S50.
Woensdag 13 Maart 1907.
BUITENLAND^
FEUILLETON.
De Kranige Chauffeur.
5" jHWieaHg.
OORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maasden voor Amersfoortf 1.25.
Jdem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummerso.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van
Zos- en Feestdagen.
Ad verten tiën, mededeelingen enx., gelieve men vóór 10 uur
'«morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utreshtschestraat 1. lntercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTKNTIÊN
Van 15 regelsf 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eena
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan bendie met I April
a. s. op dit blad inteeke-
nen, worden de nummers die
gedurende de maand Maart
nog zullen verschijnen, KOS
TELOOS toegezonden.
Politiek Overzicht
De Russische rafkadoema.
De nieuwe rijksdoeman is tot dusver nog
steeds 'bezig geweest met het voorbereidende
werk, dat zij beeft to verrichten om zich
te oonstiituee-ren Na de verkiezing van den
voorzitter, zijne beide plaatsvervangers en
de verdere leden van het bureau, waartoe
enkél leden van de linkerzijde gekozen wer
den, is het reglement van orde aangenomen,
dat voor de eerste doema gegolden heeft.
Daarna werd met het onderzoek van de ge
loofsbrieven begonnen. Uit de korte rede,
waarmee de voorzitter Golowin zijn ambt
aanvaardde, en uit het db-oir hem met den
Keizer gesprokene mag men afleiden, dat de
doema ditmaal spaarzamer met den tijd zal
omgaan en zich zeilve en het land de breed
uitgesponnen debatten over 'beginselen zal 'be
sparen.
In de Petersburgsche pers wordt aan de
doema daarvoor lof gebracht, en well door
organen van verschillende richting. Zkx>
schrijft de Rossija: „In de nieuwe doema
overheerscheu de nationale elementen. Tege
lijk echter schijnt z'j minder geneigd te zijn
tot uiterlijke welsprekendheid. Men mag ver
wachten, dat de daad in haar het overwicht
zal krijgen over het woord, en dat het ge
zonde praktische verstand zal triomfeeren
over fantasieën en hartstochten." De Né-
woje Wrernja, die met voldoening eir op
wijst, dat de opening van de doema zonder
lawaai-tüoneelen is geschied, haalt de wijze
van verkiezing van den voorzitter aan als
een bewijs, dat het onjuist is de tweede
doema een voortzetting van de eerste te
noemen. ,,Zij ziet er anders uit en gedraagt
zich ook anders. Zij maakt geen rumoer en
verhit zich niet, zooals de eerste, ofschoon
in haar waarschijnlijk meer brandstof aan
wezig is dan in de eerste doema." Geheel in
denzelfden geest schrijft de SlOwo, een or
gaan van de linkerzijde: „Het bewustzijn
van de noodzakelijkheid oon de doema in
stand te houden, komt niet alleen in de pers,
maar ook in de volksvertegenwoordiging aan
den dag. Dit bewustzijn was te onderkennen
in de kalmte, die onder de afgevaardigden
heersebte op den dag der opening. Br was
geen geschreeuw, men verlangde geen am
nestie, geen opheffing van de véldkrijgsra-
den, ofschoon het bewustzijn der noodzake
lijkheid zoowel van het eene als van het an
dere ongetwijfeld bij de meerderheid der
volksvertegenwoordigers aanwezig was
De rede van den voorz'ttetr der doema was
«veneens op een kalmeerenden toon gestemd.
In het besef van het gewicht der op hem
rustende taak, stelde de heer Golowin niet
alleeu de belofte van onpartijdigheid op den
voorgrond, maar ook zijn vast besluit de
doe: a, bij alle vrijheid van het woord, te
behoeden voor een misbruik van deze vrij
heid, dat hare waardigheid zou kunnen be-
nadeelen. Hij beloofde bovenal te zullen zor
gen, dat de doema in stand bleef, en wees
op de alles overheerschende beteekenis van
de eensgezindheid tusschen doema en mo
narch. En dat is ©en goed' begin."
Deze lof, die aani de doema wordt ge
bracht, belet inbussohen niet, dat reeds nu
geruchten loopen, dat de ontbinding ook
van de tweede doema aanstaande is. En
uier. kan zich moeielijk losmaken van den
indruk, dat dit zwaard van Damocles de
doem»: boven het hoofd hangt., wanneer
men een regeoringsgezind orgaan als de No-
wojc Wrernja 'hoort verklaren, dat de ©enige
reden van bestaan van de doema is de re
volutie te onderdrukkenWanneer zij ia
plaats daarvan mocht medewerken om do
revolutie te doen uitbreken, dan zou eene
nieuwe onitbinlding het eenige redmiddel
zijn
Bierin ligt eene waarschuwing aan de
gematigde elementen van de linkerzijde, dat
zij al hun invloed moeten aanwenden om
de uiterste linkerzijde in toom te houden
en var onberaden handelingen te weerhou
den. Die elementen zuilen in twee richtin
gen moeten werkzaam zijnzij moeten do
reactio tegengaan, maar tevens de uitspat
tingen van het terrorisme der revolutionai
ren traChten te voorkomen. Wanneer zij be-
ig,inner, met een© houding van onverzoenlijke
oppositie aan te nemen, dan zullen ziji daar-
doo bijdragen om den reactionairen invloed
op de regeoring te vergirooten, en dan zal het
eon verbitterde ét rijd worden tusschen reac
tie en revolutie, waarvan al het leed op het
Russische volk zal neerkomen.
Aan don anderen kant imtusschen ka
ook de regeering niet wenschen, dat bet
moe: komen bot de ontbinding van dé doe
ma. Ei is haar 'bovenal aan gelegen het ere-
die", van Riudland in het buitenland te be
vestigen, en dat is niet mogelijk dan wan
neer bet bestuur weer in rustige banen kom
en wanneer eene vergadering, die het volk
vertegenwoordigt, de leeningen goedkeur*.,
die nog aan het buitenland zullen moeten
worden gevraagd. Al had de regeering de
doema liever anders» samengesteld gezien,
haar belang brengt mee te trachten naar sa
menwerking met de volksvertegenwoordiging
opdat de doema kunne blijven leven. Daarom
kunner. de geruchten, die gewagen van de
aanstaande ontbinding van de doema, be
zwaarlijk nu reeds als juist worden aange
merkt Voordat tot de ontbinding wordt
overgegaan, zal moeten worden beproefd of
regeering en doema op praktisch .gebied met
elkaa< 'kunnen samenwerken tot positieven
arbeid. Dat is in het belang van beide 'par
tijen
De twe
i«ia.
Keulen13 Maart. De Petersburgsche
correspondent van de Koln. Ztg. mefldt aan
zijn blad
Het Russische program voor de Haagsche
vredesconferentie 'bevat de volgende punten
1. De Haagsche overeenkomst ter vreed
zame beslechting van internationale geschil
len zal verbeterd worden op die punten,
waarin behandeld worden het duurzame ka
rakter van de Haagsche vredesconferentie en
de internationale commissie van onderzoek.
2. Do Haagsche overeenkomst over de wet
ten en gebruiken vain dJen oorlog te lande zall
gewijzigd worden door nieuwe bepalingen
over het begin der vijandelijkheden, over het
recht der onzijdigen te lande en andere pun
ten.
3. Er zal eene overeenkomst worden opge
steld over de wetten en gebruiken van den
oorlog ter zee, in het bijzonder over de vol
gende vragende operatiën in den zeeoor
log, het 'bombardement van havens en zee
steden, het leggen van zeemijnen, enz.
Het Russische ontwerp bevat verder voor
stellen betreffende de handelsmarine.
Voorts zullen worden behandeld de vra
gen van het particulier eigendom van oorlog
voerenden op zee en de rechten en plichten
der onizij'diigen xn den zeeoorlog.
4. De Haagse' e overeen komst zal in dien
zin aangevuld worden, dat de toepassing van
de beginselen der conventie van Genève op
den zeeoorlog nog scherper wordt geformu
leerd dan in het jaar 1899 is geschied.
Duitichland.
Berlijn, 12 Maart. De aanvullingsbegroo-
tiug voor de Koloniën is heden door den
rijksdag in derde lezing aangenomen, tegen
do stemmen der sociaal-democraten, de Po
len en het Centrum. Eveneens het wetsont
werp betreffende den spoorweg Keetmans-
hoop-Kubub en de wet betreffende de garan
tie der loening voor Zuid-West-Afrika.
Hiermede zijn de aanvragen voor de kolo
niën definitief toegestaan.
Frankrijk.
In zijn antwoord op de interpellatie van
Jaurès over de staking van de electriciens te
Parijs heeft minister Clei.ieueeau de stakers
duchtig de les gelezen. Hij deed uitkomen,
dat nier, de rijken leen, maar allen getrof
fen zijn door hunne handelwijze. De Parij-
sche armen hebben door de sluiting van de
schouwburgen 25 a 30.000 frs. verloren. In
de werkplaatsen van de Métropitain is, om
dat de electrisch bewogen pompen stil ble
ven staan het water in sommige iu aam leg
zijnde gangen binnengedrongen. De werk-
'ieden heben zich - alle haast kunnen red
de, omdat ik hun de brandweer heb ge-
zouden om het water weg te pompen. Moest
men bijgeval, ter eere van het stakingsbe
ginsel, d1 e arme werklieden laten verdrin
ken? Wanneer men üj zegt, dat er brand is,
dan 'begin ik met iSn bramid te bestrijden,
zonder dat ik eerst vraag wie hem heeft
aangestoken.
Indeidaad is de staking zonder oorzaak
afgekondigd. De werklieden verlangden niet
voor het verleden, maar voor de toekomst
vooideelen, die de prefect van de Seine,
woord voor woord, voor hen in 1906 in den
gemeenteraad verlangde. Ik heb de stukken
hier. Ik ben bereid ze voor te lezen als men
het betwist.
Zaterdagavond ontving de prefect de ver
tegenwoordigers der stakers. Hij verklaarde
hun, dat de staking de regeering zou nopen
de stakers door soldaten te doen vervangen.
Wat antwoordden de gedelegeerden van de
werklieden? „Wanneer de soldaten de plaats
innemen van onze kameraden, dan zal er
vanavond bloed vloeien in de straten van
Parijs." En zoudt gij dan willen, dat ik mij
er niet mee bemoeide om de orde te verzeke
ren Ik zelf heb aan den ministerraad voor
gesteld de soldaten te zenden naar het elec
trisch bedrijf, en dat is eenstemmig goed
gekeurd.
Achter het kapitalistische stelsel, dat ik
heb aangevallen en weer zal aanvallen als
gij mij er den tijd toe laat, is er eene maat
schappij, is de maatschappij, die bestaat.
In die maatschappij, al moge zij hare ge
breken hebben, is iets blijvends. En is de
maatschappij, die wil leven. Zij heeft hare
kwalen, maar zij heeft toch groote dingen
gedaan. Voor die dingen, die de traditie
dor volken zijn, is ons de zorg opgedragen.
Wij zullen bevestigen wat goed is-, wij zul
len voorbereiden wat beter is. Wat men
Vrijdag heeft gedaan, wat men wil generali
seer en. is de stilstand van alle maatschap
pelijk loven. Wanneer gij daarvan een voor
stander zijt, heb dan den moed het hier te
zeggen. Zoo niet, heb dan den moed de
voorstanders te verloochenen.
Parijn, 12 Maart. De gewezen president
der republiek Casimir Périer is heden nacht
overleden.
Oostenrijk en Servië
De Servische ministerraad heeft kennis
genomen van het antwoord van Oostenrijk-
Ilongarije op de laatste nota van Servië over
de handelsbetrekkingen tusschen de beide
landen. Het antwoord houdt in, dat Oosten
rijk den door de Servische regeering in hare
laatste nota voorgestelden grondslag voor
de onderhandelingen over een nieuw han
delsverdrag aanvaardt en dat de omstan
digheid, dat <!e onderhandelingen niet kon
den worden begonnen op grond van de vroe
gere basis, niet belet ze voort te zetten op
grond van eene nieuwe basis. Verder drukt
de Oostonrijksche regeering de hoop uit, dat
Servië bij leveringen ten behoeve van den
Staat met de nijverheid van Oostenrijk-Hon-
garije rekening zal houden bij gelijken prijs
en gelijke kwaliteit. Daar Oostenrijk de Ru-
meensche en de Bulgaarsch© gemachtigden
reeds heeft uitgenoodigd de onderhandelin
gen op te vatten, zal zij nu ook de Servische
regeering uitnoodigen tot voortzetting van
de onderhandelingen over een handelsver
drag.
Men is in de Sei*vische regoeringskringen
met- dit antwoord zeer ingenomen en ver
trouwt, dat de beide regeeringeu zich n x
met elkaar zullen verstaan.
BulgarIJfi.
De moordaanslag op den m'nister-presi-
den't Petrow is aldus geschiedNa afloop
vau de Kamerzitting om 4 uur 's namiddags
deed Potkow met de ministers Pajakow en
Genadiew eene wandeling op den straatweg
naar Konstantinopel 'bij het Borispark. Toen
zij terugkeerden, naderde een man de minis
ters van achteren; Hij loste twee of drie
schoten op Petkow en daarna op Genadiew.
Petkow viel terstond bewusteloos neer; Ge
nadiew werd aan de hand gewond en in een
rijtuig naar huis gebracht. Petkow bezweek
spoed gDe moordenaar werd door den lijif-
gendarme van Petkow, die den minister op
eenigen afstand placht te volgen, gepalet;
hij heet Alexander Petrow en is te Widdin
geboren. Hij was daar ambtenaar aan de
landlbouwkas en was na zijn ontslag, weinige
dagen geleden, te Sofia gekomen om eene
nieuwe betrekking te zoeken.
Voor den commissaris van politie heeft de
moordenaar eene voflledige bekentenis afge
legd. Hij verklaarde twintig dagen geleden
van Widdin naar Sofia gekomen te zijn om
Petkow „namens het volk" te vermoorden.
Hij ontkent medeplichtigen te hébben en tot
eenige politieke parti' te behooren
De ministers zijn terstond na Petkow's
dood bijeengekomen en hebben de portefeuill-
les, die bij waarnam, aldus verdeeld:
Stantsdhow neemt het voorzitterschap en
openbare werken op zich, Genadiew behalve
handel ook nog binnenlandscho zaken.
Rutland.
Zooals reeds vroeger is opgemerkt, staat
in de nieuwe rijksdoema tegenover de lin
kerzijde, die de meerderheid vormt, eene
sterke, bijna 100 leden tellende rechterzijde,
waarin weder de aanhangers van den „bond
van echt Russische mannen" den boventoon
voeren. Deze bond is op aansporing en mot
hulp van de regeering opgericht, om in het
volk een tegenwicht te vormen tegen de op
positie. Allengs is echter de bond, waarvan
do ruwe massa's, do zoogenaamde „zwarte
honderd," het hoofd werktuig vormen, de
regeoring boven het hoofd gegroeid, en zij
staat nu voor de vraag hoe zij de geesten,
die zij heeft wakker geroepen, weer kwijt
zal raken. De St.-Petersburgsche Herold
deelt mede, dat de groote meerderheid van
do leden der „Zwarte honderd" uit het eer.
voudige volk afkomstig is. Kleine hand
werkslieden, handelaars en handelsbedienden
vormen 't groote contingent van den-bond.
Meestal hebben zij zich met groote inspan
ning en onder veel ontberingen opgewerkt
en zijn van een gloeienden haat tegen alle
bezittenden vervuld. Daar de Joden "net
meest onder de reehtlooze toestanden in
Rusland te lijden hebben en daarom vooraaa
staan in de vrijheidsbeweging, beschouwt de
bond de Joden als zijne gezworen vijanden,
tegen wie alles geoorloofd is. Verder wordt
de „Zwarte honderd" beheerscht door de
gedachte, dat er gevaar dreigt voor het ge
loof van het Russische volk.
De kracht en tegelijk de zwakheid van
de „Zwarte honderd" is hierin gelegen, dab
zijne leden de ruwste en onwetendste lieden
zijn. Op eene vergadering van den bond,
die zou stemmen over candiidaten, waren on
der de 200 aanwezigen 50 analphabeten. Het
merkwaardigste is echter, dat do voornaam
ste leiders van deze „echt Russische man
nen" vreemdelingen zijn. Gringmeil is uit
Silezië afkomstig. Desobri, de oorevoorzitter
van den bond, beet- eigenlijk de Saubrit, de
ondervoorzitter Parischkewitsch is Molda-
viër. In den Laatsten tijd doen zich ook
democratische neigingen gelden in den bond,
dio moeielijk vereenigbaar zijn met de par
tijleus: „Voor den Czaar en de autocratie!"
Het is mogelijk, dat do regeering ten slotte
met deze partij nog meer t-e stellen zal heb
ben dan met de uiterste linkerzijde.
Vereentgde Staten.
New-York, 12 Maart. President Rooseve t
heeft gisteren Pierpont Morgan ontvangen
en heeft dezen verklaard, dat hij bereid was
de presidenten van de Pennsylvania, de New-
York Central en nog twee spoorwegmaat
schappijen te ontvangen, om met hen te
confereeren over de maatregelen, die ge
nomen kunnen worden tot wegneming van
de ongerustheid onder het publiek, inzon
derheid wat de betrekkingen tusschen de
spoorwegmaatschappijen en de regeering be
treft.
Allerlei.
vDe „Tribune" verneemt, dat prins
Edward en prins Albert van Wales, de twee-
oudste zonen van den Engelschen kroonprins,
op een oorlogschip ©en reis om de wereld
gaan maken. Prins Albert, die elf jaar is,
is bestemd voor de marine, prins Edward, die
twaalf jaar is, voor hot leger.
Ook wijlen prins Albert Victor, oudste
zoon van den Koning, was bij het leger;
prins George, de tegenwoordige prins van
Walles, bij de marine.
vNaar gemeld wordt zal de volgende
maand te Londen vanwege do Aëroolub oen
wedstrijd van vliegmachines gehouden wor
den Op het oogenblik zijn reeds ongeveer 30
deelnemers ingeschrevenAmerikaansdhe,
Engelsche, Fransclhe, Duitsoho en tevens en-
van C. N. en W. M. WILLIAMSON.
Naar het Atnerileaatiieh
17 DOOR
Mitbodw HEUVELINCK.
Het was acht uur en wij hadden om één
geluncht; we waren nog op mijlen afstands
van Amboise en dat nog wel met- donker
weer; viel de band van hebwiél, dan zou
het dwaasheid zijn op de velg verder te rij
den Na al de bezwaren opgesomd' té hébben
stelde ik voor dat we de auto voor eeö nacht
op de 'boerderij: zouden laten-,die vermoede
lijk achter den hoogen, wit gekalkten muur
lag, waarbij we toevallig stilstonden, en
trachten een voertuig van welk soort ook te
krijgen om ons maar Amboise te brengen
Het bleek echter dat /iik buiten .Vriend
Oogharengerekend had'. Op hetzelfde
oogenblik zag biji zijn voordeel en -greep het.
Figuurlijk gesproken- -legde hij zijn auto
aan de voeten der dames. Wel is waar slechts
voor twee personen bestemd, was de zit
plaats ruim, overvloedig -ruim en. het zou
hem een groot geluk, zijn, indien liij de da
mes naar het ibeste hotel te Amboise mocht
'brengen, dat in minder dan- geen tijd. ge
schieden kon). En wat den chauffeur betrof,
die kon achterblijven om voor dé aiuto te
zorgen
De chauffeur echter 'beschouwde de zaak
van een ander standpunt-. Niet dat de min
achtende behandeling of wat dan ook hem
verdroot, maar oan zijn dame van onder zijn
oogen te zien weghalen door den schurk in
het stuk dat was te veel.
Denk eenfc wat jij in mijn plaats zou heb
ben gevoeld. En machteloos stond ik er te
genover. Zijn voorstel was -uitermate ver
standig, en ik -moest mijn bedtetikiinigen stil
letjes verkroppen terwijl' juffrouw Ran
dolph en baar tante beraadslaagden.
Ik zag haar zwijgend, zelfs terneerge
drukt, een paar,stappen naar de Oldsmobile
doen, tante Mary echter sprak levendiger
dar ooit. Door eenlige woorden, opgevangen
van eer. gesprek in het rijtuig, wist- -ik dat
„Oogharen" zoo slim was -geweest, een bro
che en een paar hoeden spelden -van dat fijne,
mooie faience aan tante Mary -ten geschenke
te geven. Zonder veel innerlijke waarde,
maa op een teer getinten achtergrond, in
■eer sierlijk etui van hermelijn, maaktoni zij
een goed effect, cn door dat cadeau was het
hart der schuldeiooze dame geheel gewon
nen. Vol v-uiur pleitte ze dan' ook voor dien
F.ranschman en zijn) amto. 'Bij; juffrouw
Randolph ocihter -had ik iets 'bizonders op
gemerkt, dat rniji bij, meer bekoorlijke meis
jes heeft getroffen, al was er dan ook niet
één zoc bekoorlijk als zij'. Indien zij: ten op
zichte van het eenj of ander geen besluit
kan nemen, en iemand toont- zich vast over
tuigd dat- ze zoo of zus zal handelen, dan
weef ze onmiddellijk zeker dat ze nooit het
minste plan heeft- gehad om het te doen.
Dieze ]>ersoonlijike eigenaardigheid kwam
mij iten goede.
..Maai tante Mary!" riep ze uit. „U zou
toch niet willen dat ik wegging en mijn
eigen auto aan haar lot overliet en dat nog
wc 1 midden in den nacht ook£ Met geen
mogelijkheid zou ik over zoo iets kunnen
der ken. U kunt met meneer Talleyrand
meegaan als u wilt, maar ik blijf hier tot
aUc3 gercgéld is."
Het speet -me werkelijk voor tante Mary.
Ze liegon haast te huilen.
„Je weet volkomen; goed dat ik er niet
dar. denk je te verlaten, -hier neg wel, mis
schien om vermoord te wordeni," jammerde
ze. ..Waan- jij blijft, blijf ik ook."
Zij sprak met het air van een bejaarde,
vrouwelijke Casabianca,.
W«i juffrouw Randolph -betreft, ik had
in aanbidding voor haar kunnen neerzinken
toen ze mij verzocht met- haar mee te gaan,
om te onderzoeken wat- er achter den muur
verborgen, lag, en Talleyrand opdroeg als
schildwacht dienst te doen -bij tante Mary
en de auto.
Na eenig zoeken vond ik in den muur een
groote -poort, stootte ze open en wij stapten
een, donker boerenerf op. Geen lamp wees
de richting aan naar het huis, maar het- ge
trappel van boeven en een lichtstraal, die
door eei. reet- viel, brachten ons o pweg naar
den stal, waar een reusachtig man1 met
soherpe trekken en ee-n haviksneus, een oud.
besweet paard stond droog te wrijven. Hij
schrikt en vestigde een wantrouwenden blik
op mijwat ik hem niet kwalijk kon nemen,
want in mijn vuiie ieeren jas en met drup
pels olie op mijm wangen was mijn uiterlijk
vorre van gunstig. «Zijn gelaat -helderde een
-beetje op bij het zien van- juffrouw Ran
dolph, wat niet wegnam dat hij bleef wei
geren om ons eigens heen te rijden'. Zijn
oude merrie liad zoo juist op den terugweg
een hoefijzer verloren en hij was niet- van
plaL haar weer in te spannen.
Beston der dan mogelijkheid, vroeg juf
frouw Randolph, om ons te Jierbergen en
een maal eten te geven? Dat wist hij, niet.
maar hij zou er met zijn- vrouw over spre
ken Met- 2wa>ro stappen ging hij voor ons
uit noor het huis, zette de -lantaarn in de
gang. liet Ons een donkere -ka-mer binnen
gaan, waar een benauwde, zware ©tenslucht
ons tegensloeg, volgde en sloot de deur ach
ter zich dicht. Het was er pikdonker en er
klonk een vreemdsoortig geluid, gelijkend
op een zacht gekakel van een kip zoowel als
op liet licht geblaat van een geit, een ge
luid dat ik, al stond mijn loven op het spel,
niet kon onderscheiden. Ik voelde diat juf
frouw Randolph eon stap nader kwam, als
zocht ze bescherming, toen mot hot afstrij
ken van een lucifer en het- aansteken van
de lamp. ik zag wie die onheilspellende ge
luiden uitbracht. Bij het fornuis zat een
deerniswaardige oude vrouw met een beven
de kir. en traan-oogen. Haar half verlamd
hoofd heen en weer schuddend1-, jammerde
ze voortdurend, zonder twijfel' om zuinig-
hieidsiedien gedoemd: tot- don angst' van in
he< donker zitten).
De vrouw van den boer verscheenon na
tal van beraadslagingen werd er besloten,
dat- de dames een kamer met twee bodden
zouden krijgen. Voor meneer Talleyrand
was c nog een klein hokje beschikbaar,
maar de mechanicus moest zich vergenoegen
me*, een slaapplaats n den stal, waar hij
schoon hoo-i zou vinden. Hot avondmaal zou
over een half uur gereed zijm, maar we
moestci. ons niet voorstellen fijne hotel-ge-
recliten op tafel te zien
De boer en ik brachten dfe handbagage
de" dames naar boven, in eon geheimzinnig
duister oord, waar het koud en vochtig was.
Bij het schemerig licht van ©en flikkerende
'kaaTs, zag ik een groote. witgekalkte ka
mer met, een enorm hooge bodfetedle» een
houten vloer, een paar kleedjes, een steel
©f twee, eeni waschtafel, half verscholen
achter een gebreid schertn, waarop ©en
waschk-om in den vorm van een soepbord ©n
©en ding dat op een kruik geloek. Ik zelto
mijn vrachtje neer en vertrok om die groote,
stomme auto <>p het erf te duwen, cn mijn
handen met Hudson -zoop t© wasschen, in
een emmer onder dc pomp aan. den buiten
kant van de keuken.
'Intusschen ging d© tijd voorbije en daar
ik honger had, hoopte i'k ,op een overschotje
als mijn meerderen hun maal' zouden héb
ben genuttigd, toen die Engel ©p me toe
trad. zei de dat het souper gereed was en
vroeg of ik met hen wilde meeëten. Ik had
zoo hard gewerkt ©a moest- zeker uitgehon
gerd zijn A.ls z© vermoed had hoe 'graag
ik haa had willen 'kussen, dan zou a© zeker
veel gauwer na-ar binnen zijn gegaan dan
ze nu deed.
Er was soep, klip, omelet en kaas. EHike
Frarsche vrouw - zelfs uit don- nederig-
sten stand is in staat mot weinig gege
vens en in korten tijd een uitstekend maal
te bereiden. Juffrouw Randolph zeido met
haar zonnigen glimlach eenig© vriendelijke
woorden, waardoor binnen vijf minuten de
boer en zijn vrouw haar gewillige slaven
waren.
Word vervolyd