w°. 361.
Dinsdag 16 Juni 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
'n Zeemansbruid.
6" Jaargang.
ERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden yoer Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Ceurant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advorteutiënmededeelingen enz.gelieve men véér 11 uur
's morgens bg de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtsehestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DMR ADTÏRTENTIBN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents by YeeruitbetaSng.
Oroote letters naar plaatsruimte.
Yoer handel en botfrgf bestaan zeer veordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Bene
ckeuïairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
jA.au hendie met 1 Juli a. s.
op dit blad inteekenen, worden
de nummers die gedurende de
maand Juni nog zullen ver
schijnen kosteloos toege
zonden.
Politiek Overzicht.
De verkiezing: voor liet president
schap der Vereenigde Staten.
Heden begiut te Chicago de nationale
conventie van de republikeinsehe partij, en
daarmee wordt de strijd van de beide
groote partijen in het land om het presi
dentschap der Vereenigde Staten geopend.
Met groote spanning wordt in geheel Ame
rika de uitkomst van de beraadslagingen
der gemachtigden van de republikeinsehe
partij tegemoet gezien. Twee zaken zijn het,
die door de conventie moeten worden afge
daan de vaststelling van het platform",
het republikeinsehe partijprogramma, en de
aanwijzing van den candidaat, die als banier
drager van de ,,G. O. P.", de Grand Old
Party, ook in dit jaar 'het teeken van de
zegepraal aan de republikeinsehe vaan moet
hechten.
De „planken'' van het plattform, die
naar alle waarschijnlijkheid in Chicago zul
len worden vastgesteld, zijn volgens een
officieus dagbladbericht de volgende pun
ten tariefsherziening, hervorming van het
muntwezen, vermeerdering van de vloot,
behoud van de landmacht, bevordering van
den handel, subsidien voor poststoom-
vaartlijnen en regeling van het corporatie
wezen. Onder deze punten is aan de tarief
kwestie zeker de grootste beteeken is toe te
kennen. Het zal moeten blijken of de repu
blikeinsehe partij, die bet Ding ley-tarief,
zoo genoemd naar zijn geestelijken vader, in
't leven heeft geroepen, den moed vindt
in deze kwestie beslist stelling te nemen en
niet, zooals tot dusver het. geval is geweest,
'besluiteloos zal laveeren tusschen de „Stand
pat"-mannen, de ultra-protectionisten, en
de voorstanders van het door den gouver
neur van Jowa, Oommins, voorgestane
denkbeeld eener verstandige herziening van
het tarief.
Van meer gewicht nog dan de vaststelling
van het programma, is de aanwijzing van den
candidaat voor liet presidentschap, waarbij
die voor liet ambt van vice-president zich
aansluit. Met inbegrip van de veertien ge
machtigden van den nieuwen staat Okla
homa, bestaat deze republikeinsehe natio
nale conventie uit 978 afgevaardigden. De
aanwijzing van den candidaat geschiedt hij
de republikeinen met eenvoudige meerder
heid van stemmen, terwijl bij de democrati
sche conventie, volgens een uit den tijd van
Andrew Jackson dateerend gebruik, de
man, die als banierdrager van de partij in
den strijd gaat, de stemmen van minstens
twee derden der gedelegeerden op zich moet
vereenigen.
Volgens de laatste berichten, is er geen
groote strijd te wachten. Het is vrijwel
zeker, dat de moorderheid zich zal vereeni
gen op William Taft, den minister van oor
log in liet kabinet van president Roosevelt,
die met zijn machtigen invloed zijne candi-
•datuur steunt Volgens eene mededeeling
van de Sun uit Chicago, zijn nu reods 491
stemmen voor Taft verzekerd, zoodiat de
volstrekte meerderheid van de afgevaardig
den naar Chicago gekomen is met het man
daat om voor hem te stemmen. Als die
mededeeling juist is, dan zou de zaak zeer
spoedig heslist zijn.
Afgezien van Taft, komen als ernstige
candadaten de „Favorite sons" van ver
schillende staten in aanmerking. Dit zijn de
vaai invloedrijke conservatieve zijde onder
steunde gouverneur van New-York, Charles
E. Hughes, senator Philander Knox van
Pennsylvanië, de tegenwoordige vice-presi
dent Charles Fairbanks van Indiana, de
voorzitter (Speaker) van het huis van ver
tegenwoordigers Cannon, misschien ook se
nator Crane van Massachusetts. Wanneer
herhaalde stemfmingen zonder resultaat
mochten blijven, dan zou men misschien
zich vereenigen op Roosevelt als redder uit
den nood. Wel heeft Roosovelt bij herha
ling verklaard, dat hij onder geene om
standigheden opnieuw de candidatuur zou
aanvaarden, en onlangs heeft hij zelfs zijne
reisplannen voor het volgende jaar bekend
laten maken. Maar tegenover een eenstem
mig votum van de nationale conventie zou
de president als leider van de partij
niet bij zijne weigering kunnen volharden.
Maar naar alle waarschijnlijkheid zal het
daartoe niet komen. Wanneer men Roose
velt uitzondert, dan is Taft buiten kijf de
populairste en in het ganse he land mee6t
bekende republikeinsdhe partijleider. Hij be
zit in hoogo mate eene in het politieke leven
in Amerika bijzonder gewichtige eigen
schap, den slag om menschen voor zich te
winnen, hetgeen men daar als „magnetis
me" aanduidt. Men roemt zijne met bui
tengewone. bekwaamheden gepaard gaande
geestkracht, waarvan hij inzonderheid bij
zijn bestuur over de Bhilippijnen heeft doen
blijken, eu is gewoon hem te noemen den
mian, die het meest met takt begiftigd is
in het openbare leven van Amerika.
DuitschlancL
De Berlijusohe correspondent van de
Dortmund er Zoitung beweert, dat de Kei
zer te Döberi'te bij de inspectie van de gar
de-ruiterij vrij luid eu blijkbaar opdat de
aanwezige- vreemde militaire attache's het
Zouden hooren, gezegd zou hebben: „Het
ziet er naar uit, alsof men ons omsingelen
en met ons afrekenen wil. Dat zullen wij
weten te verduren. De Germaan heeft nooit
beter gevochten dan wanneer hij zich naar
all© kanten moest verweren. Laat hen maar
opkomen. Wij zijn klaar."
De Dortmunder Zeitung geeft de uit
lating, die baar correspondent van een
,,hoog militair" vernomen heeft, „met alle
voorbehoud, dat geboden is" weer.
P a r ij s, 16 J u n i. Alle bladen, die de
woorden bespreken, welke de Duitsclie Kei
zer op het exercitieveld te Döberitz moet
hebben getaegd (zie onder Duitschlaaid), ver
klaren, dat men het gewicht niet overdrij
ven moet. van woorden, waarvan maar on
dersteld wordt dat zij zijn gezegd.
De Osnabriicker Zeitung verneemt ter be
voegde zijde, dat het verzoek van den her
tog van Cumberland om inlijving van zijn
tweeden zoon, prins Ernst August, in het
Beiersche leger, reeds sedert April aan
hangig was en dat er eerst toestemmend op
beschikt werd, nadat uit Berlijn een tege
moetkomend antwoord ontvangen was.
Sommige bladen houden zich bezig met de
vraag of de Ozaar eu de Duitsche -eiaer
dezen zomer weder eene ontmoeting zullen
hebben in de Oostzee. Naar aanleiding daar
van wordt uit Berlijn aan de Frankf. Ztg.
geschreven, dat de eerste bewering, dat zulk
eene ontmoeting voor de deur stond, in de
Franscke pers is verschenen, en wel in dezen
vorm, dat Keizer Wilhelm den wensch had
uitgedrukt om met den Czaar samen te ko
men. In Berlijn is daarvan niets bekend.
De nieuwe gezant van de Vereenigde Sta
ten, de heer Hill, is te Berlijn aange
komen en reeds door den Keizer ontvangen.
Eene nota van officieusen oorsprong ver
raadt de strekking om den indruk uit te
wisschen, die is ontstaan door de inciden
ten. welke zich bij 'zijne benoeming hebben
voorgedaan. Daarin worden de verdiensten
van den heer Hill als geleerde en als diplo
maat geroemd, en als bewijs van het hooge
aanzien, dat Hill geniet in zijn land. wordt
als feit aangehaald, dat in het geval dat
Taft mocht worden gekozen tot president,
in het kabinet, dat deze zal vormen bij de
aanvaarding van zijn ambt, de portefeuille
va«n buitenlandsche zaken voor Hill zou zijn
voorbehouden
Vorst. Kuilenburg zal, behalve wegens eene
aanklacht van meineed ook wegens een aan
klacht van verleidiiig tot meineed zich heb
ben te verantwoorden De beide punten van
aanklacht zijn in de akte van beschuldiging
bijeengevoegd1 en zijl le n in het proces voor
de rechtbank van (gezworenen gezamenlijk
'behandeld worden. [Het feit van de verlei
ding tot meineed 4rordt in een brief van
vorst Eulenburg Aan den visscher Jakob
Ernst aanwezig geacht.
De Keizer heeft de beslissing bekrachtigd
van den raad van eer, waarbij de gepensio
neerde luitenant-generaal graaf Hohenau
veroordeeld is tot- verlies van den officiers-
titel en van het recht tot het dragen van
de uniform.
Een scherpe kabineteorder is door den
Keizer uitgevaardigd aan de bevelvoerende
generaals in het leger tegen hoonosexueele
uitspattingen in het leger. De regiments
commandanten moeten op nieuw worden aan
gemaand om streng op te treden tegen
schuldigen, zonder aanzien van persoon of
positie.
Beltfft.
Brussel, 15 Juni. De briefwisseling
tusschen de Belgische, Engelsc'he en Ameri-
'kaansehe regeeringen omtrent de naasting
van het Congogebied is heden bekend ge
maakt-.
Het eerste stuk is een telegram van den
Belgischen minister van buitenlandlsche za
ken aan de gezanten van België te Londen
en te Washington omtrent een vriendschap-
pel ijken stap, in privé gedaan door de ver
tegenwoordigers van Engeland en de Ver
eenigde Staten. Deze beide regeeringen be
schouwen de inlijving als de beste oplossing
van de bestaande moeilijkheden, waarbij
België dan de bepalingen van de tractaten
ten uitvoer zou leggen.
In zijn antwoord aan de gezanten van
Engeland en de Vereenigde Staten zegt de
minister van buiten landsche zaken, dat het
vraagstuk in volkomen onafhankelijkheid
door het parlement zal worden behandeld
en dat de regeering bare internationale ver
plichtingen zal nakomen.
In een later telegram drukt de minister
de vrees uit, dat dé redevoeringen van de
heeren Grey en Fitzmaurice in liet parle
ment de overneming zullen bemoeilijken en
het nationale gevoel zullen kwetsen.
De onderstaatssecretaris Harding© zond
op 30 Maart eene nota, waarin uiteengezet
wordt hoe Engeland de verplichtingen op
vat, die de verdragen aan den Congo-staat
opleggen.
Eene Amerikaansche nota van 7 April
spreekt de hoop uit, dat België in geval
van overneming zich zal houden aan de hu
manitaire bepalingen van de acten van Ber
lijn en Brussel.
De Vereenigde Staten en Engeland ko
men beide op voor het recht van de zende
lingen om landbezit te verkrijgen en deelen
hunne inzichten omtrent de invoerrechten
mede.
Zwitserland.
Bern, 10 Juni. Er bestaat een ge
schil tussclien Duitschland en Zwitserland
over de teruggave door Duitschland van op
uitgevoerd meel betaalde invoerrechten.
Zwitserland verlangt beslissing door een
scheidsgerecht.
8panJ«.
Saragossa, 16 Juni. De Koning
drukte in een dronk op het gisteren gege
ven feestmaal zijne blijdschap uit over zijne
ontmioeting mét den Franschen minister
Cruppi, die was overgekomen om de ten
toonstelling te openen. Wanneer honderd
jaren geleden Frankrijk en Spanje met el
kaar jnstrijd waren, heden heerecht eens
gezindheid, die Spanje's rijikd'om vermeer
dert.
De komst van den Franschen minister van
handel Cruppi te Saragossa v?lt samen met
die van Koning Alfonso aldaar. Gezamen
lijk hebben zij de Fransch-Spaansche ten
toonstelling geopend, die daar gehouden
wordt. De aanwezigheid van den Koning is
tevens eene aanleiding tot nationale feesten
ter viering van den onafhankelijkheidsoor
log der Spanjaarden tegen de Fransche heer
schappij. nu honderd jaren geleden, waar
van het beleg van Saragossa een der schit
terendste episoden is.
Portugal.
Lissabon, 15 J uni. In de Kamer be
gon heden de beraadslaging over het wets
ontwerp betreffende de aan het koninklijke
huis gedane voorschotten. De voorzitter
moest echter de vergadering schorsen, om
dat de radicale afgevaardigde Alpoim den
minister van financiën luidruchtig in de
rede viel. De beraadslaging zal morgen wor
den voortgezet.
Heden is het proces begonnen tegen prof.
Bettencourt en den ketelmaker Rebordas
Zij worden beschuldigd in 1907 bommen te
hebben vervaardigd, welker c.itploffing aan
leiding gaf tot hunne inhechtenisneming.
Rutland.
De correspondent van de Vossische Ztg. te
Petersburg bericht, dat in de rijkshoofdstad
wordt verhaald, dat de door den Oktobristen-
leider Goetschkow in zijne doemarede ge
noemde grootvorsten, die verantwoordelijke
ambten bekleeden, verzoeken om ontslag
hebben ingediend.
De rijksraad heeft het wetsontwerp op den
aanleg van den Amoersp oorweg met groote
meerderheid aangenomen in de door de doe-
ma goedgekeurden vorm, nadat minieter-pre-
sidenit Stolypin had verklaard, dat de regee
ring niet alleen de verwerping, maar ook
iedere verandering van de door de doema
aangenomen voordracht als een bewijs van
wantrouwen in haar beleid zou beschouwen.
Tut***
Op den plaatselijiken commandant van.
Saloniki Nazim Bey i& door een luitenant
een aanslag gepleegd, die voortkwam uit
Jong-Turksche motieven. Nazim Bey werd
door de kuit geschotenrijn secretaris is
licht gewond, een ordonnans en een schild
wacht zwaar. De bedrijver van den aanslag
ontkwam.
Het hervormingswerk ik Maoedsnif.
Uit Weenen wordt aan de Köln. Ztg.
bericht, dat- men daar den stand van de
Macedonische hervorm ingskwestie na de
ontmoeting te Reval aldus beoordeelt
Bij het groote verschil tusschen de oor
spronkelijke Engelsche en Russische voor
stellen en bij het inzicht van Russisehe
zijde, dat een zekere grens niet kan worden
overschreden, zonder tot oorlogsverwikke-
lingen aanleiding te geven, is het slechts
door verder toegeven van Engeland moge
lijk geweest tot elkaar te komen. Engeland's
voorstel hieid niet alleen den eisch in der
benoeming van een zelfstandigen, zonder do
toestemming van de mogendheden niet af
zetbaren gouverneur-generaal, maar ook het
verlangen om aan dezen gouverneur zelf
standig het recht van beschikking over een
zeker aantal troepen op te dragen, d. w. z.
het hoogste com mandogezag van den Sulta n
in Macedonië ter zijde te stellen. Deze be
paling had Rusland niet toegelaten, omdat
Turkije daaruit een casus belli zou hebben
gemaakt en Rusland na de nederlaag iu
U: si-Azië buiten staat geweest zou zijn den
strijd te voeren, hetgeen Engeland het waar
schijnlijk alleen zou hebben overgelaten.
Omdat dit deel van zijn eischen toch geen
kans van slagen had, heeft Engeland spoe
dig het verlangen naar een zelfstandigen
gouverneur-generaal laten vallenhet wil
zich met een inspecteur-generaal onder in
ternationalen waarborg vergenoegen, die
hetzelfde werk kan verrichten; het wil zich
dus er toe laten vinden, maar heeft nog aan
het zelfstandige gezag over de troepen voor
den inspecteur-generaal vastgehouden. Wan
neer er nu toenadering tusschen Engeland
en Rusland in de Macedonische kwestie ge
komen is, dan is het mogelijk, dat Enge
land ook van dezen eisch heeft afgezien.
Daarmee zijn echter de Engelsch-Russische
meeningsverschillen nog niet uitgeput. Enge
land wenschte ook, dat de inkomsten in
Macedonië in de eerste plaats worden aan
gewend ten behoeve van het civiele bestuur
en slechts de rest voor militaire doeleinden.
Ook daarop heeft Rusland gemeend niet te
mogen ingaan, om de Turksche eigenliefde
te ontzien. Tot dusver heeft Engeland dit
punt hardnekkig verdedigd. Wanneer dus
Engeland en Rusland volledig tot overeen
stemming gekomen zijn, dan zou men moe
ten aannemen, dat Engeland ook dit punt
heeft prijs gegeven.
Marokko.
Berichten uit Fez gewagen van het suc
ces. dat Moeley Haf id door zijn intocht te
Fez heeft behaald, maar bevestigen tevens
de geruchten van zijn gebrek aan geldmid
delen. Men spreekt er van, dat de in Januari
afgeschafte belastingen weder ingevoerd zul
len worden. Boechta Ben Bagdad i is te Fez
aangekomen en door Moeley Hafid ontvan
gen.
In Alkassar heeft de daar voor den tocht
54 DOOR
THERESE HOVEN.
Ze bracht haar tijd heel rustig door, wan
délde eens met lxaar schoonvader of Annette
in de ,BoscJlijes of in "t Haagsëhe Bosch of
maakte een rijtoertje met haar schoonmoe
der.
Voor haar schoonvader moest ze zich te
veel inspannen om zich goed te houden.
Hij 'zag de menschen om rich ibeen graag
opgeruimd1 en hield niet van kniezen, om
dat 't toch niet hielp.
Annette was haar meestal te druk, te
levenslustig. a.l dééd ze ook nog zoo haar
best om sympathiek te zijn.
Vleemden wilde ze niet zien. Ze wist
immers, dat de Hollandei's haar, als Engel
sche, haatte en .ze was te down, om haar
Brittentrots te.hulp te roepen.
Maar voor één diag en voor één per
soon maakte ze een uitzondering. Ze wilde
niet naar huis teruggaan, vóór ze tante
Naatje in haar Hofje had opgezocht.
Annette moest met haar moe, evenals
toen, twee jaar geleden. Och! God, 't leek
haar zooveel langer!
En ze zouden haar mee uit rijden ne
men, die lieve, goede, arme, oude dame.
Even als toen, heel onverwachts.
iMaar och! men kan niet twee maal 't
zelfde doen in dit. wisselvallige leven en
zeker niet iets prettigs.
Tante Naatje was wel verrast Marion en
Annette te zien en <ae ging ook wel weer
mét ze uit, maar 't was heel iets anders
dan toen.
De oude dame merkte 't ook wel, maar
ze durfde niets vragen; wel was ze heel
hartelijk en legde zc alle deelneming, die
ze niet openlijk wilde toouen, in de om
helzing, waarmede ze haar nieuw nichtje,
als zoodanig, verwelkomde.
Toen, iets later, zei ze zacht verdrietig
„Een treurigen tijd, waarin we leven, niet?
Dat doordrijven van enkele verblinden
ook...... moesten nu daarvoor zoovelen on
gelukkig worden gemaakt?"
Zij haatte de Engelschen niet. maar ze
veroordeelde de bewerkers van -dien oorlog
en ook die alleen. Ze deed niet een heel
volk in den ban over een onrecht door
enkelen gepleegd.
Ze was toegevender eu milder in haar
oordeel dan Annette, maar ze liadl ook meer
ondervonden in 't leven.
Ook zij had haar kruis ook zelve getorst,
niemand liad 't voor liaar gedragen en
daarom Icon ze, met den groeten Lijder,
vergeven en zelfs zeggen: „lleere, vergeve
't hun, want ze wéten niet, wat. ze doen."
Ze beklaagde ze, de verblinden
En 't deed Annette, die sedert Marion
bij haar logeerde, zelve zooveel minder
hard was gaan oordeelen, goed, haar tante
zoo te hooren spreken. Ze werd langza<->'
merhaud aneer doordrongen van de eenzij
digheid der Bóeren-vrienden en, hoewel hot
niet in haar iop zou zijn gekomen de Engél-
scheii ook maar eenigszins te verontschuldi
gen, begreep ze nu toch weldat men
voor zijn vijanden kan bidden, jui3t omdat
ze vijanden... .verblinden, afgedoolden zijn.
Ze haatte uiet, de arme, oude vrouw voor
wie 't Leven zoo hard en bitter was geweest,
ze beklaagde alleen degenen, wier oogen
gesloten waren voor het eeuwige licht van
waarheid en recht!
„Ik zou toch liever Krüger of Steyn of
Botha of de Wet zijn dan Chamberlain, of
Rhodes of Milner of (Roberts," zei ze en
Marion stemde er in toe.
„Ik ben zéker, dat ze heel ongelukkig
zijn, maar ze kunnen' niet meer terug.
Engelschen kunnen nooit toegeven. Vroe
ger was 't onze trots, ik ben bang, dat 't
onze fout zal worden.
„En toch is toegeven, zich in tijds terug
trekken, zooveel beter. Elke stap, dien
men achteruit d'oet, is, in dergelijke geval
len, twee gewonnen't Is in de politiek al
eveneens als in {t particuliere levenAls
men nu toch inziet, dat men ongelijk lieeft,
is 't toch verstandiger het .te bekennen eu
niet voort te gaan op 't ingeslagen pad."
Marion keek de .spreekster, die kalm
voort ph'ilosopheerde, zooals oude menschen
't zoo gelaten kunnen doen, ontsteld aan.
Zou zij iets vermoeden Zou rij4 begrij -
pen, welk drama er in haar leven werd af
gespeeld? Zou ze raden, hoe weerspannig
beur liart was? Zou ze 't haar kunnen aan
zien, wat er in haar omging?
Plotseling kreeg ^Marion een hevig ver
langen tante Naatje, de eenvoudige oude
vrouw, met haar gezonde levenswijsheid,
tot deelgenoot© te maken van haar lijden
en verdriet.
25e wendde hoöfdpij'n voor en Vond daar
in een verontschu 1 idiging om Annette niet
te vergezellen naar oom Koen en tante Ge-
sien, zooals eerst 't plan was geweest
,,Als je het piet vervélend vindt alleen
te gaan en tante Neetsje wil an ij; houden,
dan zou ik liever zoolang rustig bij haar
blijven."
„Och! dan ga ik ook niet. Zegt u dan
maar niet, dat (we er geweest zijn, tante."
„Lieve kind, dat kaai ik niet beloven.
Al zou ik nOg zoo mijn best er voor doen,
dan zou ik het toch niet kunnen verzwij
gen. Den .eersten keer, dat ik bij hen kom,
zullén ze dadelijk aan ,mij merken, dat mij
iets goeds overkomen is. En als «zo er dan
naar vragen en i!k móet er om jokken, gaat
't mij (toch niet goed af en flap ik het er
toch uit."
Annette glimlaéhte over de agitatie der
oude dame, die zoo beredeneerd kon opre
ken over de groote quaesbies van den dag,
maar angstvallig degen een leugentje om
bestwil opzag.
Ze begreep ook wel, dat -het tante ..Naatje
erg hinderen zou, als lae oom Koen zou
man'keeren. Zii zelve was veel te bang
iemand te beleedigen of te kwetsen dan dat
ze zoo iets in anderen zou aanmoedigen.
Annette ging dus en Marion bleef in 't
Hofje achter. Het was er heel stil; eeuige
bewoonsters had'den vacant ie en waren, voor
een week, bijl oude kennissen of medelijden-)
de familie gegaan. De anderen waren naar
de avondkerk. Juffrouw Naatje was vrij
wel dc eenigc, die an haar huisje was.
Ze waren juist teruggekomen van 't diner,
dat ze, evenals den eersten keer, bij Riche
•hadden gébruikt, maar al waren de spijzen
even uitgezocht en de wijn even geurig, zoo
was de stemming heel andere geweest
Tante Naatje had Marien plaat® doen
nemen in haar eigen makkelijken stoel en
had haar een kussen onder 't hoofd gescho
ven en haar zakdoek met eau-de-cologne
besprenkeld.
Maar 't was Marion te eng in 't kleine
kamertje, de lucht kwam er te spaarzaam
door de kleine vensters, ze dacht, dat ze
stikken zou... Dat haar eigen zenuwover
spanning er niet vreemd van was, bedacht
ze, op dat oogenlbli'k, niet.
„Zouden we niet buiten gaain zitten?"
vroeg ze eindelijk. „Of is het u te frisch V'
„Mij? Wel nee, ik rit 's zomers den hee-
lén avond buiten, wel tot half tien. Dan
ga ik naar binnen en steek soms niets eens
de lamp aan. Ik kan me wél in donker uit-
kleeden en je gaat zoo lekker frisch naar
bed, als je zoo uit de lucht komt."
En toen gingen ze, met haar beiden, op
de bank in den oudeiVetschen binnentuin
zittenvoor de, van wereldsche genoegens
gespeende, oude juffrouw, een Hof van
Eden, waaruit ze niet verdréven kon wor
den.
'Voor Marion, 't verwende luxe-kind, een
eigenaardig miniatuurtje, een flauwe af
spiegeling van een echten tuin met wijdge-
takte boomen en ruim uitzicht.
„Is 't hier nu niet Verrukkelijkvroeg
tante Naatje stralend.
Marion keek haar vriendelijk aan,BSj
n ja."
„Och! kind bij mij. Maar 't is hier lief,
niet waar? En in mijn huisje ook. Dat
vond Jan toch ook, toen liij d'ien winter in
Amsterdam woonde. Wat kwam hij toch
dikwijls bij me en altijd sprak hij, over jou...
Mariou zuchtte.
„Wat is dat nu? Je bent toch wel ge
lukkig met hem?"
Wordt vervolgd.