Zaterdag 13 Februari 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. M°. S3I. Eerste At lad. T"' Jnaryant* AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Par 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant versohjjnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest dagen. AdvertentiCnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur '•morgens bg de Uitgever» in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regel» f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eentft bij roeruftbetahng. Oroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrgf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren m dit Blad, bg abonnement. Eeae circulairebevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. Het nieuwe ministerie in Oostenrijk. Toen na den val van het kabinet-Beek baron Bienerth in Oostenrijk aan het hoofd der regeering kwam, trad hij op met een kabinet, dat in zijne samenstelling het ken merk droeg van eene noodregeering. Som mige leden van het kabinet hadden titel en rang van ministeranderen waren slechts bestuurders" van het departement aan welks hoofd zij waren geplaatst; voor den ministerrang kwamen zij niet in aanmer king. Tot verklaring daarvan werd gezegd, dat dit kabinet bestemd was oin zoo spoedig mogelijk te verdwijnen cn plaats te maken voor een parlementair ministerie. Nu op het optreden van zulk een ministerie voor eerst geen kans is, is de noodzakelijkheid gevoeld om de positie van de regeering te versterken. Terstond nadat de zitting van den rijksraad was gesloten, is daarom aan baron Bienerth als minis ter-president de opdracht gegeven om een nieuw Kabinet sa men te stellen. Het zijn meerendeels nieuwe mannen, die als ambtgenooten van baron Bienerth zijn opgetreden. Behalve de drie landsman-mi nisters, dr. Schreiner voor de Duitschers, dr. Zaczek voor de Czechen en ridder Abra- hamovicz voor de Polen, is alleen de minis ter van binnenlandsche zaken von Haerdtl uit het vorige kabinet overgenomen. Ver der zijn alle minister-portefeuilles aan nieu we mannen toevertrouwd. Minister van fi nanciën is de gouverneur van de bank von Bilinski, minister van justitie dr. von Ho- chenburger, oud-lid van den rijksraad, thans advocaat te Graz, minister van on derwijs het lid van het heerenhuis graaf Stürghk, minister van spoorwegen de oud referendaris Wrba, minister van handel dr. Weiskirchner, die het voorzittersgestoelte van 't huis van afgevaardigden verlaat om minister te worden, minister van landsver dediging Feldzeugmeister von Georgi, mi nister van arbeid hofraad Ritt, laatstelijk hoofd van den technischen dienst in Tirol, minister van landbouw het lid van het hee renhuis dr. Braf, hoogleeraar aan Je uni versiteit te Praag. Wat de nationale samenstelling van het nieuwe ministerie betreft, zijn van de mi nisters, wanneer men den minister-president en den minister van landsverdediging buiten rekening laat, zeven Duitschers, twee Po len (Bilinski en Abrahamowicz) en twee Czechen (Braf en Zaczek). Van de zeven Duitschers zijn drie van gematigd clericale richting, de minister van onderwijs graaf Stürghk wordt als een staatsman van zeer gematigde vrijzinnige richting aangeduid, terwijl drie Duitsche ministers behooren tot de vrijzinnige richting. Het programma van het nieuwe ministerie is voorshands nog niet zeer duidelijk om schreven. Het regeeringsorgaande Wiener Zeitung, schrijft tot rechtvaardiging van zijn optreden: „Het ministerie is niet uit eene parlementaire meerderheid voortgekomen, want het is niet mogelijk zulk een meerder heid te vormen, zoolang de nationale par tijen zoo scherp als tot dusver tegenover elkaar staan. De Kroon heeft veeleer als raadslieden mannen geroepen, die hunne proefstukken hebben afgelegd in het dienen van de openbare zaak en wier werkzaam heid tot dusver een waarborg biedt voor eene deskundige behartiging van den hun toevertrouwden werkkring. Het nieuwe ka binet zal een ministerie zijn van een krach tig bestuur, dat z'oh niet laat beïnvloeden, van nationale toenadering e>n van sociale hervorming. Het ministerie zal alles in 't werk stellen om zoo spoedig mogelijk te ver krijgen, dat de rijksraad terugkeert tot een geregelden arbeid.'' Het officieuse Fremdenblatt voegt daar aan toe, dat de minister-president bij de ver andering van het voorloopige kabinet in een definitief zich niet heeft laten leiden door eenige animositeit tegen eenige partij of nationaliteit; voor 'hem stond op den voor grond een ministerie van rustbrenging sa men te stellen. Een nieuw ambtenaarskabi net zou aan dit doel slechts onvolkomen be antwoorden, omdat het de noodige voeling met de partijen niet zou bezitten. Eene coa litie zou wegens de spanning tusschen de Duitschers en Czechen in Bohemen thans niet bereikbaar zijn. Er blijft dus slechts over de krachten te verzamelen in dien zin, dat de partijen, die niet betrokken zijn bij den Duitsch-Czechischen strijd, eene directe, de daarbij betrokken partijen echter eene in directe vertegenwoordiging krijgen door eene nationaal volledig betrouwbare vertegen woordiging van hun volk, die echter niet staat in den partijstrijd. De nieuwe regee ring zal hare vreedzame roeping allereerst doen kennen in eene vaste leiding van het staatsbestuur zonder eenige voor- of tegen- ingenomenheid. Over de wijze waarop de regeerinig dit in toepassing wil brengen, wordt aan de Vos- sische Zfcg uit Weenen bericht: ,,De re geering van Bienerth wil geruimen tijd zon der parlement werken. Van het voornemen om het parlement in het begin van Maart bijeen te roepen, is afgezien. De dringende „Staaisnotwendigheiten'' zullen met art. 14 van de grondwet verricht worden. Wanneer het baron Bienerth gelukt een modus viveudi tusschen Czechen en Duitschers in 't leven te roepen, dan zal hij, zoo wordt gezegd, in het najaar zijn kabinet parlementair ver vormen." Duitschland. B e r 1 ij n, 1 2 F e b r. De koning en de koningin van Engeland zijn heden te 5.10 's namiddags van hier vertrokken. De kei zer cn de Keizerin brachten hen naar het station. Onderweg werden de vorstelijke personen door het publiek levendig toege juicht. Op het perron waren tot het bren gen van een afscheidsgroet bijeen de En- gelsclie gezant Goschen met zijn gemalin, de rijkskanselier, de Duitsche gezant te Londen graaf Wolff-Metternich en de le den der Engelsche kolonie. Het afscheid was allerhartelijkst. De keizer en de ko ning kusten elkander herhaaldelijk en de koning kuste de keizerin op de wang en de hand. Berlijn, 12 Febr Reuters corres pondent is gemachtigd tot de verklaring, dat de koning buitengewoon ingenomen is met de geestdriftvolle ontvangst, die hem te Icilijn bij alle klassen der bevolking te beurt is gevallen, en verrukt over het suc- 'jfs van zijn bezoek. Hij verneemt tevens ttit gezaghebbende bron, dat de uitkomst v*n de gedachtenwisselingen te Berlijn lus ïchen Britsche en Duitsche staatchrden van Britsihe zijde als zeer bevredigend wordt beschouwd. Men is van oordeel dat daar door een uitnemende invloed is uitgeoefend op de betrekkingen tusschen Duitschland en Engeland. Aan vorst Bülow is de verzekering gege ven, dat de Britsche regeering de Duitsch- Fransche overeenkomst van harte goedkeurt en deze begroet als een middel om de goe de gezindheid tusschen Frankrijk en Duitschland te bevorderen, waardoor zij ook zeer kan bijdragen tot versterking der goede betrekkingen tusschen Groot-Brittan- nië en Duitschland. Van beide zijden werd verklaard, dat de Oostersche politiek blijft bestaan in het streven naar behoud van den vrede, handhaving van den status quo en ondersteuning van het nieuwe stelsel in Turkije Uit de politieke gesprekken is gebleken, dat er een bevredigende overeenstemming tusschen de beide staten heersckt omtrent de algemeene politiek. P a r ij s, 12 Febr. Uit Berlijn wordt aan de Temps bericht: Men kan ge rust verklaren, dat het bezoek van koning Eduard uit een algemeen oogpunt een gun- stigen invloed zal uitoefenen op de En- gelsch-Duitsche betrekkingen. De door den koning en de Engelsche staatslieden betuigde voldoening over hot sluiten van de Fransch-Duitsche overeen komst, heeft ten zeerste bijgedragen tot ver- Merking van het wederzijdsche vertrouwen. Naar aanleiding van het onderhoud, dat vorst Bülow bij gelegenheid van het bezoek van Koning Eduard in Berlijn gehad heeft met Sir Charles Hardinge, den permanen ten vertegenwoordiger van het departement van buitenlandsche zaken bij 's Konings reizen, wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dat ook de staatssecretaris van koloniën Dernburg zich heeft onderhouden met den Engelschen minister van koloniën lord Crewe, die ook den Koning vergezelde. Deze besprekingen waren te voorzien Het is volkomen geloofwaardig, want het be antwoordt aan het geheele karakter van dit vriendschappelijke bezoek, dat de heeren over deze besprekingen tevreden zijn en dat zij hebben geconstateerd, dat er geene strijdpunten tusschen de beide landen be staan. Dat verschillende aanleidingen tot misverstand zich gemakkelijk uit den weg laten ruimen en dat er momenten van toe nadering voor de politiek van de beide lan den gegeven zijn, zal men na het einde van het bezoek als vèrblijdend resultaat daarvan kunnen hooren en het zal zeker met de feiten overeen komen. In sommige, inzonderheid buitenlandsche bladen, wor den bepaalde onderwerpen van gesprek en plannen om zich speciaal met elkaar te verstaan, genoemdkoloniale kwestiën in Afrika, zaken van Oostersche politiek, in zonderheid de Bagdadspoorweg. Het is mo gelijk, dat het eene of andere daarvan juist is,, maar in betrouwbaren vorm zal men daarover vooreerst uiets vernemen, want het beantwoordt niet alleen aan de diplo matieke gewoonten, maar ook aan eene in politieke en andere zaken van zelf geboden reserve, als men over zaken, die misschien voorgenomen, maar in ieder geval eerst wordende zijn, niet eerder wat loslaat, dan als men van een resultaat verzekerd is. Het vriendschappelijk en hartelijk karak ter van het bezoek is naarmate het langer duurde, in den omgang tusschen de monar chen en bij iedere ontmoeting van Koning Eduard met de officieele en niet-officieele personen van Berlijn steeds meer op den voorgrond getreden, en men schijnt werke lijk aan beide zijden geheel voldaan te zijn. De Koning heeft bij zijn bezoek eene lichte verkoudheid, gepaard met hoesten, opgedaan, ten gevolge van den in Berlijn in deze dagen heerschenden oostewind met sterke koude, die altijd zeer lastig is voor ieder, die aan een zachter klimaat gewend is en dadelijk de ademhalingsorganen aan tast; het is de Russische wind, de beruch te wind van 1812, die door de dikste klee- ren heengaat. Om de Engelsche gasten daaraan niet te ,zeer bloot te stellen, is het plan tot een automobieltocht naar Potsdam opgegeven. Frankrijk. P a r ij s, 1 2 F e b r. De behandeling van het amnestie-ontwerp werd voortgezet. Mi nister Briand verklaarde zich tegen het voor stel om de amnestie ook van toepassing te doen zijn op de katholieken, die zich verzet hebben tegen de wetten, omdat bij hen niet is gebleken van een geest van verzoening Den katholieken is het niet te doen om ver zoening, maar zij willen eene martelaars kroon zij gebruiken den godsdienst meer dan dat zij trachten hem te dienen. De af gevaardigde Gailhard Bancel ging hierna hef tig te keer tegen den minister. Het amendement om de amnestie uit te strekken tot misdrijven, gepleegd door ka tholieken, werd verworpen met 362 tegen 159 stemmen. Na verwerping van het amendement tot woderindienststelling van ambtenaren, ge straft wegens meeningsdiTicten en politieke handelingen, met 332 tegen 135 stemmen, werd het- geheele anuiestie-ontwerp aangeno men met 470 tegen 6 stemmen, waarna de vergadering werd gesloten. Daar de aanneming van enkele voorstellen van de commissie van invoerrechten de bui tenlandsche politiek misschien lot nadeel zouden strekken, heeft de regeering besloten deze te bestrijden en eventueel de quaestie vau vertrouwen te stellen. Engeland. Londen. 12 Febr De eerste ,,whip" van de regeeringspartij zeide in eene rede te Plymouth, dat de regeering over weinige maanden een beroep zou doen op hei land. Zij is vast besloten de macht van veto van de lords af te schaffen Denemarken. Kopenhagen, i 2 Febr. Bij de indiening van zijne voorstellen omtrent de landsverdediging, hield de minister van oor log Neergaard een lange rede, waarin hij betoogde, dat Denemarken onder alle om standigheden zijne onafhankelijkheid wil handhaven. Het ingediende wetsontwerp be oogt reeds in vredestijd te zorgen voor eene behoorlijke verdediging, tot handhaving van jdeu vrede en van de neutraliteit van Dene marken. De grootere uitgaven, die het ge volg zullen zijn van de nieuwe regeling, moeten bestreden worden uit eene inkom stenbelasting, die van de betrekkelijk bemid delden onder de bevolking zal worden ge heven. Verder verklaarde de minister, dat de regeering haar aanblijven afhankelijk stelt van de aanneming harer voorstellen. Zweden. De nieuwe kieswet, die de Zweedsche Rijksdag ten tweeden male heeft aangeno men. is daarmede tot wet verheven. De socialisten en eenige andere leden in de Tweede Kamer stemden tegen, omdat het kiesrecht niet ver genoeg naar hun zin gaat, maar het is eene aanmerkelijke uit breiding bij wat het was. Toen dat wets ontwerp voor den eersten keer in behande ling kwam, hebben wij het in bizonderhe- den meegedeeld Voor beide Kamers wordt het evenredige kiesrecht ingevoerd, met na genoeg algemeen stemrecht voor de Tweede Kamer. De vereischten om voor de Eerste Kamer te mogen kiezen en die om er lid van te mogen wezen, zijn aanzienlijk ver laagd Ook het gemeentelijke kiesrecht is uitgebreid Italië. De Neue Freie Presse schrijft, dat met eenige belangstelling en niet zonder zorg de verkiezingen in Italië worden tegemoet gezien. Niet alsof men in diplomatieke kringen zou gelooven, dat het voortbestaan van den driebond er van afhangt. Maar men verwacht na de verkiezingen eene recon structie van het kabinet en is er bovenal van overtuigd, dat de minister van buiten landsche zaken Tittoni uit het ministerie zal treden De heer.Tittoni voelt zich eenigs- zins lijdend, en ook de stand van de univer- siteitskwestie werkt mee om hem te ont stemmen. Er wordt telkens weer verzekerd, dat hij te dien aanzien geen indiscreet ver langen heeft uitgesproken, maar dat hij als de voor de Italianen bestemde rechtsgeleerde faculteit in Triest werd opgericht, er op zou kunnen wijzen, dat Oostenrijk aan de wenschen van de Italianen is tegemoet ge komen Wie Tittoni's opvolger zal zijn, weet voor het oogenblik niemand. Er wordt aangeno men, dat het een nieuwe man zal zijn, die tot dusver op het gebigd van de buitenland sche politiek niet van zich heeft doen spre ken. Waarschijnlijk zal hot een outsider zijn, misschien een van de gezanten in de hoofdplaatsen Portugal. V i 11 a v i o s o, 12 Febr Koning Alfonso is hier aangekomen. Lissabon, 13 Febr. De ontvangst van Koning Alfonso was gisteren zeer aan doenlijk. De plaatselijke overheid bracht de betuiging van hare 'hulde. Omstreeks 4 uur kwamen de minister van buitenlandsche za ken en de Spaansche gezant. Er is geen en kele mededeeling gedaan over het doen en laten van de souvereinen, die geheel in den familiekring blijven. In den namiddag deden de Koningen Alfonso en Manuel een rit in een automobiel door de omstreken van Villa- vi^osazij werden onder weg zeer toege juicht. Koning Alfonso keert heden per automo biel naar Spanje terug. De Balkancrisis. Weenen, 12 Febr. Het Neue Tage- blatt bericht uit Belgrado Men verzekert, dat de minister van buitenlandsciie zaken den Russischen gezant te Belgrado heeft verzocht aan zijne regeering mede te deel en, dat Servië volstrekt niet naar oorlog ver langt Dp Nowojc Wremja schrijft over de Turksche tegenvoorstellen Ondanks onze groote sympathie voor Turkije, zal Rus land de voorgestelde financieele regeling nooit aannemen. Al wilde de minister van buitenlandsche zaken 't ook doen, hij zou 't niet kunnen, omdat de doema zich met kracht zou verzetten. Reuter'? bureau ber'cht, dat het Rus sische voorstel in Turksche parlementaire kringen met onverholen wantrouwen is ont vangen Men' herinnert zich daarbij een Naar het EngeUch VAN C. N. EN W. M. WILLIAMSON. ,,Dat spreekt vanzelf," zeide ik, Robert's gevoelens deelende en daardoor plotseling heel goedhartig gestemd. Maar ik dacht te vens dat zoo ik de neef van Miss Van Buren ware geweest en haar iets had willen be letten, zij het niet zou hebben gedaan. ,,Hoe het ook zij, morgenochtend vroeg keeren zij naar Rotterdam terug," ging Ro bert voort, ,en ik zie dus niet in hoe je ze nog zult kunnen ontmoeten." ,,Ik wed, dat ik dat nog binnen een week zal doen en mij behoorlijk aan haar zal la ten voorstellen ook," zeide ik en betreurde heti onmiddellijk zoo bout te hebben gespro ken maar het was te laat mijne woorden terug te nemen, want op dat oogenblik kwamen een paar kennissen met ons praten. Het bleef mij echter geducht spijten en, xoo het niet ver gezocht of schoolmeisjes achtig had geschenen, zou ik Robert daarna een woordje geschreven hebben, om hem te verzoeken, dat gebluf te vergoten. Ik voel zeer goed, dat, mocht hij onhandig genoeg zijn iets van ons gesprek te herhalen en Miss Van Buren den indruk te geven dat ik een weddenschap omtrent haar had aange gaan, ik niets meer van hare zijde te ver wachten had. Ik kan thans slechts hopen, dat hij niet verder over mijne woorden zal hebben gedacht. Den volgenden morgen stelde ik geen be paald plan vast, maar zeide ik bij mij zeiven, dat, aangezien Miss Van Buren naar Rot terdam ging, het geen kwaad kon mij er ook heen te begeven en de gebeurtenissen af te wachten. Wie weet of ik haar niet vóór hare afreis ontmoeten kon. Mijne moeder bevindt zich op het slot Leliëndaal, waar zij het liefst de maanden Juli en Augustus doorbrengt, als wij niet naar Engeland overwippenmaar zij ver wachtte mij de eerste dagen nog niet bij zich en ik was dus vrij te doen, wat ik ver koos. Ik hoopte Miss Van Buren in den trein te zien, als ik dengene uitkoos, waarmede de meeste menschen bij voorkeur 's morgens reizenmaai- aangezien zij en hare stief zuster er niet in waren, vermoedde ik, dat Robert ze terugbracht in mijn automobiel, in weerwil van de wijze, waarop hij hare handelwijze afkeurde. Ik begaf mij regel recht naar de Roei-club, waar ik verschei dene vrienden heb en den naam der motor boot door Robert kennende, vond ik gemak kelijk uit waar zij "lag. Ik ging daarna eens naar haar kijken, om te zien of men toebe reidselen maakte tot een spoedig vertrek. Ik vond haar een mooi klein vaartuig, met twee kajuiten en een deksalon, ge schikt tot het herbergen van vier of vijf passagiers. Ik vernam van een man, die daar vlak bij op de kade bezig was, dat de motor een Amerikaansche was, van 30 paar denkracht. Hij vertelde mij ook, dat eene vlak achter de Lorelei vastliggende trek schuit gehuurd was geworden en door de motorboot op sleeptouw zou worden geno men. Ik wist niet goed wat ik van dit nieuws gelooven moest, daar Robert van geen schuit had gesprokenmaar het glazen dak deed een atelier vermoeden, dus begreep ik, dat Starr diat in orde had gebracht en ik begon den kerel te haten. Toen ik een half uur of langer in den omtrek had rondgedoold, werd het middag en ik kwam op den inval mijn tweede ont bijt in het hotel der beide zusters te gaan gebruiken. Maar dit had al te zeer den schijn het meisje te willen volgen en ten slotte koos ik een sluwer middel om tot mijn doel te geraken. Ik liep het huis voorbij en niema,nd ziende, dien ik kende, liep ik wat verder door naar een tuin-restaurant, eene inrichting met tafeltjes onder kastanjeboo- men en beuken en lommerrijke prieeltjes voor groepjes van twee of vier. Het was nog vroegmaar dit restaurant is zeer gezocht en al de kleine tafelts onder de boomen waren ingenomen. Gelukkig ble ven verscheidene prieeltjes nog ledig, of schoon een of twee blijkbaar besproken wa ren en ik stapte het eerste binnen, waar ik langs kwam. Enkele oogenblikken liet men mij wach ten en daarop verscheen een welbespraakte kellner, om mij de beste schotels van den dag aan te prijzeni en hij was daarmede nog druk bezig, teen een man aan den ingang van mijn prieel kwam, aarzelde en naar het volgende ging. „Dat is besproken, mijnheer," riep de kellner. .,Ik versta geen Hollandsch," antwoordde de nieuw-aangekomene in Araerikaansch- Engelsch. „Spreek je Franschf" Dit deed de knecht. De man, een mooi mensch met bijzonder schitterende zwarte oogen en een innemenden glimlach, legde hem uit dat hij de persoon was, die het prieel had besprokendat hij eene dame verwachtte en het ontbijt eerst zou bestellen als zij aangekomen was. m Hij1 zette zich met den rug naar mij toe; maar ik kon hem door de bladeren en het latwerk zien en het leed geen twijfel of hij was gejaagd Hij sprong telkens op, liep naar den ingang, keek naar buiten en wierp zich dan weer met een zucht van ongeduld op de harde houten bank Zij was blijkbaar in den late Men bracht mij een omelet en nog altijd bevond mijn buurman zich alleenmaar nauwelijks had ik mijn vork opgenomen, of ik hoorde een lichten, trippelenden tred op het meti schelpen bestrooide pad daarbuiten Eene schaduw verdonkerde den ingang en een oogenblik later vertoonde een miniatuur- editie van eene vrouw in een net, maar ver sleten wandelpak zich op mijn drempel. Zij deed mij denken aan een grijzo huismusch, die een kruimeltje verwachtte en daarop verder trippelde, in de hoop het te vinden. Maar zij ging eerst verder, toen de jonge man in het aangrenzende prieel overeind vloog. „Tante Fay, zijt gij het?" vroeg hij op bezorgden toon, den naam met merkbaren nadruk uitsprekende. „O!" tjilpte de grijze huismusch, naar den volgenden ingang springende, „ik moet verkeerd geteld hebben. Ik zag een jong- mensch alleen zitten en dus zijt gij mijn neef Ronald." Ook zij legde klem op den naam en de bloedverwantschap en ofschoon ik niets on- derscheiden kon van het gelaat, dat achter eene dichte voile verborgen was, wist ik reeds dat ook zij uit Amerika kwam. „Hoe grappig," dacht ik, „zij schijnen elkander nooit te voren te hebben ontmoet. Zij moet eene langverloren tante wezen." j Mijn buurman wilde zijne bloedverwante j het prieel binnenlaten maar zij bleef nog altijd buiten. I „Kom, Ti be", riep zij op geheel veran derden, schrillen toon. „Hier. Tibe, Tibe, Tibe!" Er ontstond eên plotselinge beweging in den tuin de stoelen werden dichter bij de tafeltjes getrokken, de kellners sprongen j rond, er weerklonken eenige gesmoorde j vrouwengilletjes en een groote, donker grijze bloedhond, met een zeldzaam ernstige I uitdrukking op zijn schrikwekkend voorko- men, rende door de menigte op zijne mees- teres toe, zonder zich in het minst om hin derpalen te bekommeren. Men had hem waarschijnlijk geleerd, dat anderen voor hem uit den weg moesten gaan, en mij dacht, zooals de kansen stonden, zou hij hierin zelden teleurgesteld worden. „Lieve hemel!" riep neef Ronald uit, toen het monster tegen hem aanstormde, „daarvan hebt gij mij niets gezegd „Neen, ik wist vooraf dnt gij van hem zoudt houden Ik zou n'ets te maken willen hebben met iemand, die dat niet deed. Vindt j gij hem niet prachtig?" j „Ik vind hem een droom," zeide de jonge t manmaar hij voegde er niet bijwelke j soort van droom Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1