34§. Eerste blail. 9"* «fnargaif. Zaterdag 22 Juni 1907. BUITENLAND. FEUILLETON. LORD RADIJS. ÜERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENT8PRIJ3 8 maanden voor Amersfoort 1.25. i franco per post1.75. inderlijke nummers0*05. Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van en Feestdagen. tentiën, mededeelingen eni., gelieve men vóór 10 nor i morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIfiN: Van 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer - 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij ahónnement. Eéne circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hendie met I Juli s. op dit blad inteekenen, rden de nummers die ge- ende de maand Juni nog lllen verschijnen, KOSTE- DOS toegezonden. Politiek Overzicht De wijnbouwers»!* in Languedoc. Kanier heeft met 'honderd stemmen irderheid do regeering een votum van .rouwen gegeven«ij heeft het vertrou- uitgedrukt, dat het haar gelukken zal eerbied voor de wet en den vrede in het te verzekeren. lit is het resultaat van de langdurige en jlige zitting, die gisteren gehouden is. debat draagt de kenmerken van de •lende stemming, die onder de leden ir sc li te naarmate van de berichten, die tnenkwamen. Het gevaarlijke punt was baar de 'houding van de troepen. Zoo- het onzeker was of de oproerige bewe- ig, die zich van een enkel regiment had ster gemaakt, 'bedwongen was, was de uning in de Kamer blijkbaar tamelijk .ndig tegen de regeering. Maar toen minis- Clemenceau 'kon mededeel en, dat generaal til loud er in geslaagd was de muiters naar regiment te doen terugkoeren, sloeg de irnming om. Clemeneeau kon zich toen iorloven zijne tegenstanders te sarren, te zeggen, dat hij nog eene andere lo tijding had: namelijk dat als zijn duet gevallen was, er terstond een ander tl ministers gereed stond. Op die uitda- ig werd ni«t gereageerd Het votum van de Kamer drukt het ver- mwen uit, dat de regeeriug er in zal sla- de wet te doen eerbiedigen en het land. bevredigen. Het eerste staat bovenaan, als men ziet hoe de dag van gisteren loopen is, dan is daarop goede kans. Het ste gevaar schijnt voorbij te zien. In ntpellier is het gisteren avond nog zeer 'üg geweest, maar na middernacht was de t hersteld. In Perpignan, Narbonne, liers heeft de overheid in 't geheel geen -ite gehad. En, wat nog het meest betee rt, in Agde komen de soldaten, die aan muiten geslagen waren, in de kazerne terug het door lien gegeven /oorbeeld heeft el- s geen navolging gevonden. Men kan dus nu reeds zeggen Force est ité a la loi Dat dit bovenaan stond, is op loende wijze gebleken. De drie verbonden ■menten van het Zuiden Gard •nde reeds vroeger neiging om niet meer te doen zullen de gedachte moeten n varen 0111 de gehoorzaamheid aan het latsgezag op te zeggen en zich af te schei- in van het overige Frankrijk. Aan de een- >id van den staat en de autoriteit van het -tgezag moeten zij niet willen tornen. Als ij die gedachte laten varen, dan zal de huid, die de in^ividuën op zich geladen ibben, dezen niet zoo erg aangerekend wor- in. Tegenover hen zal men wel geneigd zijn ;enade voor recht te laten gelden. Wanneer het Zuiden zich voor de wet eft gebogen, dan zal men zien hoe aan zijne ieven tegemoet is te komen. Maar het luiden moet zich te dien aanzien geen al te ite verwachtingen scheppen. Men wil het >1 tegemoet komen, maar slechts voor zoo ver andere belangen er niet onder lijden. Te midden van de verontrustende berichten over den opstand in het Zuiden, is do Kamer rustig voortgegaan met de behandeling van het .wetsontwerp tegen de wijnvervalsehing. Het suiker bouwende Noorden blijft op zijn post, om er tegen te waken, dat zijne be langen niet worden opgeofferd aan die van het wijnbouwende Zuiden. De minister van financiën sprak in de vergadering van eer gisteren een opmerkelijk woordhij zeide, met het oog op de volharding waarmoe in het debat over artikel 6 ieder voor zijne be langen opkwam: ,,Als in den vermaarden nacht van 4 Augustus ieder evensoër voor zijne voorrechten was opgekomen, dan zou 't. Ancien régime nog heden leven' Dat tee kent de stemming van de Kamer. Het. is ook een bewijs, dat men de bewoging in het Zuiden daar niet al te ernstig opvat. Luxemburg. Graaf George van Merenborg heeft* voor dat. de landdag van hot groothertogdom de I behandeling begon van het wetsontwerp 'oi bekrachtiging van het familiestatuut van 16 j April jlnogmaals uitdrukkelijk er tegen geprotesteerd, dat men weigert zijn recht op i de troonopvolging te erkennen in antevi vorm dan dien een er verandering van de grondwet. Wat het Nassausche familie i mogen betreft-, zal hij zijne rechtsaanspra ken voor de bevoegde Duitsche rechtbanken doen gelden. De minister Eyschen heeft naar aanlei ding hiervan verklaard, dat de Kamer con stitutioneel het recht hoeft het wetsontwerp te behandelen en er over te besluiten. Tic' staat graaf Meren berg vrij zijne rechtsaan spraken op hot majoraat bij den Duitsolmn I rechter te doen gelden; hij zal daar met. zooals in Luxemburg, uitsluitend kunnen steunen op de huiswet van 1783, maar daar gelden ook de overige Nassausche huiswet- ten' Luxemburg21 Juni. In de Kamer oefen de de socialist Weiter een scherpe kritiek uit op het wetsontwerp tot bekrachtiging van hot door den groothertog gemaakte fa milie-statuut. Belgid. Brussel, 21 Juni. Het Internationale So cialistische Bureau, heeft een manifest ver spreid, waarin wordt verklaard, dat de con ferentie te 's Gravenhage geen enkele waar- 'borg aan het pirolatariaat kan geven ten aan zien var. de ontwapening en den "nternatia- naleni vredte. Hevig wordt verder daarin geprotesteerd tegen de ontbinding van do Doema. Verder roept het manifest do socialistische afge vaardigden van alle-landen op om een be weging op touw te zetten, ten einde Rus land te isoleeren vooral wat betreft het slui ten van leeningen. Frankrijk. De Kamer is thans met de behandeling van het wetsontwerp tegen wijnverval- sching zóó ver gevorderd, dat rt. 6 is aan genomen. Dit artikel verbiedt de bereiding van. wijn uit suiker of druivenmoer. Oor spronkelijk bevatte het artikel enkel dit verbod. Maar de Kamer heeft 't aangevuld met eene bepaling, die de bereiding van suikerwiin toelaat voor huiseb-'k gebruik en toelaat daarvoor 20 K.G. suiker pe: familie lid, tot een maximum van 2C0 K.G., te ge bruiken. De commissie stelde voor deze su leer te onderwerpen aan de in een vorig ar tikel bepaalde surtaxe van 40 frs. per 100 K.G. Dit voorstel word echter bij amende ment uit het artikel gelicht en een amen dement om een lager bedrag voor do sur taxe vast te stellen oveneens. zoodat de hier voor gebezigde suiker geheel vrij van sur taxe zal zijn. De minister van 'innnciën had er te vergeefs op gewezen, dat hierdoor de wet in hare werking zeer verzwakt werd. De voortzetting der behandeling van het wetsontwerp werd tot Maandag verdaagd, om tijd te krijgen voor de behandeling van de interpellatiën over de gebeurtenissen in het Zuiden. Parijs, 21 Juni. Te 12 uur werd een ministerraad gehouden. Clemeneeau deelde zijn collega's de ontvangen berichten uit het zuiden mede, -benevens die betreffende de desertie van een aantal manschappen van het 17e regiment linietroepen uit de kazerne te Agde. Gisterenavond drong een menigte bedeelde kazerne binnen en wist een aantal van onge veer 300 manschappen mee te krijgen. Deze hebben het munitiemagazijn gepunderd en ieder nam met zijn wapens 200 patronen mee. Zij verklaarden dat zij naar Narbonne.gin gen om op de kurassiers te schieten. Zij sloegen ten slotte, voorafgegaan door tam boers en hoornblazers, den weg in naar Be- ziers, waar zij heden morgen te half zeven aankwamen. De overige manschappen van het regiment en alle officieren en onder officieren zijn te Agde gebleven. Te Beziers aankomende 'begaven de deser tours zich naar de kazerne, waar op het- oogenblik het 81ste regiment verblijf houdt, dat kort geleden gearriveerd is om het 17de regiment te vervangen. De desertours héb ben daar voorgewend, dat liet 81ste regi ment moest vertrekken en dat zij de kazerne in de plaats van dat regiment weer moesten betrekkon. Dit verhaal vond echter geen geloof en de muiters, die daar dus geen succes hadden, trokken naar het voornaamste plein der stad, waar zij de geweren aan rotten zetten. De bewoners brachten hun voedsel. De deserteurs, die blijkbaar nagedacht hadden over den ernst van hun daad, lieten door tusschenkomst van den onder-prefect aan den minister-president het voorstel doen, dat zij naar Agde zouden t-eurugkeeren op voorwaarde dat geen enkele disciplinaire maatregel tegen hun zou worden genomen. Later vroegen zij verlof om te Beziers hun vroegere kazerne te mogen betrekken. Clemeneeau liet antwoorden, dat hij wei gerde met de deserteurs te onderhandelen en geen enkele voorwaarde wenschte te aanvaar den. De overige ministers keurden de houding van den minister-president onvoorwaardelijk goed. Ondervraagd na den afloop van den mi nisterraad verklaarde Clemeneeau het ge rucht, de de interpellaties, welke vandaag aan de orde zouden komen uitge steld waren, voor onjuist. Hij wil dat de Kamer zich. uitspreke of zij ver trouwen in he m heeft-, dan wel dat zij de regeeringstaak wil pdragen aan Doumer, Millerand of Brousse. De Kamer moet ver klaren of zij wil dat het oproer onderdrukt worde of wel dat zij wil dat de troepen wor den teruggetrokken, maar Clemeneeau wil dat de orde gehandhaafd zal worden, die hij zal verzekeren met allo mogelijke gematigd heid en zoo mogelijk zonder geweld. Hij wenschte echter heden avond een votum van vort reu wen te hebben. Clemeneeau voegde er bij, dat de toestand te Narbonne verbeterd is. Narbonne is over stroomd door wijnbouwers van het platte land, die op het hooren van het geweervuur zich haastten de treinen te bestormen. Alle maatregelen zijn genomen, opdat de begrafe nis van de slachtoffers heden middag kan plaats hebben. De troepen zullen de wegen afzetten, opdat er geen enkel incident tij dens de begrafenis zal kunnen gebeuren. Parijs, 21 Juni. (Vervolg van de Kamer zitting). Lafferre wil interpelleeren over do- zelfde zaak (het gedrag van den prefect). Minister Clemeneeau wil eerst het gisteren gebeurde mededeelen. Herinnerende aan de incidenten bij de gevangenneming van dr. Ferroul, wees hij er op, dat de kurassiers zich volstrekt aan geen ruwheden hadden schuldig gemaakt. Daar de prefect van mee- ning was de hulp der kavallerie niet noodig tc- hebben, had de minister bevolen, dat hij zich van de infanterie zou bedienen. Hij wees op het brutale optreden der menigte, die de agenten met steenen wierp. Meer dan honderd soldaten werden gekwetst. Gis terenavond was het weder rustig te Nar bonne. De bewoners zijn naar hunne huizon gegaan en de raddraaiers hebben zich uit de voeten gemaakt. Nadat de minister daarop nog had stilge staan bij de pogingen tot brandstichting, kwam hij op de feiten, die op de handelin gen der muitende soldaten betrekking had- <Ki. IIij keurde het optreden goed van den generaal, die zich niet met hen in gevecht wilde begeven. (De Kamer, die tot dusver koeltjes had toegeluisterd, juichte don mi nister thans langdurig toe.) Minister Clemeneeau verklaarde, dat hij het op het oogenblik het ergste zou achten wat er gebeuren kon, wanneer de regeering zou bukken voor eene tuchtloozo soldateska. (Nieuwe toejuichingen). Den muiters zal worden aangezegd, dat zij zich weder bij hun corps moeten voegen. De overheid zal rekening houden met hunne onderwerping. (Toejuichingen alleen bij de uiterste linkerzijde, gemompel bij het Cen trum). De minister vroeg daarop wie in deze ver gadering zou weigeren genade voor recht te laten gelden. (Toejuichingen bij de radica len). Hij is van oordeel, dat de muiters geen deserteurs zijn in de gewone beteeken is van het woord. (Afkeurend gemompel bij het Centrum). Er is hun geen enkele concessie gedaan. De regeering heeft, om met de on derdrukking van den opstand te kunnen voortgaan, het vertrouwen der Kamer noo dig. Wanneer de Kamer haar dit vertrou wen schenkt, zal zij in haar naam hande lend optreden. (Langdurige beweging. Beni ge ironische toejuichingen). De minister president begeeft zich daarop naar zijne plaats terug. Daarna kreeg Aldy het woord, die zijne afkeuring uitsprak over cle regeering, die haar toevlucht neemt tot maatregelen van onderdrukking jegens eene vreedzame be volking, die zich niet begeven heeft buiten do wet. (Gemompel bij het Centrum en aan de linkerzijde). Aldy betichtte de kurassiers te hebben ge schoten op de herberg, waar Ramon werd gedood, omdat men daar had geweigerd hun te tappen. (De uiterste linkerzijde wendt ziob tot minister Clémenceau, roepende hu! hu!) Aldy verlangt de voorloopige invrijihedds- stelling van Ferroul en de anderen. Hij is overtuigd, dat deze maatregel den vrede zal deen torugkeeren. Benoirt lichtte daarna zijne interpellatie toe Hij zegtEr hoersoht in het land anar chie. Ministerie en parlement dragen daar voor do verantwoordelijkheid (Deze spreker wordt zeer toegejuicht door de rechterzijde, maar de linkerzijde luistert niet naar hem). Rainel drukt de meening udt, dat de re geer ing het recht niet had vreedzame bur gers, die tot kalmte aanspoorden, góvangen te nemen. Millerand vraagt of de Kamer bevoegd is voort te gaan met de onderdrukking. Hij verklaart, dat zij do verantwoordelijkheid daarvoor niet behoeft op zich te nemen. Hij gelooft, dat de politiek van minister Clé menceau het land naar de anarchie leidt. Minister Clémenceau antwoordt, dat hij do interpellatie van Millerand ernstig op neemt, maar niet tragisch. Hij zal alle niets waardige beschuldigingen in de nationalisti sche bladen tegen hem uitgebracht, ter zijde laten. Hij voegt daaraan toe, dat men hem er gjeon grief van kan maken, dat hij op ver zoek van de afgevaardigden van het Zuiden do tarieven op de spoorwegen tot de helft heeft verminderd voor de wijnbouwers, die zich naar do bijeenkomsten wilden begeven Men kan hem evenmin verwijten, dat hij betrouwbare troepen daarheen heeft gezon den. „Zoolang de bevolking bleef binnen 'e perken van de wet, hébben wij haar gehol pen. Wanneer men heden ons doet vallen, dan zal dat de republiek niet erg deren.'A, De minister deelde verder nog mede, dat generaal Railloud te Beziers is aangekomen en dat de meeste muitende soldaten op zijne aanmaning, zich bij hunne corpsen hebben gevoegd. Hij had nog een andere goede tij ding, ril. dat, als de Kamer hem wegzendt, reeds oen nieuw kabinet gereed is. (Gelach en toejuichingen.) Jaurès gelooft, dat de bataillons niets zul len kunnen uitrichten tegen de crisis van ellende, die den vorm van eene mystieke geestesverblindmg aanneemt. Hij gelooft niet, dat de heer Clémenceau na zijne bru taliteiten neg; het reoht heeft woorden van verzoening te doen hooren. De beraadslaging werd gesloten. Een motie van Reinach, verklarende dat de Kamer vertrouwt, dat de regeering den eerbied voor de wet en de bevrediging van liet land zal weten te verzekeren, werd aan genomen met 327 tegen 2*23 stemmen. Daar na werd de zitting gesloten. Parijs, 21 Juni. De Kamer-tribunes wa ren heden meer dan overvol. Bonoist vroeg een interpellatie te mogen houden ten aan zien van de maatregelen, die de regeering denkt te nemen om de orde te herstellen. Senatoren en afgevaardigden uit het zuiden eischten van Clemeneeau het onmiddellijke ontslag van den prefect van de Oostelijke Pyreneeën, D'Autresme. Clemeneeau weiger de daarover te discussieeren en wenschte een prefect, die zich tegen een Londo oproerlin gen verdedigt, te handhaven Perpignan, 21 Juni. De brandweer is om half twee 's nachts den brand in het gebouw van do prefectuurs, meester geiworden. Den geheclen nacht zijn do profccteuurs in do aang ren zendén streken door troepen be waakt THERESE HOVEN. „Iemand, herhaalde ze, minachtend do oogen sluitende, „maar dat bdhoeft toch geen burgerman te zijn, die zou tooli niet 'bij mij passen." „Kind, denk-je, dat er een prins om je komen zal, of dat je ze maar voor 't uitzoe ken zal heblben?'' „Ik begrijp u niet. Zal ik Truitje schel len En toen Truitje de spijzen,, borden en var ken verwisseld haid, begon pa er toch eens over, maar nu meer direct „Ik heb van ochtend met dfe tweede post een brief van meneer van .Stralen gehad." Wilna keek hem even aan met een uit drukking van- „wat-kan-mij-dat-scholen?" op haar gelaat. „Hiji schreef ook over jon," lichtte pa toe „Over mij, wat heb ik met dien man te maken, ik iken hem nauwelijks." „Dat is 'tjuist; hij verzoekt mijl hem in de gelegenheid! te stellen nader kennis met je te maken." Willna kreeg oeu kleun-. Pa en ma knikten elkander eens toe, waarop ma verzekerde, dat 't een erg netto jongen was. „Ik vind 'theel ongepast van zoo'n man, i i om zoo iets te druiven vragen," barstte Wil na lo®. „En u kunt hem, uit mijn naam antwoorden, dat ik volstrekt geen nadere kennismaking begeer." „Kind," sprak ma, op goedig waarschu wenden toon, „dat is nu «toch. wel wat kras. Je begrijpt natuurlijk ook wel wat ie «wil." „Juist daarom," viel haar dochter, snib big in „Ja, maar, dat gaat «toch zoo niet. We zullen je niet dwingen, dla-t spreekt, dat hébben we met- Fie, in dier tijd, ook niet ge daan. Maar... om nou zoo pardoes... nee te zeggendat is toch niet zooals 't hoort. We kunnen 'm toch 's hier vragen, een Zon- daigie of zoo." „Dank u feestelijk' Dbe nu, als-'t-kflieft, niet zoo iels dams. Ik zou liever nog mijn ihoele ieven Wilna Bong 'blijven dan me vrouw of... juffrouw van Stralen te wor den." „Nee, mevroilw," knikte moe gewichtig. „Hij heeft een «hoele, nette zaak, zoo goed als een gesloten huis, en tegenwoordig laten de meeste winkeliers-wouwen zich mevrouw noemen'. Daarvoor hoef-je 't niet to laten, je wordt mevrouw, wat zeg-jij, pa?" Dochterlief gaf pa echter geen gelegen heid zijn meening in deze te uiten, want driftig viel zij udt: „Mevrouw of juffrouw, dat is me allemaal 'tzelfde; ik bedank er voor om met iemand uit een winkel te trou wen en daarmee uit." „Kind, bezondig] je niet," zei moe plech tig. „Wat ben-jij nou anders?" Wet ze er, op een meer wereld&cihen toon, op volgen. „Jij bent. maar oen gewoon 'burgermans kind bevestigde pa. „En die kuren en die lioogmoed van jou beginnen me al lang te vervelen. Je was waard, dat ik je, als win- kéldodhter, ergens in de leer deê, dat was F-" Wilina haakte haar schouders op. „Dan was 't niet noodig geweest mij een beschaafde opvoeding te laten geven." „Daar heb ik ook spijt- genoeg van," riep lvaar vader driftig. „Nor,!... toe dam', pa.," viel moe vergoe lijkend in. „Daar heef" ze nou geen ongelijk in Nou. dat me in den Haag wonen en onze dochter als een dame opgevoed heb ben, kan ze ook moeilijk weer teruggaan „Och' en ze is nog jong genoeg, niet waar Wil Dér zal nog wel 's een ander om der kommen. Anders blijft ze bij pa. en moe." Moeder Bong knikte haar jongste toe. Ze kon toch ook niet velen, dat pa zoo streng op der was. Dat ze, in haar hartelijkheid dubbel burgerlijk en teemerig wend, was iets, waarvan ze zkfli volkomen onlbewu d was, maar dat haar dochter ten zeerste op viel en haar belette op de toenadering in te gaan. Ze. stond met 't air eemer l>eloedlig|de sdhoone op en verliet de kamer, do deur hard achter zich didhtbonzende, iets dat meer deed denken aan haar mindere afkomst dan aan haar aangeleerde Lady-ldke-heid. Na haar vertrek ging moe door met haar partij te nemen. „Heusch, man, je bent te ruw voor haar; onze Wil is nu eenmaal een dametje en... ze is er niet tegen opgewassen. Ik zou dien van Stralen maar afschrijven, dat. is took niets voor haar." t Gaat me toch aan me hart, waarachtig, Bet. Ik zie geen lhci'1 in al die grootheid!. Ik zou der ik?J honderdmaal .liever aan een burgerman geven, dan aan een grooten me neer, die der voor der geld zou nemen." „Voor- der geld... nou Kees, ze ziet er todh' erg aardig uit,, en ze is toch wel lief ook." „Nou, over der lievigheid kan ik- niet roemen, t is waarachtig geen katje om zon der handschoenen au te .pakken." „Hei, man, je spreekt ovor je eigen doch ter." „Eigen, wat eigen, ze is ceri nuf, die ons ontgroeid is, complement van mij. Hè-je soms neg een bakkie koffie voor me, Bet? Men keel is droog van 't praten." HOOFDSTUK IV. (Reis-pl a n n e n. Het had heel wa.t. voeten in de aarde ge had," zooails moe zei, maar het was er dan toch van gekomen, en de familie Bong zou, zoohIs het monschen uit een zekeren stand betaamt, voor eenigje weken op reis gaan. Het denkbeeld was van Wina uitgegaan, maar moe had er toch dadelijk hocil' veel lust in. 't Stond zoo tegenover de enkele „vrin den," die ze hadden, en de vole, die zo hoopten te krijgen. Wie wist maakten ze onderweg geen pret tige kennissen; dat was judst 'taardige van zoo ver van je eigen land af te zijn, dan wisten de lui, waar je mee in aanraking kwam, zoo niet wie je was. In den Haag was 't bekend, dat. ze in den kleinhandel rijk geworden Rotterdammers wafen, cn daarom viel 't.hun moeilijk om in een deftigen kring te komen, maar in 't buitenland was 't natuurlijk heel wat an ders. En Wil kende zoo goed der talen, dat hielp oojt. En dan, 't genot om 's een maand of zoo uit je huishouden te zijn, geen eten te bestellen, geen wasoh te doen,, geen boek jes op te schrijven, geen brutaliteit van de mekten af te moeten wachten 't Zou een verandering zijnze had ten minste de tweeido meid, Ibij wie do slonzig heid de spuigaten' uitliep, tegen Augustus cpgezeid en nou -zou ze met een nieuwe •maar wachten tot half September, dat spaarde huur en kostgeld. Nou, dat vondl Bong ook en, warempel als 't. niet waai- was, dat had er bij hean den doorslag aan gegeven. Bong hield wol van die meevallertjes. Ochin zijn hart was 't nog zoo'n zaken man, zoo'n uitrekenaar, .verzot op een bui tenkansje. Soms ibetreurde zijn vrouw 't, dat hij er uit iwas, maar toen ze der toe besloten, was er veel voor geweest. ■De oude groentewinkel, waar volder Bong al geld in had gemaakt, begon 'hen' beideu te vervelen en toen ze, na 15 jaar gewacht- te hebben, merkte dlat Fie een broertje of zusje zou krijgen, nou, toen vonden zo dat allebei een goede gelegenheid om radicale verandering te maken. Bbng hoopte, dat 't een jongen zou zijn en verlangde, vo«or zijn zoon, een mooiere plaats in de maatschappij dan bijl zelf in nam. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 1