M°. es. 7de Jaargang. Vrijdag 4 September 1908. BUITENLAND. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens by de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eone oirculairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. Rumor in casa. De in de Norddeutsche Allgemeine Zei tung openbaar gemaakte nota <Ler Duitschc regeering aan de mogendheden, in zake de erkenning van Moeley Haf idhet vertrek van den Duitschen consul dr. Vassel van Tanger naar Fez ziedaar een tweetal onderwerpen, die thans tot een levendig geschrijf in de Europeesche pers aanleiding geven. Wij vermeldden reeds in 'het kort het oordeel van verschillende bladen over de laatstgenoemde gebeurtenis, waarbij aan- stippóng verdient, dat in die persorganen, welke geacht worden met de Fransche re geering voeling te houden en hare mee ting weer te geven, o. a. de Petit Parisien, vrij kalm over de reis van dr Vassel wordt gesproken. Anders is het met de Temps, wélke zich in het Marokko-debat duchtig roert en in haar nummer van Don derdag opnieuw een hoofdartikel had over „Duitschland, Europa en Marokko", waar op wij straks terug komen. De Engëlsche bladen van alle richtingen hebben, naar men eveneens heeft kunnen lezen, het bericht van dr. Vassel's reis vrij algemeen van een afkeurend commentaar voorzien. Van de Duitscke persorganen bepalen wij er ons toe een verdediging van Duitsch- land'6 houding over te nemen uit de Vos- eische Zeitung, die meent dat, wat onwel willende beoordeelaren van Duitschland ook mogen zeggen, dit eene niet kan betwist worden, dat Duitschland den weg van het gezonde verstand bewandelt. „Sedert zes maanden is Moeley Ilafid de door zijn voll? en de geestelijke overheden van zijn land erkende heerscber over Marok ko. Zoo lang nog de meest verwijderde moge lijkheid aanwezig was, dat Abdel Aziz hem desondanks van de plaats zou verdringen, waartoe de gezamenlijke wil der bevolking hem had geroepen, deed de Duitschc poli tiek of heel Marokko haar niet aan ging. Zij hield zich onverschillig, alhoewel zij niet kon voorbijzien hoe ernstig het aan zien van Duitschland en gewichtige roate- rieele belangen van Duitse lie staatsburgers in gevaar werden gebracht. Indien iemand de neutraliteit in Marokko heeft betracht, dan is het Duitschland. Het hield aan zijne neutraliteit vast, ofschoon men dag aan dag op nieuw ondervinden moest dat juist die mogendheid, welke op ongerechtvaardigde wijze onophoudelijk de bewering aanheft lasthebber van Europa te zijn, op de ergste wijze partijdig handelde. Maar de neutra liteit heeft slechts dan zin zoo lang tweo mededingers met elkaar in strijd gewikkeld zijn. Is een van beiden door wat voor redenen ook op zijde geschoven, dan treedt de nieuwe staat van zaken in zijne rechten. Abdel Aziz heeft afgedaan en wel zoo radi caal, dat zelfs Frankrijk in hem geen troef kaart meer zdet. De troonswisseling in Marokko, die voor een jaar voltrokken werd, is door den slag bij Kalah bezegeld. Redenen den nieuwen sultan erkenning te weigeren hebben wij niet. Wij leven met Marokko in vrede en hebben geen aanleiding om ons tegenover den nieuwen sultan vijan dig te tooneu, voor zoover hij de interna tionale verdragen eerbiedigt. En dat hij zulks doen wil, heeft hij meermalen niet alleen het Duitsche rijk, maar alle Alge- ciras-mogend heden verzekerd. En het spreekt vanzelf, dat men Marokko naar aanleiding van een troonsverwisseling even zoo behandelt als andere staten in hetzelfde geval. Waarneer er iets de verbazing op wekt, dan is het niet de houding van Duitschland, maar die der andere mogend heden, welke, ongeacht de omstandigheid dat zij niets tegen Marokko in te brengen hebben, zich in een hoekje plegen achterbaks te houden. Buitendien houdt Duitschland voldoende rekening met de gevoeligheden van andere machten, door niet, wat zijn volle reaht was, zelfstandig Moeley Haf id te er kennen, doch zich tot de andere mogend heden te wenden, om deze tot een gemeen schappelijke erkenning van Moeley Hafid te bewegen. De vraag die thans aan de orde is, is eenvoudig genoeg. Het gaat daarom of de Marokkaansche moeilijkheden met hunne vervelende crisissen in het oneindige zullen worden gerekt, of dat men geneigd is er een einde aan te maken. Wie een voortduren der onlusten wil, heeft zich tegen Moeley Hafid te verklaren, wie echter eerf gevaar lijken vuurhaard wenscht uit den weg te ruimen, moet naar een vergelijk met Moe ley Hafid streden". De rekening, die Frankrijk alleen met Marokko heeft., gaat ons niet aan, zegt de Vossische Zeitung ten slotte. Frankrijk heeft op eigen risico zich in het Marokkaansdhe avontuur gestort en lioe het de 120 mil- lioen, die het in deze miserabele zaak heeft gestoken, terugkrijgt, moet het zelf maar zien. De Frank f. Zeitung tapt uit een geheel ander vaatje. In een a.rtak«d dat. zeer opmerkelliijik is, 'waar tot d'usver ten aanzien van de laatste phasen der M'airaklkokwestüe do Duitsche pers unaniem was iai haiar oor deel en alleen verschillen vam toonaaird te genover Frankrijk waarneembaar waren, blijkt het blad ditmaal niet in het koor vam i.nstermnaavg mede te zingenHet is 't er mede eens dlat oer. spoedige erkenning van Mceley Hafid in 't bellang vain een herstel der orde iu Marokko is, maar zegt het „wij hebben au direct de opmerking gemaakt-, dat wij niet precies vermochten in te zien, waarom juist Duitschland de mogendheden daaraan moest herinneren. Een motief wordt in het bericht van de Nordd. Allge meine niet vermeldmen vindt dit wöl- Iicht in het feat dat vrijwel gelijktijdig met dezen stap der regeering de Duitsche con sul in Tomger de opdracht heeft gekregen zich naar Fez, alzoo naar de residentie van Moelev Hafid i begeven, omi daar over ver-sohiHemde reclames van Duitsche koop lieden te gaan omderhandeilein. Ofschoon dezi» Ibeide gebeurtenissen mieit elkaar in nauw verband schijnen te stjao.ii, zii men toch goed er aan doen, ze voorloopig ge- j splitst te houden opdat men in het lawaai, dat thamc aangeheven wordt, niet den j draad van het kalme oordeel verliest. Tegen het zenden van dr. Vassel naar Fez is niets in te brengen. Dr. Vassel was vroeger reeds in Fez en keert thans daar- heem terug, nadat de verhoudingen aldaar verbeterd zijn en wel doordat Moeley Hafid in het g,ansohe noorden als sultan is erkend en deze de rust. en de orde heeft hersteld. Aan verzoekschriften vam Duitsche koop lieden ontbreekt het niet en hot. is daar om volstrekt niets bijzonders dat de oomsul ter behartiging der belauigeui dier koop lieden daarheen zich wendt, waar thans het feitelijke regeteringsgezag in Marokko be rust, alzoo maar Moeley Hafad en zijn mi nisterie. Deze stap is vorder bij geen enkele internationale overeenkomst verboden, het is ieder3 mogendheid bij de conventie vam Aligtecdras veroorloofd bezwaren daar te berde te krengen, waar spoedigste en ge makkelijkste tegemoetkoming er aan te verwachten is. De zending, van dr. Vassel volgt bovendien op een voorbedld door Frankrijk gegeveu, leen beambte van het Framsclie consulaat bevindt zich n.l. even eens in Fez en is reeds met Modley Hafid in aanraking gekomen. De zaak is dus cor rect, zeer correct. „Wanneer dat echter zoo is, vraagt de Frankf. Ztg. waarom diainzooals uit lauger wordt gemeld, de zaak zoo in 't geheim voorbereid en tot een knaleffect ge maakt? En waarom keerde de Duitsche con sul alieeu en keerden niet de andere consuls naar Fez terug Gemeenschap pelijk hebben indertijd op besluit der mogendheden Engeland, Duitschland, Frankrijk en Spanje hunne consuls Fez verlaten, waarom nu niet gemeenschappe lijk er teruggekeerd? Zijn in deze richting onderhandelingen gevoerd Is Duitschland tot dezen maatregel eerst besloten, nadat de andere mogendheden geweigerd hebben mede te gaan Of is een en ander geschied zonder met de andere mogendheden te rade te zijn gegaan Hier begint het diplomatie ke geheim, maar komt tevens ook het ver band met den anderen stap der regeering t* voorschijn. De ir eg coring heeft de mogendheden doen ^•eten dat zij de spoedige erkenning van Moelev Hafid voor gewenscht houd/t. In het licht dezer kennisgeving aan de mo gendheden doet zich de zending vam dr. Vassel naar Fez ails een eerste schrede tot d.e practische erkenning van Moaley Hafid voor. Als zoo daim g wordt zie dan ook alge meen opgevat eu men kan de meening niet vain zich wijzen dat door dezen stap Duitschland het initiatief tot de erkenning van Moeley Hafid heeft genomen. Was dit initiatief noodig? Is hot nuttig? Zal het succes hebben? Het is de eerste en voor naamste regel va.n alle diplomatieke kunst dat geen stap ondernomen wordt, dien men niet naar alle waarschijnlijkheid en op grond va.ii rijp overleg een succes kan voor spellen. Kam men idliit niet, dan wordt het doen van zulik een stap een diplomatieke nederlaag of nog iets ergers. „Gauverner o'est pré voir" geldt neg in veol hoogere mate van de dipflJomatie die het gewichtige gebied dor internationale betrekkingen te onderhouden heeft. Beschouwen wij den huid"-en toestand van het Marokkaiamsoho vraagstuk. Moeley Hafid is in den strijd met zijn broeder overwinnaar gebleven, hij is thans onbetwistbaar de heerscber over Marokko Het feitelijke gezag is vam Abdel Aziz op Moeley Ha/fid overgegaan en nu kom» liet daarop aan ook de internationale ei kenning op hem over te dragen. Daartoe zijn onderhandelingen noodig. Daar inge volge d.e acte van Algeciras Frankrijk en «Spanje een zekere bevoorrechte positie heb ben verkregen, is algemeen aangenomen en nooi'. bestreden dat het dezen beide mo gendheden toekomt in naam van al de mo gendheden, die de acte van Algeciras on- dertoekend hebben de onderhandelingen te voer* -. Frankrijk heeft, dit mandaat stil zwijgend overgenomenlieit verwacht thans de voorstellen van Moeley Hafid. In dezen staat vam zaken brengt plotseling hot op treden van Duitscblaind' ©en bres teweeg. Het is mogelijk dat men bij de leidling dor Duitsche politiek de overtuigiing heeft, dat Frankrijk de onderhandelingen niet in den geest van alle mogendheden, maar alHoen ton bate van zijn eigen belangen voert, zoo- dat aldus de onderkanddlingen zonder re sultaat zouden zijn of tot een soort van Fransch protectoraat over Marokko voeren. Maar oin deze overtuiging ineen diplomatie ke daad om te zetten, daarvoor is nog te wei nig tijd verstreken. Eerst wam neer ondub- beizinaiig is gebleken dat Frankrijk wer kelijk de onderhandelingen op bevoordeeling van eigen belangen doet uitloopen of Moelev Hafid voorwaarden opllegt die in strijd met de bepalingen vam de Algeciras- alcte en niet de belangen der overige mo gendheden zijn, eerst d<ain ware liet oogen- biik gekomen tot ingrijpen en de ingrij pende staat ware er zeker van geweest, de instemming van breedere kringen te onder vinden. Heeft Duitschland althans de toe stemming der mogendheden of van eanige mogendheden Te o^rdeelen naar de wijze waarop dc zaak bedisseld en daarna plot seling bekend gemaakt is, mag men dit niet aannemen. De taal der Bngalsahe pers bewijst dat men daar ongemeen, maar niet zeor aangenaam verrast is, wat daarop wijst, dat Engeland niet vooraf is geraadpleegd. Heeft men Rusland, wellicht Frankrijk geraadpleegd? Op deze vragen is nog geon antwoord te geven, maar het lagjt voor de hand daft de toestand geen bevredigende is, a"i3 het antwoord ontkennend is. Wanneer de andere mogendheden niet geraadpleegd zijn, dan is Duitschland niet. alleen geiso- Icerd, maai heeft zijn optreden een scherpe zijde voor Frankrijk, hetwelk dan ongetwij feld door zijne vrienden en bondgenooten, n.l. Engeland en Rusland, ter zijde zal wor den gestaan. Deze m-oigemdkedën zuililen ver klaren dat zij vinden dait de zaalk volstrekt geen haast heeft en dat men Frankrijk de onderliindelingen rustig kan daan voeren. Wat zal Duitsohllamd dan doen? Zall het zijn échec rustig aanvaarden of zail hot alleeu Moeley Hafid erkennen en de verantwoor delijkheid voor alle gevolgen op zich ne men, die zuilk een eenzijdige handelwijze zonder twijfel hebben zal Het is te begrij pen dat deze vragen verontrustend moeten werken. Hoogst opvallend zou het zeker zijn als Duitschland, dat zich zooveel moeite gege ven heeft een gezamenlijke overeenstemming der mogendheden inzake Marokko tot stand te brengen en daaraan vast te houden, deze overeenstemming plotseling zou prijsge ven. op gevaar af alle moeielijkheden te ontketenen, die het Marokkaansche vraag stuk voor de handhaving van den Euro- peeschen vrede in zich bergt.. Dat zou te opvallend zijn waar de Keizer nog voor weinige dagen in Straatsburg plechtig ver kondigd hoeft, dat de vrede gewaarborgd is. Wij kunnen niet- gelooven dat zulke ge varen aanwezig zijn; wij willen liever aan nemen, dat hier sprake is van een dier on verwachte sprongen in de Duitsche politiek, die ontzettend veel lawaai veroorzaken, maar daarna spoorloos verdwijnen en slechts het nadeel achterlaten, dat de Duitsche po litiek zich weer eens als eene onbereken bare, onbetrouwbare en juist daarom ver ontrustende heeft geopenbaard." De Frankfurter eindigt met een hak op dc ..alldeutsdlie" bladen die julbelen. „Ein delijk een Duitsche daad", roepen zij. De Frankfurter herinnert aan het volgende: „Toen Mirabeau, de groote redenaar, eens van een zijde, waarvan hij het niet ver wachtte, grooten bijval ontving, hield liij plotseling- op en vroeg: Héb ik soms iets doms gezegd". De rumoerige instemming zegt het blad der Duitsche chauvinisten zou de regeering aanleiding kunnen geven, een dergelijke overweging te betrachten. Nu landen wij nog even aan bij Temps en Journal des Ddbats. De Temps noemt hét op treden van Duitschland een particulier spel letje. Duitschland voert thans, na eerst do interventie der mogendheden te hebben in geroepen, een politiek die niets Europeesch heeft. Het blad herinnert er nog eens aan dat men, voor Moeley Hafid te erkennen, eerst waarborgen wenscht te ontvangen voor de veiligheid der Europeesche belangen in liet algemeen. Niet dat Duitschland het recht mist een politiek naar eigen keuze te voeren. Indien het de Duitsche regeering béhaagt- tegenover Moeley Hafid minachting voor de acte van Algeciras te toonenop een zeer bijzondere manier de algemeeno Europeesche belangen te behartigen, nie mand zal het verhinderen. Maar het rijk zal zich dan niet behoeven te verwonderen of te ergeren, dat het geïsoleerd komt te staan, en niet wordt nagevolgd door hen, die een andere opvatting hebben van het belang van Europa. „Frankrijk kan bij deze gelegenheid niet verdacht worden zonder reden een stand punt in te nomen tegengesteld aan dat van Duitschland. Het wordt door geen enkele parti-pris bezield. Het heeft het pas duide lijk bewezen door Moeley Hafid te doen proclameer en tot sultan in Oejda op het moment dat de hafidisclie liarka zich geTeod maakte onze troepen aan te vallen. Dit doende verwaarloost het misschien zijn persoonlijk voordeel. Maar het heeft het bewustzijn voor het voordeel van allen te werken, wanneer het, vóór een nieuwen sul tan te erkennen, van hem onmisbare waar borgen vraagt. Het heeft zich kunnen over tuigen, dat de mogendheden ook van deze mooning zijn. Het geloofde dat Duitsdliland die mooning ook deelde. Indien liet moet constateeren dat Duitschland zulks niet meer doet., zal het leedwezen daarover koes teren. Maar zijn gedragslijn zal er niet door worden gewijzigd." In een ander gedeelte van het blad ver zet de Temps zicb tegen de mogelijke be schuldiging, dat Frankrijk met berekende langzaamheid tou hebben gehandeld. Het blad heeft, togen deze beschuldiging in, het volgende vernomen. „Daags na de uitroeping van Moeley Ha fid te Taudzjer heeft Frankrijk, dat door middel van den heer Regnault, aan Mnebbi en aan El Gebbas had geantwoord, dat het onzijdig stond tegenover de dynastieke kwestie en enkel de handhaving der orde eischte, zijn zienswijze nadeT omschreven in de volgende punten 1. Het is noodzakelijk, dat de mogendhe den eerst de waarborgen onderzoeken, welke voor de Europeesche belangen kunnen wor den verstrekt. 2. De overeenstemming der mogendheden over deze waarborgen is even noodig als die waarborgen zelf. 3. Er is nog te veel onbekends in den inwendigen toestand van Marokko, dan dat er een 'besluit zou kunnen genomen worden vóór een volledige inlichting. 4. Onder dit voorbehoud heeft Frankrijk nooit getoond besloten te zijn Moeley Hafid niet te erkennen. Het verlangt slechts dat diens feitelijke positie nauwkeurig zal blij ken. Frankrijk en Spanje hebben reeds den 26en Augustus die vier punten onder do oogen gezien om aan de mogendheden de gevolgtrekkingen te onderwerpen, welke daaruit gemaakt moeeten worden. Hun mee ning is bekend op alle kanselarijen. Tot nu was er van de Duitsche regeering geen tegenwerping gekomen." Het Journal des Débats eindelijk schrijft o a.De mogendheden, die de acte van Algeciras hebben onderteekend, hadden niet de voorlichting van de Norddeutsche Allgemeine Zeitung noodig om te weten dat dc toestanden :n Marokko zich hadden ge wijzigd, noch dat eene erkenning van Moeley Hafid weldra, noodzakelijk zou blij ken". Het blad betoogt, dat Frankrijk on Spanje, die permanente belangen in Ma rokko hebben, de aangewezen landen waren voor het initiatief om onderhandelingen te beginnen. Moeley Hafid zelf heeft getoond dit te begrijpen. Duitschlands optreden is een persoonlijke manifestatie, zooals die dik wijls volgt op een manifestatie van geheel tegenovergestelden aard. Die manifestatie is tot niets nut en betreurenswaardig. „Het is te hopen, dat de kabinetten te Parijs en Madrid, door spoedig de resultaten hunner .onderhandelingen publiek te maken, den onaangenamen indruk zullen wegnemen dien de Duitsche nota gewékt heeft De Duitsche Keizer zinspeelde in ztjm laatste rede op onnut geharrewar, dat dikwijls de politiek vertroebelt. Behoort de mededeeling uit Berlijn niet daaronder te worden ge rangschikt? Indien de Duitsche politiek zich meer toelegde op de practijk der laatst© keizerlijke woorden dan op pan germanisti sche theoriën, zou zij minder over het wan trouwen te klagen hebben dat zij opwekt en de beoordeelingen die -geheel Europa ver plicht is over haar te vollen." Men ziet hoe een tweetal voorname poli tieke persorganen in Frankrijk Duitschland harde noten te kraken geven, terwijl zelfs de eigen pers aanmerkingen niet achterwege laat. Aan ieder onzer lezers het oordeel of Duitschland al dan niet incorrect of voorba rig heeft gehandeld. Daarvoor gaven wij het pro- en contra wat uitvoeriger. Ongetwijfeld zal de polemiek over deze kwestie met één dag niet zijn afgeloopen Duitschland. De Deutsche Zeitung meldt, dat Jakob Ernst, de visöher uit Stamberg, die in Eulenburg's geding de voornaamste getuige tegen hom was, tengevolge van de vele gv- mood&aandoenfhgen vervolgingswaanzin heeft gekregen. De geneesheeren moeten hom on geneeslijk krankzinnig verklaard hebben, zoodat hij wel nooit, meer in de rechtzaal zal kunnen verechijnen. Oosten rijk-h on garije. De Wiener Ztg. maakt bekend, dat dr. Walter von Hoermann, professor in kerk recht to Ozernowitz, tot. hoogleer aar in dat zelfde vak is benoemd aan de universiteit te Innsbruck in plaats van professor Wahr- mund. De Wahrmund-quaestie die goduren- de de zomervacantie ^an belangstelling ver loren had zal thans opnieuw van zich doen hooren. Er zijn twee mogelijkheden, of Wahrmund heeft zelf genoeg gekregen van de smadelijke bejegening hem ten deel go- vallen 9edert hij zijn veel besproken brochu- re in het licht gaf en is uit. eigen beweging heengegaan of men heeft met eon nieuwen clericaal-getinton maatregel van het Oosten- rijksche gouvernement te doen. Turkije. Bij de inontvangstname op Dinsdag j.l. van gei uk wensohei i van den ministerraad, vele oivdéle en militaire autoriteiten en geest efiijke waardogheidébökleeders mét den verjaardag van den Sultan, verklaarde deze 'laatste in antwoord op een toespraak van dén grootvizier, dat zijne eenige wensch was het geluk van allen en de vooruitgang en de macht van bet rijk. ZJooaJs gebruikelijk werden ook de geestélijkie tendérs der niet- Mohamanediaaïioche gemeenten Dinsdag door den Sultan ontvangen. De patriarch van Konstantinopel hield eene toespraak waar in hij ook den dank voor de wederinvoering dér grondwet uitsprak. De Sultan dankte en zoidc dat de grondwet was gebaseerd op de wederzijdsohe genegenheid en achting van de verschillende volken des rijks. Dé mohaimmedaansche en christelijk» gasten uit Bulgarije organiseerden, vooraf gegaan door vaandeldragers en begeleid door muziekkorpsen, eene manifestatie v»>or het paleis. Tevens verscheen eene deputatie van 400 mohammedaansche en christelijke Cretensers. Do Sultan gaf dezen zijn luoége ■voldicening er over te kennen dlat deze eilandbewoners naar Konstantinopel geko men waren om hem te zien en hem geluk te wonschen. Het Cent raai-Osmité voor Eenheid en Vooruitgang richtte aan den Sulltan een in harteUjke woorden gestéld telegram van gélukwensch, waarin het politieke inzicht geprezen wordt van den Sultan, die door de grondwet de eenheid aller Ottcwnanon heeft gewaarborgd. Een deputatie van vier personen uit het comité ging persoonlijk naar liet pa/eis om den Sultan de feldoita<- ties van het comité over te brengen. Ook het Ottomaansohe oomité voor Vrijheid e» Vooruitgang in Retkymo op Oreta zonldi aan den sultan een fél'ioitaltietélegram. Een vertegenwoordiger van de Times heeft een onderhoud gehad met Euver bey, een der voornaamste leiders der jcmg-Tuirksohe partijdeze zeide hem o. a.De revolutie in Turkije was niet van militairen aard, maar geheel nationaal. Het was de opstand van een volk tegen een regeering, die het tot. het uitsterste had gedreven. Het leger was slechts het werktuig van den wil des volks. Ofschoon de revolutie gericht was tegen liet despotisme van het paleis, zal het co mité „Eenheid en Vooruitgang" den sultan den wettigen vorst, blijven steunen, zoolang hij nl. de gTondwet eerbiedigt. Het oomité stelt zich ten taak aan de buitenlandache mogendheden vertrouwen in te boezemen. De orde is thans m Macedonië hersteld, niet tengevolge van een internationale over eenkomst, maar door den vreedzamon in vloed van de revolutie. De quaeetie van de terugroeping der officieren van de buiten - landsohe gendarmerie moet door de mogend heden worden opgelost. Wanneer in Mace donië orde blijft heerschen. zullen deze of ficieren zonder eendgen twijfel teruggeroe pen worden Voor liet plan-l6lamisme is geen plaat6 in het program van „Eenheid en Vooruitgang". Egypte bestaat niet voor dit comité. De Jong-Turksohe partij zaï Bngelandi op gce- nerlei wijze in den weg staan eu aan dc op roerkraaiers in Egypte niet den minsten steun verleeneoi. Gisterenavond is te Konstantinopel aan gekomen Prins Sabah-Eddin, zoon van den gestorven Mlahmced Damad-Pacha, e©:i zwager van den Sultan, die iu het jaar 1899 naar Parijs vluchtte, en daar twee jaar late rHl'iefDen prins werd te Konstan tinopel een geestdriftige ontvangst h-eredd. Saibah-Eddin wordt voor hel. hoofd der Jong-Turksche partij aangezien. Marokko. De Matin verzekert, dat liet onderhoud tusschen von Lancken en Pichon niets aan de houding Idor Fransche regeering zal ver anderen. Na het onderhoud liad Pichon een samen komst met den Engelscke» gezant. De Pétite République meent te weten dat, na de verzekeringen wederzijdsch gegeven door Pichon en von Lanokcn, een bevre digende oplossing mag verwacht worden. Nog lieden zal een Fransch-Spaansche nota, over de van Moeley Hafid te eischeu waarborgen, aan do onderteek cnaren der akte van Algeciras worden overhandigd. De berichtgever van den Matin te Med jocna hoeft een onderhoud gehad met El Mokri, den minister van financiën van Abdel Aziz. Deze deed hem de hoogst be langrijke modedeeling, dat Abdel Aziz had besloten, nu de havensteden, waarop hij zijn laatste hoop had gebouwd, hem afval lig waren geworden, den verderen strijd op te geven, daar hij dezen toch nutteloos acht te en dat hij berustte in zijn lot en den troon overliet aan Moeley Ilafid. Hij wil thans eerst een bode vaart onder nemen naar liet Heilige Land en 1. »;>t

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1