© strafbaar stelt, wordit ongel
dig, indien zij niet elk jaar uitdrukkelijk
van kracht verklaard wordt.
De nationalisten, die altijd tegen do ver
lenging van de wet verzet hebben aangetee-
kend, wenschiten de regeering met haar be
sluit gelukde unionisten kwamen er tegen
op.
Londen, 13 Dec. De ongevallenwet is in
dorde lezing met algemeene stemmen aange
nomen.
Zweden*
Stockholm, 13 Dcc. Koning Oskar voelde
zich in de laatste dagen niet heel wel. Gis
teren deden zich verschijnselen van hart
zwakte voor met onregelmatige pols. In den
laatsten nacht heeft de Koning eenige uren
geslapen. Zijn toestand is heden wat beter,
maar de pols blijft onregelmatig.
Italië.
Rome, 13 Dec. De Kamer heeft heden een
wetsontwerp behandeld tot het verleenen
van een crediet voor buitengewone militaire
uitgaven. Na eene warme rede van den
minister-president Giolitti tot aanbeveling
76 Romaw door
JAN STORK.
Terwijl die twee zich met elkander ver
zoenden, deelde ik Laux mede, welke praat-
jes Gerrit van mij verteld had' en dat ik van
plan was, daar onderzoek naar te doen. Ik
liet Gorrit roepen, en in tegenwoordigheid
van Minnie, Hermine Linden en Laux vroeg
ik hom, of hij zich nog herinnerde op welken
dag en met. wien hij geraniumstekken ge
plant had
„Het was op eem Maandag, mijnheer,
antwoordde hij, „maar of het twee of drie
weken geleden is, weet ik niet, precies meer,
wel, dat Hendrik en Loendert mij geholpen
hebben."
„Roep dan die twee ook eens hier. Ik moet
jelui alle drie eens spreken."
Toen hij -met do twee anderen terug was,
vroeg ik hun of zij zich herinerden hoe lang
hot geleden was, dat zij, geraniums gestekt
hadd'en.
„Hot. was op een Maandag, mijnheer, en
j als ik het. wel heb, is 't. vandaag drie weken
I geleden," antwoordde Leondert,.
„Juist," zei ik, „en je was daar 's middags
omstreeks vijf uur nog moe bezig, niet
waar?"
„Ja, mijnheer."
„Met z'n drieën. Er was geen ander bij,
v/el
„Neen, mijnheer."
„Je hebt die stekken buiten de kas in
potten geplant en de plaats, waar de hoop
aarde en de potten lagen, was naast, kas
no. 5, tegen de schutting, waar aan den
anderen kamt die porzikboomem staan, niet
waar V
„Ja, mijnheer."
„Dat herinner jelui je dus zeer goed. Maar
nu moet Gerrit zich eens goed herinneren,
wat hij ondier het werk dien middag ver
teld heeft, van juffrouw Linden en van mij
en ons dat verhaal uog eens doen. Kom Ger
rit", vervolgde ik, toen hij bleef zwijgen,
„vertel dat moois nu ook eens, nu wij er bij
zijn. Weet je het niet meer? Nu, dan zal
Hendrik het mij wel willen verhalen."
„Ja, ziet U, mijnheer," zoo begon Hen
drik, „niet dat wij er iets van geloofden,
dat hebben wij Gerrit dire kt. gezegd, niet
waar Loendert? Maar hij: heeft ons zooveel
gezegd, alsdat u het met juffrouw Linden
hieldt."
„Dat is niet waar!" riep Gerrit.
„Dat is wel waar," zei Leendert daarop
„je hebt er een eed op willen doem, dat mijin-
heer Munk de juffrouw 'savondiss thuis
bracht, dat. hij dikwijls bij haar aan huis
kwam, als haar moeder uit was en....
.Mensch bezondig je ziel niet. met een; leu
gen," dus viel Gerrit. hem in de rede, „ik
heb alleen gezegd', dat mijnheer wel eens bij
haar aan huis kwam en dat ik niet. wist of
haar moeder dan altijd thuis was."
„Maar je hebt. ook gezegd," begon Hen
drik weer, „dat je ze bedden dliem morgen in
de broeikas gezien, liadt, met hun handen In
elkaar en erg lief samen."
„Ik heb alleen gezegd, dat... hernam
Gerrit weder, maar ik viel hem in de rede,
door te zeggen
„Genoeg1 Het overige weet ik. Iemand,
die toevallig achter de schutting stond en
het. geheele gesprek hoorde, heeft het mij
juist zóó verteld. Ik weet dus, wat je aam jo
kameraads hebt willen wijsmaken,, maar nu
zult je zeggen, alles wat je :s morgens in d©
kas van de sn ij bloemen gezien en gehoord
hebt. Je bent er met juffrouw Linden en mij
in gekomen, je hebt ons helpen snijden en je
bent er gelijk met oms weer uitgegaan. Dus
bevoel ik je te zeggenwat. er is voorgevallen
Allo, spreek op. Welk ongeval had1 juffrouw
Linden
„Zij kreeg oom doorn' in haar vinger.
„En wie haalde diem doorn er uit?"
,,U."
„En waar sprak ik toen over?"
,Over bloedvergiftiging.
„Juist. Waarvoor ik. jelui ook altijd waar
schuw, omdat het meer voorkomt bij doorn-
wondjes. Ik heb een paar druppels bloed' uit
den vinger geknepen en hem daarna verbom
den. Zoodoende heb ik haar hand in dè mijne
gehad."
„Ik heb ook niets anders gezegd," zei Ger
rit, „dat de amdereni daaruit
„Schurk!" riepen de andter© knechts woe
dend. „hot is wèl waar, je hebt van verliefd
zijn gesproken."
„Stilte!" riep ik, „in elk geval heb je ge
zegd, dat je ons geattrapeerd had en dat heb
je gelogen, want je stond er met jo neus vlak
bij. Je hebt zelf mijn verbandtaschje vastge
houden, toen ik wat jodoformgaas om den
vinger bond. Elen wondje verbinden heb jo
doen vóórkomen, als ia angoorloofde betrek
king staan. En wat je andere bewijzen daar
voor betreft, ik. heb juffrouw Linden ééns
thuisgebracht, omdat. Albert., met wien zij
anders altijd meegaat, zooals je weet., onver
wachts den nachtdienst moest overnemen, en
omdat do juffrouw in die dagen op straat
word aangerand. Later heb ik nog eens baar
moedter bezocht, die altijd thuis is, omdat
het goede mensch, sedert zij! bi Leiden woont.,
te ziek is om de kamer te verlaten. Ik weet
niet met welke woordten ik je gemeene, lage
handelwijze zal noemen. De naam van oen
fatsoenlijk meisje zoo te bekladden is oen
schurkenstreek. Gaat nu maar weer aan het
werk."
„Ncen, wacht nog even," zei Laux daar
op. „ik heb ook nog wat te zoggen. Ik vind
mijnheer Munk veel t>e goed. Ik begrijp niet.,
dat hij Gerrit niet metoem dien dienst op
zegt. Als jc mij zoo iets geleverd had Gerrit,
zou ik jo op staan den voet. hot. hok uitjagen.
Nu hij dit- niet doet, wil ik je toch nog zog-
geu, dat wij oen persoon, die tot zulke laag
heden in staal, is, niet meer kunnen vertrou
wen en je dus naar eem anderen patroon
moet omzien. Toen. je van den winter geen
werk had, heb ik je uit medelijden met. je
vrouw en kinderen aangenomen. Je moet .nu
een1 anderen dienst zoekenEfn haast- je daar
mee, want voel geduld Itebben wij niet moor
met je. denk, daar aan."
Den geheelon dag heerschto e>r een onge
woon opgewonden geest onder het- werkvolk.
Gerrit was dood verklaard. Niemand sprak
meer met hem, noch wildle met. hem samen
werken, eni toen 's avonds om zeven uur de
bel luidde, om het. work te doen eindigen,
kwamen alle knechts, mot. uitzondering van
Gerrit naar het. kantoor, in plaats van regel
recht naar huis te gaan.
„Hoeren," aldus dteed Willem Stemberg,
als meesterknecht het woord, „uit ons aller
naam, kom ik u verzoeken Gerrit onmiddel
lijk zijim ontslag te geven. Wij willlen geen
van allen een dag langer mot zoo'n schurk
samen werken
Ik zag hierop Laux vragend aam. Doch die
zei mij.:
„Dat moet- jij mot ze uitmaken, je weet
hoe ik er over donk."
.,Tk stel het. op hoogon prijs," aldus sprak
ik tot. de knechts, „dat jelui mij door dit
verzoek een bewijs geeft, dat je niets van
zijn lasterpraatjes gelooft, dat je achting
voor juffrouw Linden ongeschokt is geble
ven en dat jc in mij vertrouwen blijft, stel
len. Jelui weet dat wij Gorrit hebben ge
zegd1, zoo spcediig mogelijk een an<loren
dienst, te zoeken, maar je weet ook, dat. voor
hem oen paar dagen zonder wc-rk, ook oen
paar dagen honger lijden is. Denkt om zijn
vrouw en kindteren.''
„Daar moest hij zelf om denken en eerlijk
man blijven."
„Hij moet niet- zoo maar gewoon weggaan
en nog kunnen vertellen, dat het hem hier
niet langer bevalt."
„Hij moet weggejaagd worden. Hij was al
lang de eenige twisl-zooker en oproerstoker."
„Wij kunnen 't allemaal veel te goed, aoo-
wol met elkander, als ook met de patroons
vindon, om nog langer zoo'n sdhijnheiligen
ruziemaker in ons midden te dulden
„We willen geen dag langer met zoo'n
schurk samen werken. Als hij morgen terug
komt, blijven wij allen weg."
„Ja, dat hobben wij vast- besloten. U hobt
te kiezen tusschen hem en' ons." Zoo riopem
allen dooreen.
Wordt vervolgd.