Maandag 9 Maart 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. DE SVENSSONS. m°. 255. G'" Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.35. Idem franco per post. 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, meded eelingen enz., gelieve men vóór 10 uur morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester der gemeente Amersfoort, Gezien de missive van den Commissaris der Koningin in de provincie l'trecht van den 6. Maart 1908, 4e afdeeling, no. 997,711, betref fende versterking van hot blijvend gedeelte bij het wapen der Infanterie Brengt ter algemeene kennis: dat door Hare Majesteit de Koningin voor loopig» is goedgekeurd een ontwerp van Besluit, houdende bepalingen, krachtens welke miliciens van het wapen der Infanterie ter versterking van het blijvend gedeelte bij dat wapen gedu rende het tijdvak van 27 Maart tot 25 Juli 1908 onder de wapenen kunnen komen of blijven, welke bepalingen met de daaraan door den Minister van Oorlog toegevoegde uitvoerings- voorschrifteu in hoofdzaak neerkomen op het volgende lo. De miliciens, wien wordt toegestaan om van 27 Maart tot 25 Juli 1908 vrijwillig onder de wapenen te komen of te blijven, ontvangen eeno premie van honderd twintig gulden f 120). Komt vóór 25 Juli 1908 door omstandigheden, van hun wil onafhankelijk (bijv. door ziekte) een einde aan hun verblijf onder de wapenen, dan bedraagt de premie één gulden If 1.voor elkea dag van hun vrijwillig verblijf. 2o. De premie wordt in eens uitbetaald bi) vertrek niet groot verlof of, bij voortgezet ver blijf onder dc wapenen op 25 Juli 1908. 3o. De verlofgangers, die dit jaar vcor her bal ingsoef en ingen worden opgeroepen en die tot het vrijwillig verblijf als hiervoren bedoeld zijn toegelaten, mogen voor liet volbrengen dier oefeningen dadelijk na 25 Juli onder de wape nen blijven. lo. In, het geheel kunnen tot bedoeld vrijwil lig verblijf worden toegelaten ten hoogste 2200 man, om het even tot welke lichting der militie zij behooren. Melden zich meer dan het vereischte getal aan, dan hebben zij, die zich het eerst aanmel den, den voorrang, boven hen die later komen. 5o. De aanmelding van verlofgangers ge schiedt bij don Korpscommandant per brief waarin hun volledig adres duidelijk is vermeld on waarbij is ingesloten een bewijs van, goed gedrag, dat ter Gemeente-Secretarie moet wor den gevraagd. Geschiedende deze kennisgeving ingevolge machtiging van Hare Majesteit, om aan boven vermelde voorloopig door Hoogstdezelve goed gekeurde bepalingen reeds thans algemeene be kendheid te geven, onder beding, dat bij die bekendmaking mededeeliug worde gedaan, ge lijk bij deze nadrukkelijk geschiedt, van het voor inhoud, dat liet vrijwillig verblijf onder de wape nen op den hierbedoelden voet alleen dan kan geschieden, zoo voor de daaraan verbonden pre mie benoodigde gelden door de Wetgevende Macht worden toegestaan. Wordende bij deze voorts bepaald, dat gega digden, aan wie eene spoedige aanmelding ten zeerste wordt aanbevolen, ter Gemeente-Secre tarie nadere inlichtingen bunnon verkrijgen en dat aldaar desgewenscht zorg zal worden gedra gen voor de opzending van den brief van aan melding. Amersfoort, den 7. Maart 1908. De Burgemeester voornoemd WÜIJ TIERS. De Burgemeester der gemeente Amersfoort, brengt, ter voldoening aan do aanschrijving van den Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, d.d. 5 Maart 1908, 4e afdeeling, no. 986/707, ter kennis van belanghebbenden, dat in de gemeente Baarn. een geval van miltvuur is voorgekomen. Amersfoort, den 7. Maart 1908. De Burgemeester voornoemd WUI.J TIERS. Politiek Overzicht Een ultimatum van Japan. 'De Japansche regeering heeft een ultima tum gericht' aan het hoofd van het Chinee- scho ministerie van buiitenlandsche zaken, .i in verband met de inbeslagneming \nan het Japansche stoomschip' „Tatsoe Maroe". Men heeft in dit blad de geschiedenis van het incident met de Tatsoe Maroe kun nen leoeai. I" het begin van Februari wend deze Japansche stoomboot dii© ter redde van Ma^ao in P'oritugeesdke wateren (naar verzekerd wordt) geankerd lag, in beslag genomen door vier öhineesdhe kanonneeTbooten en naar Kanton opge bracht, waar zij op het oogeaïblik nog is. Op de Tatsoe Maroe werd aangetroffen eene lading van dertig 'kisten, geweren en veer tig Msten patronen, welke, Volgens zeggen der Ohineeaen, binnengesimclkfkölid werden voor opéttandelingen in Zuid-Ghina, terwijl de Japanners de voorstelling van Clhinee- scbe zijde loochenen. De wapenen zouden bestemd zijn voor een Ohineeeoh handels huis te Macao, de Porbugeosche overheden zouden de vereischte volmacht vioor den in voer van wapenen en schietvoorraad hébben gegeven en bovendien zou de aanhouding hebben plaats ge-had in Fortugcesche, niet in Chinccsdbe wateren, in welke laatste be wering do Japanners worden gesteund door don Portugeeschen getaanit te Peking. Er is bij deze aanhouding neg al radicaal goh and elder zijn schoten getost, inaar wat erger isdc Japansche vlag op de Tatsoe Maroe is dcoi de Chineeraen neergehaald. Dadelijk nadat oen en ander was geschied, eisclite Japar. vrijlating van het schip, ver ontschuldiging en eene schadevergoeding. In den loop der onderhandelirugen zond het een kruiser naar de watereu van Kanton, hetgeen nu juist niet tot een oplossing van hei geschil ui der minne zal hebben bijge dragen. Integendeel, de Chineesche bevol- king werd hierdoor zeer geprikkeld, zoo danig, dat toen, naar gameid wordt, van uit. Peking opdracht kwaan liet Japansche stoomschip vrij te laten alleen het be slag op de lading zou dan scheids rechterlijk worden béhandéld de onderkoning van Kanton het niet waagde in strijd met de openbare meening te handelen. Van de Obdneesche regoering moet ge zegd worden dat dezie hare oude politiek van dralen niet heeft verloochend. Zij bad bëloofd vóór 29 Februari mét haar ant woord gereed te zijn, maar het bleef op den vastgestelden tijd. achterwege. Toen ging het gerucht, dat Japan een ultimatum zou hébben ingedien Het werd terstond door de regoering tegengesproken er wend nog aan toegevoegd, dat aan de regeering te Peking hoegenaamd geen be dreiging was gericht. Dat Japan werkelijik een ultimatum tot de Ghinessohe regeering heeft gericht, komt dus wél als eene ver- rausing te meer daar het in deze zaak niet zeer sterile staat en de schijn ©oer tegen do Japanners is China hiart den ei&cöi gestéld, diat de zaak aan een scheidsgerecht zou worden on derworpen. Toegeven aan den eisoh van Japan zou immers dezelfde be-teekenis gehad hebben als 'een toestaan van dien smokkelhandel, ten ba.t© van Ohineesche opstandelingen. Japan vond echtor tegen zulk eene scheids rechterlijke beslissing een beletsel in het ge beurde met dc vlag. Is het den Japanners uitsluitend te deen oin recht te krijgen in de onderhavige kwes tie, of zocht het aanmatigende rijk men denke aan Koiea een aanleiding om zich macht ta verschaffen in andere Chineesche aangelegenheden, can enkel maar te noemen de spoorwegen-kwestie in Mandsjoerije, die m den laatsten tijd weer aan de orde is Het heeft voel var. dit laatste en het lijkt zeer zonderling bij een bevriende natie, welke op standelingen te bestrijden heeft, een geschil als het tlhans bestaande, op te werpen, 'e meer daar het- bijna zco klaar is als de dag, dat de wapenen etn patronen voor opstan delingen bestemd waren. De kommandan ten van de kanon neerbooten mogen wat kras zijn opgetreden, hunne handelwijze was, zoo al niet te rechtvaardigen, dan toah te ver goelijken. Naar uit Peking gem olid wordt, bestaat het minimum der eischen, in het Ja pansche ultimatum gesteld, iu cle terug gave van stoomschip en lading, en betaling et>nor schadeloosstelling binnen bepaalden tijd. In geval van nalatigheid of vertraging zaUJapan, overeenkomstig de in het ultima tum gestelde voorwaarden, onmiddellijk de noodige maatiegélen nemenHet blijft staan op eene voldoening voor het neerhalen dei- Ja,pansche vtag. Het wil geen bemiddeling aanvaarden, omdat het het standpunt in neemt, dat China ongetwijfeld in dwaling verkeert. Bij de overreilking van het ultima tum moet burggraaf Hayashi aan de Chi- ne-esche regeering uiting hébben gege ven aan de sympathie van Japan in zake de aangelegenheid der waponsmckkelarijmaar tevens verklaard hebben, dat China geen be middeling koa verwachten, zoo'ang het eeno deelname van Portugal hieraan niet toelaat. Uit een in den Hoop van den morgen van heden ingekomen telegram blijkt, dat China, na aanvankelijk weer te hebben gedraald, zijn volledigs excuses heeft aangeboden. Al leen moet nog worden geantwoord in zake het beslag op de wapenen en munitie. Het geval zal vermoedelijk dus met een sisser a floopen. Een conclusie kan echter allicht zondet schroom uit het gebeurde worden getrok keu Namelijk deze. dat de, na de Russisch- «J ap nsche oorlog ontstane vrees vicor een Pan-Mongoolsche beweging, voorloopig wel niet zal worden bewaarheid. Duitschland. Wiïlielmshaven, 7 Maart. In tegenwoordigheid van den groothertog en do groothertogin van Baden en Prins Hen drik der Nederlanden liep het- .verbouwde linieschip liayern hedenmorgen 11 uur ge lukkig van stapel. De opp er p resid ent Hengstenberg hield de feestrede. De groot hertogin doopte het schip met den naam J „Nassau". Tweede telegram. Bij het op het van stapel loopen gevolgde ontbijt in het, ofli- ierencasino bracht de Keizer een drie- voudjg hoera, uit op de gastenPrins Hendrik der Nederlanden, den groothertog van Baden, en voor alles de allerdoorluch- tigste dcopmccder, de groothertogin van Ba den. De groothertog dankte voor deze vrien delijk© woorden en bracht een drievoudig hoera op den Keizer uit. Biarritz, 7 Maart. Koning Eduard is heden avond om 9.50 hier aangekomen. De brief van den Duitschen Keizer. liet onschuldige kattebelletje van Keizer Wilhelm aan lord Tweedmouth heeft in kor ten tijd al heel wat gemoederen en als ge volg daarvan pennen in beweging g.bracht. Dat de Duibsche eere-acuniraa! der Britsche vh/ot bet inderdaazou hebben gewaagd zich met üijn vloot te bemoeien op andere wijze dan de ©e re-betrekking waarin hij tot haar staat mag doen verwachten en pleegt mee te brengen, zal wel geen verstandig man, ok in Engeland zelf niet, een «ogenblik heb ben geloofd. Men zou over het gebeurde niet veel behoeven fee spreken wanneer er niet een commentaar aan was vast.geknoc.pt door een orgaan der Engelsche dagbladpers, dat, al moge het in een laat6ten tijd meer en meer kwijnen, nog altijd aanzie: naar buiten heeft, dat nog immer zijne verklaringen als uitin gen van een weloverwogen publieke raeening wil zien beschouwd en zich tor- het middel punt van eene kleino ma'ar onvermoeibare groep heeft gevormd, welke den strijd tegen Duitschland als haie levenstaak beschouwt. Het artikel van de „Times'' L een nieuw bewijs van den fanatiek en har tegen de Eniitschers, waaraan dit blad ich heeft over gegeven, «en haat, velke dikwijle in zijn blindheid, „ijn doel nrst, dikwijls genoeg echter ook het onheil sticht, «at hij c-.uvt wil Wel merkwaardig i* het dat in F au1- - rijk, waar men het ja.ir '870 e.. nog zooveel meer heeft te verduwen gehad geen blad zo bitter en giftig tegen den nabuur is als in Engeland de ,Ti> Reuter seinde reeds hoe het boos-sensatio- neelo artikel van de Times in Engeland geen goede pers heeft, al zou men aao des Keizer's brief zelf gaarne openbaarheid zien verleend. Zeer juist schreef o. a. nog de „Evening Standard" „niemand kan lichtgeloovig ge noeg zijn, om aan te nemen dat zelfs een impulsieve persoon li jküeid als de Duitséhe Keizer, een stap zou hebben ge© aan zoo wei nig gerechtvaardigd door 'he' diplomatiek gebruik en 's lands gevoel van welvoeglijk heid, maar nog voel miuder da< een minis ter der Britsche kroon zich de viijheid zou hebben veroorloofd i i zulk een zonderlinge bri *fwisselinor te treden zonder de goedkeu ring der volksvertegenwoordiging" en het blad eischt opheldering, zelf zij oordeel op schortende tot er meer omtrent, die briefwis seling bekend zal zijn." Die „opheldering" zal nauwelijks noodig zijn. Alle partijen laken de onbescheidenheid en den kwaadwilligen toon van de Times. Dé Daily News vaart, hevig tegen de Times uit en zegt dat dit blad gehandeld heeft als ee:i plat sensatieblad. Door de Fransche bladen wordt het geval, behoudens enkele onbeteekenende uitzonde ringen, met gToote reserve en zonder over drijving van de beteeken is er va n opgeno men. De Temps o. a. betoogt dat het inci dent na de verklaring van Asquith zijne praktische beteekenis heeft verloren. Er zal echter bij het Engelsche publiek eene ont stemming blijven bestaan, welke voor de bcmoeiiü',en van liberal© zijde om eene betere verstandhouding met Duitschland te bewerken, hinderlijk zal zijn. Uit Berlijn wordt aan de lomps geseind dat de Keizer ook na zijn verb'ijf op Engel- schen bodem, briefwisseling hieid met ver schillende personen, o. a. in ret binzonder met lord Tweedmouth over onderwerpen waarover 'hij met die hoeren gesproken had tijdens zijn bezoek. Eu dus zal het bewuste briefje ook wel niet anders zij.' geweest d!a.n de anderen en geenszins het sensationeel© ka rakter hébben gehad da/t Times er aan tracht te geven. Intusechen werd lieuter's correspondent te Berlijn gemachtigd tot de volgende mede- deeling die het algemeen uitgesproken ver moeden der Duitsche pers rechtvaardigt „Dat de Keizer een brief heeft geschreven aan lord Tweedmouth voor ©enigen tijd is waar De bewering van de Times echter dat de Keizer een poging gedaan heeft invloed te oefenen op de Engelsche vlootplannen is onjuist. In den brief heeft de Keizer alleen bepaalde onjuiste voorstellingen die in En geland bestaan over de D'uitscHe vlootplan- nen willen weerleggen, in marinezaken is de Keizer geen leek en hij had het volle recht tot de stap die hij deed als vakman, als hoe danig men hem ook in Engeland beschouwt. Evenals Keizer '.Vilhelm elk.- poging uit het buitenland gedaan om mede te beslissen, over het vlootprogram zou afwijzen, zoo zou het ook niet bij hen opkomen zich te men gen in de zaken van de Britsche vloot.' In ambtelijke kringen heeft men te Ber lijn niet bet minste bezwaar tegen publica tie van de brief door de Engc-lsChe pers gc- ©ischt, maar beschouwt dat als een zaak waarin alleen de Keizer en Lord Tweew- mouth te beslissen hebben. Bovenstaande mededeeling woidt ten over vloede neg bevestigd door een schrijven van den heer Arnold White, „een der over mari nezaken het best ingelichte medewerkers" van de „Dailv Chroniole". Deze zegt, dat Lord Tweedmouth, alvorens den brief van den Keizer te beantwoorden, den inhoud bad medegedeeld aan Koning Edward en den mi nister van buitenlandsche zaken. Over den inhoud van den brief deelt de beer White 'het volgende mede „Men meent te weten, dat de Keizer in den brief zijn leedwezen uitspreekt over de perscommenta ren op de marine van beide mogendheden, met het doel om daardoor haat te zaaien tusschen de twee staten, die nooit met elkan der strijd hebben geveerd, en daarom mede deelt dat Duitschland zijn oude schepen door nieuwe vervangt met het oog op de behoef ten van den zich voortdurend uitbreidenden handel. De heer White voegt hieraan toe, dat het, volgens zijn meening, onwaarschijnlijk is, dat deze correspondentie zal worden gepu bliceerd. Lord Tweedmouth heeft het volgende tele gram gezonden aan den hoofdredacteur van de Daily Chronicle Brief zuiver particulier, niet officieel, staat in geenerlei verband met dc begroo ting van marine. Er zal omtrent deze zaak geen nieuwe verklaring worden afgelegd voor Maandag a. s iu de vergadering van hot Heerenhuis. De Times verklaart, natuurlijk met groot© voldoening, dat èn uit het officieel© commu niqué uit Berlijn èn uit de verklaring van minister Asquith blijkt, dat hare mededee- ling juist was. Naiair aanleiding van de op merking van genoemden minister, dat de beg'rooting reeds vastgesteld, was vóór de ontvangst van den brief, merkt het blad op, dat in zijn kolommen niets was gezegd, dat de brief van den Keizer van invloed was geweest op de marine-begrooting, maar het houdt vol, dat er een poging is gedaan om invloed uit te oefenen. verklaring van minister Asquith", Naar htt Zwttdsch 35 DSOB PH. W IJ S HI A N. De doklter was maar 'vast naar den ba ron in de andere kaan er gegaanHij vond hem wél iets opgewekteren toen hij na liet eten naar huis zou terugkeeren, zeide 'hij tegen de barones: „Nu heb fk u Svenssons Thiillda voor den •tweeden koe»- géhimllit, mevrouw. Hm hét is wel eene groote verantwoordelijk heid, die men op szicih neemt door zulk een jonge plant unt haar natuurlijken grond over te aetltcn. Ik iweut waarlijk nadt of ik 'daar goed aan heb gedaan. Walt dunkt u, mevrouw1?" „De baak van dokter Lars is, als altijd, het goede te doen," antwoordde zij, klem hartelijk op den scihbuider kloppend; en fluisterend voegde zij erbij: „wat het ver standigste is weet God alleenwij kunnen niet meer doen <fan naar ons beperkt weten te werk gaan." Wanneer men liet ndet aan de hoornen getzaeti bad wier bladeren grooter wieildien, en aan de bloemen die weliger bloeiden en het gras dat booger werd, clan zou men op Sundéby biet gemerkt hébbon dat de tijd omging, zoo langzaam en gelijkmatig tikte de huisklok en zoo volkomen gelijk verliepen de dagen. Het voorjaar „pakte" baron Ludvig eerst wél, maar daarna sdheen hij: waarlijk weder sterker te wor den. „Miag hij nu niet haast eens opstaan?" vroeg' de barones dokter La.rs. „Zieker. Als hij hét wensoht. Maar wij magen hem niet jachtenalleen ons best doen hem wat óp te wékken. Ik zal juf frouw Tkiida leeren dannmenvoor die les pTaatsen wij ons bij. het bed. Dalt. geeft een weinig afleiding en 't is een proefneming, of hij; het spel volgen kan. Wanneer hij dan om zijne laarzen vraagt, géven wij hem die, zeer gewoon." Op zékeren dag kwam er een brief van Thoröten met het poststempel van DusseT- dorp erop. Dit oude .middelpunt der kunöt was sedert lang niet meer „de heriilSg© stad" waarheen reetolgetoovige, mlodeme kunstenaars hunne bedevaartsgaaigon richt ten. Maar Thorsten had de sohi'deredhool en het museum mét luide bewondering hooren roemen door ©enig© veteranen onzer eigene schoolen hij had zich tot de daar aanwezige producten zoo zeer aangetrokken gevoeld, dat hij op zijne thuisrréis nog een langen tijd in Duaseldorp gebleven was. Want hij was thans op weg naar huis; en hij verlangde ook naar huis. Toéh was hij blijde dat de toestand van zijn vader niet, verontrustend waswant. hij wdldo nog gaarne een paar dagen in Duaseldorp blijiven en dan nog op zijn gemak de mu seums en galerijen te Dresden zienhij had daarvan sleobts een vludhtig kijkje ge nomen op de heenreishij verlangde toen al te zeer naai Parijs en Rome. Dan zou hij ook gaarne fee Berlijn wat willen uit rusten. Die tentoonstellingen in Moalbit waren de moeite wel waard en al waren de musea niet zóó beroemd, er waren toéh ook nog' bezienswaardige stukken. In een afzonderlijk briefje aan zijne moe der vroeg hij dringend hem 500 mark te zenden „posterestamtete Dresden. Hetrei- zeu in Duitschland was zoo ontizettend duur; hij kon onmogélijik uitkomen met zijn ontvangen reisgeld. Nu had hij dit aan zijne moeder afzonderlijk geschréven; daai kon zij' het beste oogenibHik kiezen om er met papa Ludvig over te spreken, omdat hij nu nog zwak was Het voorhoofd der barones wérd bewolkt toen zij dit i«gestoten briefje las, dat zij behendig uit den algemecnon brief, die in de ziekenkamer geopend .was, had weten te smoikkéton. Nog. onlangs was Thorsten's inkomen verhoogd op eene wijtze die Voor de geldelijke omstandigheden van Sundéby lang niet onverschillig wasen haar een voudige jongen, die voor twee jaren géle- Sn nog zeer bedeesd en angstvallig om eon ,paar tientjes, en nog .wel met tusschen - poorzengevraagd had, scheen tegenwoor dig Volstrekt geen rekening meer te houden mét de offers, die zijne oudere zich voor hem getroost hatdden. Maar, hét was waar mijnheer Wennerbom had dit altijd ge zegd rékenen .was bij Tliorsten con zeer zwak punt.. In 'baar ééntje mocht Thiida dcai go- héélen brief lezen. Zij keerde en wendde hem, duidelijk zoekend naar iets wat er niét in was Hm Hij liet haar de harte lijke groeten doen, zooals hij altijd deed. Maar geen enkel woord stond er van in, diat zij nu weder bij, zijne ouders was; geen wéordje van dank. Voor hare hulp en haar geeélsohap. Thiida schaamde zich. Zij werd /vuurrood en bedekte haar gelaat met beide hanldén toen zij zich op die leélijke gedachten betrapte. Voorheen, toen zij nog Voortdurend oj deze haar zoé dierbaar ge- wt'rdene plaats had gewoond, zou zij nooit zulke dedhte dingen gedacht hebbendat wist zij zeker. Maar hij had er toch althans iets van moeten zeggen in dien brief. Die eiscli mocht zij gerust stellenen na de ikkxmst wall dien oingelliukdbrief waren er «ogenblikken waarin blaar hart dn opstand kwaan en waarin baar geweten haar zeide dat dé aangewezen plaats voor Svenssons Thiida was téhuis, waar hare helpende hand voor die arme ouders zoo noodig was Maar lang .mocht zij zich aan die ge- daicihte niet overgeven. Doorvoor waren twee hartien elkander te innig nader geko men. Toén zij in liare booze stemming in liet salon trad en daar do lieve vrouw in éhkaar gezakt zag zit,ten, met, diepe rimpels over het Voérhoafd en met bedroefde oogen Voor zich uibstarende, boen smolt alle trots en ïmisnoegld'hei'd in haar on zachtjes kniel de zij op bet tapijt naast de canapé, Vlijde haar hoofld op den schoot vau Thlorstens moedor en fluisterde: „Hij krijgt liet. toch, niet waar. lieve mevrouw?'Het is niet. anders mogelijk dan datfe hij het geld krijgt f' Ileél zacht en lieflkoozeud strooiden de vingers der barones het glaa*2igö haar van 'het jonge meisje. Ten slotte prevelde zij, na een poosje te hebben gezwegen „Hoe gelukkig zou ik zijn, kindliefd, in dien ik, zooals jij, alleen mocht luisteren naar de stem van mijn hart. Geloof je niet. dat dit hetzelfde zegt als jij? Maar ik word gekweld door twijfel aan wat goed is en ver standig. Ik weet niet of ik mag dben wat ik zou wiililen." Den volgenden dag, ©er er nog iets was gedaan, kwam dokter Laa-s Hij moest, alles weten. ..Ludvig mag niet. verontrust worden. In dien de jonge baron het gelid hebben moet, daji moet li ij ,'het op een door mij bezorgden wissel ontvangen." .Hartelijk, hartelijk dank." „Volstrekt geen dank, 'lieve barones. De ouidé Sköldengren heeft goou geld fe leenen of t© verlieaen. Het is eenvoudig eene ma nier om ©on vriend', dde mij voorfieen vaak uit werkelijke financdeele moeilijkheden ge holpen heeft, voor eenige wéken voor zorgen te vrijwaren, die ik, als dokter, zoo mogelijk vooikomen moet. Wederom verliepen er een aantal dagen zonder andere afwisseling dan dat baron- Ludvig op een morgen in hot begin van Mei aangekleed werd. Hij wasaiiet zoo veel beter, maar het langdurig liggen verveelde hem en nu liet hij zich in oen oud wagentjo met een paard rondrijden langs de velden waar het vroege koren geelgroen begrm op te schieten. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1