Sg. 173.
7a' <liiurgHii|t.
Dinsdag 15 December 1908.
BUITENLAND.
BINNEN LAND.
ÜKFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingon enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bjj de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVBRTBNTIfiN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents bij veeruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voovdeeliye bepaliagea tet
het herhaald adverteeren in dit Blad, bif abonnemeat. Beae
circulairebevattende de voorwaarden, werdt ep aanvraag
toegezonden.
A.an hen, die met 1 Januari
a. s. op dit blad inteekenen
worden de nummers die ge
durende de maand December
nog zullen verschijnen, kos
teloos toegezonden
Kennisgeving.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort;
Gelet op de Hinderwet;
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaat
schappij ingediend verzoek, met bijlagen, om
vergunning tot het oprichten van eene vet gas
fabriek op de terreinen der Hollandsohe IJzeren
Spoor ivegmaatschaippij alhier, kadastraal sectie
D, no. 2913, op de Secretarie der gemeente ter
visie Hgt, en dat op Dinsdag '29 December 1908,
des voormiddags te half elf uren, gelegenheid
wondt gegeven om, ten overstaan van het ge-
meentoliestuuir of van een of meer zijner leden,
bezwaren tegen het oprichten van. de inrichting
in te brengen.
Tob het beroep, liedoeld in artikel 15, le lid
der Hinderwet, zijn volgens de bestaande juris
prudentie, alléén, zij gerechtigd', die overeenkom
stig artikel 7 der Hinderwet voor het gemeente
bestuur of één of meer zijner leden, zijn ver
schenen), teneinde hunne bezwaren .mondeling
toe té lichten,.
Amersfoort, 15 December 1908.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De conferentie.
In het begin van November kwam te Wee-
nen eene Russische nota in over het voorstel
om eene nieuwe conferentie bijeen te roepen
tot behandeling van het Baikanvraagstuk.
Het beste wat men daarvan kon zeggen,
werd in Weenen met een vriendelijk gezicht
gezegd, namelijk dat zij ruimte liet voor
verdere diplomatieke onderhandelingen.
Eene toenadering van het Russische stand-
punt tot het Oostenrijksche was in de nota
niet vervat. f
Nu is het Oostenrijksche antwoord op die
nota in Petersburg overgegeven. Ook dat is
■weer een „grondslag voor verdere onderhan
delingen". De Oostenrijksche regeering
neemt daarin het standpunt in, dat de mo
gendheden nog voor de conferentie door on
derhandelingen van kabinet tot kabinet tot
overeenstemming moeten komen over de in
lijving van Bosnië en Herzegowina. In de
conferentie zou dan de inlijving zonder ver
dere discussie voor kennisgeving aangeno
men worden.
De Neue Fieie Presse, die aan een Lon-
densch blad de mededeeling ontleent, dat
dit voorstel in Petersburg niet ongunstig is
opgenomen, en is aangeduid als een terugzet
van Oostenrijk-Hongarije, merkt daarover
op„Wanneer de Russische gevoeligheid,
die door de inlijving werd gewekt, kan wor
den verzacht door de gedachte, dat Oosten-
rijk-Hongarije den terugtocht heeft aange
nomen, dan zou het aanbeveling verdienen,
met terzijdezetting van elk gevoel van eigen
waarde of ij delheid, deze meening niet te be
strijden. Daarom moet over de verhouding
tusschen het voorstel van de Oostenrijkscli-
Hongaarsche antwoord-nota en de oorspron
kelijke houding van de Oostenrijksch-Hon-
gaarsche politiek na de inlijving slechts dat
gene gezegd worden wat zakelijk noodig is
om verkeerde opvattingen te verhoeden. In
de Oostenrijksche delegatie verklaarde ba
ron Aehrentha! in antwoord op de vraag van
een gedelegeerde, hoe de monarchie stond
tegenover het plan van eene conferentie
volstrekt niet principieel afwijzend. Hij zei-
de slechts, dat de Oostenrijksch-Hongaar-
sche regeering hare toestemming tot het con
ferentieplan hiervan afhankelijk zou maken,
dat een programma wordt vastgesteld, dat
met hare bedoelingen overeen stemt. De
jongste nota van de Oostenrijksch-Hongaar-
sche regeering spreekt deze opvatting niet
tegen. Want zij heeft juist het doel, de bij
eenroeping van eene conferentie te verzeke
ren, welker programma met de Oosten-
rijksch-Hongaarsche politiek niet in strijd is.
„Bij eene andere gelegenheid heeft baron
Aehrenthal in de delegatie gezegd, dat de
in1 ij vin gskwestie eene is, die hoofdzakelijk
Turkije en Oostenrijk aangaat en tusschen
ons ook te regelen is. Er is geen enkele
Europeesche staat, die dit standpunt niet
zou doelen en 't als eene hoofdvoorwaarde
voor eene vreedzame conferentie zou be
schouwen, dat Oostenrijk-Hongarije en Tur
kije zich rechtstreeks met elkaar verstaan.
Wanneer de Oostenrijksch-Hongaarsche nota
het vreedzame verloop van de conferentie
bovendien wil verzekeren, door zich recht
streeks te verstaan met de andere staten,
dan is dat in tegenspraak met de bewering,
dat de vraag der inlijving voornamelijk
Turkije aangaat en daarmee is te regelen.
„Wat eindelijk het standpunt van de
Oostenrijksch-Hongaarsche politiek betreft,
zich niet te kunnen onderwerpen aan eene
discussie en zakelijke beslissing van de con
ferentie over de inlijving, zoo wijst het
voorstel juist den weg hoe aan deze opvat
ting zonder schending van de aanspraken
die de andere staten maken, vreedzaam zou
zijn te voldoen. Laat Oostenrijk-Hongarije
voor de conferentie zich met alle kabinet
ten verstaan en daarmee alle gevaar voir
den vrede door onverwachte toevalligheden
op de conferentie verhoeden.
„Het is reeds een vooruitgang, dat zich
eene toenadering .schijnt te voltrekken van
de opvattingen in de formeele kwestie, hoe
de inlijving door de mogendheden moet wor
den behandeld. Rusland en Engeland kun
nen zich er meê eens verklaren, dat de in
lijving in de eerste plaats tusschen de mo
gendheden onderling in bespreking komt.
Dit voorstel van de Oostenrijksch-Hongaar
sche nota zal in hoofdzaak wel niet afgewe
zen worden en de indruk, dat althans in de
methode hoe de mogendheden moeten optre
den, de overeenstemming niet ver af is, zal
alle krachten, die voor den vrede opkomen,
weer versterken. Een kleine vooruitgang
kan heden vermeld worden."
Als dat een vooruitgang is, dau is 't in
ieder geval een zeer kleine. Oostenrijk
maakt, zoo merkt de Vossische Ztg. op,
eene zuiver formeele concessie, die zoo nie
tig is, dat men met de diplomatieke loupe
moet kijken om haar te zien. „Men moet al
zeer bescheiden geworden zijn om daainn een
vooruitgang in den zin van eene alle betrok
ken partijen bevredigende oplossing van het
conflict te zien. Gelukkig is echter zulk
eene bescheidenheid werkelijk in Europa
aanwezig, hetgeen hiervandaan komt, dat
ten aanzien van de hoofdpunten van de
tegenwoordige Balkangeschillen niet zoozeer
groote politieke strijdpunten, maar veeleer
persoonlijke gevoeligheden van zekere lei
dende mannen de drijvende krachten zij
Het weinigje tegemoetkoming van de Oos
tenrijksche nota is voorloopig voldoende;
om aan de gekrenkte eigenwaarde van de
betrokken personen eene soort voldoening
te geven. In dezen zin kan het goed zijn.
als de pers ijverig haar best doet om de bi
teekeni6 van de Oostenrijksche nota goed
te doen uitkomen."
Dultschland.
Vandaag is te Kiel het nieuwe linieschip
Posen van de Duitsche zeemacht te water
gelaten. Het is het vierde linieschip van
18,000 ton, dat van stapel loopt, zoodat de
heele divisie (de andere heeten Nassau,
Westfalen en Rheinland) nu te water is.
In dit jaar zijn voor de Duitsche vloot in
het geheel 99,000 ton in aanbouw, namelijk
de vier bovengenoemde linieschepen, de ge
pantserde kruiser Blücher, de kleine kruisers
Emden en Kolberg, het artillerie-opleidings
schip Drache en 7 torpedobooten. Tot nu toe
was 1906 met 63,000 ton het drukste jaar
geweest.
B e r 1 ij n, 14 Dec. De Nordd. Allg.
Ztg. bericht, dat de regeering van Duitsch-
Zuidwe9t-Afrika is aangeschreven spoedig
de invoering van een uitvoerrecht op ruwe
diamanten van 10 Mark per karaat voor te
bereiden.
In het overgangstijdperk zullen tolkredie-
ten worden toegestaan. De onderneming tot
exploitatie der diamantvelden zal een zoo
veel mogelijk onafhankelijk Duitsch karak
ter krijgenmen zal trachten alle belang
hebbenden in één organisatie te vereenigen.
De organisatie zal tevens dienen om de
Duitsche diamantslijperijen te bevorderen.
PrankfQk.
P a r ij s, 14 Dec. De Kamer heeft een
wetsontwerp aangenomen, waarbij de eilan
den Anjouan, Mohillah en Groot-Comora tot
Fransche koloniën worden verklaard.
Het rapport van Doumer over de supple-
toire kredieten, die zijn aangevraagd, con
stateert voor 1909 een nadeelig saldo van
77,727,288 frcs., hetwelk, gevoegd bij het
deficit van de begrooting van 1908, een na
deelig totaal-saldo vormt van 134 millioen
frcs.
In aanmerking nemende de wijzigingen, in
den dienst van 1908 te verwachten, komt de
heer Doumér tot het besluit, dat het be
staande deficit teruggebracht zal kunnen
worden tot 100 millioen frcs.
Engeland.
Londen, 14 Dec. Nr. afloop van de
investituur in het Buckingham paleis voor
de uitreiking van de dezer dagen toegekende
ridderorden, besloot de Koning het op mor
gen bepaalde bezoek aan Lord Burton op
Rangemore af te zeggen en naar Brighton
terug te keeren tot voltooiing van de kuur.
Londen, 14 Dec. Het wetsontwerp
op den achturigen arbeidsdag voor mijnwer
kers is in derde lezing aangenomen met 264
tegen 89 stemmen.
Het hoogerhuis heeft in tweede lezing
het wetsontwerp op de haven van Londen
aangenomen.
Italië.
Rome, 15 Dec. De Russische gezant
graaf Moerawjew is tijden? een bezoek in
een hotel getroffen door eene beroerte, waar
aan hij overleed.
Spanje.
M a d r i d, 1 5 Dec. De Kamer behan
delde een wet op de gemeenschapsmiddelen
ter zee. Het eerste artikel houdt in, dat
stoomschepen voor de groo e vaart, Spaan-
sche en vreemde, komende uit Europeesche,
Aziatische of Afrikaansche havens, gelegen
aan de Middellandsche Zee, _i zich daarheen
begevende, moeten in de eerste haven van
het schiereiland of de Baleansche eilanden,
waar zij goederen of reizigers behandelen,
eene belasting betalen van een peseta per
ton netto-gewicht. De schepen kunnen kie
zen tusschen de betaling van die belasting of
de betaling vooruit van een abonnement voor
12 maanden van 3 pesetas per ton netto
gewicht. Aan den anderen aan. zullen de
eigenaars of reeders van de genoemde sche
pen geregeld en gedurende een tijdsverloop
van een jaar elk schip kunnen vervangen,
dat het genoemde abonnement heeft betaald
maar onbruikbaar geworden is ten gevolge
van schipbreuk of averij, dooi elk ander
vaartuig van gelijken aard, op voorwaarde
van eventueele bijbetaling van een surplus
evenredig aan den grootereu tonnen-inhoud
van het schip. Schepen, uitsluitend met ver-
sche vruchten beladen, zijn vrijgesteld van de
betaling van deze belasting.
Dit wetsontwerp lokt eene groote oppositie
uit in alle Middellandsche zee-navens.
Oosten rijk-Hongartj*.
Praag, 14 Dec. De staat van beleg
en het verbod om onderscheidingsteekenen
van studentenvereenigingen te dragen, zijn
opgeheven met ingang van 15 December.
Budapest, 14 Dec. De minister
president heeft in de Kamer eene rede ge
houden tot beantwoording van de kritiek
van den afgevaardigde Polonyi, inzonderheid
betreffende de inlijving van Bosnië en Her
zegowina. Daar bij de Kamer een wetsont
werp betreffende de inlijving aanhangig is,
wilde de heer Wekerle slechts in eenige
woorden de gebezigde argumenten, steunende
op vergissingen, weerleggen. Het is noodig
dat te doen, omdat soortgelijke argumen
ten door onze vijanden in het buitenland
werden gebezigd en omdat de Hongaarsche
Kamer niet den schijn op zich moet laden, i
dat zij in staat is een onjuist standpunt in
te nemen.
Wat de inlijving betreft, is het geheel
onjuist te beweren, dat die eene overschrij
ding inhoudt van het door het Berlijnsche
congres aan Oostenrijk-Hongarije toever
trouwde mandaat. Wij zijn tot de inlijving
overgegaan, omdat onze belangen zeer ern-
stig bedreigd werden. Nu heeft iedere staat
het natuurlijke recht om de noodige maat
regelen tot bescherming van zijne levens
belangen te nemen. Het mandaat, dat ons
was toevertrouwd, kon slechts dit natuur
lijke recht versterken, maar wij zouden ons
zeer weinig bekommeren om den rechtstitel,
dien het congres ons gaf, als die titel voor
ons het gebruik moest beperken van het na
tuurlijke recht, dat iedere staat bezit, en
ons de handen moest binden tegenover an
dere staten.
De inlijving veroorzaakte slechts moeie-
lijkheden tusschen ons en Turkije. Daar de
buitenlandsche toestand onze belangen be
dreigde, noodzaakte dit ons zonder dralen
te handelen. De inlijving verduisterde den
politieken horizont niet. Als wij gedraald
hadden, dan zouden er veel ernstiger onlus- j
ten zijn voorgekomen, die veel grooter of-
fers zouden hebben gevorderd. Volksrede
naars spraken er van, dat de beide provin
ciën moesten worden gevormd tot een staat
in den staat; plannen van dien aard kwa
men bij herhaling op. Het krachigste wa
pen, waarover Hongarije beschikt tegen
dergelijke pogingen, is de versterking van
het consiitutioneele leven, hetgeen eene hou- j
ding, op louter negatie steunende, onmoge- j
lijk maakt. (Toejuichingen).
De Balkancrisis.
Op de doorreis heeft Achmed Riza, de
Jong-Turksche leider, te Weenen tegen een
medewerker van de Neue Freie Presse ge
zegd Wij zijn niet voor den oorlog, wij
zijn voor een conferentie. Ook in het voor
jaar zal het rustig blijven. Te Parijs en
Londen acht men den vrede evenzeer ver
zekerd, maar 'wenscht en hoopt men, dat
de conferentie spoedig bijeen zal komen. De
vrede is verzekerd, maar wij zijn besloten,
zoolang ons geen recht is gedaan, den oeco-
nomischen oorlog voort te zetten. Wanneer
Frankrijk zich voor de vereeniging van Kre
ta met Griekenland verklaart, moet het zijn
aanzien in Turkije verspelen.
In eene vergadering van fabrikanten te
Weenen, waar de boycot ter sprake is ge
komen, was men het er over eens, dat zij
niets te beduiden had, daar er, alles bij
elkaar, een som bij betrokken was, die te
genover den omvang van den Oostenrijk-
schen uitvoer in geen verhouding stond. Nu
de Turksche regeering in zulk een netelig
parket verkeerde, moest men, zoo vond de
vergadering, wat geduld oefenen.
De tegenspraak, die het Servische pers
bureau heeft gegeven van de berichten over
een Servisch-Montenegrijnsch of- en defen
sief verbond van een erf- en bijstandsver
drag, geeft dc Vossische Ztg. aanleiding tot
deze opmerkingen Deze tegenspraak brengt
de intriges in herinnering, die voor weinige
jaren onder bemiddeling van eene groote
mogendheden gespannen werden om Servië
en Montenegro, die tot dien tijd in groote
vijandschap leefden, te bewegen tot het slui
ten van een tegen Oostenrijk-Hongarije ge
richt vriendschapsverbond. De toenmalige
onderhandelingen leden in de eerste plaats
hierop schipbreuk, dat vorst Nikita van
Montenegro geldelijke eischen aan Servië
stelde. Hij verlangde, dat Servië hem voor
zijn leger oorlogsmaterieel en aanzienlijke
bedragen in geld beschikbaar stelde. Onder
deze deze voorwaarden, die Servië met een
beroep op de noodzakelijkheid van eene
parlementaire goedkeuring afwees, wilde
vorst Nikita destijds een of- en defensief
verbond met Servië aangaan. Thans zien
wij, dat deze destijds afgewezen voorwaar
de vervuld isServië levert inderdaad aan
de Montenegrijnen oorlogsmaterieel en geld
middelen. De conclusie ligt zóó voor de
hand, dat zij deze tegenspraak waardeloos
maakt.
Volgens mededeelingen uit Skutari en
Smyrna, is het aan het optreden van de daar
gevestigde consuls van Oostenrijk-Hongarije
gelukt, aan den goederenboycot een einde te
maken. De gouverneurs van die steden lieten
zich, volgens de Neue Freie Presse, bewe
gen tot eene houding, waarin de leiders van
den boycot geen aanmoediging konden zien.
Volgens het Neue Wiener Tageblatt, is
het Oostenrijksche departement van finan
ciën voornemens, als tegenmaatregel tegen
den boycot, de tabak, die voor de Oosten
rijksche tabaksregie uit Macedonië betrokken
wordt tot een totale waarde van 20 millioen
frs., voortaan van elders te betrekken.
Sofia, 14 Deo. De Bulgaarsche re
geering heeft geantwoord op de vragen van
Oostenrijk-Hongarije en Duitschland in eene
nota, waarin zij verklaart, dat Bulgarije in
beginsel bereid is de onderhandelingen te
hervatten over eene voorloopige regeling
met Turkije op voorwaarde, dat Turkije de
onderhandelingen met de Orient-spoorweg-
maatschappij over de naasting van dezen
spoorweg staakt.
Turkije.
Konstantinopel, 14 Dec. De
Porte had, toen zij onlangs aan de Fransche
regeering het verzoek deec. een Fransch fi
nancier tot hare beschikking ie stellen, zich
ook tot het Britsche gouvernement gewend
met het verzoek, gebruik te mogen maken
van de diensten van een Fngelsch zeeofficier.
De zaak is een poos om finaneieele reden
hangende gebleven, maar is thans weder op
het tapijt gebracht. Het is thans zoo goed
als zeker dat de schout-bij-nacht Gamble
voor twee jaren ter beschikking van de Turk
sche regeering zal worden gesteld.
Eenige detailpunten, waaronder de vraag
welke rang den heer Gamble bij de Turksche
zeemacht zal worden verleend, moeten nog
geregeld worden.
Brltsch-IndiS.
Calcutta, 14 Dec. De verrichte
arrestaties en huiszoekingen hebben
aan het licht gebracht, dat de sa
menzwering in Bengalen van ernstiger
aard was en uitgebreider dan men
eerst dacht. De samenzwering was uitstekend
georganiseerd, met bijzondere afdeelingen
voor den financieelen, den militairen en den
informatiedienst. De finaneieele sectie zag
er geen been in, invallen te doen, om zich
geld te verschaffen, terwijl de militaire af-
deeling wapens verzamelde en bommen
maakte.
V«r5enl£d« Staten.
Albany (New-York), 15 Dec. De
gouverneur heeft eene commissie van ban
kiers, mannen van zaken en economisten be
noemd met opdracht om een onderzoek te
doen naar het werk op de effectenbeurs te
New-York en aan te geven, welke veran
deringen raadzaam zijn in de wetten tegen
speculatiën in geldswaardige papieren en
effecten met het doel om onwettige handels
zaken te voorkomen en den wettigen handel
te beveiligen.
Allerlei.
vHet „Paris Journal" meent met zeker
heid te kunnen verklaren, dat mevrouw
Steinheil voor het hof van Assises zal moe
ten verschijnen en er geen quaestie is van
vrijlating, zooals sommige bladen beweren.
Niettegenstaande de leugens er tegenstrij
digheden, welke de beklaagde in den loop
der instructie heeft getracht ingang te doen
vinden, moet de rechter au instructie tot
de overtuiging zijn gekomen, dat mevrouw
Steinheil in den moordnacht slechts in schijn
gebonden is geweest. Evenzoo is hem ge
bleken, dat de ziekte en de pijn, waarover
de vrouw van den schilder geduiende 14 da
gen na den moord geklaagd heeft en welke
z" toeschreef aan de misha ideling, waarvan
zij van de zijde der moordenaars te lijden
hac» gehad, slechts comedie oei zijn geweest.
P a r ij s, 1 4 Doe. De rechter van in
structie heeft het besluit genomen, dat de
aanklacht tegen Rémy Couillard, beschul
digd sieraden van mevrouw Steinheil te heb
ben gestolen, geen voortgang zal hebben.
vDe Kölnische Zeitung heeft Zaterdag
de inzameling ten bate van de weduwen en
weezen, achtergebleven na de ramp in de
Radbol-mijn, gesloten. Zij heeft in het ge
heel 260,838 mk. bij elkaar gekregen.
vTe Manchester is een procureur over
leden, met name Darbishire, een zonderling,
naar zijn testament te oordeelen. Zijn lijk
moest verbrand worden, zoo bepaalde hij,
stilletjes, zonder eenige plechtigheid en zon
der geuoodigden. En de asch moest verstrooid
worden op een of anderen akker, aldus terug
gegeven aan „de wereld die ik zoo verrukke
lijk heb gevonden."
Kameroverzicht
Tw.ede Kamer.
De heer Van Deventer vroeg in de ver
gadering van Maandag het woord en deelde
mede, dat hij de vorige week bij vergissing
heeft gestemd vóór het amendement-Hugen-
holtz (geen onderzeeboot). Zijn bedoeling
was, er tegen te stemmen.
Aan de orde kwam daarna de behandeling
van de begrooting van Oorlog van 1909.
Eerste spreker is de heer Ter Laan, die
'begint met te zeggen, dat hij niet kan toe
geven, dat deze minister vooruitstrevend is,
gelijk in het voorloopig verslag met zoo
veel welgevallen wordt beweerd. Hij haalt
ten bewijze daarvan verschillende voorbeel
den uit 's ministers verleden aan, sinds de
Militiewet 1901 tot stand kwam. De minis
ter is een militarist, die veel heeft gedaan
om de lasten voor het volk te verzwaren.
Als er eens een minister kwam, die wat ver
lichting wilde brengen, werd hij door de
Eerste of de Tweede Kamer naar huis ge
stuurd. Tegen het geheele beleid, zooals
zich dat in de memorie van antwoord open
baart, komen spr. en zijn vrienden op.
Wat er goeds in is, wil spr. gaarne steu
nen, zooals het terugbrengen van den
dienstplichtigen tijd op 5 jaar, maar daar
naast is er zeer veel, waartegen moet wor
den opgekomen. Het bepalen van de sterk
te der lichtingen op 22.000 man, is ver
keerd. Hij raadt de Kamer aan, zich tegen
dergelijke uitbreiding schrap te zetten.
De heer Arts kan zich met het beleid
van dezen minister wel vereenigen, al heeft
spr. enkele détail-bezwaren. Deze minister
zal ons wel uit het moeras weten te bren
gen.
De heer Passtoors sluit zich bij dezen
spreker aan. Hij wijst op den afkeer van
den dienst in ons volk. Van de 100 mili
ciens hebben er 99 geen sympathie voor den
dienst. Hij bepleit wijziging van de inkwar-
tieringswet en betere betaling van de door
burgers verrichte transportdiensten.
De heer van Idsinga kan zich niet ge
heel en al vereenigen met het beleid van
dezen minister. Hij wenscht zijn bezwaren
niet te verzwijgen, opdat men uit zijn stem,
die hij voor de begrooting zal uitbrengen
niet moge .afleiden, dat hij geheel en al met
dit beleid instemt. Vooral tegenover een
minister van een rechtseh kabinet wil hij
zijne bezwaren niet binnenhouden. Spr.
heeft zijn stem gegeven aan de wijziging der
Militiewet, maar niet omdat hij die zoo
mooi vond. Het was slechts een klein stap
je in de goede richting. Spr. 'had van dit
kabinet verwacht een wetsontwerp om de
verkeerde instelling van het blijvend ge
deelte uit de Militiewet te doen verdwijnen.
Met het blijvend gedeelte is spr. niet inge
nomen Hij acht dat met Kuyper een ab
soluut verkeerde instelling. Het moet zoo
spoedig mogelijk uit onze wetgeving ver
dwijnen, en nu twijfelt spr. er aan, of we
dat van dezen minister zullen krijgen. Ook
had hij verwacht, dat dit kabinet ons zou
hebben gegeven een burger-minister van
Oorlog. Niet alleen omdat de tijdsomstan
digheden daarop wezen, maar ook omdat
het constitutioneel heter is een burger-mi
nister van Oorlog te benoemen en niet een
vakman. Moet er een vakman benoemd wor
den, dan neme deze in ieder geval ontslag
uit den krijgsdienst. Spr. verkeerde in de
vaste meening, 'dat deze minister een goe
de wijziging der Militiewet om het blijvend
gedeelte af te schaffen kant en klaar in den
zak had. Daarin is hij echter teleurgesteld.
Deze minister zal die blijkbaar niet af
schaffen.
Het derde bezwaar van spreker is het go-
kruik, dat de minister wil maken van het
leger voor politiedoeleinden. De tijd is aan
gebroken, om eens voor goed te breken met
de verschillende opvattingen daaromtrent.
De groote steden moeten gedwongen worden
er een goed en uitgebreid politiekorps op
na te houden, dat ook berekend is op bui
tengewone omstandigheden.
Ten slotte bracht spr. den minister alle
hulde voor het instellen der commissie, die
de voorschriften ten aanzien der conduite
staten wijzigde en voor de instelling van
commissies voor dc bezwaarschriften tegen
de beoordeelingslijsten. Maar tegen de sa
menstelling en de wijze van wericen dier
commissies had hij enkele bezwaren, onder
meer, dat het burgerlijk element niet er in
vertegenwoordigd is, en voorts achtte hij de
inrichting der conduitelijsten verkeerd. Z.i.