STADSNIEUWS.
—MP
had. In het orguau van den Bond komen ar
tikelen voor dit op het kantje af indisciplinair
waren. De Minister heeft toen niet ingegre-
fien, maar zal dit wel doen wanneer de Bond
angs slinksche wegen tracht te bereiken
wat de Minister voor 'de tucht niet wensche-
lijk acht.
Wat is de kwestie 1 Ons Belang heeft geen
kapitaal, de ond. off. vereen. Onderlinge I
Voorzorg heeft een kapitaal van meer dan
een ton en werkt -laarmede zeer nuttig. En
nu wil Ons Belang, de vereen. Onderlinge
Voorzorg aan het hart drukken alleen om de
centen. Daardoor is geschil onstaan tussohen
die twee onderofficiersvereenigingen ten na-
deele van den dienst. De Minister heeft Ons
Belang voorgesteld het geschil door een on
partijdige commissie te laten onderzoeken.
Met belangstelling ziet Z.Exc. het resultaat
van dat onderzoek tegemoet.
De Minister gelooft dat men over het alge
meen een verkeerd denkbeeld heeft van het
gebruik dat van de beoordeelingslijsten
wordt gemaakt. Werkelijk, in den regel wor
den de officieren door hun chefs gunstig be
oordeeld. Waarom moet daar een burger in
zitten? De Minister kan de noodzakelijkheid
daarvan niet inzien. Hoe kan een burger
beoordeelen of iemand al of niet voor de
taktiek gunstig is beoordeeld. Oerust, deze
zaak is van alle kanten bekeken. Het
leger wordt niet voor politiediensten ge
bruikt en die taak verricht het leger dan
ook met tegenzin. Maar voor sommige geval
len is het noodig, b.v. voor een kampwach
ter op een schietterrein, anders kan hij dik
wijls niets tegen munitiediefstal en derge
lijke misdrijven doen.
Nu de zaak van Romer. Er moet gelegen
heid zijn om officieren te ontslaan, die onge
schikt blijken te zijn voor hun rang.
Het desbetreffende koninklijke besluit
bevat in kleuren en geuren wat met zoo'n
officier moet gebeuren. Wordt een officier
ongeschikt geacht, dan worden de stukken
in handen gesteld eener commissie van ad
vies. Die commissie kan zich verantwoorden,
van een en ander wordt rapport opgemaakt,
welk rapport in handen van den minister van
Oorlog wordt gesteld.
Van het advies dier commissie mag nooit
worden afgeweken. Zoo is het ook niet luit.-
kolonel Römer gebeurd. Deze officier wa6
jaren lang ongeschikt geoordeeld voor den
hoogeren rang. De Minister deelt dat met
leedwezen mede. Zoo'n officier moet er ech
ter daar hij met zoo'n brandmerk rond
loopt zoo gauw mogelijk uit. De overste
Römer kon niet blijven dienen onder chefs
die misschien 3 jaar jonger waren. Dat gaat
niet. Provinciaal-adjudant is geen vernede
ring en da Minister hoopt dat hij daarin zal
toonen dat hij daarvoor geschikt is, anders
zou men hem ook daar niet kunnen gebrui
ken. De Minister weet niet wat de overate
bezield met zijn reclames. Van jongst af
was zijn karakter hoogst lastig. En ge
heel zijn diensttijd door heeft hij zijn
chefs lastig ge>allen met allerlei onzin. Alle
golegenhcid is overste Römer gegeven om
vertrouwelijk met den minister te spreken,
maar hij heeft daarvan geen gebruik ge
maakt. Hoe kun men dan zeggen dat de
minister geen hart heeft voor zijne officie
ren. Dat was een hoogst onbillijk verwijt.
De heeren R e y n e, Thomson,
Eland. Ter Laan, A r t s, V a n
Karnebeek en Tydeman repli
ceerden hierna.
Do heer Vanldsinga verklaarde o.a.
dat het geen oogenblik zijne bedoeling is
geweest de persoonlijkheid van den minis
ter aan te tasten. Al was do officier, die
het hier geldt, den grootsten schobbejak
ter wereld geweest, dan zou dit geen tittel
of jota aan Spr.'s standpunt veranderd
hebben I)e persoon blijft hit? geheel buiten
quaestie. Het zijn geen pleitbezorgers van
personen die Irfer optreden, .maar volksver
tegenwoordigers, dio toestanden, zaken cri-
tiseercn. Spr. houdt vo^, blijft van mee
ning, dat de motievert der commissie aan den
overste hadden moeten worden medgedecld
Natuurlijk niet het geheelc rapport, maar
alleen de punten, waarop de betrokken offi
cier zich had"le verdedigen.
De Minister dupliceerde. Hij ver
zuimde te beantwoorden de opmerking van
den heer Van Veen. Dt'.Vin. wijst den heer
Van Veen er echter op, dat het hier een
uitzonderingsgeval gold. De minister vindt
de quaestie echter belangrijk genoeg, om
haar met zijn ambtgenoot van Binnenl. Za
ken nog eens te bekijken. De herhalingsoefe
ningen moeten in 1909 op elf dagen bepaald
blijven. In de Asser quaestie heeft men zich
blind gestaard op de uniform, hetgeen de
minister bekrompen en kinderachtig van do
onderwijzers vindt.
Bij de artikelen vroeg de heer L i e f-
t i n c k lotsverbetering van de militaire
hoefsmeden.
De heer Ter Laan stelde een amende
ment voor, strekkende om in 1909 geen derdo
herhalingsoefening te doen -houden voor de
lichting 1902.
De M i n i s t e r kan dit amendement niet
overnemen. De lichting 1902 heeft reeds
grooten afslag gehad. Gaat men verder dan
komt men beneden het minimum dat de
wit toelaat.
De Minister wil het verzoek omtrent de
hoefsmeden overwegen.
De stemming over het amendement zal
Woensdag na de pauze gehouden worden.
Berichte».
De Staatsoourant van Woensdag^ 16
December bevat o. ui. de volgende Kon.
besluiten
benoemd tot raadsheer in den Hoogen
RaAd nir. B. C. J. Loder, advocaat te Rot
terdam
bevorderd bij den marine-stoomvaart
dienst tot officier-machinist le klasse die
der 2e klasse J. W. Kapteijn, J. F A. van
Bruggen, J. Verschoor, J. Holtmark van
Dijkerhof, laatstgenoemde tevens eervol met
pensioen ontslagen, D. Klazinga, A. de
Hamer. M Griek en H J. W. Grimberg;
eervol ontslagen en gepensioneerd de lui
tenant ter zee 2e klasse J. A. Vink;
wegens lichaamsgebreken de le luitenant
der infanterie van het Indische leger met
verlof J. J N. van Ree.
toestemming verleend om tot 1 Nov. 1909 te
Heematok? te wonen, aan mr. A. SJob, burge
meester der gemeente Haarlemmermeer
vergunning verleend tot het aannemen en
dragen der versierselen respectievelijk van offi
cier en eereridder der 2de klasse in de orde van
Hertog Peter Fried rioh Ludwig van Oldenburg,
hun geschonken door Z. K. H. den Groothertog
van Oldenburg, aan den kapitein-luitenant ter
zee J. Albarda en den luitenant ter zee der 2de
klasse C. K. F. Tollenaar
met ingang van 1 Jan. 1909, tot wederopzeg
ging benoemd tot plaatsvervanger van den dis
trictsveearts wien Haarlem als standplaats is
aangewezen, de veearts J. IV. Roeloffs, te Texel.
H. M. de Koningin heeft den koets
huisknecht N. Mazer begift'gd met de eere
medaille in zilver van de Huisorde van
Oranje.
Prins Hendrik kwam Maandagavond
te 9 uur per auto in den Haag. Op het Loo
is thans het hofverblijf tot nader opgeheven.
De Prins ontving gisteren de Amerikaan-
sche, Portugeosche en Russische gezanten,
dio hem werden voorgesteld.
A.s. Zaterdag, naamdag van den
Keizer van Rusland, zal een officieele mis
in de Russische kapel worden gevierd, ge
volgd door een lunch aan het gezantschap.
De gewone audiënties van de minis
ters van oorlog en financiën zullen Don
derdag, die van Koloniën Vrijdag en die van
Binnenlandsche Zaken Zaterdag niet plaats
hebben.
Nadcrland en Venezuela.
Van den gouverneur van Curasao is
per telegram, d.d 14 dezer, het bericht ont
vangen, dat Harer Majesteits pantserschip
„Jacob van Heemskerk'" den 13. dezer
noordelijk van Cumana den schoener der
Venezolaansche gouvernementsmarine „23
De Mavo" heeft genomen, dat de beman
ning met hunne wapenen geland zijn, en
dat verwacht worden, dat schip en schoener
heden (15 dezer) te Willemstad op Curasao
zullen binnenvallen.
Reuter seint uit Willemstad d.d. 15 dezer
De „Jacob van Heemskerk" kwam he
denmorgen hier aan met de Mayo op sleep
touw.
.Reuter seint uit Willemstad, d.d. 15
December
De „23de Mayo" werd bemachtigd op 13
December ten noorden, van Cumana. De be
manning van het prijsverklaarde schip werd
aan boord van de „Heemskerck" gebracht.
De Nederlandsche vlag werd aan den voor
mast in top geheschen. Men zette de Vene
zolaansche bemanning in de kleine booten
aan land juist zooals geschied is met* de
„Alix".
Da kruiser „Gelderland" voer gisteren
langs de Venezolaansche kust met ervaren
zeelieden, bekend met de Venezolaansche
baaien en inhammen. De „Gelderland" is
van plan de torpedoboot „Margarita" te
nemen
Blijkens van het ministerie van Buiten-
landsche Zaken ontvangen inlichtingen is
uit de berichten betreffende de aanhouding
van Venezolaansche schepen ten onrechte
de gevolgtrekking gemaakt als zoude de re
geering hier te lande bericht hebben ontvan
gen, dat de Duitsche gezant te Caracas aan
de bevolking van Venezuela bij proclamatie
kennis heeft gegeven, dat Nederland niet
tegen haar, doch tegen Castro's gouverne
ment optreedt.
De gezant heeft eene mededeeling van
dien aard, namens de Nederlandsche regee
ring niet rechtstreeks ger'cht tot het Vene
zolaansche volk.
Uit de in dc St. Ct. verschenen mededee
ling der Regeering blijkt, d, t de tegen Vene-
fuëla genomen represaillemaatregelen gemo
tiveerd worden met verwijzing naar de nood
zakelijkheid „van zich te vrijwaren tegen
liërhaling van molestaties van schepen onder
Nederlandsche vlag, als gedurende de laat
ste jaren herhaaldelijk zijn voorgekomen en
ten opzichte waarvan president Castro gee
nerlei toezegging voor de tcekonis' heeft wil
len doen."
Hei protest tegen bedoelde molestaties
komt voor in de Nederlandsche nota van 3
September. Hierin leest n.en
„In de eerste plaats meent Hr Ms. re
geering te moeten wijzen op de herhaalde
aanhoudingen van schepen onder Nederland
sche vlag Hoewel bij de regeering de over
tuiging bestaat dat zulks meermalen buiten
de territoriale wateren ..in Venezuela plaats
heeft, zal zij daarvan geen bepaalde grief
maken omdat liet, bij de tegenstrijdige ver
klaringen der partijen, d'kwerf moeilijk is
een juist oordeel te vormen omtrent de plaats
der aanhouding alsook omdat er in deze ma
terie eenige ruimte dient te worden gelaten
voor vergissingon van ondergeschikte Vene
zolaansche ambtenaren, waarvoor Hr. Ms.
regeering dio der republiek thans niet ver
antwoordelijk wil stellen.
Krachtig daarentegen meent Hr. Ms. re
geering er tegen te moeten opkomen dat de
aangehouden vaartuigen ook wanneer er
niet de minste grond voor verdenking van
smokkelarij bestaat naar een der Venezo
laansche havens worden opgebracht en der
halve geheel onnoodig overlast en oponthoud
ondervindon. In dit verband meent Hr. Ms.
regeering te mogen wijzen
a) op het geval van de „Estella", dio
eerst naar Los Taques ./erd gebracht en
vervolgens werd genoodzaakt naar La Vela
de Coro te gaan (begin November 1907).
b) op dat van de „Fen-lope", die eerst
nai r La Vel de Coro werd opgebracht en
vervolgons naar Puerto Cabello werd opge
zonden (begin Maart 1908).
c) op dat van de „Jnsticia d'e naar
Puerto Cabello werd opgebracht (Maart
1908).
d) op dat van de „Carmita' die eerst
naar Adicora en vervolgens naar La Vela
de Coro werd opgebracht (half Juni
1908).
e) op dat van de „Marión", die eerst naar
Ricla en vervolgens evoneens naar La Velo
de Coro werd opgebracht (half Juni 1908).
Insgelijks meent Hr. Ms Regeering te
moeten opkomen tegen de langdurige gevan
genhouding van de bemanning van de aan
gehouden vaartuigen, zelfs, zooals met die
van de „Justicia" geschiedde, geruimen tijd
na de vrijspraak in hoogste instantie, alsmede
tegen het gebruiken van opgebrachte vaar
tuigen als kustwachter, zooals het met de
„Estela" het geval was.
Op dit protest heeft de Venezolaansche
regeering niet geantwoord, enkel kwam zij
op de opmerkingen betreffende het decreet
van 14' Mei terug. Daartoe uitsluitend be
perkte zich toen de repliek der Nederland
sche regeering, die de quuestie der molesta
tie daarin niet verder aanroerdehiermede
gelijk thans blijkt geenszins te kennen
gevende, dat zij van verder protest wenschte
af te zien
De Washingtonsche correspondent van de
Times seint, dat een voornaam lid van de
Senaatscommissie voor buitenlandsche za
ken, op het berioht dat de Gelderland de
Alix had opgebracht, zeide„Het lijkt wel
of president Castro eindelijk zijn lang ver
diend pak slaag krijgt, en ik ben er blij om."
Die woorden, zegt de Times-man, geven de
opvatting van het officieele Washington
weer Met belangstelling ziet men er naar
uit, wat Nederland'» volgende stap zal we
zen. Amerika zal rustig toekijken, zoolang
in Venezuela buitenlandsche handel en be
langen niet ernstig schade lijden.
De correspondent maakt verder melding
van allerlei geruchten over revolutionaire
plannen, die er in Venezuela broeien. Ook
heeft men een vagen indruk, dat pres. Cas
tro er niet zoo erg op gesteld zal wezen,
uit Europa terug te keer en, vooral als het
gerucht waar is, dat hij zijn schaapjes op
het droge heeft Tiet is mogelijk, besluit de
correspondent, dat, indien Nederland mid
dellijk zijn terugkeer onmogelijk kon ma
ken, het zich gewroken kon achten.
President Castro.
Reuter meldt uit Berlijn
Een middagblad meldtDe legatieraad aan
het departement van buitenlandsche zaken
Goetsch is door president Castro ontvangen.
Het doel van president Castro's verblijf te
Berlijn werd besproken en de formaliteiten,
waaronder de president het departement van
buitenlandsche zaken zou kunnen bezoeken,
werden vastgesteld. De legatieraad Goetsch
behoorde destijds tot het Duitsche gezant
schap te Caracas. In het onderhoud met den
legatieraad deed Castro met nadruk uitko
men, dat hij te Berlijn als particulier ver
toefde. Castro ontving tot dusver geen tele
grammen omtrent het uitbreken eener revo
lutie in Venezuela.
Nader wordt gemeld
De Staatssecretaris Von Schoen zond giste
ren den legatieraad Goetsch naar president
Castro om hem te begroeten en in naam van
den staatssecretaris naar zijn welstand te in-
formeeren. Goetsch is den president van
vroeger bekend als lid van de commissie, die
in 1903 in Venezuela de Duitsche aanspra
ken op schadevergoeding vaststelde.
Reuter seint uit Berlijn, d.d. 15 Dec.
Castro ontving heden professor Israeli,
die hem onderzocht. Eerst na geneeskundige
observatie van eenige dagen ka» besloten
worden of een operatie gewenscht is.
De president bleef overdag in zijn hotel,
's Avonds deed hij een uitstapje.
Uit de Berlijnsche bladen van hedenoch
tend stelt de Berlijnsche correspondent van
de Köln. Ztg. een kort bericht over presi
dent Castro's aankdmst samen
De trein kwam te laat aan, doordat de lo
comotief onderweg een ongemak had gekre
gen In het hotel Esplanade at hij, na aan
komst, een omvangrijk maal, en dronk er
flink bij, trots zijn ziekte. Daarna schreef
hij aan den Keizer een brief (volgt de tekst
wat eerst een telegram,, van de grens gezon
den, heette te zijn). Aan menschen in zijn
omgeving zeide hij., dat hij eenig en alleen
om zijn ziekte was gekomen. De dokters :n
Venezuela waren het niet eens over de oor
zaak van de pijnen die hij leed. Hij kwam
nu zekerheid en genezing zoeken van de
kwaal, die zijn geestkracht verminderde,
welke hij juist nu zoozeer noodig had.
In den trein schijnt president Castro toch
een verslaggever, n.l. van de Press-Tele
graph, te woord te hebben gestaan. Die
deelt, naar de N R. Ct. in de Lokal-An-
zeiger le,st, uit het gesprek o.a. mede, dat
president Castro het oogenblik, dat hij de
Duitsche grens overschreed, het gelukkigste
noemde dat hij had gehad sedert hij La
Guiara verliet. Verder sprak hij in de sterke
taal, die men uit Venezolaansche bladen
kent, den lof uit over het Duitsche volk.
In Keulen en andere steden was hem de
kolossale tucht onder de reusachtige men-
schenmenigte opgevallen. De vlijt en de
geestkracht van hét volk, de geweldige nij
verheid die het heeft voortgebracht, ver
vulden hem met bewondering. Altijd had
hij de Duitschers liefgehad en hooggeacht
(ook toen hun 'oorlogsschepen zijn forten
beschoten?); ia;Venezuela waren zij de beste
burgers. Zij werken er hard en mengen
zich niet als andere vreemdelingen in de
politiek. Zij trouwen er dikwijls met dochte-
ren des lands daardoor ontstaat er een ge
meenschappelijke leefwijze, die op de han
delsbetrekkingen tusschen de twee landen
invloed heeft. De Duitsche handelshuizen
zijn de grootste en meest geziene in den
lande. De Venezolanen koopen er gauwer,
want men wordt er schappelijk behandeld.
President Castro kwam in Duitschland heul
voor zijn lijden zoeken, omdat al zijn dok
ters eenstemmig hadden verklaard, dat de
Duitsche geneeskundige wetenschap aan de
spits gaat Alzoo sprak president Castro.
Het Berliner Tageblatt begroet den gast
in een wel niet zeer eerbiedig artikel, maar
toch welwillend. Te Parijs moest hij, zegt het
blad, als schuldenaar en beleediger worden
behandeld, maar te Berlijn verschijnt hij
als de man die zijn schulden heeft betaald.
De kleine oorlog, dien wij zes jaar geleden
met hem hebben gehad, is vergeten; sedert
heeft hij alleen andere mogendheden ge
plaagd. Indertijd nam hij het tegen Duitsch
land en Engeland samen op. Een man, die
dat aandorst, zou die het Duitsche straat
publiek niet in de flank vallen? Dat publiek
heeft hem dan ook heel minzaam ontvan
gen.
De Parijsche correspondent van het blad
vertelt, dat president Castro te Bordeaux
in zijn hotel eenige flesschen cognac van
120 franc de flesch liet aanrukken. Te Pa
rijs betaalde hij in zijn hotel vorstelijk.
Uit een telegram van den Berlijnschen
correspondent van de N. Y. Herald:
Toen president Castro, dadelijk na zijn
aankomst te Berlijn, kennis kreeg van het
in beslag nemen van een Venezolaansch
kustbewakingsvaartuig door een Nederland
sehen kruiser, zei hij, met een geringschat
tend gebaar; We zullen er Holland duur
voor laten betalen
De kamers in het Esplanade-Hotel, waar
voor de president 1000 mark daags betaalt,
zijn voor een maand genomen.
Zegelrecht op effecten.
De zegelwet op effecten zal primo Januari in
werking treden. Het desbetreffend koninklijk
besluit zal zoo spoedig mogelijk gepubliceerd
worden.
N achtarbeid voor bakkers.
Naar de „Haagsche Ct." verneemt, is de
conferentie, die de minister van landbouw
Maandag had met de comité's, die zich ge
vormd hebben uit voor- en tegenstanders van
de afschaffing van nachtarbeid in het bak-
ke.sbedrijf, een gevolg van een gesprek, dat
een tegenstander de vorige week had met den
mi.lister, en dat meer dan twee-en-een-half
u. duurde. In die bijeenlomst, waarin de
minister zich bijzonder warm voorstander
voor de afschaffing betoonde, konden zijD
argumenten daarvóór toch niet opwegen tegen
die, welke daartégen werden aangevoerd, en
die meermalen van den ni'nister de verkla
ring ontlokte: „dat wist it niet".
Daarom wenschte hij nog eens nader te
worden ingelicht overden omzet van brood,
door nachtarbeid verkregenhet getal nacht
arbeiders, alsmede over de bewering, dat
door afschaffing de broodprijzen zouden stij
gen, het loon der gezellen er met door zou
worden verbeterd, en dat de afschaffing zou
neerkomen op een belasting op het brood.
De heer G. L. van der Zwaag is
thans in zooverre hersteld, dat hij gisteren
de zitting der Provinciale Staten van Fries
land kon bijwonen.
Maandag was het 25 jaar geleden, dat
de heer W. Veder, een der negen hoofdlie
den vaD de Rotterdamsche Vrijwillige
Brandweer als brandmeester werd aange
steld. Acht jaar later volgde zijn benoeming
tot hoofdman. De heer Veder is een popu
lair brandweerman van het korps. De jubi
laris, die sedert jaren penningmeester van
de vrijw. brandweer is, werd gisteren warm
gehuldigd; o. a. vereerden zijn collega's
hoofdlieden hem een fraai bronzen beeld.
Het college van brandmeesters bood gis
terenavond den heer Veder een maaltijd aan
in Maison Koomen aan den Schiedamschen
Singel, waar hem door de v^.reeniging van
spuitgasten een serenade werd gebracht.
Even voor de serenade stormden alle
stoomspuiten, de manschappenwagens en de
reddingbrigade allen met flambouwen ver
licht in groote vaart en onder gelui der
alarmbellen langs de feestzaal voorbij, on
der het aanheffen van een luid hoera. Kort
daarop volgde de serenade der brandweer
verenigingen met muziekkorps, banieren en
giorno-verlichting. De bestuurders werden
in de feestzaal genoodigd, waar zij bij monde
van den president van den Bond van brand
weerlieden, gelukwenschen en een lauwer
krans aanboden.
Tijdens de serenade verhoogden Bengaal-
sche vuren de feestelijkheid.
Albert Vogel. Onze landgenoot
Albert Vogel, die naar m.n weet thans in
Berlijn studeert, zal zich in den loop dezer
week naar Boekarest begevrn, ingevolge een
uitnoodiging der Roemeensche Koningin,
Carmen Sylva. Behalve aan het hof, waar
de heer Vogel den 21en optreedt, hoopt hij
ook voor de Nederlanders in de Roemeen-
sche hoofdstad een voordracht 'e houden.
Vogel heeft den Oedipus than» in de ver
taling van Wilamdwitz Moellindorf bestu
deerd en zoowel de vertaler als Friedrich
Haase, die hem fragm-m en van het werk
hoorden voordragen, delen van hun bewon
dering voor Vogel's voordrachtkunst-blijken.
(N. Ct.)
K. J. A. Ligtvoet. f Bij de
familie hier te lande is bericht ontvangen
van het overlijden van den heer K. J. A.
Ligtvoet, tijdelijk ingenieur eerste klasse bij
de Staatsspoorwegen te Batavia.
De heer Ligtvoet had juist een belang-
wekkenden arbeid beëindigd. Als leider van
een rondreis, in verband met een uitgebreid
spoorwegplan voor Midden Sumatra, had
hij dit eiland doorkruist, vergezeld van een
staf ingenieurs, in samenwerking met wie
hij het spoorwegnet ontwierp, dat eenmaal
zal worden gemaakt.
De diamantverduistering.
De Londensche correspondent van het
Hbld. meldt:
Stokvis werd Maandagavond te 10 uur ge
arresteerd, toen hij in Oxford street voor de
Oxford Music Hall stond, door een Amster-
damschen inspecteur en Engelsche detecti
ves. Hij vertelde dat hij alle diamanten in
Nederland en België had verkocht. De on
dervragingen wenden gisteren voortgezet.
Stokvis werd in Bowstreet in verzekerde
bewaring gehouden en zou gisteravond over
Vlissingen naar Amsterdam worden overge
bracht.
Gister is door mr. L. W. van Gigch,
namens de firma Louis Weyl en Vit-a Israël
het faillissement van den commissionnair
Stokvis, te Amsterdam, aangevraagd.
De rechtbank sprak het faillissement uit
met de benoeming van mr. H. Witsen tot
rechter-commissaris, en van mr. N. A.
Mensing van Charante en den heer Her-
man J. Hartz, secretaris der Amsterdam-
sche Juweliers-Vereeniging, tot curatoren.
De rechtbank gelastte in het vonnis,
waarbij Stokvis failliet werd verklaard, dat
zijn boedel in zijn woning in de Plantage-
Parklaan moet worden verzegeld, en dat de
gefailleerde in verzekerde bewaring moet
worden gesteld.
Op Stokvis is bij zijn arrestatie slechts
een klein bedrag aan geld gevonden, maar
geen diamanten. Dit maakt voor de bena- J
deelden de zaak natuurlijk bedenkelijker.
Dat zóó weinig te redden viel bij zulk een
spoedige arrestatie valt tegen. i
Stokvis toch heeft in elk geval vlak vóór
zijn vlucht 120,000 francs aan diamant te
Antwerpen a contant verkocht. Waai1
vraagt het Hbld. is dit geld gebleven en
dat, wat hij gemaakt moet hebben voor een
partij diamant van ongeveer 50,000 francs
waarde, die een bekende Amsterdamsehe
juwelier, noodlottigerwijze jl. Woensdag te
Antwerpen vertoevende, hem vlak voor zijn
vlucht nog heeft toevertrouwd? Van de
tonnen gouds, die de andere groote partijen
aan waarde vertegenwoordigden, spreken wij
dan nog niet en hiermede zullen ook deels
gaten van vroegeren zwendel zijn gestopt.
Gesteld, dat het door Stokvis hierheen ge
zonden pakket werkelijk volgens de aangifte
30,000 aan diamant bevat, dan voelt men
hoe weinig dit op de totale verduistering
van een millioen francs beduidt. Omdat de
handel België gold werd alles in francs ge
noteerd. In betrokken kringen bestaat nog
een flauwe hoop, dat Stokvis vorderingen op
zijn koopers heeft, welke dan, in het fail
lissement ingebracht, tot vermindering van
het passief zouden strekken. Men ziet, hoe
ingewikkeld deze historie is, en welk een
uitgebreid onderzoek zal noodig zijn om
alles vooral de beruchte transactie in
deze verduisteringszaak tot klaarheid te
brengen.
En, om de zaak nog ingewikkelder te ma
ken, heeft Stokvis ook nog een collega-com
missionair medegesleept, door goederen,
welke deze laatste hem ten verkoop had over
gedragen, te verduisteren. Dit echter geldt
voor dien onvoorzichtigen collega-makelaar
zuivèr een quaestie van aansprakelijkheid
tegenover zijn principaal.
Is het Hbld. goed ingelicht, dan zijn
Maandagavond en gisterenmorgen verschei
dene benadeelde juweliers naar Londen over
gestoken, in de hoop nog wat van hun goe
deren te kunnen redden, welke hoop ij del
is gebleken.
V erpletter.d. Bij het verplaat
sen van een machine in de fabriek van de
firman Landman, te Schiedam, viel een as
van ongeveer 1000 kilo op den 21-jarigen O.,
die terstond dood was.
School- en Kerknieaw*.
's-Gravenhage, 14 December.
Examens Middelbaar Onderwijs.
Fransch, akte A. Geëx. 2 vr. en 2 manui.
candGeslaagd de heerenI. van Santen, Am
sterdam, en J. Lopes Cardozo, idem; en mej.
A. A. Jonstra, Groningen.
Boekhouden, K XII. Opgeroepen era opge
komen 4 candidaten. Geslaagd de heer H. J.
Sleemers, Arnhem, voor huisakte.
Aardrijkskunde, K IX. Opgeroepen en
geëx. 2 cand. Toegelaten de heer J. Brander,
Amsterdam.
Sohoonschrijven, N. Opgeroepen 5, geëx. 4
cand., niet opgekomen 1. Toegelaten de heeren:
D. de Bruin., Amsterdam; A. van Gooi, Tilburg,
en H. Hoviniga, Beemster.
Te Groningen is in den ouderdom van 84
jaren overleden ds. J. J. Dainsté, emer.-predi
kant bij do Ned. Herv. Kerk.
Dc overledene was ridder in de orde van
Onanje-Nassau.
Vergadering van den raad der ge
meente Amersfoort op Dinsdag 15 December,
des namiddags te half twee. Aanwezig zijn 13
leden.
Afwezig de heeren S. J. van Duinen en
J. C. Rolandus Hagedoorn. Met kennisge
ving de 'heeren A. H. van Kalken en D.
Ruijs.
De voorzitter jhr. J. W. A. Barchman
Wuytiers, burgemeester, opent te kwart
vóór twee de vergadering. Op de notulen
worden geen aanmerkingen gemaakt. Zij
worden overeenkomstig het ontwerp vastge
steld.
Ingekomen zijn de navolgende stukken
a. Besluit van de Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 3 November 1908, 3de af-
deeling, no. 4180/2754, tot goedkeuring van
het raadsbesluit van 27 October 1908, no
328, strekkende tot ondéi-handsche verhuring
van den tuin aan de Bloemendaalscbe Poort.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
b. Besluit van de Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 3 November 1908, 3de af
deeling, no. 4182/2752, tot goedkeuring van
het raadsbesluit van 27 October 1908, no.
329, betreffende de onderbandsche verhuring
van eene weide op Birkhoven.
Als voren.
c. Besluit van de Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 24 November 1908, 3de
afdeeling, no. 4273/2979, tot goedkeuring
van de gemeentebegrooting voor 1909, vast
gesteld bij raadsbesluit van 27 October
1908.
Alsvoren.
d. Schrijven van de Gedeputeerde Stalen
van Utrecht van 2 December 1908, 3de af
deeling, no. 4665/3092, houdende beriöht
van ontvangst van het afschrift van de door
■den gemeenteraad in zijne openbare verga
dering van 24 November 1908 (besluit no.
372) vastgestelde verordening tot wijziging
der verordening op de tapperijen, koffiehui
zen en logementen.
Alsvoren.
e. Besluit van de Gedeputeerde Staten van
Utrecht van 2 December 1908, 3de afdee
ling, no. 4666/3060, tot goedkeuring van
het raadsbesluit van 24 November 1908, no.
369, tot aankoop van grond voor vergroo-
ting van de gasfabriek.
Alsvoren.
f. Eene nota, dato 3 December 1908, af
deeling I., no. 1622, van Burgemeester en
Wethouders naar aanleiding van een door
den heer S. J. van Duinen onderteekend
schrijven.
Op deze nota is het navolgende schrijven
van den beer Yan Duinen ingekomen:
Edel Achtbare Heeren I
Uit de door U tot den Raad gericbtfe nota
is mij gebleken, dat de woorden door mij
in een ingezonden stuk in „de Eemlanlder"
van 23 October jl. gebezigd, luidende: „en
wat ik als raadslid ter wille van het pres
tige van B. en W. niet aan dë groote
„klok hang", U aanleiding hebben gegeven,
deze zaak ter kennisse van de raadsleden te
brengen.
Met mijn schrijven van 4 November jl.
heb ik reeds bericht, dat die woorden aan
mijne pen zijn ontsnapt.
Na de geheele zaak nog eens rustig te
hebben overwogen deel ik U mededat ik
liet betreur, die woonden te hebben gebezigd