r. I#. 181. Donderdag 3 Januari 1907. BUITENLAND. FEUILLETON. De Gezegende dag. 5" Jnarisatig. JUHERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maande* v#or Amenfeertf 1.25. Idem fraoee per poet1.75. Alsonderlgke nmrnmeie0.05. Deae Coarant v«r«chij*t Dagelgki, met uitzonderiag van Zon- e* Feeatdagen. Advertentiin, mededeelingen enz., gelieve men rtór 16 nar a morgens bij de Uitgevers in te zende*. Ui tgavers: VALKHOFF C». Utrechtechestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 1—5 regelsf 0.73. Elke regel meer- 0.13. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene cironlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. Verkiezingsleuzen voor den Duitschen Rijksdag. In de dagen tusschen Kerstmis en nieuw jaar werd uit Duitsch Zuidwest-Afrika eene goede tijding in Berlijn ontvangen. De stam der Bondelzwarts heeft zich onderworpen de hoofdman van dien stam, Johannes Christiaau, is met. zijne naaste aanhangers in onderwerping gekomen. 120 strijdbare" man nen hebber» zich overgegeven en hebben 105 geweren ingeleverd in Heirachabis, het hoofdkwartier van den luitenant-kolonel Von Estorff, die den strijd tegen deze Hotten- totten-stam had te voeren later werd nog de overgave bericht van 35 mannen met 10 geweren Onder den eersten indruk van dit bericht werd door het officieuse Wolff's-bureau ge meld, dat men aan het departement van koloniën te Berlijn, in overeenstemming met het opperbevel in Zuidwest-Afrika, het vertrouwen koestert, dat de vier jaren du rende oorlog nu spoedig zijn einde tegemoet gaat en dat het kolonisatiewerk in het ge bied, dat. er door geteisterd werd, weer zal kunnen beginnen. Later maakte intusschen de Nordd. Allg. Zeitung de opmerking, dat er sedert geen nieuwe gevallen van onder werping zijn voorgekomen en dat zich dus eerst de helft van de in het veld staande Hotten tot ten heeft overgegeven. Deze opmerking was blijkbaar bestemd om tegen eene te optimistische opvatting van den toestand te waarschuwen. Daaraan ging nog iets anders vooraf. Men had name lijk geïnsinueerd, dat de regeeriug op do onderwerping van den hoofdman der Bon delzwarts reeds lang voorbereid geweest was en zelfs het bericht daarvan met opzet een poos achterwege gehouden had. Daartegen i» de Nordd. Allg. Zeitung opgekomenliet officieuse blad verzekert, dat het bericht der onderwerping zonder talmen bekend gemaakt is, zoodra het werd ontvangen. In deze polemisch© opmerkingen doet zich do invloed gelden van den aanstaanden ver kiezingsstrijd. Het was te voorzien, dat do organen van centrum en sociaal-democratie, de bondgenooten in de stemming van 13 Decemberzouden trachten munt te slaan uic deze berichten van het oor- logstooneel in Zuidwest-Afrika en triom- feerend zouden zeggen,,Nu ziet gij hoezeer wij 't aan het rechte eind had den, toen wij verlangden, dat de troe penmacht tot 2500 man zou worden vermin derd, en hoe verkeerd de bewering is, dat wij 't er op toelegden onzen broedere in Zuidwest-Afrika den noodigen steun te ont houden.'' De Germania, het hoofdorgaan van do centrum-partij, heeft het bericht van de onderwerping der Bondelzwarts een ,,on- geluksbcodsehap voor do regeering" genoemd en daaruit de conclusie getrokken, dat het centrum den toestand juist inzag. Als de regeering voldoet aan hare toezeggingen, dan zou zij nu reeds moeten handelen, zoo als het voorstel van het centrum verlangde. En als de oorlog ten einde is, dan is ook het suppletoire crediet niet meer noodig tot het bedrag, dat werd aangevraagd, en daar mee is het geheele geschil, dat aanleiding gaf tot de ontbinding van den rijksdag, uit den weg geruimd. Dat s natuurlijk eene redeneering, die meer schoonschijnend dan juist is. Men ver liest, zoo redeneerende, uit hot oog, dat den 13en December niemand kon weten, dat de Bondelzwarts zich zouden onderwerpen en wanneer dat zou geschieden. Wat het cen trum toen van de regeering verlangde, was, dat zij er in zou toestemmen, dat op een be paalden dat um de troepen in de kolonie tot een bepaald cijfer zouden worden terugge bracht. Dien eisch moet men beoordeelen naar den toestand zooals hij was op 13 De cember 1906,. niet zooals hij zich nu laat aan zien Toch is het te verwachten, dat de onder werping, die nu is geschied en die de ge dachte heeft doen ontstaan, dat de oorlog een spoedig einde tegemoet gaat, niet zon der invloed zal blijven op de wijze, waarop de massa dor kiezers het geschil zal beoordee len, dat tot de ontbinding van den rijksdag heeft geleid. Dit geeft de Vossische Ztg. aanleiding om te zeggen„Eene koloniale kwestie is geen gelukkige verkiezingsleus zij was hel niet in de eerste weken na 13 December, en zij kan het nog minder zijn in de weken, die nog moeten verloopen tot 25 Januari Daaromtrent mag de rijkskanselier zich nimmer vergissen. Onder de groote massa van de kiezers denkt men altijd nog zeer koel over de koloniën. Wanneer de spre kers vertellen hoeveel de koloniën jaarlijks kosten en hoe weinig voordeel zij brengen, hoe de uitgaven met drukkende belastingen en verhoogde invoerrechten moeten worden gedekt eu daarom vleesch en andere levens middelen boven hun natuurlijken prijs stij gen, dan hebben zij daarbij onder de meer derheid der kiezers grooter succes, dan met alle beschouwingen over wereldpolitiek en imperialisme. Geheel anders, wanneer de verkiezingsleus luidtLos van het centrum Dat verstaat iedereen, daarvoor komen rnil- lioenen en nog eens millioenen met vreugde opEen strijd tegen het. centrum zou als eene bevrijdende daad begroet worden." Vorst Biilow is, naar het oordeel van de Vossische Ztg., te zeer staatsman om niet te erkennen, dat hij om de noodzakelijke om- keering in den rijksdag teweeg te brengen eene meer pakkende verkiezingsleus behoeft dan eene in de hoofdzaak thans afgedane koloniale kwestie. Ln daden zijn noodig om den twijfel te weerleggen of de regeering ook, nadat de strijd om de suppletoire be grooting is afgedaan, in de gevechtsstelling tegen het centrum wil blijven. Vorst Biilow heeft beantwoord aan de ver wachting die hier werd uitgesproken. In een open brief, gericht aan den voorzitter van den rijksbond tegen de sociaal-demo cratie, luitenant-generaal Liebert, heeft hij eene verklaring afgelegd omtrent de rede nen, die hem tot de ontbinding van den rijksdag hebben geleid, en omtrent de ver wachtingen, die hij heeft van wat de ver kiezingen voor den nieuwen rijksdag zullen brengen Het stuk is ons nog slechts uit een kort telegrafisch bericht bekendmen zal moeten zien welke „Zugkraft" het zal heb ben. Dtriteotiland. Berlijn, 2 Jun. In een uitvoerig schrijven aan den vooizitter van het „Rciclisverband tegen de sociaal-demokratie" geeft de rijks kanselier eenige wenken voor do rijksdag verkiezingen. Hij zegt, dat reeds in het laatste voorjaar het besluit bij hem gerijpt was, om zieti tegen elke nieuwe poging tot macLtsproeveu der door het centrum en de sociaal-democraten geleide oppositie-meer derheid bij ernstige en gewichtige rijksaan gelegenheden met alle kracht te verzetten. De partijen, die op 13 December in den rijksdag aan de zijde der regeering stonden, kunnen z. i. bij een doelbewust optreden in den verkiezingsstrijd zooveel terrein winnen dat -ij de meerderheid kunnen vormen. Zij zullen echter van den beginne af in het oog moeten houden, wat hen destijds vereenigde: de strijd voor de eer en het goed dor natie te gen de sociaal-democraten, de Polen, de Welfen en het centrum. Niet alleen met Baden kan Pruisen het niet eens worden over de invoering van scheepvaartrechten op de rivieren. De ,,Leipz. Neueste Nachr." bericht, dat er volstrekt geen reden is om aan te nemen dat de Saksische regeerjng haar standpunt zou hebben prijs gegeven. Men is in Saksen nog steeds van oordeel, dat mot het oog op de grondwettelijke bepalingen het vraagstuk niet actueel is. Do rijksgrondwet waarborgt den vrijdom vanscheepvaartrechten op de ri vieren'. Wil men dus scheepvaartrechten in voeren, dan zou eerst de grondwet dienen te worden herzien. Nu is het wel te verwachten dat Pruisen hiertoe een voorstel zal doen, maar indien andere bondsregeeringen, ook d Saksische, bij eene afwijzende houding volharden, dan zou grondwetsherziening on mogelijk zijn en zou er van de invoering van scheepvaartrechten niets kunnen komen. ItalHL Voor de overbrenging van het stoffelijk overschot van paus j_,eo XIII naar het Latcraan is, volgens een bericht van de Osservatore Romano, nog geen dag bepaald. Het Vaticaaaische blad voegt hieraan toe, dat deze. overbrenging in streng privaten vorm zal geschieden. Span]*. De vertegenwoordigers van de staten, die op de conferentie van Algeciras vertegen woordigd zijn geweest, hebben den 31en De cember de oorkonden der ratificatie van deze acte 'bij liet ministerie van buitenlandscho zaken te Madrid ingeleverd. Overeenkomstig art. 121 van deze akte is daarvan oen proto- kol opgemaakt-, waarvan een gewaarmerkt afschrift aan het maghzeu zal worden ge zonden. Tot viering van dit feit, werd een schit terend feestmaal gegeven, waarbij de minis ter-president markies Vega- de Armijo op de hoofden van de staten dronk, hartelijk© woorden van herinnering wijdde aan den overleden hertog van Almodovar, den voor zitter van de conferentie, en de voldoening van Spanje uitdrukte, tot- het werk te hebben bijgedragen, dat voor <ie toekomst van Ma rokko zoo vruchtbaar kan worden en dat de harmonie van de volken waarborgt. De Duitsche gezant von Radowitz antwoordde als deken van het corps diplomatique met een dronk op den Koning van Spanje en op den voorspoed van de Spaansche natie. De moeder van den hertog van Almodovar heeft den titel gekregen van hertogin van Algeciras. Ooiten rijk. Uit Weenen wordt aan de Frankf. Ztg., eene tegenspraak gemeld van het bericht, dat de pauselijke nuntius aldaar de tusschen- komst van den minister van buitenlandsche zaken zou hebben gevraagd in het. conflict tusschen de pauselijke curie en de Fransche regeering. Rutland. Op bevel van den Ozaar is de kamerheer vorst Paul Dolgoroeki, de broeder van den ondervoorzitter der eerste rijksdoema en zelf ^yimzienlijk lid van de partij der volksvrij heid, uit de hoflijsten geschrapt. De Nowoje Wremja heeft onder voorbe houd gewag gemaakt van een complot tegen hooge ambtenaren van het ministerie van financiën. Via Weenen verneemt men dien aangaande nader, dat de minister twee da gen geleden al de hoofden van zijn departe ment tot eene conferentie zou hebben geuoo- digd. Een uur voor het tijdstip van samen komst zou er een mijn zijn ontdekt onder of althans in de nabijheid van het ministerie en men zou slechts nog juist den tijd hebben gehad om al de hoeren af te telefoneeren en de eenige lokalen, die gevaar liepen, do<y de daar gevestigde beambten ijlings te doen ontruimen. Do Nowoje Wremja bericht, dat de poli tie in de laatste dagen huiszoekingen heeft gedaan bij een groot aantal leden van de strijdorganisatie, waarbij haar gewichtige stukkeu en eene lijst van staatsambtenaren in handen gevallen zijn, die door deze orga nisatie ter dood veroordeeld zijn. Huiszoe kingen in Moskou hadden hetzelfde resul taat. Van de 232 mindere militairen van het regiment Samoerschen, die beschuldigd waren van muiterij en moord op den commandant, den geestelijke en een officier van het regi ment, heeft de krijgsraad te Tiflis zeven man tot dwangarbeid van 4 tot 12 jaren en de overigen, met uitzondering van 83 die werden vrijgesproken, tot lichtere straffen veroordeeld. In den nacht van 1 Januari beproefden eenige jonge lieden, die matrozenmutsen droegen, zich toegang te verschaffen tot de in de haven liggende stoomboot Gregorius Merck met het doel haar in de lucht te doen springen. Tusschen de scheepswacht, en de aanvallers werden schoten gewisseld, waar bij aan beide zijden een man gewond werd. De aanvallers slaagden er in te ontkomen en hun gewonde mee te nemen. Aan den oever werden een helsche machine en ver schillende ontplofbare stoffen gevonden. Gelijktijdig werd een dergelijken aanval ondernomen tegen de in de buurt voor an ker liggende stoomboot Koningin Olga, die eveneens door de wacht verijdeld werd. Er zijn ook toebereidselen ontdekt, die ten doel hadden aan de kade een brand te veroorza ken en daardoor het hulpbetoon aan de stoombooten te verhinderen. De te Odessa gevestigde export-firma's hebben ten gevolge van de in den laatsten tijd voorgekomen bomontploffingen op stoom schepen groote verliezen geleden. De ban kiers weigeren op vrachtbrieven crediet te geven en de verzekering-maatschappijen ne men geen verzekeringen van schepen aan. De uitvoer naar het buitenland is bijna ge heel gestaakt. Turkije. In de onlangs gesloten overeenkomst met de Ottomaansche bank betreffende het voor schot van 250,000 Turksche ponden tot dek king van het tekort op de Macedonische be grooting van het loopende jaar, is een rente \an 7 pet. 'bepaald, terwijl de overschotten der inkomsten van de Dette Publique Otto- mane als onderpand zullen dienen. De kwes tie van het tekort op de Macedonische be grooting, ook voor de toekomst, is dooi- deze overeenkomst, en door de tusschen de Porto en de Diette Publique gesloten overeenkomst volkomen geregeld. Kreta. Volgens een bericht uit Athene zal do Fiansche regeering b:nnen kort hare troepen uit Kreta terugtrekken. Inmiddels is do chef van de Fra.nsche troepenafdeeling op Kreta, kolonel Lubanski, die ais oudste in rang commandant van liet geheele intemationalo tioepencontingent was, te Kanea gestorven. Marokko. Tanyer, 2 Jan. Raisuli heeft de gevan genen, die hij te Zinat opgesloten hield, naar Arzela gezonden met bevel de poorten van de stad te sluiten voor de troepen van het maghzen. Gebbas besloot dientengevolge 600 man met 3 kanonnen naar de stad te zenden. Uit Tanger wordt bericht, dat de stam Beni-Arros, wiens houding tot dusver nog twijfelachtig was geweest, zich voor het niaghz^i heeft verklaard en eene deputatie zal zenden naar den minister van oorlog" Gebbas, om hem deze verklaring af te leg gen. Dit besluit is van gewicht wegens den invloed van den tot de Boni Arros behooren den sherif van Moelai Abslam. De correspondent van de Times te Tanger seint, dat Ben Mansoer, Raisuli's vertegen woordiger, die Donderdagochtend op de markt te Tanger nog recht sprak, hein s avonds smeekte, bij El Gebbas, den mi nister van oorlog, zijn voorspraak t^ wezen. De correspondent bezorgde liem een vrijge leide en begenadiging uit den naam van den sultan. Vrijdagmorgen vroeg bracht hij Ben Mansoer naar Gebbas. In tegenwoordigheid van Mohammed el Torres en Kaid Maclean werd hij weer in genade opgenomen, nadat hij den sultan trouw had gezworen en be loofd had den pacba van Tanger te zullen gehoorzamen, s Avonds bad dezelfde man in de moskee der regeering naast de verte genwoordigers van het.Maghzeu, en aten de hoofden van den stam der Fahs bij den gouverneur. De correspondenffl|wan de Times gelooft intusschen niet, dat. het Maghzen flink zal blijven handelen. Het wordt nu, meent hij, aangedreven door de vrees voor inmenging van de Franschen. Hij heeft reeds allerlei teekenen van de oude slapte in het bestuur opgemerkt. Naar de Daily Mail uit Tanger verneemt hoeft Raisuli tot Nieuwsjaarsdag tijd gekre gen om zich te onderwerpen. Doet hij dat niet, dan zal zijn versterkt, dorp Zinat. aan gevallen en verwoest worden. Raisuli heeft zijnerzijds aan de hoofden der verschillende stammen brieven geschre ven, waarin hij zegt, dat de ontzetting uit zijn ambt onwettig is en dat zij niemand mogen gehoorzamen dan hem. In een brief aan Gebbas komt hij op tegen de kennis geving, die over hem is voorgelezen in de moskee te Tanger, in deze bewoordingen ,,De brief, die in do moskee van Tanger werd voorgelezen is vol van hatelijke leu gens over mij daartegen protesteer ik, daar ik geen der beleedigende uitdrukkingen ver dien, die mij daarin naar het hoofd worden Een verhaal van de Os ter tide Pastorie 6 Uit het Deensch door BETSY BAKKER—NORT. 'fc Meest van alle dieren op de pastorie hield Yonne van Gulla, want., deze had zoo n eigenaardige wijze om tie luisteren naar het geen men baar vertelde; ze knikt© nu en dan .met den kop, ten was er veel meer bij dan oude tante Thea, die zoo dikwijls knik te als het niet noodig was. ,,Menschen zijn zoo vreemd, ,,Gula," klaagde het kind, en streek mrt de kleine hand over baar flanken, zoover ze kon rei ken, .zooals nu mama, Gulla. Weet je al, dat zo van ons vandaan wil gaan, ook van jou, oude Gulla, maar jij trekt, het je zeker niet zoo org aan, want dan kan je zoo lang rust nemen 't Is erger voor vader Gulla, voel, veel erger." En G-ulla knikt zoo diep, en de verstan dige oogen zien zoo bedroefd in de hare, dat Vonne begrijpt., dat- Gulla ook voelt, dat het t ergst voor vader is. „Want- dan is hij zoo alleen," vervolgt, het kind, „zoo vreeselijk alleen.. Want. ik kan immers niet over die dingen spreken, waarover groote menschen met elkaar Kpre- kc-ii Maa.- nu zal ik ee.is goed luisteren, waarover hij en mama spreken, wanneer zo samen zitten, misschien kan ik het onthou den, en daarover .met hem spreken, wan neer ziji weg is. Dan is hij misschien niet. meer zoo alleen." Het kind zit op de hurken in het stroo, met de handen om de tengere knieën gevou wen. „Mama heeft, mijl van morgen een sprook je verteld, Gulla, toen we naar bet L'de- meer gingen. Het was zoo treurig, ik wilde, dat zij mij het niet verteld had. Het was van een ouden koning, Gulla, die een jonge koningin nam. En hij had grijs baar even als vader, en hij had zeker jicht in de bee- nen, zooals oude Oei, die op den melkwa gen zit, want hij liep zoo langzaam, zei ma ma, en met. gebogen hoofd. Toen was er een jonge page op het slot, weet je wat een page is, Gulla? Niet, nou dat is een lange jongen, precies Jens Peter, maar veel mooier, dat begrijp je wel, met lange krullen, een kanten kraag en wit zij den kousen. En hij droeg 'den wit zijden sleep met vlamroode leliën van de koningin, en hij stond achter haar stoel en schonk wijn in haar glas, en stak acaziabloesems in der haar. En daarom hield de jonge koning in zoo veel van hem. Ik geloof, dat hij ook met uitgetrokken zwaard op een dierenhuid vóór 'haar deur sliep, om haar te verdedigen als iemand haar kwaad wildo doen. En zie je, Gulla dat alles kan de oude koning niet doen, omdat, bijl zoo oud en zoo moe wa'5. Hij zou het. zeker niet uitgehouden h-öbbenzoo lang achter haar stoel te staan, als hiji jicht in de been en had. en de aca- ziabloesems kon hij niet. plukken, want daar kon hij niet. bijde jonge page was mis schien in den boom geklommen Hij kon ook niet vóór haar deur liggen, daar was het. veel te koud. En dat behoefde ook niet, want niemand wilde haar immers kwaad doen, Maar daarom hield hij wel even veel van haar, Gulla. Maar daaraan heeft de koningin zeker niet gedacht, en mama zeker ook niet, want zij was zoo bedroefd over haar. Want. stel je voor, Gulla, zij en de page hielden zoo veel van elkaar, da€ ze" moesten sterven. Mama had zoo'n medelij den met- de jonge koningin en met. den page maar »'k schrei om den ouden koning, want ik heb het. allermeest, medelijden met hem. Jij ook r.iet, Gulla?" Laat op den avond stond de predikant, alleen, ii zijn kamer, vóór het open raam. De adem der bloemen steeg tot hem op, dc beek bruiste en de winden trokken voor bij maar de .predikant gloeide als in koorts, en wanneer hij dë hand naar de oogen bracht., trok hij die vochtig terug, en wan neer hij ze op het hart legde, dan merkte hij. hoe ze trilde, en hoe smartelijk, hoe wanhopig het snikt en jammerde in zijn borst Er was niets in zijn kamer koud genoeg om zijn voorhoofd af te koelen, noch zijn mes, noch zijn glas, noch zijn hand of de ruit.. Want wal moesten zijn gemeenteleden wol van hem denken, die van hun beetje geld hadden gegeven om haar weg te zenden, toen ze liet noodig bad? Wat moesten ze wel I van liem denken, dat hiji thans geld genoeg j had om baar been en weer naar Kopenba- I gen te laten reizen, maand in maand uit? I Zo wisten immers niets van tante Yvonne! I Lieve hemel, hij| kon toch niet van I den preekstoel bekend maken I ..Tante Yvonne betaalt. tante Yvonne I betaalt de pret." Er gleed een schaduw voorbij de ruiten in he* volgend ©ogenblik lagen er Iwee armen om den hals van den predikant., en een mond drukte zich tegen zijn oor „Axel, o, Axelsnikte ze ,,wee« niet zoo 'bedroefd ik meende het niet. zoo! O, I seg toch Axel, dat je weet, dat. ik het niet zoo meende." Anne Margret© stond op de teenen in het. I gras, met de armen om zijn hals. „Nee, ik ben niet boos, Anne Margrete," j zei hij stil en streelde heur haar; „nee, ik bc-n niet boos. En wanneer jij het zegt. geloof ik immers, dat je het niet gemeend hebt „Ik vroeg niet of je boos was," viel zij hem ongeduldig in de rode „je mag best- boos zijn wat geef ik er om of je boos 1 fccnl, als je maar niet bedroefd bont._ Hoor 1 je, Axel, ik kan vannacht niet slapen, vóór ik weet dat je niet bedroefd bent." Hij stond op en streek haar over het haar „Ja, ja." fluisterde hij „dan moet ik maar niet. bedroefd zijn. Goeden nacht, kleintje, en dank, dat je gekomen bent." Zij bleef even staan „Axel," zei ze, en haar stem klonk zoo wonderlijk diep en zacht. Axel, was ik vroe ger ook zoo slecht- en boos vóór enkele ja ren, bedoel ik? Maar, o. Axel, het leven heeft- mij zoo gemaakt, 't Leven, waarvoor ik duizei'dmaal banger bon dan voor den dood. Ik ben verschrikt, over eiken dag, die gaat, angstig voor eiken dag, die komtNee, I nee, jij kan het niet helpen, ik 'ben alleen j maar ziek. Axelo, zoo ziek, zoo ziek Dc predikant, streelde haar, maar sprak niet Hij kende haar aanvallen en wist, dat woorden haar berouw ste?ds meer uitlokten. I Plotseling hief ze het hoofd op. „Dus heb je mij weer vergeven, zooals zoo vele keeren vroeger, niet waar, Axel? Hoe staat het ook weer in den bij'bel? zeven tigmaal -zeven denk je, dat je mij nog zoo veel keeren vergiffenis moet- schenken - - geloof je niet-, dat hot daar nog ver af is, Axel?" „Ja," zei hij en zuchtte met zijn zieke- lijken g'.-mlach „ja, het is er zeker nog ver af." Toen kuste ze hem op de beide wangen, en sloop weg een oogenblik later hoorde hij haar de deur van haar kamer sluiten. III. Ver naar het Oosten, voorbij de onbe bouwde, onvruchtbare zandgronden met do spaarzame, half verschroeide grasspriel je« steeds naar boven, en naar hot Oos ten ligt het diepe meer. Als een donker, betraand, eeuwig blin kend oog ligt het tusschen hooge hcide- oevers, zoo steil vooroverbuigend, dat- het schijnt of de heideplanten zich aan elkaar vastklampen om het. evenwicht niet te ver liezen en niet voorover in het diepe, droef geestige water te vallen. Misschien heeft dat meer daar niet. altijd gelegen Misschien heeft de natuur eens, eeuwen geleden, in een luchtspiegeling aan den hemel haar eigen onvruchtbaarheid ge zien en haar troosteloozo woestenij, en van angst en smart over haar beeltenis is ze in tranen uitgebarsten, en heeft op deze wijze zelf dit groote, onbewegelijke meer gevormd. Stil ligt het- daar, zwijgend en berustend als iemand, die veel heeft geschreid on ge zien, dat zijn tranen vruchteloos zijn. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 1