Woensdag 9 December 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. w. tey. ydt Jnarnang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingon enz.gelieve men vóór 11 uur 'a morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.00. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eent* bjj vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Beae oirculairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. De onmacht van het kabinet».4squith. Toen, nu drie jaren geleden, het conser vatieve kabinet-Balfour de teugels van het bewind moest neerleggen, en de liberale ministers, die het opvolgden, een beroep deden op het land, leed de conservatieve partij aan de stembus eene nederlaag zóó geducht, dat het scheen alsof zij tot on macht was gedoemd. Thans echter zijn de hekken verhangen. In de politieke kringen te Londen wordt in allen ernst den heer Arthur Balfour het voornemen toegeschre ven, de regeering te dwingen tot ontbinding van het lagerhuis in Maart a.s., derhalve Oog voordat de kanselier der schatkist in staat zal zijn in het ontwerp der begrootings- wet voor het volgende dienstjaar eene ver- boogde belasting voor de bierbrouwers en dranksTjjters op te nemen. Het schijnt op liet eerste gezicht ongelooflijk, dat een par tijleider, die in het lagerhuis over een be scheiden aanhang van hoogstens 160 stemmen beschikt, in staat zou zijn, aan het kabinet, dat den steun geniet van eene meerderheid van 300 stemmen, den tijd der ontbinding voor te schrijven. De bezwaren echter, die aan alle kanten zich opstapelen voor het kabinet-Asquith, zijn zóó groot, dat zelfs het onwaarschijnlijke waarheid kan worden. De conservatieve leider is feitelijk een dicta tor, aan wiens machtwoord het kabinet zich moet onderwerpen. Dat is gebleken bij de drankwet, die op Balfour's raad door <jle lordi} verworpen en niet eens de eer der 'tweedd' lezing- waardig gekeurd Werd. Daarbij is het niet-gebleven. Drie jaren lang'heeft de partij, die nu aan het bewind is, getracht in de onderwijswefyjeving eene wiMgifig te brpngen, dip met hare inzichten strookte. 'Twee ministers hebben vruchte loos daaraan hunne krachten beproefd, en nu heeft ook de derde zijne pogingen zien mislukken. Hij had den weg van onderhan delen ingeslagen getracht met de tegen partij tot een vergelijk te komen. De aarts bisschop van Canterbury, het hoofd van de Engelsche staatskerk, was hem halverwege tegemoet gekomen, en had met den minister de voorwaarden vastgesteld van een compro mis. Maar de aartsbisschop werd door zijne volgelingen in den steek gelateneene ver gadering van vertegenwoordigers der staat- jcerk verklaarde zich met eene meerderheid van twee derden tegen het compromis. De aartsbisschop moest zich dus terugtrekken, en de regeering zag zich genoodzaakt in het lagerhuis mede te deelen, dat de verdere be handeling vun het wetsontwerp geen voort gang kan hebben. Ook dit wordt toegeschre ven aan den invloed van Balfour, die ook een vorige maal bij onderhandelingen over een comprimis een spaak in het wiel had gestoken en die ditmaal door de stem, die hij uitbracht tegen de tweede lezing van het wetsontwerp, had te kennen gegeven hoe hij er over dacht. Nu zou men zich over die herbaalde ern6ti- fe nederlagen op het parlementaire slagveld unnen troosten, als de kiezers het kabinet trouw bleven. Maar eene gansclie reeks ne derlagen, bij partieele verkiezingen geleden, wijzen op achteruitgang van den aanhang in het land. De verkiezing, die in de vorige week heeft plaats gehad te Chelmsford, in het graafschap Essex, heeft daardoor nog een nieuw bewijs bijgebracht. Wel verandert de uitslag van deze stemming niets aan de partijverhouding in het lagerhuis. Chelms ford was en blijft vertegenwoordigd door een conservatief. Maar terw.jl in Januari 1906 de conservatieve candidaat met 454 stemmen meerderheid gekozen werd, heef hij 't nu gebracht tot 2565 stemmer, meerderheid bij een warmen strijd, waaraan drie vierden van de kiesgerechtigden hebbtn deelgenomen. Geen wonder, dat dit den strijdlust van de oppositie aanwakkert .n dezelfde mate als de regeeringspartij er door ontmoedigd wordt. In de jaren, toen zij zelf in de oppositie waren, hebben de liberalen steeds de leer gepredikt, dat de toenmali.we regeering wel nog de meerderheid van d stemmen in het lagerhuis bezat, maar in hec lard onder de kiezers in de minderheid was. Het is dus niet te verwonderen, dat thans de conserva tieven, diq nu in de oppositie zijn, die stel ling tot de hunne maken en m kiezersver gaderingen beweren, dat het kabinet-Asquith heeft afgedaan en het lard niet meer ver tegenwoordigt. In het afgeloopen voorjaar heeft de heer Asquith verkondigd, dat hij met het ontwerp van zijne drankwet zou siean of vallen. Hij heeft nog niet de daad hij het .voord ge voegd, ofschoon hij daartoe nu de gelegen heid heeft. Maar toch is dezer dagen uit den mond van een lid der regeering vernomen, dat „de ontbinding van het lagerhuis mis schien dichterbij is dan m .n denkt." Dan zullen de kiezers hebben uit te maken, wie baas in het land zal zijn de Lords of de de Commons. Frankrijk. Bar ij s 8 Dec. De Senaat behandel de het ontwerp op de voorloopige exploita tie en de financieele organisatie van het genaaste Wester-spoorwegnet. De artikelen werden aangenomen en daarna het geheele ontwerp met 188 tegen 7 stemmen. P a r ij s, 8 Dec. Admiraal Bienaimé interpelleerde de regeering over de zaak- Germinet en verklaarde, dat hier een mis verstand in het spel was en de regeering niet behoorlijk was ingelicht. Hij verzekerde, dat Germinet het slachtoffer is geweest van slinksc-he kuiperijen en dat de marine in Germinet een groote moreele kracht verliest. De minister van marine las daarop het verslag voor van een gesprek dat hij met Germinet had gehad. Hij bracht in herinne ring, dat minister Thomson indertijd den admiraal voor het vervolg meer reserve had aanbevolen, maar deze had daarna toch in het openbaar den toestand van de nationale verdediging gekritiseerd. De misslag van den admiraal is te grooter omdat hij het bevel voerde over een eskader. De minister verzocht, dat de Kamer hem zou vertrou wen, en hij deelde mede, dat reeds van 4 November af maatregelen waren genomen ter vermeerdering van den munitie-voorraad. Minister-president Clemenceau zeide, dat admiraal Germinet hiervan op de hoogte was, want er was hem direct per telegraaf mededeeling van gedaan. Minister Picard zeide nog, dat de regee ring het beslist noodig achtte dat er ge handeld werd, want Germinet was reeds vroeger ernstig gewaarschuwd. Het kader van vice-admiraals is rijk genoeg aan uit stekende vlootvopgden om daaruit een waar dig bevelhebber te kiezen voor het Middel- landsche Zee-eskader. Hij verklaarde over tuigd te zijn, dat de Kamer zal goedkeu ren, dat de regeering heeft gezorgd voor handhaving van de discipline. Clemenceau verklaarde zich gelukkig te achten, dat de Kamer thans geroepen is de j handelwijze van Germinet goed of af te keuren. Er valt in het land een zekere ver slapping van liet nationale karakter en de nationale energie waar te nemen. Na de ondervonden rampen had Frankrijk niet ge daan wat de minister had verwacht dat het doen zou om van die rampen te bekomen. Men streeft er te veel naar om de verant woordelijkheid niet te zwaar te doen wegen, men spreekt te veel de officieren vrij, wier schepen schipbreuk hebben geleden. De reorganisatie van d§ vloqt kan niet ge schieden doqr praatjes van admiraals. Zoo wel hoog- als laaggeplaatsten behooren de discipline in acht te nemen. De regeering had de geheele reeks van reglementaire straffen reeds op Germinet toegepast. De Kamer kan, zeide Clemenceau, der regee ring haar vertrouwen weigeren, maar hij verzocht haar dringend den op Germinet toegepasten maatregel goed te keuren. De beraadslaging werd daarop gesloten. Minister-president Clemenceau aanvaard de eene motie, voorgesteld door Grosdidier, waarin vertrouwen wordt uitgesproken in hefc krachtdadig optreden der regeering in he tbelang van de verbetering der marine. Deze motie werd met 355 tegen 142 stem men aangenomen, De bevelhebber van het Middellandsche zee-fiskader,admiraal Germinet, had on langs aan eenige medewerkers van Toulon- sche bladen op hunne vraag naar de slag vaardigheid van zijne vlooi verklaart, dat het daarmee bedenkelijk gesteld was, want, zoo verklaarde hij openhartig „onze kanonnen hebben niet eens voor een strijd van drie uren voldoende munitie." Men wist dit reeds lang, zij 't ook niet in deze mathematische formule. De afgevaardigde Chaumet, rapporteur over de marinebegrooting, heeft lang en breed in zijn rapport uiteengezet, dat niet alleen de aanwezige voorraad onvoldoende was, maar dat het voorhandene zelfs in de kwaliteit nog onvoldoende wasvoor 35 pet. was het minderwaardig. En niet slechts de munitie ontbreekt, ook het noodige materiaal aan vervangende uitrustingsstukken, de noodige kolenvoorraden, de noodige manschappen, kortom alle noodige organen om aan de eskaders de vereischte strijd- en slagvaar digheid te geven. De vorige minister van marine had bij de behandeling van de be grooting dien toestand toegegeven en door cijfers bevestigd. Het was slechts een bondiger en begrij pelijker vorm van hetzelfde klaaglied, waar van admiraal Germinet zich bediende. Maar als twee hetzelfde doen, dan is 't nog niet hetzelfde. De regeering heèft den admiraal daarvoor ter verantwoording geroepen, de nieuwe minister van marine Picard ontbood hem naar Parijs, de minister-president Cle menceau verhoorde hem, en het resultaat was het besluit van den ministerraad, dat admiraal Germinet ontheft van zijn com mando over het Middellandsche zee-eskader en op non-activiteit stelt. Het ligt voor de I hand, dat deze strenge straf den admiraal niet treft omdat luj de waarheid heeft ge zegd, maar omdat hij he~-ft gesproken en zich tot de dagbladpers heeft gewend. Onge twijfeld wist de admiraal zeer goed, dat hij daarmee een ernstig ve: grijp tegen het hem opgelegde ambtsgeheim beging. Dit Is het wat aan zijn geval beteekenis verleent, be halve de hernieuwde bevestiging van een reeds bekenden staat van zaken. P a r ij s, 8 De e. De Kamer nam met 330 tegen 201 stemmen artikel 1 aan van het ontwerp tot hervorming der bestaande bepalingen op de toepassing der doodstraf. Engeland. Londen, 8 Dec. Reuter verneemt, dat de crisis in den diamanthandel de aan dacht in de City trekt. De berichten over de ontbinding van het diamantsyndicaat zijn onjuist, maar het syndicaat wordt op nieu we grondslagen weder opgericht. Eenigen van de mindere leden verlaten het; Wernher Beit en Co. zijn bezig nieuwe regelingen uit te voeren in vereeniging met Barnato. Rusland. In de Moskousche kringen van de consti- tutioneel-demócratische (kadetten-) partij worden thans inzamelingen gehouden tot on dersteuning van de leden van de eerste en de tweede rijksdoema, die zich in benarde omstandigheden bevinden. In het geheel aijn er 66 van die noodlijdenden. 38 ondergaan gevangenisstraffen voor verschillende poli tieke overtredingen, 17 aijn naar Siberië ge zonden en 11 bevinden zich op vrije voeten, maar kunnen nergens eene betrekking vinden en lijden bitteren nood. De Balkancrisis. In de welingelichte kringen te Weenen wordt geconstateerd, dat de toestand, wat de conferentie betreft onveranderd is. In den laatsten tijd is het standpunt in Weenen en in Petersburg onveranderd gebleven. Aan een Russisch-Fransch-Engelsch bond genoot-schap wordt in "Weenen niet geloofd, en het bericht van een Russisch-Italiaansch bondgenootschap wordt als een verzinsel aangeduid. Uit Petersburg wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dat de Russische regeering er be slist op zal blijven staan, dat de inlijving van Bosnië en Herzegow'na niet moet wor den erkend. Indien de conferentie de an nexatie mocht erkennen, dan stelt Rusland de voorwaarde van compensatiën voor de belanghebbende Balkanstaten. De oprichting van een nieuw legerkorps commando (het zestiende) voor Dalmatië en Herzegowina, met standplaats in Zara wordt als aanstaande aangekondigd. Dit korps zal de kern zijn van eene legermacht voor even- tueele operatiën aan de Montenegrijnsche grens. Uit Sofia wordt gemeld, dat de Bulgaar- sclie regeering vergunning heeft verleend, om 1000 paarden voor de Servische ruiterij, die in Rusland zijn gekocht, door haar ge bied te voeren. Roemenië en Hongarije had den er geen toestemming voor willen geven. Montenegro. Cettinje, 8 December. De ver sterking der Oostenrijksche legermacht in Dalmatie en aan de Montenegrijnsche grens, welke een getal van 30.000 manschappen be draagt, door de aankomst van een 14.000 laan sterk legercorps te Agram veroorzaakt hier opwinding. Turkije en Bulgarije. Volgens een bericht van de Pol. Corr. uit Sofia, heeft de minister Ljaptschew ver klaard, dat het doel van de Bulgaarsche re geering bij de rechtstreeksche samenspre- king met Konstantinopel ten volle is bereikt, want het gevaar van eene gewapende bot sing met Turkije kan reeds als geheel ter zijde gesteld beschouwd worden. In de kwestie der schadevergoeding staat de Bul gaarsche regeering onwrikbaar op het stand punt, dat voor de onafhankelijkverkla- ring van Bulgarije volstrekt niets mag wor den betaald. Men is het slechts eens gewor den omtrent de principieele bereidwilligheid van de Bulgaarsche regeering om werkelijk gegronde vorderingen van Turkije te erken nen. Dit maakt den eenigen inhoud van de onderteekende memorie uit. Van Bulgaar sche zijde is niet eens een som voorgesteld of genoemd. Ten aanzien van de onderhandelingen over den afkoop van het recht om de Orient- spoorwegen te exploiteeren, drukte Ljapt schew het vertrouwen uit, dat in niet te zeer verwijderden tijd overeenstemming staat te verwachten. Turkije. De Sultan vau Turkije heeft gisteren het hoofd der eunuchen naar het paleis van Dol- ma Bagtsje gezonden, om de vergaderzaal van het parlement in oogenschouw te nemen. Op last van den Sultan is het traliewerk voor de tribune, die voor hem is bestemd, weggenomen. Het hoofd der eunuchen ver zekerde, dat Abd-ul-Hainid dikwijls de ver gaderingen zou komen bijwonen. Perzlé* Constantinopel, 8 Dec. Vol gens berichten uit Perzië zijn de liberalen meester van Aserbaïdjan en rukten zij op Teheran aan, ten einde den Sjah af te zet ten en de republiek te proclameeren. Marokko. Rome, 8 Dec. Het word* bevestigd, dat Duitschland Fusinato hoeft aangewezen om het te vertegenwoordigen bij het arbi tragehof te 's Gravenhage, voor de regeling van het incident van Casablanca. Vereenlgde Staten* Washington, 8 Dec. In zijne boodschap bij de opening van het congres zegt president Roosevelt, dat de financieele toestand uitmuntend is en dat de financieele leiding van de belangen der natie gedurende de jongste zeven jaren zeer voldoende resul taten heeft opgeleverd. Het tegenwoordige „currency"-systeem is echter onvolmaakt en het is te hopen, dat de currency-commissie in staat zal zijn een door en door goed stel sel voor te stellen. Gedurende de periode van 1 Juli 1901 tot 30 September 1908 nam het bedrag van het in omloop zijnde geld toe met 903 millioen dollar. Daarna somt de boodschap de ma;lirege- len op, die het ministerie van financiën ge noodzaakt was te nemen om de geldmarkt te steunen gedurende deze periode, tenge volge van de gebrekkigheid van het „cur rency"-systeem Gedurende een tijdvak van 7 jaar en 3 maanden bedroeg het netto-overschot van de gewone ontvangsten boven de uitgaven on geveer 100 millioen. Ten gevolge van de financieele maatrege len der regeering werd in dat tijdvak de rente-dragende schuld met bijna 90 millioen doll, verminderd. Ten aanzien van de groote corporaties, die zaken doen, zich uitstrekkende over ver schillende staten, meer bepaaldelijk ten aan zien van de spoorwegen, herhaalt Roosevelt hetgeen hij reeds verschillende malen in vroegere boodschappen gezegd heeft. Aan DOOR 81 I. R. CROCKETT. Uit het Sohotsch vertaald DOOR J. P. WBSSELINK—YAN R08SUM. „Ja, ik weet liet," zei haar Genade glim lachende, „het heeft er meer van of je een schrijnwerkersgereedschapsbak omhelst, maar de zaak is, dat d'e heesten van tuin lieden zoo verschrikkelijk wetenschappelijk zijn, dat de geheele plaatsten ondergang zou gaan, indien ik niet rond ging om de dingen te herstellen, hier een spijker slaan de, daar een gat .borende. Was het een dril boor die je voelde, of een snoeimes. Voor het gemak draag ik er meestal een open bij me." „Ik weet het niet, grootmoeder," zei Ca- rus, zijn pols ^rijvende, „het is mij werke lijk oqk volkomen onverschillig welke van de twee het wasi" „Dat zal jc leeren niet in verwarring je arm om jengé vrouwen te slaan," zei de hertogin, lar.ge draadnagels in haar mond stekende, en ze een voor een er uitnemen de, als nadat zij ze noodig had, om een stuk riet tegen den muur te spijkeren. Het is jammer, (klop, klop) dat vrouwen niet rus tig 's morgens voor haar levensonderhoud kunnen werken, zonder dat ze worden aan gevallen door woeste jongelingen, die te- rugkeeren van de een of andere brasserij. Carus Darroch, daar valt mij wat in. Je logeert niet op het kasteel. W,a,ar ben je geweest? Antwoord mij onmiddellijk, 'mijn heer „Lieve grootmoeder, ik ben gekomen om u te vertellen, dai ik ga trouwen." „En daner uitzien als een doodshoofd. Is het iets schandelijks?" „O, neen, grootje," zei Carus levendig, „natuurlijk niet. Ik beb u noodig om er mij mede te helpen als een goede, oude lie veling." „Daar wachtte ik op. Hoeveel?" zei de Hertogin ruw. „Geld is het niet, grootje, tenminste niet hoofdzakelijk. Ik heb u noodig om mij bij te staan op de bruiloft." „Ik begrijp het, een geachte vrouw van middelbaren leeftijd en aanzienlijken stand haar tegenwoordigheid is reeds een waarborg voor goed gedrag. Je bent aan het verkeerde kantoor gekomen, mijn jon gen. Vraag het liever aan je oom Niddis- dale. Dat meer in zijn lijn schoon heid in verdriet, en een familie-rechtsge leerde, alles in orde. De personen in eère hersteld terwijl men wacht!" Haar Genade had het niet vergeven, dat zij geheel buiten al de onderh an delingen betreffende den halssnoer gehouden was. „U doet het dus grootje?" dit werd smee- kend gesproken, op wat zijn bloedver want, zijn „honig-zoeten" toon noemde. „Handen weg, daar 'bewaar ik mijn dril boren. Voordat ik een overijlde belofte af leg, moet je twee dingen zeggen, jonge heer! Het is Ethel Torphiclian niet?" „God verhoede het," riep Carus uit het diepst van zijn hart. „Stemt je vader toe?" „Ik heb het hem niet gevraagd!" zei Ca rus onmiddellijk, en wat meer zegt, ik denk er niet over het hem te vragen." Haar Ge nade liet alles op den grond vallen, hamer, spijkers en boor. Reken dan op mij, beste jongen," riep zij, „wacht totdat ik dezen draadnagel uit mijn mond neem, voordat ge mij kust. j Daar! daar! daar! Het is natuurlijk mijn j kleine Hester. O,' jou dwaze, zorgelooze jongen. Ik zal je straks geducht de les le zen." „Wie zou het anders kunnen zijn," zei de jongeling minachtend. „Dat kost Jim Chetwynd vijftig pond," zeide zij. En zeg mij nu waar je al dien tijd het hof hebt gemaakt aan kleine Hester? Als je al niet getrouwd bent en mij het nieuws tracht meê te deelen, dan vergis ik mij grootelij fes, en ben ik ook teleurgesteld. Is de kleine, bedriegelijke heks daar om den hoek, wachtende achter een 'boom, totdat de woede van den draak is gestild?" „Op mijn woord niet, grootje!" „Nu Carus, ik zal je dit keer vergeven. Het is niet zoo slecht als ik vermoedde en hoopte. Je bent toch gedeeltelijk je moe ders zoon. Arme Sofia! Waar heb je je kleine Hester verstopt?" Het was zeven uur toen Carus van Nid- disdale vertrok, den zegen van zijn groot moeder meenemende en in zijrt*zak een wis- sel van uitermate groote geruststelling. j 'Hij had zich ook een fraai jachtpaard toe geëigend van Kipford, en een briefje voor dat jongemensch achter gelaten, dat begon „Beste Waffles, ik heb Sybel medegenomen, j Word niet kwaad, het helpt je niets. Ik zal haar in goeden staat terugzenden. Ik ga met j Hester trouwen. Geef mij je zegen en kom op de bruiloft. Je moet mijn bruidsjonker zijn, de tweede week in September hoop ik de derde vrees ik de laatste als het niet anders kan. Uw Carus." Hester had op de Rig van Bennanbrack een ongelukkigen morgen doorgebracht. Om acht uur keek zij reeds naar ham uit. Of schoon Megsy en 'haar eigen gezond ver stand haar zeide dat hij er niet voor negen uur kon zijn. Zij liep de beukenheg zeker wel honderd keer op en neer. Op dat uur was er nog geen teeken van hem te bespeu ren. Zij zette zich aan een vreugdeloos ont bijt neder. Hester kon niets eten en pruilde met een gezicht als een „oorworm" zooals Megsy het meer dan eens noemde. Om tien uur waren er teekenen van regen achtig weer op Hester's gelaat en kon zij on de rgeon voorwendsel van de deur worden gehaald. Zij had hem een dozijn keer aan Jen horizon zien verschijnen en even .dikwijls was zij tot de ontdekking gekomen, dat het slechts een vooruitspringende rots was, of een grazend schaap. Precies om elf uur kwam Hester binnen en wierp zich hopeloos op bed. Zij snikte nu vrij uit en toen Megsy met verwijtingen en wijze lessen tot haar kwam barste zij los. „O, je kent hem niet, zooals ik hem ken, als alles goed was zou hij al hier zijn ge weest. Iets vreeselijks moet er gebeurd zijn. Ik weet, dat het zoo is. Zeg niet, Megsy aat het niet zoo is. Het is heel wreed van je, terwijl je in je hart weet (snikken). O, zoo iets deed hij vroeger nooit!'" „Hij moet in een poel gevallen zijn," zei Megsy. Hester trachtende door scherts op te wekken, en haar de dwaasheid van haar ge drag te doen inzien. „Er zijn er enkelen op de heide die drie voet diep zijn!" „O, Megsy." Hester had deze vertroqste- res van Joh bij den arm gegrepen, „denk je dat heusch? Ik weet, dat hij met zijn voet er in is gekomen, gevallen is en zich heeft bezeerd. Misschien zijn hoofd. Ik wil hem gaan opzoeken. Tracht mij niet terug te hou- 't'eh,. Megsy, ik wil het, ik moet!" Zoo dwaalde Hester, gadegeslagen door Megsy twee en een half uur over Bennan brack tevergeefs naar eenig spoor van Carus uitziende, totdat het blauwe gewelf boven haar minder blauw werd en overging in ne velen zij strompelde terug zonder te zien waar zij liep, en ging in haar kamer zitten staren naar de witte muren, verdoofd, met cL"oge oogen rampzalig. Er was dien middag zelfs geen voorwen den van een middagmaal. Megsy had haar toevlucht genomen in haar geloof, dat* de tijd die groote geneesmeester, dit ook zou genezen. Zij ging voort met het poetsen van koper, potlooden van ijzer en het bijvegen van den vloer, terwijl Hester haar harvoch- tig vond. Maar Megsy wist hier niet van zij begreep het niet Ongelukkige Megsy nooit te weten wat het is, werkelijk ramp zalig te zijn. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1