M». 249.
0" Jaargang.
Dinsdag 3 Maart 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE SVENSSONS.
AMERSFOORTSCH DA6RLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, meded oelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zonden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utr&ctitschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regel.f 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toogezonden.
Politiek Overzicht
l>e aansla? op tien Sjah van Persei#.
De aanslag op het leven van den Sjah
van Perzië s mislukt. Hij is aan oen zeer
ernstig gevaar levensgevaar gelukkig ont
komen, naar gezegd wordt omdat hij den
truc had gebruikt niet van den wagen gie-
hmifik te maken, die voor den zijnen wérd
aangezien. Andereu zijn Ide sladh tof fors gle-
wtoriclen van deze roékelooae daadeendge
rneaisdlien zij'n geldbed en bijna twee dozijn
gewond
Aan dezen aanslag zijn intusschen ge
beurtenissen voorafgegaan, die kunnen die
nen tot verklaring van de motieven voor
dezen aanslag De békonde ordentaflist dr.
Armin Vambery doet daarover eenigo me-
dedeeldngen in de Neue Freie Pressehij
zegt
De geschiedenis .van de Perzische vrij
heidsbeweging is zeer interessant. Aan haar
hoofd stonden nog bij bot leven van den
overleden 9jah, de voorganger van den
tegenwoordige;1 hoersdher, twee geestelijken.
Deze priesters waren de woordvoerders van
de vrijheidzij hadden door de achting, die
zij in Ihet volk genoten, een groot/en invloed
zij waren het, die door Ihun geizag en door
do stelling, die zij' ziiclh biji de PemaiséhJe
natie wisten te verwerven, ten siliotte de be
williging van eonstitutioneole redhten bij den
vorigen Sjah, d;e tot dien tijd zuiver des
potisch en absolutistisch regeerde, konden
doorzetten. In de wittebroodsweken van
het parlementarisme ging alles voortreffe
lijk en het constitution eele leven was ge
heel normaa'. Later echter ging het par
lement zicli bemoeien met het bestuur
het wilde zijne macht opdringen aan de mi
nisters, de hooge geestelijkheid, ja* zelfs aan
den Sjah zelf, en rekende zMi geredhtigd
tegenover iedereen bevelend op te treden.
Perzië bad edkter toen een drukkend ge
brek aan geld, en daar demo nervus rerum
gtarendanum ontbrak, kon ook het parle
ment met zijne in menging dn de actieve po
litiek en met zijine bevelen nietsuitrichten
De anarchie in het land nam voortdurend
toe; elk leidend en matigend gezag ont
brak. De onzekerheid en dubbelzinnigheid
van den toestand drong de politieke ont
wikkeling in een zeer ongelukkige richting
en drukte zwaar op den staat. In alle pro
vinciën, met name in het noordwestelijke
Aserbeidschan, hadden zich revolutionaire
ideeën verspreid. Ook de Perzische hoofd
stad Teheran was zélf een kweekplaats van
deze revolutionaire neigingen. Daarbij nam
de armoede in het land een versdhrikkel ijken
omvang aan
In dezen aigemeenen nood was de verlei
ding groot, dat de eene of andere Fedai op
stond, die door de gedachte werd aange
grepen een martelaar voor het Volk en voor
zijne overtuigingen te worden. Door de
hand van zuilk een geestdrijver was eerst
onlangs ook de Perzische grootvizier neer-
gjeveld. Het fanatisme is aanstekelijk, en
het verlangen naar de martólaarsrol zit
in alle godsdiensten en in alle politieke
overtuigingen die de gemoederen sterk op
winden. Nu is er weer een Fedai opge
staan, die bommen tegen den Sjah heeft
geworpen, om door zijne daad de aJgeaneene
verwarring in het land nog te vermeerde
ren en de revolutionaire ideeën nog meer
onder het volk te verspreiden. De prikkel
bot zulk een martelaarschap was des te ster
ker. omdat voortdurend geruchten ver
spreid werden, dat de Sjah plan had door
een staatsgreep zich van het lastige parle
ment te bevrijden.
Het misdrijf is intusscken mislukt. Op de
vraag wat er thans, na die mislukking, zal
gebeuren, antwoordt de Schr. aldus: Kan
de kleine partij, die zich nog schaart cm
den Sjah, z:ch weder tot eene krachtige
werkzaamheid aangorden? Kan zij weer
levend en krachtig worden? Of zal de revo
lutionaire partij zich v~e tegenwoordige bui
tengewone moeielijkheden en bezwaren ten
nutte maken om het vuur van de revolutie
verder op te stoken en, zooals reeds in menig
orgaan van de Perzische pers is aangegeven,
zich van de monarchale instellirgen te ont
slaan en in Perzië de republiek uit te roe
pen? Dat is het alternatief, waarvoor Perzië
is gesteld: Redding of omverwei ping van de
monarchie.
Bij de beslissing is intusschen de buiten-
landsche politiek, en inzonderheid de stel
ling van Engeland en Rusland, van zeer bij
zondere beteekenis. De besluiten van deze
beide groote mogendheden laten zich ver
moeden uit de bepal ngen van het tusschen
Engeland "en E-usland gesloten verdrag, en
de inhoud van deze overeenkomst kaai hier
als richtsnoer dienen. Engeland dlait in het
noord'en van Perzië geen belangen heeft, om
dat de invloedsfeer van Rusland zich uit
strekt tot voorbij Ispahan, zail waarschijnlijk
als stille toeschouwer tegenover de gebeurte
nissen staan. Van Rusland kan hetzelfde
niet beweerd worden. Bij ongestoorde
spoorwegverbinding tusschen Tiflis eu de
Perzische grens kan het den Russen niet
moeielijk vallen, als de gebeurtenissen hun
aanleiding mochten geven om in te grijpen,
een klein legerkorps over dé grens naar
Tabris te brengen en deze stad zoolang be
zet te houden totdat de orde hersteld zal
zijn. Of dc Rusoen den tijd van deze bezet
ting zullen verkorten of verlengen, hangt
van de omsta-noigheden af. In ieder geval
zullen zij zicli niet haasten, als zij eenmaal
gebied bezet hebben, dat te ontruimen. d
Hoe ook. de gebeurtenissen zich mogen ont
wikkelen, dlo arime Perzien zijn t -betreuren.
Do Sjaih is ditmaal aan den aanslag ontko
men. Maar niettemin heeft deze moordaan
slag eene groote politieke beteekenis. Hij zal
den indlruk versterken, dat de tegenwoordige
toestanden m Perzië onhoudbaar zijn en
dringen tot voortdurende crisissen. Mislukte
aanslagen trekken, ouidat zij thans zoo dik
wijls voorkomen, minder de aandacht en
worden slechts vluchtig beoordeeld. Wat ech
ter den Sjah van Perzië is overkomen, heeft
eene meer ingrijpende beteeken rdie verder
reikt dan de dag. De aanslag staat in ver
band met de oorzaken, die den Sjah in strijd
hebben gebracht met zijn volk en met het
parlement. De Sjah bevindt zicli tegenover
machtige krachten, die zich doen gelden in
de tegen hem gerichte volksbeweging. Dé
aanslag, die hem zou uit dén weg ruimen,
'is een maatstaf, waar.-.an de krachten van de
in Perzië ontketende hartstochten kunnen
wonden gemeten. Deze verbittering verdwijnt
niet, al heeft de aanslag geen succes ge
had. Het bericht uit Perzië is een bewijs van
eene ernstige crisis, die dit land tegemoet
gaat. D'aarom is de mislukte aanslag eene
gebeurtenis, die ernstige gevolgen kan heb
ben.
België.
Men verzekert, dat het gewijzigde verdrag
betreffende de naasting van den Congostaat
op zijn allerlaatst Donderdag zal worden in
gediend bij de Kamer. Het kroondomein zal
worden vervangen door een bijzonder fonds
van 60 mallioen francs voor de uitvoering
van groote werL~n in België. Verder zullen
gedurende 12 a 15 jaar jaarlijks drie millioen
ter beschikking vau den Koning gesteld
worden foor de uitvoering van wetenschap
pelijke ondernemingen in den Congostaat.
De bijzondere inkomsten zuden niet het ka-
raktor dragen van eene tweede civiele lijst.
Dc voornaamste leden van do katholieke
partij, die hierover geraadpleegd zijn, met
name de lieer Beernaert, zouden deze for
mule goedkeuren.
Brussel, 3 Maart. De Brusselsche
Matin bericht Men verzekert ons, dat de
Cong»>staat, de mogelijkheid voorziende van
eene Engelsche gewelddaad, zich verzekerd
heeft van de evertueele diensten van sche
pen i.nder Duitsche en Fransche vlag. De
Congostaat is verzekerd van de volstrekte
medewerking van Duitschland tegen de En
gelsche pretentiën. De meest uitdrukkelijke
verzekeringen zijn gegeven omtrent den
daadwerkelijken steun van de Duitsche ïe-
geering en omtrent hare volledige overe^'i-
steniming met den onafhankel ijken Congo
staat in do uitlegging van de akte van Ber
lijn ten aanzien van de handelsvrijheid. De
regeering van den Congostaat bereidt een
antwoord op het Engelsche Witboek voor,
dat groote vergissingen bevat
Londen. 2 Maart. De radicaal Murray
Macdonald diende een motie in, verklarende,
dat met het oog op de vriendschappelijke
betrekkingen tusschen Engeland en de bui-
tenlandsche mogendheden het zaak was over
te gaan tot eene verdere inkrimping der
oorlogstoerustingenMinister Asquith diende
daarop een amendement, in, v aarin wordt
verklaard, dat liet Huis de ministers zal
steunen biji dé invoering van die bezuinigin
gen in de uitg'aven voor legetr en vloot,
welke bestaanbaar zijn met de eischen voor
een behoorlijke verdediging van het Britsche
rijk en zijne bezittingen. Hij betuigde zijne
sympathie voor den wensch om de stijgende
uitgaven voor de vloot te verminderen, niet
alleen in Groot-Brittaainië, maai ook in an
dere landen en gaf daarbij een overzicht van
de bezuiniginge: op het gebied van leger en
vloot, die de regeering reeds had ingevoerd,
waarbij hij tevens verklaarde, dat er reeds
een flinke stap was gedaan in de richting
van bezuiniging Hij verklaarde verder, dat
dank zij de verstandige diplomatie van lord
Lamsdowne en Sir Edward Grey, door Enge
land betrekkingen zijn aangeknoopt, berus
tende op geschreven verdragen maar hechter
gemaakt door wederzijdsche welwillendheid,
waardoor een deel van het. gevaar, waarmede
Engeland vroeger te rekenen had, is wegge
nomen.
Zelfs ten opzichte van Duitschland had
men alle reden om te gelooven, dat de beide
volken steeds meer naderen tot een volko
men goede verstandhouding. (Toejuichingen)
Er bestaat voor ons geen reden om met
achterdocht of vrees eenigo vlootuitbreiding
daar of elders, die alleen het gevolg is van
economische of defensieve behoeften van het
land, gade te slaan. Onze vlootpolitiek is
zuiver verdedigend. De regeering meent,
dat onze positie als zeomiacht eene i9 van
onaantastbare suprematie, en zoo moet zij
blijven. (Toejuichingen) De voor Groot-Brit -
tannië noodige vlootstandaard is een, die
ons de volledige heerschappij over de zee»
verleent tegenover iedere redelijkerwijs mo
gelijke combinatie.
Dé minister verklaarde er zeker van te
zijn, dat geen enkele der grooie mogendhe
den het met. vijandigheid, afgunst of wan
trouwen aanschouwt, dat Engeland zijne vloot
handhaaft op den twcestaten standaard en
dat de regeering volstrekt geen neiging ge
voelt om die grens te overschrijden.
Ten opzichte van de uitgaven voor het
landleger wees minister Asquith er op, dat
minister Haldane de legersterkte met 21000
man had verminderdhij deelde verder
mede, dat mogelijk nog eene verdere vermin
dering te wachten is van dé bezetting in
Zuid-Afrika.
Aan het einde van deze debatten werd de
motie- Ma eden aid verworpen met 320 tegen
73 stemmen. De mindetheid bestond hoofd
zakelijk uit radicalen en labourmannen, ter
wijl de conservatieve oppositie met de regee
ring stemde.
Balfour stelde daarop voor de door de
regeering voorgestelde motie te wijzigen,
door daarin eene uitdrukkelijke verklaring
van instemming met den tweestaten-standaard
op te nemen. Daar het echter elf uur ge
worden was, moesten de debatten eindigen
zonder' eene nadere stemming De beraad
slaging werd daarna voor onbepaalden tijd)
verdaagd.
Italil
Naar de Italiaansclie bladen melden, zijn
er te Trapani, Nasi's vaderstad op Sicilië,
ernstige onlusten geweest. Gas- en telefoon
leidingen werden doorgesneden. Men spreekt
zelfs van gevechten met de politie, waarin
dooden vielen
De vragen, die de Italiaansclie Senaat,
fungeerende als hooggerechtshof, aan het
einde van het proces tegen den gewezen mi
nister Nasi had te beantwoorden, luiden al
dus
1. Heeft Nasi onregelmatigheden begaan
bij de berekeningen der reiskosten? 78 stem
men ja, 23 neen.
2. Bij verschillende inkoopen? 76 ja, 25
neen.
3. Bij het toeëigeneu van boeken en door
deze op staatskosten te laten inbinden, 54
ja, 47 neen.
4. Bij de aanschaffing van meubelen op
staatskosten? 51 neen, 50 ja.
5. Was er oneerlijkheid in het spel bij de
toeëigening van voorwerpen? 101 neen.
6. Is er valschheid gepleegd bij het op
maken der betaling9mandaten 80 neen, 21
ja.
7. Gebeurden deze onregelmatigheden ge
regeld? 101 ja.
8. Was het toegebrachte nadeel gering?
71 ja, 30 neen.
9. Was Nasi, toen deze onregelmatig
heden werden gepleegd, in een toestand van
niet volslagen toerekenbaarheid? 68 ja, 33
neen.
Moeten verzachtende omstandigheden in
aanmerking worden genomen? 74 ja, 27
neen.
Is Lombardo een medeplichtige van Nasi?
1D0 neen, 1 ja.
Op grond van deze beslissingen werd het
reeds gemelde vonnis geveld.
■panja.
De Gaceta bevat eene van het hof af
komstige raededeeling, waarin volgens oud
gebruik wordt aangekondigd, dat de Ko
ningin de vijfde maand van hare zwanger
schap is ingetreden H. M. geniet eene uit
stekende gezondheid en de lijfarts dr. Gu
tierrez, die zich naar SevilLa heeft begeven,
heeft den jongen prins van Asturië in goede
gezondheid bevonden, ofschoon het tanden
krijgen hem eenig ongemak bezorgt.
De koninklijke familie zal den 6en Maart
te Madrid terugkomen en de Koning zal den
lOen Maart zich naar Barcelona, begeven,
waar hij twee dagen zal blijven. Hij zal af
stappen in het paleis van den kapitein-gene
raal van Catalonië.
Port*£*L
Aan de laatst uitgevaardigde Koninklijke
besluiten het zijn de onder de telegram
men vermelde besluiten, waarbij met intrek-
ki:
van het besluit van 10 Mei 1907 tot
ontbinding van de deai 19. Augustus 1906
gekozen Kamer de cortes andermaal ontbon
den worden, voorts het besluit waarbij de
nieuwe cortes tegen 29 April wordt bijeen
geroepen met bepaling van den dag der
verkiezing op 5 April eindelijk de beslui
tenwaarbij nietig verklaard worden de Ko
ninklijke besluiten van 30 Augustus en 23
December 1907, over de betrekkingen tus
schen den staat en de financiën van het
Koninklijke huis en over de hervorming van
de Kamer der pairs gaat een rapport
vooiaf, on der toeken d door den minister-pre
sident, dat staatsrechtelijke beschouwingen
behelst en eene afkeurende kritiek levert
over de handelingen van de vorige regee-
ringen. liet rapport beroept zich op art. 15,
vijfde lid, van de grondwet, dat bij iedere
troonsverwis9ciing aan de nieuwe regeering
den pliaht oplegt, eventueele misbruiken,
van hare voorgangster afkomstig, te herstel
len
Koning Manuel heeft tot secretaris be
noemd zijn vroegeren onderwijzer Manuel de
Oliiveira Ramos, een officier die als lector
aan den generalen staf verbonden is.
Vel© gemeenteraden hebben verdaging van
de belastingbetaling verzocht, hetgeen door
den minister van financiën zial worden toe
gestaan tot eind© Maart met het oog op
het ongunstige jaar voor den landbouw.
Kwlul
De Russische terrorist, die onder den
naam Mario Calvino te Petersburg wegens
deelneming aan het laatste complot veroor
deeld is, is gebleken geen Calvino te boeten
en geen Italiaansch onderdaan te zijn. De
Agenzia Stefani bericht, dat de veroordeelde
in de gevangenis is bezocht door den tolk
van het Italiaansche gezantschap, die hem
ondervroeg; maar hij weigerde elke verkla
ring omtrent zijn persoon en zijne nationa
liteit. De tolk had den indruk, dat hij een
Poolsohe Israenet was. De pas, die bij hem
gevonden werd, was afgegeven door den pre
fect te Porto Mauritio en door het Russi
sche consulaat te Genua den 16. Juli 1907
geviseerd.
Professor Mario Calvino, de man op wiens
naam de pas is afgegeven, is gevestigd te
San Remo, maar vertoeft thans te Rome
om een congres van leeraren in landhuis
houdkunde bij te wonen. Hij heeft den pre
fect van politie medegedeeld, dat hij nooit
in Rusland is geweest en den in Petersburg
onder den naam Mario Calvino veroordeelde
niet kende. Eenigen tijd geleden had een
Naar het Zweedseh
30 D*OB
PU. W IJ S M A
Voorheen had Ihij gedroomd van een ka
theder en lectoraat Er waa ook een tijd ge
weest dat hij zich in den rechterstoel had
zien zitten, liet oordeel sprekend over slor
dige hulppredikers, als lid van het Dom
kapittel. Maar thans als veertig-jarig man,
beperkte hij zijne illusies tot eene uitnoodi-
ging bij de Svenssons om den aVond bij hen
te blijven, als hij na volbracht dagwerk nog
eens even overliep. Dan werd dc staktókro
llick met mevrouw Lovisa behandeld en de
juridische geleerdheid <met mijnheer Justus,
onder een taan el ijk onafgewend staren naar
een mooi meiisjes-prof iel, met een ronde,
zachte kin, eene droefgeestige uitdrukking
in de groote iblauwe oogen en prachtig licht
bruin haar.
Wenner,bonis voorlaatste illusie was het ge
weest, zich door eigen studie voor docent tc
bekwamenzijne laatste was Qiet 's avonds
te zitten wachten op de gebakken ham,
eieren en kaas, uit bijzondere belangstelling
voor zijn vroegere leerling.
Toen het tegen Kersttijd bekend werd dat
Thorsten de fccstweek niet thuis zou door
brengen Bsooals eerst bepaald was, had oom
Wennerbcm Thilda, die niet verborg hoe dit
haar teleurstelde, hartelijk getroosten soms
konden zij samen waarlijk vertrouwelijk pra
ten over het voor beide altijd belangrijk on
derwerp dé jonge baron.
„Het is zoo ongelukkig nooit te iweten
hoe hij 'het lieéft en Ihoe heb hem gaat; of hiji
goeden moed heeft en wat de meesters van
zijn wiork zoggen," (klaagde ThiiTda.
„Tegen mij 'heeft de barones eens gezegd,
dat een professor zijne teekeningen zeer
goed vondmaar dat het met schilderen
dan het beste ging als hij iets kou schilde
ren dait hij voor zich zag en dat- niet leefde.
Je begrijpt toch ook, Thilda, dat het wer
ken naar een levend model groote bezwaren
oplevert. Sommigen hebben jaren lang ge
studeerd eer zij dat. konden. Schrijft hij je
nooit persoonlijk, Thilda?" vroeg Wenner
bom.
„Slechts een paar regels met Kerstmis of
Nieuwjaar of bij een bijzondere gelegenheid.
Maar dat is ook niet van hein te verlangen.
„Waarom niet? ,Ik zo,u het niet kunnen
en niet willen laten, alls ik in (zijne plaats
was," verklaarde Wennerbom, met eene
eigenaardige flikkering in de oogen zijne
vroegere leerling aanziendle.
Ten laaitete viel er sneeuw top de hard be
vroren wogen en toen de natuur aldus haar
winterslaap begon, ontwaakten de menschen
in die eenvoudige streek tot nieuw leven
zij werden vroolijker en aardiger; zij maak
ten grapjes en lachten om elkanders geestig
heid zij bezochten elkander per slede of op
schaatsen en aten gebakjes bij warme punch,
wanneer zij d'oor-en-door koud aankwamen
De vensters van het kantoor van den
schout lagen op liet zuiden, zoodat de win
terzon daar, op bijzonder heldere dagen, een
poosje naar binnen scheen. Dan speelden
haar stralen op Wennerboms kortgeknipte
haren, alsof zij een pas gemaaid grasveld
waren zij kleurden zijne blauwachtige han
den met een gouden tint en wierpen een ver
goelijkend licht op de scheuren in het over
treksel dier rustbank, die zij toch ook tege
lijk doden zien Wennerbom zat welgemoed
aan den. lessenaar, orders der hooge Regee
ring te schrijden, terwijl de rookwolkjes van
zijne sigaar in siehlijke kringetjes opwarrel-
den. Er werd geklopt en op het tamelijk
norsche .„Binnen1" van Wennerbom werd
de deur opengedaan en trad Thilda lachend
naar den lessenaar. Dadelijk deed Weuner-
,b:m zijn best om een zeer vriendelijk ge
zicht tc zetten en vroeg heel Hef
„Wel, wel, gaat u er zoo op uitjuf
frouw Svensson?"
„Ja; ik moest u de groeten doen van
mijne moeder en vragen of u <xm zes uur bij
ons wilde komen ko-ffiedirinkenwant wij
hebben versch gebakken en dan zijn er van
aivoind ook vleeschbolletjeswaar u zoo veel
van houdt
„Mét heel, heel vocil genoegen wil ik
komen, lieve Thil juffrouw TMda. En
hoe vriendelijk van u dit zélf te 'komen vra
gen."
„O, het was zoo vervélend tbuis. En ik
wdl'de u ook oan Ihet tweede déél hiervan
vragen want ik héb niéts te lézen, en niets
te doen ook."
Zij gaf hem een boék, dat hij met de eeno
hand aannam, terwijl hij met zijn andere
de hare lïefkoozend streelde, en ze vast
hield.
Zij trok die met terug. Zij stond hem
kahn en vriendelijk in de oogen te zien,
maar hij bleef eigenzinnig hare vingers
monstei en
„Ik héb sseiker een dwang nagel op mijn
duim," idalcht Thilda.
Plotseling liep Wenneiibom naar den hoek
waar zijne overjas (hing.
„Willen wij oen oiridje samen omlbopen,
Thilda? Het is zulk mooi weer."
„Ja, vandaag is het heusdh lékker. Laat
ons naar het booeh op Ljungnas gaan."
Hij zou het waarom wist. 'hij niet-
maar hij zou het aangenamer gevonden héb
ben als zij :t ©en weinig minder gewoon
had opgenomen. Zij liepen zwijgend een eind
het bosc'h dn; zij met haar eigen lichten,
maar vasten stap; hij, met zijn ongeregeld
trippelen buiten de maat naast haar voort
sukkelende, en zélf niet "begrijpend waarom
hij zoo vergenoegd was. O, 'het was toch
zulk prachtig weerOngemerkt kéék hij
naar Thilda.
Een aardig, bevallig meisje was zijeigen
lijk scheen zij onder dan negentien jaar en
hierover verheugde hij zich heel dwaas.
Walt ging dat hem aan? Zij was toch maar
„Svenssons Thilda'". En de Svenssons wa
ren geen vermogende lui en de vader was
tamelijk onnoozél'. Over het algemeen werd
het gezin niet hoog geteld. Maar... men kén
niet weten waar dit gtoed voor iwas.
„Het is nu zoo goed als zéker dat ik op
volger van Johnstedt worden zal," begon
Wennerbom opgewekt, toen zij verder in het
boech gekomen waren. De groote, dikke
boomen zagen er prachtig uit in hunne witte
mantels van sneeuw.
„Gélukkig! Dat is aardig. Wat zullen
valer en moeder daar blij over zijnriep
Thilda, met stralende oogen. Want- die be-
vorderingékiwestie was in den laatsten tijd
zeer vaak besproken, in de vertrouwelijke
thee-airen bij do Svenssons in dc huiékamer.
Hij zuchtte even. Hij zou liever 'hebben
gezien dat zij hare blijdschap niet 7,00 rond
uit te kennen gegeven haddat die althans
gepaard had gegaan met een weinig... ja,
met- wat?
„Ik zal dan moeilijk alleen kunnen blijr
ven(bovendien zal het kantoor altijd! aan
huis gehouden moeten worden en dlat i8 te
voél omhaal voor een ongetrouwd man."
„Maar u denkt toch zieker niet altijd on
getrouwd te 'blijven, mijnheer Wennerbom f'
..Neen... ik liöb daarin nog geen vast
beskuit genomenhet hangt er natuuriijk
van af, of..."
Een poosje liepen .zij tswijgend voort en
teen begon Thilda over vroeger te praten,
over haar lief Sundéby, waar zij het zoo
heerlijk had géliad en over de leerjaren.
Wennerbom ging niet mede met haar ver
rukking.
„Hm...? Kan Thilda nooit .vergeten dat
ik haar onderwijzer gejweest ben?"
Zij ibleef 8ti1lstaanzag hem vriendelijk
aanstalk hem een kleine bruin wollen
handschoen toe en drulkte zijn© hand trouw
hartig 011 stevig.
„Neen, dat za'l ik nooit veigeten dat will
ik ook niét. Ik hloop dat ik nooit zoo schro
melijk ondankbaar wezen zal."
Euerop had Wennerbom ook wél iets
vleiends ibehooren te antwoordenmalar hij
nam alleen hoe langer hoe grootcr 6tappen,
zoodat Thilda moeite had hem .bij te hoon
den. Eindelijk bedaarde hij en toen keesden
zij om. Toen het !x>sch ijler werd en men
akralbv in 't gezicht kreeg, bleef hij étaan
en ooide zacht, met neergeslagen oogen:
Wfét t+rvlfd