V. 219. Eerste Blad.
5;* Jaargang.
Zaterdag 2 Februari 1907.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Gezegende dag
MERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort 1.25.
Jdem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering ran
Zon- en Feestdagen.
Adrertentiën, mededeelingen ens., gelieve men vóór 10 nor
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Et C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERi'EMTIto:
V.n 1—5 regfll»f 0.73.
Elke regel meer- O.I5.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advorteeren in dit Blad bij aoonnement. Eena
cireulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag:
toegezonden.
Kennisgevingen.
KADASTER.
Do Burgemeester van Amersfoort brengt ter
algemeens kennis, dat de Staat no. 75 der grond
belasting. van 1 Februari 1907 tot 1 Maart, daar
aanvolgend© ter inzage is nedergelegd ter Secre
tarie der Gemeente.
Amersfoort, 31 Januari 1907.
Do Burgemeester van Amersfoort,
WUUTIERS.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
bnngt, ter voldoening aan de aanschrijving, op
genomen in het Privinciaalblad van Utrecht no.
20 dezes jaars, ter kennis van belanghebbenden,
dat in de gemeente Utrecht een geval van kwaden
dro-fi ifi voorgekomen.
Amersfoort, den 1. Februari 1907.
Do Burgemeester voornoemd,
WULJTEBBS.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
r W. H. Meursing ingediend verzoek, met
gen, om vergunning tot het oprichten van
eeno banketfabriek, in hot perceel alhier ge
legen aan het Smallepad No. 2, bij het kadaster
bekend onder Sectie 1). No. 971, op de Secretarie
der gemeente ter visie liet, en dat op Donder
dag, den 14 Februari aanstaande, des voormid
dags te half elf uren gelegenheid ten. Raadhuize
wordt gegeven om, ten overstaan van het Ge
meentebestuur of van een of meer zijner leden,
bezwaren tegen liet oprichten van de inrichting
in to brengen.
Amersfoort, den 31. Januari 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Secretaris,
J. G. STENFKRT K'ROESE. WUIJTIHRS.
Politiek Overzicht
De scheiding van Kerk en Staat in
Frankrijk.
Er zijn in den loop van deze week van
twee zijden verklaringen bekend geworden,
die een nieuw licht werpen op het stand
punt van het. staatsgezag eenerzijds en van
de kerkelijke hiërarchie anderzijds ter zake
van de scheiding van Kerk en Staat.
In den loop van de debatten in het parle
ment over de scheiding heeft de regeering,
zooals bekend is, te verstaan gegeven, dat zij,
al weigerde zij beslist met den Pans in on
derhandeling te treden over de toepassing
van de betreffende de scheiding uitgevaar
digde wetten, toch 1 *reid zou zijn de bis
schoppen van Frankrijk daarover te hooren.
Want zij staat wel is waar, sedert het in wer
king treden van do scheid ingswet en de op
heffing van het Franse he gezantschap bij
het Vaticaan, op het standpunt, dat er geen
officieele betrokking meer bestaat tusschen
de republiek en het. Vaticaan en dat met
den Paus geene onderhandelingen kunnen
worden gevoerd over eene Fransche staats
wet, maar zij meent toch, dat het in het be
lang van den staat is, zich met de bisschop
pen en geestelijken al3 Fransche staats/bur
gers over de bestaande strijdvragen te ver
staan
Nu verdient, uit dat oogpunt beschouwd,
de verklaring, die door het Fransche episco
paat in zijne laatste algemeen© vergadering
in het kasteel van La ^luotte is vastgesteld
en die, na door don Paus te zijn goedge
keurd, openlijk bekend gemaakt i9, ten zeer
ste de aandacht. Wel stellen do bisschoppen
voorop, dat zij van hun vroeger protest tegen
de scheiding en tegen do wetten, die deze
bepalen, niets terugn men, dat hun strijd
daartegen za.l voortduren en dat slechts oen
eerlijk herstel van het door deze wetten aan
de Kerk berokkende cn recht het land tot
rust zal brengen. Maar het episcopaat ver
klaart zich tevens bereid, binnen het kadei
van de wet zooals zij door de den 2en Janu
ari jl. afgekondigde novelle gewijzigd is, al
thans in de hoofdvraag, die hen bet meest
raakt en die tegelijk heb gewichtigst is voor
de rust en den vrede van het landin de
vraag namelijk der openbare godsdienstoefe
ning, eene regeling met ca vertegenwoordi
gers van liet- staatsgezag te-treffen. Het epis
copaat is dus bereid, daarover te komen tot
een modus vivendi. Wanneer het Vaticaan
daartoe zijne toetemming heelt gegeven, dan
zal het daartoe niet gemakkelijk gekomen
zijn. Principieel heeft hot daarmee namelijk
prijsgegeven den eisch, oat over het verkrij
gen van zulk eene schikking rechtstreeks met
den Paus zou worden onderhandeld Aan die
bereidverklaring zijn intussohen voorwaar
den verbonden, d'ie niet- malsch klin
ken. Er is aan de verklaring een con
cept toegevoegd van het contract, te
sluiten tusschen den prefect of den
madre ©enerzijds en den bisschop of den
pastoor anderzijds om aan do geestelijkheid
het vruchtgebruik van de kerkgebouwen te
verzekeren. De Temps merkt op, dat men do
eisohen, die daarin zijn gesteld, niet al to
letterlijk moet opvatten, omdat men anders
zou kunnen meenen, dat de goede wil van
de bisschoppen om tot ccn modus vivendi te
komen, meer schijnbaar dan werkelijk aan
wezig is. Maar dat neemt niet weg, dat de
verklaring van do bisschoppen alt'hans den
weg aanwijst om op een hoofdpunt tot eene
schikking te komen.
Hoe is nu aan de andere zijde de verkla
ring van de bisschoppen opgevat? In de Ka
mer zijn daarover, bij de behandeling van
het ten slotte met nagenoeg algemeene
stemmen aangenomen regeeringsvoorstel
tot het brengen van eene wijziging in
de vereenigingswet, die feitelijk hierop
neerkomt, dat de geestelijkheid wordt
ontheven van. de verplichting tot het-
doen van aangifte oer onder het gemeen©
recht gestelde oj>enbare godsdienstoefenin
gen, scherpe woorden g:vallen. Men heeft de
verklaring van het episcopaat voorgesteld als
een© onbeschaamdheid en de gestelde voor
waarden iten eenen.male onaannemelijk ge
noemd. De minister van eeredienst Briand
echter is niet van die opvatting. Het is van
belang zijne woorden -kstueel te vermelden
hij heeft zich over dit punt aldus uitgelaten
,,De voorwaarden, die de bisschoppen zou
den willen stellen voor het sluiten van de
contracten betreffende het vruchtgebruik
der kerken, schijnen onaannemelijk, maar zij
leveren stof voor discussie. Hoe ook de toon
z.j van de verklaring der bisschoppen, wat ik
van dat stuk vasthoud, is dat het voor 't
eerst, althans in beginsel, de aanvaarding door
den Heiligen Stoel en door de bisschoppen
bevat van eene wetgeving op den eeredienst.
D~ Kerk is den wettel ijken weg opgegaan,
door zich gereed te maken het gebru: van
de kerken te verlangen door toepassing van
de wet van 1907.
„Wat de contracten betreft, het zullen
niet di bisschoppen zijn, die er de bewoor
dingen van vaststellen, maar de maires en
de prefecten naar mate van de gevallen
de pastoors zullen de daden van concessie
moeten vragen; de pastoor zal naar den
maire of naar den prefect moeten gaan en
zich bereid verklaren, krachtens de wet van
1907, de kerk in gebruik te ontvangen. Dan
zal de maire met hem spreken. Dat is eene
zaak, die is voorbehouden. Maar ik leg het
stuk, dat is tor sprake gebracht, niet uit
op dezelfde wijze als de vorige spreker. Ik
beschouw het niet als eene nieuwe uitda
ging, die de regeering der republiek is voor
geworpen."
Minister Briand beschouwt dus den brief
der bisschoppen niet. als eene daad van on
verzoenlijkheid; hij doet integendeel uit
komen, dat in dien brief het episcopaat voor
het eerst zich stelt op een grondslag, die door
de wet van 1905 is aangegeven. Nu is het
waar, dat in eene vergadering, volgende op
die waarin deze verklaring door minister
Briand werd afgelegd, een incident i9 voor
gekomen, dat een oogenblik de vrees deed
ontstaan, dat Briand in onmin zou treden
uit het kabinet-Clemenceau. Maar dat in
cident. had slechts de betteken is van een
misverstand, dat terstond is uit den weg ge-
ruimu op eene wijze, waaruit mag worden
afgeleid, dat de opvatting van Briand die is
van de gohoele regeering, en dat de Kamer
hierin de leiding van de regeering volgt. De
Temps trekt uit de gevoerde debatten deze
conclusie
,,Het. werkelijk belangrijke punt, dat uit
het debat voor den dag komt, is ditNie
mand buiten cenige visschers in troebel
water, wier „ondcraardsche gangen" de heer
Briand vastberaden aan de kaak heeft ge
steld wil afstand doen van de zedelijke
winst, die de republiek in het land heeft be
haald door de verlichte omzichtigheid, waar
mee het tegenwoordige ministerie, zonder de
rechten van den staat op te offeren, er naar
gestreefd heeft de rechtmatige gevoeligheid
van de oprechte katholiekende eenvoudige en
ware geloovigen te. sparen. Door de vrijheid
wil het openbare gezag meer dan ooit de
vragen op het gebied van den eeredienst op
lossen, die de omstandigheden iederen dag
doen rijzen. Het is niet zonder belang dit
te constateeren op het oogenblik, waarop
men mocht vreezen, dat de toon van de ver
klaring der bisehoppen de Kamer, zoo niet
de regeering, zou doen afwijken van de wijze
gedragslijn die zij zich had gesteld. De
toestand is dus heden, uit het gezichtspunt
van do besluiten der regeering en van het
parlement, zooals hij gasteren was en nooit
heeft opgehouden te zijn. En wanneer de
Kerk nog op de vervolging rekent om hare
zaak te verbeteren, dan gaat zij voort eene
verkeerde rekening te maken. De wil om de
republiek niet te comprcmitteercn door on
doordachte daden, blijft zeer vast, en dat is
voldoende om ons te overtuigen, dat als C6n
eervolle weg geopend werd voor schikkingen
aannemelijk zoowel voor de waardigheid van
den Staat als voor de Kerk, de regeering
niet zou weigeren te onderzoeken tot waar
het belang van den staat haar toelaat te
gaan."
De tweede vredesconferentie.
Parijs, 1 Febr. In een onderhoud met een
redacteur van dan Temps, verklaarde staats
raad von Martens, dat hij het. terrein voor
do conferentie van 's Gravonliage kwam go-
reed maken, om door ampele besprekingen
met de voornaamste belangliebbonden ieder
misverstand to voorkomen. Hij geloofde niet,
dat een behandeling der te Londen en
te Washington opgeworpen problemen thans
tot iets kan leiden. Hij stelt er prijs op,
met den minister van buitenlandsche zaken
van Frankrijk tot overeenstemming te gera
ken.
Dultschland.
Zoo spoedig mogelijk nadat de lieg root ng
van koloniën afgedaan is, zal directeur Dern-
berg een reis naar de Duitsche koloniën ou
dernemen en wel het eerst naar Oost-Afrika.
Bremen1 Fehr. Bij de herstemming voor
den Rijksdag, die heden hier plaats heeft ge
had. is gekozen Horman® van de vrijzinnige
volkspartij met 29.404 stemmen tegen
27,690 op den sociaal-democraat Schmalfeld.
De Reichsanzeiger bevat de volgende uit
komst van de stemming van 25 Januari in
de 397 districten van den Rijksdag, opgemaakt
den 29r Januari.
c
i1
1_ c
9 •-
-= e
a
o
c
O
o _a
=1
t-
01
e
3
Conservatieven
52
43
29
3
8
Rijkspartij
22
10
19
5
2
Bund der Landwirte
0
1
G
0
0
Reformpartij
G
3
4
2
0
Wirt8chaftliche Vereini-
gung
(Duitsch-socialen chris-
telijk-socialen land-
15
4
11
3
0
104
91
35
5
6
16
19
4
0
3
Nationaal-liberalen.
51
19
60
9
10
0
1
0
0
0
Vrijz. Volkspartij
20
6
26
3
4
Vrijz. vereeniging
10
1
15
1
0
Zuidd. Volkspartij
6
2
11
0
1
Sociaal democraten.
79
29
87
21
1
Elzassers
9
4
3
4
0
2
0
1
2
0
1
1
n
0
0
4
5
5
5
In de opgaven der vroegere sterkte van het
Centrum is niet meegerekend graaf Ballestrum.
die als voorzitter van den Rijksdag geteld is
bij den groep der wilden, d. z. bij geen partij
aangeslotenen.
Reeds eenige malen '-«et gerucht ver
spreid, dat prof. Harnack, de bekende pro-
tostantsche theoloog, verbonden aan de Ber-
lijnsche universiteit, tot. minister van on
derwijs en eeredienst in Pruisen zou worden
benoemd, ter vervanging van den tegenwoor-
digen minister Von Studt, die volgens het
algemeene gevoelen zeer zwak staat. Prof.
Harnack zelf schijnt daarvan echter niets te
weten Tot een medewerker van het Berliner
Tageblatt, die hem kwam vragen, wat er van
aan was, zoide hij: „Waarom niet dadelijk
tot paus? Ik ben geheel gedesoriënteerd.
Gij liadt mij even goed kunnen vragen of ik
oonstitoriaal raad, minister van buitenland-
sche zaken in Schaumburg of iels anders ge
worden ben
Zwitserland.
Bij de bondskanselarij is een voorstel in
gediend, uit het volksinit' itief voortgekomen,
dat strekt, om de bereiding, den invoer en
den verkoop van absinth in geheel Zwitser
land te verbieden. Het voorstel draagt
168,341 on der toeken in gen. De bondsverga
dering moet het voorstel, omdat het meer
dan 50,000 handteekoningen draagt, binnen
het jaar behandelen en daarna aan het volk
voorleggen tot 1 et nemen van do eindbeslis
sing.
Italië.
De voorzitter van de Kamer van afgevaar
digden, Giuseppe Biancheri, heeft zijn ambt
nedergelegd, dat. hij met korte tusschenpoo-
zen sedert 1884 heeft bekleed. Reeds meer
malen had de grijze nu 85-jarige staats
man dit voornemen. Thans is zijn besluit on
herroepelijk.
Hongarije.
lil den Kroatischen landdag voert sedert
weken de partij, die naar haren leider heet
de Staroevicspartij, obstructie tegen het door
de meerder..si<l ingediende ontwerp-adres,
omdat dit aandringt op gelijkgerechtigdheid
van do Servische met de Kroatische natie als
politieke factor, hetgeen door de Staroe-
vicsianen bestreden wordt. De meerderheid
tracht, deze obstructie door den langen duur
der vergaderingen te breken. Dat heeft in
den nacht v.n 31 Januari tot een zeer storm
achtig tooneel geleid. Toen de voorzitter
de vergadering te middernacht niet wilde
sluiten, ontstoi d v een woest lawaai. De
minderheid floot aanhoudend met torpedo-
fluiten er werd op de lessenaars geslagen,
liederen gezongo en den voorzitter werd
zijne schel afgenor.iön. Eenige afgevaardigden
beukten mei» een ijzeren staaf cp het kachel-
scherm. Het 1 .waai duurde drie uren, waar
na de voorzitter eindelijk de vergadering tot
elf uur voormiddags van den volgenden dag
verdaagde. Men denkt er niet aan de ob
structie te staken, voordat uit het ontwerp-
adres de zinsnede geschrapt wordt, die aan
de Servische natie de door haar verlangde
gelijkstellin ontzegt.
Rusland.
De Fran'xf. Ztg. bericht uit Petersburg,
da4 in de laatste dagen in de van Stolvpin
onafhankeijke hofkringen te Za'-skoje-Selo
zich eene den kadotten gunstige stemming
doet gelden. Men verwijt Stolvpin, dat hij
dcor zijne maatregelen tegen de kadetten
dezen steeds vijandiger maakt tegen de re
geering en zoo de uiterste linkerzijde ver
sterkt. De kadettenpartij is, nadat zij hare
statuten voor d tweede maal had ingediend,
gelegaliseerd. De senaat heeft dit beskuit nog
niet bekrachtigd; de invloed van Stolypin
zit er achter om dit zoo lang mogelijk uit
t- stellen.
De Czaar heeft de straffen verzacht, die
waren uitgesproken tegen de wegens deel
neming aan den gewapenden opstand van het
vorige jaar in Sebastopol veroordeelde ma
trozen en soldaten.
Volgens een bericht uit Moskou aan de
Times, hebben de kleine grondeigenaars uit
het district Moskou op 29 Januari 47 consti-
tvtionneel-democraten en 4 Octobristen ge
kozen. In het vorig© jaar werden in datzelf
de district uitsluitend leden der rechterzijde
gekozen.
Behalve de gouverneur van Nishoi
Nowgorod, baron Fredericks, zal ook het per
soneel van bet gou v er neme n tsbest uur. dat
betrokken is geweest in de toekenning van
do levering van hot voor de hongerlijdenden
Een verhaal van de Osterlide Pastorie
28 Uit het Deenzcb
door
BETST BAKKER—NORT.
De muziek valt in. De zijden sleepen rit
selen, ketenen worden gesmeed en. verbroken,
voeten opgeheven, en handen gegrepen.
Glimlachjes, flikkeren op en doven uit, niets
is zoo veranderlijk als de pliysionomie van
een balzaal.
Maar de twee hooren niets.
Hij heeft niet geantwoord op haar zachte
vraag; iets in haar toon heeft hem veront
rust.
Hij heeft haar hand genomen, en onopge
merkt als ze gekomen zijn, glijden ze weer
"uit de waranda, naar den tuin, waar een
uur geleden de draden van het sprookje hen
samen gesponnen hebben.
En ze herhaalt haar vraag, aarzelend bang
Maar hij antwoordt niet. Hij lc-gt. slechts zijn
handen om haar hoofd en zijn blik rust. in
den hare.
,,Was het jouw moeder?" vraagt hij snél,
toonlooso, zeg, dat. zij liet. niet was
O, slechts dat niet dat niet
Ze knikt zwaar en stil. ,,Ja," zegt. ze, „het
was moeder.' En ze zitten zwijgend als te
voren, maar de frissche vochtigheid van het
gras is klam geworden, en het. is als lag er
een ijsdek onder hun diunne schoenen, en de
zwarte vleugels van den nachtwind brengen
koude aan, als kwam hij van verre zeeën',
die onder den adem van den winter bevroren
lagen.
Nu en dan heft ze 'f hoofd op, als omvte
spreken maar zijn blik smeekt haar om te
zwijgen, en zij: waagt .het .niet licht aan te
stoken, waar zijn gedachten met. de snelheid
van den angst klaarheid in de nevelen ge
vonden hebben.
„Het was moeder," herhaalt zij slechts
stil, „vaders liefste, ©enigste
En hij knikt, en begrijpt het vonnis, zon
der woorden verzegelt hij het zelf door zijn
zwijgen
Ze staart hein zoo angstig in de oogen
élke blik is een vraag
„Je begrijpt immers, Troels je be
grijpt?"
„Ja," fluistert hij eindelijk. „Ik begrijp.
Twee broers hebben niet het recht, een
mensch van alles te berooven."
Maar nu barst Vonne in tranen uit.
„Troels, weet je, dat je zwijgen, elk van
jo woorden mijn verdriet verzwaart. Troels.
woes hard zeg dat do misdaad van je
broer jou niet aangaat, dat je mij wilt, mij
wenscht te bezitten dat vaders ouderdom
en zijn eenzaamheid ons niet. raken zeg,
dat we over alles zullen heen stappen, leven
den en dooden. Wees hard, Troels, wees
boos zeg dat alles dat maokt het voor mij
gemakkelijker om van je te scheiden, dan jo
diep zwijgen en het toegeven van je edel
liefhebbend hart."
Maar hij schudt slechts zwijgend het hoofd
en legt zijn wang tegen den hare, zooals
de® eersten avond op de stille heide.
„Ik wist het, zei hij een poosje later
„'k voelde, dat ik je niet naar mijn huis
zou meenemen. Berst oven* die graven zal ik
je eens mogen wegdragen."
Maar plotseling was het, of haar oogen
glans kregen, haar stem klonk jubelend:
„Troels!" fluisterde ze, „hoe durven we
klagen, wij heiden, die het licht, van dén ge-
zegenden dag hebben zien doorbreken er
is geen hoekje van mijn ziel, dat jij niet
kent, geen plek in mijn hart, waar jij je
moede gedachten, je smartelijke verlangens
niet te ruste mag leggen. En Troels ,nu weet
ik, dat ik voel als jij:: want indien jij ook
duizenden vrouwen behalve mij liefhad
zoo lang je liefde niet. duldt dat ik een
ander behalve jou liefheb zoo lang zal ik
den dag zegenen, dat ik je zag, en de zon,
die al de rozen van mijn hart deed bloeien
Maar hij stond in gedachten verdiept, als
had hij haar laatste woorden niet géhoord.
„Dus heb ik je toch te vroeg doen ontlui
ken," zuchtte hij. „Ik moest gewacht heb
ben, tot de vrouw in je do sterkste wa* ge
worden. Misschien zou dan alles anders zijn.
Tiet kind, dat voor haar vader wil zorgen,
zou teruggetreden zijn voor dé vrouw, d'ie
haar geliëfne moet volgen."
„Troels," smeekte ze, „zeg dat niet, jij
die zelf liet vonnis mee geveld hebt."
„Vonne, indien jij gezegd had: „Volg mij
trots alles, levenden en dooden hoe zou
ik dan alleen het vonnis hebben kunnen vel-
j len? Nu jc kinderliefde zich heeft uitgespro-
i ken, moeten we beiden boeten voor hetgeen
hij daar ginds in het vreemde land, misdre
ven heeft. Maar wanneer eens het. uur komt,
dat de vrouw in je het kind verloochentdat
I nu den moed mist- haar hand uit die van
I haar vade- te trekken, omdat hij oud en een
zaam is, het kind, dat ik zelfs daarom lief
heb en misschien wel het allermeest, om
dat ze mij ontvlucht beloof mij dan, d!at
je mij; zult roepen, waar ter wereld ik ook
ben."
Zij knikte en beloofde hem dat. „Ik zal
roepen, wanneer ik bang ben voor de een
zame. groote velden der leegheid, voor het
geen ik i'i de verte zie komen. Ik heb dat
als kind gezien, Troels, gezien als donkere
wolken aan mijn horizon, en ik heb gevoeld,
dat het mij eens zou grijpen. Als kind heb
ik reeds vermoed, hoe do menschen loden
en ik heb onbewust met hen geleden, zoodat
het mij in mijn hart pijn deed. Zal ik, nu
ik zie waarom en hoe diep hun leed is, zal
ik nu meer met hen mee lijden, Troels, nu
mijn eigen verdriet zoo groot geworden is,
dat ik niet weet- of mijn hart er ruim ge
noeg voor is?"
„Roep (mij," fluisterde hij' „roep. En
of je morgen, of over twintig jaar roept
met hetzelfde diepe verlangen, dezelfde tee-
derheid, zal mijn ziel je tegemoet vliegen.
Misschien hebben het leven en de smart, mij
dan geloerd de doorzichtige ruit van je kin
derhart voorzichtig te openen, en den. vogel
uit te laten, zonder dat hij zijn vleugels ver
wondt aan de scherven."
En hij nam haar hand en Jogde die tegen
zijn wang. zoo voorzichtig en teeder, al® men
een kind in zijn wiegje legt.. En schrede
voor schrede, als volgden ze een dierbaar uur,
een heerfijk sprookje naar het- graf, liepen ze
beiden, verborgen in de plooien van den
mantel, langzaam en zwijgend' naar huis,
naar de pastorie, langs het smalle kerkpad,
waar de aren zich voor hen openden en ach-
I ter hen sloten, als achter iets, dat afgesne-
I den en voor altijd verborgen was.
Een zacht suizend geluid, als ging do engel
des doods achter hen, maaide elke schrede
weg, die zij gezet hadden.
En zij herinert zich een voorjaarsdag, toen
zij en haai vader eens door een pas ontlo
ken beukenbosch in de buurt van Oegle had
den geloopen. 's Nachts had het gestormd
cn het hcele pad! lag vol teene, licht groene
lotena's pas geboren kinderen lagen ze te
slapen, met zachte, donzige wangen.
„Zie, had haar vader gezegd, terwijl hij
haar de takken wees, „de engel v.an den
storm 's hier vannacht doorgegaan, en heeft
den eerstgeborene van eiken stam geëischt."
Ook bij hen had de engel van den dood
gemaaid, en de eerstgeborene, de dierbaar
ste, de ©enige hunner harten geëischt.
Vonne sliep dien nacht niet. Bij hot open
raam zat ze, en de herinneringen aan do
dagen, dat- ze hem gekend en bemind had,
gleden dooi haar ziel, als een snoer koet bare
paar len
Acht lange gélukkige zomerdagen, acht
witte paarlen zonder vlek of smet maar
toen ze z3 aan haar hart wilde leggen, was
het haar, of ze koud als de dood waren.
En fluisterend zacht riep ze de herinne
ringen aan zijn liefkoozingen op, als eon
zonnig geurende stroom, als een rozenca»-
kade van duizenden bloemen gleden ze over
haar hart, met een gewicht., als zouden ze
i haar d<ood drukken.
Wordt ervolgd.