5** jaargaaf. Vrijdag 1 Februari 1907. BUITENLAND. FEUILLETON. De Gezegende dag 811. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant rersohijnt Dagelijks, met nitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen eni., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 15 regelsf 0.75. Elke regel meer - 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eens circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De Oostenrijkscha rijksraad. Met het einde van de vorige maand is het huis van afgevaardigden van den Oostenrijk- schen, rijksraad aan het eind: van zijn man daat gekomen. Het is uiteengegaan om plaats te maken veer een: nieuwe vergadering. Maar het nieuwe huis zal op g/heel anderen grond slag worden samengesteld. Het huis, dat nu is uiteengegaan, is het laatsle van de curiën-pariementen geweest. De leden waren a-fgcv" ardi' door verschil lende categorieën van kiezers. Oorspronkelijk had Iaën vier van deze curiën A. groote grondbezitters. B. Kamers van koophandel, C. afgevaardigden va-n de steden, D. afge vaardigden van het platteland. In 1896 kwam daar eene vijfde curie bijcurie E, gekozen dcor het algemeen stemrecht. Ieder van deze curiën werd dcor een eigen kiezerscorps ge kozen. In curie: A kozen 5431 kiezers 85 afgevaardigden B 556 21 C 493,804 118 D 1,585,466 129 E 5,004.222 72 Bij de nieuwe regeling v het kiesrecht zijn de vier eerste curiën verdwenen zij zijn opgegaan in de laatste curie, die van het algemeen stemrecht, die voortaan de eenig© curie is. Kiezers voor het. nieuwe huis van afgevaardigden zijn alle mannelijke ingezete nen boven 24 jaren. De uitsluiting van de analpkabeten is vervaikn. Was de eisch van kennis van lezen en schrijven gehan d haa ld, dan zou oen derde van da mannelijke bevol king daardoor zijn uitgeslotenin 1900 wa ren meer dan 9 miMioen personen, bij eens bevolking van 26 milliosn, daarvan onkun dig. Het eenige vereischte voor de uitoefening van het stemrecht is. dat men een jaar cp de plaats gevestigd zijn ge. ::-" De stemming geschiedt nie meer mondeling maar schriftelijk bij gesloten biljetten, en een aantal bepalingen zijn gemaakt om het geheim van de stemming te verzekeren en ongeoorloofde inmenging tegen te gaan. Met de uitbreiding van de basis, waarop de volksvertegenwoordiging in Oostenrijk rust, is gepaard gegaan eene uitbreiding van bet ledental van het huis van afgevaardig den. Oorspronkelijk, teloe het huis 350 leden toen de vijfae curie er bij kwam, werd het getal op 425 gebracht. Het nieuwe huis, dat steunt op den grondslag van uitbreiding en gelijkmaking van het kiesrecht, zal 516 leden telkta. In do afscheidsrede, die de voorzitter van het oude huis, graaf Vetter, hield voor dat hij ue laatste vergadering sloot, wees hij; er op, dat het nieuwe huis met zijne 516 leden op twee na. do sterkste volksvertegen woordiging za.l zijn, niet alleen van Europa maar van de geheele wereld. Alleen het Brit- eehe lagernuis en de Fransclie Kamer van afgevaardigden zullen een nog grooter aantal leden tellen. Hij drukte er verder op, dat meer dan eene hervorming van het kiesrecht tot stand gekomen is. „Ook eene nationale wet is hiermee tob stand gebracht. De dis- tricts-indeelingdie in doze wet is opgeno men, dekt zich bijna volkoor met de natio nale landkaart van Oostenrijk. Voor liet. eerst komt in een groot werk van de Oosten- rijkschc wetgeving de nationale gedachte zoo tastbaar aan den dag. En wa.t nog het meest verblijdende is, deze wetgevende arbeid is voortgekomen uit de haast volkomen over eenstemming van de grootste nationale par tijen van bet huis. Slechts hier en daar moest eene bijzonder netelige strijdvraag door de scheidsrechterlijke uitspraak van neutrale partijen opgelost worden." Onder opmerking dat. nu allen, ook de tegenstanders van het algemeen stemrecht, zich bij het voldongen feit moeten neerleg gen, drukte de voorzitter den wensch uit, dat alle part ij groepen op den grondslag der nieuwe constitutie elkaar zouden terugvin den tot gemeenschappoiijken arbeid. ,,Ook de tegenstanders van hst algemeen© en ge lijke kiesrecht zou ik een verzoen lij ke ge zindheid op het hart willen binden. En laai mij hopen, dat de rijksraad, die komen zal, juist omdat hij de gezamenlijke kracht des volks in zich zal sluiten, ook cc-n sterkte rijksraad zal zijn, een rijksraad die het hoog ste aanzien geniet in het land en naar buiten, eene volksvertegenwoordiging die in staat is in macht en invloed ook die van de andere rijkshelft in evenwicht te houden/' Het is wel opmerkelijk, dat deze zelfde gedachte, dat de nieuwe rijksraad het or gaan moet zijn, dat Oostenrijk de kracht ver leent om tegenover Hongarije zijne positie te handhaven, ook werd uitgedrukt dcor den minister-president baron Beek in de rede, dio hij den 21en Januari gehouden heeft in de vergadering van het heerenhuis, waarin deze andere tak van de volksvertegenwoordi ging aan d ze gewichtige hervorming defini tief hare sanctie heeft verleend. Tot recht vaardiging van het door de regeering geno men initiatiof om deze hervorming tot stand te brengen, werd toen dcor baron Beek ge zegd „Wat den doorslag geeft is, dat de stap tot de politieke rechtsgelijkheid gelijk do voltrekking van eene historische noodzak- lijkheid moest gebeuren, wanneer wij de mate van eensgezindheid en van kracht wi'i- ot!i verwerven, die wij behceven voor de op lossing van de moeielijke taak, die ons is ge steld. De allermoeielijkste taak is de rege ling van onze verhouding tot Hongarije. Het i-' aan het huis bekend, dat wij midden in de onderhandelingen met Hongarije staan en dat do eerste lezing van de stof, die op de regeling van de compromiszaak betrek king heeft, ten einde is gebracht. Wij willen een a.!le tussehen de beide staten hangende vragen omvattend en goed in elkaar zit tend werk van verzoening opstellen, dat ook duurzaam meet. zijn. Want bij eene over eenkomst op korten termijn dit leert de ondervinding gaan niet alleen rust en zekerheid van de economische en politieke ontwikkeling verloren, maar verkoelt ook, wat veel erger is, steeds meer hot gevoel, dat. wij tot elkaar beboeren. De vervulling van dezen wensch zal dan gemakkelijker zijn, wanneer minder afwisselende partij be hoeften, maar des te meer de op het alge meen belang gerichte politieke wil zicli doet gelden. „De groote politieke gedachte, die dit rijk heeft cioen ontstaan, het vaste pragmatieke grondslagen heeft geschonken en tot, de be proefde gemeenschap heeft geleid, zooat het in het hart van Europa een der kostbaarste waarborgen van den vrede, geworden is, moet in de nieuwe regeling der zaken, misschien gelouterd, maar onverzeerd terug te vinden zijn. Ik druk' het vaste vertrouwen uit, dat het op breeden grondslag rustende, het volk als eenheid voorstellende huis van afgevaar digden en het tot nieuwe kracht gebrachte heerenhuis, dat het nieuwe parlement een vasten steun en een veiligen waarborg zal bieden voor dit plan, maar ook voor het zeker te beklagen geval, wanneer wij ge noodzaakt, zouden zijn zeifregelend ons lot te bepalen." Duittchland. Berlijn, 31 Jan. De Keizer heeft naar aanleiding van de ramp in de mijn Reden, hartelijke betuigingen van deelneming ont vangen van den Keizer van Rusland en de Koningen van Engeland en Italië. De Vos3ische Zeitung geeft een statis tiek van de veroordeehngen wegens majes- teilsbeleediging in Duitschland. Ze zijn in do laatste jaren afgenomen. In 1905 zijn er 160 personen op grond van art. 95 van het wet boek van strafrecht veroordeeld; daaronder is niet alleen begrepen majesteitsbeleediging tegenover den Keizer, maar tegen den vorst des lands Dit cijfer is geringer dan ooit te voren. In 1904 waren het er 239, in 1903 259, in 1902 256, in 1901 269, in 1900 277, in 1899 375, in 1898 455. I :e socialistische leider Rebel beschouwt de kansen van de herstemmingen voor zijne partij niet als ongunstig. Hij zride Waren de verkiezingen anderhalf jaar later ge weest, dan zou het centrum waarschijnlijk tegen ons gestemd hebben. Dat heeft Bülow met zijne ontbinding tegen het centrum ver hinderd. Nu zal het centrum met het geweer bij den voet staan. Frankrijk. Het incident in de Kamerzitting van eer gisteren, dat een oogenblik dreigde de goede verstandhouding tussehen twee leden van het kabinet ernstig te verstoren, viel voor terwijl de minister-president Clemenceau aan het woord was <n ae discussie over de vereeni- gingswet. Clemenceau werd, toen hij be toogde dat het niet noodig was te onderzoe ken wie in t. verleden ongelijk had, door Jaurès in de rede gevallen met de opmer king: „Maar men mag onderzoeken wie nog in het ongelijk is. Er bestaat verband". Daar op antwoordde Clemenceau: „Volkomen juist, er bestaat een verband van gemis van samenhang. De seheidingswet zelf heeft de zen toestand in 't leven geroepen. Wij heb ben haar met hare fouten gevonden en moe ten haar ondanks hare gebreken toepassen." De minister van eeredienst Briand, do samensteller van de wet, voelde zich hierdoor gegriefdhij stond op uit de ministerbank en verliet de zaal. Hij verklaarde aan zijne vrienden, dat hij de woorden, die het hoofd van het kabinet had gezegd, niet langs zijn kant kon laten gaan en daarom van plan was hoen te gaan. Verscheidene leden van het kabinet bega ven zich terstond naar de ministerkamer, waar Briand zich bevond, om te trachten hem op zijn besluit te doen terugkomen. Het hoofd van het kabinet deed zijn best om op de tribune den misslag, dien hij ondoor dacht begaan had, te herstellen. Jaures kreeg weer het woord om to zeg gen, dat de politiek van de .republikein sche partij in deze groote kwestie niet mocht wor den overgeleverd aan een parlementair inci dent. Wanneer de scheiding van Kerk en Staat lieden oen groot, onwrikbaar werk ge worden is, dan komt ee ngroot deel van de verdienst daarvan toe aan Briand, en het gaat niet aan, dat de eensgezindheid van de republikeinen in deze zaak door een nie tig incident verbroken wordt. Clemenceau verklaarde, dat hij zich wilde verontschuldigen, wanneer hij zijn vriend Briand had gegriefd door een woord, dat niet aan zijne gedachte beantwoordde. De regeering miskende evenmin, als de republi- keinsche meerderheid hoezeer zij de mede werking van Briand behoefde. Hij begaf zich daarna zelf naar de ministerkamer, om kort daarna met Briand, die geheel verzoend was, terug te keeren naar de regeeringsbank. Engeland. Londen31 Jan. Officieel wordt medege deeld, dat de Koning en de Koningin van Engeland incognito Parijs zullen bezoeken onder den naam van hertcg en hertogin van Lancaster. Zij zullen beiden hun intrek ne men in het gezantschapshotel. Het bezoek zal waarschijnlijk in het laatst van de vol gende week plaats hébben. OoitenrIJk. De afkondiging van de nieuwe kieswet heeft do regeering vergezeld doen gaan door eene bekendmaking in het niet officieel© ge deelte van de Wiener Zeitung, waarin de kiezers op de bijzondere beteeken is van de verkiezingen attent gemaakt worden en ver der gezegd wordt: Mogen de kiezers er aan indachtig zijn, dat heden de economische welvaart- en de sociale voorzorg de eigenlijke kern van de politiek moeten vormen. Steeds meer worden de betrekkingen van de volken onder elkaar 'bepaald door den handel en de economische kwestiën, steeds meer komt de economische belangen politiek op den voorgrond. Bij deze ontwikkeling mogen wij niet achterblijven. De rijke nat-uurschatten van Oostenrijk zijn nog niet productief gemaakt, onze landbouw wil zich handhaven tegen de machtige con currentie, onze sterker wordende nijverheid verlangt haar aandeel in den schitterenden opbloei van de wereldhuishouding, ons zeer ontwikkeld bedrijf wil zioli den grondslag van een eervol bestaan verzekeren. De ont plooiing van eene door een eonsgezinden geest bestuurde economische en sociale poli tiek zal daarom tot de voornaamste taak van den komenden rijksraad behooron. Deze taak eischt mannen, die haar met ijver willen, met zaakkennis kunnen dienon. Zij eischt mannen van bezadigde en rechtvaardige denkwijze, die bij alle b'efde voor den eigen volksstam gezind zijn aan het- tot stand bren gen van den nat ionalen vredestoestand mede te werken, die alle krachten van ons rijk ge zegend vaderland eerst ten volle zou vrij maken. Do beraadslaging over do kiesrecht- vorming heeft reeds een verblijdenden aan loop tot eene verzoening teweeg gebracht; die zal verder gekoesterd worden. De regeering kondigt het uitschrijven van do verkiezingen voor den nieuwen rijksraad voor een zoo nabij mogelijken tormijn aan. Inmiddels zal zij wetsontwerpen samenstel len. die in staat zijn do a-lgemeene welvaart, te bevorderen. Zij zal echter ook econo mische machtsmiddelen in gereedheid bren gen, opdat de staat met vast vertrouwen zijn© toekomstige ontwikkeling kan tegemoet zien. Hongarije. Budapest, '1 Jan. In de Kamer van af gevaardigden gaf de heer Polen yi reken schap waarom hij zijn ontslag had ingediend. Hij oordeelde dat een minister geen proces wegens laster moet beginnen, zoolang hij het vertrouwen der meerderheid geniet. Maar de coalitie was van eene andere meening, en daarom dient hij eene aanklacht in. Hij voegde daaraan toe, dat hij zijn ontslag had ingediend om tijdens den duur van het proces de waardigheid van het ministerambt te bewaren. Servië. In de wouing van den kroonprins heeft in den avond van 27 Januari eene kruitont- ploffing plaats gehad. In het officieel© be richt, dat daarvan is uitgegeven, wordt de schuld geweten aan de onvoorzichtigheid van het dienstpersoneel. In de sterk verwarmde jachtkamer stond in de onmiddellijke nabij heid van de kachel in een open blikken bus eene vrij groote hoeveelheid kruit, dat tot het vullen van jachtpatronen en tot vervaar diging van raketten 'bestemd was. Daar de kachel te sterk gestookt was, ontplofte het kruit met- vrij hevigen knal. De Servische bladen hebben alleen deze officieele lezing weergegeven. Alleen de Prawda verhaalde in een bericht onder den titel Wie schiet? Wien wil men doodschie ten? van ontploffingen in een huis, dat door ©en hooggeplaatst persoon bewoond wordt, en die moeten afkomstig zijn van een bom of van revolverschoten, alsmede dat in de stad alle mogelijke dingen verhaald wor den. Rutland. Hertog Peter van Oldenburg, een zwager van den Keizer, met wiens zuster Olga hij getrouwd is, is door den Czaar ontheven van het bevel over het gardebataillon der lij|f- schutters van de keizerlijke familie, zonder dat van zijne diensten op andere wijze zal worden gebruik gemaakt. Als reden daarvan wordt ziekte opgegeven; dat schijnt echter een voorwendsel te zij.n, want de hertog ge niet eene uitstekende gezondheid. De ware reden schijnt te liggen in de verwarring, die bestaat in den fin-ancieelen toestand van het hertogelijke paar; als schuldenlast wordt, een bedrag van vele millioenen roebel ge noemd. De staatsraad Von Maller, financieel agent van Rusland te Berlijn, deelt in een brief aan de Neue Freie Presse mede, dab de dienst van 1907 geen groot bedrag, dab door credietoperation moet worden gedekt, zal aanwijzen de 70 h 80 millioen roebels. Dit bedrag kan door eene binnenlandsche ope ratie gedekt worden. Het sluiten van eene buitenlandsche leening ligt in ieder geval niet in het plan van den minister van finan- Het departement van binnenlandsche za ken heeft den prefect van Petersburg opge dragen de firma Lidwall te berichten, dab het met haar gesloten verdrag nopens do levering van graan ongeldig verklaard en. verbroken is. Te Petersburg is de chef van de Derjabin- gevangen is, Gudima genaamd, op den Bol- schoi (grooten) prospect, in de wijk Wassili Ostrow, doodgeschoten. De gevangenbewaar der, die hean vergezelde, werd gewond. De bedrijver ontkwam, al vurende op zijne ver volgers. In de Derjabin-gevangenis worden inzonderheid politieke gervangenen opgeno men. Een tftrhoul van dt Oiftrlidt Pastori 27 Uit het Deensch door BETST BAKKER—NORT. „Vonne," fluistert hiji „o Vonne, als je nu zou sterven, als ik je n,u zou verlie zen in dezen nacht, dan hadden wc toch een hoe/1 leven samen geleefd. Want in 'tsprook jesrijk is een uur gelijk duizenden jaren, evenals in 't paradijs. En als we hier dui zenden jaren bleven ze zouden voor mij slechts, al* ©en kort. gelukkig uur zijn „Waarom spreek je over sterven?" lachte zij- „We moeten, juist leven! Leven heel lang leven in den gezegenden dag, dien jij in mijn ziel ontstoken hebt." En verrukt staart- hij haar in de oogen. „Zum essen ganz zum essen!" Hij be dekt haar mond met. kussen en overstelpt haar met stormachtige liefkoozingen „ganz, ganz zum essen!"' Maar zij weert hem lachend af „Troel/ voorzichtig deuk aan den struik met de roode bessen je beste mo tief in éér. nacht opgegeten." En ze lachen, tot ze zelf verschrikken van het geluid in de diepe, geurende stilte, waar slechts dé nacht adem haalt, en de vliegen de zomer op onhoorbare dauwschoenen van struik tot struik zweeft. En weer zwijgen ze beiden, teruggezonken in een stemming, waar gedachten noch woor den zijn, en waarin de liefkoozingen dé teederheid, en de zachte warmte van droo- men bezitten. De wilde erwten/bloesem, die zicb in alle kleuren tegen den rozenstam slingert, geurt zoo zoet en sterk, dat hij dien geur van. alle andere bloemen van den tuin in zich op schijnt te nemen. Hij laat zich langzaam neerglijden en spint hen in het fijne net van zijn draden de bloemetjes dei* kamper foelie, die tussehen hen inhangen, spelen als kindervingertjes in bun haar. Er wordt boven, een raam geopend daar is tante Thea's kamer. Ze slaapt altijd met ope-n ramen. „Ik ben zoo bang, dat de dood op een nacht zal komen en tegen mijn ruit zal klop pen," heeft ze eens gezegd, „en dat ik hem dan niet zal hooren en binnen laten, zoodat hij terug zou gaan zonder mij mee te nemen naar hen die mij wachten onder de blauwe lavendel." Ze staan op en sluipen door do waranda - stil -als misdadigers, omdat zo iöts van hot heilige daarbuiten in. de plooien vato hun kloeren meenemen, en ze glijden van de duis ternis en stilte in het helle licht van do feestzaal Vonne's angst is ongegrond geweest niemand ziet hen, niemand let op hen. Ver zwolgen in een luid gerucht- van lachen en spreken, muziek en glasgerinkel, vinden ze elk stil een plaats, onbemerkt en oogen- schijnlijk overbodig als twee bloemen in een reeds overvolle jardiniere. Gedreven door angst om terug te vallen in droomen, of door een overdreven stilheid iets van haar gedachten te verraden, vervalt Vonne in een uitgelaten vroolijkheid, welke haar natuur en gewone manier van zijn zoo vreemd is, dat zij den geheelen tijd een ge voel heeft, alsof haar eigenlijk ik onzicht baar en onhoorbaar naast- een haar vreemde persoon liep, op wie ze moet passen, en op wier woorden en schreden zij moet letten. Oom Daan komt bij haar. „Waar ben je geweest, Vonne? Ik geloof niet, dat ik je gedurende de laatste dansen heb gezien. (Vonne lacht zacht en gelukkig. 'Gedurende de laatste dansenAlsof hij haar bij de eerste gezien heeft, en of hij haar den geheelen' avondi heeft gezien Die goede oom Daan amuseert zich. Ja, Mie :s ook niet mee het gaat ver boven mevrouw Mie's begrip, dat menschen vrij willig de uren, die ze slapend konden door brengen, in een wakenden toestand verblij ven. „Dat jullie daartoe lust gevoelt," is haar gewoon gezegde. De kamermeisjes, met de huishoudster aan t hoofd, dragen .gelei en waterglazen met. lepels op groote bladen. Mietc en Dea dansen, op bevel., dé eerste dansen met de ca val'ere van het provincie stadje ze dansen met neergeslagen oogen en gekruld haar, en alleen de polka, zonder te letten op hun cavaliers, de muziek, of de wisselende rytmus der andere dansen. De cavaliers zijn ongelukkig ze sprin gen als jonge kalveren, die op den eersten voorjaarsdag uit den stal zijn losgelaten, en nog niet goed weten, hoe zij die wonderlijke dingen, die beenen worden genoemd, gebrui ken zullen. De cavaliers zij;n alle, op enkele uitzonde ringen na, al'ledaagpche typen., van dat soort, waarvan Forum zegtmen ontmoet ze eiken dag op straat, en ziet ze, zonder ze te zien." Mevrouw Mebte zit- stijf en strak in haar leunstoel, met- het. hélle licht- in haar blinde oogen, en inspecteert met- haar scherp ge hoor eiken hoek der zaal. Vooral als de stem van een der kleindoch ters weerklinkt, spant mevrouw Mette -haar gehoor tot het uiterste in en komt er een ontevreden trek om haar smallen mond. Mevrouw Mette heeflt Andersen bevel ge geven, den wijn in de glazen dér beide jonge dames te vermengen met twee derde water, zonder te letten- op haar mogelijke tegenwer pingen^ Vonne danst een wals met Forum. Zoo licht wiegt zij in zijn arm of zij zelve do vliegende zomer is, dien hij uit den nacht daarbuiten naar binnen heeft gedragen. „Blijf" smeekt zijn blik. als de dans ge ëindigd1 is, en zij zich wil verwijderen „blijf, nog een enkele dams, nog één enkele. Maar Vonne glimlacht e<n schudt 't hoofd. „Dat durf ik niet dat begrijp je wel en het is immers juist- de charme van den dans. dat men elkaar ontmoet, om dadelijk weer te scheiden daarom is de ontmoeting juist zoo schoon en heerlijk." „Ja. je hebt gelijk," zucht hij, terwijl haar hand uit dé zijne glijdt, „het schoon ste blijft niet als onze dagclijkscïïe gast het schoonste is een reiziger, die ons slechts bezoekt." „Juffrouw iAnd de lanciers Vonne weet niets, begrijpt- nietszij heeft alléén nog een gevoel alsof haar voe ten dansen, en of handen nu eens haar grijr pen, dan weer loslaten1; een stem, die van zeer ver schijnt te komen, zegtt woonden tegen haar. die ze niet verstaat of begrijpt. „Het schoonste is een reiziger, die ona slechts bezoekt-." Vonne ziet een graf op een stil kerkhof, verborgen onder edelweisz, en onder een zwaaiende n cyprese en wit marmeren zuil met gouden letters: „Het schoonste blijft niet als onze dage lij ksche gasthet schoonste is oen rei ziger, die ons slechts bezoekt." Ze weet niet wanneer dé dans begonnen is, niet wanneer die geëindigd is, 'tis haar of haar voet in edelweisz wegzinkt, en witte edelweisz den gewreven vloer overal bedekt. Ze weet niets, begrijpt niets, vóór ze met Troels Forum tegen den wand zit. „Troela hoe ken je die woorden?" Hij lachte. „Hoe ik die woorden ken; dat is immers een citaat uit Runebergsi „Brie ven van den ouden tuinier.Mijn broer en ik lazen die dikwijls samen, toen we als jongens bij een oom in Zweden legeerdén. Dat is nrssohien het schoonste proza, dat in de Zwoodsche litteratuur bestaat." „Waar is je broer dokter. Troels?" vraagt ze ademloos, zacht en aarzelend, alsof ze het antwoord- kent, maar toch angstig is hot te hooren Wordt .srvolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 1