1°. 13©.
7"' Jaargang.
Dinsdag 3 November 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
CINDERELLA.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligp bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende de volwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethomiert? der gemeente
Amersfoort brengen ter kennis van de belang
hebbenden, dat een. afschrift van den uitslag der
verkiezing in het kiesdistrict Amersfoort, betrek
kelijk de verkiezing van een lid' voor de provin
ciale Staten van Utrecht in dat district, is aan
geplakt aan de bergplaats, staAnde aan den-
Westsingel wijk E, no. 13, nabij het Raadhuis
en een afschrift ter Secretarie ter inzage neder -
ligt.
Amersfoort. 2 November 1908.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STEN EERT KltOESE. WUIJTIERS.
IJ K.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter algemeene kennis, dat het goedkeu-
ringsmerk, bij den ijk en herijk van maten en
gewichten gedurende het jaar 1900 te beugen,
zal zijn de letter r in den gewonen- schrijfvorm.
Bij den ijk en herijk van gasmeters de Konink
lijke Kroon en dat- als merk bij eerste stempe
ling aan hot ijk kantoor te Utrecht zal gebezigd
worden het cijfer 14.
Amersfoort-, 2 November 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS.
KEURING VAN VISOH.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
krengen ter openbare kennis, dat de keuring
van visch,, te beginnen met Donderdag 5
November a. s., zal plaats hebben des morgens
te 8 ure.
Amersfoort, 2 November 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROIESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De groote «lag in <ie Vereenigde
Staten.
Hot is heden de groote dag voor de Ver
eenigde Staten van Noord-Amerika. Het
zal van de beslissing van het college der 483
kiesmannen afhangen, wie de volgende vier
jaren het presidentschap der groote Staten-
republiek zal bekleeden Taft of Bryan.
De vooral in de laatste week met veel ani
mo gevoerde strijd op de bekende Ame
rikaan sche manier met tailooze reuzenmee-
tings en reuzenreclame tusschen den re-
publikeinschen candidaat Taft en den de-
mocratischen Bryan zal ditmaal in de aller
eerste plaats daarover te beslissen hebben
of de regeering van het Amerikaansche volk
voldoende maatregelen treffen kan, opdat de
huishouding der natie niet geheel en al door
een zich steeds meer oplioopend reuzenkapi-
taal in boeien geslagen en uitgebuit worde.
Dat is het eigenlijke doel van den ver
kiezingsstrijd. En wat zeldzaam isde be
trokken partijen houden beide met eenen aan
den volke vertoonden afkeer van de trusts
een formeelen wedstrijd. Elk beweert den ze-
kersten waarborg te geven, dat eindelijk het
ingrijpende middel tegen de trusts zal wor
den aangewend. Zeldzamer is echter nog dat
de bekende onthullingen van Hearst, den
krantenraagnaat, die na zijn uittreden uit de
democratische partij, hoofd der onafhanke
lijkheidspartij is geworden en thans zoowel
republikeinen als democraten bestookt, bei
de partijen op de meest beschamende wijze
aan de kaak hebben gesteldvan leidende
persoonlijkheden aan beide zijden werd bewe
zen van de meest gehate van alle trusts geld
ervoor te hebben aangenomen, dat ze voor de
politieke belangen van de trust en zouden
zorgen. De republikeinen hebben wel is waar
draconische strafmaatregelen tegen de trusts
uitgovaardigd on zelfs is eens de petro-
leumtrust tot een geldboete van 29 millioen
dollars veroordeeld. Maar de democraten
blijven niet in gebreken er op te wijzen dat
men dit vonnis nooit heeft kannen voltrek
ken. Het reu zenkapitaal weet hoe men met
de Amerikaansche rechtbanken omspringt.
De eenig aanbevelingswaardige maatregel
tegen de trusts, volgens de democraten
en hier komt men tot het tweede gewichtige
punt van het programma van den verkie
zingsstrijd zou de verlaging zijn van het
tarief van invoerrechten, achter welks mu
ren de particuliere monopofisten hunne af-
persingsprijzen handhaven. De republikei
nen gaan daarop echter niet in. Zij vormen
de partij der hooge beschermende rechten
wanneer ze op hun programma de herzie
ning van het tarief hebben geplaatst, dan
zal dit wel niets anders beduiden dan oen
leuze, die later als oude plunje wordt afge
dankt. De democraten beweren dan ook dat
in het geheim een overeenkomst Cüaschen
de trusts en de republikeinen is gesloten,
daartoe strekkende dat geene verdere, al
thans geen werkzame middelen tegen de bij
zondere monopolies worden getroffen, en
voor alles geen merkbare verlaging van het
tarief, althans niet van dat op de fabrikaten
plaats hebbe. Daarvoor zouden dan de trust
bijdiagen schenken voor den republikein-
schen verkiezingsveldtocht.
President Roosevelt's oprechtheid in den
strijd tegen de trusts wordt niet betwijfeld.
Maar hij is geen candidaat meer. Hij heeft
wel is- waar al zijn krachten voor Taft m
het werk gesteld, wat dezen zeer mooie uit
zichten op de overwinning opent, maar de
kiezers maken toch onderscheid tusschen
hem ea Taft en zien in Taft den compromis-
candidaat, met wien men de trusts tot zwij
gen brengt. In ieder geval was het bewijs
der door de trusts tot in de hoogste kringen
der republikeinen geoefende corruptie een
zware slag voor de partij. Had Hearst den
democraten niet hetzelfde voor de voeten
geworpen, zoo zou dezer overwinning allicht
zeker zijn. Welke der beide partijen het
sterkst door dezen slag is getroffen, zal eerst
op den avond van den verkiezingsdag blij
ken.
De laatste berichten melden dat de groote
Rockefeller met de Standard Oil Com
pany benevens Carnegie zich voor Taft heb
ben uitgesproken. Het beste is maar van
twee kwalen de minste te kiezen 1
Natuurlijk Zijn de republikeinsche kiezers
door deze laatste omstandigheid geweldig
verontrust, omdat ze hoogst welkom mate
riaal was voor Bryan, welke er dan ook een
dankbaar gebruik van heeft gemaakt. Maar
wat komt nu de steeds bij de pinken zijnde
Roosevelt verklaren? Dat hier een streek in
het spel is van de Standard Oil Trust, welke
geen cent in de kas der republikeinsche par
tij heelt gestort, doch juist op deze slimme
manier de republikeinsche partij, welke de
S. O. T. zeer heeft aangevallen, kiezers wil
afhandig maken.
Moeilijk is ook te berekenen hoe het
votum der arbeiders zal uitvallen. Tot dus
ver hielden deze zich van de beide oude poli
tieke partijen ternauwernood afgescheiden.
In het jaar 1904 verkreeg de sociaal-demo
cratische candidaat Debbs slechts 402,000
stemmen. In de Noordoostelijke industrie
staten gingen de arbeiders meest met de re
publikeinen mede. Thans heeft het bestuur
d^r twee millioen leden tellende Federation
of Labor zich tegen de partij uitgesproken,
zonder zich echter voor de democraten te
verklaren. Voor het geval de arbeiders in
aanmerkelijken getale tot de democraten
overgaan, zouden de republikeinen ver
loren zijn. Het zou zelfs veel gewicht in de
schaal kunnen leggen, als de arbeiders tot
den sociaal-democratischen candidaat over
gaan, want herstemmingen zijn er nietde
betiekkelijke meerderheid beslist.
Mocht de republikeinsche partij ditmaal
een nederlaag lijden, dan zou het voor de
eerste maal met de imperialistische politiek
er slecht gaan uitzienook de uitbreiding
van leger en vloot, waarvoor Roosevelt zoo
krachtig in de bres is gesprongen, zou dan
vermoedelijk worden vertraagd. De Pan-
Amerikaansche tarief-politiek zou worden
gestaakt. Wel zou men tarief-verlagingen
niet eerder kunnen invoeren dan wanneer
ook in den Senaat eene democratische meer
derheid zou zijn ontstaan, wat met de hui-
'dige verkiezingen nog niet geschieden kan.
Zulk een kentering zou op zijn vroegst in
1910 kunnen intreden.
De partijindeeling der kiezers is nog im
mer de oudehet Zuiden stemt den
demccraat. Van de 483 stemmen door het
college van kiesmannen, dat bij directe
verkiezing met algemeenstemrecht wordt
gekozen beschikt het Zuiden over slechts
161. Pesondanks zijn de republikeinen van
hun succes niet zeker. Er zijn altijd nog
eenige staten onzeker, zooals wij onlangs
al eens hebben uiteen gezet, o.a. de staat
New-York met 39 stemmen. Deze staten
brengen te zamen 106 stemmen uit. Komen
81 daarvan op de democraten, dan zou de
overwinning aan hunne zijde zijn. Wel
pochen de republikeinen er op, dat nog
nooit een democraat, die niet uit den staat
New-York afkomstig is, dezen heeft ver
overd, en Bryan komt immers uit Nebraska,
dat zijn stemmen aan de republikeinen geeft.
Dat is natuurlijk een onbetrouwbaar argu
ment, veeleer komt het er op aan hoe de
laatste onthullingen op de ziel des volks
hebben gewerkt.
Duitschland.
B e r 1 ij n, 2 N o v e m b e r. De staats
secretaris van buitenlandsche zaken is Za
terdag avond bij een diner ter gelegenheid
der conferentie inzake bescherming van het
auteursrecht waar hij een toast op de leden
der conferentie zou uitbrengen, door een
ernstige ongesteldheid overvallen. Volgens
den Lokal-Anzeiger zal de heer von Schoen
eenige weken zijn ambt niet kunnen vervul
len.
B e r 1 ij n, 2 Nov. Volgens de Nord-
deutsche Allgemeiue Zeitung is tot aan de
genezing van den staatssecretaris Von
Schoen de keizerlijke gezant te Boekarest,
de werkelijke geheimraad Von Kiderlen-
Waechter roet de leiding van het buiten
landsche departement belast.
De pers over de officieuse
onthullingen.
De Nordd. Allg. Zeitung schrijft o. a.
,,De mededeelingen van de Londensche
•Daily Telegraph hebben in de Duitsche pers
en in het buitenland levendige besprekin
gen veroorzaakt, welke zich voor een deel
meer door temperament, dan door begrip
en zakelijkheid kenmerkten. Wat in de
eerste plaats de mededeelingen in de Daily
Telegraph betreft, zoo staat de juistheid der
weergave van het gesprek in alle bijzonder
heden nog niet vastintusschen is er geen
aanleiding om aan de juistheid der mede
deelingen in het algemeen te twijfelen". Het
blad wijst dan op de goede bedoelingen, die
aan de openbaarmaking ten grondslag lig
gen. Deze zijn volstrekt onaanvechtbaar en
„er behoort een sterke mate van politieke on
eerlijkheid toe om den Keizer, die tot de
openbaarmaking van het artikel niet het ini
tiatief heeft genomen, maar ze, na den
Rijkskanselier te hebben geraadpleegd, heeft
toegelaten, machiavellistische nevendoelein
den in verband met vragen der actueele po
litiek of de storing van bestaande overeen
komsten en loopende onderhandelingen, toe
te schrijven. Het is ook niet duidelijk hoe
de aan weerlegging van historische dwalin
gen gewijde uitingen geschikt zouden zijn de
betrekkingen tusschen de groote mogend
heden te benadeelen. De betrekkingen tus
schen Rusland, Engeland en Frankrijk zijn,
toen de in het gesprek aangevoerde feiten
reeds tot de geschiedenis behoorden, op een
nieuwen grondslag- gevestigd, welke heden
zijn door geschiedkundige herinneringen niet
gekrenkte geldigheid heeft.
De Vossische Zeitung, naast de Köln.
Zeitung, het eenige blad dat de mededeelin
gen van de Daily Telegraph in bescherming
heeft genomen, acht de bijzonderheden daar
in medegedeeld thans bevestigd. ,Hun effect
zal niet worden verzwakt door Bülow's ver
klaring dat hij de openbaarmaking zou ont
raden hebben. Daar echter onder om
standigheden de openbaarmaking van uit
spraken des keizers zonder voorafgaande in
stemming kan plaats hebben is 't voor de lei
ding der staatszaken van het meest* belang
dat zelfs bij politieke gesprekken met an
dere personen niet alleen de meest volslagen
overeenstemming met de verantwoordelijke
raadslieden in het oog worde gehouden maar
dat ook met de mogelijkheid eoner versprei
ding van zelfs de vertrouwelijkste uitingen
rekening gehouden wordt.
,,De crisis is snel gekomen en snel voor
bijgegaan. Vorst von Bülow blijft in zijn
ambt, hij heeft zoowel nu als vroeger het
vertrouwen des Keizers. Maar de noodige
voorzorgen dienen getroffen te worden dat
vergissingen en complicaties als deze,
welke terecht opzien en bevreemding ver
wekken, niet meer voorkomen. Hoe men
over enkele uitingen des Keizers en over de
geheele openbaarmaking in de Daily Tele
graph denke, dit eene wordt dior de offi
cieuze voorstelling bevestigd dat de Keizer
inderdaad het doel heeft gehad de betrekkin
gen tusschen Duitschland en Engeland te
verbeteren. En deze wensch zal, welke cri-
tiek steeds op enkele uitdrukkingen moge
geoefend worden, ten slotte aan de over
zijde van het Kanaal niet worden voorbijge
zien.
Voor de betrekkingen tusschen *de volken
is het wel is waar niet beslissend wat be
doeld maar wat bereikt wordt. God in den
Hemel die de harten en de nieren proeft,
ziet slechts op den wil, de rationeele politi-
ons let op het gevolg. Met de mooiste ge-
voelsmotieven kan het noodlottigste onheil
worden aangericht. Daarom hebben de
machthebbers in buitenlandsche aangelegen
heden niets zoo zeer van noode als wijze
voorzichtigheid en koele terughoudendheid.
Niets is gevaarlijker dan overijling en im
pulsief handelen."
Hieronder het oordeel van de leedvermaak
koesterende Temps
„Het interview met Keizer Wilhelm was
authentiek. Het heeft zelfs, indien men het
aldus mag zeggen, vóór het licht te zien den
hiërachieken weg gevolgd, van de hoogste
tot aan de laagste trap. Het is onderworpen
geweest aan het oordeel van den rijkskan
selier, die het niet gelezen heeft, en is ten
slotte aangeland bij een onbekenden bureau
craat, opgevoed in de denkbeelden van den
heer von Holstein, dien het verrukt heeft en
die de machtiging heeft gegeven tot afdruk
ken. De heer von Bülow, op correcte wijze
door zijn souverein geraadpleegd, heeft het
artikel ter hand gesteld aan zijn onderge
schikten. En deze hebben ernstig het buiten
landsche stuk nagelezen. De kanselier heeft
terecht geoordeeld, dat hij gezondigd had,
althans verzuim gepleegd, en hij heeft zijn
verzoek om ontslag aangeboden aan den Kei
zer, die het geweigerd heeft, hoffelijk de ge
heele verantwoordelijkheid voor de zaak op
zich nemende. Ziedaar hoe de dingen zich
toedragen in de meest gedisciplineerde, de
meest ernstige, de meest consciëntieuss
het zijn de Duitschers die zich gaarne dezen
lof toekennen der Europeesche staten.
Wij herinneren aan, dat wij meermalen bij
onze geschillen met Duitschland hebben ge
wezen op de teekenen van anarchie, welke
ons toescheen achter den imposanten gevel
der keizerlijke politiek te heerschen. Welk
beter bewijs ervoor te geven dan de beken
tenissen van het officieuse blad. De ver
maarde kapitein van Köpenick had in zijn
genre niet beter kunnen doen. Heeft hetgeen
gebeurd is als tooneel gehad het Duitsche
keizerrijk of het groothertogdom Gerol-
stein?"
Een gewezen Pruisisch officier, die in den
Boerenoorlog bij de Transvaalsche staats-
artillerie is geweest, vertelt in de Militii-
risch-politische Korrespondenz
„Op 13 Juni 1900 kwam ik, twee dagen
vroeger in den slag van Diamond Hill, ten
Westen van het op 6 Juni verloren Pretoria,
gewond, op den weg naar het hospitaal van
Waterval-Boven door het station Michado-
dorp, aan den spoorweg naar Louren$o Mar
ques. Bij het station stonden op een inder
haast gelegd zijspoor het salonrijtuig van
den ouden president Kruger en vijf waggons
met ongemunt goud, het overschot van de
opbrengst van de Johannseburgsche mijnen
uit de zeven eerste oorlogsmaanden. Van het
rijdende hoofdkwartier kwam Jan Eloff, de
kleinzoon en secretaris van den President,
stralend naar onze Roode-Kruis-wagen toe
en bracht liet nieuwste nieuws", waarvan
wij eerst ophoorden en waarover wij, on
danks zwakte en wonden, moesten juichen.
In dien tijd werd er buitenspodig veel in
Afrikaansche „storietjes" opgedischt. In den
oorlog echter gelooft men licht het onwaar
schijnlijkste, indien het aangename tijding is.
„Zoo namen wij het, al te graag, voor
goede munt aan, toen men meldde, dat kei
zer Wilhelm met Rusland en Frankrijk ten
gunste van de Boeren tusschenbeide geko
men was. Te Londen en tegelijk te Pretoria
door bemiddeling van den Duitschen consul
B'iormann was aan de regeering van
koningin Victoria en aan veldmaarschalk
Lord Roberts een ultimatum overhandigd,
en alles zou nu terecht komen. Hoe hebben
wij toen gejuicht, von Goeben, die later te
Allenstcin ellendig aan zijn eind kwam, de
Karlsruhsche kapitein v. Kessler, die kort
daarna in de Magaliesbergen door een En-
door
56 S. R. CROCKETT.
Uit het Schotsch vertaald
door
J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM.
Kipford sprong van zijn rustbank op. Hij
strekte zijn hand uit, over het ouderwetsche
likeurstel heen: „Ik ben getuige, mijn jon
gen. Reken op je Waffles."
Hierna was er een langen tijd stilte, en
Kipford vleide zich neer om op zijn gemak
te kunnen luisteren tot ver in den nacht;
eindelijk begon Carus aan één stuk te ver
tellen over kleine Hester Stirling. Eerst
vertelde hij van den avond in liet woud,
waarop hij haar naar haar grootmoeder had
gedragen. Daarna vertelde hij wijdloopig al
les wat sinds dien tijd had plaats gegrepen,
totdat Kipford begon te knikkebollen, en
weer met eene plotselinge beweging wakker
werd, naar het scheen na een verloop van
jaren, om zijn vriend te hooren beweren,
als ware het een nieuw ontdekte waarheid,
dat „er in de geheele wereld nooit een
meisje was geweest, dat met haar vergeleken
kon worden!"
Waarop Kipford voor den vijftigsten keer
toestemmend knikte toen zijn oordeel werd
gevraagd, waarna hij weer tot bewusteloos
heid verviel.
Ondertusschen was Hester gehuld in de
rose ochtendjapon terug in de boudoir van
Haar Genade, waar zij Neale hielp bij het
ontkleeden van de oude dame, in zooverre
die energieke vrouw eenig bemoeien met
haar toilet toeliet.
De hertogin had Hester een voorstel ge
daan, dat de oogen van het meisje deed
schitteren. Dat was niets minder, dan dat
zij Haar Genade naar Homburg zou. verge
zellen, en dat nog wel zonder een dag te
wachten. Ja, waarlijk, zij zouden den vol
genden dag reeds vertrekken.
Het was hard voor Hester om te weigeren,
maar zfj voelde, dat zij zoo niet weg kon
loopen van hen, die, al gaven zij niet veel
vriendelijkheid, haar toch gedurende drie
jaar een tehuis en een opvoeding hadden ge
geven. Zij kon niet gaan zonder Revvie en
Megsy raad te hebben gevraagd. En een
blos over toog haar gelaat, op dit oogen-
blk wilde zij Londen ook liever niet verla
ten. Het was natuurlijk dwaas. Hij zou
nooit iets voor haar kunnen zijn maar ge
durende den laatsten dans had hij haar ge
vraagd zijn vriendin te willen zijn. Ja, zij
verlangde niet zoo erg naar Homburg te
gaan, als zij had gedacht, toen haar oude
vriendin het haar voor het eerst voorstelde.
Haar Genade van Niddisdale zuchtte.
„Ik denk, dat ik een zelfzuchtige, oude
vrouw ben," zeide zij, „je wensch om te
blijven is billijk en doet je eer aan. Maar
mij lijkt het niet, dat je deze menschen een
stuiver schuldig bent. Zij hebben een kim
derjuffrouw van je gemaakt, niets meer en
niets minder en bespaarden zichzelf zoo de
moeite om op hun eigen kinderen toe te
zien, zoo vat ik het op. Maar om het eveu
je k'unt me schrijven, als je van gedach
ten verandert, mijn lieve. En nu naar bed!
Ik ben niet zoo jong meer als jij, en als ik
morgen het kanaal over zal steken, dan moet
ik een beetje slaap hebben gehad, voordat
ik den middagtrein neem.
Het was op slag van twaalf uur, toen Hes
ter de huisbel van Empress-Gate overhaal -
de. Zij had de hertogin naar Dover zien af
reizen, en was dadelijk van Charing-Cross
teruggekeerd. Timson opende de deur en
en deed onmiddellijk een paar schreden te
rug.
„Goeden morgen Timson," zei Hesier
vroolijk en stapte de vestibule binnen, haar
handschoenen uittrekkende. Zorgvuldig
sloot Timson de deur achter haar en ging
het meisje met den tred van een bloedwre-
ker voor, naar het kleine achterkamertje,
dat nog de studeerkamer van Sir Sylvanus
werd genoemd. Hester's hart klopte heftig
maar zij had geen voorgevoel, dat eenige
moeielijkheid haar wachtte.
Tirason opende de deur en voor zich zag
zij haar oom en twee in het grijs gcklecde
mannen met breede, gladgeschoren boven
lippen en met een voorkomen alsof ze uit
ijzer waren gegoten. Deze drie stonden rond
om de tafel in gedwongen houding, en in
een armstoel zat haar tante, zich heen en
weer wiegende, met een zakdoek voor de
oogen.
Hester zag verbijsterd rond. Zij wist, dat
zij voor het geluk der laatste vier en twin
tig uur de woede van de Blauwe Ontvang
kamer zou moeten verduren en waarschijn
lijk de koelheid van haar tante. Maar dat
iets ergers voor haar in aantocht was, dat
had zij niet gedroomd„goeden morgen,
oom," zeide zij opgeruimd, „vergeef mij,
ik wist niet, dat er iemand bij u was. Tim
son bracht mij bij vergissing hier."
Sir Sylvanus antwoordde niet dadelijk.
Hij hield zijn hoofd iets meer opgeheven
dan gewoonlijk. Zoo sprak hij zijn kiezers i
toe. Het gaf als het ware vrijheid aan een
andere plooi van de kin, en werd vergezeld
door dat hooghartig naar voren brengen van
de linkerknie, hetgeen men ziet bij stand
beelden van staatslieden. Dit was inderdaad
het ideaal, dat Sir Sylvanus steeds voor
oogen had gestaand.
Hij antwoordde Hester niet onmiddelijk.
Hij wees slechts met de hand naar haai-.
„Dit is het ongelukkige meisje," zei hij
plechtig. Bij deze woorden ontsnapte een
kreunende snik aan mevrouw Torphichan
Stirling, zij wiegde zich meer dan ooit heen
en weer.
„Mijn lieve," zei haar echtgenoot op zal-
venden toon, „dit is een zeer pijnlijke zaak,
misschien misschien is het beter indien je
er je niet mee bemoeit. Zou het niet beter
zijn een poosje in je eigen kamer te gaan?"
„Ja Sylvanus, zeker, indien je het zoo
wilt," zeide deze model-vrouw.
„Wat is er tante?" riep Hester nu go-
heel verbijsterd, „waarom huilt u?"
En door diep medelijden gedrongen, zou
zij de dame vergezeld hebben, toen die op
stond om te vertrekken, maar haar tante
trok haar arm op zij en greep haar rok bij
elkaar met een beweging, die zoo duidelijk
alsof het gedrukt stond zei: „Weg van hier,
pad
Toch zou nester mevrouw Torphichan
Stirling gevolgd zijn, maar zoo geruischloos
mogelijk en geheel onverwacht trad een van
de uit ijzer gegoten mannen in het grijs
naar voren om de deur te openen voor de
vrouw des huizes en alsof het bij toeval was,
plaatste hij zich tusschen Hester en de laat
ste rollende plooi van den ritselenden sleep
van haar bloedverwant.
„Wat beteekent dit alles?" vroeg Hester
zich tot haar oom wendende. Sir Sylvanus
behield nog altijd zijn houding van den on
verstoorbare op de tribune.
„Het beteekent," zei hij streng, „dat gij,
Hester Stirling, beschuldigd wordt uit een
kast in deze kamer te hebben gestolen, een
gouden halssnoer waaraan een slot van ro
bijnen, op een waarde geschat, van twaalf
honderd pond sterling, alleen den midden-
steen berekenende." Hester viel niet flauw.
Zij voelde niet eens het ontzettende van
haar toestand. De beschuldiging scheen haar
toe niet echt te zijn. Zonder eenigen twijfel
zou alles in het reine kunnen worden ge
bracht door een enkele verklaring.
„Wel," zeide zij, „bedoelt u dit?"
Zij nam een klein, bruin lederen etui uit
haar zak. De hertogin had verzocht den ro
bijn te mogen zien, toen Hester den ketting
den vorigen avond afdeed, en had de doos
van haar eigen toilettafel genomen en haar
gegeven om den ketting in te bewaren. Hes
ter opende liet étui, en met van belangstel
ling ingehouden adem traden de twee man
nen naar voren om er naar te zien. De oud
ste nam den ketting in de hand en een klein
glas uit zijn zak halende, bekeek hij hem
aandachtig. ,HTj wees fluisterend iets aan
zijn makker^ die daarop op zijn beurt hot
glas voor zijn oog zette.
Wordt vervolgd.