S50. Woensdag 13 Maart 1907. BUITENLAND^ FEUILLETON. De Kranige Chauffeur. 5" jHWieaHg. OORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maasden voor Amersfoortf 1.25. Jdem franco per post1.75. Afzonderlijke nummerso.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van Zos- en Feestdagen. Ad verten tiën, mededeelingen enx., gelieve men vóór 10 uur '«morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utreshtschestraat 1. lntercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTKNTIÊN Van 15 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eena circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan bendie met I April a. s. op dit blad inteeke- nen, worden de nummers die gedurende de maand Maart nog zullen verschijnen, KOS TELOOS toegezonden. Politiek Overzicht De Russische rafkadoema. De nieuwe rijksdoeman is tot dusver nog steeds 'bezig geweest met het voorbereidende werk, dat zij beeft to verrichten om zich te oonstiituee-ren Na de verkiezing van den voorzitter, zijne beide plaatsvervangers en de verdere leden van het bureau, waartoe enkél leden van de linkerzijde gekozen wer den, is het reglement van orde aangenomen, dat voor de eerste doema gegolden heeft. Daarna werd met het onderzoek van de ge loofsbrieven begonnen. Uit de korte rede, waarmee de voorzitter Golowin zijn ambt aanvaardde, en uit het db-oir hem met den Keizer gesprokene mag men afleiden, dat de doema ditmaal spaarzamer met den tijd zal omgaan en zich zeilve en het land de breed uitgesponnen debatten over 'beginselen zal 'be sparen. In de Petersburgsche pers wordt aan de doema daarvoor lof gebracht, en well door organen van verschillende richting. Zkx> schrijft de Rossija: „In de nieuwe doema overheerscheu de nationale elementen. Tege lijk echter schijnt z'j minder geneigd te zijn tot uiterlijke welsprekendheid. Men mag ver wachten, dat de daad in haar het overwicht zal krijgen over het woord, en dat het ge zonde praktische verstand zal triomfeeren over fantasieën en hartstochten." De Né- woje Wrernja, die met voldoening eir op wijst, dat de opening van de doema zonder lawaai-tüoneelen is geschied, haalt de wijze van verkiezing van den voorzitter aan als een bewijs, dat het onjuist is de tweede doema een voortzetting van de eerste te noemen. ,,Zij ziet er anders uit en gedraagt zich ook anders. Zij maakt geen rumoer en verhit zich niet, zooals de eerste, ofschoon in haar waarschijnlijk meer brandstof aan wezig is dan in de eerste doema." Geheel in denzelfden geest schrijft de SlOwo, een or gaan van de linkerzijde: „Het bewustzijn van de noodzakelijkheid oon de doema in stand te houden, komt niet alleen in de pers, maar ook in de volksvertegenwoordiging aan den dag. Dit bewustzijn was te onderkennen in de kalmte, die onder de afgevaardigden heersebte op den dag der opening. Br was geen geschreeuw, men verlangde geen am nestie, geen opheffing van de véldkrijgsra- den, ofschoon het bewustzijn der noodzake lijkheid zoowel van het eene als van het an dere ongetwijfeld bij de meerderheid der volksvertegenwoordigers aanwezig was De rede van den voorz'ttetr der doema was «veneens op een kalmeerenden toon gestemd. In het besef van het gewicht der op hem rustende taak, stelde de heer Golowin niet alleeu de belofte van onpartijdigheid op den voorgrond, maar ook zijn vast besluit de doe: a, bij alle vrijheid van het woord, te behoeden voor een misbruik van deze vrij heid, dat hare waardigheid zou kunnen be- nadeelen. Hij beloofde bovenal te zullen zor gen, dat de doema in stand bleef, en wees op de alles overheerschende beteekenis van de eensgezindheid tusschen doema en mo narch. En dat is ©en goed' begin." Deze lof, die aani de doema wordt ge bracht, belet inbussohen niet, dat reeds nu geruchten loopen, dat de ontbinding ook van de tweede doema aanstaande is. En uier. kan zich moeielijk losmaken van den indruk, dat dit zwaard van Damocles de doem»: boven het hoofd hangt., wanneer men een regeoringsgezind orgaan als de No- wojc Wrernja 'hoort verklaren, dat de ©enige reden van bestaan van de doema is de re volutie te onderdrukkenWanneer zij ia plaats daarvan mocht medewerken om do revolutie te doen uitbreken, dan zou eene nieuwe onitbinlding het eenige redmiddel zijn Bierin ligt eene waarschuwing aan de gematigde elementen van de linkerzijde, dat zij al hun invloed moeten aanwenden om de uiterste linkerzijde in toom te houden en var onberaden handelingen te weerhou den. Die elementen zuilen in twee richtin gen moeten werkzaam zijnzij moeten do reactio tegengaan, maar tevens de uitspat tingen van het terrorisme der revolutionai ren traChten te voorkomen. Wanneer zij be- ig,inner, met een© houding van onverzoenlijke oppositie aan te nemen, dan zullen ziji daar- doo bijdragen om den reactionairen invloed op de regeoring te vergirooten, en dan zal het eon verbitterde ét rijd worden tusschen reac tie en revolutie, waarvan al het leed op het Russische volk zal neerkomen. Aan don anderen kant imtusschen ka ook de regeering niet wenschen, dat bet moe: komen bot de ontbinding van dé doe ma. Ei is haar 'bovenal aan gelegen het ere- die", van Riudland in het buitenland te be vestigen, en dat is niet mogelijk dan wan neer bet bestuur weer in rustige banen kom en wanneer eene vergadering, die het volk vertegenwoordigt, de leeningen goedkeur*., die nog aan het buitenland zullen moeten worden gevraagd. Al had de regeering de doema liever anders» samengesteld gezien, haar belang brengt mee te trachten naar sa menwerking met de volksvertegenwoordiging opdat de doema kunne blijven leven. Daarom kunner. de geruchten, die gewagen van de aanstaande ontbinding van de doema, be zwaarlijk nu reeds als juist worden aange merkt Voordat tot de ontbinding wordt overgegaan, zal moeten worden beproefd of regeering en doema op praktisch .gebied met elkaa< 'kunnen samenwerken tot positieven arbeid. Dat is in het belang van beide 'par tijen De twe i«ia. Keulen13 Maart. De Petersburgsche correspondent van de Koln. Ztg. mefldt aan zijn blad Het Russische program voor de Haagsche vredesconferentie 'bevat de volgende punten 1. De Haagsche overeenkomst ter vreed zame beslechting van internationale geschil len zal verbeterd worden op die punten, waarin behandeld worden het duurzame ka rakter van de Haagsche vredesconferentie en de internationale commissie van onderzoek. 2. Do Haagsche overeenkomst over de wet ten en gebruiken vain dJen oorlog te lande zall gewijzigd worden door nieuwe bepalingen over het begin der vijandelijkheden, over het recht der onzijdigen te lande en andere pun ten. 3. Er zal eene overeenkomst worden opge steld over de wetten en gebruiken van den oorlog ter zee, in het bijzonder over de vol gende vragende operatiën in den zeeoor log, het 'bombardement van havens en zee steden, het leggen van zeemijnen, enz. Het Russische ontwerp bevat verder voor stellen betreffende de handelsmarine. Voorts zullen worden behandeld de vra gen van het particulier eigendom van oorlog voerenden op zee en de rechten en plichten der onizij'diigen xn den zeeoorlog. 4. De Haagse' e overeen komst zal in dien zin aangevuld worden, dat de toepassing van de beginselen der conventie van Genève op den zeeoorlog nog scherper wordt geformu leerd dan in het jaar 1899 is geschied. Duitichland. Berlijn, 12 Maart. De aanvullingsbegroo- tiug voor de Koloniën is heden door den rijksdag in derde lezing aangenomen, tegen do stemmen der sociaal-democraten, de Po len en het Centrum. Eveneens het wetsont werp betreffende den spoorweg Keetmans- hoop-Kubub en de wet betreffende de garan tie der loening voor Zuid-West-Afrika. Hiermede zijn de aanvragen voor de kolo niën definitief toegestaan. Frankrijk. In zijn antwoord op de interpellatie van Jaurès over de staking van de electriciens te Parijs heeft minister Clei.ieueeau de stakers duchtig de les gelezen. Hij deed uitkomen, dat nier, de rijken leen, maar allen getrof fen zijn door hunne handelwijze. De Parij- sche armen hebben door de sluiting van de schouwburgen 25 a 30.000 frs. verloren. In de werkplaatsen van de Métropitain is, om dat de electrisch bewogen pompen stil ble ven staan het water in sommige iu aam leg zijnde gangen binnengedrongen. De werk- 'ieden heben zich - alle haast kunnen red de, omdat ik hun de brandweer heb ge- zouden om het water weg te pompen. Moest men bijgeval, ter eere van het stakingsbe ginsel, d1 e arme werklieden laten verdrin ken? Wanneer men üj zegt, dat er brand is, dan 'begin ik met iSn bramid te bestrijden, zonder dat ik eerst vraag wie hem heeft aangestoken. Indeidaad is de staking zonder oorzaak afgekondigd. De werklieden verlangden niet voor het verleden, maar voor de toekomst vooideelen, die de prefect van de Seine, woord voor woord, voor hen in 1906 in den gemeenteraad verlangde. Ik heb de stukken hier. Ik ben bereid ze voor te lezen als men het betwist. Zaterdagavond ontving de prefect de ver tegenwoordigers der stakers. Hij verklaarde hun, dat de staking de regeering zou nopen de stakers door soldaten te doen vervangen. Wat antwoordden de gedelegeerden van de werklieden? „Wanneer de soldaten de plaats innemen van onze kameraden, dan zal er vanavond bloed vloeien in de straten van Parijs." En zoudt gij dan willen, dat ik mij er niet mee bemoeide om de orde te verzeke ren Ik zelf heb aan den ministerraad voor gesteld de soldaten te zenden naar het elec trisch bedrijf, en dat is eenstemmig goed gekeurd. Achter het kapitalistische stelsel, dat ik heb aangevallen en weer zal aanvallen als gij mij er den tijd toe laat, is er eene maat schappij, is de maatschappij, die bestaat. In die maatschappij, al moge zij hare ge breken hebben, is iets blijvends. En is de maatschappij, die wil leven. Zij heeft hare kwalen, maar zij heeft toch groote dingen gedaan. Voor die dingen, die de traditie dor volken zijn, is ons de zorg opgedragen. Wij zullen bevestigen wat goed is-, wij zul len voorbereiden wat beter is. Wat men Vrijdag heeft gedaan, wat men wil generali seer en. is de stilstand van alle maatschap pelijk loven. Wanneer gij daarvan een voor stander zijt, heb dan den moed het hier te zeggen. Zoo niet, heb dan den moed de voorstanders te verloochenen. Parijn, 12 Maart. De gewezen president der republiek Casimir Périer is heden nacht overleden. Oostenrijk en Servië De Servische ministerraad heeft kennis genomen van het antwoord van Oostenrijk- Ilongarije op de laatste nota van Servië over de handelsbetrekkingen tusschen de beide landen. Het antwoord houdt in, dat Oosten rijk den door de Servische regeering in hare laatste nota voorgestelden grondslag voor de onderhandelingen over een nieuw han delsverdrag aanvaardt en dat de omstan digheid, dat <!e onderhandelingen niet kon den worden begonnen op grond van de vroe gere basis, niet belet ze voort te zetten op grond van eene nieuwe basis. Verder drukt de Oostonrijksche regeering de hoop uit, dat Servië bij leveringen ten behoeve van den Staat met de nijverheid van Oostenrijk-Hon- garije rekening zal houden bij gelijken prijs en gelijke kwaliteit. Daar Oostenrijk de Ru- meensche en de Bulgaarsch© gemachtigden reeds heeft uitgenoodigd de onderhandelin gen op te vatten, zal zij nu ook de Servische regeering uitnoodigen tot voortzetting van de onderhandelingen over een handelsver drag. Men is in de Sei*vische regoeringskringen met- dit antwoord zeer ingenomen en ver trouwt, dat de beide regeeringeu zich n x met elkaar zullen verstaan. BulgarIJfi. De moordaanslag op den m'nister-presi- den't Petrow is aldus geschiedNa afloop vau de Kamerzitting om 4 uur 's namiddags deed Potkow met de ministers Pajakow en Genadiew eene wandeling op den straatweg naar Konstantinopel 'bij het Borispark. Toen zij terugkeerden, naderde een man de minis ters van achteren; Hij loste twee of drie schoten op Petkow en daarna op Genadiew. Petkow viel terstond bewusteloos neer; Ge nadiew werd aan de hand gewond en in een rijtuig naar huis gebracht. Petkow bezweek spoed gDe moordenaar werd door den lijif- gendarme van Petkow, die den minister op eenigen afstand placht te volgen, gepalet; hij heet Alexander Petrow en is te Widdin geboren. Hij was daar ambtenaar aan de landlbouwkas en was na zijn ontslag, weinige dagen geleden, te Sofia gekomen om eene nieuwe betrekking te zoeken. Voor den commissaris van politie heeft de moordenaar eene voflledige bekentenis afge legd. Hij verklaarde twintig dagen geleden van Widdin naar Sofia gekomen te zijn om Petkow „namens het volk" te vermoorden. Hij ontkent medeplichtigen te hébben en tot eenige politieke parti' te behooren De ministers zijn terstond na Petkow's dood bijeengekomen en hebben de portefeuill- les, die bij waarnam, aldus verdeeld: Stantsdhow neemt het voorzitterschap en openbare werken op zich, Genadiew behalve handel ook nog binnenlandscho zaken. Rutland. Zooals reeds vroeger is opgemerkt, staat in de nieuwe rijksdoema tegenover de lin kerzijde, die de meerderheid vormt, eene sterke, bijna 100 leden tellende rechterzijde, waarin weder de aanhangers van den „bond van echt Russische mannen" den boventoon voeren. Deze bond is op aansporing en mot hulp van de regeering opgericht, om in het volk een tegenwicht te vormen tegen de op positie. Allengs is echter de bond, waarvan do ruwe massa's, do zoogenaamde „zwarte honderd," het hoofd werktuig vormen, de regeoring boven het hoofd gegroeid, en zij staat nu voor de vraag hoe zij de geesten, die zij heeft wakker geroepen, weer kwijt zal raken. De St.-Petersburgsche Herold deelt mede, dat de groote meerderheid van do leden der „Zwarte honderd" uit het eer. voudige volk afkomstig is. Kleine hand werkslieden, handelaars en handelsbedienden vormen 't groote contingent van den-bond. Meestal hebben zij zich met groote inspan ning en onder veel ontberingen opgewerkt en zijn van een gloeienden haat tegen alle bezittenden vervuld. Daar de Joden "net meest onder de reehtlooze toestanden in Rusland te lijden hebben en daarom vooraaa staan in de vrijheidsbeweging, beschouwt de bond de Joden als zijne gezworen vijanden, tegen wie alles geoorloofd is. Verder wordt de „Zwarte honderd" beheerscht door de gedachte, dat er gevaar dreigt voor het ge loof van het Russische volk. De kracht en tegelijk de zwakheid van de „Zwarte honderd" is hierin gelegen, dab zijne leden de ruwste en onwetendste lieden zijn. Op eene vergadering van den bond, die zou stemmen over candiidaten, waren on der de 200 aanwezigen 50 analphabeten. Het merkwaardigste is echter, dat do voornaam ste leiders van deze „echt Russische man nen" vreemdelingen zijn. Gringmeil is uit Silezië afkomstig. Desobri, de oorevoorzitter van den bond, beet- eigenlijk de Saubrit, de ondervoorzitter Parischkewitsch is Molda- viër. In den Laatsten tijd doen zich ook democratische neigingen gelden in den bond, dio moeielijk vereenigbaar zijn met de par tijleus: „Voor den Czaar en de autocratie!" Het is mogelijk, dat do regeering ten slotte met deze partij nog meer t-e stellen zal heb ben dan met de uiterste linkerzijde. Vereentgde Staten. New-York, 12 Maart. President Rooseve t heeft gisteren Pierpont Morgan ontvangen en heeft dezen verklaard, dat hij bereid was de presidenten van de Pennsylvania, de New- York Central en nog twee spoorwegmaat schappijen te ontvangen, om met hen te confereeren over de maatregelen, die ge nomen kunnen worden tot wegneming van de ongerustheid onder het publiek, inzon derheid wat de betrekkingen tusschen de spoorwegmaatschappijen en de regeering be treft. Allerlei. vDe „Tribune" verneemt, dat prins Edward en prins Albert van Wales, de twee- oudste zonen van den Engelschen kroonprins, op een oorlogschip ©en reis om de wereld gaan maken. Prins Albert, die elf jaar is, is bestemd voor de marine, prins Edward, die twaalf jaar is, voor hot leger. Ook wijlen prins Albert Victor, oudste zoon van den Koning, was bij het leger; prins George, de tegenwoordige prins van Walles, bij de marine. vNaar gemeld wordt zal de volgende maand te Londen vanwege do Aëroolub oen wedstrijd van vliegmachines gehouden wor den Op het oogenblik zijn reeds ongeveer 30 deelnemers ingeschrevenAmerikaansdhe, Engelsche, Fransclhe, Duitsoho en tevens en- van C. N. en W. M. WILLIAMSON. Naar het Atnerileaatiieh 17 DOOR Mitbodw HEUVELINCK. Het was acht uur en wij hadden om één geluncht; we waren nog op mijlen afstands van Amboise en dat nog wel met- donker weer; viel de band van hebwiél, dan zou het dwaasheid zijn op de velg verder te rij den Na al de bezwaren opgesomd' té hébben stelde ik voor dat we de auto voor eeö nacht op de 'boerderij: zouden laten-,die vermoede lijk achter den hoogen, wit gekalkten muur lag, waarbij we toevallig stilstonden, en trachten een voertuig van welk soort ook te krijgen om ons maar Amboise te brengen Het bleek echter dat /iik buiten .Vriend Oogharengerekend had'. Op hetzelfde oogenblik zag biji zijn voordeel en -greep het. Figuurlijk gesproken- -legde hij zijn auto aan de voeten der dames. Wel is waar slechts voor twee personen bestemd, was de zit plaats ruim, overvloedig -ruim en. het zou hem een groot geluk, zijn, indien liij de da mes naar het ibeste hotel te Amboise mocht 'brengen, dat in minder dan- geen tijd. ge schieden kon). En wat den chauffeur betrof, die kon achterblijven om voor dé aiuto te zorgen De chauffeur echter 'beschouwde de zaak van een ander standpunt-. Niet dat de min achtende behandeling of wat dan ook hem verdroot, maar oan zijn dame van onder zijn oogen te zien weghalen door den schurk in het stuk dat was te veel. Denk eenfc wat jij in mijn plaats zou heb ben gevoeld. En machteloos stond ik er te genover. Zijn voorstel was -uitermate ver standig, en ik -moest mijn bedtetikiinigen stil letjes verkroppen terwijl' juffrouw Ran dolph en baar tante beraadslaagden. Ik zag haar zwijgend, zelfs terneerge drukt, een paar,stappen naar de Oldsmobile doen, tante Mary echter sprak levendiger dar ooit. Door eenlige woorden, opgevangen van eer. gesprek in het rijtuig, wist- -ik dat „Oogharen" zoo slim was -geweest, een bro che en een paar hoeden spelden -van dat fijne, mooie faience aan tante Mary -ten geschenke te geven. Zonder veel innerlijke waarde, maa op een teer getinten achtergrond, in ■eer sierlijk etui van hermelijn, maaktoni zij een goed effect, cn door dat cadeau was het hart der schuldeiooze dame geheel gewon nen. Vol v-uiur pleitte ze dan' ook voor dien F.ranschman en zijn) amto. 'Bij; juffrouw Randolph ocihter -had ik iets 'bizonders op gemerkt, dat rniji bij, meer bekoorlijke meis jes heeft getroffen, al was er dan ook niet één zoc bekoorlijk als zij'. Indien zij: ten op zichte van het eenj of ander geen besluit kan nemen, en iemand toont- zich vast over tuigd dat- ze zoo of zus zal handelen, dan weef ze onmiddellijk zeker dat ze nooit het minste plan heeft- gehad om het te doen. Dieze ]>ersoonlijike eigenaardigheid kwam mij iten goede. ..Maai tante Mary!" riep ze uit. „U zou toch niet willen dat ik wegging en mijn eigen auto aan haar lot overliet en dat nog wc 1 midden in den nacht ook£ Met geen mogelijkheid zou ik over zoo iets kunnen der ken. U kunt met meneer Talleyrand meegaan als u wilt, maar ik blijf hier tot aUc3 gercgéld is." Het speet -me werkelijk voor tante Mary. Ze liegon haast te huilen. „Je weet volkomen; goed dat ik er niet dar. denk je te verlaten, -hier neg wel, mis schien om vermoord te wordeni," jammerde ze. ..Waan- jij blijft, blijf ik ook." Zij sprak met het air van een bejaarde, vrouwelijke Casabianca,. W«i juffrouw Randolph -betreft, ik had in aanbidding voor haar kunnen neerzinken toen ze mij verzocht met- haar mee te gaan, om te onderzoeken wat- er achter den muur verborgen, lag, en Talleyrand opdroeg als schildwacht dienst te doen -bij tante Mary en de auto. Na eenig zoeken vond ik in den muur een groote -poort, stootte ze open en wij stapten een, donker boerenerf op. Geen lamp wees de richting aan naar het huis, maar het- ge trappel van boeven en een lichtstraal, die door eei. reet- viel, brachten ons o pweg naar den stal, waar een reusachtig man1 met soherpe trekken en ee-n haviksneus, een oud. besweet paard stond droog te wrijven. Hij schrikt en vestigde een wantrouwenden blik op mijwat ik hem niet kwalijk kon nemen, want in mijn vuiie ieeren jas en met drup pels olie op mijm wangen was mijn uiterlijk vorre van gunstig. «Zijn gelaat -helderde een -beetje op bij het zien van- juffrouw Ran dolph, wat niet wegnam dat hij bleef wei geren om ons eigens heen te rijden'. Zijn oude merrie liad zoo juist op den terugweg een hoefijzer verloren en hij was niet- van plaL haar weer in te spannen. Beston der dan mogelijkheid, vroeg juf frouw Randolph, om ons te Jierbergen en een maal eten te geven? Dat wist hij, niet. maar hij zou er met zijn- vrouw over spre ken Met- 2wa>ro stappen ging hij voor ons uit noor het huis, zette de -lantaarn in de gang. liet Ons een donkere -ka-mer binnen gaan, waar een benauwde, zware ©tenslucht ons tegensloeg, volgde en sloot de deur ach ter zich dicht. Het was er pikdonker en er klonk een vreemdsoortig geluid, gelijkend op een zacht gekakel van een kip zoowel als op liet licht geblaat van een geit, een ge luid dat ik, al stond mijn loven op het spel, niet kon onderscheiden. Ik voelde diat juf frouw Randolph eon stap nader kwam, als zocht ze bescherming, toen mot hot afstrij ken van een lucifer en het- aansteken van de lamp. ik zag wie die onheilspellende ge luiden uitbracht. Bij het fornuis zat een deerniswaardige oude vrouw met een beven de kir. en traan-oogen. Haar half verlamd hoofd heen en weer schuddend1-, jammerde ze voortdurend, zonder twijfel' om zuinig- hieidsiedien gedoemd: tot- don angst' van in he< donker zitten). De vrouw van den boer verscheenon na tal van beraadslagingen werd er besloten, dat- de dames een kamer met twee bodden zouden krijgen. Voor meneer Talleyrand was c nog een klein hokje beschikbaar, maar de mechanicus moest zich vergenoegen me*, een slaapplaats n den stal, waar hij schoon hoo-i zou vinden. Hot avondmaal zou over een half uur gereed zijm, maar we moestci. ons niet voorstellen fijne hotel-ge- recliten op tafel te zien De boer en ik brachten dfe handbagage de" dames naar boven, in eon geheimzinnig duister oord, waar het koud en vochtig was. Bij het schemerig licht van ©en flikkerende 'kaaTs, zag ik een groote. witgekalkte ka mer met, een enorm hooge bodfetedle» een houten vloer, een paar kleedjes, een steel ©f twee, eeni waschtafel, half verscholen achter een gebreid schertn, waarop ©en waschk-om in den vorm van een soepbord ©n ©en ding dat op een kruik geloek. Ik zelto mijn vrachtje neer en vertrok om die groote, stomme auto <>p het erf te duwen, cn mijn handen met Hudson -zoop t© wasschen, in een emmer onder dc pomp aan. den buiten kant van de keuken. 'Intusschen ging d© tijd voorbije en daar ik honger had, hoopte i'k ,op een overschotje als mijn meerderen hun maal' zouden héb ben genuttigd, toen die Engel ©p me toe trad. zei de dat het souper gereed was en vroeg of ik met hen wilde meeëten. Ik had zoo hard gewerkt ©a moest- zeker uitgehon gerd zijn A.ls z© vermoed had hoe 'graag ik haa had willen 'kussen, dan zou a© zeker veel gauwer na-ar binnen zijn gegaan dan ze nu deed. Er was soep, klip, omelet en kaas. EHike Frarsche vrouw - zelfs uit don- nederig- sten stand is in staat mot weinig gege vens en in korten tijd een uitstekend maal te bereiden. Juffrouw Randolph zeido met haar zonnigen glimlach eenig© vriendelijke woorden, waardoor binnen vijf minuten de boer en zijn vrouw haar gewillige slaven waren. Word vervolyd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 1