7. 363.
6W Jnaryang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
'n Zeemansbruid.
Per 3 maanden voer Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Ceurant verschijnt dagelijks, behalve op Zen- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
morgéns de Ditgevera in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrsohtschestraat I. Intercomm. Telephoonntimmer 66.
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents bij voeruitbefcaKng.
Groote letters naar plaatsruimte.
Veer kandel en be&ijf bestaan zeer veordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, werdt op aanvraag
toegezonden.
A.an hendie met i Juli a. s.
op dit blad inteekenenworden
de nummers die gedurende de
maand Juni nog zullen ver
schijnen kosteloos toege
zonden.
Politiek Overzicht
Moeley Hafid te Fez.
Moeley Hafid houdt thans verblijf te Fez,
waar hij onder het gejuich der bevolking
zijn intocht heeft gehouden. Dit is eene ge
beurtenis van groote heteekenis :n de ge
schiedenis van Marokko. Een lid van het
door Moeley Hafid naar Parijs gezonden ge
zantschap heeft zich daarover aldus uitge
laten
„Wij zijn het allen eens in de verzeke
ring, dat de intocht van Moeley Hafid in
Fez in de heclendaagsche geschiedenis van
Marokko een feit van beslissend gewicht is.
Er kan nu eigenlijk geen aarzeling meer
zijn Moeley Hafid is de eigenlijke souverein
van ons landhij alleen kan aanspraak
maken op dezen titel. Reeds in Marakesoh
erkend, is hij nu als zoodanig ook in do
eerste van onze heilige steden begroet. Aan
Abdel Aziz blijft nu nog slechts over, zich
voor dit oordeel te buigen en zich aan zijn
broeder te onderwerpen. Men bedenke, dat
Abdel Aziz nog slechts, en met groote
moeite, in de havens alleen erkend wordt,
waar de Europee6che troepen zijn. Wanneer
deze troepen zich terug trekkeu, dan zou
Abdel Aziz geen enkelen aanhanger meer
hebben. Zijne familie zelfs verlaat hem.
Moeley Hafid is zoozoor de souverein van
Marokko, dat in het ganse he rijk, van de
kust der Middellandsche zee tot het verst
afgelegen Sahara-gebied, zijn naam nog
slechts in de gebeden wordt genoemd".
Ook in een brief, dien het Journal des
Débats uit. Tanger heeft ontvangen, wordt
erkend, dat het gezag van Abdel Aziz den
zwaarsten slag, die denkbaar is, beeft ont
vangen. In een georganiseerd land, eene
werkelijke natie zooals wij in Europa ken
nen, zou geen herstel daarvan mogelijk zijn.
Maar in Marokko, te midden van een amal
gama van in regeeringlooslieid levende stam
men, gaat het anders toe. Slechts een derde
van het land, het blad-el-makzen, heeft
ziöh bemoeid met den strijd tusschen de beide
broeders. De rest van Marokko, het berg
land, heeft zijn onafhankelijk en wild be
staan voortgezet, en wannéér een harka van
Tafilelt is gegaan naar zuidelijk Oran, in
naam van het Hafidisme, dan was dat vooral
om handelsrancunes en plaatselijk fana
tisme te bevredigen. De stammen van het
blad-el-makzen waren opgetogen over de
gelegenheid, die hun geboden werd om hunne
onafhankelijkheid en hunne vrijheid ken
baar te maken. Maar bij zijne komst te
Mekinez heeft de pretendent te verstaan ge
geven, dat het tijdperk vau wapengekletter
en heiligen oorlog geëindigd was en hij een
sultan wenschte te worden zooals zijne vade
ren, en dat hij bewijzen van een kalm en
gematigd gezag moest geven om te worden
erkend door de mogendheden. Aan dat ge
zag ontbreken echter zoowel de hulpmidde
len, waarover het maghzen van Aziz nog be
schikt, d. w. z. de invoerrechten, als de bij
dragen die de stammen reeds weigeren te
betalen, nu het niet meer te doen is om het
leveren van veldslagen en het plunderen
der buren. Voorts beweert deze Sclir., dat
Moeley Hafid zijne zaak bedreigd ziet door
de ontevredenheid tegen hem, die reeds ont
staan moet zijn te Fez en te Mekinez onder
zijne vroegere bewonderaars
Met deze laatste bewering zijn in strijd'
de berichten uit Fez, die gewagen van de
geestdrift, die onder de bevolking heerscht
over den intocht van Moeley Hafid. Is er
meer grond voor zijne andere beschouwin
gen? Een schrijver van gezag, Eugène
Aubin, ambtenaar aan het Fransche depar
tement van buiten land sc he zaken, deelt in
zijn werk over hot hedendaagsohe Marokko
over den aard der soevereiniteit va,n den
Marokkaanschen sultan mede, dat zij hoofd
zakelijk berust op haar sjerifisch karakter,
d.i. op hot feit, dat de afstamming van do
regeerende dynastie teruggaat tot Fatirna,
de dochter van den profeet.. Hierdoor is de
sultan de erfgenaam van eene Raraka, d.i.
van de ga.ve om voor zijne onderdanen den
zegen van Allah te verwerven. Deze erfe
lijke en ondeelbare Baraka maakt den Sul
tan tot den gezalfde des hemels, en zij is
voor het volk de eigenlijke inhoud van do
souvereiuiteit, die het aan de tegenwoordige
dynastie toekent. Het bewijs, dat hij deze
Baraka bezit en haar erfelijk bezit niet
door onwaardigheid verloren heeft, moet
de sultan echter door de daad leveren. Het
eenige gevaar, dat den gekroonden sjerif
kan bedreigen, is zoo schrijft Aubin
dat tegenover hem een andere persoon op
staat, die met eene Baraka van krachtiger
werking is uitgerust en door zijn succes
toont, dat de straf des hemels op den schul
digen suitan is neergedaald en dat hij zijne
Baraka verloren heeft. Het schuldig had
den de ulema's van Marakesch, en op hun
voetspoor die van Fez, reeds in Januari over
Abdel Aziz uitgesproken. Zijne schuld zal
nog stijgen, naarmate hij zich meer aau
het land vertoont als beschermeling van de
Fransehen, als de man die tegien zijn volk
hij de ongeloovigen hulp zoekt. Moeley Ha
fid echter heeft met zijn tocht naar Meki-
nes en thans naar Fez voor het volk het
succes aan zijne zijdie. Hij is voor het volk
nu de ,,9jerif el Baraka' der dynastie en
als zoodanig niet alleen de politieke maar
bovendien de door AH ah en den profeet
rechtmatige sultan van Marokko.
Er vaat dus niet aan te twijfelen of de
zon van Abdel Aziz is nu ondergegaande
revolutie ten gunste van Moeley Hafid is
voor de geloovigen van Marokko niet al
leen politiek, maar ook, wat voor hen nog
zwaarder weegt, uit godsdienstig oogpunt
©en voldongen feit.
Duitschland.
He bericht van de Dortmunder Ztg. over
door den Keizer gesproken woorden toen
hij in het kamp te Döberitz met zijne offi
cieren dejeuneerde, wordt door het Berliner
Tageblatt bevestigd.
Het Fransche agentschap Havas verklaart,
op girond van inlichtingen uit Duitsch© re-
oeeringskringendat men daar niet in staat
is te zeggen of de aan den Keizer toegeschre
ven verklaring juist is of niet. Men doet
echter opmerkeudat als de toespraak ge
houden is, dat niet in de vorige week ge
schied is, maar een dag of veertien geleden,
dus vóór de samenkomst te Beval.
Een paar weken geleden, na de troepen-
manoeuvres in het kamp te Döberitz, sal de
Keizer zeker, zooals zijne gewoonte is, eene
kritiek geleverd hebben op de oefeningen.
Hij kar daar eenige opmerkingen hebben
bijgevoegd over den toestand van het leger.
Misschien heeft hij ook de vraag aangeroerd
of het Duiteche leger gereed was of niet..
Dergelijke beschouwingen worden dikwijls
gehouden dbor alle legeraanvoerders, wan
neer zij zich op het raanoouvre-veld en te
midden van militairen bevinden. Men heeft
er ten slotte nog bijgevoegd: „Wanneer de
aan den Keizer toegeschreven woorden wer
kelijk zijn gesproken, dan zullen zij gebleven
zijn binnen zuiver militaire grenzen, en in
ieder geval zijn het geene politieke verkla
ringen."
Overigens schijnen de vreemde militaire
attaclhés niet bij deze oefeningen tegenwoor
dig te zijn geweest; zij waren ook nieb ge-
noodigd tot de laatst gehouden manoeuvres.
Wat de Dortmunder Zeit-urg daarover heeft
medegedeeld, was onjuist.
Berlijn, 16 Juni. Van de verkiezin
gen wa6 om 9 uur hedenavond de uitslag be
kend in 250 districten. Gekozen zijn 413
afgevaardigden. Gerangschikt volgens de
partijen zijn gekozen143 conservatieven,
56 vriji-conservatieven, 62 nationaal-libera
len, 20 leden van de vrijzinnige volkspartij,
7 van de vrijzinnige veneeniging, 102 cen
trum leden, 15 Polen, 3 sociaal-democraten
(Lindien, Berlijn V en Berlijn VII), 2 Denen
en 3 tot geen partij behoorenden.
Tweede telegram. De einduitkomst
is, dat gekozen zijn 152 conservatieven, 59
vrij-conservatieven, 64 nationaai-li'beralen, 28
leden van de vrijzinnige volkspartij, 8 van
de vrijzinnige vereenigmg, 15 Polen, 6 so-
ciaal-demokraten, 2 Denen, 3 tot geen partij
beboerende leden, in 't geheel 442 afgevaar
digden. In Berlijn XII (Moabit) moet her
stemming plaats hebben.
De Duitsdhe vlootvereeniging heeft eer
gisteren hare algemeen© vergadering te
Dantzig gehouden, waarin de crisis schijnt
te zijn bezworen, die de vereeniging be
dreigde. Sedert de vergadering te Kassei
had de vereeniging een voorloopig bestuur,
omdat vorst Salm-Horstmar en generaal
Keim hun ontslag hadden genomen, de laat
ste als voorzitter van het dagelijksch be
stuur. De vereeniging moet naar hare sta
tuten eene niet-politieke vereeniging zijn en
zich niet bezig houden met politieke vloofr-
propaganda. Onder het bestuur van gene
raal Keim had zij echter politieke doelein
den nagestreefd en was tot een bron van
twist en onrust geworden. Prins Rupprecbt
van Beieren toonde zijne ontstemming hier
over door het protectoraat over de Beiersche
afdeelingen neer te leggen. Daarmee brak
de strijd uit. De ij vera ars, die l'nm aan
hangen, verlangden, dat de vereeniging zou
wonden verklaard tot eene nationaal-poli-
tieke vereeniging, en kwamen met het oog
daarop voor statuten-wijziging op. Daarte
genover werd er tegen gewaarschuwd om de
vlootvereeniging, die een ruim en dankbaar
arbeidsveld heeft te bewerken buiten de
politiek, tot een verwekker van onrust onder
het volk te maken.
In de vergadering te Dantzig heeft de ge
matigde richting de overhand behouden.
Het voorstel tot statutenwijziging werd ver
worpen en met groote meerderheid werd eene
motie aangenomen, verklarende dat de
Duitsche vereeniging eene vaderlandsche ver
eeniging is, die boven de verschillen der
partijen en gezindten staat en dus geen par
tijpolitiek voert.
Bij .de verkiezingen voor het nieuwe be
stuur werd tot voorzitter herkozen vorst
Salm-Horstmar. Deze had echter, evenals
alle leden van het vorige bestuur, vooraf
verklaard eene benoeming niet te kunnen
aannemen; voor het geval dat hij bij zijn
besluit mocht volharden, werd tot zijne
vervanging gekozen groot-admiraal von
Koster. In het nieuwe bestuur zijn ook
eenige Zuid-Duitsche leden gekozen en als
bewijs, dat de vrede gesloten is, werd be
paald, dat de volgende algemeen© vergade
ring te Neurenberg zal worden gehouden.
De Duitsche vlootvereeniging is in April
1898 opgericht met vorst Wilhelm van Wied
als voorzitter. Tot beschermheer werd prins
Heinrich van Pruisen gekozen, die dit nog
is. In het laatst van 1903 telde de vereeni
ging 630,000 leden; thans bedraagt dat ge
tal ruim een millioen.
B e r 1 ij n, 16 Juni. Volgens een mede-
deeling in de bladen is de behandeling door
de rechtbank van gezworenen van het proces
tegen vorst Eulenburg, beklaagd van mein
eed eü aansporing tot meineed, bepaald op
29 Juni.
Bftlftlft.
Brussel, 16 Juni. De Kamer behan
delde heden de interpellatie over de ramp
bij Oontich. De minister van spoorwegen
deed uitkomen, dat het ongeluk te wij
ten was aan een arbeider, die verzuimd had
het waarschuwingssignaal te openen en den
wissel niet- had omgezet. De machinist van
den express-trein had vorgeefeche pogingen
gedaan om te remmen. Deze ramp is de
grootste, die ooit op spoorweggebied in Bel
gië is voorgekomen, want tot dusver was nog
nooit het cijfer van 40 dooden en 24 gewon
den bereikt. De minister voegde hieraan
toe, dat de administratieve en gerechtel ke
instructie nog niet beëindigd is. Aan de
slachtoffers zullen schadeloosstellingen wor
den toegekend en de schuldigen zullen ge
straft worden. Er zijn maatregelen genomen
om in het vervolg dergelijke rampen te voor
komen.
Maandag voortzetting.
Frankrijk.
P a r ijs, 1 6 J u n i. In den* Senaat werd
de behandeling van ie naasting van den
Westerspoorweg voortgezet. De minister
Bartkou leest een brief voor van de Or-
leaus-maatschappij, waarin wordt aangebo
den de onderhandelingen te hervatten over
de verbetering van het 8taatsspoorwegnet
Het antwoord daarop was geweest, dat
eene hervatting van de onderhandelingen
onmogelijk was.
De voortzetting van het debat over deae
zaak is verdaagd tot Donderdag.
Parijs, 16 Juni. De Kamer behan
delde heden de artikelen 32 tot- 41 van het
wetsontwerp op de inkomstenbelasting, die
handelen over de inkomsten uit nijverheid
en handel. Leroy-Beaulien verzocht, dat art.
32 zou worden aangehouden tot art. 96,
waardoor de reeds goedgekeurde artikelen
naar den Senaat kunnen worden verzonden
en de toegezegde ontheffing van den land
bouw kan worden verwezenlijkt. Na bestrij
ding door den rapporteur Renoult werd het
amendement Leroy-Beaulieu ver ,rorpen met
447 tegen 4 stemmen. De amendementen
Beuaret en Dior, strekkende om de artt.
32 tot 41 naar de commissie terug te zen
den, werden verworpen met 296 tegen 225
stemmen.
Parijs, 16 Juni. De minister vam
buitenlandsche zaken heeft in ©ene rede op
een gastmaal van de demokratische republi-
keinsche vereeniging gezegd, dat Frank
rijk een groot bondgenootschap heeft ge
sloten, dat versterkt is door nauwe en hech
te vriendschapsbanden. Het nieuwe gezag,
dat het daardoor ontvangen heeft, is door
Frankrijk slechts gebruikt ten behoeve van
den vrede er» de verzoening. Volstrekt geen
oorlogsgedachte is in deze toenaderingen ge
mengd. Wij hebben over en weer daarbij)
geen andere gedachte gehad, dan mode te
werken tot het behoud van den vrede. Wijl
hebben slechts gehandeld met het oog op
de nationale eendracht. Wanneer onze wa
penen in Marokko gebruikt zijn, dan is dat
omdat wij er onze hoogste belangen hebben
moeten beveiligen, onze internationale ver
plichtingen ©n de veiligheid van onze Afri-
kaansche bezittingen. Geen eukel gevaar
voor den wereldvrede kan uit onze voorloo-
pige bemoeiingen voortvloeien, die steunen
op onbetwistbare tiitels en die wij zullen be
perken tot de uitoefening van ons recht.
Engeland.
Londen, 16 Juni. De afgevaardigde
Trevelyan stelde de vraag of er maatregelen
genomen worden voor een spoedig 'bezoek
van den Cbaar aan Groot-Brittannië en of
aan het Huis gelegenheid zal worden gege
ven zijne meening omtrent de staatkundige
beteokenis van een dergelijk bezoek uit te
spreken, voordat er beslissende stappen wor
den gedaan.
Sir Edward Guey antwoordde, dat er nog
geen maatregelen zijn genomen naar aan
leiding van een 'bezoek van den Ozaar in de
naaste toekomst en dat er dus geen reden
is tot beantwoording van het tweede gedeel
te van de gestelde vraag.
Besloten werd tot de tweede lezing over te
gaan van het wetsontwerp 'betreffende de
leeftijdspensioenen, dat in de begrootingsre-
de van Asquith van 5 Mei werd aangekon
digd. Een amendement, dat zich uitspreekt
ten gunsrte van verplichte bijdragen voor het
pensioen, werd verworpen met 417 tegen 29
stemmen.
Oostenrijk.
Over de uitkomst van de conferentie der
rectoren van de universiteiten wordt be
richt, dat twee partijen tegenover elkaar
schijnen te staan Terwijl de eene den stu
denten welgezind is, wil de andere de be
straffing van de studentende eene wil
vervroegde sluiting van het zomerhalfjaar,
dat den studenten zal worden toegerekend,
de andere wil vervroegde sluiting zonder
dat halfjaar den studenten toe te rekenen.
Alle hoogescholen bleven ook na afloop van
de verlengde Pinkstervacantie gesloten.
Eene kennisgeving, die de rectoren ge
zamenlijk aan de studenten hebben uitge
vaardigi, houdt in, dat met- het oog op de
houding van den minister van onderwijs
voor de studenten iedere grondslag ont
breekt om hunne toevlucht te nemen tot
het volstrekt ontoelaatbare middel van de
staking. De studenten worden aangemaand
van de staking af te zienanders zullen
de rectoren niet in staat zijn te verhinde
ren, dat hun ernstig nadeel wordt berok
kend en dat zij eventueel het geheele half
jaar verliezen.
De rector van de universiteit te Weenen
heeft aan deze kennisgeving nog toegevoegd,
dat hij piet zou aansporen om weer aan
55 DOOR
THERESE HOVEN.
Eén seconde kwam 't weer over Marion,
dat groote verlangen om eens vrij uit te
spreken, maar ei* lag zooveel verholen angst
in de stem van 't- goede oudje, dat ze 't
nieit van eiich verkrijgen kon, lliaar pijn te
doen.
Ze vermande zich dus en antwoordde:
„O! ja, zeker. U weet toch hoe braaf en
goed en eerlijk hij is."
„Dat geloof ik. Je had't moeten zien,
hoe hiji 's avonds bij, me kwam, zoo heel ge
woontjes maar. En hij was toch zee-offi
cier... en dat in zijn hart. Als hij eens een
oogeniblifcje stil -was, zooals dat dan al eens
gebeurt, dan verzon ik maar weer wat van
de Marine en dan zat Jan weer op zijn
praatstoel. En van klein kind af, -vree-,
ger logeerde ik wel eens in den Haag, zie-
je on zoolang ik me Jan herinneren kan,
herinnier ik me de verhalen, die hij deed,
altijd over de zee.
„Ik denk zoo wel eens, hoe -is 't moge
lijk, dat hij aarden kaai aan den wal, maar
hij heeft een mooi nestje en een mooi
gaaike er in, dat- scheelt."
Marion antwoordde niet. Ze liet tante
Naatje kalm doorpraten eu luisterde... tot
ze langzamerhand een andere stem ver
nam... een stem, die haar verkondigde...
dat alles haar schuld was.
Dat zij te veel ingegrepen had in 't leven
van haar man, dat ze daarom aansprakelijk
was (gewo-rden voor beider geluk en dat die
verantwoordelijkheid te zwaar was.
Wat ze niet had willen inzien, weid haar
nu zonneklaar door tante Naatje's uitwei
den over Jan's voorliefde voor zijn beroep...
Ze had er hem niet aan moeten onttrek
ken, ze had hem zijn carrière moeben la
ten volgen, ze had den moed moeben heb
ben om een zeemansbruid te worden... dat
begreep ze nu en nu was het- te laat.
HOOFDSTUK XI.
V e r k 1 arin g.
Het groote boevenstuk op politiek gebied
was volbracht. De Tory's «hadden, bij de
najaars-venziezangen, een parade-paard noo-j
dig om liun kiezers te verlekkeren en hun
leiders hadden er niemand -beters voor
kunnen vinden dan Lord Roberts, den held
van Zuid-Afrika, den steden winner, die er,
in een korte spanne tijd, drie had laten
ontzetten, Kimberley, Maf ©king en Lady-
smith, en er zelf drie andere had genomen
Bloemfontein, Pretoria en Joliannesburg.
Hij moest terugkomen, hem moesten de
conservatieven vertoonenzulk een hooge
troefkaart konden de liberalen toch maar
niet uitspelen, 't Lastigste van 't geval was,
dat 'hij nog eonigiszins gebonden was in
Zuidi-Afrika. Die onuitstaanbare, slëókt op
gevoede Boeren hadden, bij al hun verve
lende gewoonten, ook nog tlio aangenomen
van treinen te laten ontsporen en in de
lucht te laten vliegen. Om nu de spoorlij
nen, waar ze de Hollandsche beambten zoo
handig uitgeknikkerd hadden, voldoende te
laten bewaken, ha Men ze mennekes noodig,
altijd meer. Er was nooit zooveel navraag
naar gen temen in khaki geweest. Puiksol-
daten waren 't, voorvechters allemaal, een
enkelen keer schoten ze eens uit den brand
en mishandelden ze onnoodig eenige vroui
wen en kinderen of verbranden ze een paar
hoeven -meer dan er op 't lijstje stonden,
nu ja, dat gebeurde bij' andere legers ook
en nog veel erger. Om die enkele uitzon
deringen mocht men de overigen niet ver-
oördeelen, het was en bleef een uitgezochte
heldenschaar. Daar viel niets op af te
dingen, maar verbazend duur... daar viel
evenmin iets op af te dingen.
-De natie zou zich nieuwe offers moeten
getroosten. Chamberlain en Co. moesten
nieuwe wissels trekken en, om nu de ge
zichten van de sdhatting-betalenden te zien
op v rooi ijken, moesten ze hun heel iets op
wekkends laten zien.
Kriiger zelf, the old rogue, zou natuur
lijk de aangewezen persoon zijn geweest.
Als die 9 November in den grooten optocht,,
ter eere van den Burgemeester van Londen
van den Lord Mayor, had kunnen fungee-
ren, dan zou, het Jingo-Imperalisme over
alles gezegevierd hebben.
Maar die show-bird was hun ontsnapt y
jammer genoeg.
Holland's Koningin, was haar oudere zus
ter op Engeland's troon en haar irawanteni
te slim afgeweest en had zich van den ouden
Staats-Preeddent meester gemaakt, niet om
hem, als carricatuur rond te leiden, doch
om hem, op een waardige manier, iu vei
lige haven, te voeren.
Koningin Wil'helmina ihad den ouden
roem der Nederlanders gehandhaafd, ze
had den erfvijand door haar vloot, afbreuk
gedaan, maar niet door hun schepen weg
te kapen of stuk te schieten en ook niet
door hun rivieren op te zeilen, maar door
hun kalm hun buit 'te ontvoeren
Het aanbieden van de: „Gelderland''
was een Koninklijk, idee geweest, een
triomf, in 9tilte 'beraamd eu kalm vol
bracht, een inval, der kleindochter van een
Willem den Zwijger, waardig.
Maar voor de Engelscken was het een
streep door hun rekening, een nadeelig sal
do in hun grootboek en geen kleine tegen
valler.
Maar, men kan wel dansen, al is 't niet
met de bruid. Paul Kriiger, als reclame-
nummer, op het verkiezings- prog raiuma zou
prima-prima zijn geweest, te mooi haast-,
too beautiful to be true!
Nu werd er enkel gemeeemuild. De Brit
ten zijn niet onbeleefd tegenover een dame,
ze zijn immers gentlemen, in khaiki of in
sportcostuum of in wat ook, ze blijven
gentlemen tegenover vrouwen.
En in Zuid-Afrika, dan?
Nu ja... dat was... een vergissing, die
maar dood gezwegen moest worden. Het
was al heel onkieseh van andere vo'lken en
van een zeker gedeelte der -pers om daar
zoo op te blijven insiSteeren. Het was een
gebrek aan manieren, dat heel onaange-'
naam was.
Enfin ze hadden een- extra krulletje
bij 't verkiezings-nienu noodig, een des
sert je om de meer zakelijke, slecht toebe
reide, onverteerbare schotels er in te laten
gaan en bij Jingodaar kon Lord Roberts,
old Robs, wel voor dienen. Maar Zuid-
Afrika dan en de oorlog?
Wat Zuid-Afrika, daar kon Kitchener,
de groote Sirdar, wel verder voor zorgen,
en de oorlog?
Die moest dan maar uit zijn!
John Buil riep er, in zijn verbeelding,
den tradïtioneelen sprookjes-olifant maar
bij. die met -zijn tooversnuit 't hecle spul
letje uitmaakte!
De oorlog was uitMaar 't leger 'bleef er
en de officieren en minderen werden weg
gemaaid a-ls voorheen. De kogels der Boe
ren, nu voor 't meerendeel genomen van- de
Engelsohen, de dum-dums, de lyddiet-bom-
men, ze bleven hun werk doen.
De proviand, meegenomen voor de aar
digheid, op dé militaire wandeling naar
Pretoria, bewees nu van welke qualiteit dio
was en toonde aan de geheele wereld, aan
het beschaafde Europa, aan het vooruit
strevende Amerika, aan de Chineezen en
Japanners, zelfs aan de wilde volken op
welke manier de groote Britten-natie oor
log had willen voeren.
De moorddadige projectielen werden,
door den vijand, voor wien ze bestemd wa
ren geweest, op Engeland's zonen afge
vuurd en ze sneuvelden in den oorlog, die
uit was.
Eu de typhus, de darm-koorts, de pest
zelfs, werkten mee om het verdelgingswerk
te voltooien, door qp Engeland bogonuen,
en zoo wanhopend op Engeland gewroken
Wordt vervolgd.