binnenland. B IV*. 135. Tweede blad. 7de Jaargang. Zaterdag 7 November 1908. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummert - 0.05. Deze Couran verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingon 9nz.gelieve men vóór 11 uur 's morgen# bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKH OFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—B regels f 0.50, Elke regel meer - - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bostaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Een# oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kameroverzicht. Eerste Kamer. In de vergadering van gisteren zijn goed gekeurd de toepassingsacte van Algeciras en de wet tot wijziging Van art. 23 der ge meentewet en verzekering van een goeden toestand der rivierenlaatstgenoemd ont werp na een protest van den heer Michiels van Kessenich tegen de door den Minister beweerde wantoestanden, waarmede minister Bevers verklaarde den ongunstigen staat van de Limburgsche Maas te willen aanduiden. De Kamer is uiteengegaan tot het laatst van November, om dan tevens de achter stands-ontwerpen te behandelen. Tweede Kamer. De heer Van Kol zette Vrijdag zijne rede over de Indische begrooting voort. Hij betreurt het dat hier zooveel tijd in be- slag moest worden genomen om misstanden in Indië te bespreken en van andere zijde goed te praten. De rede van den heer I Lobman heeft Spr. pijn gedaan. Hij, de I man, zoo goed bekend met het volken-recht, i heeft hier het wapengeweld verdedigd, ge- pleit voor het recht van den sterkste. Naar Spr.'s meening zal het Christendom I door wapengeweld eerder worden geschaad dan gebaat. Nu een enkel woord tot den Minister. Zijn taak is thans met benijdenswaardig, maar Spr. hoopt dat hij hier niet zal optre den als advocaat van kwade zaken, maar als eerlijk mensch, gevoelende het leed van an- deren, wars van gruwelen. Spr. protesteert tegen de beschuldiging van den heer Lohman, die de schuld voor het noodloos bloedvergieten van zich afwierp en op andere schouders laadde. Neen, niet op ons rust de schuld voor de bedreven gruweleneen schande voor het Christen dom. Een schande is het, dat de beruchte moor denaar en menschenslachter sergeant Emondt werd medegezonden met de pa trouilles, daar men zijn wreedheid kende. Met geweld krijgt men van den lijdzamen gewilligen inlander toch op den duur niets gedaan. Voor Spreker staat het vast, dat als j de G.-G. Rooseboom te Buitenzorg had ge zeteld inplaats de G.-G. Van Heutsz, er ter Sumatra's Westkust niet zooveel bloed ge vloeid zou zijn. Gemis aan beleid, gemis aan doorzicht, ziedaar de oorzaak van zooveel ellende, die voorkomen had kunnen worden, wanneer geen schending van beloften, geen krenking van rechten had plaats gevonden. Niemand zal de billijkheid ontkennen dat ook de inlander bijdraagt in de belastingen, ook hij zelf niet, maar men moet billijk zijn en geen verkregen rechten of gedane belof te schenden. Dé gevolgen daarvan zijn niet uit gebleven en zullen ook in de toekomst niet uitblijven, want wee hem, die den ouden adel waagt aan te tasten. Met een enkel woord critiseerde Spr. de heerencliensten.. Teiugkomende tot de wijze waarop de be- lasting-maatregelen werden doorgevoerd, cri- tiseert Spr. nogmaals het onoordeelkundig optreden. In plaats van kalm overleg, werd I de karabijn gebruikt. In plaats van beza- I digde, ervaren mannen te gebruiken bij de belasting-inning, stuurt men jonge mannen derwaarts. Hulde brengt Spr. aan den con troleur Bastiaansse, die tot het laatste oogenblik troepen weigerde en gevallen is als offer van zijn plicht. En hoe luchtig gaat men te Buitenzorg over een en ander heen? Men achtte het nieu eens noodig de geval len slachtoffers te tellen. Ook spr. dringt er op aan dat de geinde belasting ten bate der ïnlandsche bevolking zelf zal aangewend worden. Thans Atjeh en het daar gevoerde beheer. Herhaalde malen wordt er gesproken en geschreven over het stelsel van Heutsz. Maar wat is nu eigenlijk dat 6telsel? Door terrorisatie komen tot pacificatie op kosten van de overwonnenenhet gaan zitten op de geldkist. Ziedaar het stelsel I En nu zegt men het stelsel heeft niet ge- faald maar de man die het moest uitvoeren. Generaal Van Daalen. Die is nu den zon- denbok. Vroeger bracht de generaal Van Heutsz hem bij de uitreiking van het Com mandeurskruis der Militaire Willemsorde I openlijk hulde als zijn rechterhand, nu f wordt hij gesmaad en verguisd en afgezet als civiel gezaghebber, zonder dankbetui- I gü>g- Wij hebben nu een aantal rapporten ge kregen, welke ons op de hoogte zouden brengen van den juisten toestand, maar die j rapporten zijn onvolledig en eenzijdig en geven geen beeld van den juisten stand van zaken. Tal van gruwelen gebeuren er die nooit aan hét licht komen. Alsnu treedt spr. in een scherpe afkeu ring der gruwelen, welke in Atjeh worden bedrevengruwelen te gruwelijk om te noe- men, omte komen tot pacificatie. Om te komen tot pacificatie I Dat woord wordt gebruikt om afschuwelijke wreedhe den goed te praten. Hoe durft men in de Nota spreken van humane bedoelingen? Wil men het ras uitmoorden, laat men het dan eenvoudig verdelgen, net als de konijnen Humane bedoelingen-Menschlievendheid I Als de arm slap neerhangt van het moor den, de klewang is bevlekt met bloed van vrouwen en kinderen, dan durft men nog hulde te brengen aan de maréchaussees. Neen, de helden die daar strijden voor hunne onafhankelijkheid, jaren lang, zij dwingen bewondering af, niet hun moordenaars. Nog verschillende zinsneden uit het rap port van den Generaal Rost van Tonniugen worden door spr. scherp gecritiseerd. Het staat vast dat gronden worden geto lereerd, waardoor onze soldaten nog wreeder moeten worden. En dat wordt verdedigd door mannen van christelijke richting in het belang der beschaving. Sedert de G.G. van Heutsz is opgetreden, zijn er m~er dan 20,000 Atjehers gevallen. Doelloos op de meest bloeddorstige wijze is er gemoord. Volgens Generaal van Heutsz heeft het civiel bestuur van Generaal van Daalen ge faald. Natuurlijk, dat was het eenige middel om zich eruit te redden. Maar wat de ken nis van Atjeh aangaat, staat Generaal van Daalen bij spr. veel hooger dan Generaal van Heutsz. En als het waar is, dat Gene raal van Daal-n onoordeelkundig is opge treden als civielgezaghebber, dan is dit eon gevolg van het stelsel-Van Heutsz. Vast staat, dat jarenlang de inlandsche hoofden door generaal Van Heutsz die generaal Van Daalen daar nu een verwijt van maakt op de meest onheusche wijze zijn behandeld. Trouwens de nieuwe gezaghebber, kolonel De Swart, moet ook de ware man niet zijn en het gerucht wil dan ook, dat er weldra een nieuwe wekker-brochure zal verschijnen over het lieleid van kolonel Swart op Celebes. Spr. verdedigt Van Daalen niet, maar men moet toch billijk zijn en het oog niet sluiten voor het goede dat Van Daalen heeft ge daan. Onder meer is onder zijn bestuur het dobbelen onder de bevolking zeer afgeno men en is op de oorlogsuitgaven veel be zuinigd. Resumeerende zegt spr., dat het stelsel-Van Heutsz heeft gefaald; dat wij in Atjeh weer achteruit gaan en dat wij nog verre van een pacificatie zijn, waartoe het volgens spr. nooit komen zal. Onze onmacht is gebleken. Wij kunnen dat heldenvolk niet baas, gelijk de jaren lange ervaring nu toch wel moet hebben ge leerd. Er is vruchteloos gemoord, doelloos zijn wreedheden begaan. Men zal Atjeh kun nen terroriseeren, maar niet pacificeeren. Spreker doet een beroep op de Kamer, kalm en bedaard als christen en als mensch, om niet verder op den ingeslagen weg voort te gaan. Wat het algemeen beleid aangaat, voor al met betrekking tot de buitenbezittingen, moet Spr. zeggen dat hij teleurgesteld is. ï)c toegezegde verbeteringen en hervormin gen gaan hem te langzaam en bestaan al leen maar op het papier. Dit geldt op 't ge bied van onderwijs, van den geneeskundi gen dienst, van de veiligheid, van de irri gatie, van het credietwezen, enz. enz. De hervormingen op economisch gebied zijn on voldoende. Ook op het gebied der opiumbe- strijding gaat het'een slakkengang; met de afschaffing van het concubinaat. De veran deringen ook op het gebied der vrijheid van drukpers zijn luttel en Britsch-Indië is ons in dat opzicht verre vooruit. Met ingenomenheid heeft Spr. ontwaard, dat het geestelijk leven der Javanen begint te ontwikkelen. Dit blijkt uit een bond, welke is opgericht en de gehouden vergade ringen. Wat den G.-G. aangaat, deze moge een goed krijgsman zijn, maar, naar Spr.'s oor deel, mist hij den tact, het beleid en den ruimen blik welke een gouverneur-generaal moet bezitten en welke de G.-G. Rooseboom in veel grooter mate bezat dan de tegen woordige bewindsman te Buitenzorg. Ons eenig redmiddel in Indië is steun en sym pathie der inlandsche bevolking te verzeke ren. Bij herhaling wijst Spr. hierop. Hierna komt hij tot de oorlogsuitgaven, speciaal de expeditiekosten. Och waren die 4 a 5 honderd millioen toch eens voor nut tiger doeleinden aangewend, welke schoone vruchten voor Indië zou dit hebben kunnen afwerpen, terwijl nu de arme Javaan 16 pet. van zijn jaarlijksch inkomen moet afstaan. De heer Bogaardt heeft het weder optreden van dezen Minister met groot ge noegen gezien. Spr betreurt het, dat door de heerea Thomson en Van Kol de antithese is ge bracht in onze koloniale politiek. Daardoor worden practische quaesties op den achter grond gebracht. Wat de financieele toestand van Indië aangaat, refereert Spr. zich aan hetgeen hij verleden jaar gezegd heeft. Noch voor het heden, noch voor de toekomst acht hij den toestand verontrustend. Tot zijn spijt kan Spr. niet erkennen, dat de nationale wel vaart van Indië er op is vooruitgegaan. Daarnaar moet gestreefd worden door over brenging van het kapitaal in inlandsche handen, waardoor de industrie zeer zal be vorderd worden. Voorts moeten de inland sche jongelieden meer ontwikkeld worden Japan geeft ons daarin een goed voorbeeld. Spr. noemt thans eenige cijfers der Rijks postspaarbank in Indië, om aan te toonen dat de welvaart op Java niet toeneemt. De vooruitgang is slechts schijnbaar, gelijk uit den inbreng in de pandjeshuizen blijkt. De zedelooze en wellustige neigingen doen de inlanders moreel zinken. Het gezinsleven wordt geschaad en de kinderen loopen als kalveren in de weide. Getracht moet ook worden het trekken naar Mekka tegen te gaan, hetgeen in het belang der bevolking zal zijn. De oprichting van een Javanenbond heeft spr. met gemengde gevoelens van vreugde en vrees begroet. Hij gelooft dat de im- pulsie voor de oprichting van dien bond is uitgegaan van Europeanen. Aan den anderen kant maakt spr. zich niet erg ongerust, want die Indische bonden zijn als stroovuur. Zij komen en verdwijnen even gauw. Voor zoover die bonden zich buiten politiek houden en alleen streven naar sociale verbeteringen, hebben zij spr. volle sympathie. Wanneer die bonden zich evenwel met politiek gaan bemoeien, kunnen zij ontzettend veel kwaad doen. Wat het Atjeh-beleid betreft, vroeger was Van Heutsz de mooie manmaar deze heeft afgedaan, nu is van Daalen het. Alsnu komende tot de wreedheden, welke in Indië zouden zijn bedreven door onze troepen, zegt spreker wreedheden absoluut af te keuren, maar de oorlog is nu eenmaal wreed en men kan niet voorbijzien, dat men tegenover een vijand staat, die weinig hu maniteit gebruikt. Door de Wekker-artikelen is een blaam geworpen op het leger. Spreker heeft in Indië vertoefd onder officieren en manschap pen van ons leger; er zijn veel elementen in die niet deugen, maar het verdient niet den blaam welken men er op legt. Geen sol daat is in staat om te schieten op weerlooze vrouwen en kinderen. Men moet een weinig voorzichtig zijn*en maar niet klakkeloos aan nemen wat zoo verteld wordt. Voor Spr. is Van Heutsz nog altijd de rechte man op de rechte plaats, en al de beschuldigingen geven den indruk, dat men stokken zoekt om een hond te slaan. Gene raal Van Heutse huldigt Spr. ook als den grondlegger van ons gezag in de Buitenbe zittingen. De heer V e r h e ij is voldaan over den vooruitgang in Indië op verschillend gebied, o.a op het gebied van onderwijs, landbouw, verkeersmiddelen, organisatie van landschap- kassen enz. Ook de financieele toestand acht spr. niet ongunstig. Atjeh blijft nog zorg baren; er is reeds genoeg over gezegd. Ook spr. is tot de conclusie gekomen, dat er fouten zijn gemaakt, en de gouverneur- generaal geheel vrij uitgaat. Maandag half twee voortzetting; wanneer de algemeene beschouwingen niet af loopen, zal Dinsdagavond zitting gehouden worden. Berichten. Bij de Vrijdag te Linschoten gehou den stemming voor lid van den gemeente raad (vacature-Knook) waren uitgebracht 137 geldige stemmen. Gekozen de heer D. Verweij Hzn. met 76 stemmen. De heer F. Pauw bekwam 61 stemmen. Landbouwonderwijs aan miliciens. Bij ministerieele beschik king is bepaald, dat gedurende deze win ter aan miliciens van den landbouwenden stand in de garnizoenen Amersfoort, Assen, Bergen op Zoom, Breda, Deventer, Ede, 's Gravenhage, 's Hertogenbosch, Nijmegen, Utrecht en Zutphen, resp. aan 46, 25, 26, 22, 24, 18, 27, 16, 19, 30 en 12 miliciens landbouwonderwijs zal worden gegeven. Tot. onderwijzers van deze cursussen zijn benoemd voor Amersfoort de Rijkslandbouw- 1 eeraar P. Miedema te Utrecht en G. van lieerde te De Bilt; voor Assen W. van de Windt te Assen; voor Bergen op Zoom J. Th. Mercx te Woensdrecht; voor Breda J. L. Peeraer te Woensdrechtvoor Deven ter H. Topzand te Holten; voor Ede H. D. Zelders te Zutphenvoor 's Hertogenbosch H. M. van Griensven te Bo'xtelvoor Nij megen F. Bevort te Berg en Dalvoor Utrecht P. Miedema te Utrecht en voor Zutphen G. J. Wisselink te Empe, terwijl voor 's Gravenhage nog nader een l&ndbouw- leeraai* zal worden aangewezen. Ambtenaren bij de g e - meontelijke poli-ie. Naar het oor deel van de ministers van Binnenlandsche Za ken en van Oorlog zijn onder de uitdrukking ambtenaren en beambten.... bij de gemeen telijke politie met betrekking tol de Land- weerwet te begrijpen nie' alleen de gemeen telijke dienaren van politie (politieagenten, nachtwakers), maar ook de gemeente-veld wachters, om het even of de titularissen zijn gewone dan wel buitengewone gemeente-veld wachters om het even ook of zij als zooda nig al dan niet bezoldigd zijn. Drinkwater. De minister van Oorlog vestigde de aandacht op het gemis van goed drinkwater in Noord-Brabant, waar door de militaire oefeningen en manoeuvres worden belemmerd, aangezien Z.Exc. de troepen niet aan het gevaar van het ondeug delijk water wil blootstellen. Dientengevolge heeft de minister van Binnenlandsche Zaken thans de tusschenkomst van Ged. Staten de zer provincie ingeroepen, om de gemeente besturen, waai- noodig, tot verbetering der watervoorziening te prikkelen, waar bij mo gelijke samenwerking van de gemeenten met de provincie en het rijk eok geldelijke steun in uitzicht wordt gesteld. Deze circulaire zal zeker algemeen met instemming worden begroet. Het is voor het eerst dat dergelijk uitzicht van rijkswege wordt opengesteld. Ook in andere provinciën, waar forten ge legen zijn, die bij manoeuvres vermoedelijk zullen bezet worden en waar geen goed drinkwater beschikbaar is, hebben zich bevel voerende officieren tot autoriteiten van het Staatstoezicht voor de volksgezondheid ge wend, met verzoek te bevorderen, dat in de behoefte aan drinkwater worde voorzien. Tijdschrift voorrSoc. hygiëne). Chr. Hist, part ij te Leiden. Na een rede «van het Kamerlid dr. Th. de Visser, te Leiden gehouden, die in krachtige bewoordingen aandrong op samenwerking van alle rechtsche partijen, om front te maken tegen het ongeloof, en trachtte dui delijk te maken, dat noch Chr.-Hist., noch antirevolutionairen, noch roomsch-katholie- ken één steek van hun beginsel behoeven los to laten, om vereenigd te zijn, werd Woensdagavond in een vergadering van geestverwanten, besloten, tot oprichting eener afdeeling der Chr.-Hist. Unie. De oude Chr.-Hist, kiesvereeniging der tfed. Herv. kerk, die ditmaal geen samenwerking zocht met de R.-K. en antirevol., blijft ook bestaan, zoodat men nu te Leiden ook twee Chr.-Hist, partijen zal hebben. Lezingen over de Foto- kun s t. De Nederl. Club voor Foto-kunst te Amsterdam zal op onderstaande data eene serie van 10 lezingen en demonstraties hou den, die te zamen een aansluitende reeks gullen vormen. Een beperkt aantal niet-leden kan op aan vrage bij den 2en secretaris, den heer Ant. J. j. Smits, Heerengracht 67 te Amster dam, tot dezen „cursus" toegang worden verleend tegen vergoeding van f 10.per reeks van 10 avonden. Deze zijn vastgesteld als volgt 17 Nov. Bromide als artistiek procédé. De monstratie. 1 Dec. Over compositie I. Lezing. 15 Dec. Kooldruk. Demonstratie. 29 Dec. Over compositie II. Lezing. 19 Jan. Höchheime-druk. Demonstratie. 2 Febr. Geschiedenis der Foto-kunst. Lez. 16 Febr. Combinatie gomdruk. Demonstr 2 Maart. „De laatste hand". Lezing. 16 Maart. Bromoil en oliedruk. Demonstr. Wereldtentoonstelling van de photographie. Men meldt ons, dat de jury van de Nedérlandsche af deeling voor vakfotografie voor de wereld tentoonstelling van fotografie, te Dresden in 't voorjaar van 1909 te houden, zal bestaan uit de hh. P. Clausing Jr., J. Huijsen, J. H. Tollens, J. W. van Zanen en Adr. Boer. Het oude Beursterrein te Amsterdam. Wij vernemen, dat de onderhandelingen, welke gaande zijn over den verkoop van het oude Beurster rein te Amsterdam, gebaseerd zijn op het plan, om op dat terrein een groot hotel met daaronder liggende winkels te stichten. Het kapitaal daarvoor is door een combinatie van Amsberdamsche ingezetenen bijeenge bracht. De moeilijkheid was tot dusver het nemen van een beslissing omtrent bet defi nitieve plan, waarvan deze bebouwing een onderdeel moet uitmaken. Men schijnt ten stadhuize zooals wij reeds vroeger mede deelden daarvoor een van de beide (ge wijzigde) plannen Van Gendt of Van der Mey te hebben uitgekozen. Daaromtrent heeft men zich in groote trekken reeds verstaan met de gegadigden voor het Beursterrein en eerlang kan de be ëindiging van de onderhandelingen ver wacht worden. N. v. d. D. Vleesch keuring en e x- p o r t s 1 ft c li t e r ij e n. Daar met 1 Jan.' 1909 de wet op de vleeschkeuring ter ver zending naar Engeland in werking treedt, zullen met dien datum zeer talrijke export slachterijen in ons land moeten ophouden te bestaan, omdat zij nu het vereischte aantal varkens (30,000 per jaar) eischten. Naar we uit goede bron vernemen, zijn er in geheel Nederland maar 6 export-slachterijen, welke aan de vereischte voorwaarde voldoen. (N. R. Ct.) Weerwerkaandenwinkel. De electrische gloeilampenfabriek Philips Co. te Amsterdam, welke reeds met meer dan 1000 arbeiders en arbeidsters werkt, heeft wedér een fabrieksgebouw aanbesteed, dat geheel in gewapend beton zal worden opge trokken. De lengte er van bedraagt 80 me ter bij een breedte van 18 meter, terwijl het vijf verdiepingen hoog wordt, plaats ge vende voor een verder aantal van 500 a 800 arbeiders. De hoop wordt gekoesterd, dat door deze nieuwe uitbreiding Amsterdam, zoowel als de omliggende gemeenten voor werkloosheid behoed zullen blijven. D i a m a n t-i n d us t ri e. Het aan tal werklooze ledon te Amsterdam van den A. N. D. B. is weer gedaald en wel van 377 in de vorige, op 357 in deze week. Het aantal leden, dat op 1 Oct. 8243 be droeg, is gestegen tot 8309 op 1 November. Dit komt voornamelijk, doordat een 40-tal leerlingen nu leden van den Bond zijn ge worden en het aantal diamantbewerkers, die uit Antwerpen terugkomen, grooter is, dan die er naar toe gaan. Alweer meer werklooze n. Naar het Hbl. meldt, zal met ingang van 1 Mei 1909 wanneer alles meeloopt het nieuwe tijdelijke gebouw der Rijksver zekeringsbank aan de Hobbemakade te Am sterdam worden in gebruik genomen. In verband daarmede zal dan niet meer noodig zijn het onophoudelijk overbrengen van stukken enz tusschen de onderscheidene huizen en gebouwen thans in. gebruik. (15 perceelen, waarvan 7 in één complex). Dientengevego is aan ongeveer 60 jongens en een veertigtal losse knechts, welke allen bebooren tot bet tijdelijk bedienend perso neel voor den huishoudelijken dienst, aan gezegd dat zij met ingang van 1 Mei zullen kunnen heengaan. Men heeft hun diensten dan niet meer noodig. Velen van dezen zijn kostwinners voor hun gezin of voor hun verwanten. School- en Kerknieuwe. Katholiek middelbaar onder- w ij s. Vrijdagavond vergaderden te Amsterdam, naar De Tijd meldt, een twaalftal katholieken, dames en boeren., om te overleggen., of het mo gelijk is, in de naaste t-oekomst te Amsterdam katholieke bijzondere middelbare scholen te 6tichten. De aanwezigen verklaarden ziolh bereid toe te treden tot eene vereemdging, welke zioh ten doel stelt, het katholiek middelbaar onderwijs te Amsterdam te bevorderen, hetzij door stich ten en in stand houden van hoogere burgerscho len voor jongens, èn (afzonderlijk) voor meisjes, hetzij door andere middelen. Een ontwerpsta tuten werd opgemaakt, dat men voornemens is later aan eene algemeene vergadering voor te leggen. De vereenvoudigde spelling en het schooltoezicht. Onlangs richtte het hoofd eener openbare scihool zich in een ambtelijk schrijven tot den schoolopziener van zijn district en gebruikte daarbij de zooge naamde vereenvoudigde spelling. De schoolop ziener antwoordde op dat schrijven aldus: ,,Ik heb.de eer, U te berichten, dat ik Uwe brieven in de gewone spelling geschreven verwacht." Het Hoofdbestuur van het Nederlandsche On derwijzers-genootschap heeft zich nu, naar aan leiding van dit antwoord, tot den Minister van Binnenlandsche Zaken gewend-en Z.Exc. er op gewezen, dat de schoolopziener dus verlangt, dat de mededeelingon Tan het hoofd der school zullen worden herhaald in een bepaalden vorm,- waardoor het schrijven van den schoolopziener het karakter krijgt van een verzoek om bepaal de inlichtingen in een zeer bepaalden vormIa elk geval zouden de sohoolopzieners bij het vra gen van schriftelijke inlichtingen kunnen eischen, dat die gegeven worden in de spelling De Vries en Te Winkel of in de zoogenaamde ,Kollewijnr sche spelling." Het H.-B.' verklaart dat, naar de opvatting van vele onderwijzers, de school opzieners zich dan een bevoegdheid zouden toe kennen, die niet overeenkomt met de bedoeling van art. 96 der wet tot regeling van bet lager ondorwys. Een nadere interpretatie van dit ar tikel mag dus van belang geacht worden voor onderwijzers en autoriteiten. Het H.-B. van het N. 0. G. verzoekt daarom den Minister van B. Z. to willen meedeelen of, naar de opvatting van Z.Exc., art. 96 der wet op het Lager Onderwas aan schoolopzieners de bevoegdheid geeft, van do onderwijzers te verlangen, dat dezen hun in lichtingen verschaffen in de spelling, waaraan de autoriteiten de voorkeur geven. Examens krankzinnigenver pleging. Deze examens zjjn voortgezet met de Candida ton uit het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Utrecht. De uitslag is als volgt: Eerste gedeelte. A. Aantal candidaten 9, afge wezen 1, geslaagd de zusters: A. J. van der Hoek, H. C. C. Janssen, E. A. Knegt, E. C. H. Kreuien, C. C. M. Lubsen, C. L. A. Ludérus, C C. Mulder en G. A. Tienstra. Tweedo gedeelte, A. Aantal candidaten 3, ge- slaagd de zusters: C. J. van Alphen, E. Pater en M. C. Schep. Derde gedeelte, A. Aantal candidaten 6, ge slaagd de zusters: J. O. Besling, M. F. de Heer, E. 1. A van der Klaauw—du Vignau en N. Luijendijk, en do broeders H. van den Bor en D. W. Kruze. Examen B. Aantal candidaten 1, geslaagd zuster M. J. C. Vree. De examens worden voortgezet. Het prov. kejkbeetuur van Gelderland heeft na gehouden examen toegelaten tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerit, de hoeren H. W. te Winkel en J. L. van Tncht, candidaten aan de Universiteit te Leiden. Het prov. kerkbestuur van Zeeland heeft tot de Evangeliebediening toegelaten den heer J. H. G. Stap, te Wijk bij Duurstede.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1