5*, «I». <»',c Jaar^aiis. Dinsdag 28 Januari 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. DE SVENSSONS. RSFOORT ABONNEMENTSPRIJS! it 3 maanden toot Amersfoortf 1.25. Idem franco per post1.75. Vonderlijke nnmmers- 0.05. ize Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering ran r,'<m- en Feestdagen. hertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 'tj morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. FBIIS DER ADVERTENTIfiN: Van 15 regelsf 0.75, Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De Fransclieu in Marokko. Het debat over do Marokko-interpellatiën de Fransche Kamer heeft een breeden pang aangenomen. Twee vergaderingen n er aan besteed; en nog is het debat et uitgeput Heden wordt het voortgezet. Het optreden van den oud-minister Del- ssé. die in 1905 wegens zijn politiek be jel in Marokko is gevallen, heeft op het rste gedeelte van dit Idebat den stempel drukt. Het is bekend, dat zijne eigen ïbtgonooten destijds zijn verder aanblij- n ais een gevaar voor den staat beschouw- Tkans heeft hij de Kamer blijkbaar i dien indruk gebracht van zijne woor- Aan liet einde van zijne rede werd hiji warmte toegejuicht, waarbij het in'tus- aen twijfelachtig blijft of die 'bij'val gold welsprekendheid van den redenaar of de nkbeelden, die hij verkondigde. Iel Journal des Débats, dat blijkbaar r gezien had, dat Delcassé gezwegen i, zegt er van: ,,De rede was ongetwij- d schitterend, maar het was toch de vraag zij op hare plaats was." Dezelfdegedaohte %edt men ook terug in eene blijkbaar offi- ïuse correspondentie van de Köln. Ztg. t Berlijn, waarin wordt gezegd: ,,Of het gen woordige tijdstip voor Frankrijk ge hikt is om de oude geschilpunten op te kelen, zij aan de beoordeeling van de •arische regeering en de Franscken overge- en. Wij zouden 't voor beter gehouden 'bben de oude geschillen niet weer te ber- te breiv i, vooral omdat de Marokkaan se kwestie nog niet met den koelen blik .n den geschiedschrijver kan worden be- houwd, maar geheel in het middelpunt van levendigste belangstelling staat. Zij kan >g tut vele gedaohtenwis&ei'ingen tusschen raakrijk en Duitse hl and leiden, die niet irgemakkelijkt worden, wanneer van Fran- ihe zijde een staatsman van 'beteekenis als ekassé tonen aanslaat, die duidelijk ohau- ntstisch klinken." Van eene andere vpva/tvtrig-gioafv -uioUtoijjo ijk die de hoop uitdrukt, dat de rede van Kilcassé tot eene vermindering van de vanning zal bijdragen. De verzekering van elcassé, dat ihij de voort-durende verstor ing van Frankrijk's internationale positie echts als krachtig vredesiinstrument wil ge- rm'ken, kan niet onopgemerkt blijven. Na ruk legt ie Temps overigens op de waar- huwing aan liet slot van Deloassé's rede, at het grootste gevaar, dat Frankrijk's be- .ngen in Afrika kunnen loopen, gelegen is Let in het gevaar van buiten, maar in dat, at uit de eigen tekortkomingen zou voort- loeien. „Het is de taak van de regeering om ie belangen te verdedigen. En het eenige landaat, dat de Kamer haar moet geven, i dat om het noodige te doen, niets dan .et noodige, maar al het noodige om ze te e waren." Nu blijft natuurlijk de vraag, wat men U'kr het noodige verstaat. Dat zal men ïisschien minder nog leeren kennen uit do ïotie, waarin de Kamer hare meening uit rukt tot besluit van detze debatten, dan it de handelingen, dio daarop zullen vol- en. Wat verluidt over de in den laatsten mi- .isterraad genomen besluiten, maakt het annemolijk, dat de loop, dien de gebeur- enissen in Marokko genomen hebben, tot groote omzichtigheid stemt. Er zullen geone j nieuw© troepen naar Marokko gezonden worden, en het sluiten van eene Marokkaan- soke leening zal niet begunstigd worden, j Dio leoning zou aan sultan Abdeil Aziz ten I goede gekomen zijn, wiens credietwaardig- beid nu allerbedenkelijkst geschokt is, zoo dat de Fransche regeering zelve waarborgen zou moeten geven, als zij hem geld wilde verschaffen. Daarop nu laat zij zich niet in, ofschoon Clemenceau nog niet lang geleden hem den ©enigen werkelijk erkenden sultan noemde, en daar zij ook hare kleine leger macht in Marokko niet versterkt, hetgeen onvoorwaardelijk noOdig zou zijn om hem hulp te verkenen, beteekent het laatst ge nomen besluit, dat Frankrijk den in nood. verkeerenden heerscher aan zich zelf over laat. Hem te ondersteunen, zou eene des te mooie)ijker taak zijn, nu zijn aanhang, blij kens de berichten, dagelijks meer inkrimpt. Wat aan zijne populariteit den mees ten af breuk heeft gedaan, is trouwens de aan klacht, dat hij 't met Frankrijk houdt. Ook Spanje zal, blijkens de verklaring van den Spaunschen minister van 'buitenlandsch© za ken zijn wettelijk gezag eeibiödigen, maar zich tegenover de geschillen om den troon onzijdig houden. Abdel Aziz zal zich onder deze omstandigheden bezwaarlijk op den duur kunnen handhaven; hij is een slacht offer van hot buitenlanld. Frankrijk. F a r ij s, 2 7 J a n. De Kamer zette heden de leraadslaging voort over de in ter pel la- tiën omtrent Marokko. Raiberti drukte de meemug uit, dat de staatkunde in overeen stemming moet blijven met de acte van Al geciras, maar dat de wijze van toepassing moet veranderd worden. Na eerst mei ingenomenheid te hebben ge wezen op de toenadering tusschen Rusland en Engeland en geconstateerd te hebben, dat het verkieslijk geweest zou zijn de moeilijk heden in de algemeen© politiek, ontstaan ten gevolge van het Marokkaansche vraag- stuK, te vermijden, zeide Dcsohanel, dat hij noch een politiek van verovering wensclit, ji,iv*l>x3prijsgeven, die een aiodicatie van Frankrijk ramp voor Aigerië. Europa heeft Frank rijk's speciale belangen erkend. De Fran sche politiek is behoorlijk bepaaWdzij moet ld© veiligheid van Aigerië en de waardigheid van Frankrijk waarborgen. Tournade 'breekt een lans voor eene poli tiek van waardigheid en nationale fieibeid. Dubief zegt, dat men anders over eene politiek van fierheid kan denken dan Del cassé. Hij vraagt, dat ide regeering nauw keurig het deel van de bewegingen der troe pen om Casablanca zal doen kennen. Het zou dwaasheid zijn Abdel-Aziz weder naar Fez terug te brengen. Wij moeten ons be perken tot het uitoefenen van politie-toe zicht in de havens. Dolafosse kwam in verzet tegen den door Jaur s gegeven raad om zioh terug te trek ken. De minister van buitenlandsche zaken Piihon verklaart, dat de politiek wordt be- heeischt door de akte van Algeciras, die echter slechts onvoldoende palliatieven aan de Land doet. Frankrijk heeft niets te ver belgen voor Europa, dat voortdurend op de hoogte 'gehouden wordt van wat Frankrijk doet. Maar het is niet noodig steeds op te letton of niet de eene of andbre mogend heid zal protesteeren. ij hebben aan generaal Drude instruo- tiën gegeven om de rust in Casablanca en omstreken te herstellen, zonder zich in het binnenland te wagem. Ook was hem mach- tiging gegeven tot de inneming van de kasbab der Mddioeua's. De minister bracht hulde aan de door generaal Drude betoonde volharding. Onze taak te Casablanca is slechts van tijdelijken aard. De regeering heeft er reeds over ge dacht de Fransche troepen te vervangen door mehallah's van -lea Sjerif (Beweging). De generaal, die thans het bevel voert, zet de taak van generaal Drude voort. Te Settat werd geen nederlaag geleden, zooals de heer Jaurès beweerde. De mekallah van Moelay Rachid werd teruggedreven met een verlies van 150 doode.n. Dit gevecht heeft den vijand een indruk gegeven van onze macht. De minister verklaarde niets dan lof te hebben voor generaal d'Amade, die snel en krachtig had ingegrepen. Hij neemt de onzijdigheid in acht tegenover de Sul tans, maar doet o.pmerken, dat de akte van Algeciras meer neigt naar de zijde van Abdel-Aziz. Onder het gelach van de Kamer leest hij de proclamatie van Moelay Hafid voor en zegt-: Abdel-Aziz is nog steeds de eenige erkende Sultan; hij is de eenige borstwering tegen de anarchie. Tot nader order vertegenwoordigt hij nog de Marok kaansche belangen en h-j heeft ons de vol doening beloofd, waarop wij recht hebben en die in overeenstemming is met de akte van Algeciras. Moelay Haiid daarentegen heeft den heiligen oorlog afgekondigd. De ophef fing van het maghzen zou ue anarchie ten troon verheffen. Al deze overwegingen raden ons tot voor zichtigheid. Hot accoord met Spanje legt ons de verplichting op, het mandaat te vervullen, dat Europa ons heeft toever trouwd. In overeenstemming met de ver klaring van den Spaanscben gezant, dat de souverein van Marokko de internationale overeenkomsten moet eerbiedigen en dat Frankrijk en Spanje volkomen eenstemmig zijn, lean met Moelay Hafid niet worden on derhandeld. Daarom ijn wij ■>-<*»«- r*-~wo gegaan, om direct, met Hen Sultan te spre- Jaurès heeft ten aanzien van de leen in g zich de kapitalistische belangen aangetrok ken. Er is echter geen sprake van een lee ning en er zal geen leening gesloten wor den. Toch kan ik niet de verbintenis aan gaan, dat de financiën \an den Sultan geen behoefte zullen hebben aan een leening over eenkomstig de akte van algeciras. Met die akte is ook onze politiek in overeenstem ming. Onze zaak is do zaak van Europa, be halve wat de Algerijnsche grens betreft, waarvoor ons bijzondere rechten zijn toe gekend. In antwoord aan Delcassé zeide de minis ter, dat het Marokko-vraagstuk verban'd houdt met- de algemeene Fransche politiek. „Onze loyauteit kan niet in twijfel worden getrokken. Wij- hebben deze politiek niet uitgevonden, maar hair geërfd. Laten wij ons dus verzoenen onder vaststelling van de plaats, die Frankrijk zich hecA veroverd". De minister verklaarde daarna zich te ver heugen over de bondgenootschappen, over eenkomsten en vriendschapsbanden van Frankrijk met talrijke mogendhedenDeze overeenkomsten zijn tegen niemand gericht. (Levendige toejuiching links). Onze politiek draagt bij tot den wereld vrede. Wanneer Frankrijk zich vrijwillig naar do conferentie heeft turven, dan was liet om voor het hooge beginsel van het be houd van den vrede op te komen. Men moet niet zeggen, dat het land f' -ardoor verzwakt is. Het ropublikeinsche Frankrijk, versterkt door zijne bondgenootschappen en zijne vriendschapsbandenza: nooit iets to vree- zen hébben wegens zijn buitenlandsche poli tiek". (Herhaalde toejuichingen links). Morgen voortzetting i ,.n deze debatten Parijs, 28 Jan. De aartsbisschop van Parijs, kardinaal Richard, is heden morgen om half zeven gestorven. Engeland. De vice-minister Winstor Churchill heeft in eene rede, die hij te Birmingham hield, gezegd, dat hij niet dacht, dat er in de eerste drie jaren algemeen© verkiezingen, 1 :i gevolge van ontbinding van het parle ment, zouden komen. Maar wat niet ver wacht world, kan toch wel gebeuren. Denemarken. Kopenhagen, 27 <- an. Ritaau's Bu reau verneemt, dat de Koning en de Ko>- ningin van Gnoot-Briittann en Ierland bin nenkort een officieel bezoek aan het Dëen- sehe Hof zullen brengen. De minister van landsverdediging heeft bij het Folkething een wetsontwerp inge diend, waarbij 460,000 kronen worden aan gevraagd tot aanschaffing van eene onder- zoesche boot, die in het buitenland gekocht en in den Oeresond gestationeerd zal wor den. Italië. Rome, 27 Jan. Bij besluit van den minister van de schatkist is de rente van dis conto's en voorschotten van emissaebaaxken van 5J tot 5 pet. terug gebracht en de mi nimum-discontorente van wissets der le cate gorie van 5 tot 4£ pet. Spanje. Op eene vraag van Moret verklaarde de minister^ ^k.de. j&ree- roirl, dat over twee of drie weken zal ver schijnen. De minister van onderwijs heeft bij de cortes een wetsontwerp ingediend, tot ver hindering van den uitvoer van kunstwer ken. Onder de monarchalen te Madrid heerscht groote verontwaardiging, omdat dc gemeen teraad van Barcelona geweigerd heeft, op den naamdag van den Koning de vlag uit te steken. In ieder geval is dit kenschetsend voor de d r heerschende stemming. Oosten rijk-Hon garije. Weenen, 27 Januari. In eene ver gadering van de commissie voor buitenland sche zaken o'oi Hongaarsche delegatie, gaf do minister van buitenlandsche zaken ba ron Aerenthal een overzicht van de buiten landsche politiek der monarchie. Sedert de laatste zitting der delegatie zeide hij is er niets in de wereld voorge vallen, dat een ongunstigen invloed heeft gehad op de stelling van Oostenrijk-Hon- garije De tegengestelde stroomingen, die zich krachtig openbaarden in het Europee- sche statenstelsel zijn niet verdwenen, maar verzacht. De vreedzame ontwikkeling der natiën is versterkt. De vrede is door veel vuldig© waarborgen omgeven, welk© d© vol ken moeten geruststellen. Talrijke bijeen komsten van vorsten en ministers hadden plaatsdo neiging is steeds de betrekkingen tusschen de staten nauwer toe te halen. De politiek van toenadering strekt zich ook uit tot de betrekkingen tusschen Engeland en Duitschland. Wij verheugen ons daarover, want het stelt ons gerust te zien, dat En geland de meest vriendschappelijke betrek kingen met Duitschland, onzen krachtigen bondgenoot, onderhoudt. De pogingen om de betrekkingen met Ita vriendschappelijker te maken, werden met succes bekroond. Ouzo vriendschapsbetrekkingen met deze mogendheid zijn van groot gewicht. Alle incidenten, die kunnen voorkomen, zullen in de toekomst vriendschappelijk worden op gelost. De minister sprak langdurig over den stand van zaken in de Balkanstaten. Hij bracht het groote nut in herinnering van het Oosten rijksch-Russdsclie comité, met name met bet oog op de bescherming van. de Christenen tegen de Turken. Hij rekent in dé toekomst op dë eerlijke medewerking van de Turksclie regeoring. Uit Belgrado, Sofia en Athene ontvingen wij geruststel lende verzekeringen, dat zij op hun gebied de vorming van benden niet zullen toelaten. Onze politiek wordt geleid door welwillend heid jegens allen. Dc minister roemde de Rumeensche poli tiek. Wat Frankrijk betreft, de aote van Al geciras heeft ons de gelegenheid geschonken het bewijzen van onze vriendschap ©n ons vertrouwen te schenken. Frankrijk ©n Span je eerbiedigen het beginsel der conferentie van Algeciras. Wij hebben geen redenen on6 te verzetten tegen hunne tijdelijke mili taire maatregelen. Met voldoening maakte ide minister gewag van du vriendschappelijke betrekking der Vercenigde Staten eu Japan. De Haagsche conferentie heeft, al kon zij de moeielij'kheden der kwestie van do ont wapening niet japlossen. tgch efm„T>ita»hiv»lH het internationale recht. Zij hoedt de rich ting aangegeven, waarin men in de toe komst zal moeten voortgaan om de onder linge betrekkingen tusschen de leden van de beschaafde menscliheid tot ontwikkeling. te brengen Getrouw aan onze Balkanpolitiek hande len wij niet ter verkrijging van grondge bied. Onae taak is daar van oeconomischen aard. Vervolgens sprak hij over de oecouonxische kwestie en eindigde met de hoop uit te spre ken, dat de delegatie uit het overzicht, dat hij van den toestand had gegeven, de over tuiging zou putten, dat de regeering in de be handeling der buitenlandsche aangelegenhe den trouw is gebleven aan de steeds door de delegatie goedgekeurde beginselen, die strekken om de bondgenootschappen te hand haven eu de vriendschapsbetrekkingen te onderhouden tot versterking van deu alge meen en vrede. Onze stem in het concert der volkeren zal zich alleen kunnen doen gelden als onze arm krachtig is. Daarom verzoaht de minis ter de begroeting van buitenlaoidsohe zaken goed te keureu en ook de zeer matige kre dieten voor oorlog en marine. Tweede telegram. Do commissie uit d© Hongaiarsche dedegatie heeft heden met Naar het Zwtedtch 1 »OOR PH. M' IJ S M A X. Het was zijne illusie alle bezwaren der menschen te vernemen, alle harten voor hem geopend te zien. Als 'het kon geschie den gaf hij hier een verstandigen raad, daar een kleine tegemoetkoming; maar altijd een. hartelijken handdruk en een deelnemen- den blik uit een paar grijze oogen, die bijna schuil gingen tusschen de dikke wangen en de zware wenkbrauwen. Hij was de koning zonder kroon van Skralby. Als het er om te doen ware geweest Zijne Majesteit te Stockholm te veronachtzamen, den Burge meester boos te maken of dokter Sköldgrem verdriet te doen, dan zouden niet vele Skralbyers langen bedenktijd voor eene be- Islissing noodig hebben gehad. „De nieuwe Kantonrechter" werd! nog zoo genoemd, toen hij reeds jaren lang zijne betrekking bekleed had; maar dè Sfkxalby- sche burgerij kon nog maai- niet aan zijne deftigheid1 gewend raken. De oude, nu over leden Kantonrechter Klaberg was ook zeer voornaam geweest en hij had liet ontzag voor zijn ambt er in weten te houden door luidl schreeuwen op straat en plein; door het afranselen van spotvogels, eu dOor het afsnauwen der boeren. Ieder die een natte plek op zijne vloer maakte werd eenvoudig de deur uitgesmeten. Ja, zulk een vorm van bureaucratie was verstaanbaar voor de bewoners van het stadje. Maar toen mijnheer Stanger recht op, mager, stroef en trotsch als een pauw zijne verbaasde oogen over de eerste verga dering liet glijden met eene uitdrukking alsof hij niet menschen, maar wormen voor zich had; en toen hij eene akelig geleerde toespraak hield, geeuwden de goede Skral byers en lachten hem achter zijn rug uit. Toch zorgde men wel dat hij 't niet merkte want mijnheer Stanger verlangde bepaald dat- iedereen diep voor hem zou buigen als voor den eersten persoon in eene plaats als Skralby, waar geen Bisschop of Landraad een nog grooter glans verspreidde. Veel later, toen Stanger gestorven was en de menschen, die zestien jaren lang achter zijn rug om hem gelachen hadden, rondom zijne groeve stonden, voelde menigeen met bevreemding een traan in de oogen opwel len. Dit kwam doordien „de nieuwe Kan tonrechter" zich al dien tijd had laten ken nen als een man vaö eer, dien onder zijne wel wat dwaze, trotsche manieren, niemand ooit, op een onwaardig woord, of een on billijke handeling had kunnen betrappen. Patroon Klafve was achtereenvolgens koopman in het groote grijze huis aan de markt 'Skralby en keldermeester in het loge ment aldaar geweest; nu was hij kassier op het kantoor van de stadsbank. Zijne zwakke zijde was in de richting van buffet en toon bank voor sterke dranken geweest. Maar nu was er van die verkeerde neiging niet anders overgebleven dan. de jicht. Zijne gebreken waren vergeten en zijne overige deugden werden overstraald door zijne ongeëverxaar- de en onbeperkte gastvrijheid. Zijne eischen aan het menschdom bepaalden zich ertoe, dat zij flink met hem wilden eten en drin ken en dat zij zich bereid verklaarden met hem te gaan ontbijten, op elk uur van den dag, 't zij 's middags, of 's avonds. Hij was kort, en dik en rood. Hij was op een ver- trouwelijken voet met ieder mannelijk lid der burgerij, van de hoogste tot de laagste klasse, als men maar met hem wilde smul len. De bij die maaltijden geschonken bran dewijn had den naam van „begrafenis- drank" 'gekregen, omdat eene veeljarige on dervinding van de menschel ijk© zwakke na tuur, Klafve geleerd had, dat zijne gasten die gezond en wel bij hem gekomen waren, na het gebruik van zijn brandewijn als spoe dig „lijken" waren, zooals het in de platte volkstaal genoemd werd. Tot dusver had Justus Svensson nog niet anders met Skralby en zijne bewoners ken nis gemaakt dan biji gelegenheid, als zijne knechts met speenvarkens, koren en andere waren naar dë markt waren gereden. De samenleving aldaar was voor hem nog een boek met zeven sloten. De drie hier boven beschreven merkwaardige personen kende hij alleen maar van aanzien. Ilij zat nu voor dé schrijftafel in dë voorkamer naast de sorrekamer van zijn nieuwe woning. Kantoorboeken, die er alle keurig uitza gen, groot en dik en in een verbazend ge tal voor eene nog zoo kleine en nieuwe zaak, ilagfen op de tafel en op de beidë stoelen. Door de openstaande deur naar de andere kamer zag men eene lange gedekte tafel midden in 't. vertrek. Onder die tafel lag een zeildoekmaar do verdere vloer was be- strooid met zand en frisch, geurig thijm. In do voorkamer die, behalve door Svens son en de schrijftafel, versierd was door stoelen met rechtopgaande leuningen, en kleine vierkante tafels langs dë muren, pla ten in kleurendruk en spiegels in broede vergulde 1 ijsden, 'benevens een reclame-plaat voor de moest in gebruik zijnde voortbreng- i selen der wereldnijverheidwerd „Kantoor" j gehoudenen hier was daarenboven het J groote buffet voor verfrisschendo dranken, i Svonsson was niet- weinig trotsch op zijne „breed opgevatte wijze van boekhouden" hij zat bijna altijd voor zijne schrijftafel, gereed zijn belangrijk wex-k te doen. Toch had hij tot heden niet. veel op te schrijvon. j Op den mooien Aprildag, waarvan wij nu j spreken, had hij alleen maar kunnen notee- ren: „Karamelliza, 1 koffie met doop"; i en 'twas toch reeds twee uur. Daar kwam een klein roodwangig heertje niet dun haar binnen loopen, hing zijn vil- ten hoed bij de deur op en ging met veel drukte aan oen der tafels voor het raam i zitten. 1 „Een halfje bier!" Een man van iSvenssons beschaving en zelfbewustheid beantwoordt geen knikje van een hoer dio zicb niet aan hem heeft voor- i gesteld; maar hij doet zijn plicht. Hij nam 1 ©en op de tafel staande koperen schel in de hand', schudde deze met geweld en riep, toen hij de binnendeur hoorde opengaan, zonder om te zien: „Een gewoon ontbijt en halfje bier 1" 1 „lk heb geen eten besteld," schreeuwde i de gast aan 'traam. Svensson veinsde dit niet te hooren; hij trok zijne schouders op en schreef op de lijst van dien dag: „Onbekend half heertje, oen boterham en een bier15. Na twintig minuten verschoen Anna- Stina, mager en lang maar grof en stevig, met bruin verweerd gelaat, grijze haren, een. verbazend grooten neus en groote ver standige oogen. Zij droeg een blad', waarop een nog niet ontkurkt half fleschje bier, een kurkentrekker en een ontbijtbordje troonden. Op dat bord lag een sneedje brood van twee duim in doorsnee, belegd met een stukje pekelvleeech van dezelfde grootte, zonder meer. Anna-Stina droeg houten muiltjes en een blauw „lijfstuk" met klampjes, maar zon der mouwenwitte mans-hemdsmouwen met boordjes, die om de polsen werden dichtgeknoopt en een schitterend, oranje kleurig zijden shawltje, coquet om den hals gestrikt. Dit doekje was de eenige gave die de oude keukenmeid van Flugebo gok regen had, bij haar overgang tot Heb© in de buf fetkamer van Skralby, op do uren als zij niet kookte Met Noorsche kracht plaat-ste Anna-Stina het blad op de tafel van den onbekende; ziji draaide den kurkentrekker in den hals van dë flesch; riep „hei!" toen er een paf gehoord! werd, op 'toogenblik dat do kurk eruit kwam en zette de flesch daarna hard handig weder op het blad, met een moeder lijk welgemeend: „As-je-blieft!" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1