BINNENLAND. militair sneuvelde en zes inlandsche mili- ietarn gewond werden. Van de aanvallers werden veertien gedood en vijf gewond. 'Men meldt uit 's Gravenhage Een later bericht betreffende ongeregeld heden op Sumatra's Westkust meldt nog De pangkoeloe kapala van Boengatandjong is vermoord. In den nacht van 16 op 17 dezer is getracht het bivak te Pital in Laras Boengatandjoeng te verrassen. De bevolking van Belogo aan het. meer van Bingkarah is in onrust. Bij een gevecht te Roembai ziju onzerzijds twee iminderen licht gewond en bekwam de bevolking vijftien dooden. De bevolking van Pengjalajan in Laras 6 Kota is vijlandig. De moskeeën worden druk be zocht en de beweging breidt zich snel uit De controleur van Singkarah meldt onge regeldheden te Paddingahan. De N. Ct. schrijft: De ongeregeldheden in de Padangsche Bo venlanden beginnen, gelijk uit bet tweede regeerings telegram valt op te maken, inder daad een «enigszins ernstigen keer te nemen. Op ettelijke plaatsen is reeds gevochten en de oproerig© bevolking geeft herhaaldelijk van een vijandig initiatief blijk, waartoe men haar niet in staat zou hebben geacht. In het eersfe reeds door ons besproken be richt, wordt melding gemaakt van met doods verachting uitgevoerde klewan gaan vallen op troepen a fdeelingen, die met een opdracht waren uitgezondenin het onderwerpelijko vindt men een poging vermeld om een bivak der troepen te verrassen. Overal in den om trek van het moer van Singkarah is de be volking in onrust. Een penghoelo© kapala, blijkbaar een aan bet gouvernement verknocht hoofd, is ver moord. Het eigenaardige en tevens verontrusten de van die beweging is, dat zij zulk een be slist godsdienstig karakter draagt; de lie den, die de troepen aanvielen, liadiden zich, als tot den dood gewijd, in witte kleederen gestokende moskeeën, zoo lezen wij elders, worden druk bezocht. Aanleiding om van de belastiug-quaestie een godsdienstzaak te maken, bestond er al heel weiniger is dus alle reden om aan te nemen, dat er lieden op het pad zijn om den eenvoudigen lieden diets te maken, dat het belasting eiscben door kafirs (ongeloovigen) van moslims door deze als iets onduldbaars moet worden be schouwd. Moeilijk zal het vallen zulke politieke of godsdienstige geestdrijvers op te sporent ter wijl de gevechtswaarde van den anders vrees achtige!! inlander door den godsdienstroes, waarin hij komt te verkeeren, wordt ver tienvoudigd, hij ©en gevaarlijke, indien al niet onweerstaanbare tegenstander wordt. Aangeteekend zij hier nog, dat een peng- hoeloe kapala geen eigenlijk volkshoofd is, maar een na raadpleging der bevolking door het gouvernement benoemd en bezoldigd hoofd. Evenals de toeankoe laras laras- hoofden) zijn zij tusscbenpersonen tusschen het Europeesohe bestuur en de inlandlsche adat-hoofden. Kameroverzicht. Eerste Kamer. Bij de behandeling van een naturalisatie- ontwerp zette Donderdag de Minister van Justitie uiteen, dat opheffing van de bepa ling dat men de nationaliteit door verblijf in 't buitenland kan verliezen, bot schro melijke onzekerheid zou leiden. De heer Rahusen wensche daarentegen, dat* men in den vreemde Nederlander zal blijven, totdat men een daad doet die daar mede niet in overeenstemming is. De minister van justitie zeide overwe ging daarvan toe, doch achtte het tegen woordige stelsel beter. Bij de beraadslaging over 't> aanvullings wetje van 't arbeidscontract kwam de heer 't Hooft er tegen op, dat de Minister van justitie in strijd met zijn overtuiging de rechtspraak van kantonrechter in de wet op het arbeidscontract handhaaft, ondanks de principieel© best-rij ding;, die deze recht spraak in de Eerste Kamer heefb onder- Vonden. De heer Sickenga betoogde daarentegen dat men hier te doen heeft met een hoogst eenvoudig wietje. De heer Van der Biesen zette uiteen, dat do kantonrechter zeer wel in moeilijke zaken kan rechtsproken en dat d© lieer 't Hboft de zaak te veel had opgeblazen. De heer Van der Biesen kwam op tegen de insinuatie van d'en heer 't Hooft, dat de Minister zijne overtuiging oplofferde aia(m politieke overwegingen. De minister van justitie betoogde, dat hij verplicht was de voorwaarden vervuld te krijgen, waarvan de inwerkingtreding van de wet op 't arbeidscontract, die in het Staatsblad is geplaatst, afhankelijk was ge steld, maar zoodra inderdaad blijkt, dat tengevolge van de wet op 't arbeidscontract zeer gewichtige .processen komen voor den kantonrechter, waarvoor deze niet geschikt is, zal de regeering met eene wetswijziging komen. Op een opmerking van den heer 't Hooft omtrent het onpractisohe der ge publiceerde maatregelen van bestuur in zake de wet op 't arbeidscontract zeide de Min. herziening daarvan toe. Hiet ontwerp werd daarop zonder stemming goedgekeurd. (Daarna werd behandefld het wetsontwerp tot opleiding van inlandsche rechtskundi- gen. De heeren van Welderen Rengers en van der Does de Willlebois wezen- op ernstige bedenkingen üegen dit wetsontwerp. De minister van koloniën beriep zich op het gezaghebbend© oordeel] van dr. Snouck Hurgronje, ten, betoog© dat de karakter eigenschappen de inlanders niet ongeschikt! maken voor rechter. Ervaring in Britsch- Indië bewijst, de goede werking van het In stituut der inlandsche rechters. Heb wets- onwerp werd zonder stemming goedgekeurd. Bij de boliandeling der wetsontwerpen tot wijziging van reglementen op 't beleid der R^eering ontwikkelde de heer Staal be zwaren tegen de inschakeling van 'i Mili taire Hooggerechtshof in Utrecht, in de militaire rechtspraak voor Wesb-Indië. De Minister van koloniën achtte dit noo- dig in verband met de bijzondere toestan den in West-Indië. Daarna zeide de min. van Koloniën aan den heer Hovy toe over- legging van ©en rapport va,n den officier van justitie te Makassar mr. Stok omtrent de toestanden te Timor Koepang, waarna de vergadering tof. nader werd verdaagd. Kamer. Aan do orde was Donderdag bet wetsont werp tot wijziging der regeling van de brie- vemposterijHeb ontwerp beoogt portver- lagiiig voor brieven, drukwerken en nieuws bladen. Onder nieuwsbladen verstaat het "ontwerp gedrukte stukken, minstens een maal per maand verschijln.cn de als couran ten of tijdschrift. Voorgesteld wordt voor bestelling in een bepaalden kring een port van 3 cent voor brieven van 20 gram en van brievenport van 5 ct. voor brieven van 20 graan en 1^ cent voor briefkaarten, voor gedrukte stukken wordt het port bepaald, voor een gewicht van 500 gram op 1 cent per 50 gram of gedeelte daarvan en voor nieuwsbladen met of zonder bijvoegsels per nummer voor een gewicht van niett meer dan 55 gram op cent en boven 55150 gram op 1 cent. De heeren van Nispen (Rheden) en Hels- dingon verdedigden hun amendementen, beoogende vrijgeviger opvattingen omtrenb het begrip bijvoegsel van nieuwsbladen.. De minister bestreed die amendementen en beloofde aan den heer Aalberse be zul len bevorderen portvrijdom voor heb ana- lystische Kamerverslag, zoowel' bijj recht- sbreeksche verzending aan geabonneerden als bij verzending door couranten. Verworpen werd het amendement van den heer Helsdingen, en aangenomen werd het amendement van den heer van Nispen bepalende dait onder een bijvoegsel wiordt verstaan het vervolg van een nieuwsblad, n.l. dat gedeelte waarvoor het hoofdlblad .geen genoegzame ruimte aanbiedt, doch dat overigens, hoewel op e©n afzonderlijk vel gedrukt, in strekking met dat blad over eenkomt of dit op ©enigerlei gebied aan vult, daarvan kennelijk een wezenlijk deel uitmaakt en niet afzonderlijk verkrijjgibaar wordt gesteld of voor afzonderlijk© ver- Spreiding bestemd is. De heer van Nispen verdedigde vervol gens een amendement strekkende ot. port voor nieuwsbladen vast te stéllen voor een gewicht van 60 grain in plaats van 55 gram zooals het ontwerp voorstelt. De heer Smeenge ondersteunde dib amen dement in 't blang van de kleine pers. De heer Aalberse verdedigde het regee- rings-voorstel, ook de Minister bestreed des heeren van Nispens amendement, dat daarop werd verworpen met 34 tegen 33 stemmen. Het ont-werp is aangenomen. De conclusie der commissie omtrent de inlichtingen op 't adres van de erven Kay- ser, concessionnarisson voor den aanleg en de exploitatie van een telefoonnet te Nij megen, houdende verzoek tot het verkrij gen eener nieuwe concessie, gaf aanleiding tot eeniig© dicussiën. De conclusie strekte tot uitnoodiging! aan den Miniser om bij eindiging der concessie de werken door den staat te naasten als ware een nieuwe concessie verleend. Minister Bevers .achtte dit- Voor den staat een te gjroot offer en oordeelde vergoe ding van ©enig oud materieel voldoend1©. Deze meening werd bestreden door den heer van Nispen op rechtsgronden, door den heer van Ciltters om billijkheidsrede nen. Ten slotte werd de condlusie der com missie aangenomen. Voorts is aangenomen de conclusie dter commissie op 't adres van den gemeente raad van Meppel, verzoekende schadeloos stelling wegens beëindiging van huur van 't post- en telegraafkantoor aldaar. Deze conclusie strekte om den Minister in over weging te geven aan Meppel een tegemoet koming van f 3700 te verleenen. Daarna is aangevangen de behandeling der wijziging van de motor- en rijwiélwet. Aan den heer van Karnebeek beloofde Minister Bevel's ernstige overweging van eene regeling, om ook buiten do° bebouw de kom der gemeente ©en snelheidsbeper king mogelijk te maken. De lieer Ter Laan 'bepleit-te opneming van een algemeen snelheid8max im um in de wet. De heer örucker bestreed idit, aange zien Van een dergelijke bepaling geen prac- tisch nut is te verwachten. Minister Bevers oordeel de eveneens dat in eene 'handhaving van rt. 15 der Mo tor wet voldoende waarborg gelegen is. Aan den heer De Geer deelde de minister mede, dat in onderzoek is het vraagstuk om aan de gemeenten de bevoegdheid' te verleenen tot bepaling Van maximum-ge wicht voor motorwagens voor het berijden van de kom der gemeente. Do 'beraadslaging wordt verdaagd tot Dinsdag 11 uur. Heden afdeelingsonderzoek Militiewet. Om 3 uur wordt een openbare vergade ring gehouden voor een regeling van werk zaamheden. Berichten. De Staatscourant van Vrijdag 19 Juni bevat o. ra. de volgende Kon. "besluiten benoemd tot vice-consul der Nederlanden te Savannah W. van der Schoor de Boer; op verzoek eervol ontslagenals adjunct- commies aan het departement van financiën H. 0. M. Oldenkott Gueding; als technicus aan het Rijkskrankzinnigengesticht te Me- demblik H. J. Balk; als directeur van het postkantoor te Schiedam J. P. Halberstadt, en als hoofdcommies der telegrafie J. A. Koud ijs. H. M. de Koningin heeft reeds gister ochtend ten 10 uur ten paleize ontvangen de commissie uit de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal, belast met de aanbieding der aanbevelingslijst ter benoeming van een lid der Rekenkamer. H. M. de Koningin heeft gisteren avond ten 6f uur uit banden van den heer Metaxas, sedert 1902 gezant van Grielken- land bij ons Hof, de brieven in ontvangst genomen, welke hem uit die betrekking te rugroepen. H. M. heeft den afgetreden gezant daar na als gast aan tafel gehouden, waarmede aanzaten mevr. Groenier van Zoel en, waarn. groot meester essegeneraal graaf Du Mon- ceau en baron Van Pallandt, opper-ceremo- niemeester. Wij vernemen dat H. M. den heer Metaxas, afgetreden gezant van Z. M. den Koning van Griekenland, benoèmd heeft tot grootkruis in de orde van Oranje- Nassau. H. M. vertrekt morgen in den laten namiddag naar Soestdijk en is voor nemens togen 29 Juni weer eenig© da-gen in de Residentie to koinen vertoeven. II. M. de Koningin wordt voor haar verblijf ten paleize Soestdijk Zaterdagmiddag to 3.38 spoortijd aan de halte Soestdijk ver wacht. Ten gevolg© van zijne benoeming tot hofmaarschalk van H. M. de Koningin zal mr. W. Graaf van Bylandt ontslag nemen uit de rijksbetrekking van referendaris aan Hr. Ms. kabinet. De hoogere bevelvoering van hetleger. De Min. van Oorlog heeft aan do Tweed© Kamer d'oen toekomen de ont werp instructiën voor de hoogere bevelvoe ring in tijd van vrede, onder mededeeling, dat de Raad van Defensie, door zijn tweede afdeeling, samengesteld uit de heeren A. Kool (voorzitter), II. F. W. Becking, H. F. D. Braams, J. M. Campbell, F. G. A. van Ermcl Scherer, S. I. van Nooten, F. N. Thiange, F. A. Thomese, mr. J. D. Veegens en den secretaris P. Huizer, hem nopens deze aangelegenheid het volgend advies heeft uitgebracht: ,,De afdeeling heeft gemeend zich bij de vervulling der haar door Uwe Excellentie opgedragen taak, op het standpunt te moe ten stellen, dat reeds door Hare Majesteit de Koningin goedgekeurde wijzigingen in de indeoling van heb leger en door do Sta- ten-Generaal gesanctioneerde veranderingen in de bevelvoering als vaststaand© moeten worden geëerbiedigd, en het er thans om te doen is om door de verdere regeling der hoogere bevelvoering een geheel te verkrijgen, waarbij de over gang van v redes- op oorlogsvoet vlug en zonder schokken kan plaats grij pen, waarbij de verschillende belangen in het leger behoorlijk behartigd kunnen wor den en waarbij de voorziening in de nooden en behoeften van het leger voor zoover deze van de regeling der bevelvoering afhanke lijk geacht kunnen worden zooveel doenlijk wordt gewaarborgd. „Het is altijd uiterst bezwaarlijk om met zekerheid te zeggen, dat bij belangrijke wijzigingen in de regeling van de bevelvoe ring van een leger het beste is verkregen, dat bereikbaar was, en dat bij de vaststel ling van de bevoegdheden en verplichtingen van de autoriteiten niet het een en ander zou bepaald zijn, waarvan de practijk en on dervinding wijziging noodig zou kunnen maken. Het geheel© samenstel van regeling en bepalingen, zooals dit in de ontwerp-in- structien is vastgesteld, is uit den aard der zaak ingewikkeld, zoodat het evenbedoelde zich wel zal doen verwachten, en men de instructiën dan ook niet als in alle détails vaststaande voor de toekomst zal mogen be schouwen. „Wanneer echter met dit voorbehoud de regeling der bevelvoering, zooals zij uit de ontwerp-iinstructiën voortspruit, getoetst wordt aan de eischen die er overeenkomstig het in de voorlaatste voorafgaande alinea gezegd, aan moeten worden gesteld, dan meent de afdeeling dat die regeling wel zal kunnen voldoen. „Met instemming heeft de afdeeling ken nis genomen van de meening van Uwe Excel lentie, dat- het ten nadeele zou komen van het leger wanneer men niet. inspecteurs voör de verschillende wapens behield. Zij is ook van meening, dat de handhaving van den thans nog bestaanden inspecteur der artil lerie (onder den titel van inspecteur-gene raal) voor den goeden gang van zaken bij het wapen noodig is. De ondervinding zal moeten leeren of de thans in zijn ontwerp- instructie vermeld© 'bevoegdheden en ver plichtingen zullen veroorloven dat dë recht matig© invloed van dien inspecteur-generaal tot zijn recht kan komen." W e 11 e 1 ij k e t ij dDezer dagen is op voorstel van den heer Drueker op de agenda van de Tweede Kamer geplaatst liet wetsontwerp inzake invoering van een wette- lijken tijd. D© Telegtfaiaf verneemt echter met zekerheid, dat van een openbare behan deling van dit ontwerp voorloopig niets zal komen, op verzoek van den minister van binnenlandsche zaken, mr. Heemskerk. Deze is namelijk, in afwijking van zijn voorgan ger, die Midden-Europeeschen tijd! wilde in voeren, tot de overtuiging gekomen, dat in voering van den Amsterdamseben tijd voor geheel Nederland liet meest aan te bevelen is, zoodat hij een dërgelijk Voorstel bij de Kamer zal inzenden. Tot geneesheer-directeur van het in den nazomer door de Yereeniging tot chris telijk hulpbetoon aan tuberculoselijders na bij Harderwijk te openen santorium voor longlijders, is benoemd de heer J. Hekman, med. doet., arts, thans assistent bij prof. Wenckebach in het Academisch Ziekenhuis te Grow in gen. Men meldt ons uit 's Gravenhage, d.d. 18 Juni Bij gelegenheid van de opening der ten toonstelling voor het Roode Kruis en Red dingswezen werd door den voorzitter van het oomité-genaraal, den heer R. W. P. Ruysch, een .rede gehouden, waarin hij dank bracht aan den steun voor deze expositie verleend en uitvoerig stilstond bij de ellen de, die de oorlog heeft gewrocht. Spreker herinnerde voorts dat op 19 Juli 1867 het Kon. besluit verscheen, waarbij Koning Willem Hl de Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en ge wonde krijgslieden in tijd van ooirlog, in het leven riep en het hoofd-comité werd be noemd. Spoedig daarop volgde de organisa tie der comité's, waarbij de voorzitter van het hoofdcomité als zijne meening uitsprak, dat het was aangewezen, liet eigenaardig instinct ofizer natie, om zich onbedwongen in eigen werkkring te kunnen bewegen te ontzien, inzonderheid waar het werk van liefdadigheid geldt. Een tentoonstelling in September 1869 te 's Gravenhage' gehouden, had veel succes. Het Roode Kruis verwierf toen de belang stelling van alle menschenvrienden en do Nederlandsche Vereeniging had er zich door gesteld aan het hodfd harer zuster-instellin- gen iu Europa. Ten slotte zei spreker Dames en heeren, het zal u daarom dui delijk zijn, waarom wij ter viering van ons jubile besloten het .goede voorbeeld vóór 40 jaren door het hoofdbestuur gegeven te vol gen en de tentoonstelling te organiseeren, dio straks zal worden geopend, in het goede vertrouwen, een vertrouwen', dat niet werd beschaamd hierin krachtig door het Hoofdbestuur te zullen worden gesteund. Dat wij aan onze Roode Kruistentoonstel- ling het Reddingswezen paarden, zal wel geen nadere verklaring behoeven. Nauw saamgeweven met het. Roode Kruis, één in streven en werken, de een in het gewoel van den strijd op het slagveld, de ander in het gewoel der golven, maar beide tot redding van hen, die iu nood en gevaar verkeeren, was dit. samengaan als aangewezen. Trou wens ook in onze bygiëne-tentoonstelling in 1890 te Amsterdam gehouden gingen beide hand aan hand. Dr. T e 1 j e r hield een rede. Hij gaf een overzicht van den arbeid der commissie voor deze expositie, om daarna te releveeren wat in de zalen te zien is. Wanneer, zeide spreker, de commissie straks het voorrecht zal hebben u op onze tentoonstelling rond te leiden, zal het u eeker goed doen in Groep A t© zien, hoe er door verschillenden onzer nog steeds wordt gearbeid aan bet vraagstuk der verpleging van den zieken en gewonden militair in tijd van oorlog, hoe men er nog steeds op uit is liet bestaande te verbeteren en hoe ook onze Nederlandsche fabrikanten en de vertegen woordigers van buitenlandsche firma's niet zijn achtergebleven; zij hebben kosten noch moeite gespaard om aan het welslagen van de tentoonstelling mede te werken. De commissie hoopt, dat datgene wat in deze groep is bijeengebracht, ten goede moge komen aan Roode Kruis-arbeid. Ook aan Groep B, „het Reddingswezen", heeft de commissie haar volle aandacht ge schonken, vooral aan de afd. Zeerampen. De laatste scheepsrampen op onze kust brachten dit vraagstuk herhaaldelijk op den voorgrond. Het verheugt de commissie zeer, dat zij in deze materie zooveel medewerking èn van de Regeering, èn van de verschillende Red dings- en Stoomvaartmaatschappijen heeft ondervonden, een medewerking, die onze verwachtingen verre heeft overtroffen, waar door u een indruk kunt krijgen, hoe er in ons vaderland naar gestreefd wordt, om uitgerust te zijn met de beste hulpmiddelen voor redding bij scheepsrampen. Dat er ook op dit gebied een ernstig stre ven bestaat naar „steeds beter", zal u blij'- ken uit de inzendingen van verschillende personen, die zich met dit vraagstuk bezig houden. Ook in de afd. „Brand- en Mijnwezen" zijn wij er in geslaagd zaken bijeen te bren gen, die u zeker belang zullen inboezemen. Wat betreft Groep C, Eerste Hulp bij Ongelukken", bestond er bij onze commissie neiging om deze als een afdeeling van het Reddingswezen'te beschouwen. Wij heb ben ten slotte gemeend hiervoor een afzon derlijke Groep te moeten bestemmen, ho pende daardoor bij het groote publiek voor deze zaak meer belangstelling op te wek ken want vast staat, dat bij een ongeval het al of niet gunstig verloop van de ver wonding, ja zelfs het leven van den onge lukkige afhangt van de al of niet doelma tige eerste hulp, die verleend wordt voor bet geval deskundige hulp afwezig is; maar tevens is het een feit, dat in ons land de categorie van personen, die in staat geacht kan worden bij ongevallen de Eerste Hulp te verleenen, nog veel te klein is. Eene gun stige uitzondering maakt hierop het verlee nen van Eerste Hulp bij Drenkelingen, dank zij de Mij. tot redding van Drenkelingen te Amsterdam. Verspreiding der kennis tot het verleenen van Eerste Hulp is niet al leen een eisch van humaniteit, maar tevens een practisch nut, nu ook in ons land een Ongevallenwet bestaat en wellicht binnen kort een wet op de ziekteverzekering te wachten is. Na dit alles zal 't u zeker niet bevroem den dat, toen de afd. Amsterdam van de Vereeniging tot het verleenen van Eerste Hulp met eeu voorstel bij onze commissie kwam, om gedurende den duur der tentoon stelling oefeningswedstrijden in het verlee- ueu van Eerste Hulp te doen houden, dit voorstel met groote ingenomenheid door ons werd begroet. Dit kon niet anders of moest een uitstekend© propagandamiddel zijn. Deze wedstrijden, nu voor het eerst in ons land gehouden en in Engeland al jaren in zwang, hebben dank zij tevens den on- vermoeiden arbeid van de Joannieten-orde daar to lande zeer veel bijgedragen tot ruime verspreidng van de hiergenoemde kennis. Onze commissie was zoo gelukkig de hee ren Berkhout, Kroon, Leda, Do ,Leur en Van der Worp bereid te vinden, deze wed strijden te organiseeren. Moge deze arbeid bun veel voldoening geven Ten slotte ben ik nog zoo vrij, uwe aan dacht te vestigen op Groep D. In deze groep zult u niet alleen vinden verschillende fcee- keningen en .platen van ziekeninrichtingen en dergelijkendoch wij hebben tevens in dezo groep ondergebracht een stukje ge schiedenis van het Ned. Roode Kruis, ver schillende zaken betrekking hebbende op den verricht in den dienst van het Roode Kruis In den Fran.-eh-Duitschen oor log en in dien in Zuid-Afrika, waar door u nader aanschouwelijk aal worden voorge steld, hetgeen door dr. Ruysch straks is gememoreerd. Zoo ben ik aan het einde van mijn taak gekomen. Alvorens t© eindigen, wil ik nog gaarne vermelden dat Z. Excellentie de vice-akimiraal commandant en directeur der marine te Amsterdam verschillende vlaggen ter beschikking van de commisssie stelde en dat de kunstschilder Albert Roelofs geheel belangloos de duidelijk spiekende propa- gandaplaat ontwierp, waarvoor ik hier gaarne namens de commissie besten dank betuig. Het. spreekt vanzelf, dat de organisatie van deze tentoonstelling ©enige beslomme- oï zich bracht, doch het was ons niets te veel. Wij. hebben met groote .voor liefde aan dit werk gearbeid en wanneer het mocht blijken, dat wij er in geslaagd zijn, met dit werk bij ons volk wat meer belangstelling voor Roode Kruisarbeid ook in tijd van vrede o<p te wekken, dan zal dit voor ons do grootste voldoening zijn. Minister Talma vatte hierop het woord op, om uitdrukking te geven aan de groote belangstelling, welke de Regeering heeft voor het werk, dat hier wordt verricht. Zijne Excellentie wijst er op, hoe in ons ge- heele maatschappelijk leven een reusachtige ontwikkeling doende is, die een vermeerde ring van de intensiteit van het leven ver wekt, zóó groot dat de kracht van het indi vidu er tegenover in het niet wegzinkt. Hier door wordt men blootgesteld aan gevaren, waaraan men vroeger zelfs niet dacht. Voor al doet zich dit gevoelen is de groote ste den. Terwijl hier voor de massa middelen te over zijn om zich te handhaven, is de indi vidu nergens meer alleen gelaten dan in de groote steden. De vermeerdering van de intensiteit van het maatschappelijk leven brengt bizondero gevaren voor het individu met zich, Doch diezelfde ontwikkeling der techniek schept ook mogelijkheden om te helpen en te redden. Hierbij moeten we ons echter niet ontveinzen, dat, terwijl over het algemeen de aanwending van de techniek en de wetenschap geprikkeld wordt door het eigenbelang, dit niet het geval is, waar het betreft het redden of liet lenigen van nood. In de koortsachtige haast van het leven dringt de winzucht de aanbieding van hulp en redding wel eens op den achtergrond. Daarom vormen zioh vereenigingen om zich te beraden en om hetgeen gedaan moet wor den ook goed te doen. En daarom mogen wo ons verheugen, dat een organisatie 40 jaar lang met tijver en succes in deze richting heeft gewerkt. Met dankbaarheid moeten we erkennen, dat deze mannen het inzicht hebben gehad Om te begrijpen dat ook in het reddingwezen eendracht macht maakt. Spr. wenscht de vereeniging toe, dat zij uit .liet congres en uit het welslagen der ten toonstelling een nieuw leven zal zien voort spruiten. Echter, er zijn vele vereenigingen, welker gebied van werkzaamheid verwant is. Hier zullen samen zijn de voormannen van deze allen. Misschien zullen deze tot de ontdek king komen van de éénheid van hun streven. Zoo iets kan niet beter worden voorbereid dan door de bespreking der verschillende onderwerpen, welke op het congres zullen behandeld worden De Minister vroeg zich af, Of het eigen lijk wel was aan een vertegenwoordiger der Regeering om in deze zaak op den voor grond te staan. De Regeering is hier begun stiger. Dezen toestand betreurt spreker nidt; integendeel. Allerminst zou hij willen gaan pleiten voor een overnemen door de Regeering van de taak, welke hier door ver schillende vereenigingen wordt vervuld. Ten slotte wees Z.E. er op, dat het eerste waar het hier op aankomt is voorlichting. Deze kan gegeven worden door het congres. De Nederlandsche pers zal hetgeen hier be sproken zal worden, brengen in alle huizen in Nederland. In de tweede plaats hebben wij noodig de toerusting. OOk deze is van zeer groote beteeken is en hiermede zal men kunnen kennis maken op de tentoonstelling. Doch waar het vooral op aan komt is het Kruis: de volkomen overgave. Spr. hoopt dat wanneer tot het bewustzijn van ons volk de middelen zijn doorgedrongen om te red den en te lenigen, dat het dan ook niet out broke aan den Geest van Hem, die tot den dienst van den naaste aanspoorde en steeds bereid was. Een feest als waarvoor we hier bijeen zijn zei spreker is een ernstig feest. Maar toch is bet een feest. Er is een lidht dat ook schijnt in ons land, waardoor mannen en vrouwen in rustige dagen zich geroepen gevoelen zich te wijden aan het werk van het Kruis. Hierna verklaarde Z.E. de tentoonstelling en het congres voor geopend. De openingsplechtigheid werd, behalve door den vertegenwoordiger van Z. K. H. Prins (Hendrik, luitenant ter zee le klasse baron Van Asbeck, bijgewoond dok>r den minister van Marine, vice admiraal. Went- bolt, den commissaris der Koningin, mr. Patijn, en den 'burgemeester, baron Sweerts, die met minister Talma aan de bestuurs tafel, naast de tentoonsteilingscoipmissie, hadden plaats genomen. Verder wedden nog opgemerkt de oud- minister Goeman Borgesius, de geneeskun dig© inspecteurs van zee- en landmacht, de commandant van het veldleger generaal Kool, verschillende generaals, de inspec teur der volksgezondheid dr. Den Hou ter, zoomede verschillende ldden van mannen- en vrouwencomité's van het Roode Kruis en afgevaardigden van verschillende instellin gen tot het verleenen van genees- $n heel kundige hul,p. Twee mannen, wier naam en arbeid ten nauwste aan de geschiedenis van het Roode Kruis zijn verboiMen, te weten prof. Tila- nus uit Amsterdam en dr. (De Mooy, de uit vinder van do moderne draagbaar te velde, zaten op de eerste .rij. Sneltrein. 154 van Nijmegen en Zutfen via Utrecht naar Amsterdam, Rotterdam eni Den Haag zal van af 1 Juli t. m. 15 Sep tember te VeenendaaïDe Klomp stoppen 10-43 tot het in- en uitlaten van reizigers. Uit de diamantindustrie. De heer Henri Polak, voorzitter van den A. N. D. B., schrijft jn het pas verschenen nummer van dat Weekblad „Den toeetand kennende en de naaste toekomst helder inziende, zijn wij bereid tot het ruiterlijk aanvaarden van een door de omstandiglieden onvermijdelijk geworden loonsverlaging. Doch terugdringen tot het oude peil, of zelfs daaronder, laten wij ons niet. Er moet iets gered worden uit de schip breuk.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 2