397. Tweede blad. 0d< Jaargang. Zaterdag 25 April 1908. BINNENLAND. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amorsfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks behalv. op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen snz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cent* bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeolige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Felix Mendelssohn-BartholdyiJ l (180911847). I. 'MendelssohnWelke heelden uit vervlo gen tijden roept die naam niet "bij ons op Of gaat het u niet als mij, lezer, dat gij- bij het hooren er van terugdenkt aan den I tijd uwer jeugd, toen gij, na net- eerste f klavierorderricht genoten te hebben, de „Lieder obne Worte" begont te tokkelen? En hebt gei niet later, toen ge den twintig jarigen leeftijd naderdet en de een of an dere blonde maagd uw hart had gestolen, u ,,auf Flügeln des Gesanges" laten weg voeren naar het land van de lotosbloem om daar onder den Palmenbaum" in zalig© verrukking neer te zinken? Hebt ge daarna niet den tijd gekend, waarin ge vol bewon dering luisterdet- naar de grootere toon-» scheppingen van den componist, naar zijne oratoria, symphonieën of ouvertures? En is er toen niet een periode gekomen, waarin ge u minachtend van Mendelssohn hebt af gewend, waarin ge méedeedt aan den waan van den dag, en in aanbidding neerzinken de voor hetgeen de nieuwere kunst u bood, het oude hebt verguisd en verketterd 'Schumann kon er toen nog door, alhoewel met een zeer groot aantal restricties, maar Mendelssohn, neen dat was geheel vieux jeu", iemand waarmee men had afgerekend. Later zip ge natuurlijk wel een weinig van dat strenge oordeel, vam die schromelijk© overdrijving teruggekomen, en hebt, bij' alle bewondering voor de nieuwere kunst uitingen, toch weer een weinig waardeering weten terug te vinden voor de meesters der romantiek, en ook voor den vriend uwer jeugd, voor Mendelssohn. Maar laten we eerst eens iets over het leven van dezen toonkunstenaar mededee- len. Felix Mendelssohnkleinzoon van den Israëlitischen plnlosoof Mozes Mendels sohn en zoon van een rijken Hamburger bankier, werd den 3den Februari 18oj ge boren. Zijn vader, die tot den Lutherscben godsdienst was overgegaan, was een zeer ontwikkeld en kunstlievend man. zijne moe der, eene dochter van den bankier Bar- tholdy, eene bevallige en geestig© vrouw, zoodat de jeugdig© Felix, die reeds in zijn prilste jeugd 'blijken gaf van ©en buiten- gfewonen aanleg voor de muziek, wel in zeer gunstige omstandigheden was geplaatst. Zoo ooit, dan was op hem het nomen eert- omen" van toepassing; Felix, de gelukkige, heette hij en zelden is het pad van ©en kunstenaar zoo geëffend geweest als het zijne. Hij was ©en van die Zondagskinderen, die niet hebben 'behoeven te worstelen om zich eene positie te veroveren, een van di© gelukkige stervelingen, die de goden in hun bijzondere bescherming schijnén te hebben genomen. Laten we terloops even opmer ken, dat dit tegelijkertijd voor den schep penden kunstenaar ook een groot nadeel meebrengt; Alfred de Musset heeft het zoo schoon uitgedrukt in zijne Nudt i'Octobre II nous fa ut du malheur reoevolir le baptême Et a oe triste prix tout doit être acheté. De harde lij denasc hooi, Mendelssohn heeft ze niet doorloopen en zijne werken dragen er de sporen van. Toen zijne ouders, drie jaren na zijne ge boorte, zich te Berlijn hadden gevestigd, vonden zij al spoedig een uitmuntende ge legenheid om den muzikalen aanleg van hun zoon te ontwikkelen en tevens voor zijne letterkundige en wetenschappelijke vorming te zorgen. Toen Felix acht jaar oud was, speelde hij .reeds allerlei muziek van liet blad en schreef hij zonder fouten een har monie op een opgegeven bas; van Zeiter ontving hij les in harmonie en contrapunt en van Berger in het klavierspel. Toch duurde het nog lang vóór zijn vader hem verlof gaf zich geheel on al aan de kunste naarsloopbaan te wijdienéérst toen hij zestien jaar oud was en Cherubini hem had hooren spelen en een zeer gunstig oordeel over hem had geveld, werd hem di© ver gunning verleend, maar onder voorwaarde, dat hij tegelijk ook zou doorgaan met zijne litteraire studiën. Nu, dat hij deze niet ver waarloosde blijkt wel daaruit, dat hij in 1826 een Duitsclie vertaling van de Andriai van Terentius in het licht gafmaar ook als componist van groote beteeken is deed hij zioli tegelijkertijd kennen, want in de jaren 182628 zijn reeds de beide 'beroemde concertouvertures ontstaan „zum Sommer- naohtstraumen „Meenesstille und gliick-* liche Fahrt'"Verder moet het hem tot ©en onsterfelijke verdienste worden aangere kend, dat in heb jaar 1829 de toen nog slechts twintigjarige jongeling het aandorst 0711 M att'lia us - P aösion van Bach, waar van de onder stof begraven partituur rustte m de archieven der Berlijnsche Süngaika- demie, op schitterende wijze ten gohoore te brengen. In hetzelfde jaar begon hij toen zijne kunstreizen, waarop hij achtereenvol gens Engelland, Schotland en Italië bezocht. Men begrijpt dat de hoogbegaafde en zeer impressionabele jonge man op di© reizen een menigte indru^en heeft, opgedaan, die hij met zijn steeds rijpend talent op mees terlijke wijze heeft weten te verwerken we behoeven slechts te herinneren aan de ver- ruklóelijk© ooncertouverture Fingalshöhle, die hem door het aanschouwen van de poë tische Schotsche landschappen werd ge ïnspireerdIn zijn vaderland teruggekeerd werd hem al spoedig de betrekking van stedelijk muziekdirecteur te Dusseldorf aan-< gebodenhier bleef hij. eenige jaren werk zaam, totdat hij in 1835 benoemd werd tot directeur der Gewandhaus-Concerten in. Leipzig, waar hij, met een tusschenpoos van eenige jaren, tot aan zijn dood is werk zaam gebleven. Deze periode vormt het glanstijdperk in het leven van onzen com ponist; door zijne zeldzame gaven als diri gent wist hij het muzikale leven in de kunstlievende stad tot oen ongekende hoog te op te voeren en Leipzig te maken tot een middelpunt, waarop de oogen van' ge heel Duifcscbland gevestigd waren. In 1836 werden zijne verdiensten erkend door de universiteit te Leipzig, die hem hot eere doctoraat in de wijsbegeerte en de schoon© kunsten schonk. In het volgend jaar trad Mendelssohn in het huwelijk met de predi kantsdochter Caecil'ie Jeanrenaud, waar van Naumaun zegt,sie war nicht, nur eine der schöusten, sondern auch edelsten und vornehmsten weiblichen Erscheinungen, die mir im Leben 'begegnet sind" (hebben we te veel gezegd, toen we M. een Zondags kind 'hebben genoemd?) En als scheppend èn als uitvoerend kun stenaar bleef M. met onverdroten ijver werkzaamhij dirigeerde niet alleen de Gewandhaus-Concerte, maar ook ettelijke muziekfeesten en is van 18311846 niet minder dan zevenmalen in Engeland ge weest. Deze rustelooze werkzaamheid sloop te echter zijne gezondheid, en reeds op 38- jarigen leeftijd (4 Nov. 1847) maakte de dood een einde aan het leven van dezen veéleijdigen kunstenaar. Ja, veelzijdig was hij zeker, want er is bijna geen gebied van muzikale kunst, waarop hij zich niet heeft, bewogen, en, neemt men in aanmerking, dat hij zeer jong gestorven is, dan kan hem ook een buiten gewone vruchtbaarheid als scheppend kun stenaar niet ontzegd worden. We zullen den lezer niet vermoeien met een opsomming van al zijne werken, maar willen liever eens nagaan, welke de eigenaardige zijden van zijn talent zijn geweest. Evenals zijn. tijd genoot Robert Schumann is M. een bij uit-' stek lyrisch toondichter; als zoodanig open baarde hij zich reeds in een zijner eerst© composities, de „Lieder ohne Worte", waarin de tegenwoordig door de hypermo derne richting dikwijls zoo zeer gesmade melodie zelfstandiger en vrijer optreedt dan ooit voor hem was geschied. Bij zulk een geprononceerd lyrischen aanleg zou men verwachten, dat M. voorbestemd was om liederencomponist te worden; hij heeft dan ook een aantal liederen geschreven, maar is er niet in geslaagd het lied op nieuwe banen te voeren. Enkele frissche woud- en jachtliederen uitgezonderd, zijn zijne liede ren, hoewel zoetvloeiend geschreven, van groote onbeduidendheid. Wat M. in hoog© mate bezat, is een diep gevoel voor de schoonheden der natuur, en de indrukken die hij daarvan ontving heeft hij, dikwijls op voortreffelijke wijze weten weer te geven de reeds door ons vermelde concertouvertures Fingalshöhle" en „Meeresstille und gliickliche Fahrt" zijn daarvan schitterende proeven. Waarin deze componist bepaald eenig is, het. is in het fantastische, sprookjesachtige genre, wan neer hij, liet. voetspoor van Carl Maria von Weber drukkend, ons laat toeven in het rijk van kobolden, nixen en heksen (Sommer- nachtstraum, Walpurgisaiacht). Maar naast ©eai lyrische kant vertoont het talent van M. ook een beslist epische zijde, welke zich. openbaart in zijn groote kerke lijke oratoria Paul us e<n EÜias. Hoewel hij op dit gebied zijn groot© voorgangers Bach en Handel op lange na- niet heeft geëven aard, moet men toch erkennen, dat hij er wel in geslaagd is den stijll dezer groote mees tere naar de behoeften van den nieuweren tijd le moderniseerenonmiskenbaar genie ten de heide genoemde werken dan ook een populariteit, welke die der beide oude mees tere niet licht zullen verkrijgen. Naast deze groot© werken op het gebied van kerk muziek heeft M. ook verschillende kleinere wersen geschreven, o.a. Psalmen voor koor en archest, motetten en hymnes, terwijl hij ook voor het orgel zeer mooie sonates heeft gecomponeerd De zwakste zijde van liet talent van den meester was zeker wel de dramatische; toen hij nog maar vijftien jaar oud.' was, had hij reedb oen opera in twee bedrijven gecompo neerd: ,,Die Hochzeit des Gamacho", die tè Bcriijn opgevoerd, maar slecluts een fcwij- felaohtigen bijval genoot. Later, toen ziju krachten reeds grootendeels 'waren geslóopt, heeft hij zich nogmaals tot het schrijven van ©en opera gezet, maar deze, de Loreiey" is slechts fragmentarisch tot ons gekomen. In rci»n kamermuziek was M. gelukkiger dan in zijn diramatische composities zijne trio's, zijne kwartetten 'bevatten zeer schoon© frag menten. Ook zijne symphonieënhoewel min der hoog staande dan zijne concertouvertu res, worden nog steeds gaarne in de concert zaal gehoord, inzonderheid die, welke men gewoon is als Italienische (A-dur) en Scihot- tischo (A-mol'l) 'aan te dimden, namen welke duidelijk zeggen, welken invloed de reizen' van aen componist op het ontstaan dier wer ken hebben uitgeoefend. n. Ruim zestig jaren zijn nu verloopen se dert Mendelssohn s dood, ©n evenals c*p ver schillende plaatsen in Dtuitséhland reeds is geschied-, wil men ook hier zijne nagedach tenis eeren door een uitvoering van enkele zijnet werken. Het. belangrijkste van het daarvoor gdkoaefte is zeker wel: ,,Die erste Wal purgisn acht", de voor koor, soli en or- keöt gecomponeerde -ballade van Goethe, oen werk uit de jaren zijner jeugd. „Die erste Walpurgdenaclit von Goethe ltabe ich seit Wieti lial'b eoonponirt und keine Courage sie auf zu schrei'ben. Nun hat sdoh dlas Ding gestaltet, ist aiber eine grosse Cantate mit grossem Orcheeter geworden und kann siéh ga nz lustig mach en". Aldius schreef hij 22 Febr 1831 uit Rome, en vijf maanden later uit Milaan„Die ewige Wailpurgisnacht packte iéh mit rabbi a an, damit das Ding ein Ende nalhme. Auf morgen früli wird sie audh riohitig fertig, d. h. bis auf die Ouverture, von der ioh noch niclit weiss, ob ich eine grosse Syniplhonie odèr eine kurae Friilhlings-einleitung ma- ohe." Spoedig daarna kwam het werk ge- ree1, maar in 1843 heeft M. bet omgewerkt en ©r nog nieuwe aria's aan toegevoegd. Welk een schoone stof «bood hem het ro mantische «gedicht van Goethe, raet 'zijn we- re'd "an heksen en spoken, „fiir den ich ein «besonderes „faible" habe", zooals hij aan zijne zuster schreef. Het werk vangt aan met een verrukkelijke ouverture, welke „sclilechtes Wetter" moet voorstellen, een prachtstuk van beschrijvingvoortdurend hoort men hetzelfde krachtige opklimmende hoofdmotief, dat zich in allerlei vormen her haalt en spreekt van grimmige winterkou, van sneeuwjacht en stormgebuil. Zoo nu en dan hoort men er reeds tussclien dloor het lentemotief, tot eindelijk de ouverture over gaat in de inleiding „in der es thaut und Früh'ing wird", en waarin liefelijker en vriendelijker klanken ons oor treffen (over gang van mineur naar majeur). Dan leidt een Druïde (tenor-solo) het lentelied in „Eb lacht der Mai", dat door het vrouwen koor wordt overgenomen en gevolgd woirit door eon aansporing om deel te nemen aaa het dankoffer, dat aan Aülvaibar zal wordlen gebracht Ben oude vrouw uit het volk (alt solo) waarschuwt echter voor de geva'Vn, die hen dreigende Christenen, hunne on derdrukkers, zullen hen wreed vermoordei, indien zij betrapt worden bij het vieren van huil heidensch lentefeest. Klagend simt liet koor der vrouwen zich. bij haar aan, totdat zich de stem van den priester (.baryton-so'o) ver lief l, die het volk ernstig vermaant <.:n aan zijfn godsdienst getrouw te blijven. „Wer Opfer heut zu bringen scheut, ver- .Uent erst seine Blaude", klinkt het uit zijn mond, en op zijn roepstem komen dan de heidensche wachters, die zich op geheimzin nige wijze overal door het wioud versprei den. Ten einde nu ongestoord hun offerfeest te kunnen vieren, stelt een der wachters ('bas-solo) voor de christenen te verschalken „Mit dem Tcufel, den sie f-abeln, wollen wir i si© selbst erschreoken", zoo spreekt hij, en dan heft het volk. dlat als heksen en spoken tusschen rotsen on boomen heen dwarrelt, hot groot koor aan „Komt rait Zaoken und mit Gabefln." Steeds doller en dialler wordt het geraa6, dat zij in den Meinacht maken zelfs de naohtuilen worden door hen opge- I roepen om mee te doen aan hun poging om schrik en ontzetting te verspreidenAls ein delijk het culminatiepunt bereikt is, doet zich voer de stem van den Heidenpriester hooren, di© in ©en prachtige solo klaagt, diat men er toe gekomen is om slechts bij nacht en in het diepste geheim Allvater lof en danlk te brengenmaar tegelijkertijd geeft hij uiting aan zijn vaste geloof en zijn hoop op beter tijden. „Dein Lidht wer wil«l es ran ben?" klinkt hot uit zijn mond en uit dien van het verzamelde Volk. Ondertus- schen is hun liat schitterend geslaagdop karakteristieke wijize Worden de angst- en de schrik weergegeven van de christelijk©wach ters ^tenor-solo en koor), die werkelijk den ken, dat de hél is locgebroken en ij-lings op de vlucht slaan. Indrukwekkend weerklinkt dan het élotmotief, door den priester en het Druïderekoo** aangeheven ter ©ere van het heilige offervuur, dat ontótcööen wordt on der het gebed,Die Flamme reinigt sich vom Ranch, so reinig unsern GWauben." De andere uit te voeren weiken leeneti zich hier niet tot oene uitvoerige bespre king 9leohte willen -we nog even vermelden, dat de motetten Voor vrouwenkoor van den- zelfden tijd dateeren als de eerste opzet- der Walpurgisnacht, nl van liet jaar 1830, toen M. te Romo vertoefde. Hij had d<aar in liet. nonnenklooster „Trinita die monti" wonder schoon hooren zingen, en componeerde toen, lio©we! zelf tot den Lutherschen godsdienst beboerende, de drie katholieke motetten ,,Ven:, Domine", „Laudiatc, Pueri" en „Surrtxit pastor bonus", welke hij daarna in het klooster boord© uitvoeren. Blijkens het verslag over 1907 van de Koninklijke Vereeniging van gepensioneerde officieren van het Nederlandsche leger, telt de vereeniging 452 gewone en 329 buitenge wone leden (actief dienende officieren), to. taal 781 leden, waaronder 24 cere-leden Van den doorloopenden bijslag, die gere geld is naar het pensioenbedrag genoten 27 leden tot een gezamenlijk bedrag van f 5800. Aan ondersteuning werd verstrektaan 4 gewone leden f 430; aan 21 weduwen van leden f 2195.70, aan 2 weduwen als tege moetkoming in de verplegiugs- cn begrafenis kosten harer echtgenooten f 258.50, terwijl aan 2 leden een renteloos voorschot werd verstrekt van f 300. In 1907 ontvielen der vereeniging door overlijden 17 gewone en 2 buitengewone leden. Dank wordt gebracht aan den minister van oorlog voor de verleende su'bsidde van f 1000. De vereeniging heeft op het oogenblik de beschikking overhet saldo in kas f 537.05; kapitaal grootboek f 193.000; gedeponeerde gelden f 5653.24 en het tegoed op den poet- rentelooze voorschotten f 1337.50. Ambtenaren B.-B. in N e d.- I n d i In de jongste algemeen© vergade ring van de Vereeniging van Ambtenaren bij het Binnenlandsdk Bestuur in Nederlandsch- Iudië, bracht het bestuur verslag uit van het verloopen vereenigingsjaarhet kon daarin inet voldoening terugzien op dat ver loopen tijdvak, waarin het aantal leden van circa 100 tot ruim 300 klom en de vereeni ging meermalen blijk gaf van met ernst te streven naar de behartiging der belangen van het corps ambtenaren bij het B B. Bij de jaarlijksche aftreding van het be stuur, stelde de voorzitter, de heer H. J. W. van La wiek, zich niet herkiesbaar. Besloten werd in de vacature voorloopig niet te voorzien en het voorzitterschap te doen waarnemen door een der leden van het bestuur. D© audere aftredende leden van het be stuur werden herkozen en in de vacature, ontstaan door terugkeer naar Indië van den heer J. R. Sohenck de Jong, werd voorzien door benoeming van den heer J. M. Jordaan. Ned. Journalistenkring Het jaarboekje van den Ned. Journalisten kring 1907/8 is verschenen. Daaruit blijkt, dat net aantal gewone leden bedraagt 241, het aantal buitengewone 60, terwijl 1 dona teur is en 4 eere-leden Het bestuur bestaat uit de heeren J. Doorman, voorzitter (Haagséhe Crt.); J. Funke, onder-voorzitter en penningmeester (Nieuws van den Dag); A. Voogd, secretaris („Scheepvaart", Rotterdiam)O. SohLiok, 2e secretaris („Reuter Telegr. Camp. Amster dam); nir. A. Meijroos (N. Rott. Crt-); Chr. A. Vieweg (Prov. Getld. en Nijim. Ct.); Joh. Boersma („Nieuwsbl. v. h. Noorden", Groningen); mr. L. J. Plemp van Dtiive- la-nd („Nieuwe Courant", Den Haag) en J. W Helm er („De Tijd", Amsterdam). Ned Phytopatkologische Vereen. Te W'ageuingen is Dinsdagmid dag de jaarlijksche algemeen© vergadering der Nederlandsche Phytopathologische ver eeniging onder voorzitterschap van den heer prof. dr. J. Ritzenia Bos gehouden. Na lezing der notulen werd mededoeling gedaan van verschillende ingekomen stuk ken. De rekening werd door de heeren^Plem- per van Balen en Teunissen nagezien en in orde bevondende inkomsten waren f 1432.76s. de uitgaven f 1017.40, saldo op 1 Januari 1908 f 415.36s. Het getal dona teurs ió thans 48, die jaarlijks f 307.50 bij dragen. diat der leden 246. Mededeeling werd gedaan van de gehou den voordrachten en van de pogingen door het bestuur aangewend om het ledental uit te breiden, welke pogingen weinig 9ucces hadden. Inzake het Tijdlschrift voor Planten ziekten werd medegedeeld, dat het resultaat van de vele moeiten, die de uitgave van het Tijdschrift met zich had gebracht, dit was, dat het bestuur zelf de uitgave, had ter hand genomen. Het tijdschrift zal voortaan ver schijnen bij den uitgever F E. Haak te Wageningen liet aal ongeveer evenveel kos ten als tot heden. Zoo mogelijk zullen 6, maar indien de kas het niet gedoogt, 5 af leveringen per jaar verschijuen. De inhoud zal niet geringer zijn dan vroeger. Vervolgens werd goedgekeurd de begroo- ting voor '08 in inkomst en uitgaaf op f 131C; voor liet Tijdschrift is f 740 uitge trokken. Besloten werd de bestaande vaca ture in «het bestuur niet aan te vullen, zoo dat dit nu uit 7 leden bestaat. De Voorzitter deelde nog mede. dat waar hij hel Tijdschrift grootendeels vullen moest, met het oog op zijn drukke werkzaamheden voor ©n na zou moeten worden afgeweken van den regel om het om de twee maanden te doen verschijnen. Vorder zal men trach ten er advertentiën in geplaatst te krijgen. 0|p voorstel van den lieer Teunissen werd nog besloten aan de Regeering een adree te richten met het verzoek om een jaarlijksohe subsidie ad f 200. Na afloop der vergadering werd een be zoek gebracht aan het Phytopfoatologisch In stituut en aan de terreinen daarbij behoo- rend, waarbij prof. Ritzema Be© inlichtin gen gaf. L u p u s 1 ij d e r s. De Nederlandsche Vereeniging tot Hulp aan Lupuslijders te Amsterdam hield haar gewone 3-maandelijk- sche bestuursvergadering, ter behandeling van de nieuwe aanvragen voor onderstand aan lupuslijders. Sedert haar oprichting heeft zij subsidies toegekend aan 38 patiënten, wonende in do provincie Noord-Holiand, 24 in Utrecht, 19 in Gelderland, 17 in Noord-Brabant, 15 in Zuid-Holland, 15 in Friesland, 7 in Overijsel, 6 in Zeeland, 5 in Drent©, 2 in Limburg. Het aantal lupus-patiënt en, waaraan zij subsidie toestond, is dus geklommen tot 148. Aanvragen om hulp moeten worden ge richt tot den secretaris, den heer E. den Tex, Heerengracht 318, Amsterdam. Cengrea voor Kindorboochermlng. Men meldt- uit 's Gravenhage .ue gezellige bijeenkomst van leden van het congres voor kinderbescherming, Dins dagavond in de groote zaal van Pulchri Studio gehouden, werd geopend door freule Hoogendorp die, namens de president© der commissie van ontvangst, mevr. Beelaerts van Blokland de talrijk© aanwezigen en in het bijzonder mevrouw Sweerte de Landas Wyborgh wélkom heette. Tevens bracht zij de groeten over van de eerste presidente van den vrouwenraad, mevrouw de Klerck, die tot- haar spijt om gezondheidsredenen ver hinderd was het congres bij tc wonen doch de warmte va.n hare belangstelling had uit gedrukt in het ijs dat later op den avond werd rondgediend en door haar was aange boden. De soiree droeg ©en zeer intiem karakter. Er werden verschillende versnaperingen ge presenteerd terwijl de vele dames en enke le heeren zich aan groepjes onderhielden. En af en toe werden enkele liederen gezongen door mejuffrouw van den Burg of enkele verzen gezegd door mevrouw Jo6. Spoor. Ook nam Freule lloogeudorp nog een maal het woord om de aandacht te vesti gen op de meeting welke aanstaanden Maan dag alhier zal worden gehoudon in ver band met de aangekondigde gemeenteveror dening tot verbod van huizen van ontucht. Mej. Baalde voerde ook nog even het woord om het comité van ontvangst harte lijk dank te zeggen voor de prachtige ont vangst aan de leden van den vrouwenraad bereid. Zij wenschte echter dat dqz© woor den den aanwezigen geen aanleiding moch ten geven om heen te gaan. De groote meer derheid der dames bleef dan ook nog ge- ruimen tijd gezellig bijeen. Het tweedaagsche Nationaal Congres voor Kinderbescherming word Woenedag 'oöhtend in de zaal "an Pulchri te 's Gravenhage geopend dtocr mejuffrouw E. Baelde, presidente van den Natio nale Vrouwenraad van Nederland, in tegenwoordigheid van onderscheidene dames en heeren, o. a. de burgemeester dor resi dentie en diens echtgenoote, baronesse Sweerts de Landas, eere-voorzitstor van het congres; mr. Van de Velde, lid van Gedep. Staten waarn. commissaris der Koningin, en mr. De Meyere, als vertegenwoordiger van den minister van Justitie. Mej. Baelde besloot haar openingstoe spraak met den wenscli, dat dit tweede con gres zou strekken tot heil van het kind, waarna ook mej. G. A. A. Bouricius, voor zitster van de regelingscommissie, harer zijds er op wees, dat alleen het heil van het kind het motief is geweest voor het houden van het congres. Besloten werd een telegram van hulde t© zenden namens den Nat Vrouwenraad aan 11. M. do Koningin. Daarna werd de eerste ochtendzitting geopend, ónder leiding van mej. Baelde, Eerste spreker was dr. A. H. Gort, arts te Oegstgeest, over „den invloed van alco holgebruik der ouders en vooronders op het kind voor de geboorte". Hij constateerde o.a dat 'de statistieken leeren, dat het alco holisme der ouders voert tot ontaarding en verbastering van de kinderen van het nage slacht. Maar die statistieken leeren ook dat er niet altijd een volkomen gedegeneerd nagedacht gevormd werd. In dit verband formuleerde Spr. zijn eerste stelling: „Er komt in sommig© geslachten een toenemen de verbastering (degeneratie) voor. Onder de verschijnselen van deze verbastering neemt liet alcoholisme ©en belangrijke plaats in, maar daarenboven zal het ge bruik van alkohol deze verbastering doen toenemen en er in sommige gevallen de oor zaak van zijn. Vervolgens formuleerde Spr. een tweede 6telling: „Door het alkoholgébruik van ge zonde ouders loopt het kind reeds vóór zijn geboorte gevaar schade te lijden, öf doordat de alkohol de kiemcellen reeds vóór, mis schien ook ten tijde van de bevruchting ver andert, bf doordat het alkoholgébruik van de zwangere vrouw liet kind iu zijn ont wikkeling stoort.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1