2
Art. 3 wordt z. h. o. voorloopig goedge
keurd, waarna de verordening met al ge
meen o stemmen wordt vastgesteld.
5. Voorstel van B. en W. betreffende de
onbewoonbaar-verklaring van liet perceel,
gelegen aan de Hellestraat, plaatselijk ge
merkt no. 2.
De Voorzitter. De commissie, die
den toestand van de woning beeft onder
zocht, stelt voor tot de onbewoon'baarver-
klariug over te gaan.
Wordt z. h. o. conform besloten.
6. Behandeling van het adres van de
vereeniging Handel en Nijverheid, betref
fende hot marktwezen en van de .verder op
deze zaak betrekking hebben adressen en
voorstellen
B. en W. advïseeren tot eene afwijzende
beschikking op het adres van Handel en
Nijverheid.
De heer Oosterveen. Mijnheer de
Voorzitter, ik heb indertijd voorgesteld het
rapport van de vereeniging Handel en Nij
verheid naar de afdeelingen te (zenden, om
een nader onderzoek omtrent deze zaak in
te stellen. Dat onderzoek heeft plaats -gehad.
Ik heb niet den indruk gekregen, dat voor
alsnog deze plannen met gejuich ontvangen
worden door de leden van den raad. Even
wel ben ik na afloop van het onder
zoek nog een voorstander van de plan
nen van Handel en Nijverheid. Ik wil
op dit oogenblik het geheele rapport niet
bespreken, omdat de discussie clan al te
uitgebreid zou worden. Wanneer ik van
de verschillende markttoestanden in Amers
foort. spreek, dan wil ik eene splitsing
maken. Men kan in de eerste plaats spreken
over de verplaatsing van verschillende
markten, waaronder ook de varkensmarkt
en de vischmarkt, eene verplaatsing, die
niet gepaard gaat met veel kosten. In de
tweede plaats over de overdekking van en
kele marktende eieren markt, cle boter
markt (die reeds overdekt is) en de groen -
ten markt. Het komt mij voor, dat voor deze
laatste categorieën van markten, (eieren
markt en groentenmarkt), het zeer nood
zakelijk is, dat verbetering wordt aange
bracht. Het is van groot belang, dat die
verbetering tot stand komt.
Naar aanleiding van de m. i. minden-
gunstige ontvangst van dat denkbeeld) heib
ik mij afgevraagd, of het nuttig of noodig
kon zijn ami speciaal voor verbetering van
de eieren- en groentenmarkt een nieuw
voorstel in te dienen, dat kans van slagen
zou hebben. Evenwel als ik over de zaak
x denk en naga 'hoe die markten te overdek
ken zijn, dan moet ik teruggaan naar het
rapport van Handel en Nijverheid en naar
de grondgedachte, die in het rapport
beerscht, dat de markthallen geplaatst moe
ten worden op den Hof, waar tot nu toe
steeds markt gehouden is. Zoolang ""k niet
den indruk krijg, dat de raad van gevoelen
is, dat het rapport van Handel en Nijver
heid moet worden toegejuicht, althans dat
men het daarmee eens kan zijn, gaat 'het
moeielijk vorder daarop in te gaan. In
de afdeelingen is er op gewezen, dat op
enkele plaatsen markthallen niet aan het
doel hebben beantwoord. Maar men zal
algemeen 't er mee eens zijn, dat als men
op den Hof, de plaats waar nu de eieren-
markt gehouden wordt, eene overkapping
maakt, die wel aan het doel zal beantwoor
den Wanneer men die overkapping goed
maakt, dan zijn de gebruikers van de markt
daarmee geholpen. Wij moeten het beginsel
aanvaarden om op den ,Hof eene c verkap-
ping te maken. Dan eerst kunnen wij ver
der gaan en overwegen of wij dat zullen
doen alleen voor de eierenmarkt of ook voor
de groentenmarkt, of de ooftmarkt, de
aardappelenmarktde kippenmarkt enz
Er is in het antwoord van B. en W. *.p
de verslagen van de afdeelingsvergaderingeu
eene zinsnede, die mij eenigszins verontrust
B. en W. zeggen: Afwijzing van hoo ver
zoek sluit geenszins uit, dat -bij veranderde
omstandigheden nadere verzoeken of voor
stellen overwogen zullen worden". Dat heeft
mij ongerust gemaakt, want wij weten, dat
B. en W. reeds eenige jaren over de zaak
gedacht hebben. Zij 'hebben de zaak niet
alleen overwogen, maar ook plannen ge
maakt., die later niet uitvoerbaar bleken te
zijn. De Kamer van Koophandel heeft ook
geadviseerd en denkbeelden aan de hand
gedaan om tot een verbeterden toestand te
komen. En nu lees ik hier tusschen de regels
door: „Wij willen de zaak voorloopig laten
rusten, en als later meer /bereikbare plannen
ons aan de 'hand worden gedaan, dan zullen
wij ze overwegen". Ik voor mij! ben van
meening; dat het noodzakelijk is verbete
ring in de marktoestanden aan te brengen,
en zou daarom van <B. en W. willen hooren,
dat zij willen doorgaan en zullen trachten
verbetering aan tc brengen, ook voor het
heden. Men moet niet wachten op verander
de omstandigheden. Wat zijn veranderde
omstandigheden? Die uitdrukking lijkt mij
wel wat vaag.
De heer van Esveld. Mijnheer de
Voorzitter, de oommissie van Handel en
Nijverheid', die zidh voor de verbetering van
het marktwezen hééft ingespannen, heeft
diaarmee ,een verdienstelijk werk verricht.
Zij verdient daarvoor allen lof. En wel hier
om, omdat de aandacht (bijzonder op deze
zaak is gevestigd. De zaalk heeft veel' belang
stelling ondervondenzij is in onderzoek ge
weest bij de betrokken lichamen en bij de
burgerij zij is in de couranten besproken
en wij hebben van alle kanten inlichtingen
gekregen. Wat blijkt nu uit het groote dos
sier van de stukken, die ons hebben be
reikt? Dat de adviezen zeer uit elkaar loopen.
Wiji hebben thans drie ontwerpen een van
Handel en Nijverheid!, een van de Kamer
van Koophandel! en nog een derde van B.
en W. Het oordeel over deze zaak is dus
zeer verschillend
Wij hébben -gezien, dat de commissie van
Handel en Nijverheid sommige markten wil
verplaatsen. Ook de varkenmarkt. Daarte
gen zijn de Boerenbond en andere belang
hebbenden met- kradht opgekomen. Ik kan
mij dat- wel- voorstellenOnze markten zijn
gunstig gelegen aan de hoofdaderen van het
verkeer. Wanneer men ze wil verplaatsen
naar eene stillere plaats, dan vrees ik, d'at
dit voor onze markt doodetnd fflall zijn. Ik
zo-u niet gaarne mijne stem gewen aan een
voorstel om de varkenmarkt naar een stil
gedeelte van de stad te verplaatsen.
Verder wil de marktcommissie, dat markt
hallen zullen worden gebouwd. Zij heeft eene
vragenlijst gezonden aan 51 gemeenten. Het-
blijkt, dat in al die gemeenten geen markt
hallen zijn. Slechts 24 gemeenten verklaren
zich er voor; d. w. z. zij1 winden markthal
len wel wensehelijk, maar bouwen ze niet
zélf. Wij hebben kunnen lezen, dat in Hil
versum de boterboeren markt houden biji Jan
Kok. De gemeente vond het noodig een 'hal
te bouwen, maar toen die hal klaar was., ble
ven de boeren ibij Jan Kok. De gemeente
heeft ihare hal moeten inrichten tot spuiten-
huis en haar later afgebroken. Dat- is geen
aanmoedigend voorbeeld voor ons. Wanneer
men spreekt van een groentenhal, dan kan
ik mij niet voorst-ellen waartoe die moet
dienen. Als men in den groenten tijd op de
groentemarkt- en op de appelmarkt komt.
dan zien wij,, dat die marktplaatsen propvol
zij,n. Wat een reuzen bal zou men moeten op
richten om die bezoekers allen 'te bergenDe
financiën van de gemeente zouden d'aarvoor
tc kort schieten.
De commissie meent, dat de heffing van
marktgelti kan tegemoet komen in de on
kosten. Ik geloof, dfet de markt alleen kan
bloeien door een grooten aanvoer. Hoe groo
te r aanvoer, hoe bloeiender markt. Wan
neer wij echter zien, dat uit een betrekke
lijk kleinen omtrek iedere week dezelfde
boeren ter markt- karnen, d:an vrees ik, dat
die boeren niet 'genegen zullen zijin veel geld
te geven om met 'hunne goedleren te kunnen
komen in een markthal. Ook daaromtrent
heeft men in eene naburige gemeente onder
vinding opgedaan. In de gemeente Putten
heeft men een marktgébouw gjestioht. Van
de gezamenlijke li an deiaars werd eene ver
goeding van f 25 per jaar gevraagd. Er werd
f 10 geboden. Dat heeft men niet willen ac
cept oc-rén, en toen -hebben de boeren zelf een
stal gehuurd., waar zij met hunne goederen
kwamen. Ik geloof, dat wiji met het oog op
het publiek, dat hier op de markt komt, ons
geen illusie moeten maken van de opbrengst
van het marktgeld. Ik geloof stellig, dat wij
door een marktgeld te heffen, het bezoek
van de markt zeer zouden drukken.
Op één punt komen de adviezen overeen
namelijjk wat de eierenmarkt betreft-. Daar
wordt een overdekt gebouw zeer wensehelijk
geacht. Maar wij heblben géhoord, dat de
eieren handel 6oms reedfe is afgeloopen, voor
dat de boeren op de markt komen. In tijdén
van schaarscüite van dé eieren gaan de op-
koopers de 'boeren tegemoetdan hébben de
boeren hunne eieren al verkocht voordat zij
de marktplaats bereikt hebben. Het- eenige
wat noodig is, is m. i. een gebouw, waar
de eieren kunnen worden verpakt. D'at moe
ten de opkoopers nu in de open lucht doen.
Misschien kan daarin voorzien worden, door
een pakhuis daarvoor te huren in de onmid
dellijke nabijheid van-de marlet.
Behoudens dat enkele punt, heb ik in al
de adviezen te vergeefs gezocht naar eenige
overeenstemming. Daarom zou ik een ingrij
pen in den toestand -van ons marktwezen
gevaarlijk vinden en alleen dan gewettigd,
als zich van alle zijden een sterke drang
daartoe vertoonde. Op dit oogenblik is
van een dergélijken drang niets gebleken.
Ieder heeft zijn eigen opinie. Een drang om
eene bepaalde richting in te slaan, vind ik
nergens Ik wil daarom verklaren, dat- ik
mij op diit oogenblik bij het advies van B.
en W. om eene afwachtende houding aan
te nemen, zal neerleggen.
De heer van Duinen. Mijnheer de
Voorzitter, hetgeen die heer Oosterveen in
zijne rede heeft gezegd, wil ik gaarne
onderschrijven. Er is over deze zaak
reeds zooveel geschreven en gesproken, dat
het tijdverspilling zou zijn er verder over te
'beraadslagen. Ik. zal den tijd van deze ver
gadering niet vermorsendoor op de bijzon-
dorheden van de zaalk in te gaa-n. Maar op
een paar zaken wil ik de aamdaoht vestigen.
De vereeniging Handel en Nijwerfieid is
begonnen met de plannen tot verbetering
van het marktwezen onder 'handen te ne
men, naar aanleiding van plannen, die reeds
door B. en-W. wel niet geheel uitgemaakt,
maar toch in vasten vorm gezet waren. De
Kamer van koophandel had reeds over de
zelfde zaak advies uitgebracht. Dat alles
bij: elkaar maakt, dat hét- gewettigd was, dlat
Handel en Nijverheid geroepen achtte,
om de zaak niet maar gedeeltelijk, maar
geheel onder handen te nemen. Dat de zaak
de aandacht van velen 'heeft getrokken, is
niet te verwonderen. Wie timmert bij den
weg, hoort allemans gezeg. Maar wanneer
men alles wat dbor voor- en tegenstanders
is gezegd! naast elkaar legt, dan is het ver
bazend. dat daaruit zooveel verschil van
meening blijkt. Ik had niet gedacht, dat
de opiniën zoozeer -uit elkaar zouden loo
pen. Toch kan ik mij volkomen vereenigen
met hetgeen ue 'heer O'osfertveen heeft ge
zegd. Voornamelijk omdiat B'. en W., die
vroeger wel geneigd waren iets te doen, nu
alles ter zijde willen StellenEr zijtn plan
nen opgemaakt, die moesten kosten het eene
f 33,000, het andere f 25,000. De over
kluizing van het Havik is vroeger ook al in
de pen geweest. Later hébben wij gehoord,
van den aankoop van de „Keizerskroon
om die voor eiermarkt in te richten. Een