I¥°. 303.
5** Jaargang.
Donderdag 24 Januari 1907.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Gezegende dag.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNE M ENTSPR1JS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Jdem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummerso.OS.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering ran
Zon- en Feestdagen.
Advertentien, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 unr
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKH OFF C«.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 1—5 regelsO.T5.
Elke regel meer- 0.15.
Oroote letters naar plaatsrnimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advorteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraeg
toegezonden.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
maken bekend, dat op heden een afschrift van
het procc6-verbaal, vermeldende den uitslag der
op 22 Januari j.l. gehouden stemming, ter ver
kiezing van twéé l^ien patroons van de Kamer
van Arbeid voor de Bouwbedrijven alhier, is
aangeplakt, terwijl zoodanig afschrift voor een
ieder ter Secretarie ter inzage is nedergelegd.
Amersfoort, den 23. Januari 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Do Secretaris, De Burgemeester,
J. O. STENTFERT KROESE. WUIJTIBR8.
Politiek Overzicht.
D* verkiezing voor den Duiteehen
rijkedng.
n.
Wam neer men staat voor een verkiezings
strijd, dan heeft men altijd een gevoel van
onzekerheid. Men voelt zijne zwakheid om
eene voorspelling te doem over dem uitslag
van een strijd, waarbij het aantal strijders
loopt in de millioenen. Bij dezen verkiezings
strijd doet zich deze onzekerheid meer dain
ooit gelden. Zeker is alleen, dat de uitslag
morgen niet zal warden verkregen; Do eind
uitslag zal eerst kunnen worden opgemaakt
nadat de herstemmingen zijn afgeloopen, die
op 5 Februari zijn bepaald. Maar hoe de uit
slag zal zijn, daaromtrent is het beter zich
van voorspellingen te onthouden.
Bij de stemming van 13 December, waar
op de ontbinding van den rijksdag is ge
volgd, stonden eenerzijds centrum en sociaal
democraten versterkt door de gewone slippen-
dragers van. het centrum, anderzijds alle ove
rige partijen van den rijksdag in nagenoeg
gelijke sterkite tegenover elkander. De meer
derheid overtrof de minderheid met slechts
enkele stemmen. Vorst Bülow, die in zijne
rede van verleden Zaterdag de hoop uit
drukte, dat het niet te optimistisch zou zijn
wanneer hij 't als een keerpunt in het Duit-
bcho partijleven beschouwde, dat den 13en
Becepiber in deu' rijksdag conservatieve en
liberale partijen met do verbonden regeerin
gen samengingen, heeft als het voor de hand
liggende doel aangewezen, „eene meerderheid
van conservatieven en liberalen te verkrij
gen en aan het centrum de mogelijkheid te
ontnemen, aan de zijde van de principieel
op dissonnanten bedachte sociaal-democraitie
ten nadeele van het vaderland machtpoLitiek
te voeren tegen de verbonden regeeringen
en tegen alle andere partijen". In zijn cude-
jaarsbrief heeft hij de partijen, die den 13en
December aan de zijde van de regeering
stonden, opgewekt bovenal in het oog te
houden wat hen toen vereen igded'en strijd
voor eer en goed van de natie tegen sociaal
democraten, Polen, Welfen on cenitrum. Hij
voegde daaraan toe: ,,Ik stel de sociaal
democraten voorop, omdat iedere uederlaag
van de sociaal-demoratie eene waarschuwing
voor haren blinden overmoed, eene verster
king van het vertrouwen in den rustigen
vooruitgang van onze binnenlandsche ont
wikkeling en eene bevestiging van onze stel
ling naar buiten zou zijn, en omdat daar
door tegelijk de mogelijkheid zou worden
bemoeieliikt, dat ééne burgerlijke partij met
hulp van de sociaal-democratische eene do
mineerde stelling tegen de andere bur
gerlijke partijen inneemt."
Den strijd tegen de sociaal-democratie
stelt, vorsfc Bülow dus voorop. De steeds in
omvang toenemende wasdom van de sociaal
democraten, togen de verdrukking in waaraan
zij blootstaan, is inderdaad een reden van
groote bezorgdheid voor de Duiteche regee-
ringskringen. Twintig jaren geleden telde de
sociaal-democratische fractie in den rijksdag
nauwelijks mee. Zij bestond in 1887 uit elf
leden en in dat jaar werden 763,000 stem
men uitgebracht op sociaal-democratischo
candidaten. Nadat in 1889 de dwangwetten
tegen do socialisten waren ingetrokken, ver
overden zij bij de verkiezingen van het vol
gende jaar 35 zetels in den rijksdag. In 1898
steeg- het aantal ledën van de sociaal-demo
cratische fractie tot 44, in 1898 tot 57, in
1903 tot 81. Het aantal sociaal-democratische
stemmen, in 1898 uitgebracht, bedroeg
2,107,000; in 1903 steeg het tot 3,008,000.
Vorst Bülow heeft in zijne rede van ver
leden Zaterdag gezegd, dat het een groot
geluk zou zijn, als de Duitsche arbeiders
meer en meer inzagen, dat de sociaal-demo
cratie de belangen van deu arbeid slecht
vertegenwoordigt omdat zij zelve geen po
sitieven arbeid verricht, als inzonderheid
het groote getal der meeloopera tot het in-
ziioht kwam, dat de tegenwoordige toestand
van orde en wet, grondwettige vrijheid en
stijgenden welstand, van zorg voor de armen
en verdrukten in ieder geval beter is dan de
ruwe dwang, zonder welken de verwezenlij
king en het in stand blijven van com
munistische toekomst-utopieën in 't geheel
niet denkbaar zou zijn. Het is een notoir feit,
dat de rijkskanselier hier vermeldt. Van de
drie millioen stemmen, die in 1903 op so
ciaal-democratische candidaten werden uit
gebracht, zijn lang niet allen afkomstig van
sociaal-democraten. Het groote leger der on
tevredenen heeft daartoe een deel bijgedra
gen, dat zeker niet onbelangrijk is, al kan
men het niet in bepaalde cijfers uitdrukken.
Maar wel verre van dat te willen bedekken,
speculeert de sociaal-democratie ook in dezen
strijd op den steun van die bondgenooten.
Zij verkondigt, dat zij de drie millioen van
Juni 1903 wil brengen op vier millioen
stemmen in Januari 1907, en om iederen
ontevredene in het geheele land te vangen,
heeft zij in alle districten candidaten ge
steld. Al is er' niet de minste kans om den
candidaat gekozen te krijgen, de stemmen,
in die hopelooze districten uitgebrac11, tel
len toch mee in het totaal-cijfer van het aan
tal sociaal-democratische stemmen in het ge
heel© lamd.
Strijd tegen Polen en Welfen verkondigt
vorst Bülow verder als eisch van den dag.
Dat spreekt eigenlijk van zelf. Tegen par
tijen, die principieel vijandig tegenover het
rijk staan, moeten de nationale partijen in
de eerste plaats pal staan. Er is een tijd ge
weest, dat een deel van de Polen den
Keizer steun verleende in zijne propaganda
voor uitbreiding van de Duitsche vloot. Eene
herinnering uit dien tijd is voor het lid
van den ontbonden rijksdag en van het
Pruisische heerenhuis von Koscielski, die
nu als een der leiders van de Poolsche na
tionale beweging in een politiek proces be
trokken is, het bezit van eene schilderij,
hem door don Keizer geschonken, en van
den bijnaam Koscielski Admiralski. Maar
die tijd is lang voorbij; in den strijd, dien
de Polen thans voeren tegen al wat Duitsch
is, vindt zelfs het centrum geen genade bij
henin Silezië worden eenige zeitels, die
het centrum in den vorigen rijksdag bezet
hield, waaronder die van den voorzitter
graaf Ballestrem, die nu niet weer candi-
deert, ernstig door de Polen bedreigd.
Tot strijd tegen het centrum wekt vorst
Bülow eerst in de derde plaats op, en dat
geeft inderdaad zijne bedoeling volkomen
weer. Niet op de vernietiging van de macht
van het centrum heeft de rijkskanselier het
gemunt. Hij weet te goed, dat dit onbereik
baar zou zijn. In zijn oudejaarsbrief heeft
hij geschreven ,,Ilk geloof geenszins, dat uit
de verkiezingen eene groote tot eenheid ge
brachte liberale partij zou kurunen voort
komen en de plaats van het centrum in
nemen. Wel echter zouden de partijen der
rechterzijde, de nationaal-liberale partij en
de verder links staande partijen bij conse
quent handelen in <len verkiezingsstrijd zoo
veel grond kunnen winnen om eene meer
derheid naar mate van de behoefte („eine
Mehrheit on Fall zu Fall") te vormen."
De rijkskanselier wenscht dus, dat de over
macht van het centrum zal worden gebro
ken. Hij wenscht de regeering verlost te
zien uit den staat van afhankelijkheid van
het centrum, waariin zij zioh nu bevindt.
Hij wil het centrum in het bezit laten van
de macht, die het als groote partij toekomt,
maar hij wil, dat aan het centrum de over
macht ontnomen zal worden, de positie,
die het feitelijk het heft in handen geeft
en maakt, dat het in het regeeringsbeleid
zijn wil kan doorzetten, zoo niet met dan
tegen den zin van de regeering.
Het centrum is eene partij, welker leden
bijeengehouden worden door geloofsgemeen
schap Maar wanneer men do wereldlijke po
litiek ais maatstaf aanlegt, dan zijn allerlei
richtingen in deze partij bijeen. Vorst Bülow
heeft kernachtig het centrum genoemd „eene
onberekenbare partij, die opkomt voor aris
tocratische en democratise' e, reactionaire en
iiberale. ultramontaansche en nationale
eiscnen." Nu is het zeer opmerkelijk, dat
dez° uitspraak hare bevestiging vindt in ver
schijnselen, die zich in dezen strijd voordoen.
Er is onder de katholieken eene bewegiug
ontstaan, die reageert tegen het beleid van
de cenrrumfractie in den ontbonden rijksdag
in vragen van koloniale politiek. Die bewe
ging doet zich gelden in verschillende deelen
van het land. In Osna'brück heeft baron
Korff. die vroeger zelf als lid van bet cen
trum deel heeft uitgemaakt van den rijks
dag, zijn steun geschonken aan den natio
naal liberalen candidaat onder verklaring,
dat men een goed katholiek kan zijn, zon
der tot het centrum te behooren. In Silezië
heeft het lid van den' ontbonden rijksdag
von Macbui verklaard, dat hij het beleid
van de fractie in deze zaak niet kon goed
keuren, onder bijvoeging, dat hij hierin vol
strekt r.iet alleen stond. In Wurtemberg zijn
twee Stan desherrenvorst Waldburg-Zeil
en vorst Quadt-Wyckradt, met de verklaring
gekomen, dat bij de stichting van de cou-
trum-partij op den voorgrond heeft gestaan,
dat aan ieder lid volkomen vrijheid werd ge
laten om zijn standpunt in nationale en
economische vragen te bepalen. Met bijzon
deren nadruk doet deze beweging zich gel
den in de Rijn-provincie. Daar is van 39
aanzienlijke mannen van onverdacht katho
lieke naam eene opwekking uitgegaan aan
de kiezers, om den 25en Januari slechts aan
zulke candidaten hunne stem te geven, „wier
gezindheid en politiek verleden den waar
borg verleent, dat zij, niet door kleingees
tige partijbelangen bevangen, voor het aan-
1 zien en de macht van het rijk, voor het
behouJ en de beveiliging van zijn( koloniaal
bezit evenzeer zullen optreden als voor de
I handhaving van den confessioneel en vrede."
De onderteekenaars van deze oproeping voe-
I gen er bij, dat „de uitslag van deze verkie-
zinge.'i en de wijze waarop de oentrumfractie
verder positie zal kiezen, de maatregelen zul
len bepalen, die noodig voorkomen om even
tueel de scheiding tusschen de politieke oog-
mena-n van het tegenwoordige partijbestuur
en het stroven van de katholieken op kerke
lijk gebied tot stand te brengen." Dit ma
nifest heeft later nog verscheidene honderden
ondertoeken aren uit alle oorden van de Rijn
provincie gevonden, zoodat het geheele aan
tal is geklommen tot 808.
Hier wordt tamelijk duidelijk aangekon
digd, dat de beweging zal uitloopen op eene
scheiding tusschen de centrum-fractie en de
dissidenten, die zich noemen nationale ka
tholieken. Het partijbestuur beoordeelt deze
beweging zeer minachtendtot hare ken
schetsing wordt een woord aangehaald, dat
dc.r oen nu overleden wij-bisschop Schmitz
gesproken is, die over de afscheiding van het
centrum heeft gezegd: „Bijenkweekers heb-
be mij gezegd, dat zich wel eens zwermen
vormen, waarbij zich meerendeels hommels
aansluiten en die daarom niet levensvatbaar
zijn. Zij keeren weer naar den korf terug. In
het politieke leven is de vorming van zwer
men steeds bedenkelijk. Het gevaar is aan-
wez'g, dat zulke zwermen door allerlei kwee
kers opgevangen worden en in korven gezet,
die riet onze kleur dragenof wel zij blij
ken niet levensvatbaar te zijn en keeren in
den ouden korf terug, niet zonder teekenen
van schaamtegevoel."
D'o nationale katholieken worden dus
gelijkgesteld met wat hommels zijn in de
bijenwereld. Of die benaming juist
is, zal de tijd moeten leeren. Het is niet het
minst opmerkelijke verschijnsel van dezen
strijddat de nationale katholieken daarin
optreden; er worden een twaalftal, allen zui
ver katholieke districten genoemd, waarin zij
candidaten hebben gesteld tegenover die van
het centrum.
Duitsahland en Denemarken.
Het tusschen het Duitsche rijk en Dene
marken gesloten verdrag tot regeling van de
optantfcrikwestie in Noord-Sleeswijk lxeeft. den
volgenden inhoud:
Art. I. De Pruisische regeering zal aan de
in het gebied van den Pruisischen staat wo
nende, den burgerlijken staat missende
kinderen van optanten, d. w. z. de na de
verklaring van optie van den vader maar
voor het in werking treden van de Deensche
natura'isatiewet van 19 Maart 1898 buiten
Denemarken geboren kinderen, op hun ver
zoek, wanneer de algemeen© wettelijke ver-
eischten aanwezig zijn, het Pruisische staats-
burschap verkenen
Art. 2. Door de bepalingen van het voren
staande artikel wordt het recht van elke der
contracteerende partijen om aan onderdanen
van do andere partij, hetzij tengevolge van
een* gerecht el ijk vonnis, of om redenen van
binnenlandsche en buitenlandsche veiligheid
van den staat, of om redenen van armen -
en zedenpolitie, het verblijf te verbieden,
niet aangetast. Deze bevoegdheid bestaat
voor de Pruisische regeering ook ten aan
zien van de kinderen van optanten, die van
het hun i i art-. 1 toegekende recht om Prui
sische staatsburgers te worden, geon gebruik
hebben gemaakt of wier verzoeken wegens
het gemis van de wettelijke vereischten moee
ten worden afgewezen. Voor deze kinderen,
van optanten zal de Deensche regeering het
verblijf in Denemarken niet beperken, voor
zoover daarvoor geen andere redenen van
Deensch recht bestaan.
Art. 3 De beide regeeringen stemmen
overeen in de opvatting, dat onder kinde-
Ten van optanten in den zin van artt. 1 en
2 van dit verdrag, niet alleen de nakomelin-
fen in den eersten graad, maar ook de na-
omelingon van dezen zijn te verstaan.
Art. 4 De ratificatie van dit verdrag zal
zoo spoedig mogelijk gesohieden. De uitwis
seling van do ratifioatieverklaringen zal in
Berlijn gesohieden.
Het verdrag is don lien Januari gesloten.
De ratificatieverklaringën zijn den 21en Ja
nuari uitgewisseld.
Frankrijk.
Parijs, 23 Jan De heer Cam bon is be
noemd tot ambassadeur te Berlijn en de heer
Crozier tot ambassadeur te Ween en.
Parijs, 23 Jan. Het „Journal Officiël"
van 24 Januari zal de oprichting mededeelen
van eene katholieke eorediensbvereenigtmg,
die den naam zal dragen „apoétoli9chë ën
Fransche katholieke kerk" en die onafhan
kelijk zal zijn van Rome.
Engeland.
Lenden, 23 Jan. Officieel wordt modege-
deeid. dat de heer Birrell, thans minister
van orderwijs, den heer Bryce zal opvolgen
als secretaris voor Ierland. In zijne plaats
worcit Mc Kenna, thans secretaris van de
schatkist, minister van onderwijs.
Italië.
In de tragi-eomedie van den geweoen mi
nister Nasi, die voortvluchtig is omdat te
gen hean eene vervolging is ingesteld wegens
verduisteringen in zijn ambt gepleegd en die
niettemin door zijne aanhangers in Trapan i
telkens op nieuw in de Kamer gekozen
wordt, zal weldra een nieuw bedrijf afge
speeld worden. Vooreerst is weldra de be
slissing in hoogste instantie te verwachten
over het beroep, dat hij heeft ingesteld te
gen de beschikking waarbij hij verwezen is
naar den gewonen rechter in plaats van
naar den senaat. Verder zal, daar zijne laat
ste verkiezing weer ongeldig verklaard is, in
Trapani weer eene nieuwe verkiezing moeten
plaats hebben. Met het oog daarop heeft hij
uit zijn schuilhoek een brief aan zijne kie
zers gericht, waarin hij hen verzoekt hem
niet meer hunne stem te verleenenmaar
in zijn© plaats ©en ander met hun vertrou
wen te vereeren, die op vrije voeten ia en
daardoor in staat voor hunne belangen op
te komen. Hij verklaart zich te schikken in
zijn lot; voor de keuze gesteld tusschen ver
banning ©n de gevangenis, heeft hij het eer
ste gekozen.
Hongarije.
Budapest23 Jan. Minister-president
Weker Ié spreekt tegen, dat verschillende
personen, bepaaldelijk in Frankrijk, werk
zaam zijn als onderhandelaars over eene lee
ning voor de Hongaarsche regeering. Voor
't oegenblik is die leening nog niet noodig.
De regeering zal echter later eene leening
aangaan tot een aanzienlijk bedrag, wan
neer dr omstandigheden gunstig zijn. Zij
zal er dan voor zorgen, dat. die leening ge
plaatst wondt in verschillende vreemde lan
den.
Een verhaal van de Os ter ltd* Pastorie
21 Uit het Deentch
door
BET8T BAKKER—NORT.
O, wat had Vonne geschreid, toen haar
vader die voorgelezen had. Welk oen groot
verdriet, had zij dien avond in het moer ge
worpen, gehuld in een rouwfloers; in slaap
geneuried door de kreten der Irivieten, en
door de zuchten dier pluvieren, terwijl de
snavelslagen van den specht als gedempte
hamerslagen op een deksel klonken.
Maar vader had zijn verdriet niet in het.
meer kunnen werpen, want vader had, be
halve zijn gemis, nog dat ziekelijke gevoel
van berouw. Een berouw, waartegen Vonne
met zoo veel overtuiging gestreden had, dag
in, dag uit, jaar in, jaar uit, omdat zij zag
hoe ongegrond die zelf-kwelling was.
Had mama hem niet zelf verzocht, haar
het geluk te schenken, dat haar toen het
hoogste leekEn had' hij niet, zoo lang Von
ne zich kon herinneren, mama door 't leven
gedragenmet een bewonderende, voorzich
tige teederheid, als waarmee men een teere
en zeldzame bloem aanraaktwas ma
ma voor hem niet de roos op zijn tafel, de
ring aan zijn, vinger geweest? En had hijj
niet, toen hij door een toeval het verlangen
van haar hart. leerde kennen, haar dadelijk
op zijn hand getildi en het raam geopend,
om haar in het leven en in de zon te zenden
Iemand kuchte.
Ze schrikte, en. keek op.
Daar zat „Le petit Chanois" met. de armexv
over elkaar gekruist., een uitdrukking op
zijn gezicht, alsof hij niet wist wat ter we
reld hij zou aanvangen, en met dat ironische
trekje om zijn mond, dat ze al zoo goed
kende.
„Ja, ik wil het. u niet verbergen, juffrouw
Vonne, dat ik bezig was u te schilderen."
Zijn stem was kalm, alsof de zaak hem
niet aanging.
Ze kreeg een kleur.
„Onu moet u niet boos worden
ik zal dadelijk"
Ze richtte zich op. Forum glimlachte.
„Nee, zoo erg is het nu ook niet., dat ik
kwaad word, nu mag u bovendien in mijn
schetsboek kijken, terwijl ik uw haar schil
der."
„Wie is dat?" vroeg Vonne, op een jon-
gensprofiel anet- krullend haar wijzend.
Hij iichite hot hoofd een weinig op.
„O, dat is Salomon met den bijnaam „dë
wijze". We noemen hem trouwens ook den
compagniesjongen,omdat hij beurt om
beurt bij de heele kliek als model dient.
Van. hem zou u houden; juffrouw Vonne
stel u voor, tien jaar, krachtig en
toch plastisch mooi gebouwd, vlug van
begrip, een type van een gezonden jongen,
en hij bezit een hart zoo teer en zacht als
van een klein meisje. Hij hoeft lezen winter
letterlijk de kost voor zijn moeder verdiend,
d'ie ziek was. En zijn vreugde cji trots, dat
hij 'haar verzorger kan zijn, zijn bepaald roe
rend.
U moest hem gezien hébben, juffrouw
Yvonne, toen hij den eersten keer mijn
atelier binnensprong, nadat ik hem als mo
del liad aangenomen.
Hij stond een oogenblik, alsof hij met
oen knoop aan zijn kleeren spoeldeen
een minuut later schudde hij het heele rom
meltje van zich af zijn blouse, broek, kou
sen; schoenen, hemd e-n flanelletje zoo
dat men precies den indrulk kreeg dat Salo
mons's heele uiterlijke 'beklecding met één
knoop vast zat.
Toen sprong bij eruit, en wierp alles in.
een hoek.
„Daar liggen de schillen," zei hij, „en
hier is de kern.
U weet niet, hoe we vechten om dien jon
gen hoe hij nog tijd vindt om zijn huis
werk voo." de school to maken, begrijp ik
niet, want hij heeft nooit een vrijen mid
dag."
Vonne glimlachte.
„Ja, hij is lief," stemde ze toe, zonder op
te zien.
„Ganz zum essen."
Forum scheen verrast-, en kook even naar
haar maar zij sloot glimlachend' het.
boek en legde het in 'tgra*.
„Och u moet mij nog eens verontschul
digen," verzocht ze, terwijl ze zich oprichtte,
„maar ik ben vandaag zoo moe."
„Dat. is een andere kwestie." Hij wierp
zijn palet weg.
„Dan rusten we ee<n kwartiertje. En nu
zal ik wat met. u praten en u een nieuwtje
vertellen. Do nieuwe opzichter van hier
heeft- zich gisteren verloofd met. die mooie
melkmeid, over wie u zoo dikwijls spreekt."
„Ik heb den nieuwen opzichter nog niè£
gezien!" zei Vonne, „daarom kan ik uw
nieuwtje niet. met. zoo veel belangstelling be
groeten, als u misschien verwacht hadt."
„Hij is de grootste turftrapper, die ooit
in een paar vetleeren laarzen rondgestapt
heeft," verklaarde Forum.
„Het eenige, wat ik van hem woot, is, dat
hij eiken avond om klokslag acht, precies
een half uur na theetijd', in de kamer komt.
Al biji het binnenkomen hoeft hij zijn blik
gericht op het- plaatsje vóór 't rechter raam.
Daar gaat hij zitten, trommelt precies drie
kwartier op de vensterbank, terwijl hij uit
kijkt. Dat- is trouwens een prijzenswaardige
matigheid van den man, want in de ruiten
ziet hij slechts het spiegolbeeld, dat hij zon
der het hoofd om te wenden, ook in de ka
mer kon zien namelijk de hanglamp, de
tafel en de familie.
Wanneer die drie kwartieren gelukkig ten
einde zijn gebracht, staat- hij op zegt goe
den nacht en gaat nee, stampt, dë kamer
uit."
„Stel jo voor, dat. die mooie Kersten Ma
rie hem hebben wil""
„Hem hebben wil?" herhaalde Forum.
„Nee, dat verwondert- mij eigenlijk niets.
Hij heeft zeker alleen de kunst- verstaan
haar to „nemen". Elke vrouw kan genomen
worden, als men slechts de rechte manier
vindt.'
„Daarin vergist u zich toch zeker!" Von-
ne's wangen kleurden zich, „integendeel,
ik geloof"
„Ja, maar ik woot, juffrouw Vonne. De
eene wordt betooverd door een aangename
stem of oen spottendën glimlach, de andere
voelt zich aangetrokken door een ranken
werkrug en twee sterke handen een
derde wordt overrompeld en genomen door
een plotselingen, on verwachten aanval
weer een andere wordt gelokt door een geitje
met. ©en gouden belletje om den hals. Maar
ze kunnen allen gevangen worden, allön
„Wat praat u nu van een geit en gouden
belletjes?" lachte Vonne.
't Is een feit," verzekerde hij, ,,'twis
mijn vriend', de beeldhouwer Ebstrup
wil u hooren, hoe het hem gegaan is?"
Natuurlijk wilde Vonne het graag hooren.
„Er was eens een jonge beeldhouwer. Hij
beaat talent en was zeldzaam vlijtig. Nie
mand zag hem ooit, zoo lang het. daglicht
schoen, zonder beitel of model loer pen in de
hand.
Zijn- atelier was in een klein, vervallen
huisje, in de villawijk van Frederikaberg
een beroemd kunstenaar had het- eens laten
bouwen de windwijzer, dde er opstond, was
een palot met zeven ponseelen. Van uit- het
atelier kwam men in oen kleinen, dicht be
groeiden tuin, die van den weg gescheiden
was door een groene heg en een scheef,
bouwvallig beklang- dën wog liep een
smalle reep gras, waarin het in ac lente
wemelde van paardebloemen en vergeet-mij-
nietjes
Wordt trvolgd