Vrijdag 14 December 1906. BUITENLAND. FEUILLETON. Op „Berkenrode," 11°. 165. 5" JiiHrgttiiig. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENT8PRIJ8 P«r t maande» raor Ajutrtiètrtf 1.85. Idem franc» par A/xondarljjke nummert5.05. Date Coarinf rerichjjat Dagalfki, Mat siaaiiarit^ raa Zon- as Feeatdagen. Adrartentiën, madadealiagan ana., ®aliara na» réér It mme 'b morgant bg de Uitgevers in *a «enden. Uitgever.: VALKHOFF ft Co. UtrechtacheetaiAt 1. Intercomm. Telephoon nummer 66. PRIJS DER ADVERTEHTliJI: f. 75. - e.iB. Van 1I regels Kike regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan Toordeelige bepalingen tot het herhaald adrerteeren in dit Blad bij abonnement, leae circulaire, bevattende da reorwaardea, wordt op aaavnaa® toegeiondea. Politiek Overzicht Da Rijksdag ontbonden. De rijksdag heeft gisteren het suppletoire credlet, dat door de regeering was aange vraagd voor Duitsch Zuidwest-Afrika, ver- worpen en is daarna ontbonden. Waarom het ging bij dezen strijd, is in korte cijfers uitgedrukt dit: De rijksregee- ring verlangde 29,220,000 mark tot dekking van kosten, die boven de raming waren ge loof xan, naar aanleiding van den opstand der inboorlingen in -het gebied van Duitsch Zuidwest-Afrika. In de toelichting werd ge zegd, dat den len October de sterkte van de troepenmacht in deze kolonie slechts 12,281 man bedroeg, terwijl in de begroo ting voor 1906 gerekend was op eene gemid delde sterkte van 14,500 man. Daarop volgde de verklaring: ,,Tot einde Maart 1907 zullen vermoedelijk nog 4013 man naar huis gezonden worden, zoodat de sterkte van de geheole troepenmacht aan het einde van het dienstjaar 1906 8268 man zal bedragen." Daartegenover verlangde het centrum, dat niet. alleen die 4013 man zouden worden teruggezonden in hot nog loopende deel van het, dienstjaar, maar dat ook alle toebereid selen zouden worden gemaakt om terstond na den len April alle troepen huiswaarts te zonden, op een contingent van 2500 man na, dat zou blijven. De regeering kwam daartegen met- den meesten nadruk op en ver klaarde, dat de aanneming en uitvoering van dit voorstel het verlies van den veld tocht en van de kolonie zou na zich sleepen. Intusschen werd aannemelijk verklaard een voorstel van de vrijzinnige volkspartij, dat strekte om akte te nomen van de verklaring der regeering, dat de 4013 man nog in den loop van dit dienstjaar naar huis zouden worden gezonden, on vender enkel in de begrooting uit te spreken, dat eene verdere vermindering van het aantal troepen zoo spoedig mogelijk moet worden uitgevoerd. Het verschil kwam dus hierop neer, dat men in het eene geval de regeering bepaald wilde binden aan een besluit om de troepen macht in de kolonie terug te brengen tot eene sterkte van 2500 man, on in het andere ge val het vertrouwen wilde uitdrukken, dat ;ztj in de verdere vermindering van de troe penmacht zoo ver zou gaan als de omstan digheden zouden toelaten. Maar er zat in dit verschil over de cijfers nog iets meer. Bij het algemeen debat over dleze credietaanvrage heeft de nieuwe direc teur van het departement van koloniën, de heer Dernburg, eene afrekening gehouden met een lid van het centrum, dien heer Roeren. Hij deed daarbij een boekje open van de pogingen, die de heen Roeren had aangewend om zijn invloed te doem gelden op 'hef. koloniale bestuur. Een van zijne voor gangers lxad Roeren, die de afzetting van een ambtenaar was komen eisohen, gesmeekt niet van hem te vergen, dat hij zich moest bukken onder het Caudijinsche juk. Maar i Roeren was onverbiddelijk geweestdie ambtenaar had moeten ontslagen worden. Dat zou onder zijn bestuur niet meer ge beuren, verklaarde de heer Dernburg; hij zou niet dulden, dat naast het rechtmatige 'bestuur anderen een soort bijregeering uit oefenden in de Duitsche koloniën. En de rijkskanselier kwa.m uitdrukkelijk verkla ren, dat de heer Dernburg dit boekje had opengedaan met zijn goedvinden en op zijn last Dat is geen strijd geweest tegen den heer Roeren persoonlijk, maar tegen de centrum partij in den rijksdag, waarvan Roeren lid is en die ruim 100 leden telt, d. i. een vierde van het geheele aantal. Men heeft hier te doen met een strijd tusschen het centrum en de rij ksregeeringdie het moede is, dat het centrum in het bestuur der kolo niën een invloed wil uitoefenen, die haar dwarsboomt en de handen bindt. Het cen trum uu heeft deze gelegenheid te baat geno men om de regeering hare macht te doen voelen. De omstandigheden waren het cen trum gunstig. Hot had de zekerheid, dat zijn voorstel om van de regeering de verminde ring van de koloniale troepenmacht tot 2500 te eisehen, de stemmen zou krijgen van de sociaal-democraten, die in dit geval hun ka rakter van onverzoenlijke opposanten niet zouden verloochenen. Met de 80 stemmen der sociaal-democraten mee was het centrum verzekerd van 180 stemmen voor zijn voor stel, d. i. bijna de helft van den vol tal li gen rijksraad. Als alle andere partijen zich daar tegen schrap zetten, dan was het mogelijk de coalitie van centrum en sociaal-demo craten in de minderheid te brengen. Dat is dan ook beproefdhet van de burgerlijke linkerzijde uitgegane voorstel, waarmee de regeering zich had vereenigd, getuigt daar van. Bij de stemming scheelde 't maar een haar, maar de overwinning is toch gebleven aan het centrum. De regeering heeft daarop terstond ge antwoord met de ontbinding van den rijks dag. Het ligt voor de hand, dat de verkie zingsstrijd voor den nieuwen rijksdag zal worden beheerscht door de leus, dat eene gezonde koloniale politiek een edsch is voor Duitschlands ontwikkeling als koloniale mogendheid. De heer Dernburg heeft ge sproken van het opensteken van een etter buil. Het is dus voor het ondernemen van een reinigingsproces, dat een beroep wordt gedaan op het Duitsche volk. Maar dat zal niet de eenige leus zijn, die bij dezen strijd haren invloed zal doen gel den. Eergisteren, aan het eind van het de bat over de vleeschnoodinterpel 1 atiënwaar uit gebleken is, dat van deze regeering niets is te verwachten ter tegemoetkoming aan de klachten over de duurte der levensmidde len ten gevolge van de sluiting der grenzen voor den invoer van buiten, spoorde een lid van de vrijzinnige volkspartij dezelfde fractie dus die gisteren in het koloniale de bat getracht heeft een reddingsplank aan de regeoring toe te steken de kiezers aan, eene andere meerderheid in den rijksdag te brengen, waartoe de honger hun misschien tot spoorslag zou dienen. Dat was eene aan sporing, die gold voor eene nog tamelijk ver wijderde toekomst. Door het gisteren geval len votum echter staat die toekomst onmid dellijk voor de deurvoor het brengen va.n eene andere meerderheid in den rijksdag is nu de kans gegeven. Duitftchland. Berlijn, 13 Der. Aan de orde is heden de tweede lezing van het suppletoire crediet voor Zuidwest-Afrika, waarbij 29,220,000 mark verlangd wordt naar aanleiding van den opstand der inboorlingen. De begrootingscommissie stelt voor de cre diet-aanvrage te weigeren. Nadat door Spahn (centrum) rapport uitgebracht *s over de debatten in do commissie, betoogt de rijks kanselier vorst Biilow, dat het voorstel om reeds nu voor het- dienstjaar 1907 eene ver bintenis aan te gaan tot vermindering van het- aantal troepen tot een vast cijfer, on aannemelijk is. (Goedkeuring rechts). De rijkskanselier gaat voort De opstan den zouden dan natuurlijk op onze andere koloniën overgaan. Een algemeen verzet tegen de heerschappij der blanken zou wor den in 't leven geroepen. Do geringe troe pen macht zou niet opgewassen zijn tegen zulk eene beweging. Wij zouden dan voor de vraag staan of wij de kolonie met even redig hoogo offers en kosten willen herove ren of voor goed verliezen. Het is te doen om eene laatste inspan ning om aan onze kolonie duurzame rust en veiligheid terug te ceven. Wanneer wij voor dit laatste offer terugdeinsden, dan zou den wij ons aan een ernstige nalatigheid schuldig maken, wij zouden ons aan de na tie bezondigen. Ik kan niet aannemen, dat de rijksdag zulk een uit financieel, militair, politiek en nationaal oogpunt evenzeer be treurenswaardig en bedenkelijk besluit zal nemen. Indien ik mij hierin vergiste, dan zou ik als verantwoordelijk bestuurder van de rijksaangelegenheden voor het Duitaoho volk en voor de geschiedenis niet in staat zijn zulk eene capitulatie te onderschrijven. (Bijval. Toestemming). Roeren (centrum) komt terug op. zijne on langs gehouden rede cn op -de beantwoor- ding daarvan door den kolonialen directeur Hij wijst de bewering af, dat het centrum eeno bijiegeering zou voeren. De directeur van koloniën Dernburg ver klaart, dat Roeren niet alleen onder zijne voorgangers, maar zelfs nog onder hem zelf getracht heeft zich te mengen in het kolo niale bestuur. Zulk eene inmenging zal hij afwijzen, van welke zijde zij ook moge ko men. (Bijval). Berlijn, 13 Dec. De begrootingsconrrnissio van den rijksdag heeft in beginsel de voort zetting van de spoorweg van Lüderitzbaai Kubub tot Keetmanshoop goedgekeurd. De noodige middelen, tot een gezxamenlijk be drag van 30 millioen, zullen echter de ko lonie als leening verstrekt wordenhet zal aan- het rijk teruggegeven worden naar een door den rijkskanselier op te maken aflos singsplan en renten dragen. Berlijn, 13 Dec. Aan liet. einde der debat ten zeide de rijkskanselier vorst Bülow: ,,Ik acht het noodig u op het laatste oogenblik nog te wijzen op de zware verantwoordelijk heid die ge door de straks te nemen beslui ten op u laadt. Daarbij geldt het de vraag of wij het aanzien, dat we genieten in de wereld, onze wapeneer, onze nationale posi tie in gevaar zullen brengen om een betrek kelijk geringe som te besparen aan het einde van een veldtocht, die ons honderden mil- lioenen heeft gekost. Zouden we in een oogenblik van kleinmoedigheid de vruchten van jarenlange, dappere inspanning in ge vaar brengen? Zullen ue zware offers van goed en bloed, die tot dusverre gebracht zijn, te vergeefs zijn geweest? Het is immers ondenkbaar, het oorlogvoeren en de militaire maatregelen afhankelijk te maken van partij opvattingen(Zeer juist aan de rechterzijde, rumoer in het centrum). Zal het Duitsche volk zich kleiner toonen dan andere volken Dat is de vraag, waarop de regeering een antwoord wenscht. Wanneer gij de crisis wilt, dan zulit gij haar hebben. Het gaat hier om de door den rijkskanselier na nauwgezet onderzoek voorgestane overtuiging der ver bonden regeoringen, om onze geheele stelling in de koloniale politiek. Het gaat om meer om onze stelling in de wereld. Meent gij, dat zoo iets geen terugwerking op. het bui tenland heeft? Wat voor indruk zou het ma ken in binnen- en buitenland, wanneer de regeering onder zulke omstandigheden capi tuleerde en de kracht niet kon vinden om haren nationalen plichit te vervullen. Wij zullen onzen plicht doen in vertrouwen op het Duitsche volk. (Stormachtige toejuichin gen, gesis bij de sociaal-democraten). Het bemiddelingsvoorstel van de vrijzin nigen werd verworpen met 176 tegen 171 stemmen. Daarop volgde de stemming over de voordracht der regeering. Vóór stemden 168, tegen 178 leden; ïj was dus verworpen. Daarop stond de rijkskanselier op en ver klaarde, dat hij een keizerlijke boodschap had voor te lezen. (Luide bijval, handgeklap op de tribunes). De rijkskanselier las daarop de boodschap voor, waarbij de Rijksdag wordt onitbonden. Na de voorlezing van de boodschap her haalden zich de toejuiohingen, ook op de tribunes. De voorzitter graaf Ballestrem bracht daarna een ,,Hoch" op den Keizer uit, waar mede de vergadering met geestdrift instemde. In de memorie van toelichting van de rijiksbegrooting voor 1907 worden nieuwe be lastingen in uitzicht gesteld. De belasting hervorming van het vorige jaar heeft niet- de geheele behoefte gedekt. Berlijn, 13 Dec. De oogst van dit jaar van alle producten overtreft det ge middelde over de laatste tien jaren. Zeer loonend was vooral de hooi- en do haveroogst. Ook hij vergelijking met het vorige jaar leverde het jaar 1906 een rijkere opbrengst van alle producten, behal ve aardappelen. De geheele oogst aan koren bedroeg 17,271,000 ton 15,629,000 in het vorige jaar. De hooioogst heeft in het geheel 22,849,000 ton opgeleverd tegen 20,402,000 in het vorige jaar. Frankrijk. In het debat o-ver de overbrenging van Zola's stoffelijk overschot naai- liet Pantheon heeft ook de minister-president Clemenceau ingegrepen. Tot rechtvaardiging van het voorstel der regeering zeide hij Er is in ons nationaal leven eeai geduchte crisis geweest, waarin de krachtigste geesten een oogenblik gewankeld hebben. De justitie heeft gesprokende geschiedenis zal de uit spraak der justitie bekrachtigen. Men heeft terecht gezegdhet oordeel van de menschen is verschillend. Er is een oordeel van de menigte, die men met leugens en vervalschingen tot hartstocht brengt. Men heeft mannen gevonden, die weigerden zich te buigen voor de Koningen. Weinige man nen echter hebben aan de menigte weerstand geboden. Dat heeft Zola gedaan. Gij hebt niet gezegd met welken prijs deze weerstand tegen de menigte werd betaald. Ik weet dat, want ik was aan zijne zijde, toen hij ver oordeeld werd. Hij heeft het hoofd geboden aan zijn tijd, zijn land, de nienschheid voor de gerechtigheid en de waarheid. Ik had eerst zijn brief „J'acusse" afgekeurd, maar ik heb spoedig begrepen, dat hij gelijk had. Men moet den adel van het gebaar, de grootheid van de daad zien. Hij heeft zijn vermogen, zijne eer, de eer der zijinen ge geven. Toen hij de aanvallen gewaar werd, tegen zijn vader gericht, heeft hij gezegd ,,ïk zal toch doorgaan. Breek, zoo gij wilt, den staf over zijne werken, dan blijft toch de daad over van een groot gemoed. Daarom vraagt de regeering de bijzetting van Zola in het Pantheon, waarboven men niet alleen moest lezen,,Aan de groote mannen", maar ookAan de groote burgers ihot dankbare vaderland". Toen aan mevrouw Zola word ïnodege deeld, dat de Senaat het wetsontwerp op ue overbrenging van net overschot van Emilo Zola naar het Pantheon had aangenomen, barstte zij in tran>u uit en zeide: „liet ver heugt mij, dat er gerechtigheid wordt uit geoefend jegens den onvergetelijke Maar nu moet ik mijne hoop prijs geven dat ik esnmaal aan zijne zijde mijne laatste rust plaats zal vinden. Parijn, 13 Dec Daar van de 70 kerken van Parijs slechts vcor 2 de door de wet gevorderde verklaring was ingediend, werd heden over 68 kerken proces-verbaal opge maakt. Tweede telegram. Er is een ver volging ingesteld wegens het onwettig hou den van godsdienstoefeningen tegen de pastoors van Agen, Evreux, Tulle, St.- Brieux, Saintes e. a. De bisschop van Evreux wacht met het verlaten van zijn paleis, tot hij met geweld daartoe vordt ge dwongen. Een grooi aantal bisschoppol ij ko paleizen en seminaries zijn ontruimd. Voortdurend komen nog verklaringen in voor het uitoefenen van den ©eredienst op het bureau van de prefectuur van politie Zwitserland. Bern13 Dec. Tot bondspresident is ge kozen de lieer Mullertot vice-president de heer Brenner. England. De regeering heeft in het Lagerhuis mede gedeeld dat zij van pi- i is, de Iersclie uit zonderingswet tot handhaving van 's lands rust niet te verlengen. Deze wet, die het bezit van wapens zonder vergunning van overheidsweg© strafbaar stelt, wordit ongel dig, indien zij niet elk jaar uitdrukkelijk van kracht verklaard wordt. De nationalisten, die altijd tegen do ver lenging van de wet verzet hebben aangetee- kend, wenschiten de regeering met haar be sluit gelukde unionisten kwamen er tegen op. Londen, 13 Dec. De ongevallenwet is in dorde lezing met algemeene stemmen aange nomen. Zweden* Stockholm, 13 Dcc. Koning Oskar voelde zich in de laatste dagen niet heel wel. Gis teren deden zich verschijnselen van hart zwakte voor met onregelmatige pols. In den laatsten nacht heeft de Koning eenige uren geslapen. Zijn toestand is heden wat beter, maar de pols blijft onregelmatig. Italië. Rome, 13 Dec. De Kamer heeft heden een wetsontwerp behandeld tot het verleenen van een crediet voor buitengewone militaire uitgaven. Na eene warme rede van den minister-president Giolitti tot aanbeveling 76 Romaw door JAN STORK. Terwijl die twee zich met elkander ver zoenden, deelde ik Laux mede, welke praat- jes Gerrit van mij verteld had' en dat ik van plan was, daar onderzoek naar te doen. Ik liet Gorrit roepen, en in tegenwoordigheid van Minnie, Hermine Linden en Laux vroeg ik hom, of hij zich nog herinnerde op welken dag en met. wien hij geraniumstekken ge plant had „Het was op eem Maandag, mijnheer, antwoordde hij, „maar of het twee of drie weken geleden is, weet ik niet, precies meer, wel, dat Hendrik en Loendert mij geholpen hebben." „Roep dan die twee ook eens hier. Ik moet jelui alle drie eens spreken." Toen hij -met do twee anderen terug was, vroeg ik hun of zij zich herinerden hoe lang hot geleden was, dat zij, geraniums gestekt hadd'en. „Hot. was op een Maandag, mijnheer, en j als ik het. wel heb, is 't. vandaag drie weken I geleden," antwoordde Leondert,. „Juist," zei ik, „en je was daar 's middags omstreeks vijf uur nog moe bezig, niet waar?" „Ja, mijnheer." „Met z'n drieën. Er was geen ander bij, v/el „Neen, mijnheer." „Je hebt die stekken buiten de kas in potten geplant en de plaats, waar de hoop aarde en de potten lagen, was naast, kas no. 5, tegen de schutting, waar aan den anderen kamt die porzikboomem staan, niet waar V „Ja, mijnheer." „Dat herinner jelui je dus zeer goed. Maar nu moet Gerrit zich eens goed herinneren, wat hij ondier het werk dien middag ver teld heeft, van juffrouw Linden en van mij en ons dat verhaal uog eens doen. Kom Ger rit", vervolgde ik, toen hij bleef zwijgen, „vertel dat moois nu ook eens, nu wij er bij zijn. Weet je het niet meer? Nu, dan zal Hendrik het mij wel willen verhalen." „Ja, ziet U, mijnheer," zoo begon Hen drik, „niet dat wij er iets van geloofden, dat hebben wij Gerrit dire kt. gezegd, niet waar Loendert? Maar hij: heeft ons zooveel gezegd, alsdat u het met juffrouw Linden hieldt." „Dat is niet waar!" riep Gerrit. „Dat is wel waar," zei Leendert daarop „je hebt er een eed op willen doem, dat mijin- heer Munk de juffrouw 'savondiss thuis bracht, dat. hij dikwijls bij haar aan huis kwam, als haar moeder uit was en.... .Mensch bezondig je ziel niet. met een; leu gen," dus viel Gerrit. hem in de rede, „ik heb alleen gezegd', dat mijnheer wel eens bij haar aan huis kwam en dat ik niet. wist of haar moeder dan altijd thuis was." „Maar je hebt. ook gezegd," begon Hen drik weer, „dat je ze bedden dliem morgen in de broeikas gezien, liadt, met hun handen In elkaar en erg lief samen." „Ik heb alleen gezegd, dat... hernam Gerrit weder, maar ik viel hem in de rede, door te zeggen „Genoeg1 Het overige weet ik. Iemand, die toevallig achter de schutting stond en het. geheele gesprek hoorde, heeft het mij juist zóó verteld. Ik weet dus, wat je aam jo kameraads hebt willen wijsmaken,, maar nu zult je zeggen, alles wat je :s morgens in d© kas van de sn ij bloemen gezien en gehoord hebt. Je bent er met juffrouw Linden en mij in gekomen, je hebt ons helpen snijden en je bent er gelijk met oms weer uitgegaan. Dus bevoel ik je te zeggenwat. er is voorgevallen Allo, spreek op. Welk ongeval had1 juffrouw Linden „Zij kreeg oom doorn' in haar vinger. „En wie haalde diem doorn er uit?" ,,U." „En waar sprak ik toen over?" ,Over bloedvergiftiging. „Juist. Waarvoor ik. jelui ook altijd waar schuw, omdat het meer voorkomt bij doorn- wondjes. Ik heb een paar druppels bloed' uit den vinger geknepen en hem daarna verbom den. Zoodoende heb ik haar hand in dè mijne gehad." „Ik heb ook niets anders gezegd," zei Ger rit, „dat de amdereni daaruit „Schurk!" riepen de andter© knechts woe dend. „hot is wèl waar, je hebt van verliefd zijn gesproken." „Stilte!" riep ik, „in elk geval heb je ge zegd, dat je ons geattrapeerd had en dat heb je gelogen, want je stond er met jo neus vlak bij. Je hebt zelf mijn verbandtaschje vastge houden, toen ik wat jodoformgaas om den vinger bond. Elen wondje verbinden heb jo doen vóórkomen, als ia angoorloofde betrek king staan. En wat je andere bewijzen daar voor betreft, ik. heb juffrouw Linden ééns thuisgebracht, omdat. Albert., met wien zij anders altijd meegaat, zooals je weet., onver wachts den nachtdienst moest overnemen, en omdat do juffrouw in die dagen op straat word aangerand. Later heb ik nog eens baar moedter bezocht, die altijd thuis is, omdat het goede mensch, sedert zij! bi Leiden woont., te ziek is om de kamer te verlaten. Ik weet niet met welke woordten ik je gemeene, lage handelwijze zal noemen. De naam van oen fatsoenlijk meisje zoo te bekladden is oen schurkenstreek. Gaat nu maar weer aan het werk." „Ncen, wacht nog even," zei Laux daar op. „ik heb ook nog wat te zoggen. Ik vind mijnheer Munk veel t>e goed. Ik begrijp niet., dat hij Gerrit niet metoem dien dienst op zegt. Als jc mij zoo iets geleverd had Gerrit, zou ik jo op staan den voet. hot. hok uitjagen. Nu hij dit- niet doet, wil ik je toch nog zog- geu, dat wij oen persoon, die tot zulke laag heden in staal, is, niet meer kunnen vertrou wen en je dus naar eem anderen patroon moet omzien. Toen. je van den winter geen werk had, heb ik je uit medelijden met. je vrouw en kinderen aangenomen. Je moet .nu een1 anderen dienst zoekenEfn haast- je daar mee, want voel geduld Itebben wij niet moor met je. denk, daar aan." Den geheelon dag heerschto e>r een onge woon opgewonden geest onder het- werkvolk. Gerrit was dood verklaard. Niemand sprak meer met hem, noch wildle met. hem samen werken, eni toen 's avonds om zeven uur de bel luidde, om het. work te doen eindigen, kwamen alle knechts, mot. uitzondering van Gerrit naar het. kantoor, in plaats van regel recht naar huis te gaan. „Hoeren," aldus dteed Willem Stemberg, als meesterknecht het woord, „uit ons aller naam, kom ik u verzoeken Gerrit onmiddel lijk zijim ontslag te geven. Wij willlen geen van allen een dag langer mot zoo'n schurk samen werken Ik zag hierop Laux vragend aam. Doch die zei mij.: „Dat moet- jij mot ze uitmaken, je weet hoe ik er over donk." .,Tk stel het. op hoogon prijs," aldus sprak ik tot. de knechts, „dat jelui mij door dit verzoek een bewijs geeft, dat je niets van zijn lasterpraatjes gelooft, dat je achting voor juffrouw Linden ongeschokt is geble ven en dat jc in mij vertrouwen blijft, stel len. Jelui weet dat wij Gorrit hebben ge zegd1, zoo spcediig mogelijk een an<loren dienst, te zoeken, maar je weet ook, dat. voor hem oen paar dagen zonder wc-rk, ook oen paar dagen honger lijden is. Denkt om zijn vrouw en kindteren.'' „Daar moest hij zelf om denken en eerlijk man blijven." „Hij moet niet- zoo maar gewoon weggaan en nog kunnen vertellen, dat het hem hier niet langer bevalt." „Hij moet weggejaagd worden. Hij was al lang de eenige twisl-zooker en oproerstoker." „Wij kunnen 't allemaal veel te goed, aoo- wol met elkander, als ook met de patroons vindon, om nog langer zoo'n sdhijnheiligen ruziemaker in ons midden te dulden „We willen geen dag langer met zoo'n schurk samen werken. Als hij morgen terug komt, blijven wij allen weg." „Ja, dat hobben wij vast- besloten. U hobt te kiezen tusschen hem en' ons." Zoo riopem allen dooreen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1906 | | pagina 1