De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer van Duinen. Mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van de weinige sympathie, die mijn amendement in de af deel in gen heeft ondervonden, verzoek ik het te mogen intrekken. De Voorzitter. Het amendement van den heer van Duinen is ingetrokken en maakt dus geen onderwerp van beraadsla gingen meer uit. De heer Plomp. Mijnheer de voorzitter, een van de meest onaangename za'ken is ai- tijd de bespreking van de salarissen. Aan den eeneu kant heeft men altijd eene partij, die meent, dat hare verdiensten niet genoeg erkend en Ibeloond worden. Aan den ande ren 'kant is er eene confrontatie met het belang van onzen buidel, dat ons niet toe laat te doen wat wij, als wij daartoe vrij heid hadden, zouden wenschen te doen. Ik héb mij, om voor mij zelf tot eene overtuiging te komen over deze zaak, eenige vragen gesteld. De eerste vraag is: Hoe staan wij tegenover den staat 1 Het antwoord daarop is zeer geruststellendde gemeente Amersfoort goetx meer aan de onderwijzers dan zij voor hen van den staat krijgt. De tweede vraag isHoe staan wij tegen over de gemeentel Daarop is geen ander antwoord mogelijk, dan dat wij uiterst voor zichtig moeten zijn. Er gaat haast geen ver gader «ng voorhij of wij staan voor de nood- zakelijtkheïid van eene nieuwe uitgave. Tot nog toe hebben wij altijd ondervonden, dat onze uitgaven sneller groeien dau de in komsten. Als wiji dit jaar niet wat meer kregen uit de opcenten op do rijksbelastin gen tengevolge van de herziening van de taxatie der gebouwde eigendommen, dan zouden wij er niet koiyien zonder belastdng- ■verhooging. Bij de vaststelling van eene verhooging van salaris voor eene groóte groep ambtenaren moeten wij, dus uiterst voorzichtig zijn. De derde vraag, die ik mij heb gesteld, isHoe staan wij tegenover tie wet op het lager onderwijs? Ik kom daaromtrent tot dit- besluit: De wet regelt het lager onder wijs. Zij stelt 'bepalingen vast 'betreffende een minimum-salaris. Die minima zijn voor allen gelijk. Nu heeft zich, naar aanleiding van het minimum-salaris, dat de wet daar- stelt, eene klasse van ambtenaren ontwik kelt, die vormt den onderwijzersstand. Die klasse van ambtenaren moeten wij, niet hare deugden en gebreken, nemen zooals zij is. De gemeente Amersfoort 'kan daarop geen invloed uitoefenen. Hoe onze salarisrege ling moge zijn. hetzij onze salarissen hoog zijn of niet, de klasse van ambtenaren, die de onderwijzers vormen, ontstaat uit kracht van het salaTis, dat de wet t-oekont. Ik erken, de salarissen van de onderwijzers zijn iaag, maar do vraag is voor onsHoe moe ten wij de regeling van salarissen maken zoodanig, dat wij uit dit 'korps ambtenaren goede exemplaren kunnen krijgen Met an dere woorden: Amersfoort moet zulke sala rissen uitloven, dat- het zich van de onder wijzers goede exemplaren kan verschaffen. Nu komt het mij voor, dat dit door de nieuwe regeling, die R. en W. voorstelden, mogelijk gemaakt wordt. Wij zullen in dat opzicht 'beter worden door do nieuwe rege ling, want hot is eene gelukkige verande ring, dat het maximum-salaris in twaalf jaren zal wordon 'bereikt in plaats van in twintig. Het komt mij voor, dat wij. daarmee vol doende gedaan bobben. Wij kunnen niet ver der gaan mot het oog op onze financiën. Maar dan -moeten wij dat juiste beginsel van de verordening goed in het oog hou den. Het doel moet zijn de onderwijzers goed te salarieeron, maar men most er niet allerlei dingen bij halen. Wijl moeten maat regelen nemen, die allen ten goede komen, niet maar een paar van de onderwijzers en de anderen niet. Daarom ben ik dankbaar voor wat R. en W. ons hébben geboden en meen ik, dat de raad niet moet ingaan op amendementen, waardoor het doel' van deze nieuwe regeling zou worden aangetast. De heer Gerritsen. Mijnheer de voon zitter, ook ik heb met genoegen het voor stel van B. en W. gezien, dat op een vast systeem is gebaseerd. Deze voorstellen zijn m. i. in het belang van de gemeente. De tijd waarop het maximum zal worden ver kregen, wordt daardoor vervroegd en men zal daardoor voorkomen, dat de beste krach ten ons zullen verlaten, omdat ziji elders gunstiger omstandigheden kunnen vinden, ik had gaarne gezien, dat B. en W. nog wat verder gegaan waren, maar ik begrijp, dat zij dit op financieele gronden niet hebben gedaan. Wat het voorstel 'betreft om voor het be- z:t van de hoofdacto f 200 toe te kennen in plaats van f 125, het is eene kwestie van appreciatie wat men voor die akte geeft. Het Rijk heeft- de toelage daarvoor bepaald op f 125. Wanneer wij de toelage bepalen op dat bedrag, dan is dat het mini mum, dat- het Rijk toekent. Met de rede neering van B. en W. tot bestrijding van mijtn amendement ga ik niet mee. Het zal misschien eene enkele maal voorkomen, dat een onderwijzer, die niet in het- bezit is van de hoofdakte, 'beter onderwijs geeft dan een bezitter van die akte, maar in den regel zullen de beste onderwijskrachten onder de bezitters van de hoofdakte gevonden wor den. Ik 'blij'f daarom mijn amendement handhaven. Wanneer de toelage yoor de hoofdakte op f 200 wordt bepaald, dan is dat een prikkel om door te studeeren, en dat moet aan het kind ten goede komen. B. en W. hebben in hunne memorie van antwoord gezegd „Wij mogen niet verzwij gen, dat aanneming van een der amende menten gevolgen kan heblben, die do voor-f stellens niet gaarne zien. Hoe hooger de be zoldiging voor hoofdakte, des te meer de vergadering er tegen op zal zien, personen in het bezit der hoofdakte aan te stellen". Ik geloof zeer zeker, dat dit wordt gedaan. Maar liet is volkomen juist wat eeu paar regels verdér wordt gezegd: „Bovendien verkrijgen velé onderwijzers de akte na hunne aanstelling'. Dat is hier het geval. Ik 'blijf dus mijn amendement handhaven. Ik zie er met ander* in dan dit, dat wijl •betere traktementen moeten betalen om, zooals de heer Plomp heeft gezegd, de goede exemplaren uit het- korj>s onderwij zers hier te krijgen. Precies hetzelfde geldt van de toelage voor het bezit van de hoofd akte. Het- is enkel eene kwestie van appre ciatie of men daarvoor f 125 of f 200 wil geven. De heer van Es veld. Mijnheer de voorzitter, evenals de heer Gerritsen, heb fk in mijne af deeling een voorstel ingediend om de bezitters van de hoofdakte hooger te •bezoldigen. Wanneer een onderwijzer van bijstand, die de akte op 18-jarigen leeftijd heeft gehaald, direct begint op f 600 en na twaalf jaren op f 900 kan komen, dan vind ik dat lieel goed beloond. Als ik daar tegenover stel oen onderwijzer, die doorstu deert, dan vind ik voor dien onderwijzer, als hij afgestudeerd is en do hoofdakte heeft gehaald, de bezoldiging, die B. en W. daar voor voorstellen, te weinig. Op dien grond! meen ik, dat -men, zonder het systeem van de verordening te schaden, voor het bezit van do hoofdakte meer bezoldiging kan geven. Vroeger is door den Bond van Ne-J derlaudsche onderwijzers, door het Onder- wijzeragenootsdhap en door de commissie van toezicht altijd! de hoofdakte hooger ge apprecieerd; dlestijds werd' zij ook op f 200 gesteld. Daarom kan ik. mijl aansluiten bijl het voorstel van den hoer Gerritsen. De Voorzitter. Ik wil er even aan herinneren, dat wij thans zijn aan de alge meene beschouwingen. De onderdeelon zul len straks aan de orde komen. De heer Plom p. Mijnheer de voorzitter, de vraag of de hoofdakte al dan niet hoo ger moet worden gesalarieerd, is moeielijk uit te maken. Maar het is m. i. eene on juiste bewering, dat de toelage, die daar voor wordt gegeven, een prikkel is voor de onderwijzers om door te studeeren. Ieder onderwijzer zal ook zonder dat doorwerken, omdat hij voor oogen houdt het doel, hoofd der school te werden. Ik weet heel goed, dat dit. in den tegen woord igen toestand voor velen een ijdol streven is en dat onmogelijk alle bezitters van de hoofdakte hoofd van eene school zullen wonden. Maar ieder flink onderwijzer zal liet streven hebben: ,,Ik wil trachten hoofd van eene school te wor den. ,,Een hoogoren prikkel om de hoofd acte te verwerven, zou ik op dien grond niet wil len toekennen. Die bestaat bij de goede individuen van zelf. Als iemand door eeu paar jaren studeeren zich blijvend eene ver-» hooging van salaris van 125 kan verzeke ren, dan wordt hij m. bijzonder goed daarvoor betaald. Als wij zien, dat het stel sel van de wet is het ibezit van de hoofd akte met een bepaald ibedrag te beloonen, dan kunnen wij aannemen, dat daarvoor 'bezitters van de hoofdakte in voldoend aan tal te kiijgen zijn. Dan moeten wij het be halen van de hoofdakte niet aanmoedigen, door nog meer voor het 'bezit van die akte toe te kennen. Als het werkelijk noodig is het bezit van de hoofdakte te verlangen om onderwijs te geven, dan dienenewij het stel sel vau Amsterdam te volgen en voor alle onderwijzers het bezit- van de hoofdakte voor te schrijven. I'k zal niet kunnen mee gaan met de amendementen van den heer Gerritsen of van den heer van Esveld. De heer Rol and us II a ge doorn. Mijnheer de voorzitter, ik voor mijl vind het bepalen van salarissen een van de netelig ste onderwerpen, die 'hier te berde kunnen worden gebracht. Wij allen, die hier zit ten, moeten toegeven, dat do salaris rege ling bij het- lager onderwijs, uit den drang der noodzakelijkheid, zeer laag is. Wij be treuren, dat wij! niet de kracht, hebben om 't beter te doen. .Konden wij over meer middelen beschikken, dan zou hier geen enkele stem opgaan tegen voorstellen omi verder te gaan. Wanneer wij zien, dat een onderwijzer begint met f 12 per week en kan opklimmen tot f 18 per week, dan is dat een salaris, dat voor de opvoeders van onze kinderen, die in de toekomst de maat schappij moeten vormen, slechts eene ge ringe belponing is. Ontzettende eischen worden aan de onderwijzers gesteld, en zij worden niet beloond in evenredigheid van die eischen. Maar ik zie ook de moeieiijk- heid in om eene afdoende verbetering aan te brengen en ik ben erkentelijk voor wat B. en W. hebben gedaan. De sosn, die het Rijk voortaan meer zal uitkeeren. zal voor deze verbetering worden besteed, vermeer derd met eene even groote som, die de ge meente er zal bijvoegen. Ik durf dat aan voor onze gemeente. Er is echter ééne zaak, waarvoor ik meen, dat nog iets meer kan worden gedaan. Ook ik stel de hoofdacte zeer hoog. Niet alleen als prikkel, .maar als bowijs van ontwikke ling van de personen, die wij hébben als opvoeders van de jeugd. Het is mogelijk, dat er onder hen, die alleen do akte van onderwijzer bezitten, zijn, die even goede onderwijzers zijn als de bezitters van do hoofdakte. Maar tot verruiming van den ge zichtskring. tot vermeerdering van de be schaving dient de studie voor de hoofdakte zeer zeker, en het bezit van die akte levert diaarom een waarborg, d'ai de gemeente beteire opvoeders krijigt,. Ik ga daarom gaar ne mee met hef denkbeeld om de toelage voor Biet bezit van de hoofdakte op f 200 te stel len, en wanneer daartoe straks een voorstel

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 6