bp. tos.
Dinsdag 13 October 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
CINDERELLA.
7"' Jaarganx.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.90.
Afzonderlijke nummers0.09.
Deze Ceurant venehfynt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.90.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 39 cent* bij voeruitbeialing.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrjjf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, b$ abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Voor de opening «Ier zitting van de
Fransche Kanier.
Heden komen de Kamers in Frankrijk
voor hunne najaarszitting bijeen. De grond
wet schrijft voor, dat de volksvertegenwoor
diging, die van rechtswege in het begin van
Januari hare vergaderingen opent, vijf
maanden in het jaar bijeen moet blijven.
Strikt genomen zou daarmee kunnen wor
den volstaan. Maar de arbeid, die valt te
verrichten, is zóó overvloedig, dat het ge
woonte is geworden in het najaar eene bui
tengewone zitting te beleggen, die in den
regel tot de Kerstdagen duurt.
Als voorlooper tot deze buitengewone zit
ting heeft de minister-president Clemen-
ceau te Bandol, een stadje in het
departement Var, dat heim naar den
Senaat heeft afgevaardigd, eene politie
ke rede gehouden, die geheel het ken
merk draagt van eene programrede. Hij
sprak eerst over opvoeding en onderwijs,
naar aanleiding van de inwijding van eene
schoei, waarvoor hij was overgekomen naar
Bandol, maar ging spoedig over tot eene
hoofdvraag van de binnenlandsche politiek,
de verhouding tusschen de uit de radicale
ipartij voortgekomen regeering en de socia
listen. Hij liet zich daarover onverbloemd
uit en betoogde o.a.
De vraag van den dag is niet meer.Re
publiek oif reactie", maar „Republiek of
revolutie." Een revolutionair gevaar kan
slechts door mensclien, die met blindheid ge
slagen zijn, miskend worden. De pogingen
om zich vreedzaam met de revolutionairen
te verstaan, zijn vruchteloos geweest. De
minister-president herinnerde er aan, an
der welke voorwaarden hij bij de mijnwer
kers-staking in het noorden had' beloofd de
preventieve aanwending van de troepen bij
sta.ki ngsbeweg ingen af te schaften en hoe
deze voorwaarden reeds van het eerste oogen-
blik af niet waren in acht genomen. Zijne
IboemnalCge .belofte was dus ingetrokken.
Hij zou zich niet laten afbrengen van zijn
beginsel om de orde met alle veredsohte mid
delen in stand te houdenvooral konden
nevelachtige fraaen hem niet beletten dezen
plicht te vervullen. Hij en zijne medewer
kers zijn zich ten volle bewust, dat zij slechts
werken voor de democratie en kunnen over
de bewaringen van de tegenovergestelde
zijde met fiere verachting zich heenzetten.
Ite verantwoordelijkheid om te keeren en
de regeering aan te klagen, dat zij gewelld
predikt, is een 'kinderachtige toeleg van
de revolutionairen en hunne medestanders.
Overigens heeft hij steeds bewezen, dat hij
er naar streeft met alle krachten de vak
beweging, die ..ustag op haar doel afgaat,
to bevorderen. De Oompagnie générale du
Travail is wel is waar afgeleid van de ver
dediging der ber cepsbelangen door de anar
chisten, die er een schrikbewind uitoefenen,
maar de overgroot© meerderheid van de le
den der vakvereenigingen is voor verstan
dige en gematigde denkbeelden toegankelijk
en daarom is de hoop gerechtvaardigd, dat
de voorstanders van het geweld allengs tot
rust zullen worden gebracht. Om deze reden
is de regeerdng er afkeerig van iets te on
dernemen tegen de Oonfédération als zoo
danig.
Minister Clemenceau brak daarna den staf
over de anti-militaristische beweging, als
eene ziekelijke ontaarding, die weldra uit
het gezonde organisme van de Franscihe be
volking zal worden uiitgeetooten, om ten
plotte den lof te verkondigen van den vre-
desarbeid der republiek. Hij zeide daarvan
„Noch verlaging, nooh tirannie. Het recht
is de eenige deugdelijke grondslag van den
vrede. Dfeee vrede van het recht en van den
arbeid heeft geen grooter voorstander dan
'het Fransche volk en zijne regeering. De
iustclling van onze militaire macht heeft
geen ander doel dan ons in de moeielijke
oogenblikken den steun van eene deugde
lijke sanctie te verleenen, welker noodzake
lijkheid duidelijk dn het oog springt op dit
tijdstip, nu de feiten aan allen den zwak
ken. waarborg openbaren van de intematio-
iia' verdragen tegen de aanvallende stoo-
ten van de macht.
Alle volken wenschen de handhaving van
de vrede, alile regeeringen verkondigen
luid, dat zij vreedzaam zijn, maar, door
eene tegenstrijdigheid, die u ongetwijfeld
moet hebben getroffen, schijnt het maar al
te dikwijils,- dat wij staan aan den voor
avond van bloedige conflicten. Dat komt
omdat soms volken en regeeringen, misschien
zonder het te weten, toegeven aan de platte
hartstochten en de onmatige zelfzucht, die
ai te lang in hen de hoogere drijfveren van
het menschelijk bewustzijn tot zwijgen bren-
sen-
In de moeielijkheden, in de gevaren zelfs
van het huidige tijdhtip zullen wij met ons
gansehe streven, met steun van onze bond-
genooten en vrienden, er toe medewerken
om, voot zooveel dat kan, de tegenstrijdige
belangen te verzoenen, door voort te gaan,
oru.i krachtige sympathie kenbaar te ma
ken voor het volk, dat strijdt voer de in
stellingen der vrijheid.
De vólken komen langzaam, maar zeker
tot het bewustzijn van zich aelfdat is voor
ons dte grootste reden van hoop. Hunne
regeeTingen hebben eene andere taak dan
hen te leiden naar de ontmoetingen op de
slagvelden, maar geen van ons mag deoogen
sluiten voor het bovenal gewichtige feit,
dat er geen persoonlijke en maatschappelijke
vooruitgang kan zijn, als niet de eer en de
waardigheid nauwgezet worden behoed.
Slechts op die voorwaarde zal het werk van
het recht, overal begonnen, zijn loop kun
nen vervolgen."
Duitschland.
Berlijn, 12 Oct. De rijkskanselier
is heden morgen hier van Norderney aan
gekomen.
Schwerin, 12 Oct. De Landdag werd
heden geopend en nam een schrijven van
de Groothertogen in ontvangst, mededeelend,
dat het door de ridderschap gedane voor
stel tot wijziging der grondwet onaanneme
lijk wordt geacht, en het regeeringsvoorstel
op nieuw ter behandeling wordt aange
boden. De Landdag besloot gemachtigden
te kiezen, om met de regeering in overleg te
treden.
Berlijn, 12 Oct. De heden voor den
langen tocht opgestegen ballons hebben,
daar de wind woei uit het zuid-oosten, eene
noord westelijke richting ingeslagen
In het Kanaal bevindt zich eene flottille
Duiteche torpedobooten, om ©ventueele hulp
te kunnen verleenen aan de in noordwes
telijke richting gedreven luchtballons, die
aan den tocht deelnemen.
Frankrijk.
Parijs, 12 October. Do ministers
kwamen hedenmorgen in kabinetsraad bij
een. Pichon gaf eene uiteenzetting van de
staat der zaken in Marokko en in het Oos
ten. De kabinetsraad sprak zich uit voor
een onmiddellijke behandeling der begroo
ting. Indien alle rapporten nog niet gereed
zijn voor de bespreking der inkomstenbelas
ting, zal de regeering eene speciale zitting
ter bespreking van deze kwestie tegen mor
gen vooratellen.
Engeland.
Londen, 12 Oct. Vijf leidsters van
de suffragettes zijn opgeroepen om voor den
rechter te verschijnen, als beschuldigd van
opruiing tot oproer. Deze stap is het gevolg
van een manifest, waarin de suffragettes ver
klaren voornemens te zijn om met geweid
zich toegang tot de vergaderzalen van het
parlement te verschaffen, en het volk op
roepen om hen te steunen.
Noorwegen.
Met het oog op de eerlang te verwachten
i internationale conferentie over Spitsbergen,
I Heeft de Engeleche regeering Sir Martin
Conwav, die bekend is als ontdekkingsreizi
ger in het Noordpoolgébicd, opgedragen een
rapport uit te 'brengen over Spitsbergen,
met bijzondere inachtneming van de poli
tieke beteefcenis van dit thans teerlooz© land.
Sir Martin Conway is bij herhaling op Spits
bergen geweest, o. a. in 18%, toen hij als
leider van eene expeditie het middelste ge
deelte van het westen naar het oosten heeft
doorkruist
Spanje.
Madrid, 12 Oct. Kamer en senaat
hebben heden hunne zittingen hervat. De
Kamer herkoos Dato tot voorzitter.
Oostenrijk-Hori'garije.
Uit Budapest wordt aan de Frankf. Ztg.
bericht, dat het Oostenrijksch-Hongaarscho
legerbestuur, ondanks alle verzekeringen van
het tegendeel, krachtige maatregelen neemt
tegenover de eventueele gebeurtenissen in
Servië. De ministers van buitenlandscho
zaken en van oorlog houden drukke con-
ferentiën met den marine-commandant en
den chef van den generalen staf. Uit Servië
komen berichten van oorlogstoebereidselcu
alle reservisten zijn onder de wapenen geroe
pen en een krijgsraad is bijeen geroepen.
Volgens de informatiën van den generalen
staf, zijn de Serven van plan gewapende
benden, onder aanvoering van officieren,
naar Bosnië en Herzegowina te zenden.
Daarmee staat in verband het bericht van
de afsluiting van alle bruggen over de Save
en van de visitatie der in Agram aankomen
de passagiers; men vreest namelijk voor een
aanslag tegen de spoorlijn Agram-Semlin.
Wanneer de verkregen informatiën nader be
vestigd worden, zal er ongetwijfeld eene ver
klaring van Oostenrijk-Hongarije uitgaan,
dat do verdere toerustingen van Servië als
eene vijandige daad zullen worden be
schouwd. Daardoor krijgt het uitzonden van
de Donau-flottille in volle oorlogsuitrusting
eene groote beteekenis. Tegelijk wordt- voort
gegaan met het onder de wapenen roepen
van reservisten.
-- De uitgezonden Donau-monitors hebben
oene bemanning van 424 man, waarvan 24
officieren en 240 manschappen uit Pola zijn
ontboden. De geheele flottille bestaat uit
twee groote en vier kleinere monitors, be
nevens vier patrouillebooten. Zij hebben 24
snelvuur-kanonnen aan boord. Zij veidoeven
thans bij den Theiss-mond, op weinige Kilo
meters afstand van Semlin. Tot de militaire
voorzorgsmaatregelen tegen Servië behoort
ook de versterking van de grenswachten
langs de Servische grens door infanterie en
gendarmerie. Ook pioniertroepen worden
naar de Servische grens gezonden. Dit heeft
enke1 ten doel verrassingen te verhinderen.
Als er geen nieuw incident opkomt, zal men
zich tot deze voorzorgsmaatregelen bepalen.
D« annexatie van Boanie en
Herzegowina.
Budapest, 12 Oct. De commissie
van buitenlandscho zaken van de Hongaar-
schc delegatie begon heden met de behan
deling van de begrooting van buitenland-
soLj zaken.
Minister Aeh rent hal verklaarde, dat de
regeering in de onlangs door haar genomen
beslissing de staatkunde wilde voortzetten,
3ie dertig jaren geleden dioor Andxaasy is
begonnen. Andrassy was volstrekt niiet van
p'an gebied te verkrijgen, maar achtte het
uoodig maatregelen te nemen tot bescher
ming van de zuidgrens na den oorlog van
1877/1878. Het bewijs is geleverd, dat An
drassy inderdaad in zijne politiek geleid
werd door d© gave van vooruit te zien van
den staatsman.
Sedert zijn vele veranderingen voorgeko
men, die meer en meer aantoonden, dat
eene nieuwe bevestiging van de machtsidee,
door Andrassy 'betreffende Bosnië uitge
sproken, noodzakelijk geworden was en dat
het van belang was op nieuw die bevestiging
uit te drukken om redenen van staatsbe
lang. De inlijlving, die thans wordt uitge
voerd, heeft dan ook zeker niet plaats ge
had ooi gebied te veroveren, maar om den
sints dertig jaren bestaan den toestand te
bevestigen. De inlijving was noodig om aan
de bezette gewesten eene grondwet- te kun
nen geven en ook in het belang van de bui
tenlandscho politiek van Oostenrijk-Honga
rije. Wij willen zonder voorbehoud; het be
ginsel van non-interventie handhavenwij
willen op afdoende wijze de legende vernie
tigen, dat wij zinnen op verovering van ge-
bic buiten datgene wat wij bezitten. Wij
wensohen aan Turkije een nieuw tijdperk
van voorspoed en sucoes. Wij hebben do
vaste hoop, dat onze stap in Konstanfcinopel
zal warden 'beoordeeld in den zin zooals wij
h< bedoelen. Wij zijn bezield door de le
vendige begeerte, dat de vriendschappelijke
betrekkingen met Turkije bevestigd moeten
worden.
De berichten uit Konstantinopel zijn niet
ongunstig. Zij rechtvaardigen de hoop, dat
onze bedoelingen er worden opgevat zooals
wij onderstelden. Er komt in Konstantino
pel eene correcte opvatting aan den dag,
dat eene verandering van krachten, voort
komende uit onze actie, heeft plaats gehad,
maar slechts ten voordeel© van Turkije ten
gevolge van de ontruiming van het sandjak
Nov i bazar. Uit dit oogpunt vormt onze po
litiek zeker een vooruitgang in vergelijking
met den staat van zaken van 1878.
Par ij s, 12 October. Aan de Temps
wordt uit Budapest bericht, dat de Ser
vische Muzelmansch-nationale organisatie in
Bosnië en Herzegowina een manifest heeft
uitgegeven, waarin de grieven tegen de be
zetting van deze twee provinciën worden op
gesomd en een grondwet wordt gevorderd,
ten einde aan het volk het recht van con
trole en wetgeving te verzekeren, waardoor
belet zal worden, dat alles wat het Bos
nische volk betreft, zonder zijne toestem
ming wordt opgelost.
De stamming in Servië.
3elgrado, 12 Oct. De buitengewone
zitting van de skoepsohtina is zoo juist ge
sloten. Het volgende Besluit is met alge-
1 meene stemmen aangenomen: „De skoopeoh-
tina, gehoord de ophelderingen van de re
geering over de maatregelen die zij heeft
I genomen, verwacht, dat een krachtige ijver
I zal worden aan den dag gelegd voor de
bescherming van de 'bedreigde 'belangen dor
natie. Met dit dóell voor oogen, zal dó
skoepschtina de regeering do meest uitgc-
breide steun verleenen."
Belgrado, 12 Oct. In de zitting der
Skoeptsjina vroeg de minister van oorlog een
crediet van 16 millioen dinars ter comjjlo-
I teering der legerkrachten. De vergadering
nam met algemeen© stemmen een motie aan
J goedkeurende de houding van dc rageering
om over alles wat het Servische volk bezit
te beschikken.
Belgrado, 12 Oct. De Skoepschtina
heeft de oredietaanvraog van 16 mil
lioen dinars voor de bewapening der troe
pen naar de financieole commissie gezon
den, en nam daarop het voorstel aanvan
den voorzitter om een broederlijken groet
te zenden aan de Montenegrijnsche Skcop-
öohtina. De voorzitter constateerde de
bewonderenswaardige eenstemmigheid, di©
heerscht in de Kamer, welke gisteren een
motie heeft aangenomen, waarin de hou
ding der regeering wordt goedgekeurd en
al wat het Servische volk bezit tot har©
beschikking wordt gesteld.
Tweedie telegram. Do motie, die
aan de Montenegrijnsche Skoopschtina als
br.ederlijke groet is gezonden door de Ser-*
v.sche Skoepschtina, zegt, dat deze bijeen
is om de verdediging en de toekomst van de
becbeigdo Servische natie voor to bereiden.
Derde telegram. In de heden ge
houden openbare vergadering van de
Skoepschtina werd met algemeene stemmen
de volgende motie aangenomen- De
Skoepschtina, gehoord de verklaringen om
trent de maatregelen, die de Servische re
geering van plan is te nemen, spreekt met
algemeene stemmen vertrouwen uit in de
Koninklijke regeering en verwacht van de
regeering een allerkrachtigst optreden tot
verdediging der bedreigde belangen. Daar
voor stelt de Skoepsohtina de geheele kracht
van het Servische voMc ter beschikking van
de regeering.
Belgrado, 11 Oct. Heden namiddag
hield eene volksmenigte eene 'betooging voor
de woning van den kroonprins. In antwoord
cp de 'hem door de betoogers gebrachte hul
debetuigingen, hield de prins de volgende
j rede: „Waaide broeders, ik ben zeer ver-
I heugo over de gelegenheid, die mij gegeven
I wordt, om mij verbonden te verklaren met
den eenstemmïgen wensch van de geheele
Servische natie. Ik ben er zeer trotsch op
soldaat te zijn en alls do nood komt, hoofd
va. do Servisoho natie. Met u, die wilt strij
den voor het vaderland en voor zijne eer,
zal ik altijd strijden en mijn bloed vergie
ten, gelukkig een zoon te zijn van het Ser
visch© volk, die geurigste bloem van don
SDavoschen ruiker. Leve Ihij, die will sterven
voor het vaderland! Dood aan hem, die zijn
leven niet aan het vaderland wijdt! Leve
het Servische volk!"
DOOB
43 S. R. CROCKETT.
Uit htt Schotach vtriaald
DOOB
J. P. WES8 KLINK —VA N R0S8UM.
„Grootmoeder, het is waar, dlat ik dik-
wijils in Empress Gate ben geweest, maar dat
is in alle oprechtheid alles", zei hij glim
lachend; „het is een aangenaam huis, en
de meisjes zijn ieder cp haar wijze knap.
Ik houd van Tom
„Je kunt den heer des huizes en de aan
staande schoonmoeder verduren! Alles goed
en wel', maar wat ik verlang te weten is, of
je je vadier plezier hebt gedaan en verliefd!
bent geworden op het rechte meisje?"
„Ik ben in htet geheel niét verliefd' gewor
den, grootmoeder", zei Carus, noch om mijn
vader plezier, noch hem displeizier te doen.
Ik mag juffrouw Torphiohan-Stir 1 ing heel
graag ilijdlen, en zij is Heel vriendelijk voor
mij. Zeker heb ik meer van haar dan vain
een dér anderen gemerkt."
„Ik denk, dat de heer Sylvan us dat zoo
schikt, of misschien het meisje zelf. Is het
je wel dóit opgevallen, Carus, dat je een zeer
gewenschte partij zijt?"
„Ik ben blij, dat u er zoo over denkt,
grootmoeder, hét kan mij niet schelen wat
iemaind andere zegt".
„Geen verdiar gevlei, mijnheer", riep de
Oude dame hem nog eens met den vinger
dreigend,en daarbij heb je een uitnemende
titel, wel, hij i9 ouder dan Niddisdale"
Haar Genade kneep in het oor van haar
lieveling en toen Carus deed alsof het hem
pijn deed, zeide zij„Ik heb ie gezegd, wa't
er zooi gebeuren. Maar alle gekheid op een
stokje, ik moet dat gezin Torphiohaai zien,
en wel hoe eerder hoe beter. Ik. zal vanmid
dag met je gaan en de meisjes bezoeken.
Kom mij om vijf uur halen, als je niets beters
te doen hebt".
„Ik zdTTüiets weten, wat half zoo aange
naam was", zef'Carus opgeruimd. Hij hield!
werkelijk van die openhartige en exent.rieke
oude dame. Ziji was dó eenige vriendin en
vertrouwde zijner jeugd' geweest, de trouwe
en stille helpster uit menige schooljongens-
streek, de edelmoedige fee die zijn karige
toelage aan de hoogesohool aanvulde, zoodat
hij kon roeien en lid' wordien van die vereeni-
gingen, die al' het verschil uitmaakten tus
schen het studeeren aan een hoogeschool en
het student zijn.'.
Precies om vijf uur was Carus weer in
Scotstarvit-Heuse. Zijn grootmoeder was reeds
gereed, en het rijtuig stond te wachten. Ca
rus die van groote koetsen een afkeer had,
zou een ooupé hebben verkozen, maar bij' do
©erete zinspeling stoof haar Genade van Nid
disdale op. „Dónk je," riep zij, „dat ik
mijn oude beenderen toevertrouw aan zoo'n
ding waaruit ieder ©ogenblik de bodem kaai
vallen en je zelf op straat wordt geworpen
als stroo, dat van een wagen valt?"
Timson opende de deur. Daar hij reeds in
verscheidene families had gediend kende hij
het livrei van Niddisdale en cvenzoo het ka»-
rakter van Haar Genade. Toch was hij een
weinig zenuwachtig door haar snellen en g)e-
biedendón toon. Snel nep hiji vooruit om
Carus en zijn grootmoeder naar boven te
geleiden.
„Be6te man, niet zoo gauw," riep de oude
dame. „Als je zoo oud bent als ik, zal j©
aan je laatste uur gaan denken, wanneer je
een trap beklimt!"
Daardoor ging het gezelschap langzaam!
naar boven. Timson die verlangend' was, dat
het mooiste vertrek zulk een gast zou ont
vangen, en een licht ziende in de groote ont
vangkamer, wierp de deur open maar in een
oogweuk ziende, wat er aan het andere ein
de van de kamer plaats had', zou hij de deur
weer even snel hebben willen sluiten.
Maar dó onstuimige Genade van Niddis
dale, duwde .hem- op zij tegelijkertijd een
teeken gevende te zwijgen. Onder eenige
hoogte lampen, die haar glans op haar hoofd
deden neeretroomen, danste een jong meisje
geheel alleen. Een. weinig naar achteren en
verborgen door de .laanpen., stond een oudó,
in elkaar gedoken man, zijn boenen bewe
gende alsof hij; er naar verlangde zich bij
zulk een schoone danseres te voegen. De kin
van den dansmeester zonk op zijn borst, en
koeseterde de viool op wier muziek het. meis
je danste. Bevallig en met geheel© ©vergave
en gloed' danste zi^, met al het onsohuldig
genot van volmaakte gezondheid en uitne
mende oefening.
Carus zag over dó schouders van haar Ge
nade. Hij haalde snel adem, terwijl hij keek
en zijn hart klopte hevig. De godinnen wa
ren hem gunstig geweest. Dit was het meisje
dat hij in den Schemer op de trap had ge
zien. Mot een snelle, diepe 'buiging en een
flikkering van sierlij;ke schoentjes was de les
over.
„Bra.vo[" riep die kleine Franoohman rid
derlijk, zijn viool en strijkstok in oen hand
nemende, liet hij zich een beetje stijf maar
toch nog altijd hoffelijk op een knie neer.
Ik maak u oprecht mijn compliment, made
moiselle., ik kan u niets meer loeren. Sta
miji toe, dat ik uw hand! kus. Het is vol
maakt-prachtig.
„Bravo ja werkelijk bravo!" stemde haar
Genade in van af dó duisternis der deur,
waar de bezoekers verborgen waren geble
ven; onder het spreken trad zij naar voren
en stak haar hand uit.
„Ik wist niet, dat er in Londen iemand
was, die enkel uit liefhebberij met zulk een
geest en bevalligheid! danste, wel mijn
lieve, giji zijt een schoonheid' of zult het spoe
dig worden. Is dit je juffrouw Ethel, jonge
man!"
Zij wendde zich tot Carus, die als aan dón
grond vastgenage'df stond en geen wóórden
kon vinden om te antwoorden.
„Neen, grootmoeder,brajcht hij. eindelijk
stamelend uit, „het is geloof ik juffrouw
Martin, de huisonderwijzeres!"
„De huisonderwijzeres," riep haar Ge
nade. „0, joif schelm Ho© het. zij, zij. is eenl
bekoorlijk meisje."
Ondertusschen had de oude Fran&chman
buiging na buiging gemaakt. Ook hij kende
de hertogin van Niddisd'aile van aanzien,
daar hij in het grijze verleden den tegen-
wöordigen hertog met buitengewoon onbe
vredigend succes de passen had geleerd.
„Ik vraag uw Genade verschooning,"
zeide hij, „maar deze zoo begaafd© jonge
dame is niet juffrouw Martin, maar juf
frouw Hestor Stirling, de nicht der jongo
dames va.n dezen huizo!"
„Wat, mijn lieve!" riep de hartstochte
lijke, oude diaime, „zyit gij de dlochter van
Isabel Stirling!?"
„Ik ben haar kleindochter," antwoordde
Hester kalm.
„Maar lieve hemel, wat dóet gij hier?"
vervolgde zij, naar de blozende wangen zien
de en het kleine voetje dat voortging ge
jaagdheid te toonen' door snel op den vloer
te trappelen.
„Lady Torphiohan.Stirling is mijn tam-
te, mevrouw," zei Hester, hepende spoedig
weg te kunnen komen, „haar echtgenoot is
mijn voogd. Neg tot kortgeleden werd ik op
gevoed dóór vriendelijke lieden xn Schotland.
Ik ben hier nu sinds drie jaar. Miijn oom
liet mij kernen ik heb de beste ondórwij1-
zers. Het is een groot voorecht.
„Ik heb u te voren nooit gezien," viel
Carus in, „gij kunt do kleine Hester Stirling
toch niet zijn, die ik piakht te zien 'bij den
predikant van het kerspel St. John. Wat zijt
gij gegroeidWaar hebt ge u altijd verstopt,
telkens als ik hier kwam Verlangdet gij er
•niet naar een oud' vriend1 te ontmoeten?"
„Ik ben mocetal in de leerkamer met de
kindoren," zei Hester bedeesd, „maar ik heb
u dikwijls op een afstand, gezien."
„Mijn lieve," zei de hertogin, ,,gij moet
mij onmiddellijk komen opzoeken, ik wil
op u toezien terwille uwer gjrootmoeder. Zij
was eeni zeer goed© vnendin van mij'. En
bovendien komaan, wacht maar totdat ik
je eens fn de kloeren heb gestoken, dat is
alles'" De laatete zin werd1 w*> zacht uitge
sproken, dat Carus hem slecht kon verstaan.
\Vutdt vervolgd.