18». Vrijdag 4 Januari 1907. BUITENLAND. FEUILLETON. De Gezegende dag. 5" J»ary;au^., :OORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Jdem franoe per post- 1.75. Afoondorljjke nummers0.05. Deze Conrant verschijnt Dagelijks, met niteondering ran Zon- en Feeetdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men véór 18 nor 's morgens by de Uitgerers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C<>. Utrechtechestraat 1. Intercomm. Telepboonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 15 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eens circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. Ingevolge -art. 73 der Militiewet 1901. bren- j ge» Burgemeester en Wethouders van Amers foort ter kennis, dat door den Militieraad in deze provincie, in een der localen van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen aan de Maria- plaats te 'Utrecht, ingang over de Botermarkt, óp Donderdag 24 Januari 1907. des voormiddags ten tien ure. zitting zal worden gehouden, ten einde uitspraak te doen omtrent den loteling der lichting van 1907 dezer gemeente Dirk J o h an nes Sir e i t hors t lotingsnum mer 115. Amersfoort, 3 Januari 1907. Burgemeester en Wethouders -voornoemd, l)e Secretaris, De Burgemeester, J <1. STENFEltT KitOESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht Oe afzetting wan Raisuli. Don 31 en December zijn toe Madrid de ratificaitiër. uitgewisseld van de akte van Algeciras en van het protokol, dato daarvan is opgemaakt, is een gewaarmerkt, afschrift gezonden aan den sultan van Marokko. Te gelijkertijd is Gebbas, de minister van oor log van den sultan, aan het hoofd van de mehalla (troepencolonne), waarmee hij was uitgezonden, Tanger binnengetrokken. Met groote praal heeft hij zich naar de moskee begeven en heeft daar voorlezing gedaan van twee besluiten van den sultan. Het eene hield die benoeming dn van Ben Gkazi tot pacha van Tanger en pacha van Fahs, de provincie welker gebied reikt tot voor de poorten van deze stad. Het. andere be vatte het ontslag van Raisuli uit de amb ten, waarin bij. tot dusver namens den sul tan het gezag uitoefende. De loepbaan van Raisuli kenschetst op sprekende wijze den toestand in Marokko, zooals hij toto dusver was. In. 1904, toen de toestand van het land door het bedrijf van de pretendentoen en door de ongehoorzaam heid van opgeruide .bergstammen onder stoutmoedige aanvoerders steeds meer ver ward werd en de bezorgdheid voor de veiligheid van de Europeanen in Tanger aanhoudend steeg, besloot de Marokkaan- sche ïegeering tot bescherming van de stad eene mehalla in den omtrek te loggen, een maatregel, die eenegeruststellende uitwer king had op de vreemdelingen. Dit duurde echter niet. lang, want plotseling verspreid de zich eene schrikmare onder de Europea nen. In den avond van 18 Med 1904 werd een Amerikaan, de heer Perdicaris, met zijn schoonzoon Var ley, een Britsch onderdaan, uit zijne op- drie kwartier afstand van Tan ger gelegen villa weggevoerd. De Fran sche gezant noemde in zijn bericht aan minister Delcassé den bedrijver van dezen stouten aanslag ,,le brigand Raisuli". Natuurlijk trok het corps diplomatique zich terstond de zaak aan en deed bij Tor res, den vertegenwoordiger van den sultan, krachtige stappen. Deze was ook door Rai suli zelf schriftelijk van den aanslag verwit tigd met de bijvoeging, dat het lot van de gevangenen in de eerste plaats afhing van het terugtrekken van de mehalla uit den omtrek van Tanger; daarna zouden de voor waarden voor de uitlevering volgen. "Wat zou Torres doen? (De Engelse he gezant en de Ainerikaaaische consul-generaal stelden de Marokkaar.sche regeering verantwoordelijk voor liet leven der gevangenen, dat door iederen maatregel van geweld tegen Raisuli in gevaar zou zij n gebrachter bleef dus niets over dan zoo spoedig mogelijk den paclia de instructie te doen toekomen, dat de mehalla naar Tanger moesib worden te ruggetrokken. Nadat dit was geschied, liet Raisuli zich vinden tot verdere onderhande lingen. Zijne voorwaarden luidden- 1. Te rugzending van de mehalla naar Fez. 2. Af zet ling van den pacha in Tanger. 3. Ge vangenzetting van verscheidene personen, die vijandig tegen hem of de zijnen waren op getreden. 4. Vrijlating van een groot, aantal zijner aanhangers uit de gevangenis. 5. Beta ling van eene „schadevergoeding" van 350,000 peseta's. 6. Zei fetandigver klaring van twee plaatsen in den omtrek van Tan ger, die onder zijn gezag moesten worden geplaatst. 7. Garantie van de diplomatieke vertegenwoordigers van Engeland en Noord- Amenka voor de naleving van alle voor waarden Het maghzen meende eene vermindering van deze eischen te kunnen krijgen door twee sherifs uit de Algerijnsche grensplaats Wazan, door bemiddeling van den Fran- sclien gezant, als onderhandelaars naar Rai suli te zenden. Dezen brachten echter het antwoord, dat Raisuli zijne voorwaarden, als men ze niet onverwijld aannam, nog ver scherpen zou en in liet uiterste geval de gevangenen zou dooden. Ook de andere Europeesche vertegenwoordigers bemoeiden zich met do zaak, zoodat er voor het maghzen niets overbleef dan de voorwaarden van den roover aan te nemen. De paclia van Tanger werd afgezet, 350,000 peseta's uitbetaald, het garnizoen uit Tanger teruggeroepen, zijne gevangen aanhangers werden ontslagen en Raisuli tot gouverneur van de autonoom verk'aarde piaatsen benoemd. Daarentegen beloofde liet maghzen de gevangenzetting van de personen, die Raisuli onschadelijk gemaakt wilde zien, en de vrijlating der re- bollen van Tetuan eerst te zullen uitvoeren na de vrijlating van de beide gevangen blan ken, hetgeen den 24en Juni geschiedde. De garantie van de vreemde gezantschappen voor het nakomen van de voorwaarden werd natuurlijk geweigerd. Zoo werd Raisuli, die naar Europeesche begrippen eigenlijk aan don galg behoorde, gouverneur. Men zou denken, dat het magh zen er op uit geweest zou zij n hem zoo spoe dig mogelijk onschadelijk te maken. Het te gendeel is waar. Toen in 't laatst van 1904 veeten uitbraken tusscken eenige stammen onderling, nam liet maghzen Raisuli's hulp le baat. Het bekrachtigde hem in zijn ambt. en in bet volgende jaar klom hij tot nog hoogere waardigheidhij werd! stadhouder van de prov'nciq Fahs. Sedert sprak hij recht o- het groote marktp'ein voor de poort van de stad. Den 16en April liet de nieuw benoemde kaid de Marokkaansche militaire wachtposten voor de in zijn rayon gelegen buitenlandsche gezantschapsgebou wen inrukken met de boodschap, dat hij voortaan zelf de verantwoordelijkheid voor orde en rust- zou dragen. Graaf Cherisey, de zaakgelastigde van liet Fransche gezantschap, gaf hiervan bericht aan zijne regeering met de opmerking: „Men kan hier de redenen niet doorgronden, die het uiaghzen kunnen hebben bewogen met het herstel van de orde den man te belasten, dien men gisteren nog een „illustre bandit" genoemd beeft. In deze functie is Raisuli geweest tot voor weinige dagen Nu is hij vervallen verklaard van zijne ambten en waardigheden, en in den blief van den sultan, die openlijk is voorgelezen, is hij genoemd een „ongehoor zame man, een verwekker van onlusten, een schelm, mot dubbel aangezicht". Zal hiermee zijne rol zijn uitgespeeldDat zal nog moe ten blijken. De akte van Algeciras is nu in staat van wijzen. Het komt er nu op aan liet. bewijs le leveren, dat daarmee het in strument verkregen is, dat men behoefde om Marokko op te heffen uit den staat van anarchie, waardoor personen als Raisuli daar de eerst© rol konden spelen. Duittohland. De open brief van den rijkskanselier over den politieken toestand, is gedagteekend Oudejaar 1906. In een korten blik op de partijverhoudingen in den laatsteu rijksdag constateert vorst Bülow, dat daar geen an dere mogelijkheid bestond dan om met het centrum de zaken af te doen, vooral sedert de verkiezingen van 1903. Dezen toestand van afhankelijkheid van den goeden wil van één© partij heeft hij steeds als niet onbe denkelijk beschouwd. Er bestond echter geen reden om daarin verandering te brengen, zoolang het centrum zich bereid toonde posi tieven arbeid te verrichten met de verbon den regeeringen ©n niet toe te geven aan de verleiding om zijne parlementaire sterkte t© misbruiken. „Maar reeds in het voorjaar van het afgeloopen jaar werden drie drin gend noodigc eischende spoorweg Keet- mauslioop, de schadevergoeding van de pachters, de oprichting van een departe ment van koloniën, door eene door centrum en sociaal-democratie aangevoerde meerder heid verworpen. Destijds kon ik, nog niet hersteld van eene zware ziekte, niet ingrij pen. Maar het besluit rijpte bij mij, tegen elke nieuwe poging van zulke proefnemin gen van macht bij ernstige en gewichtige zaken van liet rijk met alle kracht op te komen." Daardoor werd het noodig het gezag der regeering en hare stelling boven de partijen te handhaven. Daarnaast schenen ook eene zekere verandering in de doctrinaire inzich ten der vertegenwoordigers van de liberale burgerij en de stijgende weerzin tegen bet sociaal-democratische drijven de hoop te rechtvaardigen, dat eene verandering van den parlementairen toestand door liet Duito- selie volle zelf mogelijk is. De brief wijst er op, dat er in Duitscbland geen eensgezinde liberale partij bestaat, die den duidelijken wil en de bekwaamheid heeft getoond, posi tieve politiek te voeren. Innerlijke oneenig- heid, negatief doctrinarisme, overdrijving der beginselen en onderschatting van bet praktisch bereikbare zijn oorzaak, dat het liberalisme niet den invloed op de regeerings- zaken heeft gekregen, waarnaar het heeft gestreefd. Eerst in liet laatste tiental jaren is daarin veel veranderd.. „Ik denk aan Eugen Richter's strijd tegen de sociaal-de mocratie, aan bet voortgaande prijs geven van de Manchester-leer, bovenal aan het klimmende gevoel voor groote nationale kwestiën. Veel zal er nog te leeren zijn: maat houden, juiste oogmaat en blik in de nabijheid, gevoel voor historische continuï teit en reeole toestanden. „Nu geloof ik geenszins, dat uit de ver kiezingen eene groote, eensgezinde liberale partij zou kunnen voortkomen en de plaats innemen van bet centrum. Wel echter zou den de partijen der rechterzijde, de natio- naal-liberale partij en de verder links staan de vrijzinnige groepen bij doelbewust optre den in den verkiezingsstrijd zooveel terrein kunnen winnen, om een© meerderheid naar mat© van de behoefte 1© vormen." De conservatieve partijen en de nationaal- liberalen zijn in alle groote vragen, waar het. gold liet wel en wee van de nat ie, har© eenheid, liare machtspositie, betrouwbaar geweest. „De natie ging hun boven de par tij dat is hun roem en dien zullen zij hand haven. Hoe meer aan de linkerzijde de be reidvaardigheid tot bevrediging van do groote nationale behoeften voor liet kolo niale bezit, voor leger en vloot toeneemt, des te breeder en vaster kan de brug wor den, en wel zouden ook de nationaal- gezinde elementen, die in het centrum aan wezig zijn. zich in zulke vragen gemakke lijker bij alle andere burgerlijke partijen aansluiten, wanneer met het verdwijnen van de mogelijkheid van eene zwart-roode meer derheid het fractie-egoïsnie van het centrum beroofd werd van do gelegenheid om zich, zonder zicli aan iets te storen, tegen de re geering te doen gelden, en arbeid voor alle nationale elementen, lijkheid, die voor het centrum bestond om zich van de sociaal-democratische stemmen te bedienen tot vorming van een oppositie - blok, was de beteeken is, die daardoor de sociaal-democratie zelf in den vorigen rijks dag kreeg. Daar biedt zich een nieuw uiterst gewichtig veld van gemeenschappelijke zorg en arbeid voor allo nationale elementen. De brief komt er tegen op, dat op den ach tergrond een nieuwe „Kulturkampf" loert. „In Duitscbland, waar de gezinten naast elkaar wonen, gaat bet de katholieke kerk beter dan in menig katholiek land, en geen vertegenwoordiger van de-verbonden regee ringen denkt er aan het gelijke recht op te heffen, de gewetensvrijheid te schenden en den katholieken godsdienst te belagen. In die bewering dient de godsdienst slechts als middel tot bescherming van politieke frac- tiebelangen. Ofschoon er verder geen staat is, die meer voor het heden en de toekomst der werklieden, voor hunne stoffelijke en geestelijke behoeften gedaan heeft dan het Duitsche rijk, ofschoon de Duitsche werk lieden de best gevormden van de wereld zijn, sluiten toch millioenen zich bewust of als bijloopers aan bij eene partij, die den staat en de maatschappij wil onderste boven kee- ren. „Van zulk een druk moet het Duitsche volk zich vrijmakendo liberale stedeling en landman is daarbij niet minder betrok ken dan de conservatieve. Al mogen de toe standen in de verschillende kiesdistricten nog zoozeer uiteenloopen, de partijen, die den 13en December aan de zijde van de regeeriug stonden, zullen van den aanvang ,jaf in bet oog moeten houden wat hen toen vereenigde: de strijd, voor eer en goed van de natie tegen sociaal-democraten, Polen, Welfen en centrum. Ik stel de sociaal-demo cratie voorop, omdat iedere nederlaag van de sociaal-democratie eene waarschuwing voor haren blinden overmoed, eene versterking van het vertrouwen in don rustigen voor uitgang van onze innerlijke ontwikkeling en eene versterking van onze stelling naar buiten zou zijn, en omdat daardoor tegelijk do mogelijkheid zou worden bemoeielijkt, dat eene burgerlijke partij met hulp van de sociaal-democratie eene dominoerende stel ling inneemt tegen de andere burgerlijke partijen." Frankrijk en Italië. In de rede, die de Fransche gezant te Rome op nieuwjaarsdag gehouden heeft in antwoord op de toespraak, die namens de Fransche kolonie aldaar toto hem gericht werd, roemde hij de goede betrekkingen, die tusschen de beide natiën bestaan, en ging daarna voort„Het jaar, dat voorbijge gaan is, heeft ook zijne plaats in de ge schiedenis van die goede betrekkingen, om dat het voor goed heeft zien udt den weg ruiming, met de ondertedkenanig van de over een Icoon sten betreffende Ethiopië, do eenigo nog open gebleven kwestie, die aanleiding kon geven, wel is waar niet tot geschil len, maar tot beleefde discussiën. Het nieu we jaar vindt de Fransch-Italiaansche be trekkingen steeds doortrokken van dit vriendschappelijke en wederzijdsdhc vertrou wen, dat het ernstigste onderpand is voor hunne toekomst." Span]*. Madrid, 3 Jan. De Koning heeft de wet- ton oy. de amnestie en op de heffing van eene tijdelijke belasting van granen bekrach tigd. Servrö. De „Evening Standard" deelt uit Odessa mede, dat het daar gevestigde agentschap van hot Russische ministerie van bui te n- landsoli© zaken, dat sinds 20 jaren hier de functie vervult van geheim informatie bu reau voor de Balkan-Staten, in het bezit is van onbetwistbare bewijzen, ondanks of- ficieele tegenspraak uit Belgrado, van bet bestaan van een wijdvertakte samenzwe ring ter uitvoering van een staatsgreep om Koning Peter en zijn familie te verdrijven. Invloedrijk© leden, zoowel burgerlijke aJs militaire, van de bedde politieke partijen, zijn betrokken in de samenzwering. Het eerste doel van dezen staatsgreep zou zijn, de instelling van een voorloopdg regentschap, dat aan de groote mogendhe den een verslag van den toestand zou Hoen en deze ook zou raadplegen over de keuze van een buitenlandschen prins, die den Servisohen troon zou beklimmen. Rusland. De Russische Rorrespou donz heeft uit Petersburg vernomen, dato de ministorraad den Czaar het ontwerp heeft voorgelegd van een manifest over de afschaffing van alle beperkingen, die den Joden in 1882 zijn opgelegd. Inzonderheid zou hun ver gund worden land te pachten in het rayon, waar zij zich mogen vestigen. De Czaar zou echter alle voorstellen verworpen heb ben. Het bericht van do Nowoje Wremja, dat de politie te Petersburg een lijst in handen had gekregen van 27 personen, die door de revolutionairen ten dood© waren opge schreven, wordt van regeeringswege tegen gesproken Petersburg, 3 Jan. Tijdens de godsdienst oefening in het instituut voor experimen teel© geneeskunde werd op do stedelijke prefect voor den Launitz, die zioh op u't- noodigdng van den prins van Oldenburg daarheen begeven had can do inwijding bij te wonen, een aanslag gepleegd. Een naast de prefect staand© onbekende man loste Een verhaal van de Osterlide Pastorie 7 Uit het Deensch door BETSY BIKKER—NORT. Nu on dan verdwijnt het achter een voor uitstekende punt. van de holling, die voor- uitdringt als de silhouette van een voorge bergte en komt dan weer geduldig en on veranderlijk in liet gezicht, om opnieuw te verdwijnen achter den volgenden gevange nismuur der heide. En als gevangenen op do groote [binnenplaats glijden de. kleine, stille golfjes zwijgend en bedroefd naast elkaar voort Geen windstootje verbreekt, de stilte in dit dal der eenzaamheid en van den dood slechts een enkel overmoedig windje komt tusschen de kloven aangeslopen, en op het zelfde oogcnblik wenden de blauwe klokjes de thym en brem hun fijne bonte kopjes om, bogeerig om wat nieuws te boo ren, ver langend naar hel minste, zwakste loven- teeken van de groote wereld daarbuiten. Maar boven op de heuvels, daar raast- de storm altijd met. een kracht- cn woede, als werd er boven het diepe dal in het bazuin de* oordeels geblazen, dat schijnt te ruston in den slaap des doods. Maar dat dringt niet- door tot den bodem, slechts de echo trilt als de zucht van achtergeblevenen bij een1 graf. Hier wiegelen de brem en de kleine, be- scheiden madelief in den wind, die hen heen I en weer buigt en ben opblaast. Die blaadjes van de madelief staan uit als gestreken bal letrokjes, het- wilde viooltje en de bleek© oogen troost buigen op do maat niet- elkaar, in graeïeuse dartele houdingen. Zelfs de blauwe monnikken, beboerende tot de eerste ©n eenige kloosterorde der heide, die in kleine dichte groepen op passenden af stand van de anderen staan zelfs zij schij nen de prikkelende, levenwekkende macht van den storm te voelen onder de blauwe kalotjes hunner orde en in hun zilvergroen© I schoentjes van bladen. liet schaap, dat aan den grashalmen trekt I verliest soma hot evenwicht, wanneer de I wind aan zijn wol rukt, en tuimelt van den heuvel, maar do geii blijft pal staan met trotsch opgeheven hoorns en stijve voorpoo- ten. En in den storm danst liet witte heide zand, dat in do oogen brandt en tusschen do tanden knarst; liet stuift in de schoenen eu in het haar, als de stofwolk van een machtige poederkwast. En geen schaduw is hier te vinden, het. gaat- hier met de zon als met den storm, ze schijnt van alle kanten te komen, alles verschroeid en verbrandend, monschen zoowel als planten en dieren. Langs het smalle pad dbor de heide, dat bij den dijk achter de pastorie begint, met de zilveren populieren achter de heg. komt op een namiddag Vonne heel langzaam en alleen in een dichte stofwolk aanwandelen. Smal en stoffig i9 het pad, zelfs d© rij- i weg 'bestaat slechts uit twee smalle wagen sporen, die niet eens den boelen weg rogl- matig lang'i elkaar voortloopeoiin het mid den staat do heide hoog, en bloeit zelfs on gedeerd tusschen de wielen der wagens. Nu draait de weg door het bosch. en op hetzelfde oogenblik wordt- het volkomen stil rondom haiar. De jonge denneboompjes be schutten al goed' voor den wind. Geen an dei- geluid weerklinkt dan haar eigen voetstap^ pen, wanneer de dennen aaiden kraken on der haar voetjes, of wanneer ze zinkon in hetr zand, dat op enkoio. plaatsen voethoog op den bosohgrond ligt. De regen is bod aard en laat een sterken kruidigen geur van dennenaalden achter De blauwe klokjes en rood-violettc erica ste ken hun kopjes onder den wilden rozestruik, en de zonnig gele bremmen .tusschen het gras Lang voor Vonne het wil, is ze het bosch door, en nu. gaat het pad naar beven en naar het Oosten. Een geit, die haar na staart, volgt, haar met de oogen, tot do klein© gedaante met liet blauwe mutsje en leer groene jurkje op een bloomklokje bo ven ©p den top van den heuvel gelijkt. Dan duwt de wind haar naar beneden en de geit verliest haar uit het. gezicht. Half huppelend, half glijdend, als do „vliegende zomer" in den avondwind, be reikt liet kind eindelijk het. diepe meer. Osterlidc-rnieer beet. het maar nog nooit heeft Vonne het anders hooren noe men dan Lide-meer. De meesten meenen. dat dit een verkor ting is. maar Vonne weet beter, vader heeft haar'alles verteld. Hot moer ziet er zoo droevig uit, omdat. alle mensehenjaren lang, or hoon zijn ge gaan, wanneer ze bedroefd waren en liun verdriet en angst in het. diepe water gewor pen hebbendaarom heet het Lijdensmeor. omdat, het het verdriet en leed van zoo veel n.enschen bevat. Vonne weet het-, Vonne heeft zelf verdriet liggen beneden op den bodem van het diepe meer. Haar grootste en zwaarste verdriet was over klein broertje, dab moest sterven. Maar er ligt ook nog ander verdriet. Bij'vooiibeel'd dat. over de beid© dashond- jee, Grafman en Donna, die de houtvester op een morgen te leen verzochtf om op de vassenjacht mee te nemen. Vonne had ze niet graag afgestaan; ze had zoo'n medelijden met dieren waarop ge jaagd werdmaar oom Daan was immers vaders beste vriend en altijd zoo goed voor Vonne en hij had zo gekregen 's Avonds was hij alleen teruggekomen, do honden had hij niet weer naar huis kunnen drij'veu ze waren niet. weg le slaan ge weest van den ingang van het. vossenhol, zo trilden van strijdlust. De nacht verstreek en do morgen brak aan. De houtvester was de heuvels opge klommen met eten voor hen, maar toen hij bij liet- hol kwam, zag hij, dat het ingestort was. Toen hij aan het graven ging, vond hij do beide lijkjes'; stijf en koud, met uit gestrekte poot en, lagen ze daar, als tweo soldaatjes die op hun post gesneuveld zijn. O, wat had zo geschreid, teen ze het hoorde. En dan dien keer met de rozen, de eenig© maal, dat vader echt op haar gebromd' had. Want z© had rozen geplukt uit den tuin \an den onderwijzer en die op grootmoeders graf gelegd, omdat, ze gehoord' had, dat grootmoeder zoo veel hield van rozen, en er dien dag geen mooie in den touin van do pastorie waren. En. niemand wist, waar die rozen op het graf vandaan waren gekomen Stel je voor, dat zij gestolen had Maar ze was toen nog maar vier jaar oud, en dat alles lag nu diep op don bodem van hel meer Vonne vond, dat. het hier was alsof men op een kerkhof zat, waiar uien gedachten begraven heeft, die pijn deden, maar dio men toch nu en dan zich herinnoren wil. En Vonne heeft, vandaag een nieuw ver driet bij de anderen te voegen. Niet omdat mama vandaag vertrokken is, ook niet, dat vader er zoo bedroefd uitzag, toen ze samen naar huis gingen dat. was heel natuurlijk, vond ze. Nee, het is iota heel anders, iels zoo vreemds, dat Vonne het in 't. geheel niet begrijpt. Want, toen ze op het perron stonden en de trein op het punt- was te vertrekken, was vader nog even op de trede gestapt om mama nog oens vaar wel te zoggen. „Daar mag je niet staan", had mama glimlachend geroepen „leef wel, oom Axel.". Vonne had gelachen, ze vond, dat- hot- zoo grappig klonk, dat „oom Axel" maar vader was zoo bleek en stil geworden, en had zoo wonderlijk bang naar moeder ge keken IFurdt vervlfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 1