814. Eerste Eilad. Zaterdag 2 Mei 1908. 6"' Jaargang. BUITENLAND. FEUILLETON. Een praatje over Reisverhalen. ABONNEMENTSPRIJS: p#r 3 maanden voor Amersfoortf 1.60. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. J)#ze Courant verschijnt dagelijks, behalve ep Zen- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vdér 11 uw morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgeverij VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PEÜS DHR ADVBRTKNTIËN: Van 1regels f 0.50. Elko regel meer - 0.16. Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cents b| veeruitbetalinf. ttroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeliae bepalingen tet het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. eireulairebevattende de voorwaarden, toegezonden. Bene 'wordt op aanvraag Kennisgeving. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 33 der Kieswet Brengt ter openbare kennis, dat de door het Gemeentebestuur genomen beslissingen op de ingekomen verzoekschriften- om verbetering der kiezerslijst 19081909 voor deze gemeente, voor een ieder ter Secretarie zijn nedergelegd en in afschrift tegen betaling der kosten verkrijgbaar I gesteld. Amersfoort, 30 April 1908. I)e Burgemeester voornoemd k WÜIJTIEKS. Politiek Overzicht De taalstrijd in Boliemen. Nergens in Europa is de taalstrijd feller dan in Oostenrijk. Een Nederlandsche dich ter heeft gezegd: ,,De taal is gansch liet volk." Voor Oostenrijk kan dat echter niet gelden, want het Oostenrijksche gebied wordt bewoond door een achttal velschillen de volken, die ieder een eigen taal er op nahouden. Wanneer al die volken zich voor zich handelen naar den stelregel: ,,De taal is gansch het volk", dan ligt het voor de hand, dat er een chaotische toestand moet ontstaan, eene moderne ba by Ionische spraakverwarring. Vooral Bohemen is het tooneel van een verwoeden strijd op het gebied der taal. CJzecheu en Duitschers staan daar tegen el kander over als twee vijandige partijen. De f strijdlustige stemming, die beide partijen bezielt, maakt het tot een lastig en dikwijls ondankbaar werk tusschen hen te bemidde len. De Czechen strijden met- onverzwakten ijver voor de gelijkstelling van hunne taal met de Dudtsche in den inwendigen dienst. Daartegenover geven d© Duitschers nauw lettend acht, dat den Czechen geen stap wordt toegegeven op het gebied van de taal, -omdat zij niet zonder reden vreezen, dat wat onder de leus van gelijkstelling wordt verlangd, feitelijk moet neerkomen op over- heersching. Wanneer er iets gebeurt wat- bun voorkomt eene concessie aan de Cze chen te zijn, dan nepen zij ach en wee. In deze dagen weergalmt de lucht van klachten der Duitschers. In twee takken van den rijksdienst klagen zij over achter uitzetting en over bevoordeoling van de Czechen tegenover henhunne grieven be treffen ©enerzijds de posterijen, anderzijds het rechtswezen. Zonderlinge incidenten doet de taalstrijd ontstaan in den post dienst; men zou geneigd zijn er om te lachen ab zij niet zulk een ernstigen achter grond hadden. Een enkel voorbeeld ontke nen wij aan de Neue Freie Presse. Sedert jaar en dag stonden de spoorweg postkantoren, die de brievenmalen vervoe ren van Weenen naar Praag en verder naai de Duitsche grens, ouder toezicht van de hoofddirectie te Weenen. Dat is veranderd, nu een Czechisclie minister aan het hoofd staat van het departement van handelin Deutsch Rrod, een station in 't zuidoosten van Bohemen, worden de onder Weenen res- sorteerende postambtenaren, die belast zijn met- de overbrenging van de post, afgelost- door anderen, waarover do directie te Praag te zeggen heeft. Dat zijn Czechen, terwijl het personeel, dat onder Weenen ressorteert, in hoofdzaak uit Duitschers bestaat. In Deutsch-Brod moet de dienst worden over gegeven. Nu staan de Czechen op hunne taal, en zij vullen hunne staten en borde rellen in het Czechisch in. Zij gaan daarin zelf zóó ver, dat zij de getallen niet in cijfers invullen, maar in letters. Dat willen de Duitschers niet verdragenzij weigeren de Czechisch ingevulde staten in ontvangst te nemen en voor gezien te teekenen. Omge keerd doen de Czeckische ambtenaren het zelfde met de Duitsche statenzij zijn Cze chen en willen niet anders dan van Oze- chische stukken kennis nemen. Het onver mijdelijke gevolg daarvan is vertraging en zélfs stagnatie in den diensthet is eenige malen voorgekomen, dat de brievenmalen zijn blijven liggen engovolge van de strub belingen over de overneming in Deutsch- Brod. Bij het rechtswezen in Bohemen hoeft men, den taalstrijd in een andoren vorm. In een gedeelte van Bohemen is de bevolking over wegend D'uitsch, in een ander gedeelte over wegend Czecbisok; de districten met eene gemengde bevolking zijn betrekkelijk weinig talrijk. Nu heeft tot diusver altijd de regel gegolden, dat in het Duitsche taalgebied de taal, waarin recht wordt gedaan, de Duitsche is terwijl in 't Oaechische taalgebied recht wordt gesproken in de Czeohische taal. Daarover vceleu de Ozeohen zioh in den iaatsteu tijd bezwaard; zij willen, dat op Czechische klachten en verzoeken in het Czechisch reolit wordt gedaan, ook in het Duitsche taalgebied. De kantongerechten in het Duitsche gebied hebben tot dusver ge weigerd kennis te nemen van zaken, die in eene andere taal dan de Duitsche bij hen worden aangebracht; de rechtbanken, die in hooger beroep daarover hadden te beslis sen, eveneens, De Ozecbisahe advocaten na men daarop hunne toevlucht tot liet Ober- landesgeriont te Praag, het hoogste rechts college in Bohemen, en trachtten van den voorzitter van dat college eene disciplinaire ■beschikking uit te lokken, die de kanton gerechten gelastte in het Czechisch gestelde klachten en verzoeken aan te nemen en die in hef Czechisch af te doen. Dat gelukte eerst nietde voorzitter was niet gezind den Czechen hun zin te doen. Maar nu werd de minister van justitie in den arm genomen het gelukte van dezen een beschikking te krijgen waarbij den voorzitter vali het hof, den heer von Wessely, een verlof werd ver leend. Zijne function worden thans waarge nomen door den vioe-president Rinesoh, een Duitsoher van geboorte, maar die tot de andere partij is overgegaan en nu, zooals veel a met bekeerden het geval is, een Cze chisclie ij veraar. Eu zietnu was in eens het bezwaar verdwenen, om aan het van Czechisclie zijde gestelde verlangen tegemoet te komende lagere Duitsche rechtscolle ges ontvingen den last, van in het Czechisch gestelde klachten kennis te nemen. Het gevolg hiervan is, dat nu de Duit schers op hunne achterste beenen staan. Het Boheeansclie geschil neemt grootere af metingen aan en dreigt eene Oostenrijksche regeermgsorisis te worden. De Duitsche af gevaardigden in den rijksraad vragen den minister-president wat er nu wordt van den godsvrede, dien de regeering heeft verlangd om den tijd te hebben tot het ontwerpen van eene wettelijke regeling van de taal kwestie in den inwendigen dienst. De mi nister zonder portefeuille, die in het kabi net ziHing heeft, om te waken voor de Duit sche belangen, vraagt zich af, of het hem nog mogelijk is zijn ambt verder te vervul len. Kortom, de minister-president baron Beok zal al zijn beleid moeten aanwenden om be verhoeden, dat uit deze episode in den Boheemschen taalstrijd zich eene regee- ringscrisis ontwikkelt. Duiteohland. De taalstrijd doet zich ook in Elzas- Lotharingen gelden en verbittert daar de gemoederen. Te Mülhausen heeft de recht bank den redacteur van heb in Elzassische dialect uitgegeven spotblad Dur's Elsass, Zislin genaamd, wegens beleediging van officieren van het 22e regiment dragonders te Mülhausen en van onderwijzers tot acht maanden gevangenisstraf veroordeeld met bevel tot dadelijk© gevangenneming. Zeslia had onderwijzers belachelijk go- maakt, die, met een beroep op hunne bui tengewone verdiensten voor de verduit- sching van de aan hun zorg toevertrouwde jeugd, om traktementsver hooging hadden gevi-aagd De officieren, die door hem aan de kaak gesteld waren, hadden een reke ning, die hun in een hotel te Mülhausen werd aangeboden, verscheurd en waren zon der betalen heengegaan, omdat die rekening in het Fransch was gesteld. Van beide fei ten werd voor de rechtbank het bewijs van de waarheid geleverd. De regeering van het rijkstand heeft eene verordening uitgevaardigd, waarbij het ge bruiken van de Fransche taal in openbare vergaderingen in Elzas-Lotharingen algemeen wordt toegestaan. Bij den bondsraad zal een voorstel aanhangig gemaakt worden om art. 7 van de nieuwe rijkswet voor Elzas-Lotha- ringen geheel buiten werking te stellen. De raad van tucht van de orde van advo caten te Berlijn heeft geen gevolg gegeven aan het verlangen van het hoofd van het par ket om den sociaal-democrakischen advocaat dr. Liebk'jecht te schrappen als lid van de orde tengevolge van zijne veroordeeling door 't Reichsgerioht te Leipzig tot anderhalf jaar vestingstraf wegens eene brochure, waarin hij zijne denkbeelden tegen het militarisme had uiteengezet'. De raad kwam tot vrij spraak omdat, al was hij door het vonnis van het Reichsgericht in zóó verre gebonden, dat hoog verraderlijke handelingen van Lieb- knecht moesten worden aangenomen, er toch geen reder, bestond hem daarom de bevoegd heid te ontzeggen om verder het advocaten- beroep uit te oefenen. Juist in dit geval moest de politieke gezindheid van den be klaagde in aanmerking worden genomen, en wanneer hij daarvoor opkwam in woord en schrift, dan lag daarin nog geen schending van de beroepseer, zelfs al waren zijne han delingen in tegenspraak met het staatsbelang. Aan dr. Liebknecht, die zijne straf on dergaat in de vesting Glaitz, was toegestaan zelf zijne verdediging te voeren. Het hoofdi van het parket verscheen zelf om te pleiten voor zijne uitsluiting uit den advocaten- stand. Hij zal van de genomen beslissing in beroep komen bij de lioogere instantie, die te Leipzig is gevestigd en waarvan de presi dent van het Reichsgericht voorzitter is. Trankrijk. Ook in Parijs zijn suffragettes, die zich de verkiezingen voor den gemeenteraad ten nutte willen maken om te mauifesteereu voor hare beginselen. Eene dame, mej. Laloe, treedt als candidaat voor eene plaats in den gemeenteraad op. Zij heeft gedaan gekregen, dat voor eene kiezersvergadering, waarin zij hedenavond zal optreden, een schoollokaal tot hare beschikking is gesteld; in die vergadering wil zij bewijzen, dat in de gemeentewet met geen woord gesproken wordt van het geslacht der leden van den gemeenteraad en dat er as geen wettelijk bezwaar bestaat tegen de verkiezing van eene vrouw. Engeland. Koning Eduard van Engeland wordt ook aan het Russische hof verwacht, maar om trent het tijdstip van zijn bezoek bestaat nog onzekerheid. In diplomatieke kringen te Weenen verluidt, dat als er geen onvoor ziene beletselen tusschenbeide komen, do Koning reeds in de volgende week met den Czaar zal samenkomen. Volgens een bericht uit Petersburg aan de Vo&s'sche Ztg. zal het bezoek waarschijnlijk in Augustus plaats hebben de onderhandelingen daarover zijn eoliter nog niet gesloten. Het wordt voor waarschijnlijk gehouden, dat het bezoek een privaat karakter zal dragenplechtigheden wil de Koning liefst uit den weg hebben. Naar aanleiding van de rampen, die in den jongsten tijd de Engelsche marine ge troffen hébben, heeft de afgevaardigde Menzies in het Lagerhuis de vraag gedaan, of het noodig is, dat de oorlogsschepen, om op de hoogte van hun taak te blijven, tij dens de manoeuvres 's nachts de vuren doven, dat zij handelen in strijd met de maritieme voorschriften en de veiligheid der handelsvloot bedreigen, terwijl zij de En gelsche zeelieden zelf aan groot gevaar blootstellen De minister Mackenna antwoordde dat, als de Engelsche marine op de hoogte van hare taak zal blijven, niet vermeden kan worden, dat zij nu en dan eenig gevaar loopt. liaiië en Oostenrijk. De correspondent van de Voesische Ztg. te Weenen heeft, van authentieke zijde ver nomen, dat de Oostenrijksch-IIongaarsche gézant aan het Vaticaan, graaf Szecsen, in eene bijzondere audiëntie den Paus ©eft verzocht aan den aartsliertog-troonsop volger toe te staan, dat hij een bezoek bracht in het Quirinaal. De Paus verklaarde beslist, dat hij zijn principieel verbod voor katho lieke vorsten om den Koning van Italië in Rome te bezoeken, niet kan opheffen. Onlangs heeft ook de gewezen minister van buitenlandsche zaken van Oostenrijk- Hongarije, graaf Goluchowski, met eene ver trouwelijke opdracht over dezelfde zaak in Rome heeft vertoefd. Oostenrijk. De Duitsch-Boheemsche afgevaardigden hebben eene deputatie gezonden naar mi nister-president Beek. In het onderhoud, dat ook werd bijgewoond door de ministers Derschotta, Marchet en l'esohka, verlang den de afgevaardigden positieve mededeelin gen over de in te dienen taalwet, omdat de Duitschers daarnaar hunne taktiek wil den bepalen. Baron Beek deed zijn beet de Duitsche Bohemers tgt bedaren te brengen, maar dat gelukte liem niet. In Duitsoho kringen wordt daarom de toestand als zeer ernstig beschouwd; een zeer gematigde af gevaardigde uit Duitsoh-Bohemen verklaar de, dat er een wonder zou moeten gebeu ren als er een uitweg word gevonden uit dezen kritieken toestand. Dr. Lueger, de burgemeester van Wee nen, heeft als voorzitter van de groep der christelijk-socialc afgevaardigden in den rijksraad een brief gezonden aan deu voor zitter der commissie van negenen, die door de overige Duitsche partijen gezamenlijk is ingesteld tot behartiging van de nationale belangen, waarin hij verklaart, dat de chris- telijk-sociale partij vast besloten is de rech ten van de Duitsche natie, gelijk tot dus ver, met nadruk te verdedigen en bereid ia solidair op te treden met de andere Duitsche partijen. De club der Rutheeii9ohe afgvaardigden heeft een besluit genomen, waarin wordt ver klaard, dat de benoeming van Bobrzynski tot stadhouder van Galicië als eene uitda ging van de Ruthenen is te beschouwen, om dat de nieuwe stadhouder enkel als het uit voerend orgaan van de Poolsdhe club moet worden beschouwd. De club sprak verdei eenstemmig uit, dat de wanhoopsdaad van Siczynski enkel mag worden beoordeeld als een uitvloeisel van den ondragelijken vie stan d van het Rutheensch© volk in Galicië. Rusland. Zarskoje S e 1 o, I Mei. Heden avond werd ter eere van deu Koning van Zweden oen feestmaal gegeven, waarbij Keizer Nico- laas en Koning Gustaaf feestdronken wis selden. De Czaar wees er op, dat deze brui loft werd gevierd op een oogenblik, waarop Rusland en Zweden naast elkander zijn toe getreden tot een verdrag, dat het evenwicht en den vrede in Europa moet verzekeren. Ook de Koning drukte de hoop uit, dat de Oostzee-overeenkomst do vriendschappe lijke betrekkingen tusschen Rusland en Zwe den nog meer tot ontwikkeling zal brengen. Turktj* De Turksohe gezant te Sofia Sad ik Pacha is teruggeroepen naar aanleiding van eene klacht van den vorst van Bulgarije over de houding van den gezant bij de ontvangst van vorstin Eleonora, waarbij hij in burgerklee- ren verscheen. Ook wordt hem tot grief ge maakt, dat hij door zijne tendentieuze rap porten op de Turksch-Bulgaarscke betrek kingen een slechten invloed heeft uitge oefend. Marokko. De pacha van Fez heeft de mannen, die de Euro'peesche postkantoren aangevallen hebben, in hechtenis genomen, maar hij durft hen niet te straffen, omdat het volk op hunne hand is. De schade is door werk lieden van de wapenfabriek hersteld. De mehalla van sultan Abd-el-Aziz, die den 27sten April van Rabat naar Fez op is gebroken, heeft twee officieren uit Algerië, die sedert eenige jaren drilmeesters in dienst van den Sultan zijn, bij zich. De mehalla. beschikt over vier kanonnen en 800 grana ten. Volgens een bericht uit Rabat is de me halla van Moeley Haf id op weg naar Fez door een sjerif tegengehouden. Volgens een te Marakesch ontvangen be richt hébben de gezanten, die Moeley Hafid naar Parijs en naar Londen heeft gezonden een verdrag bij zich, dat in 1808 gesloten zou zijn tusschen Groot-Brittannië, Frank rijk en Marokko en dat onlangs in de ar chieven ontdekt is. In dit verdrag verbinden zich Frankrijk en Engeland zich nooit meester te maken van dit land, zoolang het geen vloot bezit. De gezanten hebben de opdracht de betrok ken mogendheden te verzoeken, dat men zich aau dit verdrag zal houden. Britsch-Indië. Allahabad. Er is etn bom geworpen naar het rijtuig van een Engelsche dame, DOOK ANTON SMIT. Sinds eeuwen zendt Satan, in zijn wan gunst, zwermen van duiveltjes naar onze 6choone wereld1, zwermen, zóó dicht, dat we vaak de zon niet zien schijnen, al staat zij ook in al haar glans aan den hemel. Ach, die kleuterkens uit het oude deuntje, hoe menige bloem hébben zij reeds afgeplukt Ze nauwkeurig van elkaar te onderschei den, de bizondere karaktertrekken van ieder afzonderlijk op te kunnen merken ia slechts aan enelen, zeer weinigen onder ons menschen gegeven; toch zijn er eenige dui veltjes zóó karakteristiek, z99 in het oog vallend, zóó populair, dat ieder ze terstond herkent. Zoo is er een, een echte kwelduivel, die terstond in het oog valt door zijn 6lepen- den gang, zijn lodderig oog, door den reus- achtigen pijlkoker, dien hij op zijn rug draagt. Die koker is gevuld met millioenen pijlen, alle verschillend van vorm, maar van dezelfde vlijmende punt voorzien; o, het zijn zulke pijnlijke wondon, die de duivel Vervel ing" ont toebrengt <en de werktui gen, die hij daartoe aanwendt, zijn zoo on- ncome!ijk veel in getal. Of wat dunkt u, is er wel één gebied, één plaats, 'één persoon denkbaar, door wien wij niet gedurende langer of korter tijd verveeld zijn Het is mijn plan één pijl te nemen uit deu koker van dat populaire duiveltje, dat lievelingskind van Satan, en dien voor eenige oogenblikken met u te 'bekijken. 'De pijl draagt den naam van „Reisver haal". „Het leger trekt vast in met duizen den, een inagt, Zoo groot als Waterland noch oit te velde braght.'* Beets gebruikte indertijd deze versrege len uit. den Gijsbracht als motto voor zijn stuk „Humoristen"; tegenwoordig kunnen de buitenlanders hetzelfde van de Hollanders zeggen. Als een zwerm sprink hanen storten zij zich op 'Brussel, Parijs of den Rijn, sommigen zoeken liet nog hoo ger op en gaan naar het Schwarzwald, Zwitserland, Tirol en Italië. Nu is zulk een buitenlandsche reis voor velen een bron niet alleen van stoffelijk, maar ook van geestelijk genot, bij velen ver hoogt ze den smaak, den dichterlijken zin, het verstand, de mensc henkennisan deren daarentegen keeren al even arm te rug. als zij gegaan zijn, zij zijn eenvoudig den grooten stroom gevolgd, zij; koesterden geen reis verlangen, maar leden aan reis- rnanie Of iemand inderdaad ontvankelijk is voor de grootse he indrukken, die het buitenland geeft, of hij er werkelijk van geprofiteerd heeft, laat zich 'het best opmaken al thans in de meeste gevallen uit zijn reis verhaal Ik stel u voor de teruggekeerd© toeristen in drie soorten te onderscheiden 1. Zij, die niets zeggen. 2. Zij, die zeer veel zeggen en toch eigen lijk niets. 3. Zij, die iets zeggen. Wat de eerste rubriek betreft, hier ver veelt :het reisverhaal door zijin schier volko men ontstentenis. Rij hun thuiskomst wor den de reizigers van dit gehalte natuurlijk als ieder ander met vragen bestormd. „Dat. Zwitserland zal wel prachtig, ge weest zijn, hè?" „En dat meer van Genève, dat is immers zoo blauw?" „Deu Mout-Blanc nog op geweest? Die is zeker reusachtig hoog, hè?" 'En de familie praat van gemzen en alpen horens, van lawinen, van gletschens. enz. enz. En de thuisgekomen©? Hij is volstrekt niet moe; hij heeft van nacht te Keulen gelogeerd en ligt thans in een luierstoel een kop geurige Hollandscke thee te savoureeren en informeert al vast of er voor grok g©i sorgd is, wlant die buiten la ndseh© was bocht. 03n wat zegt hiji alzoo op al die vragen? Hij zegt, dat het er mooi was en grootsch, dat de bergen hoog, de meren blauw1, de sneeuw schitterend, de gletschers woest, waren, en„Och, zie je, je moet er eigenlijk zelf geweest zijn om er een idee van te krijgenhet is eigenlijk niet te be schrijven." Zou men niet denken, dat de thuisblijr vonden de reis hadden gemaakt en de reiziger bij het relaas zat te gapen? Nu de tweede soort-. Dat is een taai slag menschen het zijn echte satanskinderen. Wat gij indertijd gezien hebt, is niets! Als gij het waagt, na een holklinkende be schrijving waarin de uitdrukkingen .groszartig", „fameus diep", „schauder- liaft", „uren ver zien", en vooral „onver gelijkelijk" en „weergaloos" den boventoon voeren als gij het- waagt, na zulk een be schrijving eenige heerlijke herinneringen aangaande den Dracheufels of Heidelberg of de Har?, en den Rijn op te halen, dan ontmoet gij een meewarigeu 'blik, een licht, schouderophalen. Arme stakker! Wat zijt gij' begonnen Uw opmerking gaat verloren a!s een grashalmpje in den wegslependeu bergstroom. Hoor slechts: „De Dracheufels, nu ja, heel aardig, zeer pittoresk, als men nog niets dergelijks ge zien heeft. De Rijn, een oud mannetje, dat naar rust verlangt; neen, je moet hem bij Sohaff- hausen zien, daar is hij. nog in zijn kracht! Heidelberg is wel een lief plaatsje en de Hare, och, het is toch eigenlijk zulk kin derspel, als je war© natuur gezien hebt." Zulke holle zweteers zijn dicht omgeven van do heerlijkste, geurigst© bloemen op den buitenlatidedhen bodem geplukt, zonder dat zij iets van den geur hebben overgeno men integendeel, zij stinken van pedan terie, veel meer na, dan vóór "hun reis. Dit is het hatelijke species van het twee de genus. Thans het gemoedelijke. Dit is zeer sterk vertegen woordigd „Eu zie je, je tante was wat vermoeid van de reis, toon wij te Parijs aankwamen. Nu, toen zei ik: „Dan blijven we stilletje? in ons hotel (we hadden een heel nette en gezellige'kamer) en dan driuKen we nog een kopje thee, als we dat hier gced kun nen krijgen-'. „Neen, zei je tante, ga jij nou gerust de stad nog eens in, dan ga ik stilletjes naar bod." Nou, toen heb ik nog een kuiertje gemankt over den Boulevard des Itaftens. Heero beware mij, wat een herrie! Toen heb ik daar een half uurtje voor zoo'n café .gezeten en een bokkie ge dronken. Jongen, jongen, je ziet me daar watl „Den volgenden morgen waren we al vroeg op; het ontbijt was goed; wij had den eieren, zooveel als we wilden, en rook- vleesck Houd ou, houd' op, want al het andere is precies hetzelfde; wij. krijgen niets an dei's te hooren dan dat Parijs een drukke stad, en vooral dat hot hotel en het eten goed', en dat hét er goedkoop was Daar waren uren, ja avonden voor noo dig! Ik heb een dame in vuur zien geraken tengevolge van oen regenbui. Zij 'bezocht met haar broer de Roichen- bachfalle, bij Mei ringen. Onderweg werd eij door een regenbui overvallen. „En het woei, en het regende! Neen, maar het was of het met bakken van dien hemel werd gegotenEn broerlief kreeg zulke natte voeten, en daar kan hij niet tegen! En wij, hadden (maar) één paraplu ieIk zeg „Broerlief, kom toch onder de paraplu ie!" We konden hem met 0119 beiden mot moeite ophouden, zoo woei hetKortom, ie schoon© waterval werd door een regenbui verzwolgen. Broerlief werd doornat en deed bijl zijn thuiskomst schoon© kousen aan", dit volgde op de vlucht'g© opmerking, dat de water val heel mooi was geweest. Eu dan de dwaaltochten Ge denkt een roman te hooren en gij krijgt vaak niets dan een m éi denpraatje. Ik herinner mij een dergelijk vervelend verhaat. Het werd opgedischt in een tamelijk uit gebreid gezelschap. Ongelukkig heerséht© er

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1