IV*. SS4. Tweede blad. Zaterdag 7 Maart 1908. KOLONIËN. BINNENLAND. O** Jaargang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Pst S maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per poet.- 1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitsondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen ena., gelieve men vóór 10 uur 't morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgever»: VALKHOFF C°. Utrechtscheotraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regelsf 0.79. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Yoor handel eu bedrijf bestaan voordeeligs bepalingen let het herhaald adrerteeren in dit Blad bg abonnement Eene circulaire, bevattende de toorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. O OST-INDIE. De regent van Lebak. In het Decembernummer vfltn het Tijd schrift voor het Bimieniandsch Bestuur koant een zeer waardeerend artikel voer over den onlangs over loden regent van Lebak (Ban tam) Raden Adipati Aria Soeria Nataningiat officier in de orde van Oranje-Nassaiu en verder begiftigd met de kleine gouden ster van Trouw en Verdienste, en gerechtigd tot het voeren Van het gele zonnescherm (een hoog© (onderscheiding aan regenten toege kend). Daaraan ontLeenen wij het volgende Deoe iulandische ambtenaar heeft zich steeds dóen kennen als een trouw' dienaar van den landje. „De overledene was nog. een inlandsch hoofd van den ouden stempel en bewoog zich gaarne onder beschaafde Europeanen, die hem wegens zijn hoffelijke en innemende ma nieren hoogschatten. Ouderdomsgebreken blejletten hem, zeer tegen zijn zin, in de laatste tijden zijn re gentschap, dat voor een deel uit zeer geac cidenteerd terrein bestaat, persoonlijk te be zoeken, hetgeen niet wegnam, dat hij zijn dienstplichten, zooveel zijn gezondheidstoe stand hem dit ook maar eenigszins veroor loofde, met de oude toewijding bleef vervul len. Reeds geruimen tijd aan asthma lijdende, welke kwaal hem steeds meer ea meer plaag de, voegdJe zich daarbij ten slotte nog een borstvliesontsteking, waardoor bij ten grave werd gesleept.'' Deze woorden hebben te meer beteekenis omdat zij. gevloeid zijn uit de pen van den heer Overduijn, resident van Bantam, die in deze betrekking meer den iemand anders de verdiensten van den ontslapene heeft kunnen leeren kennen en waardeeren. Da pratSNdent-sultan van Atjeh. De pretendent-sultan van Atjeh is den 24eu Januari per ss. ,,Baud" naar Ambon vertrokken. Door een of andere nalatigheid bij de bureau's, misschien wel te Batavia, was voor het echtpaar, evenals voor het gevolg, bij het agentschap der Koninklijke Paketvaartmaatschappijl te Soerabaja, zoj lezen wij in de Soer. Ct., 3e klassepassage aangevraagd, doch 's middags kwam, nadat telegrafisch te Batavia instructies waren ge vraagd, van daar het bericht, dat toeangkoe Daoed en zijn vrouw in de 2e klasse moesten reizen. Nog juist bijtijds, omdat de boot zooveel later is vertrokken dan het vaarplan eerst aanwees. De reis tot Soerabaja deden de ballingen over land. Te Maos verzocht de pretendent aan schout Geertsema om niet in het staatshotel maar in een inlandsch hotel te mogen overnach ten, daar hij bang was dat hem misschien varkensvleeoch zou worden opgedischt. Dit werd hem natuurlijk toegestaan. De-schout betaalde den dag voor zijn ver trek van Batavia aan den pretentent f 1200 en aan Pangeran Hoessin f 400 uit, welk bedrag ook te Batavia iedere maand is uit betaald geworden. Met ingang van den len Februari a.s. zijn de, van regeeringswege aan Toeankoe Moe ham ad Dawot en aan Toeankoe Üesen, respectievelijk hoofd en lid van het ge slacht der voormalige sultans van Atjeh, toegekende onderstanden verminderd. Aan eerstgenoemde zal voortaan maandelijks f 700 (waarvan f 200 aan zijn voornaamste te Bandoeng vertoevende echtgenoote), aan den ander f 200 worden uitgekeerd. Flor*». Nu de zigzag-excursie van kapitein H. Ghristoffel op Flores ten einde is gebracht, is de taak van den grooten padvinder der Oom- pen i© aldaar afgeioopen Ghristoffel zelf gaat naar Tjimahi terug, om een poosje uit te rusten en aich voor te bereiden op zijn nieuwe taak: het opsporen van onvindbare djahat-aanveerders in At jeh, en kapitein P. J. Sprayt, die eerstdaags van verlof uit Nederland aJhier terugver wacht wordt, is aangewezen, om den pacifi catie-arbeid op het bloemen-eiland te vervol gen en te rbeogen in een zoodanig stadium, dat civiel bestuur kan worden ingevoerd en orde gebracht in het anarchisah leventje on zer half wilde vazallen. Kapitein Sprayt is de welbekende adju dant van den toeumailigen generaal Van Heutsz, gouverneur van Atjeh en dus nourri dans le sérail, of m. a. w. uit de Van Houtsz- ■ohool. Laatstelijk is hij l'eeraar geweest aan de hoogere krijgsschool en voor de baak, die hem wacht, en die verre van licht geacht mag worden, wordt hij beechouwd te zijn de ware man. Want al moet aan de actie van Christoffel, den moedigen sabreur, die bliksemsnel en overweldigend door vlugheid van beweging en met onvermoed succes het land is doorgetrokken, brekende het eerste verzet, groote waarde worden toegekend, de arbeid der bevestiging van het behaalde voordeel schijnt niet minder zwaar en in elk geval van broeder afmetingen. En juist voor zulk werk van consolidatie hoorden wij ka- i pitein Sprayt noemen als the right man; stoutmoedig, overleggend, vasthoudend, met j helder oordeel en in staat om mot kleine mid- delen veel tot stand te brengen. Aan een brief uit Endeh (Flores) aa nhet i Soera-b. Hbl. wordt het volgende ontleend I betreffende de tochten van kapitein Chris- toffel De vruchtbare hoogvlakte van Midden- Flores is uitnemend geschikt voor verschil lende cultures. Reeds nu groeien er koffie, kaneel, groenhout en klappers, maar de uit voer is uiterst gering. Als deze cultures wor den bevorderd en vooral als de berg bevol king haar producten kan uitvoeren, zonder vrees dat de strandbewoners liaar afzetten en lom,oven, lijdt het geen twijfel of hier kan mettertijd een levendige handel ontstaan. Tot nu toe werden de producte i naar Endeh j gebracht. Het ligt in het voomnemen van kapitein Ghristoffel om hierin verandering te bren gen. De Endehers zijn een roofziek en onbe trouwbaar volkje, dat de bergbevolking al heel wat nadeel berokkend heeft. Waar nu de Aimerebaai een betere landingsplaats aan biedt dan Endeh en bovendien een grooter en beter achterland heeft (de geheele hoog vlakte van Midden-Floris en Zuid-Mangarij), daar ligt het voor de hand om de grootste uit voerplaats aan de Amerebaai te vestigen. Daartoe is het noodzakelijk, dat de Aime rebaai maandelijks door de Paketvaart- maatscliappij wordt aangedaan. Als zij haar medewerking in dezen verleent, kan de maat schappij daar niets anders dan wel bij varen. In het bivak in kampong Leke djere, waar de hoofden zich kwamen melden, speelde even voor den afmarsch zich het volgende, grappige tooneeltje af. Een kampongbewoner kwam zich bekla gen, dat hem een goudstuk ontstolen was. Onmiddelijk werd onderzocht, wie het ge waagd had, het strenge verbod van den ka pitein te overtreden om iets, hoe gering ook, te rampassen. Gelukkig was het geen mar- chaussee, maar het, de colonne vergezellende hoofd Sikka uit Ngada, die als de dief werd aangewezen. Onder algemeene vroolijkheid werd het goudstuk te voorschijn gehaald en ieder amuseerde zich met den roover, die het heel onnatuurlijk vond, dat hij- niets mocht meenemen. Dank zij het bedaard optreden vaai ka pitein Christoffel, die alleen van de wapenen gebruik laat maken bij onvermijdelijke nood zakelijkheid, werden bijna overal vriende lijke aanrakingen verkregen met de, nog zoo ruwe bevolking. Zoo was het merkwaardig otm te zien hoe de weifelende houding van den Kraeng van Toddo, het voornaamste hoofd, in enkele da gen over ging in grooter vertrouwen en vriend schap toen de kapitein onze wijze van bestu ren had uitgelegd. Vooral de belofte om spoe dig de vaccinatie in te voeren, gaf veel blijd schap. De bevolking vreest de pokken der mate, dat zij gaten in den grond graaft en zich in kisten verbergt oan bij een naderende epidemie aan de gevreesde ziekte te ontko men. Men ziet er opvallend veel pokdaligen en dte sterfte aan pokken moet zeer groot ziijn. Dit hoofd geloofde zich schatplichtig aan den sultan van Bima, wien hij jaarlijks 37 slaven, 37 kip(pen en 37 bandane'iras moet opbrengen ais hoogheidsrecht. Het leveren dezer slaiven werd door kapitein Christoffel dadelijk op de meest besliste wijze verboden. Door a'lerlei omstandigheden had de oo- lonneconmnandant geen gevolg kunnen geven aan een, met den resident overeengekomen plain oan op een afgesproken dag te Potta te zijn, waar het gouvernemen tast oomschip „Spits" met vivres lag te wachten. Men had zich toen aan boord ai ongerust gemaakt over het lang uitblijven van eeni? bericht der colonne. Men zag, de toekomst voor den troep, die door de groote evacuaties nog maar 54 ka rabijnen sterk was, blijk baai' donker in. Van den resident werd een schrijven ontvangen, waarin hij den kapitein den raad gaf, zich niet verder in het binnenland te wagen en zich met de gehele colonne maar in te sche pen. Was het soms de politieke tegenslag van den tweeden aanval op Endeh, die den resident zulke sombere ideeën gaf? Waarom zou de tocht afgebroken moeten worden Een groobere troepenmacht had Christoffel niet noodig; bovendien bevondt er zich nai Laboean Badjo geen enkelo zieke in de co lonne. De raad van den resident werd dan ook voor kennisgeving aangenomen en den 9en November werd van Potta in oostelijke rich ting afgemarcheerd. Den volgenden dlag kwa men wij in Rioeng, een broeinest van onge rechtigheden, afzetterijen en afpersingen. Va.n de waterscheiding zag men de vlakte van Bai, waar in 1890 de Noorder-oolonne der expeditie in carrés met open saillanten marcheerde, waarin stukken geschut! Nadat de „Spits" te M. Embo de brigades marechaussee had ingescheept om ze naar Endeh terug te brengen, wilde de kapitein echter eerst nog een oezoek brengen aan het bivak te Badjowa. Kenschetsend voor het vertrouwen, dat hij in zijn eigen politiek stelt, mag het zeker wel genoemd worden, dat hij dien 35 KM. langen tocht zonder één enkelen man dekking wenschte te maken. Alleen vergezeld van het hoofd Roga Nole en het hoofd van Badjowa, reed hij door de ze streek, waarvan de bevolking vier maan den te voren te wapen liep om de Cam-penie te bestrijden, Wat een verschil in zoon kort tijdsbestekOveral kwam hem de bevolking begroeten en bewees hem de grootste eer. Een der hoofden vroeg wanneer nu de be loofde obat tjatjar kwam ew waarnaar zij met het oog op den naderenKfi regentijd reik halzend uitzagen. Is dit niet het schoonste bewijs, dat de bevolking vol verwachting i» van het nieuwe bestuur en dat wij dit na^ tuurvolk ten zegen kunnen zijn? De tocht door Mangarij was dus hiermee Wat waren de resultaten? vraagt de cor respondent van het Soer Handelsblad. Wij mogen zeggen, dat dezen niet schitterender hadden kunnen zijn, want alle hoofden ten westen van N. Dora hdbben zich onderworpen en den eed van trouw afgelegd, terwijl dit succes zonder één enkelen man verlies is ver kregen. Geografische kennis van dit nog grootendeels onbekende gebied is verworven en de grondslagen voor ons bestuur zijn ge legd. Aan de missie te Larantoeka werd ver zocht, haar arbeid ook tot Mangaxij uit te strekken, want overal bleek de wenschelijk- heid om de heidensche bevolking aan den invloed van den Islam te onttrekken. Alle hoofden werden gewezen op de gunstige ge legenheid, die de Aimenebaai biedt voor den uitvoer dier producten, terwijl buu be loofd werd, dat er van bestuurawege voldoen de toezicht zou zijn oan hun tegen afpersin gen te beschermen. Om de verkregen resultaten te ccntoli- deeren, is kapitein Christoffel voornemens een vaste bezetting van 2 brigades in Man garij te plaatsen. Welke plaats zal worden gekozen voor het bivak, teven i standplaats van een luitenant gezaghebber, is nog niet bekend. De politieke partijen enhet volksleger Kapitein W. C. Schönstedt, van het 10e regiment infanterie te Haarlem, heeft in een vergadering van de Kiesveneeniging Liberale Unie aldaar een rede gehouden met het onderwerpDe pollitidke partijen en hel volksleger. Blijkens het verslag dier bijeenkomst in de O. Haarl Ot. betreurde spreker de een zijdige critiek op het leger en, al moge de erotiek aan de eene zijde nuttig zijn, men wachtte zich voor overdrijving. Na aangetoond te hebben, dat de leger- organisatie nimmer een partij-zaak meeat worden, zioh hierbij o.a. beroepende op den heer De Sa/vornin Lobman, toerden' de pro gramma's der verschillende politieke par tijen ten opzidhte van het legervraagptuk beschouwd meer bepaaldelijk die van de Vrijizamüg- Dem oeratischeu Bond en den Bond van vrijo liberalen die van de laatste jaren zijn en dan ooik de nieuwere denkbeel den belichamen. Vooral hot eerstgenoemde programma wordt aangevallen en aangetoond welke 'las ten op de natie zouden drukken om 900,000 man marscbvaiardig te maken en met alle hulpmiddelen voor den strijd, uit te rusten, terwijl de aanvoering .m«t vanzelf op den voorgrond tredende aanvoerders" ales te wenschen zou overlaten. De troepen van den Vrijz.-Dem. Bond aouden worden een bende zonder 'kracht en samenhang, maar geen leger. Een oefentijd van 42 dagen wordt geheel afgekeurd en geweaen op Zwitserland, dat Zoo juist zijn oefentijd van 45 op 70 diagen gebracht heeft, wat nog veel te weinig is. Het soldaatje spelen voor de indiensttre ding brengt hierin geen verandering. Wel zou het leger ten goede komen indien de jeugd meer gymnastisch ontwikkeld werd. De theorie van den Vrijz.-Dem. Bond zal ons dau ook niet uit het moeras bren gen, maar er ons voorgoed in doen verein- ken. Mot een treffend voorbeeld udit den oor log van 1870 wordt aangetoond wat in oor logstijd van een aanvoerder geëdscht kan worden en gevraagd hoe het dan in het leger van den Vrijz.-Dem. Bond gesteld zal zijn. Spr. acht het ontwerpen van zulk een program gevaarlijk en moeaif dat de ver antwoordelijkheid der leiders in dezen grodt is. Ook de militaire paragraaf van den Bond van vrije liberalen, vermoedelijk ontworpeu door den luitenant-kolonel der artillerie Bosboom, wordt thans nagegaan en met name afgekeurd dat er zouden zijn 4-, 6- en 8-maandere, terwijl de aanwijzing tot 'kadevplicht li' het bestaan van zoo n kor ten oefentijd, onbillijk zal werken. Na dc eischon te hebben nagegaan, waar aan een leger moet voldoen, gaf Spr. de volgende definitie, gebaseerd op het begin sel van Sociale rechtvaardigheid, dat door de Liberale Unie steeds zooveel mogelijk hooggehouden wordt „Het volksleger is een leger, waarbij de op te leggen lasten zooveel mogelijk gelijke lijk drukken op de schouders van die ge heele mannelijke bevolking voor zoover die bannen den kring van de finanoieele draag kracht der natie en de eischen van licha melijke ontwikkeling tot zekere jaargrenzen beperkt is en waarbij die lasten niet zwaar der drukken dan met de eisdhen van militaire geoefendheid van het geheel is overeen te brengen, zullen door hen, die wegens bepaalde redenen niet in het leger worden opgenomen, door het verrichten van diensten ten behoeve van het leger of het voldoen ©ener krijgsbelasting een equivalent ten opzichte van hen die wel dienen, wor den gegeven." De Spr. ontwikkelt zijn denkbeelden hier omtrent nader en vraagt een eersben oefen tijd van acht maanden met zes ploegen blijivend gedeelte van burgerlijk© sterkte ieder gedurende 2 maanden. Hierdoor komt men tot een verblijf on der de wapenen, vioor ieder Van 10 maan den in tegenstelling met thans van 4, 8, 8$, 12 en 16 maanden. In zeer bijzondere gevallen zal vrijstel ling van het blijvend gedeelte kunnen wor den toegieötaan. echter tegen storting van ©en bedrag iu 's rijks schatkist. Onderling© ruiling van ploeg kan worden toegestaan, doch ook hier zal de Staat eenig geldelijk voordeel moeten genieten. Door 10 maanden wapen-dienst bestaat geen bezwaar meer tegen aanwijzing voor opleiding tot militiekader, want in 10 maanden kan oen militie-sergeant gevormd wordon. Het reserve-kader, de voorber. mil. oefendngen en de schietoefeningen tot ver hooging van 's lands weerkracht vervallen. De loting wordt afgeschaft en de keuring zoo verscherpt, dat de lichting op pl.m. 20,000 man gebracht wordt. Do militie- diensttijd wordt van 8 op 7 jaar terugge bracht, waardoor de derde herhalingsoefe ning komt te vervallen. In het 3e en 5© jaar komt ©er herhalingsoefening van een maand of iets minder, waardoor eindelijk in on9 ilegor een toestand zal geboren wor den, waarbij ieder bevelvoerder jaarlijks gedurende een maand zijn afdeeling op oor- ïogisstrekte zal zien en aanvoeren. Dit Stelsel (wordt aan de hand van een gekleurde grafische voorstelling aan den wand toegelicht en aangetoond hoe een en ander nuttig zal werken zonder de kosten te werboogenUitgebreide becijferingen worden ten 'bewijzen hiervan gegeven en vermeld hoe de gelden, voortkomende uit de weorbelasfcrng, zonden kunnen worden aangewend. Hiermede is kapitein S. het eind© van zijn voordracht genaderd, maar alvorens te eindigen geeft hij nog een beeld van ons land, toen hot zuchtte onder vreemde over- heersching, om te doen uitkomen hoe treu rig het lot k van een volk, dat vaJfe door eigen zwakte en krachteloosheid ■De naaste toekomst, spreekt, meent de heer S., van Mausers, kegels, lansen en bajonetten. Europa is tot de tanden gewa pend. Wij moeten er op voorbereid zijn, dat een felle strijd kan losbranden tusschen Engeland en Duitschland. Als wij dan zwak staan, zullen wij het gelag móeten beta len. Spr. hoopt dat er niet aan getwijfeld be hoeft te worden of we in 1913 het 100- jarig feest onzer onafhankelijkheid zullen vieren Dat moet vaststaan. Hij roept de vrije burgers van het vrij© vaderland op om hun plichten te. vervullen in 't belang van Neerland's onafhankelijkheid, in het belang van on9 Vorstenhuis en 'het dierbare vader land. (Levendig applaus). Ds. Matthews te 's Graven- ha ge. Voor een klein, doch uitgelezen pu- bliek hield ds Edward B. Matthews, al gemeen secretaris der „British and foreign sailors sociotv' bijgenaamd „de a artsbis- edhop der zee' Donderdagmiddag half vier in de groote zaal van „Diligentia" zijn aan gekondigde voordracht, in het belang van het w'eik van de Rotterdaonsdhe branche van genoemde vereeniging. De bijeenkomst werd vereerd met de aanwezigheid van H. M. de Koningin - Moeder en Haar gast, de vorstin van Teek. die in een loge achter in de zaal plaats namen. Voorts werden onder de aanwezigen ;omorkt de gezant van Engeland bij ons nol, sir Henry Howard: de heer C. D. White, secretaris der Amerükaansöhe lega tie; de voonritter der Eerste Kamer, baron Schimmelipenninck van der Oye; liet lid der Tweede Kamer graaf Van Bylandt; baron Van Wassenaer van Rosande, lid der Eerste Kamer; jhr. Repelaer van Driel, administrateur van het Kroondoaneimde oud-minister van Bui tenlan doch e Zaken, Me'lvil barou van Lijnden, en jhr. Van Tets van Goudriaan en andere autoriteiten. Nadat H. M. de KoningBn-Mdeder en de vorstin van Teek door de aanwezigen staan de ontvangen, hadden plaats genomen ©n rev. Thompson de bijeenkomst had ge opend met een gebed, waarin hij Gods zegen afsmeekte voor de vereenogLug, voor H. M de Koningin, Z. K. H. den Prms, H. M. de Koningin-Moeder en de soeverei nen van Engeland en Amerika, zoomede voor al1 en, dir in deze landen de verant woordelijtóheiJ der regeering hebben mede te dragen, bekwam dr. Cramer het woord, om op verzoek van ds. J. Irwin Brown, hon. secr. van de Rotte rdamsche branche, ds. Matthews bij het gehoor te introducee- ren. Hij dankte in zijne ia uitnemend Engelsch uitgesproken rade H. M. de Ko ningin-Moeder en H. K. H. de prinses van Tedk voor de belangstel lang, welk© zij koes terden voor dit werft in 't belang der zee lieden, een werft, dat uitdrukking geeft aan het gebed „Uw koninkrijk kome". Ds. Matthews ving alsnu zijn voordracht aan met de voorlezing van telegrammen van graaf Bentinck, voorzatter van de Rob terdamsdhe branche (waarvan H.H. M.M. de Koningin en de Koningin-Moeder be schermvrouwen zijn), en van een Engdlsch geestelijke, die tot hun leedwezen verhin derd waren om de bijeenkoanst bij te wonen. 9pr. zeide schertsend, dat de jongens van Nederland hem hadden begroet, niet ala „aartsbisschop van de zee", maar als 8t. NiooLaas, (wegens zijn langen witten baard). Zoo begroeten in alle landen de jongens en meisjes hem op een bijzonder© wijze, maar steeds even hartelijk, aoodait hij zacth overal kan verheugen in de medewerking zijner jeugdig© vrienden voor dit werk van God1, door hem ondernomen. Hij deelde mede, dat president Roose velt hem, vóórdat hij, op zijn jongste reis om de wereld, Amerika verliet, hartdlijk dank bad gebracht voor hetgeen hij in 't belang der zeelieden heeft verricht. Ook bradht hij in herinnerin© met weMc een sympathie zijn arbeid steeds is gevolgd door het Engeflsche, zoowel als door het Nederlandschv Vbrstenhuds. Kort na den dood van Z. M. Koning Willem III werd in Londen een groote fancy-fair, ten voordaele der zeelieden, ge houden, en op dien sailors- bazar waren schilderstukken aanwezig., geschenken van H. M. de Koningin-Mloeder en Koningin Wilhelaninaportretten, welk© voor twee guinjes per stuk in korten tijd alle vtan de hand werden geoet, en zoo zijn er meer schakels in d" keten, die Spr.'s werk met Nederland samenbindt. Napoleon zeide oens„Engeland is een natie van winkeliers". Spreker zegt: „Ne derland is een natie van zeelieden". Bn hij herinnerde aan de kloek© tochten door onze groote zeevaarders Tasman, Van Die- men en anderen ondernomen. Spr. onder neemt ook zulke verre todhiten. maar on der een andere vlageen vlag, in 1740 door eeii zeeman gemaakt. Bethel staat er op het huis Gods. En die vlag wappert thans op alle zeeën. Die vlag werd door Spr. vertoond Spr. deelde mede. hoe ook de khedive van Egypte destijds een schip heeft afge staan. als tehuis voor de zeelieden, met de Bet hel-vlag iu top. Het sdhip kwam te liggen in de haven van Alexandrië. En 'n ongelukkige scheeps jongen, die ip zijn wanhoop niet meer wist wat te beginnen, is daar toevallig met an deren aan boord gegiaan. En ziet, dien mor gen kwam Jezus Christus in Egypte en Hij ging aan boord van dat schip, zag dien scheepsjongen en legde Zijn hand op zijn hoofd en zeide -, „Ik zal urw giebroken hart lieelen. Ge zult in Mijn naam de wereld rond reizen. En ge zult staan voor konin gen en koninginnen en van Mij getuigen om der wille van de zeelieden. Hef uw hoofd op en wees vroolijk". En zoo is die scheepsjongen heengegaan en heeft de taak, hem opgedragen, vervult. En thans is Spr. de verheugtdst© man in dit land, oandafc hij hier kan zeggen: „Ja, de Bethel-vlag gaat overal heen. En wanneer men goed doet aan de zeelieden, doet men meer in het. belang van den waren Vrede, dan door alle Vre- desconferentiën'Deze vereenigdng is in ternationaal en helpt do göhecfle „broeder schap der zee". Overal zijn wij vertegen woordigd, overal worden wij door de schoolkinderen reeds in onaan arbeid bij gestaan In Rotte-dam zijn er reeds vele godsdienstige kapiteins, die op Zondag hun zeelieden geen werk laten verrichten. Spr. toonde een vlag, door meer dan 1400 kapiteins geheschen, ten teeken, dat zij op Zondag niet laten viasohon. Wanneer uw zeelieden goed zijn zoo betoogd© Spr. wordt g© in alle landen op waardige wijze vertegen woordigjd Na deze welsprekende rede aprak ds. Ir win Brown nog eenige woorden, om nog maals te wijzen op de dringende behoefte der Rotterdameche branche aan een ge legenheid om de zeelieden bescherming en oomfort te ver leen een, In denzelfden geest sprak de heer G. P. Ittmann Jr., vóór 30 jaar een der stichters en penningmeester der Rotterdiaansche branche, thans in Den Haag woonachtig. Daarop werden door sir Honry Howard, den Engelsohen gezant, en door den heer White, den secretaris der Amorikaanache legatie, woorden gesproken van eerbiedigen en oprechten dank aan H. M. de Koningin- Moeder en H. K. H. de Vorstin van Teek, voor Hare tegenwoordigheid op deao bij eenkomst en van sympathie met het doel van dit samenzijn, waarna door opstaan en handklap aan de Vorstinnen hulde weiVi gebracht Ds Irwin Brown sloot le bijeenkomst hierop met dankgebed

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1