34§. Eerste blail.
9"* «fnargaif.
Zaterdag 22 Juni 1907.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
LORD RADIJS.
ÜERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENT8PRIJ3
8 maanden voor Amersfoort 1.25.
i franco per post1.75.
inderlijke nummers0*05.
Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
en Feestdagen.
tentiën, mededeelingen eni., gelieve men vóór 10 nor
i morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIfiN:
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer - 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij ahónnement. Eéne
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hendie met I Juli
s. op dit blad inteekenen,
rden de nummers die ge-
ende de maand Juni nog
lllen verschijnen, KOSTE-
DOS toegezonden.
Politiek Overzicht
De wijnbouwers»!* in Languedoc.
Kanier heeft met 'honderd stemmen
irderheid do regeering een votum van
.rouwen gegeven«ij heeft het vertrou-
uitgedrukt, dat het haar gelukken zal
eerbied voor de wet en den vrede in het
te verzekeren.
lit is het resultaat van de langdurige en
jlige zitting, die gisteren gehouden is.
debat draagt de kenmerken van de
•lende stemming, die onder de leden
ir sc li te naarmate van de berichten, die
tnenkwamen. Het gevaarlijke punt was
baar de 'houding van de troepen. Zoo-
het onzeker was of de oproerige bewe-
ig, die zich van een enkel regiment had
ster gemaakt, 'bedwongen was, was de
uning in de Kamer blijkbaar tamelijk
.ndig tegen de regeering. Maar toen minis-
Clemenceau 'kon mededeel en, dat generaal
til loud er in geslaagd was de muiters naar
regiment te doen terugkoeren, sloeg de
irnming om. Clemeneeau kon zich toen
iorloven zijne tegenstanders te sarren,
te zeggen, dat hij nog eene andere
lo tijding had: namelijk dat als zijn
duet gevallen was, er terstond een ander
tl ministers gereed stond. Op die uitda-
ig werd ni«t gereageerd
Het votum van de Kamer drukt het ver-
mwen uit, dat de regeeriug er in zal sla-
de wet te doen eerbiedigen en het land.
bevredigen. Het eerste staat bovenaan,
als men ziet hoe de dag van gisteren
loopen is, dan is daarop goede kans. Het
ste gevaar schijnt voorbij te zien. In
ntpellier is het gisteren avond nog zeer
'üg geweest, maar na middernacht was de
t hersteld. In Perpignan, Narbonne,
liers heeft de overheid in 't geheel geen
-ite gehad. En, wat nog het meest betee
rt, in Agde komen de soldaten, die aan
muiten geslagen waren, in de kazerne terug
het door lien gegeven /oorbeeld heeft el-
s geen navolging gevonden.
Men kan dus nu reeds zeggen Force est
ité a la loi Dat dit bovenaan stond, is op
loende wijze gebleken. De drie verbonden
■menten van het Zuiden Gard
•nde reeds vroeger neiging om niet meer
te doen zullen de gedachte moeten
n varen 0111 de gehoorzaamheid aan het
latsgezag op te zeggen en zich af te schei-
in van het overige Frankrijk. Aan de een-
>id van den staat en de autoriteit van het
-tgezag moeten zij niet willen tornen. Als
ij die gedachte laten varen, dan zal de
huid, die de in^ividuën op zich geladen
ibben, dezen niet zoo erg aangerekend wor-
in. Tegenover hen zal men wel geneigd zijn
;enade voor recht te laten gelden.
Wanneer het Zuiden zich voor de wet
eft gebogen, dan zal men zien hoe aan zijne
ieven tegemoet is te komen. Maar het
luiden moet zich te dien aanzien geen al te
ite verwachtingen scheppen. Men wil het
>1 tegemoet komen, maar slechts voor zoo
ver andere belangen er niet onder lijden. Te
midden van de verontrustende berichten over
den opstand in het Zuiden, is do Kamer
rustig voortgegaan met de behandeling van
het .wetsontwerp tegen de wijnvervalsehing.
Het suiker bouwende Noorden blijft op zijn
post, om er tegen te waken, dat zijne be
langen niet worden opgeofferd aan die van
het wijnbouwende Zuiden. De minister van
financiën sprak in de vergadering van eer
gisteren een opmerkelijk woordhij zeide,
met het oog op de volharding waarmoe in
het debat over artikel 6 ieder voor zijne be
langen opkwam: ,,Als in den vermaarden
nacht van 4 Augustus ieder evensoër voor
zijne voorrechten was opgekomen, dan zou
't. Ancien régime nog heden leven' Dat tee
kent de stemming van de Kamer. Het. is ook
een bewijs, dat men de bewoging in het
Zuiden daar niet al te ernstig opvat.
Luxemburg.
Graaf George van Merenborg heeft* voor
dat. de landdag van hot groothertogdom de
I behandeling begon van het wetsontwerp 'oi
bekrachtiging van het familiestatuut van 16
j April jlnogmaals uitdrukkelijk er tegen
geprotesteerd, dat men weigert zijn recht op
i de troonopvolging te erkennen in antevi
vorm dan dien een er verandering van de
grondwet. Wat het Nassausche familie
i mogen betreft-, zal hij zijne rechtsaanspra
ken voor de bevoegde Duitsche rechtbanken
doen gelden.
De minister Eyschen heeft naar aanlei
ding hiervan verklaard, dat de Kamer con
stitutioneel het recht hoeft het wetsontwerp
te behandelen en er over te besluiten. Tic'
staat graaf Meren berg vrij zijne rechtsaan
spraken op hot majoraat bij den Duitsolmn
I rechter te doen gelden; hij zal daar met.
zooals in Luxemburg, uitsluitend kunnen
steunen op de huiswet van 1783, maar daar
gelden ook de overige Nassausche huiswet-
ten'
Luxemburg21 Juni. In de Kamer oefen
de de socialist Weiter een scherpe kritiek
uit op het wetsontwerp tot bekrachtiging
van hot door den groothertog gemaakte fa
milie-statuut.
Belgid.
Brussel, 21 Juni. Het Internationale So
cialistische Bureau, heeft een manifest ver
spreid, waarin wordt verklaard, dat de con
ferentie te 's Gravenhage geen enkele waar-
'borg aan het pirolatariaat kan geven ten aan
zien var. de ontwapening en den "nternatia-
naleni vredte.
Hevig wordt verder daarin geprotesteerd
tegen de ontbinding van do Doema. Verder
roept het manifest do socialistische afge
vaardigden van alle-landen op om een be
weging op touw te zetten, ten einde Rus
land te isoleeren vooral wat betreft het slui
ten van leeningen.
Frankrijk.
De Kamer is thans met de behandeling
van het wetsontwerp tegen wijnverval-
sching zóó ver gevorderd, dat rt. 6 is aan
genomen. Dit artikel verbiedt de bereiding
van. wijn uit suiker of druivenmoer. Oor
spronkelijk bevatte het artikel enkel dit
verbod. Maar de Kamer heeft 't aangevuld
met eene bepaling, die de bereiding van
suikerwiin toelaat voor huiseb-'k gebruik en
toelaat daarvoor 20 K.G. suiker pe: familie
lid, tot een maximum van 2C0 K.G., te ge
bruiken. De commissie stelde voor deze su
leer te onderwerpen aan de in een vorig ar
tikel bepaalde surtaxe van 40 frs. per 100
K.G. Dit voorstel word echter bij amende
ment uit het artikel gelicht en een amen
dement om een lager bedrag voor do sur
taxe vast te stellen oveneens. zoodat de hier
voor gebezigde suiker geheel vrij van sur
taxe zal zijn. De minister van 'innnciën had
er te vergeefs op gewezen, dat hierdoor de
wet in hare werking zeer verzwakt werd.
De voortzetting der behandeling van het
wetsontwerp werd tot Maandag verdaagd,
om tijd te krijgen voor de behandeling van
de interpellatiën over de gebeurtenissen in
het Zuiden.
Parijs, 21 Juni. Te 12 uur werd een
ministerraad gehouden. Clemeneeau deelde
zijn collega's de ontvangen berichten uit het
zuiden mede, -benevens die betreffende de
desertie van een aantal manschappen van
het 17e regiment linietroepen uit de kazerne
te Agde.
Gisterenavond drong een menigte bedeelde
kazerne binnen en wist een aantal van onge
veer 300 manschappen mee te krijgen. Deze
hebben het munitiemagazijn gepunderd en
ieder nam met zijn wapens 200 patronen mee.
Zij verklaarden dat zij naar Narbonne.gin
gen om op de kurassiers te schieten. Zij
sloegen ten slotte, voorafgegaan door tam
boers en hoornblazers, den weg in naar Be-
ziers, waar zij heden morgen te half zeven
aankwamen. De overige manschappen van
het regiment en alle officieren en onder
officieren zijn te Agde gebleven.
Te Beziers aankomende 'begaven de deser
tours zich naar de kazerne, waar op het-
oogenblik het 81ste regiment verblijf houdt,
dat kort geleden gearriveerd is om het 17de
regiment te vervangen. De desertours héb
ben daar voorgewend, dat liet 81ste regi
ment moest vertrekken en dat zij de kazerne
in de plaats van dat regiment weer moesten
betrekkon.
Dit verhaal vond echter geen geloof en
de muiters, die daar dus geen succes hadden,
trokken naar het voornaamste plein der
stad, waar zij de geweren aan rotten zetten.
De bewoners brachten hun voedsel.
De deserteurs, die blijkbaar nagedacht
hadden over den ernst van hun daad, lieten
door tusschenkomst van den onder-prefect
aan den minister-president het voorstel doen,
dat zij naar Agde zouden t-eurugkeeren op
voorwaarde dat geen enkele disciplinaire
maatregel tegen hun zou worden genomen.
Later vroegen zij verlof om te Beziers hun
vroegere kazerne te mogen betrekken.
Clemeneeau liet antwoorden, dat hij wei
gerde met de deserteurs te onderhandelen en
geen enkele voorwaarde wenschte te aanvaar
den.
De overige ministers keurden de houding
van den minister-president onvoorwaardelijk
goed.
Ondervraagd na den afloop van den mi
nisterraad verklaarde Clemeneeau het ge
rucht, de de interpellaties, welke vandaag
aan de orde zouden komen uitge
steld waren, voor onjuist. Hij wil dat
de Kamer zich. uitspreke of zij ver
trouwen in he m heeft-, dan wel dat zij de
regeeringstaak wil pdragen aan Doumer,
Millerand of Brousse. De Kamer moet ver
klaren of zij wil dat het oproer onderdrukt
worde of wel dat zij wil dat de troepen wor
den teruggetrokken, maar Clemeneeau wil
dat de orde gehandhaafd zal worden, die hij
zal verzekeren met allo mogelijke gematigd
heid en zoo mogelijk zonder geweld. Hij
wenschte echter heden avond een votum van
vort reu wen te hebben.
Clemeneeau voegde er bij, dat de toestand
te Narbonne verbeterd is. Narbonne is over
stroomd door wijnbouwers van het platte
land, die op het hooren van het geweervuur
zich haastten de treinen te bestormen. Alle
maatregelen zijn genomen, opdat de begrafe
nis van de slachtoffers heden middag kan
plaats hebben. De troepen zullen de wegen
afzetten, opdat er geen enkel incident tij
dens de begrafenis zal kunnen gebeuren.
Parijs, 21 Juni. (Vervolg van de Kamer
zitting). Lafferre wil interpelleeren over do-
zelfde zaak (het gedrag van den prefect).
Minister Clemeneeau wil eerst het gisteren
gebeurde mededeelen. Herinnerende aan de
incidenten bij de gevangenneming van dr.
Ferroul, wees hij er op, dat de kurassiers
zich volstrekt aan geen ruwheden hadden
schuldig gemaakt. Daar de prefect van mee-
ning was de hulp der kavallerie niet noodig
tc- hebben, had de minister bevolen, dat hij
zich van de infanterie zou bedienen. Hij
wees op het brutale optreden der menigte,
die de agenten met steenen wierp. Meer
dan honderd soldaten werden gekwetst. Gis
terenavond was het weder rustig te Nar
bonne. De bewoners zijn naar hunne huizon
gegaan en de raddraaiers hebben zich uit de
voeten gemaakt.
Nadat de minister daarop nog had stilge
staan bij de pogingen tot brandstichting,
kwam hij op de feiten, die op de handelin
gen der muitende soldaten betrekking had-
<Ki. IIij keurde het optreden goed van den
generaal, die zich niet met hen in gevecht
wilde begeven. (De Kamer, die tot dusver
koeltjes had toegeluisterd, juichte don mi
nister thans langdurig toe.)
Minister Clemeneeau verklaarde, dat hij
het op het oogenblik het ergste zou achten
wat er gebeuren kon, wanneer de regeering
zou bukken voor eene tuchtloozo soldateska.
(Nieuwe toejuichingen).
Den muiters zal worden aangezegd, dat
zij zich weder bij hun corps moeten voegen.
De overheid zal rekening houden met hunne
onderwerping. (Toejuichingen alleen bij de
uiterste linkerzijde, gemompel bij het Cen
trum).
De minister vroeg daarop wie in deze ver
gadering zou weigeren genade voor recht te
laten gelden. (Toejuichingen bij de radica
len). Hij is van oordeel, dat de muiters geen
deserteurs zijn in de gewone beteeken is van
het woord. (Afkeurend gemompel bij het
Centrum). Er is hun geen enkele concessie
gedaan. De regeering heeft, om met de on
derdrukking van den opstand te kunnen
voortgaan, het vertrouwen der Kamer noo
dig. Wanneer de Kamer haar dit vertrou
wen schenkt, zal zij in haar naam hande
lend optreden. (Langdurige beweging. Beni
ge ironische toejuichingen). De minister
president begeeft zich daarop naar zijne
plaats terug.
Daarna kreeg Aldy het woord, die zijne
afkeuring uitsprak over cle regeering, die
haar toevlucht neemt tot maatregelen van
onderdrukking jegens eene vreedzame be
volking, die zich niet begeven heeft buiten
do wet. (Gemompel bij het Centrum en aan
de linkerzijde).
Aldy betichtte de kurassiers te hebben ge
schoten op de herberg, waar Ramon werd
gedood, omdat men daar had geweigerd hun
te tappen. (De uiterste linkerzijde wendt
ziob tot minister Clémenceau, roepende
hu! hu!)
Aldy verlangt de voorloopige invrijihedds-
stelling van Ferroul en de anderen. Hij is
overtuigd, dat deze maatregel den vrede zal
deen torugkeeren.
Benoirt lichtte daarna zijne interpellatie
toe Hij zegtEr hoersoht in het land anar
chie. Ministerie en parlement dragen daar
voor do verantwoordelijkheid
(Deze spreker wordt zeer toegejuicht door
de rechterzijde, maar de linkerzijde luistert
niet naar hem).
Rainel drukt de meening udt, dat de re
geer ing het recht niet had vreedzame bur
gers, die tot kalmte aanspoorden, góvangen
te nemen.
Millerand vraagt of de Kamer bevoegd
is voort te gaan met de onderdrukking. Hij
verklaart, dat zij do verantwoordelijkheid
daarvoor niet behoeft op zich te nemen. Hij
gelooft, dat de politiek van minister Clé
menceau het land naar de anarchie leidt.
Minister Clémenceau antwoordt, dat hij
do interpellatie van Millerand ernstig op
neemt, maar niet tragisch. Hij zal alle niets
waardige beschuldigingen in de nationalisti
sche bladen tegen hem uitgebracht, ter zijde
laten. Hij voegt daaraan toe, dat men hem
er gjeon grief van kan maken, dat hij op ver
zoek van de afgevaardigden van het Zuiden
do tarieven op de spoorwegen tot de helft
heeft verminderd voor de wijnbouwers, die
zich naar do bijeenkomsten wilden begeven
Men kan hem evenmin verwijten, dat hij
betrouwbare troepen daarheen heeft gezon
den. „Zoolang de bevolking bleef binnen 'e
perken van de wet, hébben wij haar gehol
pen. Wanneer men heden ons doet vallen,
dan zal dat de republiek niet erg deren.'A,
De minister deelde verder nog mede, dat
generaal Railloud te Beziers is aangekomen
en dat de meeste muitende soldaten op zijne
aanmaning, zich bij hunne corpsen hebben
gevoegd. Hij had nog een andere goede tij
ding, ril. dat, als de Kamer hem wegzendt,
reeds oen nieuw kabinet gereed is. (Gelach
en toejuichingen.)
Jaurès gelooft, dat de bataillons niets zul
len kunnen uitrichten tegen de crisis van
ellende, die den vorm van eene mystieke
geestesverblindmg aanneemt. Hij gelooft
niet, dat de heer Clémenceau na zijne bru
taliteiten neg; het reoht heeft woorden van
verzoening te doen hooren.
De beraadslaging werd gesloten.
Een motie van Reinach, verklarende dat
de Kamer vertrouwt, dat de regeering den
eerbied voor de wet en de bevrediging van
liet land zal weten te verzekeren, werd aan
genomen met 327 tegen 2*23 stemmen. Daar
na werd de zitting gesloten.
Parijs, 21 Juni. De Kamer-tribunes wa
ren heden meer dan overvol. Bonoist vroeg
een interpellatie te mogen houden ten aan
zien van de maatregelen, die de regeering
denkt te nemen om de orde te herstellen.
Senatoren en afgevaardigden uit het zuiden
eischten van Clemeneeau het onmiddellijke
ontslag van den prefect van de Oostelijke
Pyreneeën, D'Autresme. Clemeneeau weiger
de daarover te discussieeren en wenschte een
prefect, die zich tegen een Londo oproerlin
gen verdedigt, te handhaven
Perpignan, 21 Juni. De brandweer is om
half twee 's nachts den brand in het gebouw
van do prefectuurs, meester geiworden. Den
geheclen nacht zijn do profccteuurs in do
aang ren zendén streken door troepen be
waakt
THERESE HOVEN.
„Iemand, herhaalde ze, minachtend do
oogen sluitende, „maar dat bdhoeft toch
geen burgerman te zijn, die zou tooli niet
'bij mij passen."
„Kind, denk-je, dat er een prins om je
komen zal, of dat je ze maar voor 't uitzoe
ken zal heblben?''
„Ik begrijp u niet. Zal ik Truitje schel
len
En toen Truitje de spijzen,, borden en var
ken verwisseld haid, begon pa er toch eens
over, maar nu meer direct „Ik heb van
ochtend met dfe tweede post een brief van
meneer van .Stralen gehad."
Wilna keek hem even aan met een uit
drukking van- „wat-kan-mij-dat-scholen?"
op haar gelaat.
„Hiji schreef ook over jon," lichtte pa
toe
„Over mij, wat heb ik met dien man te
maken, ik iken hem nauwelijks."
„Dat is 'tjuist; hij verzoekt mijl hem in
de gelegenheid! te stellen nader kennis met
je te maken."
Willna kreeg oeu kleun-.
Pa en ma knikten elkander eens toe,
waarop ma verzekerde, dat 't een erg netto
jongen was.
„Ik vind 'theel ongepast van zoo'n man,
i i
om zoo iets te druiven vragen," barstte Wil
na lo®. „En u kunt hem, uit mijn naam
antwoorden, dat ik volstrekt geen nadere
kennismaking begeer."
„Kind," sprak ma, op goedig waarschu
wenden toon, „dat is nu «toch. wel wat kras.
Je begrijpt natuurlijk ook wel wat ie «wil."
„Juist daarom," viel haar dochter, snib
big in
„Ja, maar, dat gaat «toch zoo niet. We
zullen je niet dwingen, dla-t spreekt, dat
hébben we met- Fie, in dier tijd, ook niet ge
daan. Maar... om nou zoo pardoes... nee te
zeggendat is toch niet zooals 't hoort. We
kunnen 'm toch 's hier vragen, een Zon-
daigie of zoo."
„Dank u feestelijk' Dbe nu, als-'t-kflieft,
niet zoo iels dams. Ik zou liever nog mijn
ihoele ieven Wilna Bong 'blijven dan me
vrouw of... juffrouw van Stralen te wor
den."
„Nee, mevroilw," knikte moe gewichtig.
„Hij heeft een «hoele, nette zaak, zoo goed
als een gesloten huis, en tegenwoordig laten
de meeste winkeliers-wouwen zich mevrouw
noemen'. Daarvoor hoef-je 't niet to laten, je
wordt mevrouw, wat zeg-jij, pa?"
Dochterlief gaf pa echter geen gelegen
heid zijn meening in deze te uiten, want
driftig viel zij udt: „Mevrouw of juffrouw,
dat is me allemaal 'tzelfde; ik bedank er
voor om met iemand uit een winkel te trou
wen en daarmee uit."
„Kind, bezondig] je niet," zei moe plech
tig. „Wat ben-jij nou anders?" Wet ze er,
op een meer wereld&cihen toon, op volgen.
„Jij bent. maar oen gewoon 'burgermans
kind bevestigde pa. „En die kuren en die
lioogmoed van jou beginnen me al lang te
vervelen. Je was waard, dat ik je, als win-
kéldodhter, ergens in de leer deê, dat was
F-"
Wilina haakte haar schouders op.
„Dan was 't niet noodig geweest mij een
beschaafde opvoeding te laten geven."
„Daar heb ik ook spijt- genoeg van," riep
lvaar vader driftig.
„Nor,!... toe dam', pa.," viel moe vergoe
lijkend in. „Daar heef" ze nou geen ongelijk
in Nou. dat me in den Haag wonen en
onze dochter als een dame opgevoed heb
ben, kan ze ook moeilijk weer teruggaan
„Och' en ze is nog jong genoeg, niet
waar Wil Dér zal nog wel 's een ander om
der kommen. Anders blijft ze bij pa. en
moe."
Moeder Bong knikte haar jongste toe. Ze
kon toch ook niet velen, dat pa zoo streng
op der was. Dat ze, in haar hartelijkheid
dubbel burgerlijk en teemerig wend, was
iets, waarvan ze zkfli volkomen onlbewu d
was, maar dat haar dochter ten zeerste op
viel en haar belette op de toenadering in te
gaan.
Ze. stond met 't air eemer l>eloedlig|de
sdhoone op en verliet de kamer, do deur
hard achter zich didhtbonzende, iets dat
meer deed denken aan haar mindere afkomst
dan aan haar aangeleerde Lady-ldke-heid.
Na haar vertrek ging moe door met haar
partij te nemen.
„Heusch, man, je bent te ruw voor haar;
onze Wil is nu eenmaal een dametje en...
ze is er niet tegen opgewassen. Ik zou dien
van Stralen maar afschrijven, dat. is took
niets voor haar."
t Gaat me toch aan me hart, waarachtig,
Bet. Ik zie geen lhci'1 in al die grootheid!. Ik
zou der ik?J honderdmaal .liever aan een
burgerman geven, dan aan een grooten me
neer, die der voor der geld zou nemen."
„Voor- der geld... nou Kees, ze ziet er
todh' erg aardig uit,, en ze is toch wel lief
ook."
„Nou, over der lievigheid kan ik- niet
roemen, t is waarachtig geen katje om zon
der handschoenen au te .pakken."
„Hei, man, je spreekt ovor je eigen doch
ter."
„Eigen, wat eigen, ze is ceri nuf, die ons
ontgroeid is, complement van mij. Hè-je
soms neg een bakkie koffie voor me, Bet?
Men keel is droog van 't praten."
HOOFDSTUK IV.
(Reis-pl a n n e n.
Het had heel wa.t. voeten in de aarde ge
had," zooails moe zei, maar het was er dan
toch van gekomen, en de familie Bong zou,
zoohIs het monschen uit een zekeren stand
betaamt, voor eenigje weken op reis gaan.
Het denkbeeld was van Wina uitgegaan,
maar moe had er toch dadelijk hocil' veel lust
in. 't Stond zoo tegenover de enkele „vrin
den," die ze hadden, en de vole, die zo
hoopten te krijgen.
Wie wist maakten ze onderweg geen pret
tige kennissen; dat was judst 'taardige van
zoo ver van je eigen land af te zijn, dan
wisten de lui, waar je mee in aanraking
kwam, zoo niet wie je was.
In den Haag was 't bekend, dat. ze in den
kleinhandel rijk geworden Rotterdammers
wafen, cn daarom viel 't.hun moeilijk om
in een deftigen kring te komen, maar in 't
buitenland was 't natuurlijk heel wat an
ders.
En Wil kende zoo goed der talen, dat
hielp oojt. En dan, 't genot om 's een maand
of zoo uit je huishouden te zijn, geen eten
te bestellen, geen wasoh te doen,, geen boek
jes op te schrijven, geen brutaliteit van de
mekten af te moeten wachten
't Zou een verandering zijnze had ten
minste de tweeido meid, Ibij wie do slonzig
heid de spuigaten' uitliep, tegen Augustus
cpgezeid en nou -zou ze met een nieuwe
•maar wachten tot half September, dat
spaarde huur en kostgeld.
Nou, dat vondl Bong ook en, warempel als
't. niet waai- was, dat had er bij hean den
doorslag aan gegeven.
Bong hield wol van die meevallertjes.
Ochin zijn hart was 't nog zoo'n zaken
man, zoo'n uitrekenaar, .verzot op een bui
tenkansje.
Soms ibetreurde zijn vrouw 't, dat hij er
uit iwas, maar toen ze der toe besloten, was
er veel voor geweest.
■De oude groentewinkel, waar volder Bong
al geld in had gemaakt, begon 'hen' beideu
te vervelen en toen ze, na 15 jaar gewacht-
te hebben, merkte dlat Fie een broertje of
zusje zou krijgen, nou, toen vonden zo dat
allebei een goede gelegenheid om radicale
verandering te maken.
Bbng hoopte, dat 't een jongen zou zijn
en verlangde, vo«or zijn zoon, een mooiere
plaats in de maatschappij dan bijl zelf in
nam.
Wordt vervolgd