Vrijdag 26 Juni 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
'n Zeemansbruid.
W. 8V1.
O" JaaryaiifK.
AMERSFOORTSCH DAG
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.5©.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Ceurant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intcrcomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
JLan hendie met 1 Juli a. s.
op dit blad inteekenen, worden
de nummers die gedurende de
maand Juni nog zullen ver
schijnen kosteloos toege
zonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amiersfoort,
Gezien- artikel 41 der gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Itaad. dezer Gemeente .zal vergaderen op Dins
dag, den 30. Juni aanstaande, des namiddags
te IJ ure.
Amersfoort, den 25. Juni 1908.
De Burgemeester voornoemd,
WCLJTIER6.
Politiek Overzicht
Nogmaals «le toespraak te Döberitz.
De god ach ten w issel in g over -de toespraak
van den Duitschen Keizer te Döberitz wil
nog niet tot rust komen. Twee stemmen wil
len wij nog releveeren uit het koor, dat
zich daarmee bezig houdt. In eerste plaats
die van Anatole Leroy-Beau lieu, den beken
den directeur van de Ecole des Sciences Poli-
tiques te Parijs, die speciaal het woord in
sluiting" behandelt, dat den Keizer in den
mond is gelegd. Frankrijk en Engeland wor
den beschuldigd Duitschland te willen in
sluiten. Die beschuldiging acht Leroy-Beau-
lieu onjuist. Duitschland is evenmin op zijde
gezet als ingeslotenhet kan dit niet, zoo
lang zijne bondgenootschappen duren, en
zijne bondgenootschappen zijn des te -cvi-
ger, omdat zij op wederkeenge belangen be
rusten. Wanneer Italië zich wat meer vrije
hand in zijne politiek heeft veroorloofd, dan
heeft ,het daarom nog niet de banden los
gemaakt, die het aan het keizerrijk der
Hohenzollern verbinden. Wat Oostenrijk-
Hongarije betreft, lieeft Keizer Frans Jozef
zelf in de laatste jaren herhaalde malen het
trouwe vasthouden van de Habsburgsche
monarchie aan liet door Bismarck en An-
drassy tusschen Keizer Wilhelm I en Kei/x>r
Frans Jo-zef gesloten bondgenootschap pen-
lijk bevestigd. Wanneer dus Duitschland
Op een zoo aanhankelijken bondgenoot kan
rekenen, wanneer de beide keizerrijken, rug
aan rug, in het centrum van Europa een go-
ducht carré van over de honderd millioen
inwoners vormen, dan hoort men met ver
bazing de Duitschers van insluiting" spre
ken.
Wel is tot voor korten tijd Frankrijk ge-
isoleerd en ingesloten geweest. Het resul
taat, zoo niet het doel van den driebond was
de politieke insluiting, de diplomatieke blok
kade van Frankrijk geweest.
De toestand komt thans h.erop neer, dat
hot doel van alle in Frankrijk of Engeland
gesloten of voorbereide overeenkomsten is do
handhaving van den Europeeschen en den
wereldvrede. ,,Nog heden bedreigt geen
staat Duitschland. De buren en mededingers
van Duitschland echter veroorloven zich on
der elkaar overeenkomsten en ententes te
sluiten, zonder vooraf Duitschland om raad
te hebben gevraagd, en dat beteekent in de
oogeu van vele Duitschers eene benadeeling
van het prestige van het nieuwe rijk. De
door Bismarck gedurende het derde eener
eeuw aan Berlijn gewaarborgde hegemonie
is niet meer intact en daarover geraakt de
openbare meening in Duitschland, zonder
zich er eigenlijk rekenschap over te geven,
in onrust. Zij was gewoon geweest, in deze
diplomatieke hegemonie zelf de voorwaarde
van hare veiligheid te zien. Elke diploma
tieke onderhandeling buiten Duitschland
dunkt haar nu eene bedreiging van Duitsch
land.
,,Ddt schijnt mij de toestand te zijn. En
daarom dunikt hij mij niet zonder gevaar.
Het strekt Europa en den wereldvrede niet
tot voordeel, wanneer een groote staat aJö
het Duitse he rijik, de eerste militaire mo
gendheid der wereld, zich door de verdra
gen van de andere staten achteruitgezet en
benadeeöd voelt, al mogfe ook het doel van
deze verdragen de vrede zijn. Hoe sterker
aan den anderen kant Duitschland is, dés
te meer versterkt het nog zijne strijdkrach
ten te land en ter zee, om zijn overwicht
en zijn prestige te handhaven. En des te
meer zullen de andere staten, om zich beter
tegen elke mogelijkheid van een aamvail tie
kunnen waarborgen en tegelijk hunne nati
onale belangen met nadruk te verdedigen,
verleid worden tot het sluiten van enten
tes onder elkaar. Daaraan lijdt de toe
stand en vandaar komt het onbehagen van
Europa."
Do t«neede stem is die van de Peters-
burgsche Gdloe Pra,wdi, een gezaghebbend
orgaan van de oktobristen in Rusland. Dit
blad stelt de vraag, wie er schuld aan is,
dat een eenvoudig beeld, door ©en monarch
gebezigd, geheel Europa in opwinding
brengt en gelijlkft op een in een kruitvat ge
worpen vonk ,,Wie heeft maandenlang deze
brandstof opgehoopt, het kruit bijeen ge
zameld? Wij willen slechte ecu feit vermel
den. Europa, heeft tientallen van jaren
vreedzaam onder de bestaande internatio
nale gnoepeeringen geleefd, waarvan de ge
wichtigste» zijn het Russisch-Fransche bond
genootschap en de Duitsch-Oostenrijksch-
Itialiaaneche driebond. Europa zou ook ver
der nog tientallen van jaren hebben kun
nen doorbrengen bij een eenvoudig voort
bestaan van deze beide oude groepeerin-
igen. Wie streeft er naar daarin een wig
to drijven en wie begint een nieuw weefsel!
van bondgenootschappen, verdragen., over
eenkomsten enz. te spinnen? Wie heeft de
vroegere orde verstoord en wantrouwen en
vijandschap gezaaidWife heeft de jacht
tegen al wat 'Duitsch is in de pers van de
ganse he wereld verwekt, een net van spio
nage tegen, de Duitschers in Turkije, Klein-
Azië en aan alle hoeken van de wereld' ge
organiseerd? De vraag behoeft geen ant
woord: zij is duidelijk. Wanneer men zich
nu over de niet gesproken woorden van
Kleizcr Wilhelm opwindlt, dan behoorde
men na te denken over de impasse, waarin
Europa is geraakt."
Frankrijk.
P a r ij s 2 5 J u n i. De minister van on
derwijs heeft een wetsontwerp ingediend,
strekkende om de neutraliteit op de scholen
te handhaventevens heeft deze wet ten
doel vervolgingen in te stellen tegen per
sonen, die hunne kinderen \an het onder
wijs verstoken houden, zoomede iedere ver-
eeniging of organisatie te vervolgen, die
beoogt sommige boeken, welke door de on
derwijzers noodig worden geoordeelduit de
school verwijderd te houden.
P a r ij s, 2 5 Juni. In de discussie over
het wetsontwerp tot naasting van den Wes
terspoorweg, constateert de minister Caillaux
d'at de heer Rouvier niet gelooft aan de
mogelijkheid voor den Staat om eene goede
exploitatie van het net te verzekeren. De
minister is integendeel van meening, dat de
naasting gelegenheid zal geven eene afdoende
oudervinding op te doen. Hij tracht in het
licht te stellen, dat thans alleen wordt be
oogd de maatschappijen in de gelegenheid te
stelleu leeningen te sluiten met behulp van
het krediet van den Staat. Het parlement
zal het recht van controle Over de uitgaven
behouden en dit uitoefenen in het belang
van het land.
Prevet, sprekende namens de spoorweg -
commissie, resumeert het debat. Hij zegt,
dat iedereen erkent, dat het staatsspoor-
wegnet gewijzigd moet worden. De groote
meerderheid van den Senaat is van mee
ning, dat de wijziging, die wordt gewenscht,
bereikt moet worden door de onderhande
lingen met de maatschappijen te hervatten.
Wij verzoeken de regeering opnieuw te on
derhandelen, ten eind© hare positie niet te
verzwakken. Wij willen het ontwerp niet
verwerpen en stellen dén Senaat voor het
dringend te verklaren en de stemming over
het eerste artikel te verdagen tot de Octo-
berzitting. Wij verzoeken u de aanneming
van de volgende motie: ,,De vergadering,
overtuigd van de noodzakelijkheid van ver
betering van het staatsspoor wegennet, ver
klaart het ontwerp urgent, vertrouwende, dat
de regeering de uitvoering van het ontwerp
tot gedeeltelijke naasting zal verzekeren".
Minister-president Cleimenceau antwoord
de, d'at het hier geen personenkwestie gold,
maar een zaak van algemeen staatkundig
beleid. Het naastingrirraagstuk is van alle
kanten bekeken. De 'heer Prevet wil het ver
trouwen uitdrukken, dat de regeering het
tegenovergestelde zal doen van hetgeen zij
heeft gewenscht. Dit vertrouwen kan de re
geering niet aanvaarden. Wanneer de Staat
slecht beheert., dan komt dit doordat hij
daarop niet behoorlijk is ingericht.
Men wil de regeering in een hoek dringen
en haar dwingen tot eene comedievertooning
daartoe echter wenscht de minister zich niet
te leeneu. Het is noodig, dat de Staat zich
kan verdedigen tegen de groote financieel©
ondernemingen. Wat de heer Rouvier ook
heeft gezegd1, door de kabinetskweeti© te
stellen diwingt men den Senaat niet zijne
eigen meening op zijde te zetten. Tk vraag
mij af in welk opzicht ik den Senaat geweld
aandoe, wanneer ik aan zijn oordeel onder
werp eene hervorming, die ik in mijn pro-
graan heb opgenomen. Ik stel de quaestie
van vertrouwen niet, deze stelt zich van zelf.
Wanneer ik mijn program niet ten uitvoer
zou leggen, dan had ik geen reden om aan
het bewind te blijven. Ik wil met mijne
ambtgenooten Frankrijk sterk maken in den
vrede en de mogelijkheid van een oorlog niet
aannemen, dan om zijne verdediging te ver
zekeren. Wij zullen niet aiau de regeering
blijtven onder onwaardige omstandigheden
Wanneer gij van meening zijn, dat het tijd
stip, oan de regeering te beveiligen tegen
de groote financieel© ondernemingen, nog
niet is gekomen, stemt dan tegen ons." 01e-
menceau verklaarde verder slechts een on
voorwaardelijke urgent ver klaring te kunnen
aannemen. De urgentverklaring werd goed
gekeurd zonder hoofdelijke stemming.
Over het tweede gedeelte van de motie,
om de stemming over artikel 1 te verdagen
tot October, verlangt de linkerzijde open
bare stemming. Na verificatie van de stem
ming blijkt, dat de motie van de commissie
verworpen is met 128 tegen 125 stemmen.
(Toejuichingen bij de linkerzijde).
Art. 1 wordt aangenomen met 151 tegen
116 stemmen. Morgen voortzetting.
P a r ij s 2 5 Juni. Minister-president
Olemenceau heeft den ministerraad bijeen
geroepen, die morgjen voormiddag zal ver
gaderen in het Elysée. De ministers zullen
de verschillende eventualiteiten overwegen,
die zich kunnen voordoen in den Senaat in
den loop van de behandeling der artikelen
van het wetsontwerp op de naasting van de
Westerspoorwegen, die nog gevoteerd moet
worden. Zij zullen nagaan of het. mogelijk
is gedeeltelijk voldoening te verschaffen aan
eenige senatoren, met name wat die redactie
van art. 2 betreft, in dier voege dat de
rechten van het parlement ten voTle gewaar
borgd zullen zijn. Wanneer echter de regee
ring, met het doel oan tot overeenstemming
te komen, in eene dergelijk© wijziging wil toe
stemmen om tot eene transactie mede te
werken, dan is zij besloten geene andere con-
oessiën te doen en de kabinetskwestie te
stellen.
Engeland.
In don laatsten verkiezingsstrijd in Man
chester had de Manchester Courier een
schrijven opgenomen, die den minister vaai
handel Winston Churchill beschuldigde,
dat hij zijn eerewoord had gebroken, toen
hij uit Pretoria vluchtte. De Manchester
Courier heeft thans deze bewering als ge
heel onwaar ingetrokken zij betaalt den
minister 500 p. st. als schadevergoeding.
De heer Churchill heeft deze som aan lief
dadige instellingen doen toekomen.
Het parlementaire comité van het Trad©
Union-congres heeft oen sdhrijven bekend
gemaakt, waarin voldbening wordt uitge
drukt fever het feit, dat liet beginsel der
leeftijdspensioenen door de regeering is aan
vaard en het ontwerp van eene pensioen
regeling is ingediend, dat, als bet niet- in
alle bijzonderheden geheel bevredigend
mocht blijken, in den loop der tijden meer
in overeenstemming met de behoeften van
de arbeiders en van het land kan worden
gebracht. Wat de Trade Unions op het
wetsontwerp hebben aan te merken, is de
huns inziens te* hoog© bepaling van den
leeftijd voor de pen&iomgcaxsohtigdJhfeid (70
jaar) en de bepaling, dat personen, die be
deeling ontvangen, van het pensioen zullen
zijn uitgesloten.
8pu|«
De pas geboren Spaansche prins heet
Jaime, Leopold, Alexander, Isabelin, Hen
ri, Albert, Alfonso, Victor, Acacio, Pe
dro, Paul, Marie. Hij heeft dus 12 voor
namen
Turk**
Berichten van Turksche afkomst, die te
Konstantinopel zijn aangekomen, drukken
de hoop uit, dat de snel vorderende werk
zaamheden van de gemengde commissie tot
bepaling van het tracé van den Sandjak-
spoorweg nog voor het eind© van de aaand
Juli ten einde zullen worden gebracht. Zij
consta.teereu verder, dat er eene uitmun
tend© verstandhouding bestaat tusschen de
Oostenrij kscli-Hongaarsche commissieleden
en hunne Turksche collega's en dat de te
gemoetkomende houding van de bevolking
niets te wenscken laat, die steeds grooter
belangstelling aan den dag legt voor het
spoedige begin van de eigenlijke werkzaam
heden voor den aanleg.
De Politische Korrespondenz, bevat de
laatste circulaires van de Porte over de ge
beurtenissen c.p Samos. Daarin wordt me
degedeeld, dat in Samos de orde hersteld
is en de reorganisatie van het bestuur ter
hand genomen is. De verkiezingen van do
nationale vergadering zijn in vol'le vrijheid
gieschied Een gerechtshof is ingesteld om
vonnis t© vellen over de aanstichters van
de onlusten. De bevolking komt de nieuw
aangeworven gendarmes en troepen, die
onruststokers gevangen moeten nemen, in
't gevlei. Met de geleidelijke terugroeping
van de troepen zal niet gedraald worden.
Marokko.
De Köln. Ztg. bericht uit Berlijn, dat
het als voorbarig moet worden aange
merkt, thans reeds te spreken over eene
gedachten wisseling tusschen Duitschland en
Frankrijk over de vraag hoe* de erkenning
van Moèley Hafid zou kunnen worden vol
trokken. Wel is het mogelijk, dat in dit
Opzicht van Parijs uit reeds met Londien.
en Madrid voeling is genomen. Tussoheai
Parijs en Berlijn zal thans slechts in zóó
verre overeenstemming bestaan, dat het
goed zal zijn de erkenning van Moeley Ha
fid, wanneer het geschikte tijdstip daar
toe gekomen is, zooveel mogelijk gelijktij
dig door de gezamenlijke staten, dio do
akte van Algeciras hebben onderteekend,
te doen geschieden.
Een Engelschman, die van Tanger uit
eene jachtexpeditae ondernam, is door roo-
vers in de buurt van Tetuan gevangen ge
nomen De roevers verlangen de betaling
van een losgeld. De onvoorzichtige man, hij
heet- Clark-Kennedy, gaat een boos lot tege
moet., want de Engelsche regeering heeft in
April jl. verklaard, dat zij voortaan geen
losgelden meer zou betalen, omdat het te
dikwijls voorkwam, dat zij daarvoor ge
brandschat werd.
Perzlfr
Londen, 25 Juni. Naar aanleiding
van de troebelen te Teheran, deelde de mi
nister van buitenlandse he zaken, Sir Edward
Grey, in liet lagerhuis mede, dat de Brit-
sche en de Russische regeeringen hare ver
tegenwoordigers hebben gelast Zill es Sultan
te waarschuwen, dat- hij zijne kuiperijen
tegen den troon moet staken, en -den Sjah
mede te deelen, dat eenig vijandig optreden
tegen de constitutioneel© partij bij hen geen
steun zou vinden.
Teheran, 25 Juni. Gisteren heb
ben nog vele arrestatiën plaats gehad. Do
uitgever van het weekblad Suruliorafil on
eenige anderen zijn terecht gesteld. Het
parlementsgebouw wordt nu stelselmatig
door werklieden afgebroken. De regeering
heeft de troepen goed in do hand. De wiu-
kels zijn geopend, de stad is rustig.
Teheran, 25 Juni. De arresta/tiën
van afgevaardigden en burgers, de sum
miere executiën en de plunderingen in de
stad duren Voort. Er heerscht een schrikbe
wind. Vele lieden zoeken eene schuilplaats
dn de gczantsckapegdbouweno.a. zijn de
minister van financiën en vier afgevaardig
den gevlucht in het Italiaansche gezant
schap.
Tabriz, 25 Juni. De strijd duurde den
geheelen nacht voort het voordeel is blijk
baar aan de zijde der reactie. De verliezen
van beide partijen bedragen ongeveer 100
deoden en gewonden.
61 DOOR
THERESE HOVEN.
Zeer verwonderd was hij echter, toen hij
merkte, dat dit absoluut onnoodig was en
dat Marion integendeel groot belang in An
nette's mededeeling stelde.
,,Komt hij hier? O! dan moet ik hem
zien; ga je met mij, naar hem toe, Jan, of
ten minste ergens, waar ik hem goed kan
zien? Wat zou Nancy jaloersck zijn, als ze
wist, dat ik zulk een kansje had. Als ze 't
had geweten, zou ze bepaald met ons mee
gekomen zijn, denk-je ook niet, man?"
Wisten jelui het dan niet? Misschien nu
juist niet den dag, maar toch ongeveer?"
Marion zweeg een oogenblik, toen zei ze
aarzelendWeet-je, wat 't is? Er wordt in
de meeste bladen zoo schandelijk over dien
armen, ouden iman gesproken, dat ik er liefst
niet meer over lezen wil."
,,Dan moet je Hollandsch leeren," merkte
haar schoonvader lachend op.
,,Dat iben ik ook van plan," antwoordde
ze ernstig.
,,Als u mij hebben wilt, hoop ik dikwijls
bij u te komen logeeren en er mij dan, met
al mijn macht, op toeleggen, dan ken ik 't
goed, als Jan terug komt. Dan vindt hij
niet alleen een echte zeemansvrouw, maar
een eclhte Hollandéche vrouw."
Jan knikte haar dankbaar toe en verzeker
de haar, dat hij 't volste vertrouwen had in
haar voornemens en ook in 't welslagen er
van.
Later op den avond, vroeg Annette, hoe
Marion er tooh toe gekomen was op eens
zoo van idee en richting te veranderen en
Jan... zijn vrijheid terug te geven.
Jan viel lachend in,,Foei, Net, mijn
vrijheid 't Tegendeel is waar, hoor, want
door Marion's optreden in deze, heeft ze mij
vaster dan ooit aan zich verbonden, niet
waar snoesje?"
,Hoe ik er toe gekomen ben?" hernam
iMarion. ,,Wel zeker niet in eens. Ik geloof,
dat 't tante Naatje, die goede oude ziel,
was, dae mij 't eerst mijn plicht ondier de
oogen bracht."
Tante Naatje," herhaalde Annette ver
wonderd.
,,Nu ja, niet rechtstreeks, maar toen ik
van den zomer bij haar was, weidde ze zoo
over Jan's voorliefde voor de zee uit en
toen merkte ik eerst, hoe sterk die was. Toen
kwam 't tegelijkertijd als een openbaring
over mij, wat Jan ongelukkig maakte en
tevens 't besef van mijn eigen schuld."
Ze waren met hun drieën, toen Miarion
die 'bekentenis maakte. De oude lui waren
al naar bed. Marion sprak eenvoudig en
waar en Jan vergat alle decorum tegenover
zijn Engelsche vrouw, doch riep, in 't rond
Hollandsck, uit: ,,'Zeg Net, is ze nou geen
engel, dat wijfje van mij, en heeft ze nu
niet getoond het hart op dè rechte plaats te
hebben
Den volgenden dag, 6 December 1900,
werden alle verrassingen van den Sint, ge
heimzinnige en openlijke, verwachte en on
verwachte, door de Residentie-bewoners
vergeten en in den steek gelaten en zweef
de slechts één naam op (aller lippen die
van Paul Kruger! En in aller harte werd
slechts één zegebede gevormd voorspoed
voor de Boeren - wapenen
't Was zoo koud, zoo guur, zoo'n echte
Deoember-dag, doch niemand lette er op.
't Hoekje van den haard wérd verlaten,
scholen, kantoren, werden gesloten en
iedereen liep, als uit een beweging, tegen
drie uur naar het station van den Staats
spoor en wie daar op 't ruime voorplein en
in de Rijnstraat geen plaats kon vinden,
bleef Langs den weg op 't Bezuiden hout
staan en anderen weer vatten post voor 't
Hotel des Indes, 't oude Baronnenhuis der
van Brienens... waarop hun wapen nog
troonde.
Doch niemand stoorde zich aan de tegen
strijdigheid, dat de oude, adellijke woning
een schuilplaats zou bieden aan den Bur
ger-President.
Men verdrong elkander er voor en men
keek slechts naar de democratische vier
kleur, die er zoo flink wapperde, mogelijk
wel tegen 't aristocratische wapenschild
aan.
Het was een spontane betoogijig, die
geestdrift voor 'den grijzen balling, en zui
vere motieven vonden er de aanleiding toe.
Zelfs 't volk wist, dat 't geen pretje
goldzelfs de straatjeugd was eerbiedig en
had elk denkbeeld aan jool en baldadigheid
op zij gezet.
't Werd later dan men verwacht had. De
trein had vertraging ondervonden, ie Pre
sident weid aan 't station opgehouden en
't was bijna vier uur, toen hij verscheen
De kort© winterdag was zoo goed als
voorbijdè zon had haar korte dagtaak
bijna volbracht. Een paars-witte schemering
spreidde zich over de stad en velden, 't
Haagsche Bosch lag roerloos en vertoonde
slechts bladerlooze stammen en takken; de
aankomst in de pretstad bij uitnemend
heid was niet vroolijk, doch paste bij de
gelegenheid
Toen hij; het fraaie, gemoderniseerde Den
Haag binnenstoomde, kon Paul Kruger er
nauwelijks iets van onderscheidende inn
druk, 'dien hij er van kreeg, moest d'oor
de bevolking zelf komen, en aan zijn ont
vangst klefefde niets van het wuif te, het
oppervlakkige, het genothovende, dat men
den Hagenaars, te recht of ten onrechte,
verwijt.
Hij vond er een kalme menigte het
was te donker om bizonderheden waar te
nemen een zwarte massa op straat en,
voor de huizen, tal van gedaanten, wuiven
de met hoeden en zakdoeken.
De grijze gast kon slechts 't uiterlijke in
nemen en dat nog heel oppervlakkig, doch
een zekere zielen-verwantschap, die rich in
hooge, heilige oogenblikken kenbaar maakt,
moet hem geopenbaard1 hebben, dlat er, in
de harten der aanwezigen, een groote, diepe
emotie was en dat een traan van innige
sympathie in veler oogen schitterdeon
gezien, maar toch gevoeld door hem, wien
hij gold, en die door allen werd beschouwd
als 't hoofd van een groot volk, als de ver
tegenwoordiger eener edele zaak.
Voor een der vensters van 't Hotel Bel-
levue, uitziende op de Rijnstraat, stond Ma
rion Koodford.
De familie Vermeer was bij vrienden ge->
inviteerd, doch Jan wist, dat zijn Engel
sche vrouw er niet welkom zou zijn en had
een kamer in 't hotel' gehuurd. Ze waren er
vroeg heengegaan en Marion had de aan
wassende menigte gezien.
Slechts een paar agenten hielden de hon
derdtallen in bedwang en toch viel er op
de houding der massa niets aan te merken.
Iedereen keek ademloos uit naar 't sta
tionsgebouw en toch wist een elk. dat er
geen fraaie optocht of een schitterende ver
tooning te zien zou wezen. De minuten
verliepen langzaam, toch werdfen er geen
teekenen van ongeduld gegeven, de koude
werd intenser, niemand dacht er aan zich
er over te beklagen.
Toen doorkliefde een schel gefluit dè ijle
winterlucht... een gemompel ging door de
gelederen... de hfeofden voor de vensters
drukten zich vaster tegen de ruiten, hier
en daar gingen de ramen omhoog, onge
acht 't gevaar van kou vatten en rheuma-
tiek.
De laatste geduld-oefening begonde
trein Van den Prerident was aan... doch
Z.Excellentie moest eerst verwelkomd wor
den door lied en woord. En de dag daalde
steeds, het licht weer flauwer, de zonne-
bundels schaarscher
Toen paardengetrappel gretig door elk
oor opgevangen, het rijtuig voor Paul' Kru
ger reed voor... het- open- en dichtslaan van
't portier, nogmaals weerklonken de hoe
ven der paarden op 't harde, bevroren pla
veisel.
Slot volgt.