5** jaargaaf.
Vrijdag 1 Februari 1907.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Gezegende dag
811.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant rersohijnt Dagelijks, met nitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen eni., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 15 regelsf 0.75.
Elke regel meer - 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eens
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De Oostenrijkscha rijksraad.
Met het einde van de vorige maand is het
huis van afgevaardigden van den Oostenrijk-
schen, rijksraad aan het eind: van zijn man
daat gekomen. Het is uiteengegaan om plaats
te maken veer een: nieuwe vergadering. Maar
het nieuwe huis zal op g/heel anderen grond
slag worden samengesteld.
Het huis, dat nu is uiteengegaan, is het
laatsle van de curiën-pariementen geweest.
De leden waren a-fgcv" ardi' door verschil
lende categorieën van kiezers. Oorspronkelijk
had Iaën vier van deze curiën A. groote
grondbezitters. B. Kamers van koophandel,
C. afgevaardigden va-n de steden, D. afge
vaardigden van het platteland. In 1896 kwam
daar eene vijfde curie bijcurie E, gekozen
dcor het algemeen stemrecht. Ieder van deze
curiën werd dcor een eigen kiezerscorps ge
kozen.
In curie:
A kozen 5431 kiezers 85 afgevaardigden
B 556 21
C 493,804 118
D 1,585,466 129
E 5,004.222 72
Bij de nieuwe regeling v het kiesrecht
zijn de vier eerste curiën verdwenen zij zijn
opgegaan in de laatste curie, die van het
algemeen stemrecht, die voortaan de eenig©
curie is. Kiezers voor het. nieuwe huis van
afgevaardigden zijn alle mannelijke ingezete
nen boven 24 jaren. De uitsluiting van de
analpkabeten is vervaikn. Was de eisch van
kennis van lezen en schrijven gehan d haa ld,
dan zou oen derde van da mannelijke bevol
king daardoor zijn uitgeslotenin 1900 wa
ren meer dan 9 miMioen personen, bij eens
bevolking van 26 milliosn, daarvan onkun
dig. Het eenige vereischte voor de uitoefening
van het stemrecht is. dat men een jaar cp
de plaats gevestigd zijn ge. ::-" De
stemming geschiedt nie meer mondeling
maar schriftelijk bij gesloten biljetten, en
een aantal bepalingen zijn gemaakt om het
geheim van de stemming te verzekeren en
ongeoorloofde inmenging tegen te gaan.
Met de uitbreiding van de basis, waarop
de volksvertegenwoordiging in Oostenrijk
rust, is gepaard gegaan eene uitbreiding van
bet ledental van het huis van afgevaardig
den. Oorspronkelijk, teloe het huis 350 leden
toen de vijfae curie er bij kwam, werd het
getal op 425 gebracht. Het nieuwe huis, dat
steunt op den grondslag van uitbreiding en
gelijkmaking van het kiesrecht, zal 516 leden
telkta. In do afscheidsrede, die de voorzitter
van het oude huis, graaf Vetter, hield voor
dat hij ue laatste vergadering sloot, wees hij;
er op, dat het nieuwe huis met zijne 516
leden op twee na. do sterkste volksvertegen
woordiging za.l zijn, niet alleen van Europa
maar van de geheele wereld. Alleen het Brit-
eehe lagernuis en de Fransclie Kamer van
afgevaardigden zullen een nog grooter aantal
leden tellen. Hij drukte er verder op, dat
meer dan eene hervorming van het kiesrecht
tot stand gekomen is. „Ook eene nationale
wet is hiermee tob stand gebracht. De dis-
tricts-indeelingdie in doze wet is opgeno
men, dekt zich bijna volkoor met de natio
nale landkaart van Oostenrijk. Voor liet.
eerst komt in een groot werk van de Oosten-
rijkschc wetgeving de nationale gedachte zoo
tastbaar aan den dag. En wa.t nog het meest
verblijdende is, deze wetgevende arbeid is
voortgekomen uit de haast volkomen over
eenstemming van de grootste nationale par
tijen van bet huis. Slechts hier en daar moest
eene bijzonder netelige strijdvraag door de
scheidsrechterlijke uitspraak van neutrale
partijen opgelost worden."
Onder opmerking dat. nu allen, ook de
tegenstanders van het algemeen stemrecht,
zich bij het voldongen feit moeten neerleg
gen, drukte de voorzitter den wensch uit,
dat alle part ij groepen op den grondslag der
nieuwe constitutie elkaar zouden terugvin
den tot gemeenschappoiijken arbeid. ,,Ook
de tegenstanders van hst algemeen© en ge
lijke kiesrecht zou ik een verzoen lij ke ge
zindheid op het hart willen binden. En laai
mij hopen, dat de rijksraad, die komen zal,
juist omdat hij de gezamenlijke kracht des
volks in zich zal sluiten, ook cc-n sterkte
rijksraad zal zijn, een rijksraad die het hoog
ste aanzien geniet in het land en naar buiten,
eene volksvertegenwoordiging die in staat is
in macht en invloed ook die van de andere
rijkshelft in evenwicht te houden/'
Het is wel opmerkelijk, dat deze zelfde
gedachte, dat de nieuwe rijksraad het or
gaan moet zijn, dat Oostenrijk de kracht ver
leent om tegenover Hongarije zijne positie
te handhaven, ook werd uitgedrukt dcor den
minister-president baron Beek in de rede,
dio hij den 21en Januari gehouden heeft in
de vergadering van het heerenhuis, waarin
deze andere tak van de volksvertegenwoordi
ging aan d ze gewichtige hervorming defini
tief hare sanctie heeft verleend. Tot recht
vaardiging van het door de regeering geno
men initiatiof om deze hervorming tot stand
te brengen, werd toen dcor baron Beek ge
zegd
„Wat den doorslag geeft is, dat de stap
tot de politieke rechtsgelijkheid gelijk do
voltrekking van eene historische noodzak-
lijkheid moest gebeuren, wanneer wij de
mate van eensgezindheid en van kracht wi'i-
ot!i verwerven, die wij behceven voor de op
lossing van de moeielijke taak, die ons is ge
steld. De allermoeielijkste taak is de rege
ling van onze verhouding tot Hongarije. Het
i-' aan het huis bekend, dat wij midden in
de onderhandelingen met Hongarije staan
en dat do eerste lezing van de stof, die op
de regeling van de compromiszaak betrek
king heeft, ten einde is gebracht. Wij willen
een a.!le tussehen de beide staten hangende
vragen omvattend en goed in elkaar zit
tend werk van verzoening opstellen, dat ook
duurzaam meet. zijn. Want bij eene over
eenkomst op korten termijn dit leert de
ondervinding gaan niet alleen rust en
zekerheid van de economische en politieke
ontwikkeling verloren, maar verkoelt ook,
wat veel erger is, steeds meer hot gevoel,
dat. wij tot elkaar beboeren. De vervulling
van dezen wensch zal dan gemakkelijker
zijn, wanneer minder afwisselende partij be
hoeften, maar des te meer de op het alge
meen belang gerichte politieke wil zicli doet
gelden.
„De groote politieke gedachte, die dit rijk
heeft cioen ontstaan, het vaste pragmatieke
grondslagen heeft geschonken en tot, de be
proefde gemeenschap heeft geleid, zooat het
in het hart van Europa een der kostbaarste
waarborgen van den vrede, geworden is, moet
in de nieuwe regeling der zaken, misschien
gelouterd, maar onverzeerd terug te vinden
zijn. Ik druk' het vaste vertrouwen uit, dat
het op breeden grondslag rustende, het volk
als eenheid voorstellende huis van afgevaar
digden en het tot nieuwe kracht gebrachte
heerenhuis, dat het nieuwe parlement een
vasten steun en een veiligen waarborg zal
bieden voor dit plan, maar ook voor het
zeker te beklagen geval, wanneer wij ge
noodzaakt, zouden zijn zeifregelend ons lot
te bepalen."
Duittchland.
Berlijn, 31 Jan. De Keizer heeft naar
aanleiding van de ramp in de mijn Reden,
hartelijke betuigingen van deelneming ont
vangen van den Keizer van Rusland en de
Koningen van Engeland en Italië.
De Vos3ische Zeitung geeft een statis
tiek van de veroordeehngen wegens majes-
teilsbeleediging in Duitschland. Ze zijn in do
laatste jaren afgenomen. In 1905 zijn er 160
personen op grond van art. 95 van het wet
boek van strafrecht veroordeeld; daaronder
is niet alleen begrepen majesteitsbeleediging
tegenover den Keizer, maar tegen den vorst
des lands Dit cijfer is geringer dan ooit te
voren. In 1904 waren het er 239, in 1903
259, in 1902 256, in 1901 269, in 1900 277,
in 1899 375, in 1898 455.
I :e socialistische leider Rebel beschouwt
de kansen van de herstemmingen voor zijne
partij niet als ongunstig. Hij zride Waren
de verkiezingen anderhalf jaar later ge
weest, dan zou het centrum waarschijnlijk
tegen ons gestemd hebben. Dat heeft Bülow
met zijne ontbinding tegen het centrum ver
hinderd. Nu zal het centrum met het geweer
bij den voet staan.
Frankrijk.
Het incident in de Kamerzitting van eer
gisteren, dat een oogenblik dreigde de goede
verstandhouding tussehen twee leden van het
kabinet ernstig te verstoren, viel voor terwijl
de minister-president Clemenceau aan het
woord was <n ae discussie over de vereeni-
gingswet. Clemenceau werd, toen hij be
toogde dat het niet noodig was te onderzoe
ken wie in t. verleden ongelijk had, door
Jaurès in de rede gevallen met de opmer
king: „Maar men mag onderzoeken wie nog
in het ongelijk is. Er bestaat verband". Daar
op antwoordde Clemenceau: „Volkomen
juist, er bestaat een verband van gemis van
samenhang. De seheidingswet zelf heeft de
zen toestand in 't leven geroepen. Wij heb
ben haar met hare fouten gevonden en moe
ten haar ondanks hare gebreken toepassen."
De minister van eeredienst Briand, do
samensteller van de wet, voelde zich hierdoor
gegriefdhij stond op uit de ministerbank
en verliet de zaal. Hij verklaarde aan zijne
vrienden, dat hij de woorden, die het hoofd
van het kabinet had gezegd, niet langs zijn
kant kon laten gaan en daarom van plan
was hoen te gaan.
Verscheidene leden van het kabinet bega
ven zich terstond naar de ministerkamer,
waar Briand zich bevond, om te trachten
hem op zijn besluit te doen terugkomen.
Het hoofd van het kabinet deed zijn best om
op de tribune den misslag, dien hij ondoor
dacht begaan had, te herstellen.
Jaures kreeg weer het woord om to zeg
gen, dat de politiek van de .republikein sche
partij in deze groote kwestie niet mocht wor
den overgeleverd aan een parlementair inci
dent. Wanneer de scheiding van Kerk en
Staat lieden oen groot, onwrikbaar werk ge
worden is, dan komt ee ngroot deel van
de verdienst daarvan toe aan Briand, en
het gaat niet aan, dat de eensgezindheid van
de republikeinen in deze zaak door een nie
tig incident verbroken wordt.
Clemenceau verklaarde, dat hij zich wilde
verontschuldigen, wanneer hij zijn vriend
Briand had gegriefd door een woord, dat
niet aan zijne gedachte beantwoordde. De
regeering miskende evenmin, als de republi-
keinsche meerderheid hoezeer zij de mede
werking van Briand behoefde. Hij begaf zich
daarna zelf naar de ministerkamer, om kort
daarna met Briand, die geheel verzoend was,
terug te keeren naar de regeeringsbank.
Engeland.
Londen31 Jan. Officieel wordt medege
deeld, dat de Koning en de Koningin van
Engeland incognito Parijs zullen bezoeken
onder den naam van hertcg en hertogin van
Lancaster. Zij zullen beiden hun intrek ne
men in het gezantschapshotel. Het bezoek
zal waarschijnlijk in het laatst van de vol
gende week plaats hébben.
OoitenrIJk.
De afkondiging van de nieuwe kieswet
heeft do regeering vergezeld doen gaan door
eene bekendmaking in het niet officieel© ge
deelte van de Wiener Zeitung, waarin de
kiezers op de bijzondere beteeken is van de
verkiezingen attent gemaakt worden en ver
der gezegd wordt:
Mogen de kiezers er aan indachtig zijn,
dat heden de economische welvaart- en de
sociale voorzorg de eigenlijke kern van de
politiek moeten vormen. Steeds meer worden
de betrekkingen van de volken onder elkaar
'bepaald door den handel en de economische
kwestiën, steeds meer komt de economische
belangen politiek op den voorgrond. Bij deze
ontwikkeling mogen wij niet achterblijven.
De rijke nat-uurschatten van Oostenrijk zijn
nog niet productief gemaakt, onze landbouw
wil zich handhaven tegen de machtige con
currentie, onze sterker wordende nijverheid
verlangt haar aandeel in den schitterenden
opbloei van de wereldhuishouding, ons zeer
ontwikkeld bedrijf wil zioli den grondslag
van een eervol bestaan verzekeren. De ont
plooiing van eene door een eonsgezinden
geest bestuurde economische en sociale poli
tiek zal daarom tot de voornaamste taak van
den komenden rijksraad behooron. Deze taak
eischt mannen, die haar met ijver willen,
met zaakkennis kunnen dienon. Zij eischt
mannen van bezadigde en rechtvaardige
denkwijze, die bij alle b'efde voor den eigen
volksstam gezind zijn aan het- tot stand bren
gen van den nat ionalen vredestoestand mede
te werken, die alle krachten van ons rijk ge
zegend vaderland eerst ten volle zou vrij
maken. Do beraadslaging over do kiesrecht-
vorming heeft reeds een verblijdenden aan
loop tot eene verzoening teweeg gebracht;
die zal verder gekoesterd worden.
De regeering kondigt het uitschrijven van
do verkiezingen voor den nieuwen rijksraad
voor een zoo nabij mogelijken tormijn aan.
Inmiddels zal zij wetsontwerpen samenstel
len. die in staat zijn do a-lgemeene welvaart,
te bevorderen. Zij zal echter ook econo
mische machtsmiddelen in gereedheid bren
gen, opdat de staat met vast vertrouwen zijn©
toekomstige ontwikkeling kan tegemoet zien.
Hongarije.
Budapest, '1 Jan. In de Kamer van af
gevaardigden gaf de heer Polen yi reken
schap waarom hij zijn ontslag had ingediend.
Hij oordeelde dat een minister geen proces
wegens laster moet beginnen, zoolang hij
het vertrouwen der meerderheid geniet. Maar
de coalitie was van eene andere meening, en
daarom dient hij eene aanklacht in. Hij
voegde daaraan toe, dat hij zijn ontslag
had ingediend om tijdens den duur van het
proces de waardigheid van het ministerambt
te bewaren.
Servië.
In de wouing van den kroonprins heeft
in den avond van 27 Januari eene kruitont-
ploffing plaats gehad. In het officieel© be
richt, dat daarvan is uitgegeven, wordt de
schuld geweten aan de onvoorzichtigheid van
het dienstpersoneel. In de sterk verwarmde
jachtkamer stond in de onmiddellijke nabij
heid van de kachel in een open blikken bus
eene vrij groote hoeveelheid kruit, dat tot
het vullen van jachtpatronen en tot vervaar
diging van raketten 'bestemd was. Daar de
kachel te sterk gestookt was, ontplofte het
kruit met- vrij hevigen knal.
De Servische bladen hebben alleen deze
officieele lezing weergegeven. Alleen de
Prawda verhaalde in een bericht onder den
titel Wie schiet? Wien wil men doodschie
ten? van ontploffingen in een huis, dat
door ©en hooggeplaatst persoon bewoond
wordt, en die moeten afkomstig zijn van een
bom of van revolverschoten, alsmede dat in
de stad alle mogelijke dingen verhaald wor
den.
Rutland.
Hertog Peter van Oldenburg, een zwager
van den Keizer, met wiens zuster Olga hij
getrouwd is, is door den Czaar ontheven van
het bevel over het gardebataillon der lij|f-
schutters van de keizerlijke familie, zonder
dat van zijne diensten op andere wijze zal
worden gebruik gemaakt. Als reden daarvan
wordt ziekte opgegeven; dat schijnt echter
een voorwendsel te zij.n, want de hertog ge
niet eene uitstekende gezondheid. De ware
reden schijnt te liggen in de verwarring,
die bestaat in den fin-ancieelen toestand van
het hertogelijke paar; als schuldenlast wordt,
een bedrag van vele millioenen roebel ge
noemd.
De staatsraad Von Maller, financieel agent
van Rusland te Berlijn, deelt in een brief
aan de Neue Freie Presse mede, dab de
dienst van 1907 geen groot bedrag, dab door
credietoperation moet worden gedekt, zal
aanwijzen de 70 h 80 millioen roebels. Dit
bedrag kan door eene binnenlandsche ope
ratie gedekt worden. Het sluiten van eene
buitenlandsche leening ligt in ieder geval
niet in het plan van den minister van finan-
Het departement van binnenlandsche za
ken heeft den prefect van Petersburg opge
dragen de firma Lidwall te berichten, dab
het met haar gesloten verdrag nopens do
levering van graan ongeldig verklaard en.
verbroken is.
Te Petersburg is de chef van de Derjabin-
gevangen is, Gudima genaamd, op den Bol-
schoi (grooten) prospect, in de wijk Wassili
Ostrow, doodgeschoten. De gevangenbewaar
der, die hean vergezelde, werd gewond. De
bedrijver ontkwam, al vurende op zijne ver
volgers. In de Derjabin-gevangenis worden
inzonderheid politieke gervangenen opgeno
men.
Een tftrhoul van dt Oiftrlidt Pastori
27 Uit het Deensch
door
BETST BAKKER—NORT.
„Vonne," fluistert hiji „o Vonne, als
je nu zou sterven, als ik je n,u zou verlie
zen in dezen nacht, dan hadden wc toch een
hoe/1 leven samen geleefd. Want in 'tsprook
jesrijk is een uur gelijk duizenden jaren,
evenals in 't paradijs. En als we hier dui
zenden jaren bleven ze zouden voor mij
slechts, al* ©en kort. gelukkig uur zijn
„Waarom spreek je over sterven?" lachte
zij- „We moeten, juist leven! Leven heel
lang leven in den gezegenden dag, dien jij
in mijn ziel ontstoken hebt."
En verrukt staart- hij haar in de oogen.
„Zum essen ganz zum essen!" Hij be
dekt haar mond met. kussen en overstelpt
haar met stormachtige liefkoozingen
„ganz, ganz zum essen!"'
Maar zij weert hem lachend af
„Troel/ voorzichtig deuk aan den
struik met de roode bessen je beste mo
tief in éér. nacht opgegeten."
En ze lachen, tot ze zelf verschrikken van
het geluid in de diepe, geurende stilte, waar
slechts dé nacht adem haalt, en de vliegen
de zomer op onhoorbare dauwschoenen van
struik tot struik zweeft.
En weer zwijgen ze beiden, teruggezonken
in een stemming, waar gedachten noch woor
den zijn, en waarin de liefkoozingen dé
teederheid, en de zachte warmte van droo-
men bezitten.
De wilde erwten/bloesem, die zicb in alle
kleuren tegen den rozenstam slingert, geurt
zoo zoet en sterk, dat hij dien geur van. alle
andere bloemen van den tuin in zich op
schijnt te nemen. Hij laat zich langzaam
neerglijden en spint hen in het fijne net
van zijn draden de bloemetjes dei* kamper
foelie, die tussehen hen inhangen, spelen als
kindervingertjes in bun haar.
Er wordt boven, een raam geopend daar
is tante Thea's kamer. Ze slaapt altijd met
ope-n ramen.
„Ik ben zoo bang, dat de dood op een
nacht zal komen en tegen mijn ruit zal klop
pen," heeft ze eens gezegd, „en dat ik hem
dan niet zal hooren en binnen laten, zoodat
hij terug zou gaan zonder mij mee te nemen
naar hen die mij wachten onder de blauwe
lavendel."
Ze staan op en sluipen door do waranda
- stil -als misdadigers, omdat zo iöts van
hot heilige daarbuiten in. de plooien vato hun
kloeren meenemen, en ze glijden van de duis
ternis en stilte in het helle licht van do
feestzaal
Vonne's angst is ongegrond geweest
niemand ziet hen, niemand let op hen. Ver
zwolgen in een luid gerucht- van lachen en
spreken, muziek en glasgerinkel, vinden ze
elk stil een plaats, onbemerkt en oogen-
schijnlijk overbodig als twee bloemen in een
reeds overvolle jardiniere.
Gedreven door angst om terug te vallen
in droomen, of door een overdreven stilheid
iets van haar gedachten te verraden, vervalt
Vonne in een uitgelaten vroolijkheid, welke
haar natuur en gewone manier van zijn zoo
vreemd is, dat zij den geheelen tijd een ge
voel heeft, alsof haar eigenlijk ik onzicht
baar en onhoorbaar naast- een haar vreemde
persoon liep, op wie ze moet passen, en op
wier woorden en schreden zij moet letten.
Oom Daan komt bij haar.
„Waar ben je geweest, Vonne? Ik geloof
niet, dat ik je gedurende de laatste dansen
heb gezien.
(Vonne lacht zacht en gelukkig.
'Gedurende de laatste dansenAlsof hij
haar bij de eerste gezien heeft, en of hij
haar den geheelen' avondi heeft gezien
Die goede oom Daan amuseert zich. Ja,
Mie :s ook niet mee het gaat ver boven
mevrouw Mie's begrip, dat menschen vrij
willig de uren, die ze slapend konden door
brengen, in een wakenden toestand verblij
ven.
„Dat jullie daartoe lust gevoelt," is haar
gewoon gezegde.
De kamermeisjes, met de huishoudster aan
t hoofd, dragen .gelei en waterglazen met.
lepels op groote bladen.
Mietc en Dea dansen, op bevel., dé eerste
dansen met de ca val'ere van het provincie
stadje ze dansen met neergeslagen oogen en
gekruld haar, en alleen de polka, zonder te
letten op hun cavaliers, de muziek, of de
wisselende rytmus der andere dansen.
De cavaliers zijn ongelukkig ze sprin
gen als jonge kalveren, die op den eersten
voorjaarsdag uit den stal zijn losgelaten, en
nog niet goed weten, hoe zij die wonderlijke
dingen, die beenen worden genoemd, gebrui
ken zullen.
De cavaliers zij;n alle, op enkele uitzonde
ringen na, al'ledaagpche typen., van dat
soort, waarvan Forum zegtmen ontmoet ze
eiken dag op straat, en ziet ze, zonder ze te
zien."
Mevrouw Mebte zit- stijf en strak in haar
leunstoel, met- het. hélle licht- in haar blinde
oogen, en inspecteert met- haar scherp ge
hoor eiken hoek der zaal.
Vooral als de stem van een der kleindoch
ters weerklinkt, spant mevrouw Mette -haar
gehoor tot het uiterste in en komt er een
ontevreden trek om haar smallen mond.
Mevrouw Mette heeflt Andersen bevel ge
geven, den wijn in de glazen dér beide jonge
dames te vermengen met twee derde water,
zonder te letten- op haar mogelijke tegenwer
pingen^
Vonne danst een wals met Forum. Zoo
licht wiegt zij in zijn arm of zij zelve do
vliegende zomer is, dien hij uit den nacht
daarbuiten naar binnen heeft gedragen.
„Blijf" smeekt zijn blik. als de dans ge
ëindigd1 is, en zij zich wil verwijderen
„blijf, nog een enkele dams, nog één enkele.
Maar Vonne glimlacht e<n schudt 't hoofd.
„Dat durf ik niet dat begrijp je wel
en het is immers juist- de charme van den
dans. dat men elkaar ontmoet, om dadelijk
weer te scheiden daarom is de ontmoeting
juist zoo schoon en heerlijk."
„Ja. je hebt gelijk," zucht hij, terwijl
haar hand uit dé zijne glijdt, „het schoon
ste blijft niet als onze dagclijkscïïe gast
het schoonste is een reiziger, die ons
slechts bezoekt."
„Juffrouw iAnd de lanciers
Vonne weet niets, begrijpt- nietszij
heeft alléén nog een gevoel alsof haar voe
ten dansen, en of handen nu eens haar grijr
pen, dan weer loslaten1; een stem, die van
zeer ver schijnt te komen, zegtt woonden tegen
haar. die ze niet verstaat of begrijpt.
„Het schoonste is een reiziger, die ona
slechts bezoekt-."
Vonne ziet een graf op een stil kerkhof,
verborgen onder edelweisz, en onder een
zwaaiende n cyprese en wit marmeren zuil
met gouden letters:
„Het schoonste blijft niet als onze dage
lij ksche gasthet schoonste is oen rei
ziger, die ons slechts bezoekt."
Ze weet niet wanneer dé dans begonnen
is, niet wanneer die geëindigd is, 'tis haar
of haar voet in edelweisz wegzinkt, en witte
edelweisz den gewreven vloer overal bedekt.
Ze weet niets, begrijpt niets, vóór ze met
Troels Forum tegen den wand zit.
„Troela hoe ken je die woorden?"
Hij lachte. „Hoe ik die woorden ken; dat
is immers een citaat uit Runebergsi „Brie
ven van den ouden tuinier.Mijn broer en
ik lazen die dikwijls samen, toen we als
jongens bij een oom in Zweden legeerdén.
Dat is nrssohien het schoonste proza, dat in
de Zwoodsche litteratuur bestaat."
„Waar is je broer dokter. Troels?" vraagt
ze ademloos, zacht en aarzelend, alsof ze het
antwoord- kent, maar toch angstig is hot te
hooren
Wordt .srvolgd