cTnd~ër"ell
r. 14».
Maandag 16 November 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
7" Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
P«r 3 maandsn roor Amersfoortf 1.00.
Idem fkaneo per poet- 1.50.
Aiaonderljjke nummert- 0.05.
Dm* Ceurtnt reptthgmt gelijkt, behalve ep Zon- en Feett-
dogen.
Adrertentianmededeelingen enz.gelieve men rdór 11 «ur
't morgen* b| le Uitgever» in te lénden.
Uitgever»: VALKHOFF 6 C°.
Utrechtscheitraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Van 15 regelt f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienotaanbiedingon en aanvragen 55 centa bjj voernitbetaliag.
Groote lettere naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen let
het herhaald adverteeren in dit Blad, b£ abonnement. Bake
circulairebevattende de voorwaarden, werdt op aanvtaag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Keizer en Rijkskanselier.
De inwendige crisis die Duitschland op
het oogenblik doormaakt, zal als volgende
mijlpaal hebben aan te teekenen de ontmoe-
t"ng tusschen den Keizer en den Rijkskan-
se'ier, die blijkens de laatste berichten niet
te Kiel docl^ morgen te Berlijn zal
plaats hebben. Intusschen zijn het Prui
sische ministerie en de commissie uit den
bondsraad voor buitenlandsche aangelegen
heden naar aanleiding van de beraadslagin
gen in den Rijksdag bijeen gekomen. Beide
colleges hebben naar Berlijnsche bladen ver
zekeren, het standpunt van Von Bülow vol
komen goedgekeurd en het orgaan ,,de Post"
weet zelfs mede te deelen, dat het Pruisische
ministerie besloten heeft zich met zijn pre
sident solidair te verklaren en af te treden,
voor het geval Vorst Bülow na het gesprek,
dat hij morgen met den Keizer heeft zich zou
gedwongen zien zijn verzoek om ontslag te
hernieuwen. Over het verloop van de zit
ting der commissie uit den Bondsraad meldt
de Berliner Lokal Anzeiger ,,De bijna viel
en een half uur durende beraadslagingen
betroffen ook de binnenlandsche politiek en
in 't bijzonder den kritieken toestand, welke
door de mededeelingen in de Daily Tele
graph te voorschijn is geroepen. De kwestie
werd zoo grondig mogelijk behandeld en het
resultaat was, dat alle leden volkomen over-
e.nstemden met de door den kanselier uit
een gezette voorwaarden voor de verdere
leiding der buitenlandsche en ook der bin
nenlandsche politiek. De beteekenis van dit
feit wordt nog verhoogd door de omstandig
heid, dat het de leidende ministers der, na
Pruisen, vijf grootste bondsstaten waren,
die zich met de door den Rijkskanselier aan
genomen houding ingenomen verklaarden.
Besluiten werden niet genomen, daar alleen
de voltallige vergadering van den Bonds
raad hiertoe bevoegd is."
In kritieke tijden ontbreekt liet nooit aan
allerlei geruchten, en dit wordt, hoe langer
de crisis duurt, te erger. Zoo is al van ver
schillende zijden beweerd, dat de Keizer
reeds een beslissing genomen heeft en wel in
dien geest, dat de Rijkskanselier zou moe
ten aftreden. Men zeide zelfs, dat de Rijks
kanselier met het oog hierop van het onder
houd met den Keizer zal afzien. Tegenover
dit alles kan de Berlijnsche correspondent der
Köln. Zeitung als zeker mededeelen, dat
geen beslissing in welken zin ook is geno
men, dat de kanselier de conferentie
met den Keizer zal hebben en dat de verdere
loop van zaken daarvan zal afhangen.
,,De Rijkskanselier" zoo zegt verdere
deze correspondent ,,zal daarbij niet al
lee:. in staat zijn over de feitelijke, een ieder
bekende, gebeurtenissen zijne meening te
zeggen, maar hij zal er kunnen bijvoegen,
dat deze meening door de commissie voor de
buitenlandsche aangelegenheden wordt ge
deeld en dat het Pruisische ministerie daar-
ir^de overeeneenstemming heeft betuigd. Op
dezo grondslagen zal de Keizer zijn beslui
ten hebben te nemen en hem te na komen
zou het heeten, wanneer men wilde geloo-
ven, dat hij den ernst van den toestand niet
zal willen erkennen. Wanneer de wenschen
die thans aan den Keizer worden overge
bracht, slechts door die partijen werden ge
koesterd, welker monarchale gezindheid
en gehechtheid aan het Koninklijke Huis
in twijfel konden worden getrokken, dan zou
allicht de meening kunnen ontstaan, dat het
gold een ongerechtvaardigde vermindering
der koninklijke macht. Zoo als de dingen nu
staan, kan dat niet het geval zijn. Het is
hier de ernstige bezorgdheid voor het welzijn
des lands, welke zonder onderscheid het
volk bezielt, tot in die kringen toe, welke
monarchaal zijn in hart en nieren en die
zich steeds trouwe dienaren des Keizers heb
ben getoond. Het schijnt uitgesloten, dat de
Keizer met het oog op dezen toestand niet
zoodanig ernstig met zich zal te rade gaan,
dat hopelijk de geheele crisis een bevredi
genden afloop zal hebben. Men zal de hoop
niet mogen opgeven, dat tegenover de pes
simisten diegenen nog gelijk zullen krij
gen, welke gelooven, dat het inzicht en het
patriottisme des Keizers den juisten weg zul
len weten te vinden, om ons te redden uit
een toestand, welke in de annalen der Duit-
sche geschiedenis zijns gelijken niet heeft.
Het heeft een oogenblik geschenen, alsof
de conservatieven zich van de gemeenschap
pelijke linie zouden afscheiden en positie
tegen Von Bülow nemen. Men leidde dit af
uit hetgeen de Konservatieve Korrespondenz
onder den titel „Een laatste woord in een
ernstig oogenblik", naar aanleiding van
Bülow's stilzwijgen op den tweeden dag
der debatten, schreef en ook' in dit blad
werd overgenomen. Die opvatting is ech
ter een misverstand geweest. Deutsche Ta-
geszeitung en Kreuzzeitung verklaren, dat
in de verste verte de bedoeling niet heeft
voorgezeten vorst Bülow het vertrouwen te
ontnemen. Laatstgenoemd blad erkent even
eens, dat papieren waarborgen niet voldoen
de zijn, doch dat slechts een moedig besluit
des Keizers de dreigende klove weder kan
sluiten. ,,De beslissing zien wij niet
zonder zorg, doch ook niet zonder hoop te
gemoet. Zeker, de beslissing is moeilijk.
Een rijk begaafde, wellicht geniale na
tuur, door een stormaclitigen drang voor de
ontwikkeling en de grootheid van het rijk
bezield, de waardigheid en de hoogheid van
het heerschersambt in het hart dragend,
wordt er voor gesteld zich in de werkzaam
heid zijner eigene individualiteit beperking
op te leggen. Maar onze Keizer is een diep
religieuze persoonlijkheid. Gaat hij voor
God met zich te rade en moet hij dan het
verzoek om grootere terughoudendheid, het
welk zijn hoogstgeplaatste raadsman, de
trouwsten van zijn volk en met hen de ge
heele natie, ook door haar gekozen verte
genwoordigers, aan hem doen, als gerecht
vaardigd erkennen, dan zal hij niet alleen
het offer van zulk een besluit brengen, doch
ook de kracht tot de manmoedige uitvoering
er van weten te verkrijgen. En dan zal de
geschiedenis hem eens met den hoogsten lau
wer kronen, bestemd voor den held die
zichzelve overwint."
Ten slotte zij nog vermeld hetgeen de
officieuse Norddeutsche Allgemeine Zeitung
onder hare „Rückblieke" schrijft. Niet al
leen dat daarm wederom eenige belangrijke
mededeelingen liggen opgesloten, doch ook
de ernstige opmerkingen erin vervat zal
menige Duitsche volksvertegenwoordiger,
menig Duilsch persorgaan en ook menig
Duitsch onderdaan ter harte kunnen nemen.
Het blad schrijft dan
„De interpellaties over het artikel in de
Daily Telegraph hebben in den Rijksdag tot
bétoogen aanleiding gegeven, waarvan geen
enkel monarchaal gezind man in het Duit
sche rijk da herhaling zal wenschenbetoo-
gen die deden blijken dat er een schaduw
tusschen de natie en den Keizer ligt.
Men zal niet kunnen miskennen, dat de
groote meerderheid der redenaars niet door
de bedoel'ng werd geleid deze schaduw te
verdiepen, dat hunne woorden door eerlijke
bezorgdheid voor het gemeenschappelijk
welzijn waren ingegeven, en dat bijna alle
redenaars er naar hebben gestreefd de kritiek
binnen de perken te houden aan den eer
bied jegens de persoon des Keizers ver
schuldigd. Wanneer men zich hieraan, als
aan den algemeenen indruk der discussies,
kau houden, zoo zijn toch op zich zelf staan
de overdreven voorstellingen en dwalingen
waarneembaar geweest, die ook in een deel
der pers breeder zijn uitgesponnen. Er
zijn uitspraken over den Keizer gedaan als
ware alles weggewischt wat hij in de twintig
jaien zijner regeering aan groote dingen
voor het rijk heeft gedaan.
Wij kunnen verder de meermalen geuite
vrees wegnemen, als zoude de Keizer over de
stemming der natie niet voldoende zijn inge
licht en hem het materiaal voor zulke in
lichtingen worden onthouden. Het behoort
tot de gewichtigste plichten des Rijkskanse
liers, al het wezenlijke, dat tot beoordeeling
van den toestand in binnen- en buitenland
waarde heeft, ter kennis van den Keizer te
brengen en deze taak heeft de Rijkskanse
lier ook thans in ruime mate vervuld.
Veelvuldig wordt leedwezen er over uit
gesproken, dat vorst Bulow op den tweeden
dag der beraadslagingen niet meer het woord
genomen heeft. Het kon niet de wensch
van den rijkskanselier zijn door een her
nieuwd ingrijpen in de discussie de moge
lijkheid van eene verlenging daarvan met
een derden dag, in het leven te roepen. Ook
zal men niet kunnen loochenen dat de de
batten van den tweeden dag niet tot het einde
hun ernstig karakter hebben behouden en
dat het ook aan dq formuleering van een
bepaalden en gemeenschappelijken wensch
heeft ontbroken, waartegenover de kanselier
nog positie had kunnen nemen. Wij geloo
ven echter niet aan de zaak een dienst te
doen wanneer wij thans nader op tegenbe-
schuldigingen ingaan. Het zwaartepunt der
situatie ligt in het onderhoud, dat Z. M. de
Keizer met vorst Bülow zal hebben.
Het resultaat er van wachten wij af vol
eerbied voor de kroon en in den wensch dat
het spoedig mogé gelukken tusschen Keizer
en volk de oude verhouding van hartelijk
vertrouwen in haar vollen omvang weder te
herstellen."
Diiltechland.
Donaueschingen, 14 Nov. De
Keizer schonk voor de nagelaten betrekkin
gen der in de mijn Radbod verongelukten
25,000 Mark.
P a r ij s, 14 November. De Kei
zer antwoordde aan FallièresDiep getrof
fen door de gevoelens van warme sympa-
thei, welke gij mij uit naam van Frankrijk
hebt willen betuigen bij gelegenheid van de
vreeselijke mijnramp in Westfalen, stel ik
er prijs op u mijne persoonlijke erkente
lijkheid en die van het Duitsche volk te be
tuigen voor uwe deelname in den nationa-
len rouw en het lot der ongelukkige slacht
offers. Aanvaard de overtuiging, dat de be
tuigingen van leedwezen van Frankrijk
dcor heel Duitschland levendig zullen wor
den geapprécieerd.
B e r 1 ij n, 15 N v. De Keizer begeeft
zich van Donaueschingen direct naar Ber
lijn, waar hij Dinsdag aankomt. Ten gevolge
daarvan zal de rijkskanselier niet naar Kiel
gaan, maar te Berlijn met den Keizer confe-
reeren.
Bij de behandeling der jongste interpel
latie in den Duitschen Rijksdag zijn harde
woorden gevallen over de persoonlijke re
geering. Men is echter blijkbaar in Duitsch
land van meening, dat het, ten einde aan
dien misstand een einde te maken, noodig is
dat ook het volk zijn stem laat hooren. In
verschillende plaatsen in Noord- en Zuid-
Duitschland zijn dan ook in buitengewoon
druk bezochte volksvergaderingen van soci
aal-democratische zijde ingediende moties in
dezen geest aangenomen. Maar ook de libe
ralen laten zich niet onbetuigd. Ook door
hen werden in verschillende plaatsen, o.a.
te Würzburg en te Stuttgart, de schaduw
zijden van het thans heerschende régime in
vergaderingen in het licht gesteld en werd
verzocht om invoering van het parlementaire
stelsel en uitbreiding der volksrechten. Te
Stuttgart na de vergadering bovendien nog
een motie aan, waarin werd aangedrongen op
ingrijpende directe belastingen en waarin
protest werd aangeteekend tegen de voorge
stelde belasting op wijn in flesschen, en op
gas en electriciteit, door welke vooral het
Zuiden buitengewoon getroffen zoude wor
den.
Er is geen ongeluk zoo groot, of er is nog
een lichtzijde aan. Die lichtzijde weet in
deze droevige geschiedenis de Köln. Ztg
te ontdekken. Zooals men weet geven do
Duitschers er zeer veel om, wat men in het
buitenland van hen zegt, en nu ziet de
Kölnische in de uitlatingen der vreemde
pers dat de Duitschers ten gevolge van de
jongste Rijksdagdebatten in de wereld meer
geacht worden dan voorheen. Vroeger, zegt
het blad, had de Duitscher den naam van
een koningsknecht, die zich van zijn vorst
alles laat welgevallen, zonder zich te verzet
ten. Maar nu heeft men in het buitenland
gezien, dat het Duitsche volk, in plaats van
in onderworpenheid den nek te buigen, zich
als één man gekeerd heeft tegen den Kei
zer en hem, niettegenstaande de liefde voor
de monarchistische idee en voor den per
soon des monarchen, waarschuwend toege
roepen heeft, dat hij zich te ver verwijderd
had van het gevoel des volks, toen hij, aan
zuiver individualistische neigingen gehoor
gevend, zich liet verleiden tot een persoon
lijke politiek, die het Duitsche volk niet
wilde meemaken.
En er is nog iets wat met voldoening mag
worden geconstateerdHet Duitsche volk
heeft zich weer één getoond. Verdwenen was
alle kleinzielig particularisme, verdwenen
bijna de strijd der partijen; als één man
streefde heel het volk naar het heil van het
Duitsche rijk. Het groote ongeluk dat het
gezamenlijk droeg vereenigden allen, die in
gewone tijden elkander bekampen.
Donaueschingen, 15 Nov. De
generaal-adjudant van den Keizer, graaf
Huelsen Haeseler, is gisterenavond, ten ge
volge van een aanval van beroerte, overleden.
Frankrijk.
P a r ij s, 15 Nov. In een redevoering,
aan het oudstrijdersbanket gehouden, con
stateerde generaal Picquart, dat het Fransche
volk thans met kalmte incidenten onder de
oogen ziet, die op een ander oogenblik met
ongerustheid zouden zijn vernomendat
toont aan, dat men volle vertrouwen in de
toekomst heeft.
Italië.
Rome, llNov. Het jubileum van den
Paus veroorzaakte een grooten toeloop van
menschen. De Italiaanschq autoriteiten na
men alle mogelijke maatregelen, om de orde
te handhaven gedurende de jnbileum-mis.
Het-geheele garnizoen is in de karzernes ge
consigneerd «n ter beschikking van den
prefect van politie gesteld. In zijn aan
spraak namens de Fransche pelgrims, be
treurde de aartsbisschop van Parijs het, dat,
terwijl alle staten, zelfs scheurmakende,
den Paus geluk gewenscht hadden, Frank
rijk daarentegen niet officieel vertegenwoor
digd was, maar dat gemis waardig vergoed
de door de aanwezigheid van 2 kardinalen
en talrijke bisschoppen en pelgrims"!
O o« Un rijk-Hongarije.
W e e n e n, 1 4 N o v. Daar men niet tot
onderlinge overeenstemming kan komen,
wordt een' zaken-kabinet, waarin ministe-
rieele ambtenaren zitting nemen, als de
eenig mogelijke oplossing beschouwd. Maar
de vertegenwoordigers der verschillende par
tijen verzochten Freiherr von Bienerth ook
thans nog al het mogelijke te doen, om tot
de samenstelling van een parlementair mi
nisterie te geraken.
Weenen, 15Nov. De Keizer hechtte
zijn goedkeuring aan het ontwerp betreffen
de de formatie van een nieuw kabinet, dat
als volgt zal worden samengesteldminis
ter-president Bienerthminister van bin
nenlandsche zaken Haerdtl, afdeelingschef
bij den geheimen raadminister van oorlog
Georgide leiding van de andere ministe
ries is toevertrouwd aan de oudste admini
stratieve chefs der verschillende departe
menten. Ministers zonder portefeuille zijn
Abramovitscli, Poolsch minister; Zacek,
Tsjechisch minister; Sclireinen, Duitsch
minister.
Rusland.
P a r ij s, 14 Nov. Grootvorst Alexis
van Rusland is alhier om zes uur heden
morgen overleden.
Grootvorst Alexis van Rusland die te Pa
rijs is overleden bereikte den leeftijd van
58 jaar. Hfj was -de tweede zoon van Keizer
Alexander II en Prinses Maria van Hessen.
Hij werd bestemd voor den dienst der marine
en heeft ook als jong officier een reis om
de wereld gemaakt waarbij hij de opening
van het Suezkanaal meemaakte. Op 31-jari-
gen leeftijd werd hij door zijn vader tot
groot-admiraal der vloot benoemd. Toen d5
groote rampen van den Russisch-Japanschen
oorlog de Russische marine teisterden velde
de openbare meening in Rusland een vernie
tigend oordeel over de werkzaamheid of lie
ver de niet-werkzaamheid welke de groot
vorst in zijn positie van groot-admiraal had
ontwikkeld. Hem werden het gemis aan man
nelijke tucht onder alle rangen, het gebrek
aan opleiding en voorbereiding voor den ac
tieven zeedienst, de trage gang in alle
bestuurstakken in bittere termen verweten.
Toen de tijding van den ondergang der Rus
sische Armada in Rusland bekend raakte,
moest het paleis van den grootvorst zelfs
tegen de volksmenigte worden beschermd.
De Czaar vermocht niet langer hem in
I zijn ambt te handhaven. Ook het particu-
Here leven van den grootvorst ondervond
I ernstige berisping. De grootvorst die vrijge-
I zei gebleven was, leefde in de laatste jaren
voortdurend in Parijs.
D00*
S. R. CROCKETT.
Uit het Schotech vertaald
DOOI
J. P. WESSELINK—VAN R0S8UM.
Wanneer zal ik je weerzien, zei Carus
eindelijk, haar niet aanziende, maar naar de
plek starende, waar Tom den ijzeren punt
van zijn stok vinnig in een spleet tusschen
de bazaltsteenen boorde, terwijl Chetwynd
I „Ik denk, als je naar Darroch komt," zei-
zij» >.als je ons tegen dien tijd tenminste
niet vergeten zijt."
:,Ik zal nooit meer naar Darroch komen,"
pntwoordde hij.
f Hester keek "verwonderd op.
j Waar om niet?" vroeg zij.
i s)tfe heb met mijn vader getwist," zei hij.
Een blos kwam langzaam op de wangen
van het meisje en Hester's hart begon on-
Ituimig te kloppen.
»:Ik- hoop niet, dat hij toornig op je is,
•ver hetgeen je voor mij hebt gedaan," pre-
'elde zij, „indien dat zoo is, dan zal het
spijten, dat ik je iets heb laten doen.
zal het mijzelf niet vergeven, dat ik aan
je heb gedacht in de gevangenis, aan je
heb geschreven."
J »>I^een,'' bracht Carus er stoolend uit,
„dat moet je niet zeggen, je kunt alles
zeggen maar dat niet; dat is het wat waarde
aan mijn leven gegeven heeft."
Maai- Tom had zich losgemaakt van Chet
wynd en stormde nu op hen af, voordat zij
een woord meer konden wisselen.
„Zie eens, Hester," zei hij, „deze heb ik
voor je meegebracht, ik hoop dat ze je zul
len smaken!"
Hij had een mandje met mooie vruchten
van een jongen genomen, „je zult ze onder
weg noodig hebben.''
Zoo ging hun kans voorbij,: en de woor
den, die op de lippen van den jongen man
waren, werden niet uitgesproken.
En zoo gebeurde het, dat Hester op dezen
avond aan de deur van de pastorie, alleen in
de stilte van de ruime vallei, zich afvroeg
wat Carus zou gezegd hebben, indien Tom
niet met zijn mand met vruohten was geko
men.
Grooter dan alles is in Galloway en de
vallei van Kells de macht van den grond
bezitter.'
Als een man land in zijn bezit heeft, dat
zijn vader voor hem toebehoorde, dan mag
hij een bluffer, een nul of een bedrieger
zijn; maar de publieke opinie heeft hij op
zijn hand. Hij beveelt een goed gedrild leger
van jachtopzieners, tuinlieden, bewakers der
vissclïerij, winkeliers, boeren d'e wat achter
stallig met hun huur zijn, en plaatselijke
handelaars, alle menschen met een scherpen
blik voor den kant waar hun brood gebo
terd is.
Daardoor gebeurde het, dat na eenige we
ken een geheimzinnig gefftiister door de val
lei ging. Dit betrof Hester Stirling. Zij was
in Londen in verhoor geweest. (Zoo werd
gemompeld). Zij was terneuwernood aan
dwangarbeid ontsnapt. Zij was in hechtenis
geweest. Zij was door haar eigen oom en
tante uit de deur gezet. Lord Darroch had
om haar met zijn zoon getwist. Het was ge
makkelijk te zien, dat haar zedige manieren
niets dan schijn waren.
Door de geheele streek liep hel gemompel,
listig aangewakkerd door Ethel en Claudia
in het nieuwe huis Arioland. Haar klandisie
was een eerste overweging voor de dorpswin
keliers en de meer verwijderde stadsliande-
laars. En zoo geschiedde het, dat goede huis
moeders aan wier haard Hester gewoon was
geweest een kopje thee te drinken, nu haas
tig naar binnen gingen als zij het meisje in
het gezicht kregen. Na kerktijd voelde zij
zich vreemd alleen gelaten, want Megsy was
nog niet sterk genoeg om haar te vergezel
len en dominee Borrowman had het druk
met herderlijk werk.
Dat was liet wat het meisje bedroefde.
„Ik hinder Revvie en Megsie," zeide zij,
,,ik moet weer vertrekken."
Maar waarheen te gaan en wat te doen
was niet op eenmaal duidelijk. Zij wilde, dat
zij de hertogin aan haar woord had gehou
den, maar nu was Vic bij haar, en had zij
geen ander gezelschap noodig. Zij zuchtte en
ging naar binnen zonder tot een besluit te
komen.
Den volgenden morgen nam zij haar boek
en ging naar buiten, met het plan een poosje
te gaan zitten lezen in den warmen zonne
schijn van liet late najaar, op een van haar
lievelingsplekjes, den met klimop begroeiden
boog van het oude kasteel van de eerste
heeren van Darroch. Het gebouw, dat nieuw
was geweest ongeveer drie honderd jaar te
voren, was gebouwd op een statige verhe
venheid, vanwaar men het meer Icon over
zien. Hooger op, op een ruime alleenstaande
rots, stond het „Oude Kasteel," tegenwoor
dig een schilderachtige ruine, voor het groot
ste gedeelte met klimop begroe;d en bouw
vallig, maar de trappen en zolders waren ta
melijk ongeschonden en de wapenschilden
van de Darrochs van Darroch versierden de
deur nog. Een weinig lager waren bruine
poelen, waar de visschen zich gedurende de
lange, warme zomerdagen, verscholen met
den kop naar den stroom, en aan alle kanten
strekten de Darrochsbosschen zich uit door
vogels bezocht, geurig, en koel gemaakt door
de zachte bries, die over de vallei woei.
Daarheen richtte Hester haar schreden
met een bezwaard hart. De bladeren, die
reeds wat droog werden, ritselden onder haar
voeten. De wind kwam scherp uit het Noor
den, en de zonneschijn scheen zijn kracht
verloren te hebben. Maar Hester was blij al
leen te zijn. Een bewustzijn van den vrede,
dien God over de wereld heeft uitgestort,
scheen haar ziel binnen te sluipen. De grijze
torens van het kasteel verhieven zich statig
en eerbiedwaardig boven haar. Onder dezen
boog hadden Darrochs uit vroegere dagen
ridderlijk en dapper met hun schildknapen
achter zich gereden.
Door dat glinsterende water lieten zij hun
paarden zwemmen, indien zij uittrokken ten
oorlog. Zij dacht aan Carus en glimlachte.
Hij zou er dapper uitzien als de beste onder
hen. Toch was het een goede wereld om in
te leven indien menschen onvriendelijk
en onbillijk waren, kon zij tenminste snel
ontsnappen naar de eenzaamheid.
Maar Hester had buiten een zekeren
„Grumphy" Guddlestane gerekend.
De rook van een stinkende pijp drong tot
Hester's fijne neusgaten, terwijl zij onder
den klimop zat te lezen. Zij keek op, en daar
voor haai" stond de nieuwe jachtopziener van
lord Darroch, hij hield een geweer onder
zijn arm, een stroohoed te klein voor zijn
plat gezicht, h'ing over zijn linker oog dat
gluurde, en zijn zwart pijpje met den kop
naar beneden stak uit zijn mond als een
snuit van oen wild 2wijn. Met recht werd hij
genoemd Grumphy 1) Guddlestane.
Eenigo maanden te voren had Dickson
zijn ontslag gekregen. Hij was naar de mee
ning van zijn heer te vriendelijk en voorko
mend. Hij was niet streng genoeg geweest
tegenover overtreders. Het werd gezegd dat
hij beleefd had gesproken tegen bezoekers
der vallei, die het oude kasteel wenschten
te bezichtigen. Deze dingen, kwamen op de
gewone, heimelijke manier lord Darroch ter
ooren, on Dickson moest vertrekken, waar
na „Grumphy" Guddlestane de kleine por
tierswoning betrokhij was een soort stal
jongen gowecst op een van lord Darroch's
noordelijke bezittingen en wist evengoed wat
de taak van een jachtopziener was. Ruw van
nature, lomp door gewoonte, een lafaard in
zijn hart en altijd ruzieachtig, dat was het
beeld van Grumphy Guddlestane. Met man
nen, vooral als zij geld of drank hadden aan
te bieden kon hij een pluimstrijker zijn,
maar wee de vrouw op wie hij zijn wrevel
kon koelen. En driemaal wee het zwervende
jonge meisje met purperen lippen, dat
Grumphy in zijns meesters Eosschen aantrof.
1) Griynphy is de vulgaire naam voor
varken.
Wordt vervolgd.