M
ar\ «as.
9" Jaargang.
Vrijdag 15 Februari 1907.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Gezegende dag.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Ptr 8 maanden roor Amenrftortf 1.85.
Idem fame* per poet1.75.
Afconderl$ke nummers0.05.
Dexe Oourant rewchynt Dagel|ks, met mtiondering ran
Zon- ea Feestdagen.
Adrartentiln, medsdsalingen en*., gelieve men r66r 10 aim
morgen* b| de Uitgorers in te eenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utreehtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1—5 regenf 0.79.
Elke regel meer- O.I5.
Groote letters naar plaats ruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adrorteeren in dit Bkd bij abonnement. Eena
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De Engelsche Troonrede.
Van de rede waarmee Koning Edrward
VII Dinsdag het Engelsche parlement heeft
geopend, zijn door Reuter de hoofdzaken
geseind. Nu de géheele inhoud daarvan be
kend is, wenschen wij daar met enkele woor
den nog even op terug te komen.
Zij begint met de geruststellende vérklai
ring dat de betrekkingen met de vreemde
mogendheden van vriendschappelijken aard
zijn. In dat opzicht is er dus reden tot tevre
denheid en is de toestandl beter dan verle
den jaar, toen. de Marokko-wolk den polifcie-
ken horizon van Europa verduisterde.
Onmiddellijk daarop werd door den Ko
ning herinnerd aan de ramp, die de kolonie
Jamaica getroffen heeft. Na zijn deelneming
te hebben uitgesproken over het verlies van
menschen levens en de materieele schade ver
klaarde hij met voldoening te hebben gezien
dat de gouverneur en de ambtenaren het be
wijs hebben geleverd van moed en toewij
ding. *ok erkende de Koning met groote
dankbaarheid de sympathie, betoond door
het volk der Vereen igde Staten en de spoe
dige hulp die door hunne maritieme autori
teiten 'bewezen was.
Toen Koning Edward dezen passus voor
las, richtte hij zich duicielijk merkbaar naar
den kant, waar de Amerikaansche gezant ge
zeten was en knikte hij met heb hoofd in
diens ri'chting. Deze woorden halden dan
ook een grootere beteeken is dan alleen een
uiting van het mensohelijke gevoel van dank
baarheid. Men zal zich herinneren dat juist
die spoedige hulpverleenii. j door den com
mandant van het Amerikaansche eskader dat
bij; Kingston lag tot een onaangenaam con
flict aanleiding heeft gegeven tusschen den
gouverneur van Jamaica en den Amerikaan-
scheu vlootvoogd.
De laatste had' mariniers aan wal gezet om
de orde mede te helpen handhaven. De gou
verneur had echter den admiraal beleefd ver
zocht om zijn mannen maar weer aan boord
terug te roepen, omdat hij het alleen best
af kon. Deze, boos geworden, riep niet al
leen zijn mannen terug, maar lichtte boven
dien het anker en stoomde weg. Het werd
aanvankelijk in Ainerika zelf nog al hoog
opgenomen en de zending van levensmidde
len en andere voorraden, werd zelfs onder
den eersten indruk der ondergane onhoffe
lijkheid vertraagd.
Gelukkig echter in deze omstandigheden
is alzoo gebleken dat misverstand aan
de eene, en lichtgeraaktheid aan de andere
zijde aanleiding waren geweest tot heb on
aangename incident, en de woorden des Ko-
nings hébben bewezen dat de herinnering
daaraan uitgewischt moet worden en dat de
onaangename naklank is weggestorven.
Toen in de 's namiddags gehouden bijeen
komst van het Lagerhuis de Speaker de
•troonrede nog eens voorlas, werd deze zin
snede over de Amerikaansche hulp luide
toegejuicht.
De politieke 'beteekenis van het bezoek
van den Emir van Afghanistan aan Engelsch-
Indië werd behoorlijk onderstreept. Toch
ligt ook daarin niet de belangrijkheid van
dé troonrede. Het meest interessante was
natuurlijk het gedeelte dat betrekking had
op de ongelukkige geschillen", die gekozen
zijn tusschen de beide Huizen.
In de troonrede zelf werd' daarover niet
veel gezegd. „Mijne ministers houden
zich op_ dit oogenblik bezig met dat belang
rijke onderwerp, om een oplossing voor die
moeielijkheid te vinden." Van welken aard
die oplossing zou zijn, daaromtrent bevatte
dé troonrede niels.
Bij de discussies in het Lagerhuis over het
adres van antwoord, is de premier, Sir
Henry Campbell Bannermann, iets uitvoe
riger geweest, over dit punt.
Balfour, als leider der oppositie, opende
het débat over die quaestie en verklaarde
te hopen, dat de regeering die zaak grondlig
zou bestudeeren en er weinig over zou spre
ken Den procureur-generaal Walton, die
zich tijdens het reces zeer scherp over het
Hoogerhuis had uitgelaten, noemde hij een
vermomden Robespierre, en hij achtte het
voorts onmogelijk, dat het Hoogerhuis niet
somtijds van meening zou kunnen verschil
len met het Lagerhuis.
Sir Henry antwoordde, dat de quaesitie
tusschen de beide Huizen geregeld moest
warden. Do tegenwoordige toestand was ge
vaarlijk en demorailaseerend. Een wijziging
in de betrekkingen tusschen Hooger- en La
gerhuis was daarom noodzakelijk, ten einde
met de gewenschte harmonie de vervulling
van de wenschen van het volk mogelijk te
maken. Het vraagstuk, dat opgelost moet
worden, zou echter geen betrekking hebben
op de samenstelling van het Huis der
Lords, die onverschillig is. Wel echter oip de
verhoudingen tusschen de beide Huizen. Hij
herinnerde er verder aan, dat het Hooger
huis twee belangrijke wetsontwerpen, die uit
drukking waren van den volkswil (nl. de
Onderwijswet en de Wet tot afschaffing van
her meervoudige stemrecht) had verworpen.
Die houding noemde de premier nieuw. Se
dert twee jaar had het Hoogerhuis de ge
woonte gehad om zich .kalm neer te leggen
'bij alles wat de regeering voorstelde. Maar
nu was opeens de waakhond, die zoo lang
geslapen had, ontwaakt en was hij aange
grepen door een plotselinge» aanval van
woede. Die boosaardigheid, volgende op een
tijdperk van slaperigheid is echter onduld
baar en toonde aan, dat er eenige gebréken
zijn in de Grondwet. Iedereen zou het er
over eens zijn, dat er dus aanleiding voor
was om dé Grondwet in 's lands belang te
wijzigen.
Over den aard der voor te stellen wijzi
gingen liet ook die premier zich niet verder uit.
Men mag echter wel aannemen, dat de be
perking van de macht van het Hoogerhuis
daarin zal .bestaan, dat zijn „veto" slechts
een opschortend karakter zal krijgen en ^een
beslissend meer, zoodat,, indien een wetsont
werp bij herhaling door het direct gekozen
Lagerhuis zal zijn aangenomen, het na goed
keuring door den Koning wet, zal kunnen
worden, ook zonder dat het- Hoogerhuis er
zijn zegel aan heeft gehecht.
Om thans weer tot de troonrede terug te
keeren, heeft liet-, in verband met het boven
staande, een vreemden indruk gemaakt., dat
er van de twee onderwerpen, d'ie het Con
flict hébben veroorzaakt, in dé troonrede
geen melding is gemaakt. Noch de onder
wijswet, noch de wet tot afschaffing van
het meervoudige stemrecht zijn daarin ge
noemd als te zullen uitmaken een onderwerp
van beraadslaging. Intusschen blijft de re
geering natuurlijk vrij om ze, ook zorader
dat ze in de troonrede genoemd zijn, op
nieuw in te dienen.
Wat verder van veel beteekenis is, was
de aankondiging van de verdere uitbreiding
van de zelfstandigheid van Ierland in de
inwendige 'bestuursaangelegenheden. Het is
geen „Home Rule" zooals Gladstone die
voorstond. De opperhoogheid vau liet Par
lement van het Yereenigde Koninkrijk aal
blijven gehandhaafd. Home rule, zooals de
Ieren zich die wenschen,, met een eigen par
lement en een eigen verantwoordtelijk uitvoe
rend gezag, is voorloopig nog iets onbereik
baars. Yele liberalen zijn daartegen. Dat de
Ieren met den voorgestélden maatregel niet
tevreden zullen zijn, ligt voor do hand en
John Redmond gaf dat in het Lagerhuis al
dadelijk te kennen. Zou de aankondiging van
do instelling van een (katholieke) Iersche
hoogeschiool wellicht als pleister op de won
de beschouwd moeten worden?
Van de verdere aangekondigde wetsont
werpen is dat tot instelling van een Hof voor
hooger beroep in strafzaken zeker wel een der
belangrijkste. De betreurenswaardige rechter
lijke dwaling in het geval-Beck, die bewezen
is en de zeer waarschijnlijke rechterlijke
dwaling in de zaak-Edalji, die men nog
hoopt te bewijzen, hebben de noodzakelijk
heid daarvan ten duidelijkste aangetoond.
Duitschland.
Keizer Wilhelm zal in het voorjaar zijn
gewone zeereis maken, maar het is nog niet
uitgemaakt of hij naar de Middellandsche
zee zal gaan. Indien hij daartoe besluit, en
men weet dat hij daarvoor een voorkeur
heeft, zal hij waarschijnlijk tevens het be
zoek, dat de Koning van Spanje te Berlijn
gebracht heeft, beantwoorden.
Dc Bulgaarsche minister van buitenlaud-
scha zaken Stanciof is Maandag te Berlijn
aangekomen. Hij heeft Dinsdag bij den Duit-
schen minister van buitenlandsclie zaken von
Tschirschky gedejeuneerd en zal zoowél door
den rijkskanselier als door den Keizer in
audiëntie worden ontvangen.
Op het bericht, dat D'uitschers concessie
hadden gekregen voor een spoorweg in Ma
rokko van Tanger naar Larasj, heeft de
Berlijnsche correspondent van de Matin zich
naar het departement van buiten landsclie za
ken begeven. Daar kreeg hij ten antwoord,
dat men niets van de zaak wist, Duitschland
zich strikt aan de besluiten van Algeciras zou
houden en de regeering een dergelijke con
cessie .-.an Duitsche onderdanen, niet zou toe
laten.
Frankrijk.
Volgens een particulier telegTam uit Parijs
aan de „Voss. Zeitung" liep daar ter stede
Woensdag het gerucht, dat het ministerie
zou aftreden. Eerst dacht men aan een
beursman oeuvre, maar later bleek, dat ;n
welingelichte kringen de indruk bleef heer-
schen, dat tusschen den minister-president
Clemenceau en minister Briand ernstig ver
schil van meening heersoht over de meerde
re of mindere tegemoetkomendheid, die de
regeering in zake de overeenkomsten met de
bisschoppen over het vruchtgebruik der ker
ken zal betoonen. Clemenceau schijnt den
heer Briand niet meer te willen steunen,
daar deze zich al te meegaande betoont, ter
wijl het ministerie geheel op de hand van
dezen laatste is.
Parijs, Ik Febr. Na de algemeene bespre
king over het wetsontwerp op de openbare
bijeenkomsten gaat men over tot de arti-
kelsgewijze behandeling. Het eerste gedeel
te van art. 1 wordt aangenomen met 168
.stemmen tegen 128 en het overige gedeelte
wordt daarop door den Senaat naar de com
missie verzonden.
Engeland.
Londen, Ik Frbr. In het Lageriiuis heeft
de heer Birrell, minister voor Ierland, uit
drukkelijk verklaard een wetsontwerp te
zullen indienen op de instelling van een
Iersckeu Raad. Dit. bevestigt het reeds sinds
langen tijd loopende gerucht, dat do regee
ring zich voorstelt een Iersche vertegenwoor
diging in het leven te roepen met zokere
administratieve bevoegdheden.
Hen onderstelt, dat de verhouding van
de gekozen elementen in die veretgenwoor-
diging tot die van de benoemde, en eveneons
de zaken over welke de financdeele con
trole zal loopen thans bij de regeering een
punt van behandeling uitmaken.
Londen, lk Febr. Yan gezaghebbende zijde
wordt medegedeeld, dat admiraal Beresford
reeds in September voorwaardelijk het bevel
over de Kanaalvloot had aangenomen en dat
er sedert dien tijd besprekingen zijn gehou
den met de admiraliteit over de sterkte van
de vloot. De meeningsversdhillen zijn thans
op bevredigende wijze uit- den weg geruimd.
Admiraal Beresford heeft nooit werkelijk
het commando geweigerd. De sterkte van de
vloot 'blijft, numeriek zooals ze is voorgesteld,
maar zal toch grooter zijn dan toen ze van
admiraal Wilson werd overgenomen. Boven
dien zal op bepaalde tijdstippen de home-
vloot gecombineerd worden met- de Kan aal -
vloot onder bevel van admiraal Beresford.
De gisteren gedane mededeeldngen berus
ten vermoedelijk op den toestand tijdens een
vroegere periode der onderhandelinigon
Rusland.
Ec liberale pers te St. Petersburg begroot
mei geestdrift de overwinning, die de con
stitutioneel-democraten Maandag in tal van
plaatsen in Rusland heeft behaald. Vooral
he^ succes der cadetten te Moocou is verbluf
fend geweest.
Hol blad Strana, dat onlangs geconfis-
keerd is geworden, en thans verschijnt, ander
den naam van Telegraaf, zegt van deze over
winning, dat zij een volledige breuk vormt
mot her verleden en 'met het bureaucratische
bestuur, dat gedwongen door den druk van
he: Russische volk, noodzakelijk zal moeten
wijken. Het vo'k, dat eindelijk zijn kracht
voelt, beweert zelf zijn lotgevallen te willen
besturen, onder eon erfelijk Keizer, wiens
bescherming zich uitstrekt over de algemee
ne belangen, zoowel als over de particuliere
bélangen.
De Rjetech noemt do overwinning te Moa-
cou een tweede Tsoesjima voor de almacht
der Russische bureaucratie.
De Rouss wekt het Russische volk op ora
al zijn krachten te vereenigen, opdat de
nieuwe Doema sterk zal zijn 011 gezag zal
hebben om zijn taak te vervullen.
In Odessa werden in het begin dezer
maand vier personen door den „veidkrijgs-
Taad" ter dood veroordeeld, welk vonnis
onmiddellijk ten uitvoer werd gebracht.
Nadat dit had plaats gehad bleek dat de
ter dood gebrachten onschuldig waren.
Het waren noch revolutionairen, noch roo-
vers. Hunne eenige schuld bestond daarin,
dat zij getracht hadden te vluchten uit een
huis dat door de politie beschoten werd. Zij
waren ongewapend en uit niets bleek dat
zij behoorden tot een revolutionaire partij.
Zij behoorden tot geen enkele partij maar
desniettemin heeft de krijgsraad hen schul
dig verklaard aan moord op een politie
agent en hen deswege ter dood veroordeeld.
Sterk steekt daarbij af het feit, dat een
gewapende bende reed:; maandenlang de stra
ten van Odessa onveilig maakt on de vreed
zame burgers op de brutaalste wijze mis
handelt en berooft, zonder datdeze bende
door de anders zoo kranige politie van
Odessa kan worden gepakt en voor den
krijgsraad worden gebracht.
Deze bende vindt tijd en ongestoorde ge
legenheid do lieden op straat, vooral wan
neer dat joden zijn, te fouilkeren en met
gummi-stokken af to ranselen De al weten-
do politie merkt daar niets van, hoort hot
wanhopige hulpgeschreeuw der ongelukkige
slachtoffers niet en is niet in -staat doz© mis
dadige bende, die in de drukste straten der
stad haar streken uithaalt, op hot spoor te
komen. De politie heeft op niemand ver
denking en heeft nog niemand gearresteerd
die in betrekking staat tot doz* bende.
Dat moge raadselachtig zijn maar toch is
er niets geheimzinnigs in de zaak. De ver
klaring ligt daarin dat al deze ongehoorde
geweldplegingen worden bedreven door do
leden van den beruchten „Bond van heb
Russische volk" en dat aan het hoofd van.
het bestuur van Odessa een man staat, die
het met het optreden van den Bond geheel
eens is. Die man is generaal Koulbars, die
dat alles maar toelaat, zonder er iets tegen
t«, doen,
Odessa is trouwens niet de eenige stad
waar het zoo toegaat. Het stadje Alex an -
drowsk in het gouvernement Jekaterinoslaw
stookt Odessa in dit opzicht naar do kroon.
Daar heerscht als een kleine Kaulbars de
ritmeester der gendarmerie Budagowski, die
zich reeds vroeger beroemd gemaakt heeft
door de organisatie van een groot program
in Alexandre wsk. Hij heeft er zoo den schrik
onder dat op den dag der verkiezingen geen
jood zich uit zijn huis durfde wagen, het
geen tengevolge had dat enkel kiesmannen,
bchoorende tot den Bond van het Russische
volk, gekozen werden.
De Russische „Korrospondenz" doet me-
dedeelingen over afschuwelijke folteringen,
die politieke gevangenen in de gevangenis to
Riga moeten hebben ondergaanHet Had be
richt daarbijdat ook „landgoedbezitters en
baronnen" aan die folteringen deelnemen. Op
29 November, toen de pijnigingen bijzonder
wreed wa.reu, was baron Raden daarbij te
genwoordig. en het blad is in staat om meer
dere namen te kunnen noemen.
De Russische revolutionair Tscherniak,
wegens deelneming aan eene samenzwering
in Rusland, in Zweden aangehouden, doch
daarna door de Zweedsche regeering in vrij
heid gestéld, omdat, de Russische regeering
de voor de uitlevering gestelde voorwaarden
niet wilde inwilligen, is aan boord van do
„Olaf Wyk" van Göteborg naat Antwerpen,
met nog vier andere passagiers der eerste
klasse, door vergiftige gaeseu, veroorzaakt
door de lading, die voor een groot deel uit
lucifers bestond, overleden.
|£tot verhaal tan de Osterlide Pastorie
37 Uit hst Deemoh
door
BETSY BAKKER—NORT.
Eiken dag, dié verliep, had dit verlangen
haar om vrede gesmeekt, haar verscheiden
keeren de pen in de hand gedreven maar
dap was dé liefde tot haar vader stil komen
aansluipen, en had haar zoo diep bedroefd
in de oogen gestaard.
„Hoe kan je?" had die gefluisterd
„hoe kan je je handen in die van een vreem
de 'leggen, nog vóór zijm handen koud in 't
graf zijn? Hoe kan je liet geluk in twee
vreemde oogen zoeken, in hetzelfde uur, dat
het licht in de zijne is uitgedoofd van
hem, die im de lange kinderjaren je levens
vreugde, je eenige vriend was? Als hij' je nu
kon zien., zou hij, dan niet. dénken, dat het.
Laatste levensjaar, dat God hem schonk, voor
jou een uitstel was van de vervulling van
je geheimste wenschen zou hiji dan nieb
•lijden door hetgeen zijn zieleoog aanschouw
de?"
En ze had de pen weer neergelegd, en
was naar moeders kamertje gegaan. En ze
had plaats genomen in den leunstoel bij. het
raam, waar moeder hare warme kussen op
he1 hoofd van het kindje geademd had, en
waar dé dood zijn' koude lippen op vaders
mond, en zijn sterke handen in de zijne had
gedrukt.
Ze had de oogen gesloten en gedroomd,
dat zij. het kind was, dat op moeders schoot.
Lag te sluimeren onder de zaolite liefkoozin-
gcn.
Maar op een avond! was ze onder het. een
tonige gekraak van den stoel i nslaap geval
len en had ze een vreemden droom gehad!.
Ze droomde dat ze liep aan liet. Lddemeor
de wind kwam met koude rukken uit de
kloven, het water 'bruiste diep onder haar en
ao nacht was nabij.
In het witte lichtschijnsel zag Von-ne, dat
aan den anderen oever eon man lag uitge
strekt, dicht bij het meer, zwaar leunend op
zijn eenen arm, terwijl zijn blik smartelijk
zoekend over het water gleed', als een boot
aie van land gestooten wordt, maar aan een
steen op hét strand vastgemaakt, is, zoodlat
zc nooit verder komt.
Zijn zand-grauwe kiel werd door eeoi gor
del van steenen vastgehouden, en was om
boord met. schuimwiltle zoomenmaar zijn
oogen waren donker en zwaar als de nacht
over de heide, en om zijn mond' waren smar
telijke, diepe groeven
Hij opende zijn lippen met. ctm geluid, dat
kionik als de kreet, der trekvogels, wanneer
ze in dén herfst over het meer vliegen..
Op hetzelfde oogenblik verhief een der
golven zich, al hooger en hooger, en VoUme
zag. dat het een vrouw was met groene,
diepe oogen, waarin al de sprookjes der zee
als levende droomen in te lezen waren. Ze
haa een Vochtige 11, grooten diep-rooden
mond, waaruit de lach onophoudelijk ge
dempt parelde als eeni stroompje in 'f zand.
Haar kleed was staalblauw en, glad' als een
slangenhuidheur haar glansde in het licht,
nu eens wit, stroom end als een beek in mane
schijn, dan goudsprankelend als golven in dé
Ze bereikte het strand, klauterde langs d'e
witte steenen, en legde haar armen om zijn
hals, diep blikkend in zijn diroeve oogen, die
oe bange nachtdroomen der heide in hun
«iepte verborgen.
„Waarom kom je nooit?" fluisterde zij
,,'t is zoo keud buten:, zoo koud! Als jij
komt, is het warm en goed!"
Ein ze lachte met haar parelenden lach,
en wiegde zijm zwaar, Steak lichaam heen en
weer in haar tengere armen.
„Tk kan immers niet'" klonk hot klagend
uit zijn droeven mond! „je weet immers,
Mereta, dat ik geketend ben Hot strand is
gebonden, maar de golf vrij daarom moet-
de golf bij: het. strand komen, .als ze elkaar
wil ion ontmoetten."
En weer verhief hij: zich op zijn, ellebogen,
en toonde de zware ketens die déor groote
onwrikbare steenen in het zand! vastgehouden
werden
„Och arme," fluisterde'zij, en oen oogen
blik verstomde haar lach „ja, hoe kon ik
dat zoo .lang vergeten'" eni zo 'boog haar
gelaat, over hot zijne en haar sterke levens
krachtige mond drukte zich zoo vast, en fee
der op dén zijne, als wilde ze alle droevige
verlangens uit de schaal varn zij,n lippen
drinken en ze maakte zijn steenen gordel
los en t rok hem verder maar de groote stee
nen, opdat de kétenen hom niet zouden
knellen.
„Te laat, Mereta1" fluisterde hij en
trachtte te glimlachen, „te Laat!"
Maar ze slingerde haar lange, schui inlicht e
haren over zijn, voorhoofd, zoo cl at de treu
righeid zijnor oogen er door beschaduwd
werd. en drukte zich tegen hem aan haar
zonnig-blauw kleed lag als een doorzichtige
sluier over zijn grauwe kiel met don zwaren
steenen gordel. En ze glimlachte, zoodat
haar tanden, wit en heidér als het pairlemoer
der zee, lichtten.
„Waarom kom je nu?" fluisterde hij', „al
tijd heb ik je liefde toegedragenal eeuwen
geleden, toen ik zelf een golf was gel ijk jij.
Maar je vergat mij, Mereta,ik woohf-fe
en wachtte, je beloofde te .roepen maar
nooit, kwam je, Mereta, in dien, tijd toen ik
nog vrij' was als jij, en wij elkaar omhelzen
konden. Maar nu mijn ziel versteend, mijn
omarming hard, mijn tranen opgedroogd
en mijn handen gebonden zijn on zware
ketenen mij vasthouden nu kom je
en verlangt liefde. Te laat, Mereta, te laat
Leg je hand op mijn hart, en voel, alles is
steen, diep in mij. Slechts zoo, veel léven is
over, dat ik het verlorene kan beweenen.
Misschien wanneer je dé volgende maal komt,
is ook dat steen geworden. Te laat, Mereta'
te laat!
De jonge vrouw gleed' langzaam terug, ze
verborg het. gezicht, achter haar armen
toen dook ze onder, en kwam weer boven,
onkenbaar tusschen de oudere golven van het.
meer. Maar de man met. zij.n ketenen zonk
'terug in hét zand' en een zucht, als de
kreet der trekvogels over 't meer, klonk dbor
de luohib.
En zachter en zachter gleden de golven.
Vorne meende op 't laatst, dat ze haar ja
pon grepen en haar mee wilden trékken. Ze
wilde roepen maar ze wiegden haar slechts
heel zacht, in hun vochtige omhelzing
een koude wind streek over haar gezicht
op hetzelfde oogenblik ontwaakte ze.
Daar zat ze in mama's ouden, stoel, en
schommelde zoo zacht heen en weer, als had
zij dien in den droom in beweging gezet. Het.
raam stond open, een geurige, maar scherpe
voorjaarslucht stroomde naar binnen.
Maar plotseling werd zij zich don droom
bewust, ze vloog op. Als het waar was' In
dien hij had gewacht-, tot zijn hart versteend
was, de tranen in zij.n oogen gedroogd!
was hij .nu misschien al gebonden door stee
nen, die hem drukten, en d'ie hij. niét meer
af kon werpen?"
En op hetzeflde oogenblik werd er een be-
sluat in haar geboren. Al het. andere vergat
ze, slechts dit wist ze, dat ze or dadelijk heen
moest- gaan dodelijk, van avond
nog. NÜet schrijven, niet roepono nee, zelf
er heen gaan en haar hand op zijn hart leg
gen om te voelen of het nog sloegzich dicht
tegen hem aandrukken, zijn ketenen losma
ken, en de steenen. van hem nemen, hoe
zwaar ze ook waren.
Niemand zou weten waar ze hoenging,
slechts aan haar oude dienstbode wilde ze
zeggen, dat ze naar tante Yvonne in Kopen
hagen ging, waar zo later voor altijd zou
wonen. Aan wien was ze anders rekenschap
schuldig?"
Dadelijk na vaders dood was oom Daan ge
komen om haan- te halen, voor den. 'tijd tof.
ze naar haar foute zou gaan.
Maar Vonne had zich niet laten overreden.
„Waarom wil je hier blijven, Vonne?"
h«ad hij gevraagd, „alleen in die groote,
ioege kamers, jij die altijd zoo bang voor
eonzaamhejd was waarom wil je nu zelf
alleen blijven?"
Vonne had hem aangekekem.
„Oom Daan vergeet, mijn herinneringen
zei ze. „Nu héb ik -geleerd, dat indien men
slechts één monsch im de wereld bemind
heeft, men in werkelijkheid nooit «Heen kan
zijn."
Slot volgt.