IS*. ISO. Tweede blad. 6*" «in ar gang. Zaterdag 4 Januari 1908. KOLONIËN. BINNENLAND. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.85. Idem franeo per poet- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vódr 10 nor 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regelsf 0.75. Elke regel meer- O.IS. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. OOST-INDIE. De rsis van den Gouverneur-Generaal. Aan de Sum. Post wordt 4 December uit Koeta-Radja geseind Do gouverneur-generaal is gisteren naar Segli vertrokken en blijft tot 14 of 15 December op de Noord- en Oostkust. 15 of 16 December is Z. E. te Pangkalan Brandan 17 December 's avonds te Oleelheue; 18 tot 20 December te Koeta-Radja 21 December gaat Z.Exc. naar Tapa Toean, Meulaboh en Poelo Raja; 29 of 30 December keert de gouverneur- generaal terug. Den 31 sten December arriveert Z. E. te Medan. Van 4 tot 6 Januari blijft i.Exc. te Mun- tok en daarna gaat het naar Batavia. Tijdens het verblijf te Koeta tad ja wordt een bal gegeven en receptie gehouden of een diner gegeven. Aan het ,,Bat. Nbl." werd geseind: 30 Nov. De landvoogd maakt gewoonlijk 's morgens vroeg een wandeling in en om Kota-Radjadaarna volgen conferenties al dan niet met den gouverneur Van Daalen. Woensdag en Donderdagavond werden wederzijds bezoeken gewisseld; gisteren is de landvoogd met gevolg te paard naar Lhonga gegaan, alwaar een conferentie plaats had met den oontroleur en de hoof den der XXV moekim en de zuidelijke nederzettingen Heden ging den heer Van Heutsz per tram naar Seulimeum. 2 D ec. Zaterdag bezocht de landvoogd Indrapoeri en Seulimeum; gisteren Laran- jong. Hij besprak met den gouverneur, be stuursambtenaren en hoofden van de XXII en XXVI Moekims en van heb gebied bui ten Sagis, evenals te Lhonga, de regelingen omtrent den heerendienst, de heffing der belasting en de cultuur van tweede gewas sen. De Atjeh-corre&pondent van de Deli Ct. schrijft over het bezoek van den gouver neur-generaal Wat do slotsom der besprekingen zal zijn? als ik het waag daarop vooruit te loopen, dan geloof ik dat deze niet anders zijn dan vermeerdering der troepenmacht. Niet om dat de toestand op Atjeh werkelijk achter uitgaande is, want dat is, behoudens enkele streken, (n.l. Tapa Toean, Lho Soèkon tn Gajo-Loeos) niet zoo, niettegenstaande den invoer der belastingen, wier inning boven verwachting gaat, doch dewijl veel te veel van de troepen gevergd wordt.. Ik heb in zoo menigen brief reeds, misschien tot ver veling mijner lezers, op de noodzakelijkheid der vermeerdering gewezen, want in het te gering aantal troepen ligt de fout en de oorzaak van het kwaad. De instructies aan officieren en commandanten zijn gestreng genoeg. Dat deze gehoorzaamd zullen wor den, is het bepaald verlangen van den gou verneur, die zelfs, naar men zegt, zijn ver spieders heeft om hem ook op dit punt hun rapporten uit te brengen, en vat natuur lijk door menig officier zelfs beleedigend wordt gevonden. Niet ten onrechte mis schien, doch t is een bewijs dab met allo kracht de onbillijkheid en wreedheid jegens de bevolking wordt te keer gegaan. Of die instructies opgevolgd kunnen wor den? De afmatting der troepen zie ik groo- tendeels als oorzaak van verschillende mis grijpen, en 't tekort aan krachten maakt het onmogelijk de herhaalde vexaties van de zijde der djahats te voorkomen. Wanneer dus de troepenmacht vermeerderd zou wor den, dan zou de inspanning der patrouil les niet zoo overmatig zijn, het aantal bivaks zou worden vermeerderd en daardoor de noodzakelijkheid verminderd, dat de troep bij de bevolking gaat ourageereu, die voor zichzelve nauwelijks genoeg beeft, de rus tige bevolking zou beter beschermd ook kunnen medewerken tot verdrijving der on verzoenlijke n, waartoe zij thans natuurlijk niet durft over te gaan, ofschoon deze wei nige medewerking als vijandschap jegens ons bestuur wordt aangemerkt. De hooiden moeten maar rapporteeren, indien de vijand nabij is. De vrees voor den djabat is bij den Atjeher veel grooter, dan de vree6 voor onze troepen. Dat spreekt van zelf; hij heeft van den dj aha t ook zooveel meer te vreezen, doch hieruit blijkt <x>k, dat de behaudeling onzerzijds niet zoo wreedaar dig is als wordt voorgesteld. En bovendien, ik zou de heeren, die er anders over den- j keu, wel willen voorstellen eens een on derzoek in te stellen bij do minderen, die in den laatsten tijd op Atjeh hebben ver keerd en voor verreweg het meerendeel niet gesticht zijn over bun leven op Atjeh van wege do zware eischen, die hun gesteld wor den, dan zullen zij ook uit hun mond ver nemen, dat in deze brieven de misstanden niet worden goedgepraat, maar dat deze in den togenwoordigen stand van zaken niet to- ontkomen zijn In eiken uithoek van Atjeh is de Atjeher zich bewust, dat hij voor zijn klachten gehoor krijgt, wat aanleiding geeft tot veel bedrog en veel last. De bedriegelijke Atjeher tracht er menigmaal een winstje uit te slaan en ver zint dus maar zijn klachten. Die niet op Atjeh bekend is, weet niet log tijdroovend en hoe moeilijk te beslechten deze zaken zijn. Er wordt schier angstvallig gelet op het voorkomen van aanmerkingen, die hier. waar in vele streken de oorlogstoestand nog heerscht. natuurlijk even gemakkelijk te maken zijn als elders. Er is geen voor komen aan. Dat ook bij vermeerdering van troepen terstond verbetering zal intreden, is moei lijk te verwachten. Een gebeurtenis zooals in deze laatste dagen te Tapa Toean heeft plaats gehad, kan altijd voorkomen. Daar is plotseling op den passar toekoe Banta, de eenige maanden geleden weggeloopen zoon van den leider van *t verzet in deze strekenT. Ben, verschenen met een bende van p.l.m. 50 man en een 20-tal geweren en heeft daar 18 gewonden gemaakt en ver schillende huizen beroofd. Even spoedig verdwenen als gekomen, kon de patrouille uit 't bivak, dat ongeveer een kwartier van den passar gelegen is, niets meer uitrich ten en geen gebruik maken van de mooie gelegenheid om geweren te halen. Het be richt was achtergelaten dat T. Ben den volgenden dag met 300 man zou terug komen, wat natuurlijk niet is gebeurd. Een aardig staaltje van het feit, dat ook bij den Atjeher nog wel trouw bestaat is dit. Deze rampaspartij had plaats rondom het huis, waar door een Europeaan het post kantoor wordt waargenomen. Deze was ach ter zijn woning uitgevlucht naar een Atjehsch huis, waar 12 mannen zich tot bescherming opstelden. T. Bante kende hem natuurlijk, liet zijn huis doorzoeken, doch de man werd niet gevonden. De 3 uitge zonden patrouiles om T. Ben te zoeken, maakten een vergeetfschen tocht. Evenwel wij kunnen de toekomst hoopvol tegemoet zien. De vroeger onvindbare T. Ben heeft met de in den laatsten tijd tegen hem uit gezonden colonnes herhaaldelijk aanraking gehad. Men kan nu vrijwel geregeld zijn spoor volgen. Gewoonlijk heeft hij vrij veel volk bij zich, waarvan hij verschil lende troepen maakt, die, naar alle zij (jen als voelhorens uitgezet, tijdig den naderenden onraad hem kunnen melden, zoodat hij zich gedekt door en te midden zijner vele vrou wen uit de voeten kan maken. De gelegen heid moet zich dan ook wel voorgedaan hebben om hem te dooden, doch dan ten kosto zijner vrouwen, die door do salvo's zouden worden neergelegd. De comman dant durfde daartoe geen bevel te geven. Dat was te gevaarlijk- voor zijn positie. Ook een feit als te Seudoe dezer dagen geschied is, is niet altijd af te wenden. Een vrouw poogde daar/ in den nacht met een klewang de prikkeldraadversperring te vernoielen. Zij werd doodgeschoten. Waarschijnlijk een poging tot wraak. Met belangstelling zien wij den uitslag van het verblijf van den gouverneur-gene raal hier tegemoet. Dat dientengevolge de toestand voor troepen en bevolking ver beter e. 5000 man in naam althans doen thans het werk. Een 1000 of 1200 man daarbij zou dus een goeden stoot aan de zaken kunnen geven. Of deze te vinden zijn? Hier staan wij voor een vraag, die wij moeilijk beantwoorden kunnen en van het antwoord hangt thans vrijwel* het ge- heele Atjeh-vraagstuk af. Wekkers artikelen. De arti kelen van den oud-marechaussée-officier, g_- titeM,Hoe beschaafd Nederland in de twintigste eeuw vrede en orde schept op Atjeh'', zijn door De Avondpost gezonden aan den civiel en militair gouverneur vau Atjeh en onderhoorigheden, den heer Van Daalen, die door zijn secretaris, d.d. 6 December, uit Koeta Radja aan de redac tie van genoemd blad het volgend schrij ven deed toekomen Ik heb de eer uw redactie de goede ont vangst mede te deelen van de mij" toegezon den nummers, waarin voorkomen de arti kelen, geschreven door een oud-ma réchaus- sée-officier, getiteld: ,,Hoe beschaafd Ne derland in de twintigste eeuw vrede en orde schept op Atjeh". Op den voorgrond stellende, dat die toe- zending mij overbodig toeschijnt in verband met de uw redactie bekend zijnde omstan digheid, dat uw dagblad mij geregeld wordt toegezonden, vermoedelijk als contra-be leefdheid tegenover de sedert eenige jaren in gebruik zijnde gewoonte, dat uw redac tie een exemplaar van de politiek maand verslag betreffende dit gewest wordt toege zonden, zeg ik uw redactie toch dank voor de attentie, mijn aandacht te vestigen op genoemde artikelen. Hoewel het niet op mijn weg ligt 'met uw redactie een polemiek te voeren omtrent de juistheid dier artikelen en het mij ook niet lust-, om openlijk tegen het in die artikelen voorkomende op te komen, kan ik toch niet nalaten, uw redactie mede te deelen dat aangezien u blijkbaar meer waarde hecht aan 't door Wekker" geschrevene dan aan den inhoud van mijn verslagen en u blijk baar een onwrikbaar geloof schenkt aan de juistheid dier artikelen (althans uit de aan kondiging dier artikelen van de hand van uw redacteur blijkt niet, dat aan de juist heid wordt getwijfeld), ik verder wensch verschoond te blijven van de toezending van uw dagblad, terwijl mijnerzijds de toezen ding van het politiek verslag zou worden gestaakt. Dat het feuilleton van '„Wekker", waar in o. ra. voorkomt een verdachtmaking van de juistheid der officieele politieke versla gen, terwijl de artikelen zelf *.en aanscha keling vormen van grove leugen© (onjuist heden is te zacht uitgedrukt), en indien geen leugens, van verregaand overdreven voorstellingen van zaken, waardoor dat ar tikel in mijn oogen niet meer is dan een leugenachtig pamflet, door uw blad is ge plaatst, nadat verscheidene fatsoenlijke dag bladen hadden geweigerd het op to nemen, maakt, dat ik niet- dan met. tegenzin uw dagblad zou kunnen ter hand. nemen". Hier volgen schrijft de „Avond post' enkele beschouwingen van den gouverneur over een persoon, met name genoemd, dien hij voor den schrijver houdt en die, naar Z. H. E. G. be weert, reden zou kunnen hebben om hem slecht gezind te zijn. Wij mogen natuurlijk aan het verbreiden van gis singen over den naam des schrijvers niet meedoen, en achten ons derhalve verplicht- dezen passus niet over e nemen. De brief sluit aldus: Het door u geplaatste pamflet is derhalve een uiting van persoonlijke haat tegen den persoon van den civiel en militair gouver neur van Atjeh en onderhoorighedeii Ten slotte stel ik er prijs op hierbij uit drukkelijk te verklaren, dat ik uw redactie niet veroorloof dit schrijven openbaar te maken of daarvan voor welk doel pok ge bruik te maken. De redactie van De Avondpost schrijft onder dezen brief, dat zij het militair con signe van verbod van openbaarmaking van dit schrijven overschrijdt, omdat heb haar to doen is om de waarheid in ons Atjoh- beleid. De inbraak in landa kas te Djocja Men meldt uiiit Semarang, d.d. 4 Dte- cemlber oan de Javabode: Heden 'beëindigde de raad van Justitie alhier de zaak tegen de beklaagden Prugel, Vons en Kiihn, beschuldigd vam inbraak in 's laoidö kas te D jok ja, cup den 23en Juni jl. Tegen de beide eerstenwerd door den officier van justitie geëischt 1 jaar en 9 maanden en tegen Kühn, die destijds aan wees waar een deel van den buit was ver borgen. 1 jaar en 3 maanden gevangenis straf. In zijn gebouw Excelsior te Amsterdam hield het Christelijke Letterkundige Ver bond, Maandag zijn wintervergadering, waaromtrent men ons het volgende mede deelde Na opening der bijeenkomst door den voorzitter, den heer H. J. Hogenbirk, met gebed, werd de bespreking geopend over punt 1 der agenda Is een nieuwe Bijbel vertaling gewenapht waarmee na een le vendige discussie tusschen de heeren ds. Gezelschap, ds. Van Eeghen, A. van Os, Van Veen, Ca Hen bach en ds. Brummelkamp instemming betuigd werd. Na do pauze hield dr. N. Mansvelt (Am sterdam) een rede over Taalverwantschap een gemeen belang van Nederland cn Zuid- Afrika. Spr. ving aan mot er op te wijzen dat de Afrikaner aan de Hollandscho taal is blijven vasthoudon, ondartka een schei ding van bijna twee-en-een-halve eeuw, on danks afstand eu het feit, dat Holland zijn stamverwant bijna geheel vergat Er is verschil in zinsbouw en woordkeus, maar zelfs do nieuwgevormde zuiver Afrikaansche woorden zijn uit Hollandscho bestanddee- ien opgebouwd. Spr. noemt als oorzaken daarvoor het trouw gebruiken der H Schrift, dat steeds den boer op zijn boom wagen vergezelde. Slechts de klinkers leden onder den Engelschen invloed. Spr. staat nog bij. verschillende verschijn selen stil en wijst er o. a. op, dat er in Kaapkolonie over 't geheel slechts 3 a 4 uur per week les word gegeven in de Holland scho taal, tegen 24 in het Engelsch. De groote massa spreekt een taal. waarvan het Hollandsch wel de kern is, maar die langzamerhand door vervormingen onver staanbaar werd. Daarom is het goed te ijve ren vqpr een Hollandsch-Afrikaansche taal. De beoefening daarvan vindt reeds leven dige belangstelling bij jong Zuid-Afrika se dert den oorlog, getuige o. a. do Afrikaan sche vrouwenbeweging, de afschaffing der Engelsche ceremoniën in do Hollandscho kerk, oprichting van debatingclubs, do stich ting van een letterkundigen bondJong Afrika. Ook verschijnen reeds 2 Tijdschrif ten in de Hollandsche taal, terwijl bij. pleidooien vele advocaten er zich van be dienen. Wat het gemeen belang van Neder land in Zuid-Afrika aangaat, was ook Spr. van meening, dat in de overwinning van de Hollandsche stam in Zuid-Afrika een waar borg ligt voor ons onafhankelijk volksbe staan. Nederland heeft er belang bij het on derwijs in Zuid-Afrika te steunen. Spr. wijst op het feit, dat Afrikaners aan onze universiteiten komen studeeren, dusdoende, na hun terugkeer, krachtig het Hollandsche element versterkend, terwijl onze weten schappelijke mannen er in de toekomst, een ruim veld ter bearbeiding zullen vin den. Er is daar plaats voor onderwijzers, dokters, predikanten en handèlaren, meer dan voor ambachtslieden, die er overcom pleet zijn. Niet echter van het soort zooals er velen vóór den oorlof Zuid-Afrika kwamen overzwermen en de Hollandsche reputatie een .boel kwaad deden. Y»at voor Indië werd afgekeurd, werd voor ZuidAfrika nog goedgevonden Spr. bepleitte ten slotte de wen schel ijk- heid van de oprichting eener Hollandsch- Afrikaan8che Stoomvaart-Maatschappij Na een korte gedachtenwisseling en dank- zegging door den heer Van Os, werd de ver gadering gesloten. Staathuishoudkunde en Statistiek. Voor de Vereeniging voor de Staathuishoudkunde en de Statistiek zij:n, ter behandeling in de in 1908 te hou den algemeen© vergadering, aan de orde gesteld de vragen „Welke gedragslijn moet aan de gemeen ten worden aanbevolen in het belang van haar doelmatige uitbraiding „Zijn wets wijzigingen noodig om die ge dragslijn mogelijk te maken? Zoo ja, wélke? Bereid verklaard om over deze vragen van praeadvies te dienen hebben zich de heeren mr. H J. Niieboer, te Rotterdam; mr. dr. H. J. Romeijn, te 's GravenhageJ. W. C. Tellegen, te Amsterdam, en mr. J. H. Valckenier Kips, te Zeist. Boekbeoordeeling. Het ge Hoof van den nieuwen mensoh, door dr. M. H. J. Sdhoenmae- kers, ui'tg. Hollandia Drukkerij BaarnEen ernstig .geschreven en ernstig bedoeld! boek door een gewezen katholiek priester, die nochtans met piëteit dentot aan en spreekt over de kerk, te midden, van wélke hij lan gen tijd geleefd heeft, maar die zich tJhans slechts .gélukkig kan gevoelen bijl wat hij noemt- de „vrije levensvisie", die 'hem aJls t ware heeft verjongd. Die vrije levens visie, wat zij is en wat -zij geeft, zij geeft éénheid van zdel en lichaam en menschelijk geluik ontvouwt de schrijtver in deze blad zijden, die menige goede en séhoone ge dachte bevatten en -ook met stichting gele zen .kunnen worden door hen. die zich nog niet ontgroeid gevoelen aan hét kerkelijk geloof en daarbij hun geluk vinden. Terug toot Christus, een bundél pieeken 'door dr. A. H. Haentjes, uitg. G. W. Groeneveld, Haarlem. Een elftal godsdienstige toespraken van den bekenden Haarlemsdhen predikant. Be halve als woorden van stichting zijn des» opétellen 'bedoeld als uiteenzetting van de beteekenis der Christelijke leer, zich afspie gelend in de Evangeliegeechiedenie, die iS begrepen tusschen Advent en Pinksteren. Duidelijk en ernstig zegt de schrijver wat •hij te zeggen heeft. Daar zijn schoone ge dachten in gekui8chte taal vertolkt, het is een boek, dat men niet zonder stichting leest, gleed van overtuiging ligt er als 't ware over uitgespreid. Ook voor hen, die misschien in godsdienstig deniken niet een zijn met den schrijver, zal dit boek een ze gen kunnen hebben. Bond van Vrije Evangelische Gemeenten, door M. Mooij, uitg. Hol landia Drukkerij, Baarn. In <fit tiende nr. der serie „Kerk en Stele" zet de schrijver de beginselen en de geschiedenis uiteen van den in 1881 opge- -riebten .bond van vrije christelijke gemeen ten, die, wars van de organisatie der Jood- sche kerk, zich voegen naar het vrije, zelf standige leven der eerste christelijke ge meenten Het Kind, zijn geestelijke en lichame lijke opvoeding, in navolging van prof. Bóe- dcrt's werk, door dr. Oom. de Lange, kin derarts, uitg. H. Meulerihoff, Amsterdam. In de thans verschenen achtste afl. wordt onze aandacht al aanstonds getrokken door eenige kinderteckeningen, die te leeren geven, waar zij beschouwd worden met tee- keningen van bijna de kinderschoen ontwas- senen. In hoofdzaak evenwél is deee afl. gewijd aan dc geeetelïjike verzorging en op voeding gedurende den schooltijd en in de school, waaihij o.a. ter sprake komt het systeem-Kleefstra. Zonder verder uit te wei den over den inhoud dezer afl. wil ik slechts ouders en o-pvoeders opmerkzaam maken op dit belangrijk werk. Inderdaad, .men kan over dit onderwerp niet te veel lezen en na denken, als aan onzen zorg jonge levens zijn toevertrouwd, van Wier jeugd allee af- fliangt voor heel hun leven. Het Raadsel Vü e r Zuidpool, uit gave voor de Vereeniging van natuurvrien den „Kosmos" door J. C. Dalmoijer, te Amsterdam. Aan deee vereeniging danken wij reeds dé populaire en nuttige werkjes over het zinneleven der planten, de zon en sterren en nu komt dit niet minder .be langrijke boekje zich aanmelden. De schrij ver Jo. M. Proeft blijkt der zake kundig te zijn niet alleen, maar hoeft bovendien slag er van om hetgeen hij weet- kort en goed en begrijpelijk voor ieder weêr te geven. De Wonderen der Techniek, on der redactie van Borgedhoff, Van den Bergh, En'klaar, Verhagen cn Willckens, uitgave van J. C. Dalmeijer, te Amsterdam. Het geheeüe werk zal bestaan uit vier deelen van ongeveei 300 bladzijden, elk met eon vijftigtal platen versierd. Elk deel koet f 3 of gebonden f 3.50. Het tweede doeö kwam van de pers, het .handelt achtereenvolgens over: De metalen in de geschiedenis der beschaving; Het ijzer in de geschiedenis Moderne mechanismenModem Oorlogs tuig; Modern Ingenieurswerk. Het boek doorbladerende valt het ons aanstonds op, dat wij «hier te doen hebben met oen koste lijk weik. De deskundige zal het nu en dan ter hand Willen nemen, maar in veel rui mer kring zal het nut doen. Inderdlaad de vorderingen op wetenschappelijk en tech nisch gebied zijn. zoo groot, dat er veilig gesproken kan worden van „wondéren", in het oo<* van don oningewijde. En ook deze heeft- vaak verlangen den, sluier van het ge heimzinnige althans gedeeltelijk opgedicht te zien. Wij allen vragen zoo dikwijls „hoe gaat dit ,of koe is dat?" Onze weetgierig heid Wordt hier bevredigd Die lust heeft, kan hier heel wat wijsheid! opdoen en ant woord vinden op 'tal van vragen, die zich gedurig aan ons opdringen. Het is heerlijk altijd zoo'n vraagbaak bij de (hand! te heb ben T ij'd'Schri ft e n. Den Gulden W i n 'k e 1, maandschrift voor .boekenvrienden in Groot Nederland, onder red. van Gerand van Bekeren, uitg. Hollandia Drukkerij, Baarn. Het Dec.-nr. 'bevat o. a. een Ibéllangrijüc interview „Bij Jób. Reddingiuis" (met por tret), door J. D. C. van .Dokkum. Voorts „Boekenschouw", door den redacteur e. a., een paar curiosa omtrent Piet Paaltjes en den Schoolmeester, en. de gewone rubrie ken. Buitenleven, weekblad voor huis en hof, onder red. van K. Siderius, uitg. M. Olivier, Amsterdam. In de laatstverschenen afl. het vervolg van „hoe men zijn tuin aanlegt", iets over dé leliën", met afbeel ding van 1 ilium aturatum (goudlelie) en lilium giganteum (reuzen lol ie), en eindelijk o\er „twee gewassen in één jaar", waar elke tuinier op bedacht moet zijnDit tijd schrift biedlt zijn albonnés eigenaardige voor- deelen aan, in don vorm van gratis ver strekken van bloemen, planten, ditmaal zelfs een driejarige appel- of pereetruik Het Leve», algemeen grill, weekblad, red. N. li. Wolf, uitg. Schwartz en Co., te Amsterdam Het Kerstnummer was met bi zonderen zorg samengesteld en uitgevoerd, het had mooi geïllustreerde artikelen over het bezoek van den Duitecben Keizer, over dc tooneelspeélster ErfmannSasbadh, enz Dan een paar flinke opstellen en mooie pla- ten met betrekking tot het Kerstfeest, enz enz. De Nederlancische Spoctator, red. mr. H. Louis Israels, uitg. Meulen hoff en Co., Amsterdam Behalve „Spreuken" van Bolland en een art. van Schepers over „De Renaissance van do Middeleeuwen", hoeft de laatste afl. van don 48eten jaarg een opstel over „Heft Fransaho Boek'" en een paar curiosa door Van Hall en Clant van do MyllPiepers, het een over een haltven versregel van Sa muel van Loen en het ander over ihet druk foute ndU i velt je bij Ibsen Op de Hoogte, ,red. J. C. Waal, uitg. Naaml Vennootschap enz. Op het om slag „De Ster van Beth>lchom". als bijlage „de wereld is wit". Wat den inhoud van deee laatste afl. van den vierden jaarg. be treft, zij vermeld een gciïl. art. over „'n casa öhr. Colonib", een lieve, mooie idylle van Marie Mctz Koning „Van de Verzoe nende Liefde" en een opstel van Baljon over Kerstmis, een aardig schetsje „Pech" door Jo Sernéo cn eon art. over Karl Lar son door Verster, terwijl Hermann schijft over Robert Sdhumann. Kortom veelheid en afwisseling van ötof en zorgvuldige illus tratie. Een cn ander handhaaft den goeden naam van Op do Hoogte. De Werkende Vrouw, weekblad! voor vrouwen, orgaan voor huisvrouwen, huishoudsters, verpleegsters, winkeljuffrou wen. naaisters en dienstboden, ondor hoofd-, red. van Sylvia Regina, uitgave van M. v. d. Beek, 'e Gravenhage. Een nieuw weekbladHet eerste nr. heeft als feualletion een Nieuwjaaresöhets, een hoofdart. over Werken, voorts een art. over Toilet (de wintermantel), een rubriék Voor de Jeugd, een „Wenken en Raadgevingen", „Recepten", enz. Zijn er .wat meer nrs. ver schenen, dan kom ik gaarne op deze nieu weling terug.. F. W. DRIJVER.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1