2
werd gestort', eigendom.' wordt van de
gemeente, zoodat zeer zeker de adres
sant geen recht heeft eenige teruggave van
het te veel "betaalde van de gemeente te
vragen. Ik kon* tot die overtuiging, wanneer
ik de verordening lees. Indien bedoeld was
over de kosten van deze werken nader eene
afrekening te houden met den belanghebben
de, dan zouden in die verordening zijn opge
nomen bepalingen, die regelden zoowel de
invordering van wat .mocht blijken te weinig
te zijn betaald als de teruggave van heb te
veel betaalde. Dat is niet geschied en daarom
geloof ik, dat de gemeente zonder eenig be
zwaar het geld. dat is gestort, kan behou
den. Maar ik deel wel het gevoelen van den
adressant, dat 'bij het maken van deze rege
ling de bedoeling niet heeft voorgezeten om
op die manier geld van de bouwondernemers
te krijgeni, dat niet voor helt hard maken
van straten is besteed. Daarom spijt het
mij, dat niet door BA en W. is medegedeeld
het. juiste cijfer der aanlegfcosten van deze
straat. Er kan, naar mijne meening, geen
bescwaar zijn dergelijke cijfers prubliek te ma
ken. Ieder mag .weten wat de gemeente heeft
uitgegeven en wat zij voor zich heeft, gehou
den van het bedrag, dat is gestort. Wan
neer het. 'versdh.il. groot is, dan zou er aan
leiding kunnen zijn. om te onderzoeken of er
bij de raming fouten hebben plaats .gehad'.
Ook dat is mogelijk, en als dit het géval
mocht zijn. dan zou het op den weg van de
gemeente kunnen liggen om de 'begane fout
te herstellen en terug te geven wat door den
bouwondernemer te veeL is 'betaald.
Er is nog iets an diers waarop ik de aan
dacht wil vestigen. Bij dé behandeling Van;
de begrootmg heb ik reeds gezegd, dat het
systeem van de verordening gewijzigd moet
worden. Juist omdat, bij de som, die noodig
i^ voor het aanleggen vaw den weg, nog 20
pet voor het onderhoud gévoegd wordt, is
het te meer gewenscht. dat. ieder, die geld
stort, voor het aanleggen van eene nieuwe
straat door de gemeente, niet meer betaalt
dan wat de straat werkelijk, kost. Dé ambte
naar, die met het maken van de raming be
last. is, vervult, niet anders dlan zijn plicht,
wanneer hij zijne cijfers niet te kra.p opzet.
De gemeente moet bijt het werk, dat zij ten
behoeve van den bouwondernemer verricht,
geen schade lijden. De ambtenaar behoort
zijne taak dus zoo op te vatten, dat hiji reke
ning moet .houden met alle mogelijkheden,
die zich kunnen voordoen. Doch dat diit noo
dig is, schijnt mij niet juist. De gemeente
moet m. i. vragen het bedrag, dat de aanleg
van de straat- werkelijk koet, meer niet. Ik
zou daarom B en W. willen vragen te over
wegen, of de verordening niet zoodanig kan
worden gewijzigd, dat gevraagd! wordt stor
ting van het. bedrag, dat voor dé uitvoering
van het. werk noodig wordt, geacht-, en dlat
dan, als er blijkt te veel gestort te zijn, het
te veel gestorte wordt terug gegeventerwijl,
als er te weinig -wordt gestort, dat bedrag
wordt bijgevordérd.
De heer -Visser. Mijnheer de voorzitter,
bij het opmaken van de raming voor het
aanleggen van de Westerstraat heeft geen
vergissing plaats gehad. Die raming is opge
maakt. naar den toenimaligeni prijp van de
materialen. Maar met. ae uitvoering van het-
werk is door verschillendé omstandigheden
gewacht- tot 'het volgende jaar dat is ge
schied op eigen verzoek van dén .bouwonder
nemer. Inmiddels i9 de prijs van de steemen
jedaald. Ook hebben wij een aannemer ge
kregen. die het werk voor eene zeer lage
som 'heeft uitgevoerd'. Daardoor zijn de kos
ten minder géworden', dan de raming bedroeg.
Bij de raming zijn de prijzen', die toen
golden, tot grondslag génomeni en het be
drag van de raming is aan deeen adressant
medegedeeld. Nu is er eene groote moei
lijkheid om de verordening zoo te wijzigen.
dat er rekening gehouden wordt met terug
gave. als er te veel is gestort, en met bijr
betaling als er te weinig is gestort. Waf-
krijgt men dan! Zooals dé zaak nu geregeld
is, wordt, het bedrag van de raming gestort
en de straat aangelegd1het gemeentebestuur
staat dus voor eene afgesloten zaak. Maar als
er blijkt te weinig gestort te zijn-, en men
wil dat geld alsnog van dén bouwonderne
mer invorderen, dan kan .het zijn, diat dé man
niet in staat is 'bij: te "betalen. Het is gemak
kelijk gezegd; ..Maak eene andere verorde
ning", maar in de praktijk is dat zoo ge
makkelijk niet. In de meeste gemeen teu
wordt- in dit- geval op dezelfde wijze gehan
deld als hier geschiedt. Wanneer aan het
verlangen van den heer Plomp werd! voldaan,
dan zou dat in de praktijk hierop neerko
men, dat. 'Dij het o-pmaken van dé raming
ook rekening gehouden werd met de even
tualiteit, dat bij eene navordering het geld
niet terecht, kwam. Wij kunnen onze gedach
ten nog eens laten gaan over het denkbeeld!
om de verordening te veranderen, maar of
zij daardoor beter zal worden betwijfel ik.
De heer Plornp. Mijnheer de voorzitter,
het bezwaar van den geachten wethouder om
trent. de invordering van het geld, dat nog
zou moeten worden) bijgepast., kan ondervan
gen worden, door het bedrag van dé raming
werkelijk hooger te stellen. Er aal bij, de
bouwondernemers weinig bezwaar zijn om
zeLfe wat meer te betalen dan nu moet wor
den gestort, als men maar de zekerheid heeft,
dat men terug krijgt wat te veel is betaald.
Dé heer Visser. Bij het systeem van
dén heer Plomp is het te doen om slechts
zeer enkele gévallen, die' zich kunnen voor
doen. Maar het is onbillijk allen veel meer
te laten .betalen dan dé kosten zullen zijn.
Me» zal dan wel 20 pet. op de raming moe
ten leggen om zéker te zijn, dat de gemeente
niet.te kort zal komen. Zooal/s nu de zaak ge
regeld is, krijgt de .bouwondérneimer dé ra
ming thuis gestuurd. Hij' heeft 14 diagen dén)
tijd om haar na. te rekenen en dam is dé
zaak afgedaan.
De heer J oris sen. Mijnheer de voorzit
ter. na de heldere uiteenzetting van dén'
heer Plomp komt 'het mij voor, dat de zaak
volkomen duidelijk is. Ik .begrijp niet, welk
bezwaar er tegen kan zijn. Het doel is alleen
tegemoet te komen aan een bezwaar, dat aan
de bestaande ïegeling verbonden is. Stel, d'ait
de raming f 1000 bedraagt en de onder
nemer moet bovendien; nog 20 pet. storten
als garantie voor het geval, dat de gemeente
n.iet uitkomt met de raming, dat zal hij
f 200 meer storten, maar hij weet daarbij,
dat hij dat geld, .misschien nog meer, zal
terugkrijgen. De zaak is zoo eenvoudig mo
gelijk.
De Voorzitter. Ik wil wel de toezeg
ging doen, dat B. en W. nadér zullen over
wegen of het wensdhelijik is verandering te
brengen in de verordening, met inachtne
ming van de belangen van de betrokken per
sonen.
De heer Plomp. Ik dank u, mijnheer de
voorzitter.
Wordt met algemeene stemmen besloten
conform het. advies.
7. Voorstel van B. en W. tof wijziging
•van de bouwverordening, vastgesteld door
Gedeputeerde Staten van Utrecht.
Het voorstel strekt om eene strengere defi
nitie te geven van de rooilijn, waardoor daar
onder wordt verstaan de lijn, die .bij hef
bouwen of het plaatsen van getimmerte»
moet .wórden gevolgd.
De artt.. 1 en 2 worden z. h. o. voorloopig
goedgekeurd, waarna dé verordening met al
gemeene stemmen' wordt vastgesteld.
8. Voorstel van B. en' W. tot vaststelling
eener verordening, houdende verbodsbepalin
gen tot het. stellen van gebouwen op gronden,
die in de naaste toekomst bestemd zijn tot
dén aanleg van stratengrachten en pleinen.
Hef vooTptel is van gelijke strekking als
het vroegen voor een ander deel dér gemeen
te genomen 'besluit.
De artt. 1 eni 2 worden z. h. o. voorloopig
goedgekeurd, waarna het geheele besluit mede
z. h. o. wordt vastgesteld'.
9. Voorstel van. B. en W. tot wijziging
van de verordening no. 4, houdende verbods
bepalingen tot het stellén: van1 gébouwen op
gronden, die in de naaste toekomst "bestemd
zijn voor den aanleg van een straat, gradhf
of plein.
Het voorstel strekt ter voldoening aan
eene opmerking van Ged. Staten.
Wordt z. h. o. conform, (besloten.
10. Voorstel van B. en. W. naar1 aanlei
ding van een adres .van.' het bestuur van het
diaconie schoolfonds der Ned. herv. gemeen
te tot afwijking van dé .bouwverordening en
tot het mogen hebben; van; een uitweg naar
het plantsoen.
Het voorstel strekt tot inwilliging van de
bedde verzoeken.
Wordt z. h. o. conform besloten.
11. Rapport en voorstel van B. eni W. be
treffende een adres .van A. Lós, daarbij' 'ver
zoekende hem vergunning te verleenen tati
het bouwen,van een woonhuis.
B. en W. stellen voor het verzoek van de
hand te wijzen.
Wordt z. h. o. conform; besloten.
12. Voorstel1 van B. en W. tot vaststel
ling van rooilijnen in een gedeelte der stad',
in de bij'behoorende teekeuing aangegeven.
Wordt z. h. O', conform .besloten.
13. Voorstel van B. en W. tot schenking
en onderhandischeni verkoop van eenige ge
meente-eigendommen gébruikt in "bét tijde
lijke gemeente-ziekenhuis.
B. en W. stellen voor eenige van deze
voorwerpen te schenken; aan het. r.-k. Liefde
huis en aan de vereenigiug het Groene Kruis
en de overigen ondershands te verkoopen aan
den bewaarder van het ziekenhuis A. J.
Boodé.
Do heer Rolandus H age doorn.
Mijnheer de voorzitter, ik zou gaarne willen
vernemen op welke wijze déze zaak geregeld
is. Er zullen eenige voorwerpen gegeven wor
den aan het Liefdehuis on aan het- Groene
Kruis. Ik stem gaarne toe, dat er veel juiste-
is in wat door B. en W. tot aanbeveling
van het voorstel wordt aangevoerd'. Het
Liefdehuis, dat zooveel goed! gedaian heeft
in de gemeente, heeft, er natuurlijk aan
spraak op, dat als dé gemeente in de ge
legenheid is voorwerpendie op de zieken
verpleging 'betrekking hébben, te schenken,
het ook wordt bedacht. Het bevreemdt mij
alken, dat onder de zaken, die aan het Lief
déhnis gegeven zullen wordén', er eenigen
zijn, waa,r het Liefdehuis niiets aan heeft
waaraan daarentegen het Groene Kruis zeer
veel zal hebben. Ik noem. bv. den 'sterilisa
tor. Wat hebben ongeschoolde zusters aan!
een sterilisator? Het kan niet op dén weg
van deze zusters liggen, zich op die wijze
in te richten. Daarentegen zou een sterilisa
tor een belangrijke gift. zijn voor het Grome
Kruis, waaraan zujsters verbonden zijn, die
geschoold zijn even. als dé zusters van 'hef
tegenwoordige ziekenhuis. Zij zouden met
groot genoegen dén sterilisator ontvan
gen en er een goed gebruik van ma
ken. Maar dat voorwerp te geven aan
liet Liefdehuis, het zou zonde en jam
mer zijn als dat geschiedde. Zoo zijn er
nog eenige andere artikelen, die waarschijn
lijk beter te pas zoudlen komen aan het
Groene Kruis, al zijn zij niet van zooveel
belang. Ik wijs 'bv. op dé gummizwachtela.
In handen van. een niet bevoegde zijn dat
zeer oevaarlijke artikelen. Ik kan niet be
grijpen, dat B. en W. ae willen geven aan
het Liefdehuis.
Nog eene tweede vraag is bij mij opgeko-