f. 801.
Dinsdag 21 April 1908.
BlflENLAND.
FEUILLETON.
'n Zeemansbruid.
JkAPiang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Por 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- #n Peest-
idvertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
morgen1IÜL de.Uitgevers in te zenden.
■ioen aw
rtirigen*
volgt rei
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeügo bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by. abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzioht.
Scheepvaartrechten op de Duitsche
rivieren.
Art. 19 van de wet van 1 April 1905 be
treffende den aanleg en de uitbreiding van
[waterwegen in het Koninkrijk Pruisen
knoopt aan de openstelling van de krachtens
die wet tot stand te brengen waterwegen
de voorwaarde vast-, dat vooraf op de na
tuurlijke waterwegen scheepvaartrechten
loeten worden ingevoerd. Die bepaling,
warmee de toestemming gekocht werd van
Ie agrariërs tot de vroeger hardnekkig door
ien bestreden verbetering van het Pruisi-
che kanalenwet, noopt de Pruisische regee-
ing te doen wat zij kan om de belenmierin-
en weg te nemen, die thans nog aan de
tl voering van die scheepvaartrechten in den
feg staan.
Dat is geen gemakkelijk werk, want die
elemmeringen zijn vele en velerlei. Reeds
adelijk levert de rijksgrondwet een bezwaar
i0p. Deze bevat in art. 54 eene bepaling, die
flo tolvrijheid op de natuurlijke waterwegen
waarborgt, behoudens zeer bijzondere geval
len. De kosten van rivierverbebering, die
trouwens niet. alleen de scheepvaart, maar
ook den oeverbewoners ten goede komen,
worden krachtens dit artikel genomen uit
de openbare kas. De rijksgrondwet heeft,
door dit alge-meen geldende voorschrift, een
einde gemaakt aan een strijd tus9chen de
Duitsche staten, waarvan de last- zeer werd
gevoeld, en rnet één silag die talrijke slag-
boomen opgeruimd, die de vaart op de rivie
ren belemmerden. Maai- ook hiervoor geldt
de bekende spreuk van Gerbrand Adriaansz.
Brederoo,,'t kan verkeeren". Do Pruisi
sche regeering heeft zich er nu voor gespan
nen om de vrije vaart op de Duitsche rivie
ren, die veertig jaren geleden onder a-lge-
nieene instemming in de g-rondwet van het
Duitsche rijk is vastgelegd, weder op te
boffen
Aanvankelijk heeft de Pruisische regee-
ring betwist-, da,t dit art. 19 met de rijks-
grondwet in strijd zou zijn. Daaruit zijn
interpellatiën voortgevloeid, die reeds ge-
ruinien tijd geleden bij den rijksdag zijn in
gediend om te vernemen welk standpunt de
rijksregeering in deze zaak inneemt. De be
handeling van deze interpellatiën is eenige
malen uitgesteld, maar heeft toch vóór het
Paasdhreces nog plaats gehad. Het debat,
dat daarbij is gevoerd, laat zien hoe nu de
kwestie staat.
Do sociaal-democratische afgevaardigde te
Mannheim, dr. Frank, zette in scherpe
bewoordingen uiteen hoe Pruisen had ge
tracht art. 54 van de rijksgrondwet op zijde
to zotten, hoe het zijn .overwicht tegenover
de Zuid-Duitsclie staten deed gelden, hoe
het den indruk wekte alsof het zich wilde
heen,zetten lover do scheepvaartakten, op
grond waarvan Oostenrijk en Nederland het
rooht hebben op vrije vaart respectievelijk
op de El'be en den Rijn. Als principieel
tegenstander van de scheepvaartrechten op
de vaderla-ndsche stroomen pprak de vrijzin
nige afgevaardigde Kaempf. Ilij zag daarin
ook eene bedenkelijke ontwikkeling van het
Pruisische particularisme en een van de vele
middelen tot belemmering van het verkeer,
die in de laatste jaren in de economische
en de belasting-wetgeving worden toegepast.
Voor spoorwegen in do kofloniën brengt
men vele millioenen ten offer, maar voor
de verbetering van de rivieren wil de staat
niet, zooals vroeger, uit eigen middelen zor
gen.
Uit de verklaring, die daarna staatssecre
taris von Betlhmann-Hollweg aflegde, ver
nam men, wat ten deele reeds bekend: was,
dat Pruisen met verschillende bondsstaten
onderhandelt over de vorming van „Zweck-
verban-de" het woord is moeielijk vertaal
baar, maar het begrip wel te omschrijven
bedoeld worden namelijk organen in wier
kassen de inkomsten zullen vloeien van de
heffing van scheepvaartrechten in een be
paald stroomgebied, en die deze inkomsten
zullen aanwenden voor onderhoude- en ver
betert ngswer kon. Wanneer deze onderhan
delingen ten einde gebracht zijn, dan wil
de Pruisische regeering, door uit te lokken,
dat de wetgevende macht in het rijk aan
art. 54 der grondwet eene met hare opvat
ting strookende uitlegging geeft, de belem
meringen o-pöieffendte dit artikel, zooals
zij nu toch toegeeft, in den weg legt aan
scheepvaartrechten op de groote rivieren.
Wanneer in Duitsohland dc zaak beklonken
is, dan zal men in onderhandelingen treden
met de betrokken vreemde staten, derhalve
met Oostenrijk en NederlandDe Pruisische
minister van openbare werken Breitenbaoh,
deed daarna zijn best uiteen te zetten, dat
scheepvaartrechten juist in het belang van
het verkeer zouden strekken tot bevorde
ring van de vaart op de rivieren.
Uit het debat, dat op deze verklaringen
van de rogeeriiigstafel volgde, bleek, dat het
centrum voor de scheepvaartrechten gewon
nen isde woordvoerder van die partij
bracht daarvoor dezel f demotieven te berde,
waarmee de conservatieve agrariërs steeds
voor die heffing zijn opgekomen. Ook de
meerderheid van de nationaal-liberalen is
voor de scheepvaartrechteneene minder
heid van die partij is er tegen gekant even
ails de Saksische leden van alle partijen.
Princxpieele tegenstanders zijn de vrijzinni
gen en de sociaal-democraten.
Men kan dus, op grond van wat in dit
debat gebleken is, constateeren, dat de re
geering, als zij met haar voorstel betreffen
de art. 54 bij den rijksdag komt, daar eene
meerderheid zal vinden. Als zij er mee bij
den rijksdag komt, want het is de vraag of
zij daarin slagen zal. Ieder wetsvoorstel
wordt namens den bondsraad 'bij den rijks
dag ingediend. Vooraf moet dus de toestem
ming van den bondsraad verkregen worden
voor de uitlegging, die de regeering wil ge
ven aan art. 54. Nu wordt voor wijziging
van een grondwetsartikel de toestemming
gevorderd van drie vierden der stemmen,
dae ir den bondsraad kunnen worden uit
gebracht. Voertieu stemmen tegen zijn vol
doende om in den bondsraad het plan van
Pruisen doen mislukken, en dan kan de
zaak niet eens voor den rijksdag komen.
Pruisen moet trachten door onderhandelin
gen zóó velen van de andere bondsstaten te
winnen, dat het aantal stemmen van de
tegenstanders daalt tot beneden 14. Dat is
bij Beieren en ook bij Wurtemberg gelukt.
Vierkant tegen zijn Saksen en Raden, en bij
de kleinere staten zijn Pruisen's pogingen
tot dusver nog niet voldoende gevorderd,
dat men nu reeds kan zeggen, dat de ver-
eischl -> meerderheid verzekerd is. Eerst als
in Duitschland alles in 't reine is, komt de
beurt aan de vreemde staten, met wie onder
handeld zal moeten worden
Engeland.
Londen, 20 April. De Koning, de
Koningin en prinses Victoria zijn hedenmor
gen uit Londen naar Dover vertrokken, om
zich daar in Ie schepen voor hunne reis
naar Scandinavië.
Minister Gladstone heeft omtrent het
wetsontwerp tot invoering van den achturi-
gen werkdag voor mijnwerkers aangekon
digd, dat hij besloten heeft daarin eene ad
ditioneel© bepaling op te nemen, dat in geen
geval in den arbeidsduur eene verandering
zal warden gebracht vóór Juni 1909.
E'mund Robertson, die om gezondheids
reden n is afgetreden als parlementair se
cretaris van de Engclsche admiraliteit,
krijgt een zetel in het hoogerhuis. De nieuwe
lord is de zoon van een schoolmeester.
Denemarken.
Heo Folkething heeft liet reeds door het
Landsthing aangenomen wetsontwerp der re
geering over de invoering van het algemeen
stemrecht voor gemeenteraden van alle be
lastingbetalende mannen en vrouwen boven
25 jaren en voor alle gehuwde vrouXven, wier
mannen belasting betalen, goedgekeurd. Bij
de verkiezingen voor de districts raden zul
len de hoogst aangeslagenen een derde van
de kiesmannen leverennu bedraagt dit ge
tal de helft. De verkiezingen zullen naar
het ©venredigheidssfcelsel geschiedenDe aan
neming van het wetsontwerp geschiedde met
64 tegen 35 stemmen.
Italië en Turkije.
Rome, 18 April. Een officieuse nota
deelt medeSedert langen tijd reeds hebben
Italiaansche burgers, wonende in verschil
lende steden van Turkije, aangedrongen op
de inrichting van It ail ia ansche postkantoren.
De minister van buitenlandsche zaken be
sloot kantoren te openen te Konstantinopel,
Salouiki en Jerusalem. Op het einde van
Maait ontving de Porte eene nota, waarin
mededeel ing werd gedaan van de opening
der genoemde kantoren. Op 30 Maart, ant
woordde de Porte, dat krachtens een vroe
gere overeenkomst de openstelling van deze
kantoren niet kon worden toegestaan. Op 9
April overhandigde de Italiaansche ambas
sade aan de Porte een nieuwe nota, waarin
zij het onbetwistbaar recht van Italië daarop
aantoonde. Op 14 April antwoordde de Porte
met beslistheid, dat zij strenge bevelen had
gegeven om do opening dezen- kantoren te
beletten.
De Italiaansche ambassade ontving be
richt, dat de gegeven beivelen, volgens de
authentieke verklaringen van officieele per
sonen, daarin bestonden, dat er gewapende
peletons zouden worden geplaatst voor de
kantoren, teneinde met geweld aan het pu
bliek den toegang te beletten. Die Italiaan
sche regeering besloot met kracht voor de
waardigheid en de rechten van Italië op te
komen en, om tegen alle gebeurlijkheden ge
wapend te zijn, drie vloot-divisiën naar de
Turksche watereu te zenden- Zoodra deze
aangekomen zullen zijn, zal de regeering
gelijktijdig aan de mogendheden en aan de
Porte een nota zenden, waarin er op wordt
gewezen, dat Turkije de internationale rech
ten en verdragen ten nadeele vam Italië
schendt. De bedoeling van Italië is duidelijk
en klaar; het wil de Italiaansche rechten in
bepaald omschreven vragen handhaven.
Daarom zijn ook de geruchten, volgens welke
Itailië er over zou denken zich van een
Turksch gewest meester te maken, geheel en
al uit de lucht gegrepen.
2 0 April. Er wordt bericht, dat de
gezant van Turkije zich hedenochtend naar
den minister van buitenlandsche zaken heeft
begeven en dezen de volgende mededeeling
heeft gedaan uit naam van den Sultan en
zijn regeering: Nu Italië niets anders ver
zoekt dan postkantoren te mogen inrichten
in 5 steden, waar reeds postkantoren van
andere mogendheden gevestigd zijn, is er
geen enkele reden om tegenover Italië een
andere gedragslijn te volgen dan tegen-over
die andere buitenlandscihe mogendheden.
Daar de oj>ening van buitenlandsche poet
kantoren in het Rijk geenszins berust op een
verkregen recht noch op een verplichting,
aangegaan door de Ottomaansche regeering,
spreekt het vanzelf dat er ook ten opzichte
van de Italiaansche kantoren gehandeld zal
worden volgens een beslissing, die later zal
worden genomen omtrent alle buitenland
sche postkantoren. Het staat dus vast, dat
die opening niet zal kunnen worden uitge
legd als een verkregen bijzonder recht.
Deze mededeeling is de uitdrukking van
do onveranderlijke gevoelens van oprechte
vriendschap, die reeds sinds jaren bestaan
tusschen den Koning van Italië en den Sul
tan en hunne beiderzijdsche regeeringen.
De minister !van buitenlandsohe zaken
nam akte van deze verklaring en sprak zijn
voldoening uit over de goede oplossing van
het geschil.
Wat de gevoelens van vriendschap betreft
van den Sultan en zijne regeering ten op
zichte van Italië en zijn vorst, verklaarde
de minister, dat het hem genoegen heeft ge-
daari, daarvan de mededeeling te ontvangen,
niaar hij voegde daaraan toe, dat hij het
noodig achtte, ten einde die vriendschap
duurzaam te doen zijn, dat alles vermeden
zou worden wa.t weder tot incidenten aan
leiding zou kunnen geven.
De minister vestigde verder nog de aan
dacht van den gezant van Turkije op de
volgende drie punten 1de houding van
de Turksche ambtenaren in sommige plaat
sen tegenover de Italiaansche iconsulaire
autoriteiten, 2. de belemmeringen door som
mige Turksche autoriteiten in den weg ge
legd aan het verkrijgen van onroerende goe
deren door Italiaansche onderdanen, 3. het
verbod aan de Italiaansche stoomlbooten, die
van Tripoli op Hems en Mvarata varen, om
passagiers en goederen in te nemen.
Deze drie punten zullen nader worden
toegelicht in eene nota, die de Italiaansche
regeering aan dc Porte zal doeai toekomen,
en waarin acte zal worden genomen van de
verklaring van den Turksch en gezant.
Oostenrijk-Hongarij».
De Neue Freie Presse meldt: In welinge
lichte kringen hier verzekert men, dat baron
v. Aelirenthal aan de beloften, die hij in de
Ooetenrijksche dotlegatie gegeven heeft met
betrekking tot de vorhooging van de offi
ciers-traktementen en de verbeterde voeding
van de manschappen, onvoorwaardelijk vast
houdt. Hij is zich bewust, welke gevolgen
bet zou hebben, wanneer hij niet mocht sla>-
geu. Hij stelt zich op het standpunt, dat de
vergadering van de dëlegatiën in Mei gehou
den dient te worden en de vorhooging van
de officierstraktementen noodig isverder
dat het heele vraagstuk niet van politieken
aard is en daarom niet met nationale tege
moetkomingen in militaire vraagstukken
verward mag worden.
Rutland.
De Russische bladen melden, dat de be
noeming ophanden is van een opperbevel
hebber van alle strijdkrachten te land en ter
zee, ondier wien odk de ministers van oorlog
en van marine zullen komen te staan. Als
candidaat voor dit ambt wordt algemeen ge
noemd grootvorst Nikolaas Nikolajewitsch.
De Rirsthewija Wjedomosti bericht, dat
op bevel van den Czaar de uit het Port-
Arthur-proces bekende generaals Fock, Smir-
now en Reiss met ingang van 15 April met
pensioen uit den dienst zijn ontslagen.
Petersburg, 2 0 April. Het be
richt in buitenlandsche bladen, dat er een
samenzwering tegen de keizerlijke familie
zou zijn ontdekt, wordt door het Peters-
burgsche Telegraafagentecïliap als geheel
verzonnen gekenschetst.
Japan an Rusland.
De onderhandelingen tusschen Japan en
Rusland over het visscherij-verdrag staan
voor 't oog en blik stil, omdat de Russische
minister van buitenlaudsclie zaken en de
Japansche gezant het over enkele punten
niet eens kunnen worden.
Turkije.
Ween en, 18 April. Men meldt uit
Konstantinopel, dat het laatste gedeelte van
de nota der Porte aan de Fr ansche regee
ring omtrent de naasting der haven van
Troungoldak de weigering iphoudt de door
de Fransche regeering gevorderde schade
vergoedingen te betalen.
De Weener correspondent van de Parij-
sche Matin heeft van baron Aehrenthal
eene verklaring over het Macedonische
vraagstuk opgevangen, volgens welke de
Oosten rij ksche minister van buitenlandsche
zaken gezegd zou hebben
Eir zal nog wel eenige tijd voorbijgaan,
voor men tot een volkomen overeenstem
ming op aile punten is gekomen. De onlangs
door alle betrokken mogendheden offi
cieel en officieus gedane verklaringen laten
geen twijfel, dat alle regeeringen groote
waarde hechten aan het behoud van de
overeenstemming. Het beste bewijs daar
voor is, dat bijna aile mgendheden, die het
Berlijnsche tractaat geteekend hebben, de
Russische voorstellen in beginsel hebben
aangenomen. Men is reeds tot eensgezind
heid over de hoofdpunten gekomen, en men
mag aannemen, dat de voorloopig© onder
handelingen over de onderdeelen van het
Macedonische hervormingsplan geene
moeielijkhedcn zullen bieden, en dat men
tot een regeling zal kofhen, welke de ui been -
loopendo belangen van de verschillende mo
gendheden verzoenen zal. De tegenwoordige
toestand wettigt die hoop. Pas wanneer de
mogendheden het eens zijn, komt de nog
mooie!ijker vraag, om de voorstellen door
Turkije te laten aannemen. Daar dc mo
gendheden tot het besluit gekomen zijn,
tegen de aanstelling van Turksche ambte
naren bij de bestuursafdeelingen in Mace
donië, nadat zij hervormd zijn, geen be
zwaar te maken, is de weg naar het doel al
geëffend
Kreta.
Over de benoeming van een Zwitserschen
hoofdambtenaar tot inspecteur van finan
ciën op Kreta wordt uit Bern bericht, dat de
onderhandelingen nog voortduren. De bonds
raad verlangt, dat als latei- het ambt mocht
112 D00*
THERESE HOVEN.
,,0! Marion,'' riep ze, kort na. de ontmoe-
j tings-omhelzing* uit. „Zoo'n engel van een
dokter, ails we in Neuonalir hadden. Een
man om in een seconde op verliefd te wor
den
„En... hij?" informeerde Marion, 't fami
lie-zwak Iharer nichtjes kennende.
Muriël zuchtte.
„Dus heeft hij niets gezegd?"
„Gezegd, -nee, maar... such a dialling, hij.
kon je aankijken op een manierEn dan
kon hij je hand vasthouden en ,,mein PVau-
lein'
Dweep jij ook met hom?" vroeg Marion,
zich tot Florry wendende.
„Ik? Niet zoo erg als Muriël, maar hij was
wel 'bizonder."
,,ïk wou, dat hij een van de meisjes had
gevraagd," bromde tante Julia., die een dut
je trachtte te doen.
,,0! moeder," klonk het verontwaardigd.
,,Dat zou toch de eenige logische oplos
sing zijn."
„Zoo banaal! Wie dénkt daar nu aan?"
begon Muriël, doch haar zuster viel snibbig
in„Je hadt hem toch wat graag gehad en
Herr Finster ook."
„Nog een?" vroeg Miarion lachend
„En meer,1' verzekerde haar tante kalm,
„de meisjes hadden dit jaar bizonder veel
succes; als 't maar tot iets geleid had."
„Dat hoefde volst rekt. niet," beweerde
MjurièT, „daarom is 'tons niet te doen. Ai-
tijd zoo voor één man te moeten leven en
geen attenties van anderen te kunnen aan
nemen, meet heel vervelend zijn."
Florry, die eenige jaren jonger was dan
haar zuster, vond 'tnoodig 'teens oven uit
te proesten. Het was tè gek, Muriël, die
reeds van haar zestiende jaar af, aan 't hen
gelen was, zoo iets te hooren beweren.
Florry's lachen maakte Muriël 'helsch en
een hevig dispuut volgde, hetgeen eenige
t"anen aan dé half sluimerende moederoogon
ontlokte en Marion bij zioh zelve de opmer
king deed «naken, dat het drietal nog onver
anderd was. Zoolang, zijl 't zich herinneren
kon, had ze dergelijke tooneeltjes van 't ge
zin barer tante bijgewoond. De meisjes wa
ren altijd' verliefd, kibbelden vortdureud en
haar moeder kwam er altijd schreiende tus
schen.
Nadat de gemoederen tot rust waren ge
komen, -vroeg Florry, of -Marion geen avon
turen had gehad?
Avonturen, neeHolland was een heel
kalm landje, geen struikroovers of derge-
1 ijken.
Natuurlijk bedoel :1e Florry niet zulke
avonturen, maar heel iets anders, dat wist
Marion even goed als zij. Ze hield zich maar
van den domme, maar als ze niets zeggen
"wou, ook goed. Zij was zeker de laatste om
zich ongevraagd in iemand's vertrouwen
binnen te dringen.
Marion kreeg een formeel standje, waar
na Fl'orry toonde, hoe anders zij was, door
de vei-sohillende veroveringen, die zij in Ie
laatste twintig jaar gemaakt had, nog eens
even, ails ©en schitterende reeks, voor de
oogeri barer nicht te laten voorbijtrekken.
Marion luisterde in stilte en dacht... aan
een klein vierkant kaartje, onder in haar
reistasch, met een paar woorden er op; ze
had het dienzeifden dag ontvangen.
Jan Vermeer had er enkel op geschreven,
dat hij voor een hut op de nachtboot voor
haar gezorgd had, en... nog iets... een
vraag.
Of hij verder ook voor haar zorgen mocht
of ze hem haar leven, haar geluk, zou wil
len toevertrouwen?
Geen omhaal van mooie zinnen, geen
liefdesverklaring in optima formal was 't-ge
weest, maar toch... Marion wist, dat 'top
rechter was gemeenI dan al 'tgeen de vele
'bewonderaars van haar nichtjes hadden ge
zegd.
Jan, poor lboy, was zoo wanhopend ern
stig. Ze had niet geweten, wat er op te ant
woorden, tot ze -op eens den inval had ge
kregen, Annette met het antwoord te be
lasten.
Als deze het nu maar niet vergeten zou?
Wat dan? Natuurlijk zou Jan er niet op
terugkomen... hij had in Helvoet en ook
later in den Haag al zooveel gezegd. Zij
Wist precies, hoe hij- haar vond. maar zij
had hein nimmer laten -blijken, hoe ze over
hem dacht, echt Engel'sch.Ze was in de
leer opgevoed, dat een meisje npoit halar
ware gevoelens mocht toonen. Flirten eu
gekheid maken en lief zijn mocht ze wel,
zoolang ze er niets van meende, doch was
beur hart eenmaal getroffen, waren de
fijnere weefsels liarer ziel beroerd, dan was
't haar plicht om dit te verbergen, achter
een masker van ijs.
„Een meisje mag nooit laten merken, dat
zij verliefd is; een vrouw moet haar man
nooit aanhalen... daardoor alleen kan zij-
hem aan zich verbinden I" Zoo luidde de
traditie; de Engelsche vrouw moet, voor
'toog, koel en ongenaakbaar rijn. Vein
zen... altijd veinzen! Gemakkelijk en vrien
delijk voor degenen, die haar onverschillig
zijn en onbereikbaar en stug voor hem, dien
ze lief heeft.
Aantrekken, als ze zou willen afstooten
en afstooten, als ze zich aangetrokken
voelde
Het traject duurde niet Lang, maar pra
ten en denken gaat snel en er was al heel
wat afgepraat en afgedacht, voor Marion
Rood ford in de private caban 'belandde, die
door de speciale bezorging van luitenant
Vermeer voor haar opengehouden was.
En toen ze er kwam, vond ze er... bloe
men... die ze kuste! LI ij, was er immers niet
bij... Mooie donkere rozen waren 't, maar
't purper op keur wangen was nog inten
ser, nog vuriger.
De La France rozen in Helvoet- hadden
slechts een flauw (blosje te voorschijn ge
roepen, maar van die zwart-roode Pierre
Moreau was de reflectie dieper
En, tusschen de rozen, waren fijne, door
schijnende witte bloempjes, wier naam Ma
rion niet- kende, doch die haar aan oranje
bloesem deden denken.
Edoch, ze werd niet lang aan haar over
peinzingen overgelatentante Julia vond
't vroeeelijk in 't dames-salon, waar ze met
haar zessen of achten gecaseerd waren. En
Mardon zou oen hut mot vier couchetten
roor zich alleen hebben, dat hoefde niet-,
ze kwam belet- vragen voor den nacht. Wat
was dat nu? Bloemen?
Bespottelijk... zo moest ze maar niet aan
do meisjes laten zien, -die zouden er haar
zeker om uitlachen. En... van wie wa
ren ze?
Van den broer van haar vriendin?
Een izee-officior nog, wel? O! dan moest
ze er niets van geloovenhet was hekend,
dat zoe-lui in elkehaven een liefje Jiad-
den. Zonder het te willen, had Marion
antwoord gegeven op do vragen harer tante
en nu voelde ze zich genoopt om, op haar
hatelijke aanmerking, te zoggen: „O! maar
hij niet. Mr. Vermeer is geen flirt, ik
ben zéker, dat hij 'tmeent."
„En heb-je hem al aangenomen?" vroeg
tante Julia met edit vrouwelijke belang
stelling, die zelfs niet verminderd werd
door t feit, dat men van wal was gestoken
en dat- de boot aardig begon te schommelen,
een -beweging, waartegen haar zenuwen vol
strekt niet 'bestand waren. „Heb-je hem al'
aangenomen? (Ben-je geëngageerd
„O! nee... u moet denken, ik (ben nog
zoo jong, pas twintig."
„Och' kind, de leeftijd doet er niets
toe, ik was zeventien, toon ik mijn eerste
huwelijksaanzoek kreeg...
„Ja... maar ik weet niet zeker of ik wel
genoeg van hem houd... hernam ze aarze
lend. ,,En dan, een zee-officier, in 'tvoor?
jaar moet hij voor 3£ jaar naar Indië gaan,
denk toch eens, tante, voor 3J jaar...
„Dat is zeker een heele tijd om iemand
trouw te (blijven. Maar, dat hoeft ook niet."
„Tante!"
Wordt vervolgd.