S#, 335. Tweede blad. 7de Jaargang. Dinsdag 16 Februari 1909. BINNENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf 1 .OO. Idem franco per post- 1.50- Afzonderlijke nummert LV i C'ouran verschijn dagelijks bohalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen 9nz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens l>y de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Buitengewoon congres der S. D. A. P. De schouwburgzaal te Deventer waai' j het buitengewone Congres der S. D. A. P. j' gehouden is, liep tegen Zaterdagmiddag één I uur stampvol. Ook de galerij was dicht be- zet. De geheele sociaal-democratische- Kamer- I fractie was aanwezig. Tegen half twee klop te de voorzitter van het Partijbestuur W. IT. Vliegen en hield hij zijne openingsrede waar aan het volgende is ontleend Spreker zegt, dat voor de eerste maal de verhouding in de partij een buitengewoon congres noodig maakte. Veel, sinds 14 jaren van het bestaan der S. D. A. P. verloopen, I stemt niet prettig. Maar herinnert spreker zich de isolatie der partij in het begin en den grooten toeloop van thans in vergelij king tot het eerste congres, ook in Deventer gehouden dan bewijst dit den groei, wat tot verheugenis stemt en voor de toekomst vol beloften is. Spreker komt dan dadelijk tot de redenen, die tot dit buitengewone congres hebben ge- leid. Vooral de strijd als gevolg van de werk loosheid-interpellatie in de Tweede Kamer deed de bom barsten. Met werk der Kamer- j leden, van Troelstra voornamelijk, werd I scherp door ,,De Tribune" aangevallen en het werk der propagandisten onmogelijk ge- maakt. Herinnerend aan het optreden van het Partijbestuur tegen de di'ie „Tribune"-re- I dacteuren en de door dezen afgelegde ver klaring, wees spreker op de moeilijkheid, die ook in den boezem van het Partijbestuur ontstond door het heengaan van Schaper en Helsdingen als Partij-oestuursleden. Met- het oog op de noodzakelijkheid om het Paaschcongres aan de verkiezingen te wij den, schreef het Partijbestuur eindelijk een referendum uit, om aldus juiten de verkie zing van Partijbestuurders om, een uitspraak j te krijgen ten opzichte van een buitenge- woon congres, welks uitspraak ons thans hier samenbrengt. Voortgaande, memoreerde spreker de con ferentie van 31 Januari met vertegenwoor digers van beide stroomingen, waarbij hij het niet-uitnoodigen der „Tribune"-redactie verdedigt. Resultaat was het voorstel van het Partijbestuur. Spreker betreurt, dat de besluiten van dit congres bemoeilijkt worden door de houding i van een groep partijgenooten, d-e reeds bij voorbaat verzekerd en uitgeschreeuwd hebben zich niet aan de besluiten te zullen onder werpen. Op onze houding mag dit geen in- vloed oefenen. Wat ook gebeure, één ding ,ta vastde partij moet als een éénheid aar huis. Een grootere of kleinere eenheid, maar als éénheid (Applaus). Daarvoor is het congres bijeen en de besluiten zullen moeten waken tegen herhaling van wat nu gebeurd Is. „De Tijd" kwam Vrijdag met een plaat- je, dat de S. D. A. P. als een bouwvallige hut vol scheuren voorstelde. Wel, deze hee- ren betoogen altijd als wij oude woningen vol scheuren willen afkeuren, dat de men schen daarin wel 80 en 100 jaar kunnen worden. (Gelach). Ten slotte betoogt de voorzitter, dat niet de schim, maar de geest van Marx bij ons behoort te zijn, wanneer wij straks onzer zijn leuze „Proletariërs" aller landen veree- nigt u!'' naar huis zullen gaan tot nieuwen itrijd." Hij verklaart met een woord van welkom het congres voor geopend. De dagorde wordt vastgesteld. Het con gres moot te vijf uur Zondagmiddag eindigen. Het partijbestuur heeft op dit congres uitgenoodigd de „Tribune"-redacteuren en de partij genooten Van der Goes en mevrouw Roland Holst. Beide iaatsten waren geen af gevaardigden, moesten echter present zijn. De voorzitter pent de algemeene beschouwingen over de „Tribune"-quaestie en over de ingediende voorstellen. Hij zelf leidt deze in met een bespreking van het volgende voorstel van het partijbestuur. a. De partij geve een weekblad uit onder redactie van de partij genooten Roland Holst en Wibaut. Dit weekblad zal als bijblad worden ver bonden aan „Het Volk". De redacteuren oefenen hun functie uit in geregeld overleg met de redactie van „Het Volk" en zij hebben daarto teneinde met „Het Volk" een goed geheel te vormen, ook recht van medespreken inzake den inhoud van het dagblad. b. Het Congres spreke als zijn besliste meening uit, dat het bovenstaande besluit tot pevolg behoort te hebben de opheffing van de „Tribune". c. Indien de partij genooten, die de „Tri bune" uitgeven, niet tot die opheffing be reid zijn, spreke het Congres ais zijn mee ning uit, dat deze partij genooten van het lidmaatschap der partij vervallen moeten worden verklaard. De heer Vliegen, nu sprekende na mens het partijbestuur, zal geen requisitoir houden tegen de „Tribune"-redactie. De vraag van vrijheid tot schrijven en spreken is hier niet aan de orde. D:t recht, de meest onbeperkte vrijheid, wenscht de S. D. A. P. te handhaven. Maar het optreden der „Tri bun )"-groep schept verhoudingen in de partij, die gevaarlijk en noodlottig kunnen zijn. De partij is door de „Tribune" vergif tigd en van alle zijden oefende men drang op het partijbes&uur om er een eind aan te maken. Het verschil dat tusschen beide stroomin gen bestaat, behoeft echter niet tot uiteen gaan tV leiden, omdat beider sreven steeds meer zich op hetzelfde doel richt. Voor sa menwerking moet dus ook een grondslag ge vonden kunnen worden. Het Marxisme hebben wij nooit uitgewor pen, nooit afgewezen. Alleen wordt wijziging der theorie op sommige punten wel eens noodzakelijk gevonden door de gewijzigde omstandigheden van het praetischu leven. En dan bestaan er geschillen in opvatting aan gaande de resultaten van 1 hervormingen, den parlementairen arbeid en de vakbewe ging. Zijn rede vervolgende, betoogt de heer Vliegen dat de eenige klacht der Marxisten is dat hun geen gelegenheid van meening, van gedachte-uiting wordt gegeven. Vandaar punt A van het partijbestuur, hetwelk nader wordt verdedigd. Het moet een orgaan wor den tot vrije meeningsuiting voor elke rich ting. Niet een orgaan als de „Tribune", dat voortdurend op de partij gonooten hakt en de partij aftakelt. Met zulke redacteuren zou ook niet samen te werktn vallen. Het geheele partijbestuur is van meening dat dit nieuwe weekblad de opheffing der „Tribune" ten gevolge behoort te hebben. En als die „Tribune" niet opgeheven kan worden met behoud der „Tribune"-redac- teuren, dan zal het besluit moeten genomen worden, met verlies der Tribune"-men- schen, volgens punt C. (Applaus). De heer Helsdingen, een min derheid in het partijbestuur vertegenwoor digende, achtte de uifgifte van een Marxis tisch weekblad door geen enkele omstandig heid gerechtvaardigd. Dat de tribune uit den band is geslagen is geen reden om de Marxisten te beloonen voor hun ondeugd met de uitgifte van een weekblad op kosten der partij. Het ware al te mooi! De Marxis ten hebben gelegenheid genoeg voor pro paganda en critiek. Willen zij zich onder controle der partij stellen, dat is hun zaak liet ging spr. niet aan. Hij wilde alleen op merken, dat Het Volk steeds voor de Marxis ten opengestaan heeft, zoo goed als voor revisionisten, christen-socialisten enz. In- tusschen kon spr. wel begrijpen, dat er partij genooten waren die dit bemiddelings voorstel toejuichen. Doch als reeds zoovele malen zal ook thans de poging om vrede te stich'en falen. Tot dusver gaven de con gressen reeds jarenlang het beeld van mis lukte vredesconferentie te aanschouwen. Al dat handjesgeven, al die apothëozes betee- kenden niets en zullen ook nu niets betee- kenen. De Tribune heeft reeds verklaard te zullen blijven, tal van leden en een aantal afdeelingen o.a. Den Haag zullen heengaan, als de drie redacteurs worden geroyeerd. Verzoening is dus een illusie. Men bepale zich louter tot royeeren der drie Marxistische redacteuren van de Tribune. Aan de Marxisten die dan de partij verla ten willen, riep spr. toe: Ga met God of met wien je wil. (Applaus.) De heer M e n d e 1 s (Utrecht), mede lid van het partijbestuur, verklaarde van mee ning te zijn, dat het buitengewone congres niet noodig is geweest (gelach) en dat de partij niet mag overgaan tot het royeeren der Tribune-redacteuren. Het besluit om dit, te doen, indien de Tribune niet werd opgeheven, werd dan ook slechts met de kleinst mogelijke meerderheid in het be stuur genomen. Niet als een gunst tegen over de Marxisten, maar om een Verstandi- gung in de partij te bewerkstelligen is het plan ontworpen om een Marxistisch week blad uit te geven. In het belang der partij, der tactiek is het voorstel gedaan. Doch wil men de samenwerking der verschillende tendenzen en richtingen, dan moet men die nieuwe aera niet verbinden met het uit werpen van drie partijgenooten. Voor pres sie noch persoonlijke consideraties bezwijke men, doch men geve ook niet toe aan de gevaarlijke zucht om te zeggen Het moet nu maar eens uit zijn. Denkt men, dat er geen nieuwe conflicten zullen geboren wor den De organisatorische eenheid zal er niet door worden verkregen en hersteld. Men kan iemand niet royeeren om hetgeen hij nog schrijven zal. (Hilariteit). Royement op grond van wat ze gedaan hebben ware mo gelijk, maar deze zaak is niet aan de orde. Het royement wordt gesteld als straf op het handhaven van het blad alleen omdat het partijbestuur voorstelt een ander Marxis tisch blad uit te geven. Stemmen Neen, neen De heer Mendels: Had men, indien de Tribune ware opgeheven, zonder de uit gifte van een nieuw blad amnestie geschon ken voor de. zonden van het verleden? Stemmen: Zeker! (Applaus.) De heer Mendels zet verder uiteen dat noch in Frankrijk, noch in Italië de schrijvers die heftig te keer gingen tegen de partijleiding ooit zijn geroyeerd op grond hunner geschriften. Zij zijn zelf vrijwillig gegaan, gelijk hier de parlementairen uit den ouden Bond. Nooit zijn zij er uitgezet, oirtdat zij hun blad niet ophieven. De toe stand in de partij zal er niet beter op wor den, men stoot uit. wat samenhoort. Als men zoo heftig optreedt tegen de uiterste lin kerzijde, dan moot men even kordaat optre den tegen de uiterste rechterzijde in de partij, die ook wel eens onderhanden mag genomen worden, gelijk Bebel deed te Halle met Vollmar. Dit geschiedt echter tc weinig. Men wachte de natuurlijke ontwikkeling der dingen af on spare der partij een daad dio haar slechts schade kan doen. De heer Fortuy n uit Amsterdam ver klaarde, dat zijn afdeeling zich geen illusiën heeft gemaakt omtrent den afloop van dit congres. Hij vreesde het royement der drie Tribune-redacteuren, dat hij een ramp voor de partij noemde, niet voor de personen. Men kan niet bewijzen, dat deze partijge nooten het program der partij hebben ver loochend, de partij hebben geschaad. En daarom staat de zaak dergenen die het royement willen, hopeloos. Men moet zich aan de statuten houden. Royement geldt alleen voor partijgenooten die zich misdra gen, die bijv. deelnemen aan een Oranje dwaasheid of de Koningin hulde brengen. Royement zou alleen mogen toegepast wor den op het partijbestuur, dat de vrijheid van het woord aan banden wil leggen, de critiek vreezende. Geroep: JuistI Juist 1 De heer F o r t u ij n, onder interrupties 'voortgaande, riep uit, dat elke partij oppo sitie moet kunnen velenze is toch niet van kraak-porcelein Waarom wil men de Tribune wel ophef fen en niet de Blijde Wereld, wier lectuur voor spr. een nachtmerrie is (Gelach) en niet De Nieuwe Tijd, die meer academisch is en niet door de arbeiders wordt gelezen? Men zegt, dat de Tribune de voormannen beieedigt. Wie zijn de voormannen? De ploegbazen? Allen zijn voormannen in de partij. (Algemeen gelach). Of de Kamerfrac tie zich verlamd gevoelt, gaat de partij niet aan. De vrijheid van critiek gaat boven al les! Wie Marxistisch deïikt laat zijn tactiek daardoor natuurlijk beheerschen. Men make den menschen niet wijs dat er geen verschil is tusschen de Revisionistische en de Marxis tische taktiek. Dat is boerenbedrog. Maar beide groepen hebben elkander wel eetns onhebbelijk behandeld. Daartegen moet men wederzijds kunnen. De Triune-redacteuren mogen dus niet worden geroyeerd. De heer Du ys (Zaandam) wenschte er nadruk op te leggen, dat de Tribune-quaes- tie geheel staat buiten de Marxistische vraagstukken, die een gansch andere schei dingslijn zouden geven dan dit vraagstuk. De Tribune-redacteuren moeten geroyeerd worden op grond hunner daden. Hij wenscht dc partij ernstig te waarschuwen tegen de verzoeningsgezinde geesten als Mendels, die steeds van twee wallen willen eten even als de vrijzinnig-democraten en die altijd het Congres trachten te paaien. Neen, er moet een einde komen aan de tweedracht. Toen Mendels sprak was de jurist aan het woord. De heer Mendels: En nu de officier van justitie. (Gelach.) De heer D u y s beschouwt de uitgifte van een* Marxistische blad door de partij als een gunstbetoon aan de Marxisten, die niets gedaan hebben dan beschuldigd en ge scholden. Maar blijft dan de Tribune, dan moeten de redacteuren worden geroyeerd, evenals de Duitsche partij gedaan heeft te Erfurt, toen in Duitschland precies was ge schreven als hier in de Tribune. Ze wer den in Duitschland geroyeerd, al smeerden ze hem eerst zelf. Liebknecht zeide partij gaat mij boven Marx. Hier laten de Marxisten <le propaganda in den steek. Een heftig requisitoir tegen de Marxisten volgde hier. Zoo riep Spr. uit, dat Gorter liever gaat tennissen en voet ballen met de Hilversumsche bourgeoisie. Een oorverdoovend lawaai was van deze uitlating liet gevolg; men floot en siste; „gij liegt" werd er geroepen. „Vuil, vuil", riep een ander. De heer Duys schreeuwt voort boven het gejoel uit, dat hij geen vertrouwen had in <ie Tribune-menschen met hun destructieve tactiek. In personen als Van der Goes, Ro land Holst en Wibaut had hij meer vertrou wen Het Congres mooht niet uiteengaan zonder dezen eischDe Tribune weg of do redacteuren geroyeerd 1 (Daverende toe juichingen). De heer Mendels protesteerde heftig tegen deze rede, noemde haar een zeldzaam vuil gedoe. De heer Van der Waarden, Am sterdam, verklaarde zich tegen royement en trachtte aan te toonen, dat Het Volk wel degelijk Marxistische critiek heeft geweerd, omdat er menschen zijn die van nijd op springen als er gecritiseerd wordt. De heeren Troelstra en Anker smit ontkenden dit ten stelligste. De heer Van der Waarden criti- seerde echter ook het geschrijf der Tribune, i i 't bijzonder ten aanzien van mr. Troel stra's rede bij het werkloosdebat in de Kamer. Een prachtig brok propaganda zat in die rede. Doch de bladen mag men niet aan banden leggen, de vrijheid van critiek iu propaganda blijve gehandhaafd. Hartstochtelijke protesten van mr. Troel stra die, bleek van woede, uitroept, dat de Tribune de Kamerfractie het wel bewust streven naar een democratisch bloc met de bourgeoisie heeft verweten en haar beschul digd heeft van oneerlijkheid. De heer Van der Waarden noem de zulk geschrijf ook een schande, doch meende niettemin dat men daarom de vrij heid der critiek niet mocht smoren. (Hoon gelach). Hij geloofde echter, dat de Tribune-redac- tio wel het offer zou willen brengen om het blad op te heffen, indien het congres een ernstig beroep op haar deed. (Geroep Nooit, nooit!) Nadat de Voorzitter verzocht had om niet zoo'n gerucht te maken in de zaal, kreeg mevr. Roosje Vo s-S tel het woord, die kalm betoogde, dat zij de Marxis- tiesche richting gekozen had op grond van ervaring en in Hot Volk afkeurde het klein zielig gedoe tegenover de Marxisten, terwijl zij ook op de Kamerfractie veel aan te mer ken had, al wilde zij erkennen, dat haar taak moeilijk is. Na vele uitweidingen over niet ter zake dienende dingen betoogde spreekster, dat de Tribune-menschen de slagen opvangen voor d? Marxistische school, nu de meerderheid in de partij revisionistisch is. Het weten schappelijk socialisme wordt alleen door de Tribune gepropageerd. (Geroep: Och, kom!) Het royeeren der Tribune-redacteuren ware een groote fout. Een Marxistisch bijblad bij Het Volk ware des noods te acceptee- Naar hel Engelsch 27 VAN C. N. EN W. M. WILLIAMSON. Beid io 'hadden zich Weder nedergezet. Men braoh't hun schoone 'borden en een an der gerecht en daarna hernam de dame „Het zal misschien ingebeeld klinken, maar ik ben van oordeel, dat gij van geluk moogt spreken mij te hebben gekregen. Al ben ik ook geen Schotsche, of geen mooie vrouw, ik ben toch iemand van beschaving." „O? natuuriijk." „Hoe waren de anderen, die op uw ad vertentie antwoordden?" „Zonder uitzondering Hollamdsche, die gebroken Engelsch spraken. Neen toch, ik vergis mij, er was ook één Duitsche bij maar deze droeg een reformtoilet, daJt van achteren aan een bult deed denken. Gij J zoudt toegevend voor mij zijn, zoo gij wist, wat ik doorgemaakt heb sedert eergisteren, itoen ik, na een hartstochtelijke smeekbede aan mijne tante in Schotland te hebben overgeseind, tot de ontdekking kwam, dat I zij van huis was en geen adres had achter- gelaten. Ik 'heb een vreeselijken tijd door leefd. Mijne zenuwen zijn er van in de war." „Dan doet gij beter weer op rust te ko men door mij aan te nemen. Eéne tante in de hand is beter dan tien tantes in de lucht." „Een goede tante zou allee waard zijn... Neen, ik bedoel... O! ik weet niet wat ik bedoelmaar het spreekt van zelf, dat ik niets liever doe dan u te bespreken." „Neen, gij bedoelt, dat gij gelooft niets beters te kunnen krijgen. Ha, ha! Dat ben ik met u eensmaar Tibe en ik kwamen hier niet, om met ons te laten spelen. Gij verschaft ons een zeer goed maal, doch ik moet aan zijne toekomst en de mijne den ken. Ik erken te zoeken naar een post als gezelschapsdame van eene door Nederland reizende dame. Gij zijt echter niet dé eenige persoon, die annonces plaatst. Zoo gij do kolommen van liet Nieuws van den Dag hadt nagekeken, hadt gij er de mijne in kunnen zien. Ook ik heb antwoorden gekregen, en ik weet niet, of ik er wel zoo bijzonder op ge steld ben, voor tante te spelen. Het doet iemand zoo oud schijnen. Ik kwam u eigen lijk zeggen, dat, tenzij gij mij onmiddellijk eene betrekking hebt aan te bieden „O! dat kan ik. Ik smeek u van dit oogenblilk af mijne tante te zijn." „Tibe moet mij vergezellen en het heel goed hébben." „Ja, ja, extra-goed zelfs." „Eiken morgen een pint warme melk; een ■half pond goed rundvleesch of kip met groenten om twaalf uurtwee versche eieren om „Zeker. Hij zal slechts te kiezen hebben. Hij schijnt zeer goed te waten wat hij wil." „Mij dunkt dat is geen onderwerp voor scherts. Die eendvogel stond vlak bij den rand der tafel. Wij doen be'er de zaken te bespreken. Uw brief beloofde honderd gul den per week aan eene geschikte tante en dat gedurende minstens twee maanden. Welnu, dat is niet genoeg. Ik zou min stens 'driehonderd dollars bij vooruitbeta ling willen 'hebben bovendien en dat om uwentwil." Om m ij ne ntwi 1 „Ziet gij dan niet in, dat ik, om u eer aan te doen als uwe bloedverwante, eene menigte mooie zaken moet hebben? Schot sche blouses en, zoo dan al geen Schotsche muts, dan -toch een cair gormbroche. Ik zag er gisteren eene, die een prachtstuk was en slechts tweehonderd gulden kostte Eene tante van u kan niet zonder een goede uitrusting een boottocht door Holland on dernemen." „Ik heb het toilet bewonderd, dait u draagt. Het zit uitstekend." „Dank u," maar het is bijna een eeuw oud en het eenige, dat mij overblijft. Wat mijn hoed en schoeisel betreft... maar Tibe en ik hebben in den Iaatsten tijd onver dienden tegenspoed gehad." „Dat spijt mij zeer. Natuurlijk zult gij driehonderd 'dollars hebben, om mede te beginnen." „Het is waar ook, ben ik voortaan me vrouw of Miss?" „Dat zult u zelf het beste weten." „Iü bedoel in de rol van uw tante." „O, u is noch mevrouw, noch Miss." „Heusch „Ik bedoelgij zijt eene getrouwde vrouw; maar Lady." „Dat zal duurder uitkomen. Iemand met een titel moet ook een diamanten ring dra gen; dat gevoelt gij wel, niet waar?" „Ja, nu gij er van spreekt.", „Zoudt gij wenschen dat ik in huis een mutsje droeg? Een echte Schotsche tante doet dat." „Dat klinkt alsof zij een .kamermeisje was „Volstrekt niet. Ik ben er zeker van, dat een echte Schotsche tante een mutsje draagt." „Mijne echte Schotsche- tante doet dat niet. Zij is om en bij de veertig, maar ziet er uit als iemand van vijf en twintig. Nie mand zou haar voor mijne tante aanzien." „Maar gij*" wenscht dat iedereen mij voor uwe tante zal houden?" „O! koop een mutsje, zoo gij dat wilt. „Het moet van eohte kant zijin." „Koop het." „En een, om dat, zoo noodig, te ver vangen." „Koop dat ook. Koop er een dozijn, zoo gij dat wenscht."' „Zeer goed. Gij lieBt immers gezegd dat mijne betrekking op heden ingaat?" „Ja, dat wilde ik u juist vertellen. Ik moet eene tante hebben tegen van avond. Zij komt uit Schotland, weet u." „Met baar hond. Dat is gemakkelijk." „Ik hoop dat de meisjes van honden hou den." „Dat zullen zij, als zij lief zijn." „Zij zijn allerbekoorlijkst; die eene is een Engelsche, de andere een Amerikaansche lk aanbid beidenziedaar waarom ilc Zoo zeer om eene tante verlegen ben. Eene tante aan ihaar te kunnon voorstellen is mijn hoop om van baar gezelschap te mogen genieten, op den boottocht waarvan ik u schreef. Ik zou zoo iets nooit doen, als ik niet wanhopig was; maar zelfs in mijn wanhopigen toe- staneï zou ik er niet toe overgaan, indien ik niet een behoorlijke tante had kunnen vin den, eene tante die... die..." „Zulk een mooien aanbevelingsbrief kon ver toonen als die, welken ik u van den Am er i k aan s c hen Consul toezond. Waarlijk, lieve neef, u moest eene vrouw als Lk be schouwen als een tusschen de struiken verwarde ram." „Ik wil u gaarne op die manier beschou wen maar de Consul trad niet in bijzon derheden..." „Daü was onnoodig." „Misschien Alles is 'dus geregeld. Ik zal u vijfhonderd dollars in guldens voortellen. Koop, wat u goeddunkt, als het slechts bij eene tante past. Ik zal u aan de zeven-uurs- trein aan het Beursstation afhalen." „Begrepen! Ik zal daar zijn niet Tibe en onze bagage. Maar gij hebt mij uw naam nog niét gezegd. Ik onderteekende mijn brief aan u met dén naam Mary Milton Gij waart echter zoo voorzichtig..." „Ik 'heet Ronald Starr. Mijn tante is Laidy Mac Nairlne." Ik stikte bijna in een kersempit. Reeds lang bad ik geraden boe hij heettemaar den naam van Lady Mac Nairne had ik zeer zeker niet verwacht. „Om en bij de veertig, maar zij ziet er uit als iemand van vijf en twintig." Ja, dat was een zeer juiste beschrijving van Lady Mac Nairne; maar er had nog heel wat meer bijgevoegd kunnen worden door hare bewonderaars, waaronder ik mij, nog geen jaar geleden, geschaard lhad, een talrijke schare gasten op een landgoed ioi Schotland. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1