Woensdag 31 Maart 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
m°. ar».
7"'
DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnoment. Eene
oirculairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving van,
den Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht, d.d. 27 Maart 1009. 4e afdeel Lng
no 1229/896 ter kennis van belanghebbende»',
dat in de gemeente Woudenberg een geval van
miltvuur is voorgekomen.
Amersfoort, don 30. Maart 1909.
De Burgemeester voornoemd.
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht.
De abdicatie van den Servischen
Kroonprins.
De vrijwillige abdicatie van Kroonprins
George van Servië, die als een coup de
theatre gekomen is, heeft hoofdzakelijk de
aandacht getrokken in verband met den bui-
tenlandschen toestand. Prins George was het
hoofd van de oorlogspartijzijn heengaan
op dit oogenblik kan dus worden aange
merkt als een gunstig teeken voor het be
houd van den vrede. Maar dat is niet het
eenige gezichtspunt, waaruit deze daad moet
worden beschouwd. Ook voor den binnen-
landschen toestand van Servië is zij van ge
wicht. Daarop wijst de correspondent van
de Neue Freie Presse te Belgrado, die
schrijft
„De abdicatie van den kroonprins is ten
gevolge van de groote gevaren, die zij en
de wijze van hare afdoening voor Servië in
het algemeen en voor de toch al op zwakke
voeten staande dynastie-Karageorgewitsch in
't bijzonder in zich bergt, "an zeer groot
gewicht. Niet alleen de Koning, maar alle
met kroonprins George in aanraking komen
de personen, vooral echter zijn broeder prins
Alexande^, moeten alles hebben aangewend
om hem te bewegen de verklaring, dat hij
afstand doet van zijn recht op de troonsop
volging, in te trekken."
Waarin die gevaren bestaan, wordt met
een enkel woord aangeduid door een corres
pondent van de Vossische Ztg., die, voor
dat de abdicatie een voldongen feit gewor
den was, schreef„Wanneer Kroonprins
Geórge bij zijn besluit blijft, dan ontstaan
er groote moeielijkheden van rechtskundigen
aard. In de eerste plaats zou de grondwet
gewijzigd moeten worden, en met dit doel
zou de geheele kwestie voor eene groote so-
branje gebracht moeten worden. Het opwer
pen van de geheele kwestie bergt inzonder
heid bij de thans in Servië heerschende ver
warring ernstige gevaren voor de dynastie
in zich. Dit zouden natuurlijk zoowel de
Koning als alle andere verantwoordelijke
factoren willen vermijden."
Dit is niet gelukt. Prins George heeft
zijn besluit doorgezet; hij is nu van kroon
prins ambteloos burger gewerden. Zal daar
mee zijne rol uitgespeeld zijn? Volgens de
Vossische Ztg. is er gegronde reden om
daaraan te twijfelen. Dit blad bespeurt in
prins George dezelfde eigenschappen, die in
dertijd de heerschers uit de dynastie-Obre-
nowitscli kenmerkten en waaraan zij zijn
te gronde gegaan. Milan en Alexander heb
ben, omdat zij niet in staat waren zich te
beheerschen, zonde op zonde tegen den staat,
het volk en de dynastie gestapeld. George
Karageorgewitsch volgt hen op dezen weg.
Alles wat hij tot dusver heeft begaan, ge
tuigt daarvan". Dat het prins George met
zijn besluit geheel ernst zon zijn, daarin
heeft de Vossische Ztg. blijkbaar slechts een
gering vertrouwen; zij schrijft:
„De Servische troonsopvolger staat in èen
„onherroepelijk besluit" al zijne rechten en
voorrechten af en doet „voor altijd" afstand
van den troon. De geest van den overleden
Milan komt op. Het zijn bijna dezelfde woor
den, die Milan gebruikte, toen hij alles van
zich afschudde wat hem met Servië ver
bond, zelfs het Servische staatsburgerschap
Weinige jaren later was hij er weer boven
op. Het is wel is waar kwestieus of de
dynastie-Karageorgewitsch zich nog lang op
den troon zal kunnen handhavenals dat
echter gebeurt, dan heeft de tegenwoordige
troonsafstand van George slechts eene zeel-
geringe beteekenis. Er kan altijd een oogen
blik komen, waarop George „als Serviër en
soldaat" plotseling weer de noodzakelijkheid
erkent om het „onwrikbare besluit" der her
roeping van zijne abdicatie te nemen. Door
den afstand is niets anders gebeurd, dan dat
de chaos in Servië nu en voor de toekomst
vermeerderd werd".
Onder opmerking, dat prins Alexander,
de nieuwe kroonprins, een ziekelijke jonge
man is, die behoefte heeft aan een veelvul
dig verblijf in een zuidelijk klimaat, besluit
de Vossische Ztg. met te zeggen, dat er in
allen vorm eene dynastieke crisis aanwezig
is. „Welke gevolgen zij voor de binnen-
landsche toestanden van Servië zal hebben,
is nog niet te voorzien. Slechts zoo «veel
kan men lieden wel reeds zeggen,dat zij niet
bevorderlijk is voor de handhaving van de
rust in het land. Servië gaat moeielijke tij
den tegemoet, tijden waarin de vraag ter
beantwoording staat: te zijn of niet te zijn?
De buitenlandsche crisis heeft het land
reeds economisch, financieel en moreel ont
zettend benadeeld. Zelfs al verloopt zij zon
der gewapende botsing met de naburige
monarchie, dan is er weinig hoop op gezond
worden. Zoo harde slagen in onafgebroken
reeks als Servië uit eigen schuld ondergaat,
zou zelfs een staat, die vaster in elkaar zit,
moeielijk kunnen verdragen".
Uit dit uiterst pessimistisch klinkende
slotwoord mag in ieder geval worden afge
leid, dat de toestand in Servië hoogst onze
ker is. Over de wijze waarop het bedauken
van prins George en het optreden van zijn
jongeren broeder als kroonprins is opgeno
men, stemmen de berichten overeen, dat de
bevolking te Belgrado er stomp en onver
schillig onder was. De zaak werd niet eens
druk besproken. De pers liet zich over het
geheel zeer voorzichtig uit; alleen de or
ganen van de uiterste radicale richting, de
Zwono en de Dnwni List, voerden eene on
gehoord kwetsende taal tegen prins George
en tegen de dynastie. Het laatstgenoemde
blad is zeer tevreden over de daad van den
prins, want- die zou wel een goede aanvoer
der van eene rooversbende kunnen zijn,
maar is geheel onbekwaam als heerscher van
een constitutioneelen staat. De Zwono zegt
over de aanvankelijke weigering van prins
Alexander: „Deze weigering verandert niets
aan de zaakals 't hem niet naar den zin
is, clan kan hij gaan. Servië en zijn volk be
staan niet ter wille van de dynastie en hare
leden, maar omgekeerd".
Duitschland.
B e r 1 ij n, 3 0 Maart. In het vervolg
van de behandeling der begrooting van de
.Rijkskanselarij zeide vorst Bülow in eene
rede over de hervorming der rijksfinanciën,
naar aanleiding van wat de socialist David j
gezegd had over eene camarilla, die aan het
Hof zou bestaan, dat hij met de grootste be
slistheid tegen dat praatje op moest komen.
Aan hot Keizerlijk Hof bestaat geen cama
rilla, en als er eene mocht bestaan, dan zou
zij nog geen invloed hebben; daarvoor is de
Keizer een veel te rechtschapen en open
hartig en ook een verstandig man.
Frankrijk.
P a r ij s, 3 0 Maart. De Kamer be
handelde een aanvulUngsKiediet voor de
posterijen.
De afgevaardigde Steeg kritiseerde de in
richting van den dienst der posterijen in de
provincie en hij verweet dej onderstaatsse
cretaris Simyan het departement Saone en
Loire, dat hij vertegenwoordigde, bovenmate
te hebben begunstigd.
De heer Simyan trad in uitvoerige be
schouwingen tot weerlegging van de kritiek
op zijn beleid. Hij voerde o. a. aan, dat de
staking in het bouwbedrijf de afwerking van
het hoofdkantoor van de telefonie had ver
traagd. Tot rechtvaardiging der aankoopen
van materieel in het buitenland, wees hij
op het feit, dat de Fransche leveranciers te
hooge prijzen vragen. Op het personeel had
hij niet bezuinigd. Ook kwam hij op tegen
het verwijt, dat hij zijn district zou hebben
begunstigd. Hij besloot zijne rede aldus:
„Ik ben overtuigd, dat ik ten volle mijn
plicht heb vervuld en aï het mogelijke heb
gedaan om de belangen van den Staat te
behartigen."
Het geheele krediet-ontwerp werd aan
genomen met 410 tegen 67 stemmen.
De behandeling van het wetsontwerp op
de hervorming der urlitaire rechtspraak
werd daarna hervat. In den loop van het
debat roerde de rapporteur Labori de
Droyfuszaak aan. Hij zeide dat de vraag niet
was of Dreyfus al of niet schuldig was,
maar of hij alle waarborgen van eene goede
rechtsbedeeling had gehad, waarop hij recht
had. De mecledeeling van geheime stukken
was een aanslag geweest op het recht. „De
amnestie heb ik altijd als eer schandaal be
schouwd."
Zwitserland.
In den nationalen raad heeft de afgevaar
digde Walter uit Luzern voorgesteld eene
bondswet te maken tot regeling van het --e-
heele automobielenverkeer. De bondsraad
verklaarde zich bereid, de zaak ter hand te
nemen, maar daaraan zal eene wijziging van
tie bondsconstitutie vooraf moeten gaan.
England*
Melbourne, 30 Maart. De eerste mi
nisters van New-South-Wales en Victorie
hebben besloten de rijks vloot van Dread
nought aan te bieden als geschenk van deze
staten van Australië.
Portugal.
Lissabon, 30 Maart. In de Ka
mer der pairs verliep heden de zitting nor
maal. De groepen der oppositie waren af
wezig. De Kamer keurde het adres van
antwoord op de troonrede goed.
In de wandelgangen van de Kamer zegt
men, dat de voorzitter van den ministerraad
den Koning het ontslag van het kabinet is
gaan aanbieden.
Tweede telegram. De minister
president is heden avond den Koning gaan
uitleggen hoe de toestand is. Het schijnt,
dat het optreden waarschijnlijk is van een
kabinet, dat met de tegenwoordige Kamer
kan regeeren.
31 Maart. De Koning heeft het ont
slag van het kabinet aangenomen en Beirao
belast met de samenstelling van een nieuw
kabinet.
Hongarije.
Budapest, 30 Maart. In ant
woord op eene interpellatie zeide minister
president Wekerle, dat de Servische verkla
ring duidelijk moet aangeven, dat de inlij
ving van Bosnië in geen enkel opzicht de
rechten van Servië raakt, dat zijn verzet
zal opgeven en zijne staatkunde wijzigen,
door daaraan een richting te geven, dio
vriendschappelijke betrekkingen en goede
nabuurschap mogelijk maakt.
„Onze politiek was nooit gericht tegen
Servië's onschendbaarheid, onafhankelijk
heid en vreedzame ontwikkeling.
Servië zal moeten demobiliseeren en zijn
leger moeten terugbrengen op den voet van
het voorjaar van 1908het moet de vrijwil
ligers ontwapenen en de vorming van on
geregelde korpsen beletten.
De economische toestand zal uitsluitend
worden geregeld tusschen Servië en ons.
Er zijn onderhandelingen aangeknoopt over
eene voorloopige regeling op den grondslag
van reeipociteit. Een verdrag zal vermoe
delijk later worden gesloten op de clausule
van de meest begunstigde natie."
Het protocol over de overeenkomst met
Turkije zal binnenkort bij de Kamer inko
men.
De bepalingen, die de souvereiniteit van
Montenegro beperken, opgenomen in art.
29 van het Verdrag van Berlijn, zullen,
voor zoover dit mogelijk is, worden inge
trokken.
Onze bondgenoot heeft tegenover ons de
grootste toewijding en opofferingsgezind
heid betoond. Wij hebben te meer reden om
trouw te blijven aan het verbond met
Duitschland, omdat dit niet alleen een hoe
der van onze belangen, maar ook een bol
werk voor den vrede in Europa is.
Rusland.
Londen, 31 Maart. De Times be
richt uit Petersburg van gisteren, dat de
geruchten betreffende het aftreden van den
minister van buitenlandsche zaken Iswolsky,
die afkomstig zijn uit Duitschgezinde krin
gen, ongegrond zijn.
Petersburg, 3 0 M a a r t. De rijks-
doema nam heden de begrooting van het
departement van marine aan, maar schrapte
daarvan 3,400,000 roebels, die ben behoeve
van den scheepsbouw waren aangevraagd.
Rumenië.
De Rumeensche Senaat heeft aan de be
woners van de Dobroedsja de politieke rech
ten verleend, die de bewoners van de andere
provincies van het land genieten.
De Dobroedsja werd bij Rumenië gevoegd
ir. het jaar 1878 toen dit rijk bij het verdrag
van Berlijn als onafhankelijke staat werf
erkend.
De bevolking van de streek, die than?
politiek meerderjarig is verklaard, bestaut
uit Turkomannen, Tartaren, Rumenië.
Grieken, Armeniërs en Joden.
Servië.
Weenen, 30 Maart. Over de dy
nastieke crisis in Belgrado wordt bericht,
dat de diplomatieke kringen die als zeer
ernstig beschouwen. Men meent te weten,
dat n:et alleen Koning Peter afstand zal
deen van den troon, maar dat de troon van
Servië verloren is voor het huis Karageor
gewitsch. Dat zou eene kwestie zijn'van
misschien twee of drie maanden. De buiten
landsche hoven moeten reeds dé gebeurlijk
heid van eene dynastieke crisis voorzien
hebben en zouden tot overeenstemming ge
komen zijn omtrent de aan Servië voor te
stellen trooncandidaten. Van de candida-
tenlijst zouden uitgesloten zijn alle prinsen
van groote staten. Men spreekt van twee
candidaten, van wie de eene een Deensche
prins, de andere een Zweedsche prins is.
Do Balkancrliis.
Belgrado, 30 Maart. De Engel-
sche, Fransche, Russische, Duitsche en
Italia&nsche gezanten hebben heden in het
departement van buitenlandsche zaken de
door de mogendheden overeengekomen for
mule voor den door Servië aan Oostenrijk
te zenden verklaring aangeboden.
Belgrado, 30 Maart. Volgens
eene officieuse mededeeling heeft de Oosten-
rijksch-Hongaarsche gezant gisteren uit
naam van Oostenrijk-Hongarije een modus
vivendi voorgesteld op het gebied der han
delspolitiek.
Deze schikking berust op het beginsel van
den meest begunstigden staat, maar zou aan
Servië geen enkel voordeel toestaan tenge
volge van den korten termijn, waarover men
nog beschikt voor de hervatting der onder
handelingen.
Naar alle waarschijnlijkheid zullen Oos
tenrijk en Servië op 1 April niet meer door
eenig verdrag gebonden zijn.
Belgrado, 30 Maart. Do^Turk-
sclie gezant deelde aan minister Nowako-
witscli mede, dat Turkije de opvatting der
mogendheden omtrent de inlijving van Bos
nië indeelt.
De gezant van Engeland, vergezeld van
do gezanten van Duitschland, Frankrijk,
Rusland en Italië, stelde aaa Nowakowitsch
een memorandum ter hand omtrent de ver
klaring, die Servië tegenover Oostenrijk zal
moeten afleggen.
Tweede telegram. Officieus wordt
bericht, dat het memorandum, door don
Britschen gezant in tegenwoordigheid van do
gezanten der andere groote mogendheden
overhandigd, door de Servische regeering is
aangenomen, dio morgen door haren gezant
te Weenen aan do Oostcnrijksche regeering
eene nota zal laten overhandigen, welke
strekt om uitvoering te geven aan den raad,
in het memorandum vervat.
Derde telegram. Minister Milo-
wanowi&scli zal nog lieden in den Servischen
ministerraad de ontwerp nota, door de ver
tegenwoordigers der mogendheden ingediend,
ter tafel brengen.
Vierde telegram. De minister
raad heeft heden namiddag besloten terstond
aan de eischen van de groote mogendheden
te voldoen. De gezant van Servië te Wee
nen heeft bericht ontvangen, dat de regee
ring morgen de Skoepsclitina in kennis zal
stellen met haar besluit-. Daarna zal den go-
zant worden opgedragen aan de Oostenrijk-
sche regeering de Servische verklaring ter
hand te stellen.
Weenen, 31 Maart. Gewagende
van de houding der Fransche en Engelsche
pers, zegt het Fremdenblatt„Wij zijn
overtuigd, dat wij onze middelen van ver
dediging moeten handhaven minstens in den
toestand waarin zij nu zijn."
Naar het En gels ch
VAN
C. N. EN W. M. WILLIAMSON.
Men heeft mij steeds geleerd, dat het on
beleefd was 'briefkaarten ie serhijven, tenzij
het prentbriefkaarten waren voor albums be
stemd, eu daar mijnheer Van Buren wel alle
gezichten van Nederland van buiten zal ken
nen, voelde ik mij verplicht hem brieven te
zenden.
Eerst dacht ik maar een paar regeltjes te
krabbelenmaar Holland is zoo betooverend
dat ik er niet over uitgepraat was, en mijn
heer Van Buren scheen er dankbaar voor te
zijn, omdat het zijn geboorteland is, en de
plaatsen, waarvan hij het meeste houdt, zijn
ook toevallig mijn lievelingsplekjes. Op die
wijze schreven wij elkander bijna iederen
dag ellenlange brieven, want hij wenschte
mij te zeggen, dat ik tooh vóóral niet ver
geten moest dit en dat te zien en zus en zoo
te doen, en ik moest natuurlijk antwoorden,
dat ik het gezien of gedaan had, en het zoo
mooi vond als hij verwachtte.
Indien iets ons tochtje nog aangenamer
had kunnen maken, dan ware het 't gezel
schap van den heer Van Buren geweest;
maar natuurlijk was dit onmogelijk, daar
hij een man van zaken is, en Freule Menela
van der Windt zou natuuurlijk niet goed
vinden, dal hij zorg voor zijn nichtje droeg,
als hij zoo ver ging haar, louter ter wille
van Nell, eenigen tijd te verlaten. Intus-
schen zijn z'n brieven en de ge'daehtenwis-
seling met hem een waar genot voor mij
gewees1, en ik had Nell hierin zoo gaarne
laten deelen daar wij anders alles samen
deelen als ik niet bang was geweest, dat
zij er om gelachen had. En daar is haar
neef te goed voor, ik heb hem daarvoor be
hoed, door de correspondentie voor mij te
houden.
Ik wilde niet naar Holland gaan, daar
het zulk een vreeselijk avontuur voor Nell
Ieu mij scheen Engeland te verlaten en te
gaan rondzwerven in een motor-booten
i zoo vreeselijk verkwistend al het geld te
verteren, dat de arme kapitein Noble ons
naliet, alleen om er een paar weken plezier
van te hebben. Maar, liet moest zoo zijn,.
en er is iets in Holland, dat mij meer aan
trekt, dan ik dacht dat eenig land doen
j kon, Engeland natuurlijk uitgezonderd. Ik
had het lief, van het oogenblik af, dat wij
aan land staptenmaar als men veel houdt
van iemand op een vreemde plaats, dan
houdt men ook meer van die plaats zelf.
Ik vind Holland het volmaakste landje,
dat men zich kan voorstellen Als men er
in is, dai. heeft men een gevoel, alsof men
in de heelt wereld is, omdat men in de kern
der wereld schijnt te zijnen als men het
oog laat dwalen over de eindelooze vlakten,
dan schijnen onze oogen het einde aller din
gen te aanschouwen.
I En dan, alles wat men in Holland ziet,
I is zoo karakteristiek, de zonsopgangen en de
zonsondergangen niet uitgezonderd. Niets
wat men in Holland vindt, zou ergens el
ders op zijn plaats zijn; maar misschien
kan men niet eens zeggen, dat Holland op
dt aarde is. Nu ik „het lage land" (zooals
Jonkheer Van Brederode het vaak noemt)
ken, dunkt mij, dat als ik uit Engeland ge
schaakt werd, in een ballon gezet en hier
ergens neerdaalde, zelfs in een stad, die ik
nooit gezien had, en die zonder grachten
was, ik dadelijk zou zeggen, zoodra ik mijn
oogen opende, en weer mijn adem herkreeg
„Wel, ik ben in het dierbare, kleine Hol
land."
Ik zou hier gaarne in den winter zijn.
Mijnheer Van Buren zegt, dat, zoo wij dan
over willen komen, hij mij zal leeren schaat
senrijden en, volgens mijnheer Van Brede
rode, is hij een kampioen op het ija» Maar
mijnheer Van Buren vertelde mij hetzelfde
van Jonkheer Van Bredero'de. Zij zijn in
tieme vrienden.
En van mijnheer Van Brederode gespro
ken, weet ik in den laatsten tijd niet meer
wat ik van hem denken moet. Ik dacht in
het eerst, dat hij van Nell hield en aan
boord van de Lorelei was gekomen, om
haar beter te leeren kennen. Ofschoon zij
mij daar nooit over sprak, geloof ik dat zij
denzelfden indruk had ontvangen en heel
bcos was over iets, dat Freule Menela ons
verteld had. Het schijnt dat Van Brederode
een weddenschap aanging, iets wat niet
juist was en dat Robert van Buren ch&aan
zijne aanstaande zeide. Zij had het nooit
moeten overbrengen, maar zij deed het eu
voegde er bij dat hij zijn hof maakte aan
alle vrouwen en zich onweerstaanbaar ge
loofde, zoodat zij ons 'beiden 'voor hem waar
schuwde.
Dit maakte Nell woedend, en zij zeide,
dat volgens haar opinie Jonkheer Van Bre
derode ai oh gevlei'd moest gevoelen, als wij
aardig tegen hem waren, maar wat haar be
trof, zij was het niet van plan.
Ik was ook een weinig tegen hem voorin
genomen, ofschoon ik hem zeer bewonderde,
toen ik hem in het Prinsenhof te Delft zag
en later op het concours hippique. Mij dunkt
Nell behoorde in elk geval hem dankbaar te
zijn voor hare redding, toen het paard met
het badkoetsje op hol ging de zee in.
Ik vertelde mijnheer Van Buren niet wat
Freule Menela zeide, want het zou gemeen
zijn geweest, als hij lboos op haar was ge-
wolfden. Maar om zijnentwil, daar Jonkheer
Van Brederode zulk een held is in zijne
oogen, besloot ik den Jonkheer niet <te streng
te oordeelen, als wij hem ooit weder ont
moetten, en hem, zoolang ik kon, het voor
deel te geven van mijnen twijfel.
Het was eene verrassing, toen wij verna
men, dat hij de „vriend" was, die den heer
Starr als schipper zou helpen, toen de wer
kelijke kapitein, de 'beroepsman er op het
allerlaatste oogenblik niet was.
Natuurlijk herinnerde ik mij dadelijk de
weddenschap die hierin scheen te bestaan,
dat hij binnen zekeren tijd aan Nell zou
voorgesteld worden en ik vond het wel'
een beetje impertinent, deze op die manier
te winnen op haar eigen boot. Maar Nell
was zoo naar tegen" hem, dat ik 'hem waar
lijk 'beklaagde. Hij verdroeg alles als een
heilige, en een welopgevoed man en hoe
meer ik hem zag, hoe meer ik mij overtuigd
hield, dat Menela 'hem belasterd had.
Ik tracht altoos mijn humeur te beheer
schen, en hoop, dat 't met al te onaange
naam is; maar ik weet zeker, dat ik in de
plaats van Jonkheer Van Brederode Nell's
gedrag niet verdragen had, maar den twee
den dag reeds mijn post van kapitein had
neergelegd, al had ik ook een geheele partij
vón onschuldige personen laten stranden.
Inpla&ts van ons aan ons lot over te laten,
heeft hij als een Trojaan voor ons gewerkt.
Hij is al dien tijd niet alleen onze kapitein
geweest, maai* onze gids, wijsgeer en vriemek
om nog niet eens te spreken van zijne
diensten als chauffeur aan wal en „leveran
cier" van motor-wagens, rijtuigen, verras
sing-diners, 'bloemen en vruchten aan boord
van de Lorelei.
Het uitstapje zou tamelijk saai zijn ge
weest zonder hem, daar niemand onzer iets
van Holland weet, en hij alles. Geen moeite
is hem te veel, als hij ons er gelukkig mee
kon maken, en ik dacht, dat hij dalt alles
deed ter wille van Nell.
Hij keek haar soms zoo teeder aan, ter
wijl een donkere 'blos zijn gelaat overtoog,
oio zij iets bijzonder sarcastisch of bits zeide,
dat, al had hij 't verdiend, ik niet kon velen,
dat hij zoo behandeld werd, nu hij alles
deed om ons genoegen te doen. Ik trachtte
dan ook dubbel vriendelijk, jegens mijnheer
Van Brederode te zijn, om Nell's houding
een beetje goed te maken en ik kon zien, dat
'hij mij daar dankbaar voor was maar den
eigen avond, waarop mijnheer Van Buren
zich zoo onverwachts bij ons voegde te Vo-
leudam, deed Lady Mac Nairne mij vreese
lijk ontstellen. Zij zeide op goed gezag te
kunnen verklaren, dat -het eene groote ver
gissing was te meenen, dat onze kapitein
verliefd op Nell was Misschien had hij er
zijne redenen voor gehad dien schijn aan te
nemen maar het was in waarheid om mij
nentwil alleen, dat hij zich aan -boord van
de Lorelei bevond.
vervolfd