Jaargang.
Maandag 17 Februari 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE SVENSSONS.
I', i84.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 Baanden voor Amersfoortf 1.85.
Idem franc# per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Udae Courant verschijnt Dageljjk», met uitsondering van
!?nm- en Feestdagen.
AdvertentiSn, mededoelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'it morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
UtrecHtscheitraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PB IJS DEB ADVEBTENTIÏK:
Van 1—6 regelsf
Elke regel meer0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen Ut
het herhaald adverteeren in dit Blad bg abonnement Bene
circulaire, bevattende de veervraarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
I)o Burgemeester der Gemeente Amersfoort,
brengt tor voldoening aan de aanschrijving van
don commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht d.d. 13 Februari 1908, 4e af deeling
No. 083/473, ter kennis van belanghebbenden,
dut in de gemeente Maarsseveen een geval van
Miltvuur is voorgekomen.
Amersfoort, den 15 Februari 1908.
De Burgemeester vooi noemd
WÜIJTIERS.
Politiek Overzicht.
De ütryd tegen het Hoogerhuis
ia Engeland.
Met overwegende meerderheid, 331 tegen
84 stemmen, heeft hel lagerhuis het voorste]
aangenomen, dat dooi Sir Henry Campbell
Bannerman als leidt- van het liuis werd ge
daan, om voor de behandeling van twee
wetsontwerpen, die in de vorige zitting door
het lagerhuis aangenomen, maar door hot
hoogerhuis verworpv-r. zijn, en die nu we
derom zijn ingediend, een beperkten tijd te
bepalen, zes dage i in 't geheel. De beide
wetsontwerpen hebber, betrekking op de
agrarische wetgeving ir Schotlandhet eene
moet dienen om de '.orming van kleine boer
derijen in de hand te werken, het andere
stelt regelen om t© temen tot eene schatting
van de waarde van landerijen, als voorbe
reidende maatregel om het land uit de han
den van de groote grondbezitters tcf doen
overgaan tot eene andere bestemming.
In zijne toelichting van dit voorstel her
innerde de eerste minister aan het verleden
jaar door het lagerhui: genomen besluit, dat
uitdrukking ge ft aan het beginsel, dat de
bevoegdheid van h« c hoogerhuis tot wijzi
ging óf verwerping van door het lagerhuis
aangenomen wetten, zoodanig moet worden
beperkt, dat er gelegenheid bestaat om bin
nen het tijdperk waarvoor het lagerhuis ge
kozen is, de eindbes.issing te verzekeren aan
het lagerhuis. Als er dus strijd is tusschen
de beide buizen, dan moet in dien strijd
liet laatste woord Vijven aan het lagerhuis.
Nu is het verleden jaar door het hoogerhuis
verworpen wetsontwerp opnieuw ingediend,
in den vorm waarin het lagerhuis het toen
had aangenomen. E-1 is dus geen reden om
het nu met gelijke uitvoerigheid, artikel
voor artikel, in behandeling te nemen. Ver
leden jaar heeft men over één artikel zes
dagen gedaan. Het zou tijdverspilling zijn
dezelfde discussien nogmaals te herhalen.
Door de behandeling aanmerkelijk te bekor
ten, zou men tegemoet komen aan eene
klacht, dikwijls door het hoogerhuis geuit,
dat het juist als er gewichtige beslissingen
waren te nemen, n:et behoorlijk tijd had tot
overweging. Men zou aan het hoogerhuis tijd
verschaffen om nogn aals de zaak te overwe
gen, en den tijd van liet lagerhuis voor an
deren arbeid kunnen gebruiken. Daarmee
zou" dus worden gehandeld in het belang
van de beide huizen.
Dit laatste werd doo- Arthur Balfour, den4
premier van het vorige kabinet, die thans
het hoofd van de oppositie is, grif toegegeven.
De Lords hadden meermalen den wensoh
kenbaar gemaakt, oafc er verandering zou
komen in de wijz waarop de wetgevende
arbeid werd verricht, zoodat er voor beide
huizen behoorlijk tijd tot onderzoek zou zijn.
Uit dat oogpunt was ev dus geen redpn van
klagen wegens den maatregel, die door de
regeering werd voorgesteldIntussclien moest
hij betreuren, dat de grondbezitters en de.
belastingbetalenden ir Schotland gebruikt
werden als pionnen in den strijd, dien de
regeering tegen het hoogerhuis in den zin
had Hij betwistte, dat er in Schotland
eenige geestdrift bestond voor deze wetge
vende maatregelen. Daarmee had de .heer
Balfour ongetwijfe! gelijk van zijn partij
standpunt, want di groote grondbezitters,
die de ruggegraat vormen van de conserva
tieve partij, zijn nut deze maatregelen van
agrarische wetgeving alles behalve ingeno
men. Maar uit naar.; van de regeering werd
hierop even natuurlijk geantwoord, dat zij
juist in het belang var het volk deze maat
regelen had voorgemeld en trachtte ze wet
te doen worden.
Hiermee heeft het kabinet aan de Lords
den handschoen toegeworpen. Aan hen is 't
nu hen op te rapen
DuiWttilftnd.
De commissie van het heerenhuis, die rap
port moet uitbrengen over het wetsontwerp
togen de Polen, heeft de wijzigingen, die zij
bij de eerste lezing in het wetsontwerp heelt
gebracht, definitief vastgesteld. Daarbij is
het onteigenjingsrecht ten behoeve dor
Duitsohe kolonisatie in het door Polen be
woonde gebied, principieel toegestaan, maar
met een aantal beperkingen, waardoor daar
aan onttrokken worden gebouwen en gron
den, die eigendom zijn van kerken, kerkge
nootschappen en liefdadige instellingenver
der gronden, beboerende tot een voor meer
dan tien jaren ingesteld fideicommisvoorts
gronden, waarop de eigenaar sedert meer
dan tieu jaren het eigendomsrecht bezit of
van de ouders of den echtgenoot verkregen
heeft; eindelijk gronden, die de eigenaar
van den vroegere bezitter a.ls echtgenoot of
erfgenaam in den eersten of tweeden graad
krachtens testament of wettigs erfopvolging
heeft verkregen.
Deze bepalingen zijn aangenomen ondanks
hunne bestrijding door .de regeer iug, met
18 tegen 7 stemmen, waarna hot geheet'e
wetsontwerp met 14 tegen 11 stemmen .werd
aangenomen. De minderheid, die door deze
11 stemmen vertegenwoordigd wordt, is prin
cipieel gekant tegen elke onteigening. Wan
néér het heerenhuis besluit overeenkomstig
het advies van de oommissie, dan wordt daai-
door het tot stand komen van de wet onze
ker De zaak komt den 26. Februari weder
in de openbare zitting aan de orde.
Ook onder de Duitsohe grondbezitters is
de ingenomenheid met het regeeringsontwerp
niet algemeenEen adres, dat door 170 Duit
sohe grondbezitters iu Posen onderteekend
is, bevat het verzoek aan het heerenhuis om
de outeigeningsvoordracht te verwerpen in
hot belang van de Oostmark en van den ge
heelen staat.
Trankrijk.
De commissie van den Senaat, die onder
zoekt hoe bij de likwidatie van de bezittin
gen der ontbonden geestelijke order te werk
is gegaan, heeft besloten zich in vijf sub-
oommissiën te splitsen die het werk onder
elkaar zullen verdeelen. De voorzitter van
de comm'ssie, Combes, verklaarde, dat het
aantal likwidatiën, waarop aanmerking viel
te maken, niet zeer groot was. De meeste
onduidelijkheden kwamen voor in rekenin
gen over de likwidatiën te Parijs.
Eafftiané.
Londen, 15 Febr. De eerste minister
Sir Henry Campbell Bannerman is lijden
de aan oen lichten aanval van influenza.
Te Leeds is weer eene verkiezing voor het
Parlement gehouden, waarvan de uitkomst
belangrijk afwijkt van die in 1906, al is het
district voor de liberalen behouden. In 1906
kreeg de liberaal (de onlangs overleden
minister Sir Lawson Walton) 6200 stemmen,
de candidaat der arbeiderspartij 4030 en de
unionist 2126. Ni is de liberaal (Middle-
brook) 4 gekozen met 6274 stemmen, tegen
4915 op den unionist- en 2451 op den arbei—
derscaudidaat.
Er zijn nu 284 stemmen meer uitgebracht
dan in 1906, de unionist heeft er 2789 meer
gekregen, de liberaal 926 minder en dc ar
beider 1379.
Oostenrijk en Rusland.
De Petersburgsche correspondent van de
Vossische Ztg. vernoemt van diplomatieke
zijde over den door een groot deel van de
Russische pers wegens de verklaringen van
baron Aehrenthal over den Sandsjakspoorweg
geopenden veldtocht, dat de Russische re
geering ot dusver beeft vermeden het pu
bliek in te lichten- over hare houding tegeu-
over de Oostenrijksche plannen, om de daar
over loopende onderhandelingen niet te be-
nadeelen. Intusschen is het bc-richt van Oos
tenrijksche bladen, da' Rusland zijne iu-
stemming betuigd heeft met het plan van
Aehrenthal, in ieder geva.1 onjuist.
Volgens eene blijkbaar officieuse mededee-
ling uit Parijs, moet Rusland reeds verleden
Woensdag het plan van een spoorweg van
de Donau naar de Adriatische zee hebben
voorgelegd. Om zekere bepalingen van het
Berlijnsche verdrag te ontduiken, die aan
Oostenrijk het recht van uitoefening der
politie in het sandsjalc Novibacar en invloed
op den aanleg van spoorwegen en gewone
wegen in Montenegro toekennen, zal de
spoorwegliju niet in Duicigno maar in San
Giovanni di Medua in Albanië eindigen.
Bulgarije.
Het huwelijk van vorst Ferdinand van
Bulgarije met prinses Eleonore Reuss zal
den 17Maart op slot Osterstein bij Gera
voltrokken worden. De toebereidselen zijn
reeds in vollen gang. Vortst Ferdiand zal
zich met eon groot gevolg naar Duitschland
begeven. Als vertegenwoordigers van de
Bulgaarsche regeering zullen de minister
president Malinon en de minister van justi
tie Krastow, die tegelijk de ambtenaar van
den burgelijken stand van het vorstelijke
huis is, den monarch vergezellen. De voor
zitter van de laatste sobranje, Dobri Pet-
kow, zal als vertegenwoordiger van de laat
ste eobranje aanwezig zijn. Natuurlijk zal
ook de diplomatieke vertegenwoordigers van
Bulgaiije van de hoven van Berlijn en Ko-
burg, generaal-majoor Nikvphorow, de hu
welijksvoltrekking bij wonen
Prinses Elenore Reuss, de bruid van vorst
Ferdinand, is ijverig bezig met het bestu-
deeren van hare toekomstige landstaal. De
vorst heeft haar uit Sofia eene bekende taai
onderwijzeres, mejuffrouw Hakanow, ge
zonden, die haar dagelijks onderwijs iu het
Bulgaarsch geeft.
fliulaoé.
Petersburg, 16 Febr. Den gou
verneur-generaal van Finland Gerhard is,
op zijn verzoek, ontslag verleend. Tot zijn
opvolger is de commandant van het 22e le
gerkorps, generaal der cavalier ie Bek man n,
benoemd
De vroeger reeds vermelde vrijmoedige
rede van den voorzitter van den land
dag van het groot vorstendom Finland
bij de opening van de zitting van den land
dag, luidt i.i haar geheel aldus:
,,Het Finsche volk verwacht met ongeduld
de invoering van hervormingen en hoopt dat
die tot vreedzame ontwikkeling van het land
zullen bijdragen. Sedert het sluiten der vo
rige zitting zijn gebeurtenissen voorgeko
men, die tct ernstige bezorgdheid aanleiding
gaven. Met miskenning der plaatselijke wet
ten is een der hoogste sten iu Finland toe
vertrouwd aan iemand, die persoonlijk heeft
meegewerkt in het land een regeeringsvorm
in te voeren, die door den keizer-grootvorst
bij het manifest van 4 November 1905 groot
moedig is ingetrokken, in sommige politieke
kringen van het Rijk worden tegen Finland
valsche aanklachten geuit, die de politieke
en economische toestanden in het land kun
nen benadeelen. Het Finsche volk is zich
bewust, dat het de van het voorgeslacht ge-
erfde wettelijke toestanden moet bewaren,
omdat die voor de gelijkmatige ontwikkeling
van het land beslist ncodig zijn, en hoopt
ouder de bescherming dier wetten zijn leven
te kunnen voortzette:
Namens den Landdag leg ik de uiting
van gevoelens van trouw, eerbied en toewij
ding van den Landdag aan de voeten van
den Heerscher."
Uit Petersburg wordt bericht, dat men
in de regeerings- en in de reactionaire krins
gen over deze rede entstemd is. Dat was niet
anders te verwachten.
Marokico.
Madrid, 15 Febr. In een nota van
den Spaanschen minister van buitenlandscjio
zaken worden de redenen uiteengezet, clio
aanleiding hebben gegeven tot de bezetting
van Mar Chica. Etze i-cdenen zijn reeds aan
de gezanten der buiteniandsohe mogendhe
den, die de akte van Algeciras hadden ou-
derteekend, medegedeeld op het opgenblik,
dat bevel tot de expeditie werd gegeven. Zij
steunen op de niet-inachtneming van het
verdrag van 1894, dat aan het Maglizen de
verplichting oplegt de veiligheid to waar
borgen in de omgeving van de Spaansche
plaatsen, en op de noodzakelijkneid om maat
regelen te nemen, teneinde' .- voorkomen,
dat de vijandelijke R: ff-stam men hunue
twisten zouden komen uitvechten binnen de
grenzen van het Spaansche gebied, en vooral
oim een einde te maken aan den smokkel
handel op de kust.
Sevilla, 16 Febr. De Koning en de
minister van oorlog hébben in eene conferen
tie over de gebeurtenissen te Marchica be
sloten eene tweede brigade jagers naar Ma
rokko te zenden. Het eerste bataillon zal uit
Algeciras vertrekken net tweede zal heden
uit Sevilla de reis beginnen.
Uit Tanger wordt aan de Köln. Ztg. be
richt, dat Moeley Hafid tot het corps diplo
matique een welsprekend beroep heeft ge
richt om een einde te maken aan het bloed
vergieten bij Casablanca. Ook aan het con
sulaire korps te Saffi heeft hij brieven ge
zonden met de uitnoodiging ze door te zen
den naar de betrokken ministers. Hij ze°t in
een brief aan den Duitsohen consul,0 dat
zijne bedoeling is, duurzaam den vrede to
handhaven tusschen zijne en de Europeesche
regeeriugen, Hij 'heeft zeer zijn beet gedaan
bij het oprukken van de Franschen do
Chauja-stammen tot kalmte te bewegen,
totdat de Europeesche regeeringen stelling
zouden hebben genomeu. Den 2en Februari
echter zijn de rustige stammen onverwachts
overvallen en er is zwaar bloedvergieten on
der hen aangericht, betgeen de stammen des
te zwaai der voelden, omdat de overval zon
der aanleiding is geschied en hij, Moeley
Hafid, hen had aangespoord de wapenen
neer te leggen. Geen godsdienst en geen
moraal kan het optreden van de Franschen
goedkeuren. Hij teekent daartegen protest
aan namens de gerechtigheid en zich beroe
pende op het recht op onafhankelijkheid.
Moeley Hafid hoopt, dat Frankrijk do ope-
ratiëu zal staken en zich niet meer zal men
gen in de zaak tusschen het volk van Ma
rokko en Abdel Aziz, wiens verwijdering
het geheele volk wil.
Nader wordt nog over den brief van
Moeley Hafid aan de vertegenwoordigers
der mogendheden gemeld, dat hij betoogt,
dat er geen noodzakelijkheid bestaat voor
de bezetting van het land en ook niet voor
de uitoefening van dwang op een volk, dat
zijn sultan heeft prijs gegeven omdat hij
gebleken is onmachtig te zijn de openbare
belangen te behartigen, om onder zijne
zwakke heerschappij te blijven. D t vloeit
uit geen staatsverdrag en geen godsdienst
voort-. Mioeley Hafid roept de hulp van de
mógendlhièden aan, om deze beproeving van
'het Marokkaans lie volk weg te nemen. Wat
de uitroeping den heiligen oorlog be
treft, deze is v r hem slechts een politiek
middel geweest om de verontwaardiging van
het volk over de bezetting van zijn land
het ter dood brengen van zijne jeugd en
zijne mannen en de belemmering van den
vreedzame» arbeid te doen bedaren, Moeley
Hafid is door de aanwezigheid van de Fran-
sche troepen in het gebied der Chauja's ver-
hinderd, daar gouverneurs in te stellen. Hij
heeft den strijd willen vermijden en is daar
om uit dat gebied vandaan gebleven. De
bescherming van de vreemdelingen in Casa
blanca komt hem toe, niet de Franschen.
Hij wil slechts rechtsmiddelen om te be
reiken, dat de bezettingstroepen zich terug
trekken. Zoolang de bezetting duurt is aan
veiligheid niet te denken. In het overige,
aan hem onderworpen gebiedis geen daad
van geweld gepleegd. De vreemdelingen zijn
daar volkomen veilig, hetgeen door verstan
dige Franschen niet betwist wordt. Het is
een verzinsel van belanghebbende personen,
dat hij den Europeanen vijandig is. De
feiten logenstraffen zulke lieden. Voor do
afzetting van Abedel Aziz enkel door den wil
des volks zijn precedenten in overvloed iu
Turkije en Europa, inzonderheid iu Frank
rijk. Geen rechtstitel machtigt tot inmenging
in deze zaak
Britsch-Indië.
Een van de bergstammen aan de Noord
westelijke grint, van Engelsch-Indië, waar
van cle Engelschen konden vreezen, dat zij
zich bij de Zakka Khels zouden aansluiten,
zijn de Afridi's. Een deputatie uit hun mid
den is, door het Engelsche bestuur ontboden,
te Peshawar gekomen. Zij zeiden, dat zij
geen invloed op dé Zakka Khels hebben. Zij
bedden gehoord van de wanbedrijven die dc
lieden van dezen stam uitoefenden en keur
den zo af.
h'w Stt Jwtifk
19 eeex
P*. W IJ I M A M.
Thorsten was negentien jaar geworden.
Db «pogingen om zijn tamelijk beperkten
horizont te verwijden bleven thans tot con
versatie en herhallugslessen bepaald.
Mijnheer Wennerbom t-ok heen en weer
van Stora Sundeby, waar zijne oude kamer,
naar den wethouder Johnstedt, waar eene
rustbank en nachttafel altijd voor hem be
schikbaar waren. Hij iwerkt'e ijverig op juri
disch gebied.
De clrio talen dér beschaafde wereld wa
ren een dankbaar terrein 'voor Thorsten.
omdat hij voortdurend dn de gelegenheid
was zich daarin te oefenen. Zijn vader sprak
Fransch, nu juist niet als een geboren
I ranschmanmaar toch zoo goed als de
jonge baronnen op Ekeisltad dde taal sedert
twee eeuwen gesproken haddenizijne moe
dor had als jong meisje aan eene kweek
school voor onderwijzeressen voor haar doel,
om eenmaal in haar eigen onderhoud te
kunnen voorzien, gewerkt; en Wennerbom
was een flinke kracht op het gymnasium
geweest, al hadlclen zijne kundigheden voor
de universiteit niet voldoende gebleken.
Toon mevrouw Sigrid hier tot hare blijd
schap een «veld Wan studie voor haar zoop
ontdekte, 'dat niét weer binnen enkele weken
(verveelde, groep zij dit middel met haar
gewoon verstandig overleg aan. Men begon
op Stora 'Sundeby laan taf él in vreemde ta
len te spreken, izoodat de pacbtersdochter
die tot kamermeisje bevorderd was en aan
tafel moest .bedienen, van verbazing bijna
alle 'borden uit de handen liet vallen.
Op negentlenjarigen leeftijd zoude onze
jonge baron waarschijnlijk met moeite het
examen voor de vijfde klasse bij. 't lager ou
derwijs hébben kunnen afleggen. Maar als
toerist en mét een. goed: gdvul'de beurs zou
'hij ongehinderd de gehee'lë beschaafde wereld
kunnen doorreizen want ten conenmale on
bedreven in de dageiijksche dingen was li ij
niet. hoewel natuurlijk goed van vertrou
wen, als een 'bedorven en verwende eenige
zoon in de familie gewoonlijk woTdi.
Omstreeks dien tijd was Thilda Svensson
ooik iweer begonnen "langer achtereen thuiis
te blijven. Baron Ludvig beschouwde zijn ge
zin als haar grooten weldoener en Thorsten
verlangde naar zijn kameraadje gedurende
vier jaren, elk oogeublik dat zij weg was.
Mevrouw Sigrid zag niet in dat Thilda in
cenig opzicht verplichting aan Stora Sun
deby had, maar evenioornin betreurde zij de
afwezigheid! van het jonge meisje en zij miste
Tlulda ook niet. Het was vreemd, maar do
anders zoo goedhartige vrouw kwam niet op
de gedachte, dat zij persoonlijk het kind' be
nadeeld had, door haar zoolang in haar huis
op tc nemen.
Maar Thilda was gelijk eene sterke plant
die plotseling hare wortels verloren heeft.
Het baatte niet dat zij hare moeder aanbad
dat zij hartelijk veel van haar vader hield,
en ook aan de oude Anna-Stina gehecht was,
zooals men die genegenheid vaak ziet bij kin
deren voor de dienst boden die van hunne ge
boorte af in de ouderlijke woning .geweest
zijn. Zij gevoelde zich moer als een gast bij
hare ouders dan als thuis. Op Flugebo, iu
het eenzame, armoeuige plaatsje, zoude dit
haar minder moeilijk geweest zijn. Hier kou
zij niet nalaten te zitten droomen hoe het er
nu op Sundebv uit zoude zien. Dan sloot zij
de oogen voor hare omgeving en zag in hare
verbeelding weer al uie vervallen grootheid,
die voor haar alles vertegenwoordigde wat
zij aan schoonheid en weelde ooit had gezien.
In elk geval lieerschlen daar orde en regel
en goede manieren til allen die als tot het
huisgezin behoorden, of er aan huis kwamen.
Dit behoorde daar zoo; het sprak vanzelf.
Dan werd hier soms de deur opengeduwd
door een paar roodwangige boeren die haar
toeriepen ,,Zou juffie drie halfjes bier en
zes boterhammen willen bestellen? Of mis
schien wil ze er zelf wel mee uitrukken, wat-
blief?"
Hare moeder zou het volstrekt niet toe
staan dat Thilda- het zoo verschillend publiek
mede bediende maar zooveel dienst kon zij
toch doen, dat zij niet haar naaiwerk in de
kamer naast de gelagkamer zat, tusschen de
maaltijden en waai -chuwde als er iets be
steld werd. Op die manier kon Anna-Stina
rustiger dn de keuken berig zijn, en mevrouw
Lovisa bij het koken helpen, ^ls zij bin
nen" niet noodig was.
Zij, Thilda, was zeventien jaar; zij zag er
liet' uit en was voor haar leeftijd flink ont
wikkeld. Maar de wethouder sprak haar nog
met ,,je en jij" aan, mijnheer Johnstedt.
noemde haar ..kindlief" en mijnheer Klafve
zeide ..Thilda".
Zij wist niet genoeg om in te zien hoe wei
nig zij kendeover de groote gapingen in
liaro kundigheden kon zij niet oordeelen
maar zij vergeleek haar weinigje kennis niet
die der andere meisjes, die lezen en schrijven
op de volksschool van 'Skralby hadden ge
leerd; zij trok een spotachtig gezicht als
mevrouw Rol'lén Fransche woorden, geheel
verkeerd uitgesproken op de meest dwaze
maniei te pas brachten zij had oen gevoel
van hier op hare plaats te-zijn.
Zij wist dat Thorsten naar haar verlang
de; zij ontving dikwijls vriendelijike. groeten
van hem door Wennerbom en zij was er vol
komen van overtuigd op het woord te kun
nen vertruwen van de barones, die gezegd
had zij altijd, zoo vaak en zoolang als zij
wilde komen, hartelijk welkom zoude zijn
op Store Sundeby; en dat. al was het nu
ook gedaan met spelen en leeren. allen toch
recht blijde zouden zijn haar dikwijls daar
te zien. Thorsten kwam. gedurig te paard
naar Skralby, een 'voorwenp van bewonde
rende» eerbied der markt'boeren en voor
meni'g paar oogen achter de lage gordijntjes,
om van den edelen wedstrijd van Jöns den
stalknecht en van Svensson's Johannes om
voor rijknecht dienst te doen, niet te spre
ken. Thorsten was altijd dezelfde vriende
lijke jongenevenzoo als zij verlangde hij
dde vorige jaren terug(hij herinnerde zich
ook daarvan elke bijzonderheid. Hij hield
de hand van zijn vroeger speelkameraadje
heel lang vast en drong er op aan dat zij
tocli spoedig .buiten" zoude komen. Hij
begreep niet dat 'hij het gevolg gewen aan
dio uitnoodiging tegenwerkte, door voor
haar vriendelijk aangeboden ..koffie met
doop" hardnekkig te bodanken. Ton laatste
scheen hierover toch een lidht voor hem op
te gaanwant eens, toen zij elkander in
den tuin ontmoetten, antwoordde hij leven
dig:
,.Ik dank je hartelijk, Thilda. Maar
als wij nu eens naar de huiskamer, bij je
moeder gingen zitten, dan... dan zouden
wij gezelliger een poosje kunnen praten."
Zij kreeg een hooge kleur en antwoordde
stijf
..Natuurlijk Het zou wat moois wezen
als iemand den jongen baron van Sundeby
zag zitten koffie drinken in de gelagkamer
van Svensson."
Hij beet oj> zijne 'lip. Hot speet fhem dat
zij zich gekwetst achtte omdat zij hem had
doorzien
Drie dagen later trad Thilda een stapje
achteruit toen zij vroeg in den morgen een
ruiker van bloeiende heesters in een steenen
kruik op de koude kachel zette. Het was
een bijzondere mooie, warme dag.
Aan het tafeltje voor een der venstors,
met den Wethouder Karlsson tot naasten
buurman aan het volgende, zat Thorsten,
met een dikke boterham in de hand en oen
glas bier voor zich. Hij stond op, groette
haar zoo deftig alsof zij eene prinses ware
en zeide, zoo luid, dat de enke'e gasten die
er waren het hooren moesten
..Dat smaakt heerlijk, na zoo'n rit, hoor!
Zou Thilda haar ouden schoolkameraad niet
aan een flink ontbijt willen helpen? Dan
héb ik Anna-Stina n et noodig."
Hare oogen tintelden, maar zij was zoo
verlegen, dat zij het er slechts met mooito
uitbracht
..Natuurlijk Wat wil je hebben, Thor
sten
Wordt vervolgd.