r.
I#. 181.
Donderdag 3 Januari 1907.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Gezegende dag.
5" Jnarisatig.
JUHERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maande* v#or Amenfeertf 1.25.
Idem fraoee per poet1.75.
Alsonderlgke nmrnmeie0.05.
Deae Coarant v«r«chij*t Dagelgki, met uitzonderiag van
Zon- e* Feeatdagen.
Advertentiin, mededeelingen enz., gelieve men rtór 16 nar
a morgens bij de Uitgevers in te zende*.
Ui tgavers: VALKHOFF C».
Utrechtechestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 1—5 regelsf 0.73.
Elke regel meer- 0.13.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
cironlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht.
Verkiezingsleuzen voor den Duitschen
Rijksdag.
In de dagen tusschen Kerstmis en nieuw
jaar werd uit Duitsch Zuidwest-Afrika eene
goede tijding in Berlijn ontvangen. De stam
der Bondelzwarts heeft zich onderworpen
de hoofdman van dien stam, Johannes
Christiaau, is met. zijne naaste aanhangers in
onderwerping gekomen. 120 strijdbare" man
nen hebber» zich overgegeven en hebben 105
geweren ingeleverd in Heirachabis, het
hoofdkwartier van den luitenant-kolonel Von
Estorff, die den strijd tegen deze Hotten-
totten-stam had te voeren later werd nog
de overgave bericht van 35 mannen met 10
geweren
Onder den eersten indruk van dit bericht
werd door het officieuse Wolff's-bureau ge
meld, dat men aan het departement van
koloniën te Berlijn, in overeenstemming
met het opperbevel in Zuidwest-Afrika, het
vertrouwen koestert, dat de vier jaren du
rende oorlog nu spoedig zijn einde tegemoet
gaat en dat het kolonisatiewerk in het ge
bied, dat. er door geteisterd werd, weer zal
kunnen beginnen. Later maakte intusschen
de Nordd. Allg. Zeitung de opmerking, dat
er sedert geen nieuwe gevallen van onder
werping zijn voorgekomen en dat zich dus
eerst de helft van de in het veld staande
Hotten tot ten heeft overgegeven.
Deze opmerking was blijkbaar bestemd
om tegen eene te optimistische opvatting
van den toestand te waarschuwen. Daaraan
ging nog iets anders vooraf. Men had name
lijk geïnsinueerd, dat de regeeriug op do
onderwerping van den hoofdman der Bon
delzwarts reeds lang voorbereid geweest was
en zelfs het bericht daarvan met opzet een
poos achterwege gehouden had. Daartegen
i» de Nordd. Allg. Zeitung opgekomenliet
officieuse blad verzekert, dat het bericht der
onderwerping zonder talmen bekend gemaakt
is, zoodra het werd ontvangen.
In deze polemisch© opmerkingen doet zich
do invloed gelden van den aanstaanden ver
kiezingsstrijd. Het was te voorzien, dat do
organen van centrum en sociaal-democratie,
de bondgenooten in de stemming van 13
Decemberzouden trachten munt te
slaan uic deze berichten van het oor-
logstooneel in Zuidwest-Afrika en triom-
feerend zouden zeggen,,Nu ziet gij
hoezeer wij 't aan het rechte eind had
den, toen wij verlangden, dat de troe
penmacht tot 2500 man zou worden vermin
derd, en hoe verkeerd de bewering is, dat
wij 't er op toelegden onzen broedere in
Zuidwest-Afrika den noodigen steun te ont
houden.'' De Germania, het hoofdorgaan
van do centrum-partij, heeft het bericht van
de onderwerping der Bondelzwarts een ,,on-
geluksbcodsehap voor do regeering" genoemd
en daaruit de conclusie getrokken, dat het
centrum den toestand juist inzag. Als de
regeering voldoet aan hare toezeggingen,
dan zou zij nu reeds moeten handelen, zoo
als het voorstel van het centrum verlangde.
En als de oorlog ten einde is, dan is ook
het suppletoire crediet niet meer noodig tot
het bedrag, dat werd aangevraagd, en daar
mee is het geheele geschil, dat aanleiding
gaf tot de ontbinding van den rijksdag, uit
den weg geruimd.
Dat s natuurlijk eene redeneering, die
meer schoonschijnend dan juist is. Men ver
liest, zoo redeneerende, uit hot oog, dat den
13en December niemand kon weten, dat de
Bondelzwarts zich zouden onderwerpen en
wanneer dat zou geschieden. Wat het cen
trum toen van de regeering verlangde, was,
dat zij er in zou toestemmen, dat op een be
paalden dat um de troepen in de kolonie tot
een bepaald cijfer zouden worden terugge
bracht. Dien eisch moet men beoordeelen
naar den toestand zooals hij was op 13 De
cember 1906,. niet zooals hij zich nu laat aan
zien
Toch is het te verwachten, dat de onder
werping, die nu is geschied en die de ge
dachte heeft doen ontstaan, dat de oorlog
een spoedig einde tegemoet gaat, niet zon
der invloed zal blijven op de wijze, waarop
de massa dor kiezers het geschil zal beoordee
len, dat tot de ontbinding van den rijksdag
heeft geleid. Dit geeft de Vossische Ztg.
aanleiding om te zeggen„Eene koloniale
kwestie is geen gelukkige verkiezingsleus
zij was hel niet in de eerste weken na 13
December, en zij kan het nog minder zijn in
de weken, die nog moeten verloopen tot 25
Januari Daaromtrent mag de rijkskanselier
zich nimmer vergissen. Onder de groote
massa van de kiezers denkt men altijd nog
zeer koel over de koloniën. Wanneer de spre
kers vertellen hoeveel de koloniën jaarlijks
kosten en hoe weinig voordeel zij brengen,
hoe de uitgaven met drukkende belastingen
en verhoogde invoerrechten moeten worden
gedekt eu daarom vleesch en andere levens
middelen boven hun natuurlijken prijs stij
gen, dan hebben zij daarbij onder de meer
derheid der kiezers grooter succes, dan met
alle beschouwingen over wereldpolitiek en
imperialisme. Geheel anders, wanneer de
verkiezingsleus luidtLos van het centrum
Dat verstaat iedereen, daarvoor komen rnil-
lioenen en nog eens millioenen met vreugde
opEen strijd tegen het. centrum zou als
eene bevrijdende daad begroet worden."
Vorst Biilow is, naar het oordeel van de
Vossische Ztg., te zeer staatsman om niet te
erkennen, dat hij om de noodzakelijke om-
keering in den rijksdag teweeg te brengen
eene meer pakkende verkiezingsleus behoeft
dan eene in de hoofdzaak thans afgedane
koloniale kwestie. Ln daden zijn noodig om
den twijfel te weerleggen of de regeering
ook, nadat de strijd om de suppletoire be
grooting is afgedaan, in de gevechtsstelling
tegen het centrum wil blijven.
Vorst Biilow heeft beantwoord aan de ver
wachting die hier werd uitgesproken. In
een open brief, gericht aan den voorzitter
van den rijksbond tegen de sociaal-demo
cratie, luitenant-generaal Liebert, heeft hij
eene verklaring afgelegd omtrent de rede
nen, die hem tot de ontbinding van den
rijksdag hebben geleid, en omtrent de ver
wachtingen, die hij heeft van wat de ver
kiezingen voor den nieuwen rijksdag zullen
brengen Het stuk is ons nog slechts uit een
kort telegrafisch bericht bekendmen zal
moeten zien welke „Zugkraft" het zal heb
ben.
Dtriteotiland.
Berlijn, 2 Jun. In een uitvoerig schrijven
aan den vooizitter van het „Rciclisverband
tegen de sociaal-demokratie" geeft de rijks
kanselier eenige wenken voor do rijksdag
verkiezingen. Hij zegt, dat reeds in het
laatste voorjaar het besluit bij hem gerijpt
was, om zieti tegen elke nieuwe poging tot
macLtsproeveu der door het centrum en de
sociaal-democraten geleide oppositie-meer
derheid bij ernstige en gewichtige rijksaan
gelegenheden met alle kracht te verzetten.
De partijen, die op 13 December in den
rijksdag aan de zijde der regeering stonden,
kunnen z. i. bij een doelbewust optreden in
den verkiezingsstrijd zooveel terrein winnen
dat -ij de meerderheid kunnen vormen. Zij
zullen echter van den beginne af in het oog
moeten houden, wat hen destijds vereenigde:
de strijd voor de eer en het goed dor natie te
gen de sociaal-democraten, de Polen, de
Welfen en het centrum.
Niet alleen met Baden kan Pruisen het
niet eens worden over de invoering van
scheepvaartrechten op de rivieren.
De ,,Leipz. Neueste Nachr." bericht, dat
er volstrekt geen reden is om aan te nemen
dat de Saksische regeerjng haar standpunt
zou hebben prijs gegeven. Men is in Saksen
nog steeds van oordeel, dat mot het oog op
de grondwettelijke bepalingen het vraagstuk
niet actueel is. Do rijksgrondwet waarborgt
den vrijdom vanscheepvaartrechten op de ri
vieren'. Wil men dus scheepvaartrechten in
voeren, dan zou eerst de grondwet dienen te
worden herzien. Nu is het wel te verwachten
dat Pruisen hiertoe een voorstel zal doen,
maar indien andere bondsregeeringen, ook
d Saksische, bij eene afwijzende houding
volharden, dan zou grondwetsherziening on
mogelijk zijn en zou er van de invoering van
scheepvaartrechten niets kunnen komen.
ItalHL
Voor de overbrenging van het stoffelijk
overschot van paus j_,eo XIII naar het
Latcraan is, volgens een bericht van de
Osservatore Romano, nog geen dag bepaald.
Het Vaticaaaische blad voegt hieraan toe,
dat deze. overbrenging in streng privaten
vorm zal geschieden.
Span]*.
De vertegenwoordigers van de staten, die
op de conferentie van Algeciras vertegen
woordigd zijn geweest, hebben den 31en De
cember de oorkonden der ratificatie van deze
acte 'bij liet ministerie van buitenlandscho
zaken te Madrid ingeleverd. Overeenkomstig
art. 121 van deze akte is daarvan oen proto-
kol opgemaakt-, waarvan een gewaarmerkt
afschrift aan het maghzeu zal worden ge
zonden.
Tot viering van dit feit, werd een schit
terend feestmaal gegeven, waarbij de minis
ter-president markies Vega- de Armijo op
de hoofden van de staten dronk, hartelijk©
woorden van herinnering wijdde aan den
overleden hertog van Almodovar, den voor
zitter van de conferentie, en de voldoening
van Spanje uitdrukte, tot- het werk te hebben
bijgedragen, dat voor <ie toekomst van Ma
rokko zoo vruchtbaar kan worden en dat
de harmonie van de volken waarborgt. De
Duitsche gezant von Radowitz antwoordde
als deken van het corps diplomatique met
een dronk op den Koning van Spanje en op
den voorspoed van de Spaansche natie.
De moeder van den hertog van Almodovar
heeft den titel gekregen van hertogin van
Algeciras.
Ooiten rijk.
Uit Weenen wordt aan de Frankf. Ztg.,
eene tegenspraak gemeld van het bericht,
dat de pauselijke nuntius aldaar de tusschen-
komst van den minister van buitenlandsche
zaken zou hebben gevraagd in het. conflict
tusschen de pauselijke curie en de Fransche
regeering.
Rutland.
Op bevel van den Ozaar is de kamerheer
vorst Paul Dolgoroeki, de broeder van den
ondervoorzitter der eerste rijksdoema en zelf
^yimzienlijk lid van de partij der volksvrij
heid, uit de hoflijsten geschrapt.
De Nowoje Wremja heeft onder voorbe
houd gewag gemaakt van een complot tegen
hooge ambtenaren van het ministerie van
financiën. Via Weenen verneemt men dien
aangaande nader, dat de minister twee da
gen geleden al de hoofden van zijn departe
ment tot eene conferentie zou hebben geuoo-
digd. Een uur voor het tijdstip van samen
komst zou er een mijn zijn ontdekt onder
of althans in de nabijheid van het ministerie
en men zou slechts nog juist den tijd hebben
gehad om al de hoeren af te telefoneeren
en de eenige lokalen, die gevaar liepen,
do<y de daar gevestigde beambten ijlings te
doen ontruimen.
Do Nowoje Wremja bericht, dat de poli
tie in de laatste dagen huiszoekingen heeft
gedaan bij een groot aantal leden van de
strijdorganisatie, waarbij haar gewichtige
stukkeu en eene lijst van staatsambtenaren
in handen gevallen zijn, die door deze orga
nisatie ter dood veroordeeld zijn. Huiszoe
kingen in Moskou hadden hetzelfde resul
taat.
Van de 232 mindere militairen van het
regiment Samoerschen, die beschuldigd waren
van muiterij en moord op den commandant,
den geestelijke en een officier van het regi
ment, heeft de krijgsraad te Tiflis zeven
man tot dwangarbeid van 4 tot 12 jaren en
de overigen, met uitzondering van 83 die
werden vrijgesproken, tot lichtere straffen
veroordeeld.
In den nacht van 1 Januari beproefden
eenige jonge lieden, die matrozenmutsen
droegen, zich toegang te verschaffen tot de
in de haven liggende stoomboot Gregorius
Merck met het doel haar in de lucht te doen
springen. Tusschen de scheepswacht, en de
aanvallers werden schoten gewisseld, waar
bij aan beide zijden een man gewond werd.
De aanvallers slaagden er in te ontkomen
en hun gewonde mee te nemen. Aan den
oever werden een helsche machine en ver
schillende ontplofbare stoffen gevonden.
Gelijktijdig werd een dergelijken aanval
ondernomen tegen de in de buurt voor an
ker liggende stoomboot Koningin Olga, die
eveneens door de wacht verijdeld werd. Er
zijn ook toebereidselen ontdekt, die ten doel
hadden aan de kade een brand te veroorza
ken en daardoor het hulpbetoon aan de
stoombooten te verhinderen.
De te Odessa gevestigde export-firma's
hebben ten gevolge van de in den laatsten
tijd voorgekomen bomontploffingen op stoom
schepen groote verliezen geleden. De ban
kiers weigeren op vrachtbrieven crediet te
geven en de verzekering-maatschappijen ne
men geen verzekeringen van schepen aan.
De uitvoer naar het buitenland is bijna ge
heel gestaakt.
Turkije.
In de onlangs gesloten overeenkomst met
de Ottomaansche bank betreffende het voor
schot van 250,000 Turksche ponden tot dek
king van het tekort op de Macedonische be
grooting van het loopende jaar, is een rente
\an 7 pet. 'bepaald, terwijl de overschotten
der inkomsten van de Dette Publique Otto-
mane als onderpand zullen dienen. De kwes
tie van het tekort op de Macedonische be
grooting, ook voor de toekomst, is dooi- deze
overeenkomst, en door de tusschen de Porto
en de Diette Publique gesloten overeenkomst
volkomen geregeld.
Kreta.
Volgens een bericht uit Athene zal do
Fiansche regeering b:nnen kort hare troepen
uit Kreta terugtrekken. Inmiddels is do chef
van de Fra.nsche troepenafdeeling op Kreta,
kolonel Lubanski, die ais oudste in rang
commandant van liet geheele intemationalo
tioepencontingent was, te Kanea gestorven.
Marokko.
Tanyer, 2 Jan. Raisuli heeft de gevan
genen, die hij te Zinat opgesloten hield,
naar Arzela gezonden met bevel de poorten
van de stad te sluiten voor de troepen van
het maghzen. Gebbas besloot dientengevolge
600 man met 3 kanonnen naar de stad te
zenden.
Uit Tanger wordt bericht, dat de stam
Beni-Arros, wiens houding tot dusver nog
twijfelachtig was geweest, zich voor het
niaghz^i heeft verklaard en eene deputatie
zal zenden naar den minister van oorlog"
Gebbas, om hem deze verklaring af te leg
gen. Dit besluit is van gewicht wegens den
invloed van den tot de Boni Arros behooren
den sherif van Moelai Abslam.
De correspondent van de Times te Tanger
seint, dat Ben Mansoer, Raisuli's vertegen
woordiger, die Donderdagochtend op de
markt te Tanger nog recht sprak, hein
s avonds smeekte, bij El Gebbas, den mi
nister van oorlog, zijn voorspraak t^ wezen.
De correspondent bezorgde liem een vrijge
leide en begenadiging uit den naam van den
sultan. Vrijdagmorgen vroeg bracht hij Ben
Mansoer naar Gebbas. In tegenwoordigheid
van Mohammed el Torres en Kaid Maclean
werd hij weer in genade opgenomen, nadat
hij den sultan trouw had gezworen en be
loofd had den pacba van Tanger te zullen
gehoorzamen, s Avonds bad dezelfde man
in de moskee der regeering naast de verte
genwoordigers van het.Maghzeu, en aten de
hoofden van den stam der Fahs bij den
gouverneur.
De correspondenffl|wan de Times gelooft
intusschen niet, dat. het Maghzen flink zal
blijven handelen. Het wordt nu, meent hij,
aangedreven door de vrees voor inmenging
van de Franschen. Hij heeft reeds allerlei
teekenen van de oude slapte in het bestuur
opgemerkt.
Naar de Daily Mail uit Tanger verneemt
hoeft Raisuli tot Nieuwsjaarsdag tijd gekre
gen om zich te onderwerpen. Doet hij dat
niet, dan zal zijn versterkt, dorp Zinat. aan
gevallen en verwoest worden.
Raisuli heeft zijnerzijds aan de hoofden
der verschillende stammen brieven geschre
ven, waarin hij zegt, dat de ontzetting uit
zijn ambt onwettig is en dat zij niemand
mogen gehoorzamen dan hem. In een brief
aan Gebbas komt hij op tegen de kennis
geving, die over hem is voorgelezen in de
moskee te Tanger, in deze bewoordingen
,,De brief, die in do moskee van Tanger
werd voorgelezen is vol van hatelijke leu
gens over mij daartegen protesteer ik, daar
ik geen der beleedigende uitdrukkingen ver
dien, die mij daarin naar het hoofd worden
Een verhaal van de Os ter tide Pastorie
6 Uit het Deensch
door
BETSY BAKKER—NORT.
'fc Meest van alle dieren op de pastorie
hield Yonne van Gulla, want., deze had zoo n
eigenaardige wijze om tie luisteren naar het
geen men baar vertelde; ze knikt© nu en
dan .met den kop, ten was er veel meer bij
dan oude tante Thea, die zoo dikwijls knik
te als het niet noodig was.
,,Menschen zijn zoo vreemd, ,,Gula,"
klaagde het kind, en streek mrt de kleine
hand over baar flanken, zoover ze kon rei
ken, .zooals nu mama, Gulla. Weet je al,
dat zo van ons vandaan wil gaan, ook van
jou, oude Gulla, maar jij trekt, het je zeker
niet zoo org aan, want dan kan je zoo lang
rust nemen 't Is erger voor vader Gulla,
voel, veel erger."
En G-ulla knikt zoo diep, en de verstan
dige oogen zien zoo bedroefd in de hare, dat
Vonne begrijpt., dat- Gulla ook voelt, dat
het t ergst voor vader is.
„Want- dan is hij zoo alleen," vervolgt,
het kind, „zoo vreeselijk alleen.. Want. ik
kan immers niet over die dingen spreken,
waarover groote menschen met elkaar Kpre-
kc-ii Maa.- nu zal ik ee.is goed luisteren,
waarover hij en mama spreken, wanneer zo
samen zitten, misschien kan ik het onthou
den, en daarover .met hem spreken, wan
neer ziji weg is. Dan is hij misschien niet.
meer zoo alleen."
Het kind zit op de hurken in het stroo,
met de handen om de tengere knieën gevou
wen.
„Mama heeft, mijl van morgen een sprook
je verteld, Gulla, toen we naar bet L'de-
meer gingen. Het was zoo treurig, ik wilde,
dat zij mij het niet verteld had. Het was
van een ouden koning, Gulla, die een jonge
koningin nam. En hij had grijs baar even
als vader, en hij had zeker jicht in de bee-
nen, zooals oude Oei, die op den melkwa
gen zit, want hij liep zoo langzaam, zei ma
ma, en met. gebogen hoofd.
Toen was er een jonge page op het slot,
weet je wat een page is, Gulla? Niet, nou
dat is een lange jongen, precies Jens Peter,
maar veel mooier, dat begrijp je wel, met
lange krullen, een kanten kraag en wit zij
den kousen. En hij droeg 'den wit zijden
sleep met vlamroode leliën van de koningin,
en hij stond achter haar stoel en schonk
wijn in haar glas, en stak acaziabloesems in
der haar. En daarom hield de jonge koning
in zoo veel van hem. Ik geloof, dat hij ook
met uitgetrokken zwaard op een dierenhuid
vóór 'haar deur sliep, om haar te verdedigen
als iemand haar kwaad wildo doen. En zie
je, Gulla dat alles kan de oude koning
niet doen, omdat, bijl zoo oud en zoo moe
wa'5. Hij zou het. zeker niet uitgehouden
h-öbbenzoo lang achter haar stoel te staan,
als hiji jicht in de been en had. en de aca-
ziabloesems kon hij niet. plukken, want daar
kon hij niet. bijde jonge page was mis
schien in den boom geklommen
Hij kon ook niet vóór haar deur liggen,
daar was het. veel te koud. En dat behoefde
ook niet, want niemand wilde haar immers
kwaad doen, Maar daarom hield hij wel even
veel van haar, Gulla. Maar daaraan heeft
de koningin zeker niet gedacht, en mama
zeker ook niet, want zij was zoo bedroefd
over haar. Want. stel je voor, Gulla, zij en
de page hielden zoo veel van elkaar, da€ ze"
moesten sterven. Mama had zoo'n medelij
den met- de jonge koningin en met. den page
maar »'k schrei om den ouden koning, want
ik heb het. allermeest, medelijden met hem.
Jij ook r.iet, Gulla?"
Laat op den avond stond de predikant,
alleen, ii zijn kamer, vóór het open raam.
De adem der bloemen steeg tot hem op,
dc beek bruiste en de winden trokken voor
bij maar de .predikant gloeide als in koorts,
en wanneer hij dë hand naar de oogen
bracht., trok hij die vochtig terug, en wan
neer hij ze op het hart legde, dan merkte
hij. hoe ze trilde, en hoe smartelijk, hoe
wanhopig het snikt en jammerde in zijn
borst
Er was niets in zijn kamer koud genoeg
om zijn voorhoofd af te koelen, noch zijn
mes, noch zijn glas, noch zijn hand of de
ruit..
Want wal moesten zijn gemeenteleden wol
van hem denken, die van hun beetje geld
hadden gegeven om haar weg te zenden,
toen ze liet noodig bad? Wat moesten ze wel
I van liem denken, dat hiji thans geld genoeg
j had om baar been en weer naar Kopenba-
I gen te laten reizen, maand in maand uit?
I Zo wisten immers niets van tante Yvonne!
I Lieve hemel, hij| kon toch niet van I
den preekstoel bekend maken
I ..Tante Yvonne betaalt. tante Yvonne
I betaalt de pret."
Er gleed een schaduw voorbij de ruiten
in he* volgend ©ogenblik lagen er Iwee
armen om den hals van den predikant., en
een mond drukte zich tegen zijn oor
„Axel, o, Axelsnikte ze ,,wee« niet
zoo 'bedroefd ik meende het niet. zoo! O, I
seg toch Axel, dat je weet, dat. ik het niet
zoo meende."
Anne Margret© stond op de teenen in het. I
gras, met de armen om zijn hals.
„Nee, ik ben niet boos, Anne Margrete," j
zei hij stil en streelde heur haar; „nee,
ik bc-n niet boos. En wanneer jij het zegt.
geloof ik immers, dat je het niet gemeend
hebt
„Ik vroeg niet of je boos was," viel zij
hem ongeduldig in de rode „je mag best-
boos zijn wat geef ik er om of je boos 1
fccnl, als je maar niet bedroefd bont._ Hoor 1
je, Axel, ik kan vannacht niet slapen, vóór
ik weet dat je niet bedroefd bent."
Hij stond op en streek haar over het
haar
„Ja, ja." fluisterde hij „dan moet ik
maar niet. bedroefd zijn. Goeden nacht,
kleintje, en dank, dat je gekomen bent."
Zij bleef even staan
„Axel," zei ze, en haar stem klonk zoo
wonderlijk diep en zacht. Axel, was ik vroe
ger ook zoo slecht- en boos vóór enkele ja
ren, bedoel ik? Maar, o. Axel, het leven
heeft- mij zoo gemaakt, 't Leven, waarvoor
ik duizei'dmaal banger bon dan voor den
dood. Ik ben verschrikt, over eiken dag, die
gaat, angstig voor eiken dag, die komtNee, I
nee, jij kan het niet helpen, ik 'ben alleen j
maar ziek. Axelo, zoo ziek, zoo ziek
Dc predikant, streelde haar, maar sprak
niet
Hij kende haar aanvallen en wist, dat
woorden haar berouw ste?ds meer uitlokten. I
Plotseling hief ze het hoofd op.
„Dus heb je mij weer vergeven, zooals
zoo vele keeren vroeger, niet waar, Axel?
Hoe staat het ook weer in den bij'bel? zeven
tigmaal -zeven denk je, dat je mij nog
zoo veel keeren vergiffenis moet- schenken
- - geloof je niet-, dat hot daar nog ver af
is, Axel?"
„Ja," zei hij en zuchtte met zijn zieke-
lijken g'.-mlach „ja, het is er zeker nog
ver af."
Toen kuste ze hem op de beide wangen,
en sloop weg een oogenblik later hoorde
hij haar de deur van haar kamer sluiten.
III.
Ver naar het Oosten, voorbij de onbe
bouwde, onvruchtbare zandgronden met
do spaarzame, half verschroeide grasspriel
je« steeds naar boven, en naar hot Oos
ten ligt het diepe meer.
Als een donker, betraand, eeuwig blin
kend oog ligt het tusschen hooge hcide-
oevers, zoo steil vooroverbuigend, dat- het
schijnt of de heideplanten zich aan elkaar
vastklampen om het. evenwicht niet te ver
liezen en niet voorover in het diepe, droef
geestige water te vallen.
Misschien heeft dat meer daar niet. altijd
gelegen Misschien heeft de natuur eens,
eeuwen geleden, in een luchtspiegeling aan
den hemel haar eigen onvruchtbaarheid ge
zien en haar troosteloozo woestenij, en van
angst en smart over haar beeltenis is ze in
tranen uitgebarsten, en heeft op deze wijze
zelf dit groote, onbewegelijke meer gevormd.
Stil ligt het- daar, zwijgend en berustend
als iemand, die veel heeft geschreid on ge
zien, dat zijn tranen vruchteloos zijn.
Wordt vervolgd.