f. 801. Dinsdag 21 April 1908. BlflENLAND. FEUILLETON. 'n Zeemansbruid. JkAPiang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Por 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- #n Peest- idvertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur morgen1IÜL de.Uitgevers in te zenden. ■ioen aw rtirigen* volgt rei Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeügo bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by. abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzioht. Scheepvaartrechten op de Duitsche rivieren. Art. 19 van de wet van 1 April 1905 be treffende den aanleg en de uitbreiding van [waterwegen in het Koninkrijk Pruisen knoopt aan de openstelling van de krachtens die wet tot stand te brengen waterwegen de voorwaarde vast-, dat vooraf op de na tuurlijke waterwegen scheepvaartrechten loeten worden ingevoerd. Die bepaling, warmee de toestemming gekocht werd van Ie agrariërs tot de vroeger hardnekkig door ien bestreden verbetering van het Pruisi- che kanalenwet, noopt de Pruisische regee- ing te doen wat zij kan om de belenmierin- en weg te nemen, die thans nog aan de tl voering van die scheepvaartrechten in den feg staan. Dat is geen gemakkelijk werk, want die elemmeringen zijn vele en velerlei. Reeds adelijk levert de rijksgrondwet een bezwaar i0p. Deze bevat in art. 54 eene bepaling, die flo tolvrijheid op de natuurlijke waterwegen waarborgt, behoudens zeer bijzondere geval len. De kosten van rivierverbebering, die trouwens niet. alleen de scheepvaart, maar ook den oeverbewoners ten goede komen, worden krachtens dit artikel genomen uit de openbare kas. De rijksgrondwet heeft, door dit alge-meen geldende voorschrift, een einde gemaakt aan een strijd tus9chen de Duitsche staten, waarvan de last- zeer werd gevoeld, en rnet één silag die talrijke slag- boomen opgeruimd, die de vaart op de rivie ren belemmerden. Maai- ook hiervoor geldt de bekende spreuk van Gerbrand Adriaansz. Brederoo,,'t kan verkeeren". Do Pruisi sche regeering heeft zich er nu voor gespan nen om de vrije vaart op de Duitsche rivie ren, die veertig jaren geleden onder a-lge- nieene instemming in de g-rondwet van het Duitsche rijk is vastgelegd, weder op te boffen Aanvankelijk heeft de Pruisische regee- ring betwist-, da,t dit art. 19 met de rijks- grondwet in strijd zou zijn. Daaruit zijn interpellatiën voortgevloeid, die reeds ge- ruinien tijd geleden bij den rijksdag zijn in gediend om te vernemen welk standpunt de rijksregeering in deze zaak inneemt. De be handeling van deze interpellatiën is eenige malen uitgesteld, maar heeft toch vóór het Paasdhreces nog plaats gehad. Het debat, dat daarbij is gevoerd, laat zien hoe nu de kwestie staat. Do sociaal-democratische afgevaardigde te Mannheim, dr. Frank, zette in scherpe bewoordingen uiteen hoe Pruisen had ge tracht art. 54 van de rijksgrondwet op zijde to zotten, hoe het zijn .overwicht tegenover de Zuid-Duitsclie staten deed gelden, hoe het den indruk wekte alsof het zich wilde heen,zetten lover do scheepvaartakten, op grond waarvan Oostenrijk en Nederland het rooht hebben op vrije vaart respectievelijk op de El'be en den Rijn. Als principieel tegenstander van de scheepvaartrechten op de vaderla-ndsche stroomen pprak de vrijzin nige afgevaardigde Kaempf. Ilij zag daarin ook eene bedenkelijke ontwikkeling van het Pruisische particularisme en een van de vele middelen tot belemmering van het verkeer, die in de laatste jaren in de economische en de belasting-wetgeving worden toegepast. Voor spoorwegen in do kofloniën brengt men vele millioenen ten offer, maar voor de verbetering van de rivieren wil de staat niet, zooals vroeger, uit eigen middelen zor gen. Uit de verklaring, die daarna staatssecre taris von Betlhmann-Hollweg aflegde, ver nam men, wat ten deele reeds bekend: was, dat Pruisen met verschillende bondsstaten onderhandelt over de vorming van „Zweck- verban-de" het woord is moeielijk vertaal baar, maar het begrip wel te omschrijven bedoeld worden namelijk organen in wier kassen de inkomsten zullen vloeien van de heffing van scheepvaartrechten in een be paald stroomgebied, en die deze inkomsten zullen aanwenden voor onderhoude- en ver betert ngswer kon. Wanneer deze onderhan delingen ten einde gebracht zijn, dan wil de Pruisische regeering, door uit te lokken, dat de wetgevende macht in het rijk aan art. 54 der grondwet eene met hare opvat ting strookende uitlegging geeft, de belem meringen o-pöieffendte dit artikel, zooals zij nu toch toegeeft, in den weg legt aan scheepvaartrechten op de groote rivieren. Wanneer in Duitsohland dc zaak beklonken is, dan zal men in onderhandelingen treden met de betrokken vreemde staten, derhalve met Oostenrijk en NederlandDe Pruisische minister van openbare werken Breitenbaoh, deed daarna zijn best uiteen te zetten, dat scheepvaartrechten juist in het belang van het verkeer zouden strekken tot bevorde ring van de vaart op de rivieren. Uit het debat, dat op deze verklaringen van de rogeeriiigstafel volgde, bleek, dat het centrum voor de scheepvaartrechten gewon nen isde woordvoerder van die partij bracht daarvoor dezel f demotieven te berde, waarmee de conservatieve agrariërs steeds voor die heffing zijn opgekomen. Ook de meerderheid van de nationaal-liberalen is voor de scheepvaartrechteneene minder heid van die partij is er tegen gekant even ails de Saksische leden van alle partijen. Princxpieele tegenstanders zijn de vrijzinni gen en de sociaal-democraten. Men kan dus, op grond van wat in dit debat gebleken is, constateeren, dat de re geering, als zij met haar voorstel betreffen de art. 54 bij den rijksdag komt, daar eene meerderheid zal vinden. Als zij er mee bij den rijksdag komt, want het is de vraag of zij daarin slagen zal. Ieder wetsvoorstel wordt namens den bondsraad 'bij den rijks dag ingediend. Vooraf moet dus de toestem ming van den bondsraad verkregen worden voor de uitlegging, die de regeering wil ge ven aan art. 54. Nu wordt voor wijziging van een grondwetsartikel de toestemming gevorderd van drie vierden der stemmen, dae ir den bondsraad kunnen worden uit gebracht. Voertieu stemmen tegen zijn vol doende om in den bondsraad het plan van Pruisen doen mislukken, en dan kan de zaak niet eens voor den rijksdag komen. Pruisen moet trachten door onderhandelin gen zóó velen van de andere bondsstaten te winnen, dat het aantal stemmen van de tegenstanders daalt tot beneden 14. Dat is bij Beieren en ook bij Wurtemberg gelukt. Vierkant tegen zijn Saksen en Raden, en bij de kleinere staten zijn Pruisen's pogingen tot dusver nog niet voldoende gevorderd, dat men nu reeds kan zeggen, dat de ver- eischl -> meerderheid verzekerd is. Eerst als in Duitschland alles in 't reine is, komt de beurt aan de vreemde staten, met wie onder handeld zal moeten worden Engeland. Londen, 20 April. De Koning, de Koningin en prinses Victoria zijn hedenmor gen uit Londen naar Dover vertrokken, om zich daar in Ie schepen voor hunne reis naar Scandinavië. Minister Gladstone heeft omtrent het wetsontwerp tot invoering van den achturi- gen werkdag voor mijnwerkers aangekon digd, dat hij besloten heeft daarin eene ad ditioneel© bepaling op te nemen, dat in geen geval in den arbeidsduur eene verandering zal warden gebracht vóór Juni 1909. E'mund Robertson, die om gezondheids reden n is afgetreden als parlementair se cretaris van de Engclsche admiraliteit, krijgt een zetel in het hoogerhuis. De nieuwe lord is de zoon van een schoolmeester. Denemarken. Heo Folkething heeft liet reeds door het Landsthing aangenomen wetsontwerp der re geering over de invoering van het algemeen stemrecht voor gemeenteraden van alle be lastingbetalende mannen en vrouwen boven 25 jaren en voor alle gehuwde vrouXven, wier mannen belasting betalen, goedgekeurd. Bij de verkiezingen voor de districts raden zul len de hoogst aangeslagenen een derde van de kiesmannen leverennu bedraagt dit ge tal de helft. De verkiezingen zullen naar het ©venredigheidssfcelsel geschiedenDe aan neming van het wetsontwerp geschiedde met 64 tegen 35 stemmen. Italië en Turkije. Rome, 18 April. Een officieuse nota deelt medeSedert langen tijd reeds hebben Italiaansche burgers, wonende in verschil lende steden van Turkije, aangedrongen op de inrichting van It ail ia ansche postkantoren. De minister van buitenlandsche zaken be sloot kantoren te openen te Konstantinopel, Salouiki en Jerusalem. Op het einde van Maait ontving de Porte eene nota, waarin mededeel ing werd gedaan van de opening der genoemde kantoren. Op 30 Maart, ant woordde de Porte, dat krachtens een vroe gere overeenkomst de openstelling van deze kantoren niet kon worden toegestaan. Op 9 April overhandigde de Italiaansche ambas sade aan de Porte een nieuwe nota, waarin zij het onbetwistbaar recht van Italië daarop aantoonde. Op 14 April antwoordde de Porte met beslistheid, dat zij strenge bevelen had gegeven om do opening dezen- kantoren te beletten. De Italiaansche ambassade ontving be richt, dat de gegeven beivelen, volgens de authentieke verklaringen van officieele per sonen, daarin bestonden, dat er gewapende peletons zouden worden geplaatst voor de kantoren, teneinde met geweld aan het pu bliek den toegang te beletten. Die Italiaan sche regeering besloot met kracht voor de waardigheid en de rechten van Italië op te komen en, om tegen alle gebeurlijkheden ge wapend te zijn, drie vloot-divisiën naar de Turksche watereu te zenden- Zoodra deze aangekomen zullen zijn, zal de regeering gelijktijdig aan de mogendheden en aan de Porte een nota zenden, waarin er op wordt gewezen, dat Turkije de internationale rech ten en verdragen ten nadeele vam Italië schendt. De bedoeling van Italië is duidelijk en klaar; het wil de Italiaansche rechten in bepaald omschreven vragen handhaven. Daarom zijn ook de geruchten, volgens welke Itailië er over zou denken zich van een Turksch gewest meester te maken, geheel en al uit de lucht gegrepen. 2 0 April. Er wordt bericht, dat de gezant van Turkije zich hedenochtend naar den minister van buitenlandsche zaken heeft begeven en dezen de volgende mededeeling heeft gedaan uit naam van den Sultan en zijn regeering: Nu Italië niets anders ver zoekt dan postkantoren te mogen inrichten in 5 steden, waar reeds postkantoren van andere mogendheden gevestigd zijn, is er geen enkele reden om tegenover Italië een andere gedragslijn te volgen dan tegen-over die andere buitenlandscihe mogendheden. Daar de oj>ening van buitenlandsche poet kantoren in het Rijk geenszins berust op een verkregen recht noch op een verplichting, aangegaan door de Ottomaansche regeering, spreekt het vanzelf dat er ook ten opzichte van de Italiaansche kantoren gehandeld zal worden volgens een beslissing, die later zal worden genomen omtrent alle buitenland sche postkantoren. Het staat dus vast, dat die opening niet zal kunnen worden uitge legd als een verkregen bijzonder recht. Deze mededeeling is de uitdrukking van do onveranderlijke gevoelens van oprechte vriendschap, die reeds sinds jaren bestaan tusschen den Koning van Italië en den Sul tan en hunne beiderzijdsche regeeringen. De minister !van buitenlandsohe zaken nam akte van deze verklaring en sprak zijn voldoening uit over de goede oplossing van het geschil. Wat de gevoelens van vriendschap betreft van den Sultan en zijne regeering ten op zichte van Italië en zijn vorst, verklaarde de minister, dat het hem genoegen heeft ge- daari, daarvan de mededeeling te ontvangen, niaar hij voegde daaraan toe, dat hij het noodig achtte, ten einde die vriendschap duurzaam te doen zijn, dat alles vermeden zou worden wa.t weder tot incidenten aan leiding zou kunnen geven. De minister vestigde verder nog de aan dacht van den gezant van Turkije op de volgende drie punten 1de houding van de Turksche ambtenaren in sommige plaat sen tegenover de Italiaansche iconsulaire autoriteiten, 2. de belemmeringen door som mige Turksche autoriteiten in den weg ge legd aan het verkrijgen van onroerende goe deren door Italiaansche onderdanen, 3. het verbod aan de Italiaansche stoomlbooten, die van Tripoli op Hems en Mvarata varen, om passagiers en goederen in te nemen. Deze drie punten zullen nader worden toegelicht in eene nota, die de Italiaansche regeering aan dc Porte zal doeai toekomen, en waarin acte zal worden genomen van de verklaring van den Turksch en gezant. Oostenrijk-Hongarij». De Neue Freie Presse meldt: In welinge lichte kringen hier verzekert men, dat baron v. Aelirenthal aan de beloften, die hij in de Ooetenrijksche dotlegatie gegeven heeft met betrekking tot de vorhooging van de offi ciers-traktementen en de verbeterde voeding van de manschappen, onvoorwaardelijk vast houdt. Hij is zich bewust, welke gevolgen bet zou hebben, wanneer hij niet mocht sla>- geu. Hij stelt zich op het standpunt, dat de vergadering van de dëlegatiën in Mei gehou den dient te worden en de vorhooging van de officierstraktementen noodig isverder dat het heele vraagstuk niet van politieken aard is en daarom niet met nationale tege moetkomingen in militaire vraagstukken verward mag worden. Rutland. De Russische bladen melden, dat de be noeming ophanden is van een opperbevel hebber van alle strijdkrachten te land en ter zee, ondier wien odk de ministers van oorlog en van marine zullen komen te staan. Als candidaat voor dit ambt wordt algemeen ge noemd grootvorst Nikolaas Nikolajewitsch. De Rirsthewija Wjedomosti bericht, dat op bevel van den Czaar de uit het Port- Arthur-proces bekende generaals Fock, Smir- now en Reiss met ingang van 15 April met pensioen uit den dienst zijn ontslagen. Petersburg, 2 0 April. Het be richt in buitenlandsche bladen, dat er een samenzwering tegen de keizerlijke familie zou zijn ontdekt, wordt door het Peters- burgsche Telegraafagentecïliap als geheel verzonnen gekenschetst. Japan an Rusland. De onderhandelingen tusschen Japan en Rusland over het visscherij-verdrag staan voor 't oog en blik stil, omdat de Russische minister van buitenlaudsclie zaken en de Japansche gezant het over enkele punten niet eens kunnen worden. Turkije. Ween en, 18 April. Men meldt uit Konstantinopel, dat het laatste gedeelte van de nota der Porte aan de Fr ansche regee ring omtrent de naasting der haven van Troungoldak de weigering iphoudt de door de Fransche regeering gevorderde schade vergoedingen te betalen. De Weener correspondent van de Parij- sche Matin heeft van baron Aehrenthal eene verklaring over het Macedonische vraagstuk opgevangen, volgens welke de Oosten rij ksche minister van buitenlandsche zaken gezegd zou hebben Eir zal nog wel eenige tijd voorbijgaan, voor men tot een volkomen overeenstem ming op aile punten is gekomen. De onlangs door alle betrokken mogendheden offi cieel en officieus gedane verklaringen laten geen twijfel, dat alle regeeringen groote waarde hechten aan het behoud van de overeenstemming. Het beste bewijs daar voor is, dat bijna aile mgendheden, die het Berlijnsche tractaat geteekend hebben, de Russische voorstellen in beginsel hebben aangenomen. Men is reeds tot eensgezind heid over de hoofdpunten gekomen, en men mag aannemen, dat de voorloopig© onder handelingen over de onderdeelen van het Macedonische hervormingsplan geene moeielijkhedcn zullen bieden, en dat men tot een regeling zal kofhen, welke de ui been - loopendo belangen van de verschillende mo gendheden verzoenen zal. De tegenwoordige toestand wettigt die hoop. Pas wanneer de mogendheden het eens zijn, komt de nog mooie!ijker vraag, om de voorstellen door Turkije te laten aannemen. Daar dc mo gendheden tot het besluit gekomen zijn, tegen de aanstelling van Turksche ambte naren bij de bestuursafdeelingen in Mace donië, nadat zij hervormd zijn, geen be zwaar te maken, is de weg naar het doel al geëffend Kreta. Over de benoeming van een Zwitserschen hoofdambtenaar tot inspecteur van finan ciën op Kreta wordt uit Bern bericht, dat de onderhandelingen nog voortduren. De bonds raad verlangt, dat als latei- het ambt mocht 112 D00* THERESE HOVEN. ,,0! Marion,'' riep ze, kort na. de ontmoe- j tings-omhelzing* uit. „Zoo'n engel van een dokter, ails we in Neuonalir hadden. Een man om in een seconde op verliefd te wor den „En... hij?" informeerde Marion, 't fami lie-zwak Iharer nichtjes kennende. Muriël zuchtte. „Dus heeft hij niets gezegd?" „Gezegd, -nee, maar... such a dialling, hij. kon je aankijken op een manierEn dan kon hij je hand vasthouden en ,,mein PVau- lein' Dweep jij ook met hom?" vroeg Marion, zich tot Florry wendende. „Ik? Niet zoo erg als Muriël, maar hij was wel 'bizonder." ,,ïk wou, dat hij een van de meisjes had gevraagd," bromde tante Julia., die een dut je trachtte te doen. ,,0! moeder," klonk het verontwaardigd. ,,Dat zou toch de eenige logische oplos sing zijn." „Zoo banaal! Wie dénkt daar nu aan?" begon Muriël, doch haar zuster viel snibbig in„Je hadt hem toch wat graag gehad en Herr Finster ook." „Nog een?" vroeg Miarion lachend „En meer,1' verzekerde haar tante kalm, „de meisjes hadden dit jaar bizonder veel succes; als 't maar tot iets geleid had." „Dat hoefde volst rekt. niet," beweerde MjurièT, „daarom is 'tons niet te doen. Ai- tijd zoo voor één man te moeten leven en geen attenties van anderen te kunnen aan nemen, meet heel vervelend zijn." Florry, die eenige jaren jonger was dan haar zuster, vond 'tnoodig 'teens oven uit te proesten. Het was tè gek, Muriël, die reeds van haar zestiende jaar af, aan 't hen gelen was, zoo iets te hooren beweren. Florry's lachen maakte Muriël 'helsch en een hevig dispuut volgde, hetgeen eenige t"anen aan dé half sluimerende moederoogon ontlokte en Marion bij zioh zelve de opmer king deed «naken, dat het drietal nog onver anderd was. Zoolang, zijl 't zich herinneren kon, had ze dergelijke tooneeltjes van 't ge zin barer tante bijgewoond. De meisjes wa ren altijd' verliefd, kibbelden vortdureud en haar moeder kwam er altijd schreiende tus schen. Nadat de gemoederen tot rust waren ge komen, -vroeg Florry, of -Marion geen avon turen had gehad? Avonturen, neeHolland was een heel kalm landje, geen struikroovers of derge- 1 ijken. Natuurlijk bedoel :1e Florry niet zulke avonturen, maar heel iets anders, dat wist Marion even goed als zij. Ze hield zich maar van den domme, maar als ze niets zeggen "wou, ook goed. Zij was zeker de laatste om zich ongevraagd in iemand's vertrouwen binnen te dringen. Marion kreeg een formeel standje, waar na Fl'orry toonde, hoe anders zij was, door de vei-sohillende veroveringen, die zij in Ie laatste twintig jaar gemaakt had, nog eens even, ails ©en schitterende reeks, voor de oogeri barer nicht te laten voorbijtrekken. Marion luisterde in stilte en dacht... aan een klein vierkant kaartje, onder in haar reistasch, met een paar woorden er op; ze had het dienzeifden dag ontvangen. Jan Vermeer had er enkel op geschreven, dat hij voor een hut op de nachtboot voor haar gezorgd had, en... nog iets... een vraag. Of hij verder ook voor haar zorgen mocht of ze hem haar leven, haar geluk, zou wil len toevertrouwen? Geen omhaal van mooie zinnen, geen liefdesverklaring in optima formal was 't-ge weest, maar toch... Marion wist, dat 'top rechter was gemeenI dan al 'tgeen de vele 'bewonderaars van haar nichtjes hadden ge zegd. Jan, poor lboy, was zoo wanhopend ern stig. Ze had niet geweten, wat er op te ant woorden, tot ze -op eens den inval had ge kregen, Annette met het antwoord te be lasten. Als deze het nu maar niet vergeten zou? Wat dan? Natuurlijk zou Jan er niet op terugkomen... hij had in Helvoet en ook later in den Haag al zooveel gezegd. Zij Wist precies, hoe hij- haar vond. maar zij had hein nimmer laten -blijken, hoe ze over hem dacht, echt Engel'sch.Ze was in de leer opgevoed, dat een meisje npoit halar ware gevoelens mocht toonen. Flirten eu gekheid maken en lief zijn mocht ze wel, zoolang ze er niets van meende, doch was beur hart eenmaal getroffen, waren de fijnere weefsels liarer ziel beroerd, dan was 't haar plicht om dit te verbergen, achter een masker van ijs. „Een meisje mag nooit laten merken, dat zij verliefd is; een vrouw moet haar man nooit aanhalen... daardoor alleen kan zij- hem aan zich verbinden I" Zoo luidde de traditie; de Engelsche vrouw moet, voor 'toog, koel en ongenaakbaar rijn. Vein zen... altijd veinzen! Gemakkelijk en vrien delijk voor degenen, die haar onverschillig zijn en onbereikbaar en stug voor hem, dien ze lief heeft. Aantrekken, als ze zou willen afstooten en afstooten, als ze zich aangetrokken voelde Het traject duurde niet Lang, maar pra ten en denken gaat snel en er was al heel wat afgepraat en afgedacht, voor Marion Rood ford in de private caban 'belandde, die door de speciale bezorging van luitenant Vermeer voor haar opengehouden was. En toen ze er kwam, vond ze er... bloe men... die ze kuste! LI ij, was er immers niet bij... Mooie donkere rozen waren 't, maar 't purper op keur wangen was nog inten ser, nog vuriger. De La France rozen in Helvoet- hadden slechts een flauw (blosje te voorschijn ge roepen, maar van die zwart-roode Pierre Moreau was de reflectie dieper En, tusschen de rozen, waren fijne, door schijnende witte bloempjes, wier naam Ma rion niet- kende, doch die haar aan oranje bloesem deden denken. Edoch, ze werd niet lang aan haar over peinzingen overgelatentante Julia vond 't vroeeelijk in 't dames-salon, waar ze met haar zessen of achten gecaseerd waren. En Mardon zou oen hut mot vier couchetten roor zich alleen hebben, dat hoefde niet-, ze kwam belet- vragen voor den nacht. Wat was dat nu? Bloemen? Bespottelijk... zo moest ze maar niet aan do meisjes laten zien, -die zouden er haar zeker om uitlachen. En... van wie wa ren ze? Van den broer van haar vriendin? Een izee-officior nog, wel? O! dan moest ze er niets van geloovenhet was hekend, dat zoe-lui in elkehaven een liefje Jiad- den. Zonder het te willen, had Marion antwoord gegeven op do vragen harer tante en nu voelde ze zich genoopt om, op haar hatelijke aanmerking, te zoggen: „O! maar hij niet. Mr. Vermeer is geen flirt, ik ben zéker, dat hij 'tmeent." „En heb-je hem al aangenomen?" vroeg tante Julia met edit vrouwelijke belang stelling, die zelfs niet verminderd werd door t feit, dat men van wal was gestoken en dat- de boot aardig begon te schommelen, een -beweging, waartegen haar zenuwen vol strekt niet 'bestand waren. „Heb-je hem al' aangenomen? (Ben-je geëngageerd „O! nee... u moet denken, ik (ben nog zoo jong, pas twintig." „Och' kind, de leeftijd doet er niets toe, ik was zeventien, toon ik mijn eerste huwelijksaanzoek kreeg... „Ja... maar ik weet niet zeker of ik wel genoeg van hem houd... hernam ze aarze lend. ,,En dan, een zee-officier, in 'tvoor? jaar moet hij voor 3£ jaar naar Indië gaan, denk toch eens, tante, voor 3J jaar... „Dat is zeker een heele tijd om iemand trouw te (blijven. Maar, dat hoeft ook niet." „Tante!" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1