nr°. io7.
Maandag 12 October 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
CINDERELLA.
7'" Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Oeurant veraehtfnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bfl de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cent* by voeruitbokaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrjjf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, b{J abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht.
De vereeniging van Kreta met
Griekenland.
Het groote gevaar, dat aan de crisis in liet
Oosten verbonden is, is dat men niet weet
wiat er uit zal voortvloeien. Het Berlijnsche
verdrag wordlt 'blad voor blad stuik gescheurd.
Maar daarbij blijft het niet. Het schijnt,
dat ieder die vorderingen heeft op het
Turksche rijk, het oogenbli'k gekomen acht
can zich eigenmachtig betaling te verschaf
fen. De Kretensers zden de gelegenheid
sdhoon om de rekening, die zij nog bij d©
Porte hadden, zelf te innen, ofschoon hunne
zaak niets met het verdrag van Berlijn heeft
uit te staan. Wat zij hebben gedaan, is als
de handeling van den schuldeischer van
eene banlk, die gehoord heeft, dat de zaak
fout is, en nu in alle haast zdlf zich tracht
te bevredigen om bij eene mogelijke likwi-
datie niet te kort te koanen. Maar niets geeft
recht om te meenen, dat de Porte werkelijk
bankroet is, al is zij voor 't oogeniblik niet in
staat te betalen op d> wijze zooals zij zelf
gaarne zou willen. Daardoor wordt de toe
stand steeds meer verward, en men moet den
Engelschen premier A&quit/k gelijk gewen
wanneer hij zegt, dat zich groote ongerust
heid over de gansohe wereld verspreidt dtoor
„deze schrikbarende opeenvolging van om
verwerpingen
De band, die Kreta, met Turkije veihond,
was in den loop der jaren zeer los geworden,
zoo zelfs dat hij nauwelijks meer merkbaar
was. Sedert cflf jaren heeft de feitelijke heer
schappij van de Turken in Kreta opgehou
den, ail bleef de fictie van het oppergezag
van den sultan daar bestaan. Nu hebben de
Kretensers die fictie te niet gedaan, niet,
zooals de Bulgaren, door zich onafhankelijk
to verklaren, imaar door hunne vereeniging
met Griekenland te proöliaimeeren. Wanneer
tegen de vervulling van deaen lang gieikjoester-
den wensch de Kretensers geen internatio
naal beletsel in dien weg wordt gesteld, wat
voorloopig niet valt te zeggen, dam aal dlo
eiinddlooze reeks opstanden, die sedert 1824
het van ouds vermaard© eiland hebben ge
teisterd, afgesloten zijn. Inzonderheid sedert
de herleving van de naticaiaal-Grieksdhe ge
dachte, na de onttroning van Honing Ottlo
van Griekenland, is het eiland niet meer
tot rust gekomen en ontevredenheid over
Turksdhen belastingdruk, wanbeheer en mis
oogsten bevorderden telkens weer de Hel-
leensohe propaganda op hot eiland. Met ijze
ren vuist onderdrukte Osman Packa na lan
gen strijd den van Griekenland uit aange-
moediigdön opstand van 1866. De Porte
toonde zich bereid tot hervormingen, ver
leende amnestie en kwijtschelding van
achterstallige belastingen, en de mogendhe
den dwongen ook Griekenland in herbegin
van 1869 elke verbinding met Kreta af te
breken. Maars reeds in 1878 moest Moefkhtar
Paoha nieuwe onlusten dempen. Het Octo
berverdrag van Halepa kwam tot stand. De
Turksche beloften bleven echter grooten-
deels onvervuld. Erger nog, de Porte hief
het Halepaverdrag op en verving het door
eene de rechter van de Kretensasche natio
nale vergadering beperkende grondwet.
Xn 1896 brak een nieuwe opstand van
de christelijke bewolking uit. De mogendhe
den kwamen tus&chen beide. Een verzoenend
gesteld irade van den sultan, met eene reeks
oonoeesiën, werd door do nationale vergade
ring aangenomen. De uitvoering deed ech
ter nieuw© wrijvingen ontstaan, en im heb
begin van 1897 kwam het tot vijandelijkhe
den. Weldra vlamde de opstand in het ge
heel© eiland weder op. Verdrijving "van de
Tnrtóen en vereeniging met Griekenland
werden openlijk ails doel verkondigd. Den
löen Februari landde de Grieklsdh© kolonel
Vassos met 2000 man bij Platania en verkon
digde in eene proclamatie, dat Koning
Georgios bezit nam van het eiland. Nu pro
testeerden echter d© mogendheden, en de
admiraals van de voor Kreta liggenlde vreem
de eskaders zetten matrozen aan land. Die
werden spoedig afgelost doocr troepen van
de landmacht. Een incident in Kandia leid
de tot eene uitbarsting van wanhoop van
de daar gOlvctetógd© mohammedanen. Den
6en September 1898 kwam het tot een bloe
dig straatgevechteenige honderden Chris
tenen, waaronder ook do Engelsohe consul
met zijn gezin, werden afgemaakt. Het voor
val leidide tot den aftocht van de Turksche
troepen. Den 16en October 1898 verlieten
de Turksche veroveraars na eene eeuwen
lange heerschappij het eiland, en de vreem
de admiraals stelden de mohammedanen op
Kreta onder hunne bijlandere 'bescherming.
De beschermende mogendheden hadden
vroeger reeds de benoeming van den Griek-
schen prins George tot gouverneur-generaal
verlangd. Den 14en November droegen zij
aan prins George als hun commissaris hot
bestuur van het eiland op onder hunne mili
taire bescherming. D© prins aanvaardde dit,
ambt den 21en December en bekleedde het
tot September 1906. Kreta kreeg oen zelf
standig bestuur, onder erkenning van do
souvereiniteit van Turkije. Maar de wensch
naar vereeniging met Griekenland bleef le
vendig onder de bevolking. Prins George,
die aan dezen wensch geen voldoening kon
verschaffen, ondanks zij no 'bezoeken aan de
EurOipeesohe hoven in 1901 en 1904, 'ver
loor zijne populariteit. Ziware belastingdruk
deed de ontevredenheid toenemen, en zoo
kwam het in 1905 op nieuw tct den op
stand Er ontwikkelde zich eene levendige
beweging: ten gunst© van' de annexatie; de
Kamer verlangde haar eenstemmig. Het
kwam tot vele botsingen tusscheu het op
gewonden volk en de gendarmerie, de be
schermende mogendheden lieten den staat
van beleg afkondigen en eerst omstreeks half
November werdi de opdtaind gedemipt. We
derom was de wensch naar vereeniging met
Griekenland onvervuld gebleven.
Den 2öen September 1906 nam prins
Geonge afscheid Van Kreta en keerde terug
naar het Grieksche vaderland. Zijn opvolger
was Zaimis, een staatsman van rijpe erva
ring, dia minister-president in Griekenland
is geweest. De mogendheden, die de be
schermers van Kreta zijn, hebben hem niet
lang geleden het getuigenis gegeven, dat hij
met beleid on omzichtigheid zijn ambt ver
vult; zij hebben het besluit genomen om
hunne troepen geleidelijk terug te roepen.
Van iederen staat is nog slechts een detache
ment van 250 man aanwezig, zoodat de
vreemde troepen thans niet meer dan 1000
man sterk zijn. Nu heeft de orisis, die de
handelingen van Bulgarije en Oosten rij k-
Hongarije 'hebben doen ontstaan, de Kre
tensers aangespoord om hun steeds levendig
gebleven wensch naar vereeniging met Grie
kenland door de daad tot vervuiling te
brengen. Als ook ditmaal daartegen beden
kingen worden vernomen, dan betreffen die
minder de daad zelve, dan dè vraagWat
zal er nog volgen?
Duitschland.
De eerste vrouwelijke studente, zijn thans,
krachtens eene ministerieel© beschikking, bij
d© universiteit te Berlijn ingeschreven op
gelijken voet als de mannelijke. Dit is met
eenige plechtigheid' geschied. De rectoa* be
groette ais huisheer van de universiteit a©
dames, die tot dusver slechts ah gasten wa
ren opgenomen, als dochters des huizes en
begroette hen als academische burgeressen
met een warmen handdruk. Hij noemde de
eerste inschrijving van vrouwen het begin
van een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis
van de universiteit en vooral van de vrou
wenbeweging, die hiermee een van do doel
einden waarnaar zij ri.reefde, had bereikt.
Op de werkelijke beteeKenis wiide hij thans
niet ingaandie kan trouwens slechts de
toekomst leeren.
De eerst ingeschrevene vrouw is n\ej. Ag
nes Hernack, de dochter van den kerkhisto
ricus en directeur van de Koninklijke biblo-
theek, prof. Adolf Harnack.
België.
.'russel, 10 Oct. De Belgische sectie
der Hcl'l andsch-Belgische ooanmiesie kwaan
heden tot overeenstemming ten aanzien van
het exequateur, de rechtspraak, de verla
ging der posttarieven en de bescherming van
den intellectueeJen eigendom. Het moeren-
deal der onderzochte vraagstukken is op den
g oden weg der verwezenlijking. De secties
zullen van 1526 kiezer bijeen komen in de
zaal der Eerste Kamer der Staien-Generaal.
Brussel, 10 Oct. Het internationale
congres van socialistische dagbladschrijvers
heeft besloten een internationaal jaarboek
van de socialistische pers uit te geven. Het
voorstel om een telegraaf- en telefoonagent
schap voor socialistische mededeelingen op
te richten, werd als voorbarig verworpen.
Het congres besloot elk jaar te Brussel bij
een te komen
In eene vergadering, die heden avond ge
houden werd in het Volkshuis, spraken tal
rijke sprekers van alle nationaliteiten over
de rol van het socialisme in de handhaving
van den international au vrede. De gedelegeer
don van de Turksche socialistische partij ver
zocht de arbeiders van de gansche wereld
te beletten, dat het tegenwoordige diploma
tieke complot het nieuwe Turkije zou ver
nietigen. De Bulgaarsche afgevaardigde ver
klaarde, dat het Bulgaarsche volk niets te
winnen heeft bij de onafhankelijkheid. Ad-
Ier, de Oosten rij ksche afgevaardigde, spre
kende over de inlijving van Bosnië en Her-
zegowina, zeide, dat die inlijving een bron
van conflicten tusschen Hongarije en Oos
tenrijk kan worden, en verklaarde, dat de
s<x; ia listen er tegen zullen protesteeren in
dc delegatiën. De vergadering nam eene
motie aan, waarbij de socialistische partijen
van de .verschillende landen worden uitge-
noodigd krachtig werkzaam te zijn, opdat de
op het congres te Stuttgart genomen beslui
ten betreffende den vrede, hunne toepassing
zullen vinden in het tegenwoordige conflict.
Engeland*
Londen, 10 Oct. De Russische minis
ter Iswolsky bracht heden namiddag een be
zoek aan den Engeischen minister van bui
ten la ndSche zaken Sir Edward Grey op het
ministerie van buitenlandsche zaken.
Hij had met dezen hedenmiddag een on
derhoud gedurende twee en een half uur
en bezocht daarna nog den hoer Hardinge,
jjermanent onder-secretaris van buiten-
taudsche zaken. El* is omtrent het bespro
ken© geen officieel© mededeel! ng gedaaner
bestaan echter gcede redenen voor de mèe-
ning, dat deze voorLoopdge gedachten wisse
ling hoop geeft op een bevredigende oplos
sing van de hangende quaesties.
Morgen zal Iswolsky bij den Koning di-
nceren in Buckingham Palace en daarna
weder ©en samenkomst hebben met Groy en
Morley. Een latere conferentie zal nog
plaats hebben op het ministerie van bui
tenlandsche zaken.
Denemarken.
Kopenhagen, 11 Oct. De Koning
heeft zijne goedkeuring gesohonken aan de
volgende lijst van ministers
Neergaard, thans minister van financiën,
wordt minister-president en -minister van
landsverdediging. De minister van ©ere
dienst Enevold Soerensen, de minister van
justitie Hoegsbroe, de minister vau verkeer
Jonsen-Soend'emis, de minister van land
bouw Amders Nielsen behouden hunne por
tefeuille. De Deensche gezant te Weenen
graaf Ahlefeld ivaurvig wordt minister van
buitenlandsche zaken, directeur Klaus
Berusten minister van binnenlandsche za
ken, de Oosten rijksok-Hongaarscke vico-
consul Johan Hansen minister van handel
en scheepvaart en de regeeringspresident te
Aal borg Braun minister van financiën.
D« inlijving van Bosnië en
Hsrzsgow'aa.
Budapest, 10 Oct. In de commissie
voor de buitenlandsche zaken van de Oos-
tenrijksche delegatie verklaarde minister
baron Aehrenthal in antwoord op de gis
teren gehouden redevoeringen, dat Oosten-
rij k-Hongarije ten opzichte van Servië met
vriendschappelijke gevoelens bezield is en
niet zal nalaten dit metterdaad te toonen.
De regéering is van plan ter gelegenheid
van de bijeenkomst der Donau-couventie
voor te stellen, dat.ook Bulgarije en Servië
in deze commissie vertegenwoordigd zullen
worden. Oostenrijk-Hongarije zal ook zijn
toestemming verleenen tot internationals
regeling van de Donau-scheepvaart aan de
IJzeren Poort en bij Braila. Er worden ver
trouwelijke besprekingen omtrent deze quaes-
tie gehouden met Rumenië, den intiemen
vriend van Oostenrijk. De minister consta
teerde, dat ondanks de welwillende hou
ding van Oostenrijk-Hongarije er zich een
vijandelijke strooming tegen ons openbaart
in Servië. Tengevolge van de geruimeu tijd
onderhouden agitatie in Bosnië en Herze-
gowina bracht de tijding van de inlijving
groote opgewondenheid, men zou kunnen
zeggen algemeen© geestverbijstoring te Bel
grado teweeg. Naar aanleiding van de ge
nomen militaire maatregelen en de opgewon
denheid. die te Belgrado heerscht, vroeg
Oostenrijk ophelderingen. Ofschoon de Ser
vische regeering geantwoord heeft, dat deze
maatregelen geen aggresief karakter hebben,
moet Oostenrijk toch met. groote oplettend
heid het oog houden op do handelingen van
de Servische regeering. Oostenrijk kan niet
toelaten, dat de agitatie in Bosnië en Herze
gowina nog krachtiger wordt voortgezet.
,,0nze houding tegenover Servië zal geheel
afhangen van de houding van Servië tegen
over ons".
De minister verklaarde ongegrond het
verwijt, dat hij het. Berlijnsche verdTag ge-
schonden heeft. Dat Verdrag bevat geen
woord over de so uveredn itritsredhten van
den sultan. Graaf Andrassy heeft, toen hij
uitdrukkelijk verklaard© zich te belasten
mot de bezetting van Bosnië alleen wanneer
die onbepaald was, willen zeggen, dait wij
Bhendo cn Hcrzegowina niet meer zullen
verlaten. Allbe mogendheden waren daarover
voldaan en slechts uit welwillendheid jegens
den sultan is de inlijving niet verklaard.
Door af te zien van de capitulation, erken
den de mogendheden, dat. wij in de bezette
gewesten eene volledig© en werkelijke sou
vereiniteit uitoefenden, die wij in eene uit
drukkelijke souvereiniteit (hebben veranderd,
nu wij plan Ldbben eene constitutie aan die
gemeten te geven.
Wij zijn altijd van mooning, dat deze
kweet ie Voornamelijk Turkije aangaat ou
ook met Turkije moet worden geregeld.
Wat het protokol van 13 Juli 1878 be
treft, waarin de Oostenrijksohe gedelegeer
den zich tegenover de Turksche verbonden,
dat de bezetting slechts voorloopig zou zijn,
graaf Andrassy heeft dat protokol slechts
onderteekend onder de pressie van Turkije.
Maar dat protokol is afgeschaft door do
overeenkomst van Konstantinopel van 21
April 1879, waarin geen aprake meer is van
eene voorloopige bezetting.
De minister constateert vervolgens, dat
de commissie de ontruiming van het sand jak
Novibazar heeft goedgekeurd, en herhaalt,
dat die ontruiming definitief zal zijn. Do
regeering wilde bowijizen, diat Dosten rijk
aan Turkije het werkelijke bezit! van dtie
provincie, die door het Berlijnsche verdrag
in 't leven geroepen is en sedert dertig ja-
reu door Oostenrijk is verdedigd, heeft wil
len teruggeven.
D© minister releveert, dot de Oositenrijlk-
6clie regeering reeds tijdens de onderhande
lingen over den sand jaikepoor weg geneigd'
was met Turkije te onderhandelen over do
kiwestio van d© garnizoenen in het samidljafc
om to bewijzen dat het spoorwegplan vol
strekt niet door agressieve bedoelingen was
ingegevenDe opmetingsiwerken zijn bijna
voltooid in het najaar zal het plian worden
uitgewerkt. Don zal men moeten zien of wij
ons zullen kunnen verhanden heb plan uit t©
voeren en eventueel met financieel© midd©-
le te steunen. Als Turkije dat wenedht, dan
zal dat aan onze belangen beantwoorden.
Wat de verschillende bepalingen van art.
29 van het Berlijnsche verdrag betreft, het
welk Montenegro verbiedt een oorlogsviag
aan te nemen en oorLogsschopen in zijn© ha
vens te laten binnenkomen, heeft de minis-
ter zich in betrekking gesteld met de andere
kabinetten. Hij verklaart zich bereid soau-
mige bepalingen prijs te geven, waarin Mon
tenegro altijd eene vermindering van zijne
souvereiniteit heeft gezien en die niet ge
schikt zijn de betrekkingen met dien staat te
verbeteren, waarvoor wij groote sympathie
koesteren.
Sprekend over de tegenwoordige beweging
in Turkije, herhaalt de minister nogrmaale,
dat hij met voldoening de gematigdheid en
de wijsheid opmerkte, waarin de beweging
tot dusver is geleid.
Do minister wijst met kracht het verwijt
af, dat er verband zou bestaan tussdhen de
inlijving van Bosnië en de onafhankelijik-
verklaring van Bulgarije. Hij zet do ver
keerde gevolgen uiteen van de Bulgaorsche
spoorwegEaail;die niet alleen de rechten van
Turkije raakt maar ook de belangen van de
OricntspoorwegimaateohappijHij herhaalt,
dat de regeering terstond hij den aanvang
van het conflict" heeft geprotesteerd bij de
Bulgaarsche regeering en zich heeft aange
sloten bij het Russische voorstel om do zaak
DOOR
42 S. R. CROCKETT.
Uti tirt Sohotoch ctrtmald
Doon
J. P. WESSBLINK—VAN R0S8UM.
De partiji hadJ plaats, maar Oairus had!
misgeraden. Tom en Vic kwamen alleen. D©
band, di© tusschen .hen bestond was zoo
hecht als men die tusschen broeder en zuster
kon denken. Zij. waren de beste vrienden cm
Tom was gewoon te zeggen, dat hij; meer
voor Vio zou doen dan voor eenig meisje,
een -bewering die hij' dien laats ten tijd min
der dikwijls verkondigde, dan zijn gewoonte
was geweest. -Het is moeielijk uit te maken
of Carus meer teleurgesteld of meer ver
licht was. Vic had zich echter heel zeker niet
te beklagen, over de voorkomendheid barer
cavaliers. Tofch coquetteerde zij niet veel met
Carus. Vic geleek veel meor op een knappen,
jongeren broeder, dien de jongelieden voor
het eerst de stad wezen, dan op een jonge
dame van voorname familie en opvoeding,
die iets ongewoons de©d. Zij was vroolijk ©n
opgewekt en Tom was trotse lx op haar uiter-
uik.,
Eén keer werd er slechts iets gezegd, dat
Carus een kleine kans gaf de vraag, die hem
na aan het hart lag te doen. Zij sloegen een
dans gade, waar de ijver zeker aJle bevallig
heid had weggenomen. Vic zag Tom met
een ondeugend Lachje aanl: „Wij kennen
iemand, die al deze lied©n in de öcbadluiw
zou stellen!" zeide zij.
Tom keek verlegen en een. blos kwam
langzaam op zajin wangen.
„iSil, Vic," zei hiji snel. „Je weet, dat ze
van schaamte in den grond zou zinken, a.ls
zij' vermoedde, dat iemand er iets van wist
het is niet eerlijk."
„Wie bedoel je?" vroeg Carus levendig.
„Is Tiet juffrouw Martin?"
Tom zag hem ©en ©ogenblik aan proestte
het oogtenblikteiij.k. uit, zelfs Vic .lalaht© vroo
lijk achter haar zakdoek.
„Ja ja," zei Tom, toen bijl wat bedaar-
die. „Natuurlijk is heb juffrouw Martin.
„Ha! ba! ja natuurlijk. Nu Vic, het is geen
wonder, dat Darroch den laatsten. tijd zoo-
voel bij ons in huis komt. Hij. sluipt rondi
om een kans te krijgen juffrouw Martin het
hoofd op hol te brengen in de leerkamer-"
Maar het noodlot was vriendelijker, of
(zooals het geval kon zijn) wreedor voor Ca
rus dan zijn vrienden Tom en Vio.
Toen hij 's avonds in zijn hotel terug
kwam lag er een groote, vierkante brief op
zijn tafel. De vorm van het epistel, de
groote hoekig© letters, die geleken op do hoo
rnen van een woud, die door een storm wa
ren neergeveld, verrieden haar Genade van
Niddisdale.
„Grootmoeder schrijft altijd, alsof zij een
wrok heeft tegen pennen en papier!" zei
Carus glimlachend, terwijl hij het. groote,
vierkant© enveloppe in zijn hand nam. Op
een plaats was de pen regelrecht door het
papier gegaan, en op een andere was een
inktvlek, waar de onzacht gedireven pen met
groote verwoesting was uitgespat. „Carus",
zoo begon hare hoogheid gewoonlijk zonder
verdere bijvoeging, „ik kom in de stad. In
d©n tuin is op het oogemblik niets te doen,
en ik tairt zelfs den wetentfch appel ijken
Schotsohen tuinman in de eerste 2 maanden,'
iets verkeerds te doen. DaarOm kom ik zelf
eens zien of je je goed' gedraagt en of je mijn
raad hebt opgevolgd. Heb je je plicht daar
gedaan en liadt je er p lei zier in? Ik hoor,
diat ziji een mooi meisje is, en een Waarmede
men voor den dag kan komen. Ik moot haar
zien. Kom mijl morgen opzoeken in Scotstar-
vit-House; als ik nog niet beneden ben,
wacht dan op mij."
D© brief eindigde plotseling, zonder on-
der teekend ng, even als hij: zonder aanhef was
begonnen
Weer glimlachte Carus.
„Grootmoeder is ongerust, ze wil we
ten wat vader in zijn schild voert en zelf
een oordeel vellen over de familie Torphi-
cham."
Toch was hij den volgenden morgen vroeg
op en in plaats van berouwvol bloemen te
sturen aan Ethel, die hij don vorigen avond
koel had verlaten, moest hij noodzakelijk
naar Sfcotstarvifc-House en een bouquet aan
zijn grootmoeder zenden. Carus wist wol,
dat zij hem om deze buitensporigheid zou
beknorren, hoewel de oude dame er tch door
gestreeld zou zijn. Zoo besteedde hij ©en ge
deelte van een harer eigen banknoten aan
den mooi sten bouquet, dlie maar voor geld.
te krijgen was -bij Solomon in Piccadilly, en
ging daarmede naar het westelijk deel der
stad, zich niet schamende, zooals hij voor
Ethel's veel eenvoudiger ruiker had gedaan,
maar openlijk iedere» kennis t-oelachende en
als het ware hunne opmorkingen uitlok
kende.
„Hallo, Darroch, heb je speciale volmacht
gekregjon?" riep zijn vriend Ar dlie Mac Cul-
lock van de trap dter club, waar hij' het beste
dool van den diag doorbracht.
„Neen1," zei Carus vriendelijk, „ik ga
deze bloemen aan mijn grootmoeder bren
gen 1"
Hijl gdngi verder, genietende van het luidl
uitgesproken ongeloof zijns vtriends. In Scot-
stairv.it-Hou&e schreef bijl op een kaartje:
„Met hartelijk© groeten Van Carus aan zijm
oudste en eenige vriendin."
„Wilt u op antwoord wachten mijnheer?"
vroeg de knecht.
„O, neen', James," zei Cairus, die bij alle
bodiendtem in een goed blaadje stond. „Ik
kom om elf uur terug om haar Genade mijn.
opwachting te maken."
Precies om elf uur stapte Carus uit het
rijtuig voor de deur zijner grootmoeder. De
oude {lame was nog niet beneden, ©n dus
werd Carus in haar boudoir gelaten. Hij
verdreef don tijd door in eenig© pittige ro
mans te bladeren, die op de tafels en stoelen
verspreid lagen in gezelschap van een maand
schrift over rozen en een tuinbouwkundig
blad. Weldra vernam hij de etem van haar
Genade van Niddisdale, zooals de tooneeldi-
rekteur zou zeggen „achter de schermen."
„Als ik do oorou van dien ©wazen knaap
niet wasch zijn geld te verspillen, on
meer dan waarschijnlijk het mijne, met bloe
men te koopen voor ©en oude vrouw die zoo
blind is als een mol, en met een neus die
nergens v©or dient, dan zich in zaken van
anderen te steken wacht maar tot ik hem
te pakken krijg."
De deur ging open eai zijn grootmoeder
trad binnen voortdurend zoo luid mogelijk
knorrende.
„O, jou schavuit" begon ze terwijl zij
op den drempel bleef staan en Carus met
haar knokige wijsvinger dreigde j© docht
een oude vrouw in heb ootje te nemen. Ik!
weet Ibest wat er van te denken als jong©
mannen goede, gouden tientjes besteden aanl
bloemen voor hun grootmoeder. Je wil wat
van mij! hebben, jou vagebond). Kom geef
miji een kus en laat ik je aam je ooren trek
ken. Daaraai mag je mijl vertellen wat heb
is. Hdb je alles al uitgegeven? En nu heb je
nog meer moodig Wat, is het diat nietDan
kan je mij vertellen wat het is. Heb je jö
zelf als een dwaas aangesteld' en wi.li je nu, j
dat ik je weer uit d© moeilijkheid help? j
Welnu, ik zal mijn best doen.
„Neon, neen, grootje," zei Carus lachen
de,- „werkelijk ik verlang mets ter wereld!
dan can lang, gezellig praatje met u. Mon.
heeft er meer aan met u te praten dan met
een van die jonge dames u weet, dat het
altijd mijn meening is geweest."
„Mijn jongen, span je niet in. een valsche
getuigenis af te leggen," zei haar Genade,
ten hoogste in haar schik; „denk er aan,
d'at do Engel die verslag geeft nog geen va-
cautie neemt, al doe jij het! Vertel mij nu,
hoe gaat het met de lietdesgoschiedenk». Ver
tel mij nu alles van haar, en geen compli
mentjes meer aan een verdwaasde, oude
vrouw met valsche vlechten, en minder dan
een half dozijn bruikbare tanden in haar
mond
Was het verzoek vier en twintig uur vroe
ger gedaan, dan zou Carus verlangend en
verward zijn goweeot om to antwoorden;.
Maar nu was hij volkomen kalm.
Wordt vcrrolfd.