I". ISO. Dinsdag 22 December 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. Het verraad van Lampagger- 7"' JitargAiifr. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Adverteatiftnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur morgens bg de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. lntercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van' 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanwagen 85 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement, lene circulairebevattende de voorwaarden, wordt ep aanvraag toegezonden. A.an hendie met 1 Januari a. s. op dit blad int eekenen, worden de nummers die ge durende de maand December nog zullen verschijnen, kos teloos toegezonden. Politiek Overzicht liet einde tan de l'arieuieutszitting in JEngeland. Gisteren is de najaarszitting van het Brit- sche parlement gesloten. Najaarszittingen zijn bij de leden van de wetgevende macht in Engeland niet populair. Het parlement is in de eerste helft van het jaar gedurende het giootste gedeelte van den tijd bijeen. In den regel is er zulk een overvloed van werk, dat de zitting tot in Augustus gerekt wordt. Maar dan is men ook gaarne vrij gedurende de rest van het jaar, om in het volgende jaar met frissche krachten opnieuw te kun nen beginnen. Ditmaal heeft men op den gewonen regel eene uitzondering moeten maken. De stof, die was te verwerken, was zóó overvloedig, dat men in de eerste helft van October op nieuw heeft moeten bijeenkomen en tot gis teren, vlak vóór Kerstmis, bijeen heeft moe ten blijven. Had men nu veel kunnen af doen, dan zou men met voldoening neerzien op den arbeid, dien is verricht. Maar het tegendeel is het gevalde resultaten van dit zittingsjaar zijn zeker niet in overeen stemming met den tijd, die er aan is besteed; men zou ze zelfs mager kunnen noemen. De oorzaak daarvan is gelegen in den strijd tusschen de beide huizen, die gezamen lijk den wetgevenden arbeid moeten verrich ten iïet lagerhuis, uit welks meerderheid de regeering is voortgekomen, en het hooger- liuis. Zoo dikwijls de liberale partij aan het roer is, doet die strijd zich gelden, en ook ditmaal is het die strijd, die den politieken toestand beheerscht. De regeering wil het programma van wetgeving verwezenlijken, dat bij de laatste ontbinding van het lager huis haar shibboleth geweest is in den strijd aan de stembus. Maar zij stuit daarbij op het verzet van de lords, die geen gelegenheid ongebruikt laten om te toonen, dat zij er ook nog zijn. De lords zijn in eene strijdlustige stemming; dat bewijst de behandeling, die zij in de nu afgeloopen zitting de wetsont werpen, die het lagerhuis hun toezond, heb ben laten ondergaan. De drankwet, het hoofdpunt van het regeeringsprogramma van dit jaar, werd niet eens de eer van eene artikelsgewijze behandeling waardig ge keurd; zij werd en bloc verworpen. Het vooruitzicht, dat het onderwij sontwerp van minister Runciman dit lot zou deelen als het voor het hoogerhuis kwam, heeft de regee ring bewogen de onderhandelingen, die zij met de Anglicaansche geestelijkheid had aan geknoopt over een compromis, af te breken en het ontwerp in te trekken. Het is dus niet te verwonderen, dat in den boezem van de tegenwoordige regeerings- partij zich een steeds krachtiger aandrang idoet gelden om den strijd 'egen het hooger huis ernsfïg ter hand te nemen. Reeds in de eerste zitting van dit parlement, toen de toenmalige minister van onderwijs Birrell zijn schoolwet-ontwerp, dafc het lagerhuis had aangenomen, van het hoogerhuis in on- kenbaren vorm had terug ontvangen, gingen er stemmen op, die betoogden, dat het veto recht van het hoogerhuis moest worden be perkt. De nu overleden eerste minister Sir Henry Campbell 'Bannerman heeft dan ook verleden jaar door het lagerhuis een besluit in dien zin doen nemen. Maar de lords heb ben zich daaraan niet gestorrd. Thans is uit den boezem van het lagerhuis een nieuwe, krachtige aandrang tot do regeering geko- mei, om haai- tot handelen te bewegen. Eene door Sir John Brunner opgestelde me morie, waarin de premier wordt uitgenoodigd het voor 14 jaren reeds door Gladstone tegen li hoogerhuis geuite dreigement zoo spoe dig mogelijk in eene daad om te zetten en den strijd tegen de lords aan te binden, is door 248 van de 421 «ïberale leden van het lagerhuis onderteekend. Bovendien hebben nog 25 leden hunne instemming met deze memorie betuigd, op de woorden zoo spoe dig mogelijk" na, die zij willen schrappen om den premier de Landen vrij te laten. Minister Asquith heeft een gastmaal, dat hem in den National Liberal Club werd aangeboden, te baat genomen om Je verkon digen welke gedragslijn hij zou willen vol gen. Hij i. niet gezind reeds nu eene ont binding van het lagerhuis uit te lokken, zooals de radicale vleugel van de regeerings- partij zou willen, om den strijd tegen het hoogerhuis te maken tot het wachtwoord bij de algemeene verkiezingen, die dan zouden moeten volgen. Hij betwist niet, dat de ver houding tusschen de oeide Kamers de alles overheorschende politieke kwestie is, maar wil zich niet door het hoogerhuis het tijd stip der ontbinding laten voorschrijven, doch daartoe eerst overgaan op het oogenblik, dat hein het best pas. De politiek van de regeering concentreert zich nu op de begrooting van het volgende, met 1 April 1909 beginnende dienstjaar. Men zal, om bij de verminderde inkomsten de klimmende uitgaven voor uitbreiding van de vloot en voor de maatregelen op het ge bied der sociale politiek te kunnen dekken, vermoedelijk zware lasten leggen op den drankverkoop en op het rondbezit. Wan neer dan het hoogerhuis de begrooting, die het niet bevoegd is te amendeeren, in haar geheel verwerpt, dan zal men in 't bezit komen van eene populoüe leus tegen de Lords als aanranders van bet budgetrecht van de Commons, waarmee men den strijd zou kunnen wagen. In de eerste maanden kan er echter, naar de opvatting van de regee ring, van de ontbinding van het lagerhuis nog geen sprake "zijn. Duitschland. De FrankJ. Ztg. bericht uit Berlijn, dat het reeds voor geruimen tijd aangekondigde wetsontwerp tot interpretatie van art. 54 der rijksgrondwet (waardoor de bezwaren tegen de toelaatbaarheid van het heffen van scheepvaartrechten op de rivieren moeten worden uit den weg geruimd) spoedig na nieuwjaar bij den bondsraad zal worden in gediend. In den bondsraad is eene groote meerderheid voor het wetsontwerp te ver wachten, maar Saksen en Baden zullen on der alle omstandigheden tegen stemmen. Frankrijk. P a r ij s, 2 1 Dec. De Senaat zette he- dennamiddag de beraadslaging voort over de begrooting en scheidde daaruit een aantal artikelen af. Ten slotte is met algemeene stemmen de begrooting aangenomen met een eindcijfer van 3,990,021,516 fres. Een nadeelig saldo van 39 millioen moet gevonden worden door leening. P a r ij s, 2 1 Dec. ue Kamer vervolg de de beraadslaging over de uitbreiding der artillerie. Jaures achtte het verstandig en voorzichtig het aantal stukken te vermeer deren, maar hij beval aan de aanschaffing van batterijen van zes goedkoopere stukken, geschikt om de gelijkheid met de Duitsche artillerie beter te verzekeren. Jaurès kwam uit naam van het proletariaat qp tegen de dwaasheid der bewapeningen, die alle lan den van Europa naar den afgrond brengt. De president van de legercommissie Ber- teaux verklaarde eveneens te hopen, dat eens de dag zou aanbreken, waarop ^het recht in de plaats zou treden van het ge weld. De commissie heeft niets anders op het oog dan de heilige zaak der landsver dediging. Daarna trachtte hij de superiori teit van de gemakkelijker te behandelen bat- teryen van vier stukken aan te toonen en de critiek van Jaurès te ontzenuwen. De Kamer zal hedenavond een zitting houden uitsluitend' voor den vorm, om de dooi den senaat terug gezonden begrooting in ontvangst te nemen. Bij de behandeling van de begrooting van oorlog in den senaat heeft de minister van torlog, generaal Picquart, de overtuiging uitgesproken, dal door de werking van de wet op den tweejarigen diensttijd van het volgende jaar af het tekort aan reserve-of ficieren met omstreeks 1000 zal verminde ren. Er is een zeer krachtige kern van on derofficieren. De minister van marine heeft eene door de officieren van het Middellandsche zee eskader op touw gezette inzameling verbo den, die ten doel had den van het commando over dat eskader ontheven admiraal Germi- net een eeresabel te schenken als bewijs van dankbaarheid voor zijne pogingen, om ,,de Fransche marine uit hare verstijving op te wekken". Engeland. Londen, (Hoogerhuis), 2 1' D e c. Het parlément is uiteengegaan tot 16 Februari. Londen, 21 Dec. In de sluitings- rede van het parlement verklaarde de Ko ning, dat de betrekkingen met buitenland- sche mogendheden nog steeds van vriend- schappelijkea aard zijn. In den loop van het afgeloopen jaar wer den er met andere staten verschillende over eenkomsten gesloten, welke door wegneming van aanleidingen tot geschillen moeten strekken tot bevestiging van den vrede. Tot deze overeenkomsten behoort o. a. die over de handhaving van den territorialen status quo in de aan de Noordzee grenzende landen. Wat den Balkan betreft, spreekt de Ko ning de hoop uit, dat wijze en verzoenlijke raadgevingen zullen worden gevolgd en dat men tot een vriendschappelijke regeling zal komen met medewerking van alle mogend heden, die het verdrag van Berlijn hebben onderteekend Wat de conventie tot nauwere aaneenslui ting in Zuid-Afrika betreft, verklaart de Koning verzekerd te zijn, dat die arbeid zou strekk n tot bevorder'ng van de voortdu rende welvaart van Zuid-Afrika. De zeemacht is steeds op een hoog peil gehouden en de reorganisatie van de land macht maakt goede vorderingen. Verder wordt leedwezen uitgedrukt over het mislukken van de pogingen om de drank wet en de onderwijswet tot stand te brengen. Londen, 21 Dec. De Koning heeft een staatscommissie benoemd tot onderzoek van de aangenomen of voorgestelde plannen om aan door het volk gekozen lichamen een volledig vertegenwoordigend karakter te ge ven. De internationale conferentie inzake het zeeoorlogsrecht te Londen is voor de feest dagen verdaagd. Volgens een persbericht zijn de gemachtigden het o. a. eens geworden over de vraagstukken van blokkade en het varen van koopvaarders van oorlogvoerende partijen onder onzijdige vlag. Een commis sie zou wettelijke voorschriften ontwerpen overeenkomstig de gevallen besluiten. Italië. Rome, 21 Dec. De Senaat behandel de heden eene interpellatie van Tassi en Vischi, die ten doel had van de regeering te vernemen, welke plannen zij heeft in ver band met de feiten, die zich te Weenen heb ben voorgedaan en die een pijnlijken weer klank in het land hebben gevonden. Tassi verklaarde, dat hij de buitenland- sche politiek van de regeering niet bestreed, maar dat zijn aanval alleen gericht was tegen den Driebond en dat voorvallen als die aan de universiteit te Weenen, hem zorg baarden. Vischi verklaarde, dat Tassi had aange toond, dat het gebeurde te Weenen reeds op zich zelf voldoende was om de openbare mee ning te verontrusten. Spr. gelooft, dat de ware redenen van die ontroering te zoeken zijn in de geheelé houding, door een ver bonden staat aangenomen tegenover Italië, dat sints lang zich jegens Oostenrijk zeer onderworpen betoonde. Minister Giolitti viel den spreker in de rede met de opmerking, dat Italië zich altijd waardig had gedragen en altijd den driebond beschouwde als een band van volstrekte ge lijkheid tusscheu de contracteerende par tijen. Vischi antwoordde, dat de fierheid en waardigheid van den minister-president in staatkundige zaken bekend zijn. Hij ver klaarde er niet aan te twijfelen, dat deze staatkunde zal worden voortgezet met vader landslievende gevoelens. Juist omdat Italië den vrede voorstaat, zal het bijzondere zorg blijven wijden -aan leger en vloot. Minister Tittoni verklaarde, dat hij slechts enkele woorden zou zeggen over de quaestie van een Italiaansche universiteit in Oostenrijk. Hij constateerde, dat, als in de kwestie van de Italiaansche universi teit en in de betrekkingen tusschen Italië en Oostenrijk het der regeering mogelijk is geweest omtrent hare houding verkla ring te geven, dit juist te danken is aan het bestaan van den driebond, want zonder dit zou el!: optreden, zelfs van zuiver ver- trouwelijken en niet officieusen aard, onmogelijk zijn geweest. Er zou dan geen ander middel voor de regeering zijn geweest om hare stem te laten hooren, dan geweld, en daarover behoeft hier niet ge sproken te worden, want alle sprekers zijn eenstemmig met de regeering voor een staat kunde van vrede. Op dit gebied en juist omdat het verdrag van bondgenootschap aan de beide regee ringen den plicht oplegt alle factoren, die invloed kunnen hebben op het verbond, na te gaan, heeft de Italiaansche regeering haar vriendschappelijk en officieus optreden in Lil de quaestie der universiteit kunnen verkla ren en heeft zij bij de verbonden mogend heid de meeste tegemoetkoming ondervon den, zooals blijkt uit de verklaringen der Oostenrijksche regeering en de taal door de voornaamste bladen govoerd. Spreker voeg de daaraan toe, dat het noodig is, dat deze welwillende bedoelingen een verklaring vin den in de tussche-nkomst van het Oosten rijksche partlement, maar daaruit volgt te vens dat het niet gewenscht zou zijn nog iets toe te voegen aan hetgeen reeds is ge zegd. Voortgaande, constateerde Tittoni, dat het door Taussi aangehaalde Groenboek heeft aangetoond hoeveel het optreden van de Ita liaansche regeering in het Oosten heeft uit gewerkt gedurende het eerste tijdperk van het Balkanvraagstuk. De goede betrekkingen met Engeland waren zeer nuttig voor Italië. De actie van Italië was eveneens nuttig voor zijn accoord met xtusland, maar dat beteekont niet, dat de Italiaansche regeering hare actie heeft gericht tegen de Oostenrijk sche politiek. Zij wilde alleen de Italiaan sche belangen in het Oosten waarborgen te gen een iegelijk. Daarin is niets wat in tegenspraak is met den driebond, waaraan wij trouw zijn. Deze politiek toonde aan, dat Italië, ter wijl het trouw blijft aan den driebond, zij ne handelwijze verklaart met de grootste on afhankelijkheid en waardigheid om voor de belangen van de natie te waken. De minis ter verzekert namens de regeering, dat onze politiek is eene politiek van vrede met waardigheid en dat zij zal voortgaan zulks te zijn, wanneer de steun en het vertrouwen van het parlement haar niet ontbreken. Hiermede eindigde dit debat. Portugal. Over de ministerieele crisis wordt aan de Köln.. Ztg. uit Lissabon bericht, dat het zeer moeielijk is voor het nieuwe kabinet eene geschikte combinatie te vinden. De mo narchale partijen zijn namelijk verdeeld en een zuiver partijkabinet kan met de Kamers in hunne tegenwoordige samenstelling niet werken. Alle combinatiën zijn voorbarig. Dff Koning beraadslaagt nog met de partijlei ders. De handelwijze van de gematigd libe rale partij, die beloofd had met de progres sisten het kabinet te steunen, maar op het laatste oogenblik op raad van Franco hare toezegging niet gestand deed, waardoor de crisis uitbrak, wordt algemeen veroordeeld. Volgens een nader bericht van dezen cor respondent schijnt de crisis opgelost te zul len worden door het optreden van een kabi net met den gewezen minister van justitie Francisco de Veiga Tleirao als voorzitter. Veiga zal waarschijnlijk, ondanks het verzet van de regeneradores (conservatieven), die hoopten te zullen worden geroepen tot de oplossing van de door hen veroorzaakte cri sis, enkel de progressisten tot medew#rking roepen. Wanneer de regeneradores volhar den in de oppositie, dan bestaat het gevaar, dat de Kamers zullen moeten worden ont bonden Budapest, 21 Dec. De correspon dent van de Pester Lloyd te Belgrado seint, dat verleden Zaterdag, op den naamdag van den Czaar, de Russische gezant te Belgrado een diner heeft gegeven, waaraan de kroon prins van Servië deelnam. Na de op den Czaar van Rusland en op Koning Peter uit- 1 DOOR J. P.SCHOEMAkE II. Gep. Kapitein N. 1. Leger. Aanleiding tot dtit opstel geven ons de her haalde aanvallen op het Indisdhe leger, zoowel in 's lands vergaderzaal, als in sommige dag- Maden, beschuldigingen als zoude onze troepen macht te Atje'h op ruwe, hardhandig© wijze te werk gaan, wel'ke aantijgingen valseh en. on waar zijn en slechts op enkele op zichzelf staan de feiten berusten en dedhalve geen reden mo gen wezen, om een leger, dat met onverflauwde plichtsbetrachting en groote toewijding Noêr- Land's gezag tracht hoog te houden, op zulk een lidlitvaardige manier te verguizen. Het is waarlijk bedroevend, dat dergelijke be schuldigingen ten slotte een hoogst verdienste lijk, energiek en bekwaam opper-officier, tevens krachtig bestuurshoofd ten val moesten brengen een chevalier sans peur et saus reproohe". die een sieraad is van het N.-I. leger Tot overmaat van ramp hebben die beschuldi gingen ertoe geleid om, ondanks de vele dure losse», andermaal op Atjeh ee» soort veelhoof dig gezag in te voeren, welk bestuur#»-stelsel r'-eds tijdens den Padri-oorlog en op At joh in 18811884, zich als hoogst verderfelijk heeft ge brand mei kt. Leeren wij dan nooit of bestaat er geen koloniale geschiedenis? Het is voornamelijk de ziekelijke philantropihie, die ons, in zake Atjeh, op een dwaalspoor voert. Deze liefdeskwaal hoeft zich gedurende den At joh-oorlog nooit zóó sterk geopenbaard, beeft nimmer zulke bedenkelijke afmetingen aangeno men als in den laatste» tijd. En bare macht moet wel groot zijn, nu zelfs wordt beweerd, dat een patrouillë-oonvmanidaiit met het eene been in 't graf en met 't andere in den krijgs raad staat Waar moejt het heen met den fieren, kkieken en- krijgshaftigen gee6t van het Indische leger, mi die wordt prijs gegeven aan misplaatste en schadelijke phüanthropisdhe krijgsbeginselen Met een welversneden pen en de noodige zeg gingskracht is het voor stuurlui aan de wal geen kunst, om bestuur®- en oorlogshandelingen te ori'tiseeren, officieele raporten te kleineeren, en liet algemeen te overtuigen! De Noderlandsche Atjeh-vrienden, die zich zóó gaarne in liet kleed dor mensdhliovendheid hullen en voortdurend aandringen op een humane wijze vap ooi logvoe- re», geven dan eindelijk eens die met'hole van krijgvoeren aan Zij verzuimen eve uw cl niet, oni met twéé zeer gewidlitige factoren rekening te houden, n.b de gesteldheid des lands en het karakter van den Atjeher, wiens dapperheid wel is waar bewon dering afdwingt, doch overigens zich kenmerkt door do laagst staande ondeugden. Reeds de Frajisohe admiraal de Beau lieu, die in 1620 en. 1621 meermalen te Atjeh vertoefde en het volk zeer goed heeft leeren kennen, 1>e- schrijft hen als een volk van dieven, verraders en giftmengers. De kolonel Gerlach zegt ergens in zijne ge schriften, dat de geschiedenis hen doet kennen als wreedaardige moordlustige krijgslieden, trou- Avelooze onder handelaren en oneerlijke kooplie den. De Raad van Indië Kroosen verklaart in zijn manuscript o. m. Wij -hebben te doen met een dapper. doOh in-slecht volkdat wij ten bate van het algemeen, verplicht zijn te dwingen met de nraatsohappij mede te gaan ef desnoods te vernietigen Deze k arakter beoordeel mg is derhalve gegrond op de uitspraak van bevoegde autoriteiten, en de waarheid dier lwoordoelmg is reeds meerma len bevestigd. Dat de Atjehsöbe vol'kaard welke eene vreedzame ondemverpmg onmogelijk maakt zich met de eeuwen, niet 'heeft .gewijzigd, bleek al dadelijk bij den aanvang der 2e expeditie on der generaal Van Swieten. die. volgens Indisch ooi logsgebi nik niet tot de vijandelijkheden over ging, alvorens den Sultan vredesvoorstellen te doen. Te dien einde werd het bejaard, achtenswaar dig Jaivuaiisoh hoofd Mas Soenvo Widekdjo, met eeniige volgelingen op den 23. December 1873 naar den kraton gezonden, ongewapend en voor zien van een witte vlag. Onze zendeling en zijne volgelingen werden in de boeien geslagen en op onmenschelijke wijze gemarteld. Wklakdjo onderging den, waterdood, zijne volgelingen wisten echter 's nachts zich los te werken en te ontsnappen. Tot dusverre wer den parlementairs door alle volkeren in: den Archipel geëerbiedigd, en kennen ook de Atje- hers zeer wel het oorlogsgebruik. en de bet ee kenis van de witte vlag, welke zjj herhaaldelijk misbruikten. De trouweloosheid en het verraad der At-jehers die sommigen zich als lammeren voorstellen zouden boekdoelen kunnen vullen. Wjj kiezen uit de vele voorbeelden ,,Het verraad, van Lam pagger" tot onderwerp en 'brengen, dat hier gaarne onder de aandacht. Op een kwartier uurs afstand van den noor delijken ingang van den Blangkalapas, dat door het- Parangebergte naar de baai van Kroeng- Raba voert en nabij den zuidelijken rand van kampong Lamtjoet. stond in 1870 onze militaire post Lampagger. Genoemde bergpas vormde de grensscheiding tivsschen de 4 en de 6 Moekims en werd op den 16. Januari 1876. na een hardnekkige» legen- stand, genomen door den lreleid vollen en enor- gieken generaal L. J. H. Pel, dien de Atjeners noemden ,Kepala-prang batoea", d ,w. z. voor treffelijk legerhoofd. De vermeestering van dien weg. welke den z.g. zeventigdaagsehen veldtocht schitterend in leidde, werd niet alleen bekroond door do onder werping van de geheele Sagi der 2.3 Moekims, waartoe de 4e en. 6e Moekims behoorden, doch stelde onze troepen in staat den gordel van vijandelijke verschansingen ten Z. en ten W. van Kota-Radja om te trokken en te bemachti gen, waardoor onze linie zuidwaarts een belang rijke uitbreiding verkreeg. Het was op verzoek der bewoners van kam pong Lampagger, Noord en Zuid, gelegen in het W. deel der zes Moekims. dat in 'hun,tie na- hijheid, op eenl heuveltje ten 2111 iden van kam pong Lamtjoet. eene militaire bezetting werd achtergelaten. Was dat verzoek een laaghartige list. om dien afgelegen post later des te zekerder te kunnen afloopenP Wij moeten zulks veronder stellen In, den tijd, waarop ons verhaal oen aanvang neemt, was onze post Lampagger nog geen ver sterking, doch slechts een kampement, dat door een pagger (haag) vau levend hout was geschei den van het omliggend terrein, dat uit modde rige sawahs bestond alleen naar den kant van het gebergte was de bodem voor een deel droog. Lampagger heette dan ook een .muskietennest en een malaria-oord bij uitnemendheid. Om gezondheidsredenen werd de bezetting op ge regelde tijden afgelost. Het kampement, dat den vorm had van een rechthoek met 40 a 35 M. zijden, telde eene bezetting van 3 officieren en gêmiddekl 60 man. zoomede een tiental dwangarbeiders. Ofschoon tusschen zijn noorderfaee en den zuidelijken kam pon gr and een prachtige en w-eel- derige tuin van. kokospalmen zich uitstrekte en dus voldoende matei taal voor eene palixsadee- ring voorhanden was. zoo mocht aan die kokos palmen niet worden geraakt, opdat do bevriende bevolking geen schade zoude lijden. Wel was don commandant vergund een klap- perboscli te vellen, doch deze hoornen stonden ongeveer 1000 M. van don post en te midden van een moerassig terrein, zoodat aan zulk een arbeid ook om gezondheidsredenen niet te den- kon viel. ren einde aa.11 liet kampement eenige storm- vrijheid te verzekeren weiden tegen de om heining wat chicanes aangebracht, zooals ver- hakkmgen. glasscherven, enz., versperringen, welke bij een ernstigen aanval niet veel te be duiden hadden. De dringende noodzakelijkheid eener flinke palissadeering om zich tegen een aanval te dek ken of tegen eene verrassing te lieveiligen, werd van lieverlede door de welwillende houding der Atjehsclu» hoofden en de bevolking niet meer erkend. De hoofden kwamen meermalen den officieren hunne opwachting maken en wisten, door voor komendheid en vriendelijke manieren weldra alle achterdocht te -overwinnen. Ook de bevol king, die dagelijks vruchten en1 goenten- te koop aanboodgaf geen reden tot ontevredenheid. De Lampaggers heetten een goed slag van men- schen, waarmede de compagnie het best kon vinden. Wat l>et.ref-t de inrichting van het kampe ment zelf, ook daarvan was met veel werk ge maakt'; 't waren eenige 'loodsen van bamboe, voorzien van een bedekking van atap. Het offi- cierslogies stond aan de O.-zyde en lieetond uit drie aan elkaar grenzende kamers met een ge meenschappelijke vóór- en zijgalerij, terwijl de kazerne der manschappen aan den Wewtkant was geplaatst. Voor de Kuropecsohe militairen was daarnaast (aan de Zuidzijde) een afzonder lijke barak gemaakt. Aan de Zuiderface bevond zich dü» poort, daarnaast het wachthuisje en in den Z.-W.-hoek oen soort bastion voor een ge schut. welks monding dreigend naar den berg- was gekeerd. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1