6
De hoer P<10 m p. Ja. mijnheer de voor
zitten-. Wij moetem kunnen zien wat de fi
nancieels gevolgen zijn.
De Voorzi/tter. B. en W. nemen het
voorstel tot aanhouding over.
•Hierna komt ontwerp-beeluit no. 1 tot
wijziging van de verordening, iin behande
ling
Art. 1 wordt z. h. o. voorioopig goed
gekeurd.
Art. 2.
De heer Plom p. Mijnheer de voorzitter,
ik heb straks in overweging gegeven in de
tweede alïnea in te voegen dé woorden
jjdoor den burgemeester" en in de voorlaat
ste alinea eveneens.
De Voorzitter. Het artikel is, in
dier voege gewijzigd, aan de orde.
Art. 2 wordt z. h. o. voorloopig goedge
keurd, waarna de verordening met alge-
meene stemmen wordt vastgesteld
8 Voorstel van B. en W. betreffende de
organisatie van het personeel in dienst, bij
de fabricage.
Het voorstel strekt om in te stellen de
betrekking van inspecteur van het bouw
en woningtoezicht en voor deze betrekking
ep-ne jaarwedde van f 1500 vaat te stellen.
Do heer van Duinen. Mijnheer dé
voorzitter, ik zou eene vraag willen doen.
Aan het hoofd van deze voordracht staat
„Voorste! van B. en W. betreffende de or
ganisatie van hot personeel, in dienst- bij
de fabricage." Nu vind ik het vreemd dat
de commissie van fabricage in dit geval
geheel onkundig goliaten is van de zaak en
dat men niet de wijze van werken heeft ge
volgd om die commissie het- eerst van de
zaak in kennis te stelten. Hetzelfde heeft
plaats gehad bij de verbouwing van Birk-
hoven. Oclk daarover is de commissie van
fabricage niet gehoord. Ik vind, dat. het ge
past had haar te raadplegen. De commissie
is er of zij is er niet. Wanneer de commissie
er is, dan moet zij gehandhaafd worden.
Dan lees ik in de toelichting; ,,De werk
kring (vian den inspecteur) zal zóó geregeld
moeten worden, dat hij zélfstjandig cpjt.roedt
in ail'lë zaken lietreffeude liet bouw- en wo
ningtoezicht deze persoonlijk in onze
vergaderingen toelicht en bespreektde ver
antwoordelijkheid van den architect zal dus
ijl dit cpzioht verminderd wordenvoor
zoover de inspecteur zijn tijd niet ingenomen
ziet door het bouw- en woningtoezicht, zal
hij don architect behulpzaam kunnen zijn."
Ik vind diat eene vreemde bepaling, die .la
ter wellicht tot onaangenaamheden tussdhen
don architect en dezen inspecteur aanlei
ding kan geven. Deze ambtenaar is zelf
standig of hij is 'hot niet. Is hij zelfstandig,
dan kan hij. niet een ambtenaar boven zich
hebben aa.n wien hij verantwoording schul
dig is. Wanneer een nieuwe diensttak in t
leven moet worden geroepen, dan geef ik
in overweging den ambtenaar, die aan het
hoofd daarvan wordt geplaatst-, voor het ge
heel verantwoordelijk te doen zijn en niet
slechts voor een zeker deel. Met andere
woorden dat hij uitsluitend zal hebben te
zorgen voor den tak van dienst-, waarvoor hij
is aangesteld. Verder is bij mij de vraag op
gekomen Wat wordt er geëisoht van den
insjiecfceur van het bouw- en woningtoezicht?
Wij blijven daarvan geheel in 't onzekere.
Ik vermoed, dat B. en W. voor het- salaris,
dat zal worden toegekend, nogall luooge
eischon zullen stellen. Maar ik weel- het
niet. B. en W. komen met, dilt voorstel om-
dot do derde gemeente-opzichter heengaat.
Ik vat dat niet. Zal er een opzichter over
bodig worden, omdat er eene andere betrek
king* wordt gecreëerd? Ik zou gaarne willen,
dat dit voorstel naar de afdeelingen werd
gerenvoyeerd, opdat- B. en W. ons inlich
tingen kunnen geven omitrenit de punten
waaromtrent wij nu licht missen.
De heer Oosterveen. Ik ondersteun
dat voorstel, mii-nlheer de voorzitter.
De heer Kroes. Mijnheer de voorzitter,
ik ben 't geheel eens met den heer van Dui
nen. Ik zou gaarne zien, da.t het. voorstel
naar de afdeeiiugen werd verzonden. Dit
vooistel is te plotseling opgekomen om er
over te kunnen oordeelen.
Dé Voorzitter. Alls dat wordt ver
langd, dan aal ik mij niet verzetten tegen
de verzending naar de afdeelingen. Maar de
inlichtingen, die gevraagd zijn, kunnen thans
mondeling gegeven worden en dan is er geen
reden om niet verder te gaan met. de be
sprekingen. B. en W. hébben uitvoerig toe
gelicht waarom zij een inspecteur van het
bouw- en woningtoezicht wenschen te zién
aangesteld. De heer Visser is bereid om diaar
over nog nadere inlichtingen te geven.
De heer v a n E s v e 1 dMijnheer dé Voor
zitter, voordat u het woord geeft aan den
hee- Visser, zou ik gaarne nog eene opmer
king maken. Die kan dan meteen beant
woord worden. Het is een groot jaar gele
den, dat de derde gemeente-opzichter werd
aangesteld. Toen werd het voorstel daartoe
gemotiveerd met het betoog, dat het werk
van de opzichters zóó uitgebreid was, dat 2
':t niet meer afkondener moest nog een
derde 'bijkomen. Wanneer nu een insjpeciteur
wordt aangesteld, da.n komt men voor het
geval, dat die is een groot heer. Is die ook
geschikt opzichterswerk t<e. doen en na te
loopen wat de derde opzichter heeft moeten
doen Misschien kan de wethouder van open
bare werken ook daarover inlichting geven.
De heer Jorissen. Mijnheer de Voor
zitter, pas een jaar geleden is de derde ge
meente-opzichter aangesteld'. De toestand
zal toen wel niet. zooveel verschild hébben
met dien van thans. Hoe is het nu moge
lijk, dat er een tafereel wordt- opgehangen
van den toestand van dezen tak van dienst,
dat alles behalve rooskleurig is? Als men
dit rapport leest, dan is het alsof er niets
kan worden gedaan. Hoe komt men er toe,
nu zoo'n treurig tafereel van den toestand
op te hangen Is dat in het laatste jaar zoo
gekomen, of heeft het al jarenlang zoo ge
duurd? Waarom hébben B. en W. voor een
jaar ons niet ingelicht over den treurigen
toestand, die blijkt- uit wat door B. en W.
nu geschreven is
De heer Visser. Mijnheer de Voorzit
ter, ik wensch in de eerste plaats den heer
van Duinen te antwoorden betreffende zijne
klacht, dat deze zaak en die betreffende de
verbouwing -van het heerenihuis op Barkho
ven niet aan de commissie van fabricage
zijp gezonden. Ik héb -omtrent de verbou
wing van -Birldioven mede té -dleeten, dat
die verbouwing was gecontracteerd met den
pachter van Birkhoven. De commissie, die
B. en W. bii6taat in het beheer van Birk-
hoven, heeft de plannen van die verbouwing
met dien pachter vastgesteld; in die com
missie hebben twee leden van de commissie
van fabricage zitting. De heer van Duinen
is er over geraakt, dat hij1 de overeenkomst
niet -heeft gezienik eigenlijk ook. Daarin
zijtn wij, 't samen eens.
Maar over de aanstelling van den inspec
teur voor het bouw- en woningtoezicht be
hoeft de commissie van fabricage m. i. niet
gehoord te worden. Met dat toezicht heeft
de commissie zich niet te bemoeien. Dat- zou
een onding zijnmen zou dan wel elke
week de commissie moeten 'bijeenroepen.
Nu het v,ooi-stel zélf, om een inspecteur
voor het bouw- en woningtoezicht .te benoe
men. Het is gebleken dat -deze tak van dienst
uit de handen van den ardhiteot moet wor
den genomen. Wij moeten een ambtenaar
hebben, aan wien dat toezicht speciaal is
opgedragen. Dat moét een dienst blijven,
waarmee de gemeente-architect niets te ma
ken heeft. Het is voor hem niet te doen.
Elke aanvrage om te bouwen, moet behoor
lijk getoetst worden aan tee eischen, die de
verordening stelt; er moet dikwijls over ge
confereerd worden. Ook moet er toezicht
gehouden worden, dat niet iets wordt daar
gesteld, wat in strijd is met de verordening.
Daarvoor heeft de heer Kam geen tijd.
Er moet een onafhankelijk ambtenaar zijn,
die zelfstandig daarvoor opkomt. Het werk
van dien ambtenaar zullen B. en W. moe
ten regelen in dé instructie, die voor hem
zal worden vastgesteld', -ook wat zijne ver
houding betreft tot den gemeente-architect.
Nu is er op gewezen, dat in het vorige
jaar een derde gemeente-opzichter is aange
steld. Ja,, wij meenden het daarmee te kun
nen dóenhij is eerst tijdelijk aangesteld en
daarna voor vast benoemd. Maar wij hébben
gezien, dat het pp den duur zoo niet ging.
De architect zelf heeft ru te veel werk. Die
moét ontlast worden door dé aanstelling van
dézen inspecteur,, die het bouw- en woning
toezicht voor zijn rekening neemt. Dat met
tertijd nog weer een derde opzichter noodig
zal zijn daarvoor 'behoeft -vooreerst geen vrees
te bestaan. Het werk, dat -voor de opzichters
te doen is. kan tusschen de beide opzichters,
die in dienst blijven, zeer goed verdee1 d
worden. Er is gezegd: ,,De inspecteur zal
zoo'n heer worden". Och, in den titel zit
dat niet. Wij (hébben ook inspecteurs van
po'itie. MIaa-r willen die heereu een anderen
titel, 't is mij 'wél. Wil men dezen ambte
naar liever directeur of commissaris noe
men, ik heb er vrede mee. Maar de titel
van inspecteur lijkt- mij nogal onschuldig,
behalve in den militairen dienst. Alles te
zamen genomen, beveel ik de vergadering
aan het voorstel aan te nemen. Het. is wer
kelijk noodig, dat deze inspecteur er komt.
Ik wil Diets zeggen ten nadeele van het per
soneel, dlat bij Openbare Werken in dienst
is; maar biji verwerping vtan het voorstel
zou een toestand bestendigd worden wat
het bouw- en woningtoezicht, betreft, die
niet mag blijven voortbestaan.
De heer aolandus Haged-oorn.
Mijnheer de Voorzitter, ik geef ook in over
weging .deze zaak in de afdeelingen te doen
bespreken. Dan-, zullen wij ons beter een
oordeel kunnen vormen of de aanstelling van
dezen nieuwen ambtenaar zoo noodig is als
wij van den wethouder hebben vernomen. Er
zijn hierbij vragen te doen, die ik wel won-
schelijik vind dat gedaan worden, maar die
ik liever in eene afdeelingsvergadering zou
willen doen. Het voorstel van den heer van
Duinen, dat ondersteund is door de heerén
Kroes en Oosterveen, lijkt mij een zeer ge
schikte weg om deze za-ak te behandelen.
Ik sluit mij daarbij aan.
De V oor z i 11 e r. Ik meeudé, dat n<*-
de toelichting, die door B. en W. is gege
ven, dé zaak voldoende is voorbereid. Maar
ik zal het voorstel tot verzending naar de
afdeelingen in omvraag brengen.
De heer Visser. Het bezwaar, dat ik
heb tegen dc verzending naar de afdeelin
gen, is dat daarmee tijd zal verloren gaan.
Er is eenige haast bij, dat in de betrekking
wordt voorzien. De derde opzichter zal ons
spoedig verlaten.
De heer Hl a m e r s. Mén kan de afdee-
lingsvergaderingen deze maand nog houden.
De heer van Duiuen. Mijnheer de
Voorzitter, mag ik even antwoorden op het
geen de wethouder heeft gezegd naar aanlei
ding van mijne opmerking, dat de commis
sie van fabricage is op zijde gezet? Ik heb
gezegd, dat het mij speet, dat de verbouwing
van het heeronbuis op Birkhoven niet voor
af aanhangig was gemaakt bij dé commissie
van fabricage. Daarop is een antwoordl gé-
geven, dat mij ten hoogste verbaast; name
lijk dat het de pachter van Birkhoven was.
doe in die zaak de lakens heeft uitgedeeld.
Ik begin nu te begrijpen, waarom er zoo'n
haast- was, dat de voordracht betreffende
Birkhoven moest worden aangenomen. Maar
als men dien kant uitgaat bij Openbare
Werken, dan giaat men den verkeerden kant
uit.