BINNENLAND.
Moge het rijk allen voorspoed deelachtig
worden. De Allerhoogste schenke ons alle
succes."
De verklaring van den sultan, dat hij het
rij* overeenkomstig de grondwet geregeerd
wil zien, lokte langdurige toejuichingen en
kreten „Leve de sultan 1" uit.
Nog uit verschillende Europeesche
hoofdsteden zijn aan het Turksche par
lement begroetingen gezonden bij zijn
eerste optredenzoo uit Parijs, uit Rome en
uit Athene. In Sofia brachten de hoofden
van "de vreemde missiën den Turkschen com
missaris hunne gelukwenschen eene depu
tatie van het bureau van de sobranje en een
vertegenwoordiger van den minister van bui-
tcnlandsche zaken deden dit eveneens. De
Servische skocpschtina zond een telegram
van gelukwensching, waarin wordt gezegd
„Als vertegenwoordigers van hot Servische
volk, dat de constitutioneele en parlemen
taire vrijheden als den voornaamsten waar
borg van zijne sterkte en ontwikkeling be
schouwt, verheugen wij ons oprecht over de
opening van het Turksche parlement, dit
kostbare bezit dat onze heldhaftige buren
en vrienden, waarmee vij zoovele gemeen
schappelijke belangen hebben, hebben ver
worven. Van harte eene gelukkige beves
tiging van de nieuwe staatsorde in het Turk-
sche rijk wenschende, hopen wij, dat in het
genot van de burgerlijke vrijheden de beide
naburige natiën aansporing on kracht zul
len vinden om mot waardigheid te kunnen
bewaren wat onze voorvaderen als gemeen
schappelijk goed hebben nagelaten."
Het aantal der door den sultan benoemde
senatoren bepaalt zich tot 42, terwijl de
grondwet hot maximum-aantal leden van den
Senaat op 80 heeft bopaald. De benoemden
zijn oude ambtenaren en generaals, die bijna
allen onder het oude stelsel eene rol hebben
gespeeld.
Konstantinopel, 18 Dec. De
sultan heeft den grootvizier zijue erkente
lijkheid uitgedrukt voor de hem betoonde
hulde en den secretaris van den Yildiz-
kiosk zijne voldoening over de orde, die
heeft geheerscht bij de openingsplechtigheid
van de zitting en over de houding van de
bevolking. De dag van gisteren is als een
feestdag gevierd in het geheele rijk, zonder
dat eenig incident wordt gemeld.
Constantinopel, 18 Decem
ber. Abdurrhaman Bey is benoemd tot
minister van onderwijs ter vervanging van»
Tapti Bey, die benoemd is tot gezant te
Rome.
De commandant van het derde legerkorps
te Saloniki heeft bekend gemaakt, dat alle
vreemde gendarmerie-officieren weldra Ma-
oedonië zullen verlaten en dat hunne aan
spraken op schadeloosstelling met de gezan
ten te Konstant'nopel zullen worden gere
geld.
Vereenlgde Staten.
Do benoemde president Taft heeft in eene
rede op een feestmaal van de Ohio-maat-
schappij verklaard, dat hij geen schijnher-
ziening van het tarief zou duldenhij gaf
te kennen, dat hij eventueel zijn veto daar
tegen zou uitbrengen. Hij verlangt eene
verandering van Sherman's anti-trustwet,
zoodat de rechtmatige belangen beter be
schermd worden, de onrechtmatige scherper
vervolgd.
Augusta (Georgia), 1 8 D e c. De
benoemde president Taft heeft in het door
he.samen te stellen kabinet den gewezen
attorney-general Philander Knox tot staats
secretaris benoemd.
Chili.
Santiago deChi-i, 18 Dec. l)e
.ministers van financiën en buitenlandsche
zaken hebben ontslag genomen.
Allerlei.
Le Mans, 18 Dec. Wilbur Wright
heeft heden morgen met zijn luchtschip 99
Kilometers afgelegd in 1 uur 53 minuten 59
seconden.
vMaagh, die wegens den moord in deu
trein Trier-Coblenz was aangehouden, heeft
bekend den handelsreiziger Regel inderdaad
te hebben vermoord.
Do Staatscourant van Zaterdag 19
December bevat o. m. de volgende Kon.
besluiten
benoemd tot leeraar R. H. B. S. te Den
Helder C. Boorsma, thans leeraar aan de
gemeentelijke H. B. S. te Briello, on C.
R. de Boor, thans tijdelijk leeraar aan oone
H. B. S. on onderwijzer aan oen openbare
lagere school te Amsterdam.
is H. J. B. Bersma, surnumerair dor di
recte belastingen, invoerrechten en accijnzen
in de directie Zwolle, met ingang van 1 Ja
nuari 1909, benoemd tot commies ter directie
derzelfde middelen aldaar
is C. W. van Stapele, verificateur der in
voerrechten en accijnzen te Arnhem voor den
tijd van één jaar belast met.de waarneming
der belastingen, invoerrechten en accijnzen
te Gendringen,
en is benoemd tot ohtvanger der directe
belastingen en accijnzen ve Hardenberg F.
Hamilton of Silverton Hill, surnumerair der
directe belastingen, invoerrechten en accijn
zen in dc directie Amsterdam
zijn met ingang van 1 Jan. 1909 voor den
tijd van drie jaren in de commissie voor
het Muntwezen benoemd
tot lid en voorzitter de heer dr. E. Cohen,
hoogloeraar bij do faculteit der wis- en na
tuurkunde aan de Rijksuniversiteit te
Utreoht
tot lid do heer jhr. mr. J. H. van Reo-
nen, lid der Algomeone Rekenkamer to
's Gravenhago
tot lid on secretaris de heer dr. P. van
Romburgh, hoogleoraar in de chemie aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht.
benoemd tot burgemeester van Raams-
donk F M. A. J. ridder de van der
Schueren
bevorderd tot luitenant ter zee 2e klasse
de adelborsten le klasse H. A. Crommelin
en J A. V. Swenker
op verzoek eervol ontslagen de gepens.
officier van administratie 2e klasse J v. d.
Hurk als kassier van het Weduwen- en Wee-
zenfonds van de officieren der zeemacht en
als zoodanig benoemd de eervol ontslagen
luitenant ter zee 2e klasse H. v. d. Slooten.
De particuliere heeren en de militaire
officieren, die aan de Koningin audiëntie ter
dankbetuiging of voorstelling hebben aange
vraagd, zullen daartoe a s. Woensdag 23 de
zer namens H. M. door Z K. H. den Prins
ten paleize worden ontvangen.
De audiëntie van den minister van
justitie zal op Maandag 21 en 28 December
a. s. niet plaats hebben.
Nederland en Venezuela.
Blijkens een jongste opgaaf van sa
menstelling van het gezan:encorps te Cara
cas zijn do diplomatieke betrekkingen met
Venezuela afgebroken, behalve door Neder
land, bovendien door d« Vereenigde Sta
ten van Noord-Amerika en den staat Colum
bia en zijn tusschen Frankrijk en Vene
zuela alle betrekkingen opgeheven.
Het ministerie van Buitenlandsohe Za
ken .had tot gistermiddag nog geen bevesti
ging ontvangen van de berichten, volgens
welke onze marine een derde Venezuelaansch
schip genomen en Venezuela aan Nederland
den oorlog verklaard zou hebben.
Het Haagsche Correspondentiebureau
meldt
Aan het departement vl.. Buitenlandsche
Zaken staat de meening vast dat de afkon
diging van den staat van beleg <n Venezuela,
waarvan het bericht uit Caracas naar alle
deelen der wereld is overgeseind, en waarbij
de woorden „State of War" gebruikt zijn,
de aanleiding is geweest tot de misvatting
dat Venezuela aan Nederland den oorlog had
verklaard.
Aan de zinspeling van Castro, in een ge
sprek te Berlijn, op de mogelijkheid der zen
ding van vertrouwde agenten naar Neder
land, eene uitlating welke nagenoeg onopge
merkt is voorbijgegaan, ..ordt hier nog al
waarde gehecht, le meer daar op het voor
stel der Vonezolaansche Regeering, gedaan
in hare tweede, begin November ontvangen
nota aan het Nederlandsche gouvernement
om onzerzijds een diplomatiek persoon naar
Caracas af te vaardigen, et is ingegaan.
De Parijsche Herald vult het bericht uit
Washington, betreffende de zoogenaamde
oorlogsverklaring van Venezuela nog in dier
voege aan, dat do Amerikaansche regeering
de tijding ontving van Paxton Hibben,
secretaris der legatie te Bogota, Columbia.
I)eze seinde aldus een telegram over, dat
door den minister van Buitenlandsche Zaken
uit Caracas was ontvangen. Het zeide „dat
met het oog op de blokkade en inbeslagne
ming van een Venezolaansch schip, de regee
ring van Venezuela, na buitengewone be
voegdheden voor verdediging te hebben aan
vaard, een toestand van oorlog afkondigde",
(declared a state of war). De vergissing
blijkt dus óók te wijten aan een verkeerde
opvatting van het woord declared als „ver
klaarde" in plaats van „afkondiging".
De Times-correspondent te Washington
verneemt uit particuliere bron, dat de revo
lutionaire bewoging in Venezuela toeneemt.
„Is dat zoo", seint hij, „dan nemen de zaken
een loop, die zeer bevredigend is voor deze
regeering. Toen de kastijding door de Neder
landers begon, vreesde men hier alleen, dat
deze president Castro's macht zou versterken.
Thans wordt officieus te kennen gegeven,
dat zoo een nieuwe regeering gevestigd mqcht
worden, het voor haar niet moeilijk zal val
len erkenning te vorkrijgen van de Ver. Sta
ten."
Ook de berichtgever van de Daily Tele
graph te Washington verklaart, dat men al
daar algemeen hot er voor houdt, dat er
binnen eenige dagen een crisis zal uitbreken
in Venezuela en dat de tegenwoordige be
toogingen tegen Castro en zijn aanhang zul
len overgaan in een revolutie tegen do tegen
woordige regeering te Caracas Mocht zoo'n
revolutie uitbreken, dan is het meer dan
waarschijnlijk, dat de revolutionnairen het
land binnen eenige dagen zullen hebben
schoongeveegd en de regeering van Castro
omverwerpen
Gedurende de laatste jaren immers was
het alleen te danken aan den machtigen in
vloed van Castro, dat er geen burgeroorlog
is uitgebroken, maar nu deze feitelijk uit
het land is gevlucht, is zijn val, volgens de
ambtenaren van het departement van bui
tenlandsche zaken, nog slechts een quaestie
van een paar dagen.
En evenals de berichtgever van de Daily
Chronicle verklaart ook deze correspondent,
dat er na een omwenteling geen bezwaar
voor de Vereenigde Staten zal bestaan van
hervatting der d'plomatieke betrekkingen in
overweging te nemen. Wanneer dan de
nieuwe regeering bewijzen heeft gegeven
van hare stabiliteit en zij in staat geacht
zal worden hare internationale verplichtin
gen na te komen, zal de quaestie der erken
ning ter hand worden genomen door den
staatssecretaris van buitenlandsche zaken.
Men denkt zelfs, dat Noord-Amerika een der
eerste mogendheden zal zijn, die den even-
tueelen nieuwen stand van zaken zal erken
nen.
Het „Berl. Tagobl." voortbordurende op
de „oorlogsverklaring", k"n zich niet goed
voorstellen, hoe deze „oo:log" gevoerd zou
worden. Het blad schrijft:
„Holland denkt er niet aan, troopen te
landen en heeft ook aan de Ver. Staten uit
drukkelijk beloofd dat n:et te doen. Uit
hun kustforten zullen Je Venezolanen de
nazaten van De ftuyter ook niot kunnen
overwinnen, doch voor Krijgvooring ter zee
ontbreken hun de schepen. Zij kunnen ook
bezwaarlijk een vijandige exped'tie tegen
Curasao, laat staan tegen Holland op zijn
Indische koloniën ondernemen. De Holland-
sche koopvaardijschepen worden door de
thans voor Venezuela vertoevende eigen oor
logsschepen voldoende beschermd. De oorlog
zou dus slechts kunnen bestaan. in onder
handelingen over den vrede. Nu moet afge
wacht worden of deze vrede door 'de regee
ring van Castro, tegen wien alleen Holland
maatregelen genomen heeft, of aoor de oppo
sitiepartij deze wordt in Venezuela altijd
revolutionairen genoemd gesloten wordt."
De „Independence Beige' schrijft naar
aanleiding van het optreden onzer oorlogs
schepen op de Venezolaans-he kust
„Het zijn geen eigenlijk gezegde daden van
vijandschap, want er is geen oorlogstoestand.
Da Nederlandsche regeering overgegaan
tot dwangmaatregelen, eie geacht worden
den vrede niet te verbreken. Het internatio
nale recht rangschikt daaronder gelijk be
kend is, retorsie, repressaille-maatregelen,
het embargo en de vreedzame blokkade.
In de huidigo fase van het Nederlandsch-
Venezuelaansche geschil is men toe aan de
repressailles, d. z. daden waarmede nu eens
de onderdanen van een anderen Staat dan
weer die andere Staat zelf getroffen wordt.
Zoo is van het laatste een voorbeeld- uit de
hedendaagsche geschiedenis het- zenden van
oorlogsschepen in territoriale wateren, het
in beslag nemen en innen van douane-gel
den, het opbrengen van oorlogsschepen, het
bombardement, het vernielen van forten en
arsenalen en het met geweld Dezetten van
zekere gedeelten van net g'ondgebied als
pand.
De vraag of men door die repressailles
geen gevaar loopt vanzelf -n den oor'ogstoe-
stand te geraken, is niet onbelangrijk.
Immers ook hier komen vaak land- en
zeemacht in actie.
Echter verdient het opmerking, dat in de
laatste 25 jaar verschillende mogendheden
tot die repressaille-maatregelen bun toevlucht
namen en dat men daaruit heeft kunnen zien,
dat dergelijke maatregelen minder wroed zijn
dan een oorlog, terwijl zij tot hetzelfde re
sultaat leiden, erkenning door den „schul
digen" staat van zijn ongelijk en van zijn
onrechtmatig gedragen.
Overigens kan men er op voorbereid zijn
dat de Nederlandsche regeering binnenkort
tot een vreedzame blokkade overgaat, als
tenminste Venezuela niet de politiek van
president Castro verloochent
Het is ook niet onnoodig er hier nog op
te wijzen, dat ingeval van geschil met Zuid-
Amerikaansche Staten, de bovengenoemde
middelen bovendien het voordeel hebben
de Monroe-leer intact te laten, welke immers
elke intervéntie eener Europeesche mogend
heid in Amerikaansche aangelegenheden af
wijst, m. a. w. de regeering te Washington
zou machtigen zich te verzetten tegen een
oorlog welke eenige Europeesche mogendheid
aan een of anderen Amerikaan schen staat
zou verklaren.
Aan de Daily Chronicle wordt uit
Washington geseind, dat de Nederlandsche
legatie aldaar geen bericht heeft ontvangen
omtrent- de oorlogsverklaring en dat de le
den van het Venezolaansche gezantschap
weigeren eenige inlichtingen te dezer zake
te geven.
Aan het ministerie van buitenlandsche
zaken daar ter stede is ook geen bevestiging
van de oorlogsverklaring ontvangen, maar
men acht het zeer waarschijnlijk, dat het
bericht daaromtrent juist is, ofschoon men
het er voor houdt, dat de vijandelijkheden
voorloopig nog niet geopend zullen worden.
Venezuela is n.l. niet bij machte repre
saille-maatregelen te nemen en de verhou
ding tusschen de regeering en de bevolking
is ook al niet van de beste.
Men acht liet te Washington waarschijn
lijk, dat de N-derlandsche regeering zich zal
beperken tot een blokkade van de kust, meer
in het bijzonder van de havens La Guaira
en Puerto Gabello en dat de drie aanwezige
oorlogsschepen intussclien zullen voortgaan
met inbeslagneming van de schepen van de
Venezolaansche regeering.
Zoolang er alleen quaestie is van een
blokkade zal de Amerikaansche regeering
niet tusschenbeide treden.
Men gelooft hier dat Venezuela zoo goed
als rijp is voor een revolutie en ten over
vloede zijn na het vertrek van den president
zich revolutionaire leiders in verschillende
provincies beginnen te vertoonen.
Volgens de berichten wint de meening,
dat Castro Venezuela aan zijn lot heeft over
gelaten, hoe langer hoe meer veld en het
revolutionaire tracht die meening nog meer
ingang te verschaffen.
Twee bewegingen zijn er gaande, de eene
Gomez te bewegen de teugels van het be
wind in handen te nemen en een andere,
wier doel is de geheele tegenwoordige regee
ring omver te werpen.
Uit het werk „Heere und Flotten aller
Staaten der Erde" van T. (major a. D.)
1907, dat in militaire kringen een goeden
naam heeft, wordt door de „N. R. Ct".
het volgende over het leger van Venezuela
overgenomen
Plannen tot invoering van den algemee-
nen dienstplicht zijn tot nu toe niet tot uit
voering gekomen, de recruteering voor het
leger is volstrekt willekeurig. Het land
is in 5 militaire districten verdeeld. In 24
plaatsen zijn commandanten.
Troepen9 bataljons infanterie (elk 6
compagniën van 60 man, 1 bataljon artil
lerie, 1 eskadron cavalerie, 2 compagniën
marine-infantcrie.
Vredessterkte 4000 man, vervolgens
11,765 officieren-tit., in oorlogstijd komen
daarbij 100,000 man militie.
De infanterie is met het Mausergeweer
gewapend, waarvan 34,000 stuks voorhan
den zijn, zoomede 9000 Remingtongeweren
en andere modellen. Er zijn 40 Krupp-ka-
nonnen aanwezig.
Er is eene artillerie-academie en 1 mu
ziekkorps.
Reuter seint uit Brussel
De Indépendance acht Castro's regeering
tot elke dwaasheid in staat, doch de ge
dachte aan een oorlogsverklaring doet on
willekeurig glimlachen immers men vraagt
zich af hoe hij in de practijk vijandelijkhe
den zou kunnen openen.
Aan oen brief uit Willemstad d.d. 29
November aan het N. v. d. D. is nog het
volgende ontleend
Wat voor invloed heeft de intrekking van
het verbod van uitvoer van wapenen op den
gang van zaken gehad?
Voor zoover men weet zijn er nog geen
verzoeken bij het koloniale bestuur inge
komen tot het opslaan van wapenen, slechts
nieuwsgierigen hebben misschien navraag
gedaan naar de voorwaarden van opslag en
uitvoer. Het is ook niot te verwachten, dat
in de eerste dagen een bepaald voorstel der
omwentelingsgezinden zal komende be
richten uit New-York met de laatste mail
ontvangen luiden nfet gunstig voor de be-
"weging tegen Castro. De ontevredenen zijn
het nog niet eens, hoe zij den buit zullen
verdeelen en hebben zich nog niet onder
worpen aan een algemeenen leider, en zoo
lang dit duurt kan men geen goeden uitslag
verwachten. Riera op Curasao, Rolando
in New-York, Hernandez in Engeland, Ma-
tos in Parijs, allen loerende op de kans om
zich van het bewind meester te maken, kun
nen onmogelijk den sterken tegenstander be
kampen en zullen nooit aan de middelen ko
men om hun doel te bereiken.
De Curagaosche correspondent van De
Tijd schrijft d.d. 24 November:
Het status quo blijft gehandhaafd. Er is
dus op politiek gebied geen meldenswaardig
nieuws. Dat generaal Castro op last zijner
geneeslieeren in Europa eene operatie zou
moeten ondergaan, klinkt niet onwaarschijn
lijk. 't Zou voor hem eene schoone gelegen
heid zijn, om aan de netelige Hollandsche
quaestie te ontkomen, zonder te buigen.
Want tot dit laatste is hij allerminst ge
neigd. Maar de zaak door zijn vice-presi
dent Juan Vicente Gomez laten opknappen
en daarna naar Venezuela terugkeeren of in
Parijs rustig en blijmoedig de millioentjes
genieten, die hij in 9 jaar ten getale van
120 bij elkaar gekregen heeft, 't zou eene
politiek zijn den gelukzoeker uit de Andés
volkomen waardig.
Van uitvoer van wapenen of van het ge
bruik maken van ons koloniaal terrein voor
revolutionaire doeleinden hoort of ziet men
nog weinig. Voor het organiseeren eener
revolutie is bovenal geld noodig en, naar
men algemeen gelooft, ontbreekt die „ze
nuw des oorlogs" bij de leiders der opposi
tie zoo goed als geheel en al. Zij hebben
zich gewend tot de groote kapitalisten van
de „Bermudez Asfalt Company" en „Ori
noco Navigation Company" enz. te New-
York, welke door Castro van hunne rech
ten beroofd zijn; doch door eenige vage
toezeggingen van minister Root te Washing
ton geleid of misleid, schijnen zij weinig
genegen, kapitaal te steken in eene altijd
onzekere revolutie. Als de regeering der
Ver. Staten zelf dan maar eens een hand
uit de mouw wilde stekenmaar daar zijn
nog weinig teekenen die het voorspellen.
Er zijn op 't oogenblik zoovele en gewich
tiger vragen op te lossen
Volgens den Berlijnschen correspondent
van de N. Y. Herald heeft president Castro
gezegd, dat de vaartuigen, die Nederlan
ders hadden opgebracht, niet meer dan een
soort pleizierjachten waren, en dat wat ze
dan waard mogen wezen spoedig betaald zou
wezen door een boycot op Nederlandsche wa
ren in Venezuela.
Castro houdt zich groot 1
President Castro.
De Berlijnsche correspondent van den
Matin meldt, dat Castro Woensdagavond
een vertegenwoordiger heeft ontvangen van
een Berlijnsch dagbladagentschap, die hem
dringend verzocht eenige ophelderingen te
geven betreffende het geschil, tusschen
Venezuela en Nederland bestaande.
De president verklaarde, dat hij, aange
zien hij in de Duitsche hoofdstad vertoefde
als gewoon particulier persoon, niet over
politiek kon spreken. Hij voegde hieraan
toe, dat de Venezolaansche zaakgelastigde
echter in zijn plaats te spreken is.
Deze deelde mede, dat de berichten over
vernieling van eigendommen, toebehoorende
aan president Castro en zijn schoonzoon,
volkomen ongegrond waren en de wereld
werden ingestuurd door de vijanden van
Castro, om hem op deze wijze in de oogen
van Europa te disqualificeeren.
In den Berliner Lokalanzeiger komt het
volgende vermakelijke verhaal voor over de
wijze, waarop president Castro in Berlijn
optreedt
President Castro regeert feitelijk in het
Esplanade-hotel aan de Bellevuestrasse, re
geert er woordelijk. Van den gevel van het
hotel wappert een meterlange vlagde roode
en gele strepen met den kring van sterren in
het midden en het wapen rechtsboven in
den hoek schitteren in de verte, ten bewijze
dat Castro hier voorloopig zijn tent heeft
opgeslagen. In het hotel bewoont hij met
zijn gevolg de geheele eerste étage, en men
kan er een aangenaam kwartiertje doorbren
gen, door op te merken, hoe hier geregeerd
wordt.
Twee heeren komen binnende eene
spreekt Engelsch, de ander antwoordt in het
Fransch. Buitenlandsche correspondenten,
journalisten. Zij willen den gang ingaan.
Daar staan twee kamerschutten, zóó ge
plaatst, dat slechts één persoon te gelijk er
door kan. En in die ruimte staat een mar
tiaal uitziende persoonlijkheid.
Een hand wordt opgeheven, een stem be
veelt „Halt! Deze corridor is verboden I"
Er ontstaat een gesprek. De vreemdeling,
in gebroken Duitsch
„Pardon, wolle Zie biete meine Carte de
visite
„Ja, maar u mag er niet door!"
De vreemdelingen zetten zich op stoelen
aan den ingang en wachten.
De beroemde negerin komt voorbij, ern
stig, rechts noch links kijkend. Een paar
heeren, van dezelfde huidskleur, volgen. Een
consul komt:
W achtmeester"
„Het spijt mij, de president slaapt nog".
„Kan ik dan den gezant spreken?"
„Een oogenblik. Juist is de hofkleermaker
bij hem".
De consul gaat bij de anderen zitten.
Een photograaf, een juwelier, een man
met stalen van zijden stoffen completeeren
het gezelschap. Een Venezolaansche bedien
de komt voorbijhij is in rok en spreekt
Fransch.
„Senor Presidente kan vandaag niet ont
vangen".
Teleurgesteld staan de bezoekers op. De
gezant draagt een hofuniform, zwaar van
goud. De consul houdt hem aan. Een jour
nalist ook.
„Is het waar, dat in Venezuela de revo
lutie is uitgebroken?"
„Ik mag daarop niet antwoorden".
Weg is hij. Een andere diplomatieke per
soonlijkheid komt.
„Is het waar
„Geen quaestie van, wij hebben er geen
telegrammen over ontvangen 1"
„Heeft de president den keizer een audiën
tie gevraagd?"
„Onzin, geen woord van waar!"
„Wat heeft prof. Israel gezegd over het
onderzoek van den president?"
„Niets. Het is nog niet afgeloopen. Hij
komt vanmiddag terug".
„Dank u".
De heeren buigen voor elkaar. De verte
genwoordiger eener bekende juweliersfirma
komt er bij „Pardon, maar ik ben hier
ontboden".
„Zoo; nu wacht dan maar".
De rij wordt steeds langer. De gérant van
het hotel komt ook. In de kamers van deu
president moeten nieuwe bloemen worden
geplaatst. Heele manden vol worden aan
gesleept. Maar de hand tusschn de kamer
schutten wenkt afwerend
..Halt, geen toegang 1"
„Maar wachtmeester, ik ben de gérau'.
van het hotel
En zoo gaat het maar steeds voort. Maar
den president krijgt niemand te zien.
De Parijsche editie van de „N.-Y. He-
xald" bevat een schrijven uit Caracas van
28 November, waarin de orrespondent ver
haalt, dat Castro honderdduizend dollar had
geboden aan een Berlijnschen specialist om
dezen te bewegen naar Caracas te komen.
De professor had echter geweigerd.
Toen de Berlijnsche geneeskundige specia
liteit geweigerd had tegen betaling van een
som van 100,000 naar Venezuela te ko
men, ging Castro over tot de meest verras
sende daad in zijn aan verrassingen todh
zoo rijk regeeringsleven, hij nam nl„ zonder
dat iemand er op verdacht was, passage op
het eerste stoomschip, dat naar Europa ver
trok. De toebereidselen tot zijn reis, die
veertien dagen geduurd hadden, waren zoo
geheimzinnig genomen, dat twee dagen voor
zijn vertrek nog aan geen der ministers iets
omtrent zijn plannen bekend was.
Den dag voor zijn vertrek hield hij minis
terraad. Dit was sinds den dag, dat hij het
ministerie, een jaar geleden, had geïnstal
leerd, de eerste maal, dat hij dien raad bij
eenriep. Hij deelde den heeren mede, dat
hij den volgenden dag naar Europa zou ver
trekken, dat de waarnemende president Go
mez hen tot zijn terugkomst zou handhaven
in hunne ambten en hij maande hen aan
niets bijzonders te ondernemen tijdens zijn
afwezigheid.
De berichtgever verhaalt verder dat na het
vertrek van Castro de politie ztch zeer druk
maakt met de onderdrukking van de geest
drift der studenten, die vice president Go
mez wilden overtuigen, dat het zijn plicht was
ot_ einde te maken aan de monopolies, door
Castro ingesteld en de staatkunde te wijzi
gen, die voor de ontwikkeling -v.n het land
noodlottig was.
Dit bewijst dat de tegenwoordige revolu-
tionnaire beweging, dadelijk na Castro's ver
trek begonnen, door de intellectueelen is
voorbereid.
Zondag a.s. zal Castro, volgens een mede-
deeling van den Lokal-Anzeiger zich bege
ven naar de particuliere kliniek van prof.
Israël en daar acht dagen onder observatie
blijven. Eerst na afloop van dien tijd zal
uitgemaakt worden, of hij zich aan een ope
ratie zal moeten onderwerpen.
De Kamerzetel van Zaan
dam. Het Centrum zegt, dat het bericht
omtrent het niet aanvaarden van een nieuwe
candidatuur voor de Tweede Kamer door den
heer K. Cz. de Boer niet geheel juist is.
Het blad schrijft
„Niet „drukke bezigheden" zijn de oor
zaak, dat de heer De Boer zich niet meer
beschikbaar stelt, doch voornamelijk hit-
feit, dat hij zich met de beweging voor al
gemeen kiesrecht niet vereenigen kan.
„Dit werd ons van volkomen betrouwbare
zijde verzekerd.
„Wij herinneren eraan, dat de heer De
Boer behoort tot de Liberale Unie, die zich
vóór algemeen kiesrecht uitsprak".
Bij de gisteren gehouden herstemming
ter verkiezing van een lid van den gemeen
teraad in het district Rotterdam I werd ge
kozen de heer J. Mulder, liberaal, met Z302
stemmen.
De tegencandidaat, de heer G. Voorhoeve,
christelijk-historisch, verkreeg 1607 stem
men.
Gesteld ter beschikking van den
gouverneur-generaal van Ned.-Indië, om te
worden benoemd tot onderwijzer 3e kl. bij
het Europeesch Lager Onderwijs in Indië
K. v. d. Veer.
Begrafenis prof. Biester-
v e 1 d. Het stoffelijk overschot van dr. P.
Biesterveld, laatstelijk hoogleeraar aan de
Vrije Universiteit, is gisteren, onder talrijke
blijken van belangstelling, op de Oosterbe
graafplaats te Amsterdam ter aarde besteld.
Het aantal vrienden en volgelingen, hier
samengekomen, was buitengewoon groot.
Daar waren de meesten der directeuren, cu
ratoren en theologische hoogleeraren en vele
der overige studenten van de vrije universi
teit vele predikanten der gereformeerde
kerk van Amsterdam en elders, vertegen
woordigers van kerkgenootschappen, ook
van de Nederl. herv. kerk enz.
Aan het geopend graf werd door niet min
der dan 13 personen het woord gevoerd,
allen huldigend de groote gaven van hoofd
en hart des overledenen. Dr. Geesink namens
curatoren en directeuren der Vrije Universi
teit sprekende, deed daarbij vooral uitko
men wat de overledene geweest was voor den
kring der school, ook als docent.
Prof. Bavinck herdacht den overledene als
mensch en vriendde heer Harrestein deed
dit namens de theologische studenten als
leermeester en aller vriend.
Ds. Klaarhamer, van Utrecht, sprak na-