cTnd~ër"ell r. 14». Maandag 16 November 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. 7" Jaargang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: P«r 3 maandsn roor Amersfoortf 1.00. Idem fkaneo per poet- 1.50. Aiaonderljjke nummert- 0.05. Dm* Ceurtnt reptthgmt gelijkt, behalve ep Zon- en Feett- dogen. Adrertentianmededeelingen enz.gelieve men rdór 11 «ur 't morgen* b| le Uitgever» in te lénden. Uitgever»: VALKHOFF 6 C°. Utrechtscheitraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 15 regelt f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienotaanbiedingon en aanvragen 55 centa bjj voernitbetaliag. Groote lettere naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen let het herhaald adverteeren in dit Blad, b£ abonnement. Bake circulairebevattende de voorwaarden, werdt op aanvtaag toegezonden. Politiek Overzicht Keizer en Rijkskanselier. De inwendige crisis die Duitschland op het oogenblik doormaakt, zal als volgende mijlpaal hebben aan te teekenen de ontmoe- t"ng tusschen den Keizer en den Rijkskan- se'ier, die blijkens de laatste berichten niet te Kiel docl^ morgen te Berlijn zal plaats hebben. Intusschen zijn het Prui sische ministerie en de commissie uit den bondsraad voor buitenlandsche aangelegen heden naar aanleiding van de beraadslagin gen in den Rijksdag bijeen gekomen. Beide colleges hebben naar Berlijnsche bladen ver zekeren, het standpunt van Von Bülow vol komen goedgekeurd en het orgaan ,,de Post" weet zelfs mede te deelen, dat het Pruisische ministerie besloten heeft zich met zijn pre sident solidair te verklaren en af te treden, voor het geval Vorst Bülow na het gesprek, dat hij morgen met den Keizer heeft zich zou gedwongen zien zijn verzoek om ontslag te hernieuwen. Over het verloop van de zit ting der commissie uit den Bondsraad meldt de Berliner Lokal Anzeiger ,,De bijna viel en een half uur durende beraadslagingen betroffen ook de binnenlandsche politiek en in 't bijzonder den kritieken toestand, welke door de mededeelingen in de Daily Tele graph te voorschijn is geroepen. De kwestie werd zoo grondig mogelijk behandeld en het resultaat was, dat alle leden volkomen over- e.nstemden met de door den kanselier uit een gezette voorwaarden voor de verdere leiding der buitenlandsche en ook der bin nenlandsche politiek. De beteekenis van dit feit wordt nog verhoogd door de omstandig heid, dat het de leidende ministers der, na Pruisen, vijf grootste bondsstaten waren, die zich met de door den Rijkskanselier aan genomen houding ingenomen verklaarden. Besluiten werden niet genomen, daar alleen de voltallige vergadering van den Bonds raad hiertoe bevoegd is." In kritieke tijden ontbreekt liet nooit aan allerlei geruchten, en dit wordt, hoe langer de crisis duurt, te erger. Zoo is al van ver schillende zijden beweerd, dat de Keizer reeds een beslissing genomen heeft en wel in dien geest, dat de Rijkskanselier zou moe ten aftreden. Men zeide zelfs, dat de Rijks kanselier met het oog hierop van het onder houd met den Keizer zal afzien. Tegenover dit alles kan de Berlijnsche correspondent der Köln. Zeitung als zeker mededeelen, dat geen beslissing in welken zin ook is geno men, dat de kanselier de conferentie met den Keizer zal hebben en dat de verdere loop van zaken daarvan zal afhangen. ,,De Rijkskanselier" zoo zegt verdere deze correspondent ,,zal daarbij niet al lee:. in staat zijn over de feitelijke, een ieder bekende, gebeurtenissen zijne meening te zeggen, maar hij zal er kunnen bijvoegen, dat deze meening door de commissie voor de buitenlandsche aangelegenheden wordt ge deeld en dat het Pruisische ministerie daar- ir^de overeeneenstemming heeft betuigd. Op dezo grondslagen zal de Keizer zijn beslui ten hebben te nemen en hem te na komen zou het heeten, wanneer men wilde geloo- ven, dat hij den ernst van den toestand niet zal willen erkennen. Wanneer de wenschen die thans aan den Keizer worden overge bracht, slechts door die partijen werden ge koesterd, welker monarchale gezindheid en gehechtheid aan het Koninklijke Huis in twijfel konden worden getrokken, dan zou allicht de meening kunnen ontstaan, dat het gold een ongerechtvaardigde vermindering der koninklijke macht. Zoo als de dingen nu staan, kan dat niet het geval zijn. Het is hier de ernstige bezorgdheid voor het welzijn des lands, welke zonder onderscheid het volk bezielt, tot in die kringen toe, welke monarchaal zijn in hart en nieren en die zich steeds trouwe dienaren des Keizers heb ben getoond. Het schijnt uitgesloten, dat de Keizer met het oog op dezen toestand niet zoodanig ernstig met zich zal te rade gaan, dat hopelijk de geheele crisis een bevredi genden afloop zal hebben. Men zal de hoop niet mogen opgeven, dat tegenover de pes simisten diegenen nog gelijk zullen krij gen, welke gelooven, dat het inzicht en het patriottisme des Keizers den juisten weg zul len weten te vinden, om ons te redden uit een toestand, welke in de annalen der Duit- sche geschiedenis zijns gelijken niet heeft. Het heeft een oogenblik geschenen, alsof de conservatieven zich van de gemeenschap pelijke linie zouden afscheiden en positie tegen Von Bülow nemen. Men leidde dit af uit hetgeen de Konservatieve Korrespondenz onder den titel „Een laatste woord in een ernstig oogenblik", naar aanleiding van Bülow's stilzwijgen op den tweeden dag der debatten, schreef en ook' in dit blad werd overgenomen. Die opvatting is ech ter een misverstand geweest. Deutsche Ta- geszeitung en Kreuzzeitung verklaren, dat in de verste verte de bedoeling niet heeft voorgezeten vorst Bülow het vertrouwen te ontnemen. Laatstgenoemd blad erkent even eens, dat papieren waarborgen niet voldoen de zijn, doch dat slechts een moedig besluit des Keizers de dreigende klove weder kan sluiten. ,,De beslissing zien wij niet zonder zorg, doch ook niet zonder hoop te gemoet. Zeker, de beslissing is moeilijk. Een rijk begaafde, wellicht geniale na tuur, door een stormaclitigen drang voor de ontwikkeling en de grootheid van het rijk bezield, de waardigheid en de hoogheid van het heerschersambt in het hart dragend, wordt er voor gesteld zich in de werkzaam heid zijner eigene individualiteit beperking op te leggen. Maar onze Keizer is een diep religieuze persoonlijkheid. Gaat hij voor God met zich te rade en moet hij dan het verzoek om grootere terughoudendheid, het welk zijn hoogstgeplaatste raadsman, de trouwsten van zijn volk en met hen de ge heele natie, ook door haar gekozen verte genwoordigers, aan hem doen, als gerecht vaardigd erkennen, dan zal hij niet alleen het offer van zulk een besluit brengen, doch ook de kracht tot de manmoedige uitvoering er van weten te verkrijgen. En dan zal de geschiedenis hem eens met den hoogsten lau wer kronen, bestemd voor den held die zichzelve overwint." Ten slotte zij nog vermeld hetgeen de officieuse Norddeutsche Allgemeine Zeitung onder hare „Rückblieke" schrijft. Niet al leen dat daarm wederom eenige belangrijke mededeelingen liggen opgesloten, doch ook de ernstige opmerkingen erin vervat zal menige Duitsche volksvertegenwoordiger, menig Duilsch persorgaan en ook menig Duitsch onderdaan ter harte kunnen nemen. Het blad schrijft dan „De interpellaties over het artikel in de Daily Telegraph hebben in den Rijksdag tot bétoogen aanleiding gegeven, waarvan geen enkel monarchaal gezind man in het Duit sche rijk da herhaling zal wenschenbetoo- gen die deden blijken dat er een schaduw tusschen de natie en den Keizer ligt. Men zal niet kunnen miskennen, dat de groote meerderheid der redenaars niet door de bedoel'ng werd geleid deze schaduw te verdiepen, dat hunne woorden door eerlijke bezorgdheid voor het gemeenschappelijk welzijn waren ingegeven, en dat bijna alle redenaars er naar hebben gestreefd de kritiek binnen de perken te houden aan den eer bied jegens de persoon des Keizers ver schuldigd. Wanneer men zich hieraan, als aan den algemeenen indruk der discussies, kau houden, zoo zijn toch op zich zelf staan de overdreven voorstellingen en dwalingen waarneembaar geweest, die ook in een deel der pers breeder zijn uitgesponnen. Er zijn uitspraken over den Keizer gedaan als ware alles weggewischt wat hij in de twintig jaien zijner regeering aan groote dingen voor het rijk heeft gedaan. Wij kunnen verder de meermalen geuite vrees wegnemen, als zoude de Keizer over de stemming der natie niet voldoende zijn inge licht en hem het materiaal voor zulke in lichtingen worden onthouden. Het behoort tot de gewichtigste plichten des Rijkskanse liers, al het wezenlijke, dat tot beoordeeling van den toestand in binnen- en buitenland waarde heeft, ter kennis van den Keizer te brengen en deze taak heeft de Rijkskanse lier ook thans in ruime mate vervuld. Veelvuldig wordt leedwezen er over uit gesproken, dat vorst Bulow op den tweeden dag der beraadslagingen niet meer het woord genomen heeft. Het kon niet de wensch van den rijkskanselier zijn door een her nieuwd ingrijpen in de discussie de moge lijkheid van eene verlenging daarvan met een derden dag, in het leven te roepen. Ook zal men niet kunnen loochenen dat de de batten van den tweeden dag niet tot het einde hun ernstig karakter hebben behouden en dat het ook aan dq formuleering van een bepaalden en gemeenschappelijken wensch heeft ontbroken, waartegenover de kanselier nog positie had kunnen nemen. Wij geloo ven echter niet aan de zaak een dienst te doen wanneer wij thans nader op tegenbe- schuldigingen ingaan. Het zwaartepunt der situatie ligt in het onderhoud, dat Z. M. de Keizer met vorst Bülow zal hebben. Het resultaat er van wachten wij af vol eerbied voor de kroon en in den wensch dat het spoedig mogé gelukken tusschen Keizer en volk de oude verhouding van hartelijk vertrouwen in haar vollen omvang weder te herstellen." Diiltechland. Donaueschingen, 14 Nov. De Keizer schonk voor de nagelaten betrekkin gen der in de mijn Radbod verongelukten 25,000 Mark. P a r ij s, 14 November. De Kei zer antwoordde aan FallièresDiep getrof fen door de gevoelens van warme sympa- thei, welke gij mij uit naam van Frankrijk hebt willen betuigen bij gelegenheid van de vreeselijke mijnramp in Westfalen, stel ik er prijs op u mijne persoonlijke erkente lijkheid en die van het Duitsche volk te be tuigen voor uwe deelname in den nationa- len rouw en het lot der ongelukkige slacht offers. Aanvaard de overtuiging, dat de be tuigingen van leedwezen van Frankrijk dcor heel Duitschland levendig zullen wor den geapprécieerd. B e r 1 ij n, 15 N v. De Keizer begeeft zich van Donaueschingen direct naar Ber lijn, waar hij Dinsdag aankomt. Ten gevolge daarvan zal de rijkskanselier niet naar Kiel gaan, maar te Berlijn met den Keizer confe- reeren. Bij de behandeling der jongste interpel latie in den Duitschen Rijksdag zijn harde woorden gevallen over de persoonlijke re geering. Men is echter blijkbaar in Duitsch land van meening, dat het, ten einde aan dien misstand een einde te maken, noodig is dat ook het volk zijn stem laat hooren. In verschillende plaatsen in Noord- en Zuid- Duitschland zijn dan ook in buitengewoon druk bezochte volksvergaderingen van soci aal-democratische zijde ingediende moties in dezen geest aangenomen. Maar ook de libe ralen laten zich niet onbetuigd. Ook door hen werden in verschillende plaatsen, o.a. te Würzburg en te Stuttgart, de schaduw zijden van het thans heerschende régime in vergaderingen in het licht gesteld en werd verzocht om invoering van het parlementaire stelsel en uitbreiding der volksrechten. Te Stuttgart na de vergadering bovendien nog een motie aan, waarin werd aangedrongen op ingrijpende directe belastingen en waarin protest werd aangeteekend tegen de voorge stelde belasting op wijn in flesschen, en op gas en electriciteit, door welke vooral het Zuiden buitengewoon getroffen zoude wor den. Er is geen ongeluk zoo groot, of er is nog een lichtzijde aan. Die lichtzijde weet in deze droevige geschiedenis de Köln. Ztg te ontdekken. Zooals men weet geven do Duitschers er zeer veel om, wat men in het buitenland van hen zegt, en nu ziet de Kölnische in de uitlatingen der vreemde pers dat de Duitschers ten gevolge van de jongste Rijksdagdebatten in de wereld meer geacht worden dan voorheen. Vroeger, zegt het blad, had de Duitscher den naam van een koningsknecht, die zich van zijn vorst alles laat welgevallen, zonder zich te verzet ten. Maar nu heeft men in het buitenland gezien, dat het Duitsche volk, in plaats van in onderworpenheid den nek te buigen, zich als één man gekeerd heeft tegen den Kei zer en hem, niettegenstaande de liefde voor de monarchistische idee en voor den per soon des monarchen, waarschuwend toege roepen heeft, dat hij zich te ver verwijderd had van het gevoel des volks, toen hij, aan zuiver individualistische neigingen gehoor gevend, zich liet verleiden tot een persoon lijke politiek, die het Duitsche volk niet wilde meemaken. En er is nog iets wat met voldoening mag worden geconstateerdHet Duitsche volk heeft zich weer één getoond. Verdwenen was alle kleinzielig particularisme, verdwenen bijna de strijd der partijen; als één man streefde heel het volk naar het heil van het Duitsche rijk. Het groote ongeluk dat het gezamenlijk droeg vereenigden allen, die in gewone tijden elkander bekampen. Donaueschingen, 15 Nov. De generaal-adjudant van den Keizer, graaf Huelsen Haeseler, is gisterenavond, ten ge volge van een aanval van beroerte, overleden. Frankrijk. P a r ij s, 15 Nov. In een redevoering, aan het oudstrijdersbanket gehouden, con stateerde generaal Picquart, dat het Fransche volk thans met kalmte incidenten onder de oogen ziet, die op een ander oogenblik met ongerustheid zouden zijn vernomendat toont aan, dat men volle vertrouwen in de toekomst heeft. Italië. Rome, llNov. Het jubileum van den Paus veroorzaakte een grooten toeloop van menschen. De Italiaanschq autoriteiten na men alle mogelijke maatregelen, om de orde te handhaven gedurende de jnbileum-mis. Het-geheele garnizoen is in de karzernes ge consigneerd «n ter beschikking van den prefect van politie gesteld. In zijn aan spraak namens de Fransche pelgrims, be treurde de aartsbisschop van Parijs het, dat, terwijl alle staten, zelfs scheurmakende, den Paus geluk gewenscht hadden, Frank rijk daarentegen niet officieel vertegenwoor digd was, maar dat gemis waardig vergoed de door de aanwezigheid van 2 kardinalen en talrijke bisschoppen en pelgrims"! O o« Un rijk-Hongarije. W e e n e n, 1 4 N o v. Daar men niet tot onderlinge overeenstemming kan komen, wordt een' zaken-kabinet, waarin ministe- rieele ambtenaren zitting nemen, als de eenig mogelijke oplossing beschouwd. Maar de vertegenwoordigers der verschillende par tijen verzochten Freiherr von Bienerth ook thans nog al het mogelijke te doen, om tot de samenstelling van een parlementair mi nisterie te geraken. Weenen, 15Nov. De Keizer hechtte zijn goedkeuring aan het ontwerp betreffen de de formatie van een nieuw kabinet, dat als volgt zal worden samengesteldminis ter-president Bienerthminister van bin nenlandsche zaken Haerdtl, afdeelingschef bij den geheimen raadminister van oorlog Georgide leiding van de andere ministe ries is toevertrouwd aan de oudste admini stratieve chefs der verschillende departe menten. Ministers zonder portefeuille zijn Abramovitscli, Poolsch minister; Zacek, Tsjechisch minister; Sclireinen, Duitsch minister. Rusland. P a r ij s, 14 Nov. Grootvorst Alexis van Rusland is alhier om zes uur heden morgen overleden. Grootvorst Alexis van Rusland die te Pa rijs is overleden bereikte den leeftijd van 58 jaar. Hfj was -de tweede zoon van Keizer Alexander II en Prinses Maria van Hessen. Hij werd bestemd voor den dienst der marine en heeft ook als jong officier een reis om de wereld gemaakt waarbij hij de opening van het Suezkanaal meemaakte. Op 31-jari- gen leeftijd werd hij door zijn vader tot groot-admiraal der vloot benoemd. Toen d5 groote rampen van den Russisch-Japanschen oorlog de Russische marine teisterden velde de openbare meening in Rusland een vernie tigend oordeel over de werkzaamheid of lie ver de niet-werkzaamheid welke de groot vorst in zijn positie van groot-admiraal had ontwikkeld. Hem werden het gemis aan man nelijke tucht onder alle rangen, het gebrek aan opleiding en voorbereiding voor den ac tieven zeedienst, de trage gang in alle bestuurstakken in bittere termen verweten. Toen de tijding van den ondergang der Rus sische Armada in Rusland bekend raakte, moest het paleis van den grootvorst zelfs tegen de volksmenigte worden beschermd. De Czaar vermocht niet langer hem in I zijn ambt te handhaven. Ook het particu- Here leven van den grootvorst ondervond I ernstige berisping. De grootvorst die vrijge- I zei gebleven was, leefde in de laatste jaren voortdurend in Parijs. D00* S. R. CROCKETT. Uit het Schotech vertaald DOOI J. P. WESSELINK—VAN R0S8UM. Wanneer zal ik je weerzien, zei Carus eindelijk, haar niet aanziende, maar naar de plek starende, waar Tom den ijzeren punt van zijn stok vinnig in een spleet tusschen de bazaltsteenen boorde, terwijl Chetwynd I „Ik denk, als je naar Darroch komt," zei- zij» >.als je ons tegen dien tijd tenminste niet vergeten zijt." :,Ik zal nooit meer naar Darroch komen," pntwoordde hij. f Hester keek "verwonderd op. j Waar om niet?" vroeg zij. i s)tfe heb met mijn vader getwist," zei hij. Een blos kwam langzaam op de wangen van het meisje en Hester's hart begon on- Ituimig te kloppen. »:Ik- hoop niet, dat hij toornig op je is, •ver hetgeen je voor mij hebt gedaan," pre- 'elde zij, „indien dat zoo is, dan zal het spijten, dat ik je iets heb laten doen. zal het mijzelf niet vergeven, dat ik aan je heb gedacht in de gevangenis, aan je heb geschreven." J »>I^een,'' bracht Carus er stoolend uit, „dat moet je niet zeggen, je kunt alles zeggen maar dat niet; dat is het wat waarde aan mijn leven gegeven heeft." Maai- Tom had zich losgemaakt van Chet wynd en stormde nu op hen af, voordat zij een woord meer konden wisselen. „Zie eens, Hester," zei hij, „deze heb ik voor je meegebracht, ik hoop dat ze je zul len smaken!" Hij had een mandje met mooie vruchten van een jongen genomen, „je zult ze onder weg noodig hebben.'' Zoo ging hun kans voorbij,: en de woor den, die op de lippen van den jongen man waren, werden niet uitgesproken. En zoo gebeurde het, dat Hester op dezen avond aan de deur van de pastorie, alleen in de stilte van de ruime vallei, zich afvroeg wat Carus zou gezegd hebben, indien Tom niet met zijn mand met vruohten was geko men. Grooter dan alles is in Galloway en de vallei van Kells de macht van den grond bezitter.' Als een man land in zijn bezit heeft, dat zijn vader voor hem toebehoorde, dan mag hij een bluffer, een nul of een bedrieger zijn; maar de publieke opinie heeft hij op zijn hand. Hij beveelt een goed gedrild leger van jachtopzieners, tuinlieden, bewakers der vissclïerij, winkeliers, boeren d'e wat achter stallig met hun huur zijn, en plaatselijke handelaars, alle menschen met een scherpen blik voor den kant waar hun brood gebo terd is. Daardoor gebeurde het, dat na eenige we ken een geheimzinnig gefftiister door de val lei ging. Dit betrof Hester Stirling. Zij was in Londen in verhoor geweest. (Zoo werd gemompeld). Zij was terneuwernood aan dwangarbeid ontsnapt. Zij was in hechtenis geweest. Zij was door haar eigen oom en tante uit de deur gezet. Lord Darroch had om haar met zijn zoon getwist. Het was ge makkelijk te zien, dat haar zedige manieren niets dan schijn waren. Door de geheele streek liep hel gemompel, listig aangewakkerd door Ethel en Claudia in het nieuwe huis Arioland. Haar klandisie was een eerste overweging voor de dorpswin keliers en de meer verwijderde stadsliande- laars. En zoo geschiedde het, dat goede huis moeders aan wier haard Hester gewoon was geweest een kopje thee te drinken, nu haas tig naar binnen gingen als zij het meisje in het gezicht kregen. Na kerktijd voelde zij zich vreemd alleen gelaten, want Megsy was nog niet sterk genoeg om haar te vergezel len en dominee Borrowman had het druk met herderlijk werk. Dat was liet wat het meisje bedroefde. „Ik hinder Revvie en Megsie," zeide zij, ,,ik moet weer vertrekken." Maar waarheen te gaan en wat te doen was niet op eenmaal duidelijk. Zij wilde, dat zij de hertogin aan haar woord had gehou den, maar nu was Vic bij haar, en had zij geen ander gezelschap noodig. Zij zuchtte en ging naar binnen zonder tot een besluit te komen. Den volgenden morgen nam zij haar boek en ging naar buiten, met het plan een poosje te gaan zitten lezen in den warmen zonne schijn van liet late najaar, op een van haar lievelingsplekjes, den met klimop begroeiden boog van het oude kasteel van de eerste heeren van Darroch. Het gebouw, dat nieuw was geweest ongeveer drie honderd jaar te voren, was gebouwd op een statige verhe venheid, vanwaar men het meer Icon over zien. Hooger op, op een ruime alleenstaande rots, stond het „Oude Kasteel," tegenwoor dig een schilderachtige ruine, voor het groot ste gedeelte met klimop begroe;d en bouw vallig, maar de trappen en zolders waren ta melijk ongeschonden en de wapenschilden van de Darrochs van Darroch versierden de deur nog. Een weinig lager waren bruine poelen, waar de visschen zich gedurende de lange, warme zomerdagen, verscholen met den kop naar den stroom, en aan alle kanten strekten de Darrochsbosschen zich uit door vogels bezocht, geurig, en koel gemaakt door de zachte bries, die over de vallei woei. Daarheen richtte Hester haar schreden met een bezwaard hart. De bladeren, die reeds wat droog werden, ritselden onder haar voeten. De wind kwam scherp uit het Noor den, en de zonneschijn scheen zijn kracht verloren te hebben. Maar Hester was blij al leen te zijn. Een bewustzijn van den vrede, dien God over de wereld heeft uitgestort, scheen haar ziel binnen te sluipen. De grijze torens van het kasteel verhieven zich statig en eerbiedwaardig boven haar. Onder dezen boog hadden Darrochs uit vroegere dagen ridderlijk en dapper met hun schildknapen achter zich gereden. Door dat glinsterende water lieten zij hun paarden zwemmen, indien zij uittrokken ten oorlog. Zij dacht aan Carus en glimlachte. Hij zou er dapper uitzien als de beste onder hen. Toch was het een goede wereld om in te leven indien menschen onvriendelijk en onbillijk waren, kon zij tenminste snel ontsnappen naar de eenzaamheid. Maar Hester had buiten een zekeren „Grumphy" Guddlestane gerekend. De rook van een stinkende pijp drong tot Hester's fijne neusgaten, terwijl zij onder den klimop zat te lezen. Zij keek op, en daar voor haai" stond de nieuwe jachtopziener van lord Darroch, hij hield een geweer onder zijn arm, een stroohoed te klein voor zijn plat gezicht, h'ing over zijn linker oog dat gluurde, en zijn zwart pijpje met den kop naar beneden stak uit zijn mond als een snuit van oen wild 2wijn. Met recht werd hij genoemd Grumphy 1) Guddlestane. Eenigo maanden te voren had Dickson zijn ontslag gekregen. Hij was naar de mee ning van zijn heer te vriendelijk en voorko mend. Hij was niet streng genoeg geweest tegenover overtreders. Het werd gezegd dat hij beleefd had gesproken tegen bezoekers der vallei, die het oude kasteel wenschten te bezichtigen. Deze dingen, kwamen op de gewone, heimelijke manier lord Darroch ter ooren, on Dickson moest vertrekken, waar na „Grumphy" Guddlestane de kleine por tierswoning betrokhij was een soort stal jongen gowecst op een van lord Darroch's noordelijke bezittingen en wist evengoed wat de taak van een jachtopziener was. Ruw van nature, lomp door gewoonte, een lafaard in zijn hart en altijd ruzieachtig, dat was het beeld van Grumphy Guddlestane. Met man nen, vooral als zij geld of drank hadden aan te bieden kon hij een pluimstrijker zijn, maar wee de vrouw op wie hij zijn wrevel kon koelen. En driemaal wee het zwervende jonge meisje met purperen lippen, dat Grumphy in zijns meesters Eosschen aantrof. 1) Griynphy is de vulgaire naam voor varken. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1