nr°. io7. Maandag 12 October 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. 7'" Jaargang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Oeurant veraehtfnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bfl de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cent* by voeruitbokaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bedrjjf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, b{J abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. De vereeniging van Kreta met Griekenland. Het groote gevaar, dat aan de crisis in liet Oosten verbonden is, is dat men niet weet wiat er uit zal voortvloeien. Het Berlijnsche verdrag wordlt 'blad voor blad stuik gescheurd. Maar daarbij blijft het niet. Het schijnt, dat ieder die vorderingen heeft op het Turksche rijk, het oogenbli'k gekomen acht can zich eigenmachtig betaling te verschaf fen. De Kretensers zden de gelegenheid sdhoon om de rekening, die zij nog bij d© Porte hadden, zelf te innen, ofschoon hunne zaak niets met het verdrag van Berlijn heeft uit te staan. Wat zij hebben gedaan, is als de handeling van den schuldeischer van eene banlk, die gehoord heeft, dat de zaak fout is, en nu in alle haast zdlf zich tracht te bevredigen om bij eene mogelijke likwi- datie niet te kort te koanen. Maar niets geeft recht om te meenen, dat de Porte werkelijk bankroet is, al is zij voor 't oogeniblik niet in staat te betalen op d> wijze zooals zij zelf gaarne zou willen. Daardoor wordt de toe stand steeds meer verward, en men moet den Engelschen premier A&quit/k gelijk gewen wanneer hij zegt, dat zich groote ongerust heid over de gansohe wereld verspreidt dtoor „deze schrikbarende opeenvolging van om verwerpingen De band, die Kreta, met Turkije veihond, was in den loop der jaren zeer los geworden, zoo zelfs dat hij nauwelijks meer merkbaar was. Sedert cflf jaren heeft de feitelijke heer schappij van de Turken in Kreta opgehou den, ail bleef de fictie van het oppergezag van den sultan daar bestaan. Nu hebben de Kretensers die fictie te niet gedaan, niet, zooals de Bulgaren, door zich onafhankelijk to verklaren, imaar door hunne vereeniging met Griekenland te proöliaimeeren. Wanneer tegen de vervulling van deaen lang gieikjoester- den wensch de Kretensers geen internatio naal beletsel in dien weg wordt gesteld, wat voorloopig niet valt te zeggen, dam aal dlo eiinddlooze reeks opstanden, die sedert 1824 het van ouds vermaard© eiland hebben ge teisterd, afgesloten zijn. Inzonderheid sedert de herleving van de naticaiaal-Grieksdhe ge dachte, na de onttroning van Honing Ottlo van Griekenland, is het eiland niet meer tot rust gekomen en ontevredenheid over Turksdhen belastingdruk, wanbeheer en mis oogsten bevorderden telkens weer de Hel- leensohe propaganda op hot eiland. Met ijze ren vuist onderdrukte Osman Packa na lan gen strijd den van Griekenland uit aange- moediigdön opstand van 1866. De Porte toonde zich bereid tot hervormingen, ver leende amnestie en kwijtschelding van achterstallige belastingen, en de mogendhe den dwongen ook Griekenland in herbegin van 1869 elke verbinding met Kreta af te breken. Maars reeds in 1878 moest Moefkhtar Paoha nieuwe onlusten dempen. Het Octo berverdrag van Halepa kwam tot stand. De Turksche beloften bleven echter grooten- deels onvervuld. Erger nog, de Porte hief het Halepaverdrag op en verving het door eene de rechter van de Kretensasche natio nale vergadering beperkende grondwet. Xn 1896 brak een nieuwe opstand van de christelijke bewolking uit. De mogendhe den kwamen tus&chen beide. Een verzoenend gesteld irade van den sultan, met eene reeks oonoeesiën, werd door do nationale vergade ring aangenomen. De uitvoering deed ech ter nieuw© wrijvingen ontstaan, en im heb begin van 1897 kwam het tot vijandelijkhe den. Weldra vlamde de opstand in het ge heel© eiland weder op. Verdrijving "van de Tnrtóen en vereeniging met Griekenland werden openlijk ails doel verkondigd. Den löen Februari landde de Grieklsdh© kolonel Vassos met 2000 man bij Platania en verkon digde in eene proclamatie, dat Koning Georgios bezit nam van het eiland. Nu pro testeerden echter d© mogendheden, en de admiraals van de voor Kreta liggenlde vreem de eskaders zetten matrozen aan land. Die werden spoedig afgelost doocr troepen van de landmacht. Een incident in Kandia leid de tot eene uitbarsting van wanhoop van de daar gOlvctetógd© mohammedanen. Den 6en September 1898 kwam het tot een bloe dig straatgevechteenige honderden Chris tenen, waaronder ook do Engelsohe consul met zijn gezin, werden afgemaakt. Het voor val leidide tot den aftocht van de Turksche troepen. Den 16en October 1898 verlieten de Turksche veroveraars na eene eeuwen lange heerschappij het eiland, en de vreem de admiraals stelden de mohammedanen op Kreta onder hunne bijlandere 'bescherming. De beschermende mogendheden hadden vroeger reeds de benoeming van den Griek- schen prins George tot gouverneur-generaal verlangd. Den 14en November droegen zij aan prins George als hun commissaris hot bestuur van het eiland op onder hunne mili taire bescherming. D© prins aanvaardde dit, ambt den 21en December en bekleedde het tot September 1906. Kreta kreeg oen zelf standig bestuur, onder erkenning van do souvereiniteit van Turkije. Maar de wensch naar vereeniging met Griekenland bleef le vendig onder de bevolking. Prins George, die aan dezen wensch geen voldoening kon verschaffen, ondanks zij no 'bezoeken aan de EurOipeesohe hoven in 1901 en 1904, 'ver loor zijne populariteit. Ziware belastingdruk deed de ontevredenheid toenemen, en zoo kwam het in 1905 op nieuw tct den op stand Er ontwikkelde zich eene levendige beweging: ten gunst© van' de annexatie; de Kamer verlangde haar eenstemmig. Het kwam tot vele botsingen tusscheu het op gewonden volk en de gendarmerie, de be schermende mogendheden lieten den staat van beleg afkondigen en eerst omstreeks half November werdi de opdtaind gedemipt. We derom was de wensch naar vereeniging met Griekenland onvervuld gebleven. Den 2öen September 1906 nam prins Geonge afscheid Van Kreta en keerde terug naar het Grieksche vaderland. Zijn opvolger was Zaimis, een staatsman van rijpe erva ring, dia minister-president in Griekenland is geweest. De mogendheden, die de be schermers van Kreta zijn, hebben hem niet lang geleden het getuigenis gegeven, dat hij met beleid on omzichtigheid zijn ambt ver vult; zij hebben het besluit genomen om hunne troepen geleidelijk terug te roepen. Van iederen staat is nog slechts een detache ment van 250 man aanwezig, zoodat de vreemde troepen thans niet meer dan 1000 man sterk zijn. Nu heeft de orisis, die de handelingen van Bulgarije en Oosten rij k- Hongarije 'hebben doen ontstaan, de Kre tensers aangespoord om hun steeds levendig gebleven wensch naar vereeniging met Grie kenland door de daad tot vervuiling te brengen. Als ook ditmaal daartegen beden kingen worden vernomen, dan betreffen die minder de daad zelve, dan dè vraagWat zal er nog volgen? Duitschland. De eerste vrouwelijke studente, zijn thans, krachtens eene ministerieel© beschikking, bij d© universiteit te Berlijn ingeschreven op gelijken voet als de mannelijke. Dit is met eenige plechtigheid' geschied. De rectoa* be groette ais huisheer van de universiteit a© dames, die tot dusver slechts ah gasten wa ren opgenomen, als dochters des huizes en begroette hen als academische burgeressen met een warmen handdruk. Hij noemde de eerste inschrijving van vrouwen het begin van een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de universiteit en vooral van de vrou wenbeweging, die hiermee een van do doel einden waarnaar zij ri.reefde, had bereikt. Op de werkelijke beteeKenis wiide hij thans niet ingaandie kan trouwens slechts de toekomst leeren. De eerst ingeschrevene vrouw is n\ej. Ag nes Hernack, de dochter van den kerkhisto ricus en directeur van de Koninklijke biblo- theek, prof. Adolf Harnack. België. .'russel, 10 Oct. De Belgische sectie der Hcl'l andsch-Belgische ooanmiesie kwaan heden tot overeenstemming ten aanzien van het exequateur, de rechtspraak, de verla ging der posttarieven en de bescherming van den intellectueeJen eigendom. Het moeren- deal der onderzochte vraagstukken is op den g oden weg der verwezenlijking. De secties zullen van 1526 kiezer bijeen komen in de zaal der Eerste Kamer der Staien-Generaal. Brussel, 10 Oct. Het internationale congres van socialistische dagbladschrijvers heeft besloten een internationaal jaarboek van de socialistische pers uit te geven. Het voorstel om een telegraaf- en telefoonagent schap voor socialistische mededeelingen op te richten, werd als voorbarig verworpen. Het congres besloot elk jaar te Brussel bij een te komen In eene vergadering, die heden avond ge houden werd in het Volkshuis, spraken tal rijke sprekers van alle nationaliteiten over de rol van het socialisme in de handhaving van den international au vrede. De gedelegeer don van de Turksche socialistische partij ver zocht de arbeiders van de gansche wereld te beletten, dat het tegenwoordige diploma tieke complot het nieuwe Turkije zou ver nietigen. De Bulgaarsche afgevaardigde ver klaarde, dat het Bulgaarsche volk niets te winnen heeft bij de onafhankelijkheid. Ad- Ier, de Oosten rij ksche afgevaardigde, spre kende over de inlijving van Bosnië en Her- zegowina, zeide, dat die inlijving een bron van conflicten tusschen Hongarije en Oos tenrijk kan worden, en verklaarde, dat de s<x; ia listen er tegen zullen protesteeren in dc delegatiën. De vergadering nam eene motie aan, waarbij de socialistische partijen van de .verschillende landen worden uitge- noodigd krachtig werkzaam te zijn, opdat de op het congres te Stuttgart genomen beslui ten betreffende den vrede, hunne toepassing zullen vinden in het tegenwoordige conflict. Engeland* Londen, 10 Oct. De Russische minis ter Iswolsky bracht heden namiddag een be zoek aan den Engeischen minister van bui ten la ndSche zaken Sir Edward Grey op het ministerie van buitenlandsche zaken. Hij had met dezen hedenmiddag een on derhoud gedurende twee en een half uur en bezocht daarna nog den hoer Hardinge, jjermanent onder-secretaris van buiten- taudsche zaken. El* is omtrent het bespro ken© geen officieel© mededeel! ng gedaaner bestaan echter gcede redenen voor de mèe- ning, dat deze voorLoopdge gedachten wisse ling hoop geeft op een bevredigende oplos sing van de hangende quaesties. Morgen zal Iswolsky bij den Koning di- nceren in Buckingham Palace en daarna weder ©en samenkomst hebben met Groy en Morley. Een latere conferentie zal nog plaats hebben op het ministerie van bui tenlandsche zaken. Denemarken. Kopenhagen, 11 Oct. De Koning heeft zijne goedkeuring gesohonken aan de volgende lijst van ministers Neergaard, thans minister van financiën, wordt minister-president en -minister van landsverdediging. De minister van ©ere dienst Enevold Soerensen, de minister van justitie Hoegsbroe, de minister vau verkeer Jonsen-Soend'emis, de minister van land bouw Amders Nielsen behouden hunne por tefeuille. De Deensche gezant te Weenen graaf Ahlefeld ivaurvig wordt minister van buitenlandsche zaken, directeur Klaus Berusten minister van binnenlandsche za ken, de Oosten rijksok-Hongaarscke vico- consul Johan Hansen minister van handel en scheepvaart en de regeeringspresident te Aal borg Braun minister van financiën. D« inlijving van Bosnië en Hsrzsgow'aa. Budapest, 10 Oct. In de commissie voor de buitenlandsche zaken van de Oos- tenrijksche delegatie verklaarde minister baron Aehrenthal in antwoord op de gis teren gehouden redevoeringen, dat Oosten- rij k-Hongarije ten opzichte van Servië met vriendschappelijke gevoelens bezield is en niet zal nalaten dit metterdaad te toonen. De regéering is van plan ter gelegenheid van de bijeenkomst der Donau-couventie voor te stellen, dat.ook Bulgarije en Servië in deze commissie vertegenwoordigd zullen worden. Oostenrijk-Hongarije zal ook zijn toestemming verleenen tot internationals regeling van de Donau-scheepvaart aan de IJzeren Poort en bij Braila. Er worden ver trouwelijke besprekingen omtrent deze quaes- tie gehouden met Rumenië, den intiemen vriend van Oostenrijk. De minister consta teerde, dat ondanks de welwillende hou ding van Oostenrijk-Hongarije er zich een vijandelijke strooming tegen ons openbaart in Servië. Tengevolge van de geruimeu tijd onderhouden agitatie in Bosnië en Herze- gowina bracht de tijding van de inlijving groote opgewondenheid, men zou kunnen zeggen algemeen© geestverbijstoring te Bel grado teweeg. Naar aanleiding van de ge nomen militaire maatregelen en de opgewon denheid. die te Belgrado heerscht, vroeg Oostenrijk ophelderingen. Ofschoon de Ser vische regeering geantwoord heeft, dat deze maatregelen geen aggresief karakter hebben, moet Oostenrijk toch met. groote oplettend heid het oog houden op do handelingen van de Servische regeering. Oostenrijk kan niet toelaten, dat de agitatie in Bosnië en Herze gowina nog krachtiger wordt voortgezet. ,,0nze houding tegenover Servië zal geheel afhangen van de houding van Servië tegen over ons". De minister verklaarde ongegrond het verwijt, dat hij het. Berlijnsche verdTag ge- schonden heeft. Dat Verdrag bevat geen woord over de so uveredn itritsredhten van den sultan. Graaf Andrassy heeft, toen hij uitdrukkelijk verklaard© zich te belasten mot de bezetting van Bosnië alleen wanneer die onbepaald was, willen zeggen, dait wij Bhendo cn Hcrzegowina niet meer zullen verlaten. Allbe mogendheden waren daarover voldaan en slechts uit welwillendheid jegens den sultan is de inlijving niet verklaard. Door af te zien van de capitulation, erken den de mogendheden, dat. wij in de bezette gewesten eene volledig© en werkelijke sou vereiniteit uitoefenden, die wij in eene uit drukkelijke souvereiniteit (hebben veranderd, nu wij plan Ldbben eene constitutie aan die gemeten te geven. Wij zijn altijd van mooning, dat deze kweet ie Voornamelijk Turkije aangaat ou ook met Turkije moet worden geregeld. Wat het protokol van 13 Juli 1878 be treft, waarin de Oostenrijksohe gedelegeer den zich tegenover de Turksche verbonden, dat de bezetting slechts voorloopig zou zijn, graaf Andrassy heeft dat protokol slechts onderteekend onder de pressie van Turkije. Maar dat protokol is afgeschaft door do overeenkomst van Konstantinopel van 21 April 1879, waarin geen aprake meer is van eene voorloopige bezetting. De minister constateert vervolgens, dat de commissie de ontruiming van het sand jak Novibazar heeft goedgekeurd, en herhaalt, dat die ontruiming definitief zal zijn. Do regeering wilde bowijizen, diat Dosten rijk aan Turkije het werkelijke bezit! van dtie provincie, die door het Berlijnsche verdrag in 't leven geroepen is en sedert dertig ja- reu door Oostenrijk is verdedigd, heeft wil len teruggeven. D© minister releveert, dot de Oositenrijlk- 6clie regeering reeds tijdens de onderhande lingen over den sand jaikepoor weg geneigd' was met Turkije te onderhandelen over do kiwestio van d© garnizoenen in het samidljafc om to bewijzen dat het spoorwegplan vol strekt niet door agressieve bedoelingen was ingegevenDe opmetingsiwerken zijn bijna voltooid in het najaar zal het plian worden uitgewerkt. Don zal men moeten zien of wij ons zullen kunnen verhanden heb plan uit t© voeren en eventueel met financieel© midd©- le te steunen. Als Turkije dat wenedht, dan zal dat aan onze belangen beantwoorden. Wat de verschillende bepalingen van art. 29 van het Berlijnsche verdrag betreft, het welk Montenegro verbiedt een oorlogsviag aan te nemen en oorLogsschopen in zijn© ha vens te laten binnenkomen, heeft de minis- ter zich in betrekking gesteld met de andere kabinetten. Hij verklaart zich bereid soau- mige bepalingen prijs te geven, waarin Mon tenegro altijd eene vermindering van zijne souvereiniteit heeft gezien en die niet ge schikt zijn de betrekkingen met dien staat te verbeteren, waarvoor wij groote sympathie koesteren. Sprekend over de tegenwoordige beweging in Turkije, herhaalt de minister nogrmaale, dat hij met voldoening de gematigdheid en de wijsheid opmerkte, waarin de beweging tot dusver is geleid. Do minister wijst met kracht het verwijt af, dat er verband zou bestaan tussdhen de inlijving van Bosnië en de onafhankelijik- verklaring van Bulgarije. Hij zet do ver keerde gevolgen uiteen van de Bulgaorsche spoorwegEaail;die niet alleen de rechten van Turkije raakt maar ook de belangen van de OricntspoorwegimaateohappijHij herhaalt, dat de regeering terstond hij den aanvang van het conflict" heeft geprotesteerd bij de Bulgaarsche regeering en zich heeft aange sloten bij het Russische voorstel om do zaak DOOR 42 S. R. CROCKETT. Uti tirt Sohotoch ctrtmald Doon J. P. WESSBLINK—VAN R0S8UM. De partiji hadJ plaats, maar Oairus had! misgeraden. Tom en Vic kwamen alleen. D© band, di© tusschen .hen bestond was zoo hecht als men die tusschen broeder en zuster kon denken. Zij. waren de beste vrienden cm Tom was gewoon te zeggen, dat hij; meer voor Vio zou doen dan voor eenig meisje, een -bewering die hij' dien laats ten tijd min der dikwijls verkondigde, dan zijn gewoonte was geweest. -Het is moeielijk uit te maken of Carus meer teleurgesteld of meer ver licht was. Vic had zich echter heel zeker niet te beklagen, over de voorkomendheid barer cavaliers. Tofch coquetteerde zij niet veel met Carus. Vic geleek veel meor op een knappen, jongeren broeder, dien de jongelieden voor het eerst de stad wezen, dan op een jonge dame van voorname familie en opvoeding, die iets ongewoons de©d. Zij was vroolijk ©n opgewekt en Tom was trotse lx op haar uiter- uik., Eén keer werd er slechts iets gezegd, dat Carus een kleine kans gaf de vraag, die hem na aan het hart lag te doen. Zij sloegen een dans gade, waar de ijver zeker aJle bevallig heid had weggenomen. Vic zag Tom met een ondeugend Lachje aanl: „Wij kennen iemand, die al deze lied©n in de öcbadluiw zou stellen!" zeide zij. Tom keek verlegen en een. blos kwam langzaam op zajin wangen. „iSil, Vic," zei hiji snel. „Je weet, dat ze van schaamte in den grond zou zinken, a.ls zij' vermoedde, dat iemand er iets van wist het is niet eerlijk." „Wie bedoel je?" vroeg Carus levendig. „Is Tiet juffrouw Martin?" Tom zag hem ©en ©ogenblik aan proestte het oogtenblikteiij.k. uit, zelfs Vic .lalaht© vroo lijk achter haar zakdoek. „Ja ja," zei Tom, toen bijl wat bedaar- die. „Natuurlijk is heb juffrouw Martin. „Ha! ba! ja natuurlijk. Nu Vic, het is geen wonder, dat Darroch den laatsten. tijd zoo- voel bij ons in huis komt. Hij. sluipt rondi om een kans te krijgen juffrouw Martin het hoofd op hol te brengen in de leerkamer-" Maar het noodlot was vriendelijker, of (zooals het geval kon zijn) wreedor voor Ca rus dan zijn vrienden Tom en Vio. Toen hij 's avonds in zijn hotel terug kwam lag er een groote, vierkante brief op zijn tafel. De vorm van het epistel, de groote hoekig© letters, die geleken op do hoo rnen van een woud, die door een storm wa ren neergeveld, verrieden haar Genade van Niddisdale. „Grootmoeder schrijft altijd, alsof zij een wrok heeft tegen pennen en papier!" zei Carus glimlachend, terwijl hij het. groote, vierkant© enveloppe in zijn hand nam. Op een plaats was de pen regelrecht door het papier gegaan, en op een andere was een inktvlek, waar de onzacht gedireven pen met groote verwoesting was uitgespat. „Carus", zoo begon hare hoogheid gewoonlijk zonder verdere bijvoeging, „ik kom in de stad. In d©n tuin is op het oogemblik niets te doen, en ik tairt zelfs den wetentfch appel ijken Schotsohen tuinman in de eerste 2 maanden,' iets verkeerds te doen. DaarOm kom ik zelf eens zien of je je goed' gedraagt en of je mijn raad hebt opgevolgd. Heb je je plicht daar gedaan en liadt je er p lei zier in? Ik hoor, diat ziji een mooi meisje is, en een Waarmede men voor den dag kan komen. Ik moot haar zien. Kom mijl morgen opzoeken in Scotstar- vit-House; als ik nog niet beneden ben, wacht dan op mij." D© brief eindigde plotseling, zonder on- der teekend ng, even als hij: zonder aanhef was begonnen Weer glimlachte Carus. „Grootmoeder is ongerust, ze wil we ten wat vader in zijn schild voert en zelf een oordeel vellen over de familie Torphi- cham." Toch was hij den volgenden morgen vroeg op en in plaats van berouwvol bloemen te sturen aan Ethel, die hij don vorigen avond koel had verlaten, moest hij noodzakelijk naar Sfcotstarvifc-House en een bouquet aan zijn grootmoeder zenden. Carus wist wol, dat zij hem om deze buitensporigheid zou beknorren, hoewel de oude dame er tch door gestreeld zou zijn. Zoo besteedde hij ©en ge deelte van een harer eigen banknoten aan den mooi sten bouquet, dlie maar voor geld. te krijgen was -bij Solomon in Piccadilly, en ging daarmede naar het westelijk deel der stad, zich niet schamende, zooals hij voor Ethel's veel eenvoudiger ruiker had gedaan, maar openlijk iedere» kennis t-oelachende en als het ware hunne opmorkingen uitlok kende. „Hallo, Darroch, heb je speciale volmacht gekregjon?" riep zijn vriend Ar dlie Mac Cul- lock van de trap dter club, waar hij' het beste dool van den diag doorbracht. „Neen1," zei Carus vriendelijk, „ik ga deze bloemen aan mijn grootmoeder bren gen 1" Hijl gdngi verder, genietende van het luidl uitgesproken ongeloof zijns vtriends. In Scot- stairv.it-Hou&e schreef bijl op een kaartje: „Met hartelijk© groeten Van Carus aan zijm oudste en eenige vriendin." „Wilt u op antwoord wachten mijnheer?" vroeg de knecht. „O, neen', James," zei Cairus, die bij alle bodiendtem in een goed blaadje stond. „Ik kom om elf uur terug om haar Genade mijn. opwachting te maken." Precies om elf uur stapte Carus uit het rijtuig voor de deur zijner grootmoeder. De oude {lame was nog niet beneden, ©n dus werd Carus in haar boudoir gelaten. Hij verdreef don tijd door in eenig© pittige ro mans te bladeren, die op de tafels en stoelen verspreid lagen in gezelschap van een maand schrift over rozen en een tuinbouwkundig blad. Weldra vernam hij de etem van haar Genade van Niddisdale, zooals de tooneeldi- rekteur zou zeggen „achter de schermen." „Als ik do oorou van dien ©wazen knaap niet wasch zijn geld te verspillen, on meer dan waarschijnlijk het mijne, met bloe men te koopen voor ©en oude vrouw die zoo blind is als een mol, en met een neus die nergens v©or dient, dan zich in zaken van anderen te steken wacht maar tot ik hem te pakken krijg." De deur ging open eai zijn grootmoeder trad binnen voortdurend zoo luid mogelijk knorrende. „O, jou schavuit" begon ze terwijl zij op den drempel bleef staan en Carus met haar knokige wijsvinger dreigde j© docht een oude vrouw in heb ootje te nemen. Ik! weet Ibest wat er van te denken als jong© mannen goede, gouden tientjes besteden aanl bloemen voor hun grootmoeder. Je wil wat van mij! hebben, jou vagebond). Kom geef miji een kus en laat ik je aam je ooren trek ken. Daaraai mag je mijl vertellen wat heb is. Hdb je alles al uitgegeven? En nu heb je nog meer moodig Wat, is het diat nietDan kan je mij vertellen wat het is. Heb je jö zelf als een dwaas aangesteld' en wi.li je nu, j dat ik je weer uit d© moeilijkheid help? j Welnu, ik zal mijn best doen. „Neon, neen, grootje," zei Carus lachen de,- „werkelijk ik verlang mets ter wereld! dan can lang, gezellig praatje met u. Mon. heeft er meer aan met u te praten dan met een van die jonge dames u weet, dat het altijd mijn meening is geweest." „Mijn jongen, span je niet in. een valsche getuigenis af te leggen," zei haar Genade, ten hoogste in haar schik; „denk er aan, d'at do Engel die verslag geeft nog geen va- cautie neemt, al doe jij het! Vertel mij nu, hoe gaat het met de lietdesgoschiedenk». Ver tel mij nu alles van haar, en geen compli mentjes meer aan een verdwaasde, oude vrouw met valsche vlechten, en minder dan een half dozijn bruikbare tanden in haar mond Was het verzoek vier en twintig uur vroe ger gedaan, dan zou Carus verlangend en verward zijn goweeot om to antwoorden;. Maar nu was hij volkomen kalm. Wordt vcrrolfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1