Zaterdag 3 April 1909. BINNENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. |N°. 52SÜ. 'f weede itlad. 7"' Jaargang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: lJ« r 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Mom franco per post- 1.50 Al/ot.J« rlijko nummer: - 0.05. L ('ouian verschijn dadelijks belialv op Zon- en Feest- dagen. Advcrtontiën mededoelingonenz.Relieve men vóór 11 uur •s morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtsclieslrsat 1. Intereomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50. Elke regel meer 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen £5 cents bij vooruitbetaling Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bepalingen tot het herhaald adverteoren in dit Blad, by. abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kameroverzicht. Tw«ttd« Kamer. Vergadering van Vrijdag 2 April. Geopend 11£ ure. Goedgekeurd wordt o. a. de verhooging van de begrooting van uitgaven van Ne derl.-Indië voor 1909 (subsidie Brusselsclie tentoonstelling. DeMinistervanKoloniën ver zekert, dat ook door de Reg. zooveel moge lijk de Zondagsrust znl worden bevorderd. Overleg zal worden gepleegd om de Nederl. afdeeling op de Brusselsclie tentoonstelling Zondags te doen sluiten. Het wetsontwerp wordt goedgekeurd. Motor belasting. Heffing van pei-soneele belasting wegens motorrijtuigen. De Minister van Financiën vindt de vooi'gestelde belasting volstrekt niet te hoog. Het geldt hier een belasting van de „mannen van sta vast" van de pri ma, prima belastingschuldigen. De Minister ontkent dat een tweede handsch auto minder onderhoud kost dan een nieuwe en her haalt wat hij daaromtrent in de Tweede Ka mer heeft gezegd. Nergens in het buiten land wordt onderscheid gemaakt tusschen eerste en tweede handsch auto's. Bovendien, hoe constat-eert men den ouderdom van een auto? Dit zou nog alleen gaan voor auto mobielen, die om het zoo maar eens te zeg gen, hier te lande het levenslicht aanschouw den. Daarenboven kan men een oude auto zeer gemakkelijk een verjongingskuur laten endergaan. Taxatie naar de waarde is al zeer moeielijk. Dat ondervindt men bij ie taxatie van het meubilair. De Minister ont kent dat de handel door deze belasting ge drukt zal worden. Kleine auto's worden niet zwaarder belast dan één paardgroote niet zwaarder dan twee paaiden. Men moet ook niet voorbij zien, dat het hier een overle- vingsbelasting geldt. Belasting naar paarde- kracht zou een ontzettenden last en een kwel lende controle geven. Daarna verdedigt de Minister op dezelfde gronden als in de Tweede Kamer de aangenomen formule voor berekening van de paardekrachten. Die for mule is billijk en geen enkele regeering zal die zoo maar eens eventjes gaan verande- ren, want daarmede zou de gelxeele classifi catie, in de wet opgenomen, in de war wor- den gestuurd. Het beroep blijft, voor zoo ver de wetstoepassing betreft, volkomen on gerept. Er zijn zooveel mogelijk maatrege len genomen om te voorkomen dait iemand frauduleus als automobielverhuurder op treedt. Dit is nu juist een zaak, waarop de raden van beroep hun best eens kunnen doen. De eer Van der F e 1 t z betoogt dat van oxxdsher belastingheffing een daad van wetgeving is. Belastingheffing bij algemee- nen maatregel van bestuur is, gelijk spr. met citaten tracht aan te toonen in strijd met ons staatsrecht. Art. 174 Grondwet wil de burgers vrijwaren voor willekeur. Zij mogen niet afhankelijk zijn van de in zichten eener wisselende richting. Hetgeen hier wordt voorgesteld (de vaststelling van het aantal paardekrachten bij formule) acht spr. in strijd met de Grondwet. De Minister antwoordt, dat waar de grondslagen en wijze van heffing in de wet zijn opgenomen, het geheele betoog van den heer Van der Feltz very alt. Van willekeur is hier geen sprake. Daarvoor be staat niet het minste gevaar. Dat de auto- mobielclub deze geheele wet verkeerd acht is duidelijk. Het zijn pleiters in eigen zaak. Alle adviezen van belanghebben den acht de Minister niet betrouwbaar. Het wetsontwerp wordt daarna zonder stemming aangenomen. Verbetering van de Waal. Verhooging van Hoofdstxik IX der Staatsbegrooting voor 1909 ter verbetering van de rivier de Waal. De heer Van den Biesen behoort tot die leden die in het V. V. bezwaren geopperd hebben tegen het belemmeren van toegangswegen en het aanleggen van dam men en kribben waardoor bedrijven zul'*» worden geschaad. "Uitvoerig betoogt spr. dat oude herkom- sten en gebruiken rechten scheppen, welke de regeering niet mag aantasten. Door al die jaren gebruik hebben de steenbakkers en anderen rechten gekregen die de regee ring zoo maar niet met eqp penneHreek kan vernietigen. De rechten van oeverbe woners zijn precies gelijk aaai die van e*n aangrenzend eigenaar wonende aan een grooten landweg. Spr. wil eens een voor beeld stellen. Laat ons nu eens gaan kijken tusschen Rotterdam en Dordt met de tal rijke werven en fabrieken gelegen aan de Maas. Stel je voor, dat de staat daar nou eens dammen en kribben ging leggen voor die havens of werveax, zoodat geen scbip in of uit kon vanen, geen schip van stapel zou kunnen looue®. Dat gaat immers niet en gaat allerminst zonder schadevergoeding te geven. Die daar nog wat meer van wil weten leze Dalloz maar eens. De heer Ha velaar betwist niet dat de oeverbewoners rechten hebben, maar vraagtwat wordt er aan die rechten te kort gedaan. Geen enkel recht wordt door deze wet gekrenkt of aangerand. Tegen het groote plan heeft Spr., afge scheiden van het financieel gedeelte, techni sche bezwaren en als lid van de Tweede Ka mer zou hij daarvoor niet gestemd hebben. Door de verhooging der kribben heeft de minister een gedeelte van Spr.'s bezwaren weggenomen en uit volle overtuiging zal hii dan ook zijn stem aan dit ontwerp geven, dat eene goede normaliseering der rivier zal geven De Minister van Waterstaa* heeft met genoegen de instemming van den bij uitstek deskundigen vox-igen spreker ge hoord. Waar er blijkens bet verslag nog voorstanders van het groote plan zijn zet de minister uiteen, dat met het kleine plan het beoogde doel kan worden bereikt. Met belangstelling heeft de minister ken nis genomen van de door den heer Van den Biesen aangehaalde citaten van Fransche rechtskundigen en hij zal niet verzuimen ze nog eens na te lozen. Maar, gelijk de heer Havelaar reeds opmerkte, er worden hier geen rechten aangerandde steenfabrikan ten worden in hun bedrijf niet belemmerd nu de grond dammen worden vervangen door hoogere dammen. Maar bovendien de steen- fabrikanten hebben slechts vergunning om de uitvaartgeulen op diepte te houden en die vergunning kan de regeeriug elk oogenblik intrekken. Doch de regeering wil de steen fabrikanten niet belemmeren. Integendeel, zij wil samenwerking in plaats willekeur. Dat heeft zij reeds bewezen door de dammen verder uit elkaar te leggen en hooger te ma ken, waarmede de steenf abri kanten zeer ingenomen zijn. De regeering denkt er niet aan om de oeverbewoners af te sluiten. De steenfabrikanten worden beter door de nor- maliseering, want zij komen nu dadelijk in dieper water en kunnen hun vaargeulen daarmede in overeenstemming brengen. Het wetsontwerp wordt daarna zonder stemming aangenomen en scheidt de Kamer tot nadere bijeenroeping. Berichten. Kon. MilitaireAcademie. De minister van Marine, waarnemend mi nister van oorlog; heeft goedgevonden te benoemen in de commissie, door welke in dit jaar het exa men voor toela-.ng tot de Kon Mil. Acade mie te Breda zal worden afgenomen lo. tot lid en voorzitter, den luit.-kol - van den staf der art. H. Kemper, eerste- ofFcier bij de Kon. Mil. Academie; 2o. tot leden den hoogleernar N. C. Gro tendorst, hoofd van onderwijs bij de Kon. Mil Academiede heeren A. Buytendijk en C. Altena, hoofden van onderwijs bij de Cadettenschoolden le luit. van den staf der infanterie S Heimei, de le luits. van den staf der artillerie T. J. Marx, E. Wijtema en JP Enklaar, alsmede de hee ren C. van Aller, H F. J. M. Thijs en dr. C van Eijk, allen leer aar bij de Kon. Mil. Academie de le luits. van den staf der infanterie M. L. de Boer, J. A Hxiisken en A II. P. Blaauw, alsmede de heeren P. M. de Wolf, C. van Buy sen, H. de Noo en JCock, alleen leeraar bij de Cadetten school den kapitein E. J. Beuvery, van het 8e x-eg. inf. de le luitenants F. H. Heu- velink, van het 6e, A C. Breebaart, van et 6e, P. H: J. van der Heem, van het 4de, D. Ritman, van het 5de, en J. H. Lamour, van het 5e reg. inf., alsmede den le dit. O. H G. Gelderman, van het reg. grenadiers en jagers; den heer H C. van Cappelle, leeraar aan de gemeentelijke hoo gere btirgerschool met 5-jarigen cursus te Nijmegenden heer dr. H. C. Bijl, leeraar aan de dei*de gemeentelijke hoogere bur gerschool met 5-jarigen cursus te Amster dam; den heer J. de Jong Az., leeraar aan de gemeentelijke hoogere burgerschool met 5-j. cursus te Breda; den heer mr. dr. J. A. Eigeman, leeraar bij de Hoogere Krijgs schoolden heer dr. A. J. Botermans, leeraar aan de Rijks- hoogere burgerschool met 5-j. cursus te Zwolle; den heer H. Beckering Vinckers, leeraar aan de gemeen telijke hoogere burgerschool met 5-j. cur sus te Zaltbommelden heer A. van Dis sel, leeraar aan de gemeentelijke hoogesre burgerschool met vijfjarigen cursus te Deventer; den heer J. L. G. Belonje, leer aar aan de Rijks hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus te Alkmaar; den heer W. de Vries, leeraar aan de gemeentelijke hoo gere burgerschool met 5-j. cursus te Kam- pen 3o. tot secretaris den le luit. van den staf der infanterie F. W. Santman, werk zaam bij de Kon. Mil. Academie. De onder 2o. vermelde leden der commis sie zullen in de volgorde, waarin zij aldaar zijn genoemd, resp. examineeren in gonio- en trigonometrie; mechanica; Hoog-Duit se he taal en letterkunde meetkunde meet kunde beschrijvende meetkundecosmo- grafie; mechanica; cosmografie; scheikun de gonio- en trigonometriebeschrijvende meetkunde; staatsinrichting; reken- en stel kunde natuurkundeFransche taal en let terkunde handteekenenstaathuishoud kundereken- en stelkunde; aardrijkskun de aardrijkskundegeschiedenisFran sche taal en letterkundegeschiedenisna tuurkunde; scheikunde; staatsinrichting; staathuishoudkundeNederl. taal en letter kunde; Nederl. taal en letterkunde; Hoog- duitsche taal en letterkunde; Engelse he taal en letterkundeEngelsche taal en let terkundeterwijl bet onderzoek naar de bedrevenheid in het rechtlijnig teekenen zal plaats hebben door den le luitenant J. A. Huisken, en dat naar de bedrevenheid in het exerceeren uit de Soldatenschool voor de adspiranten, die zich aan dat onderzoek wenschen te onderwerpen, door het lid der commissie, den le luit. O. H. O. Gelder- man, zal worden ingesteld. Voorts zijn door den minister, in de be doelde commissie benoemda. tot plaats vervangend lid en voorzitter, de kapitein van den staf der infanterie L F. T. Vogel, hoofd van onderwijs bij de Kon. Militaire Academieb. tot plaatsvervangend secre taris, de le luit van den staf der infante rie C. M. Donck, werkzaam bij de Kon Militaire Academie. Stet. örootemanoe i v r e s. In een gedeelte der provincie Utrechten Gelderland worden dit jaar door de 2e en 4e divisie groote manoeuvres gehouden van 15 tol 22 September; tot en met 18 September on der leiding der divisie-commandanten, daar na onder leiding van den commandant van het veldleger. Aan deze oefeningen wordt, behalve door de in vredestijd onder het bevel van de di visie-commandanten gestelde staven en troe pen, deelgenomen van 15 tot en met 22 September door1 compagnie wielrijders, 1 infanterie-mitrailleur-afdeeiing1 bereden mitrailleur-af deeling2 compagnieën veld- pioniers2 detachementen tel egraai-af dee ling 1 bespannen afdeeling houwitsers1 detachement Koloniale Reserve, de noodige treinen en hulpdiensten. Van 16 tot en niet 22 September 1 divisie Ponton-afdeeling op oorlogssterkte en van 18 tot en met 22 Sep tember het hoofdkwartiei vxn het veldleger op beperkte oorlogssterkte, een detachement telegraaf-afdeelingden varenden trein van het korps pontonniers en op twee nader te bepalen dagen door een voor zooveel mogelijk op oorlogsvoet gebrachte sectie verbandplaats-afdeeliug. Oefeningen in 190 9. Tot het houden van schietoefen «gen wordt dit jaar de legerplaats bij Harskamp betrokken Van 14 t. ïu. 19 Juni door de eex-ste helft der regimenten huzaren; va.i 21 t. m 26 Juni door de tweede helft van ieder der regimenten huzaren; van 28 Juni t. m. 10 JuLi door de koloniale reserve; van 12 t. m. 21 Juli door het 2e en 6e reg. infanterie; van 22 t. m. 31 Juli door het 3e en 10e reg. infanterie; van 3 t, m. 12 Augcstus door het 5e reg. infanterie het le en 2e bataljon van het 8e en le en 2e bataljon van het 11e reg infanterie; van 13 t. m. 21 Augustus door het regiment grenadiers en jagers en het 4e regiment infanterie; van 23 Augustus t. m. 2 Sep'ember door het 7e en 9e regiment infanterie, terwijl het le bataljon van het le reg. infanterie van 6 t. m. 17 Juli schietoefeningen houdt in het kamp bij Witten. Schietoefeningen der Bereden artillerie Voor het houden van schietoefenin gen wordt dit jaar de legerplaats bij Old»- broek betrokken van 15 tot en niet 26 Juni door het 4e reg. veld art. van 29 Juni tot en met 10 Juli door het le reg. ve'd art. van 10 tot en met 21 Augustus door het 3e reg veld art. van 28 April tot en met 12 Juni door de oefenings-batterij en gedurende een nader te bepalen tijd xk door het 2e reg. veld art.. Het korps rijdende artillerie houdt schietoefeningen op de Doelerheide. Bataljons- en regiments- oefeningen. Deze oefeningen worden dit jaar gehouden In de legerplaats bij Bijen: van 3 t/m. 11 September door het regiment grenadiers en jagers; van 13 t/ra 22 September door het 2e regiment infanterie. In de legerplaats bij Zeist: van 20 t/m. September door het 4e regiment infante rie van 6 t/m. 14 September door het le regiment infanterie; In de legrplaats bij Laren van 20 t/m. 2d September door het 30e regiment "infan terievan 6 t/m. 14 September doo rhet 9o regiment infanterie. In de legerplaats bij Harskamp: van 6 t/m. 14 September door liet 7e regiment infanterie. In de omstreken van Arnhem van 6 t/m. 14 September door het 8e reg. infanterie. In de omstreken van Ede van 6 t/m. 14 September door het 11e reg. infanterie. In de omstreken van Bergen op Zoom van 7 t/m. 16 September door het 3e regi ment infanterie. In de omstreken van Breda van 7 t/m. 16 September door het 6e reg. infanterie. In de oim treken van Amersfoort vau 6 t/m. 14 September door het 5e regiment in fanterie; Opleiding voor militie-offi cier. Voo rhen, die als loteling bij de Infan terie en bij de Vesting-Artillerie worden inge lijfd, bestaat do gelegenheid om te worden opge leid tot militie-officier. Aan de voorwaarden voor die opleiding wordt hei volgende ontleend Alvorens tot de opleiding bij de- infanterie te kunnen worden toegelaten, moet men eene vrij willige verbintenis sluiten als adspirant-militie- officier. Gedurende den tijd dat die verbintenis loopt, ritsten op don adspirant geene verplichtin gen, voortvloeiende uit de omstandigheid, dat hij bij do militie is ingelijfd. Om tot eene verinnen» als ad spirant-mildtie- officier te kunnen worden toegelaten, moet men: a. lichamelijk geschikt zijn bevonden voor den krijgsdienst der militie, b. met gunstige» uitslag een examen hebben afgelegd, volgens het programma voor het toe latingsexamen tot het reservekader bij hot wapen der infanterie (de vereisobte wetenschappelijke kennis komt overeen met het einddiploma van de 3de klasse van eene Hoogere Burgerschool, Gymnasium of daarmede oveienstemmemde in richting van onderwijs. Het bezit vau een dezer diploma's geeft vrijstelling van het examen; bij liet niet bezitten van ecu «lezer diploma's kan «loer den Minister van Oorlog vrijstelling van alle of enkele vakken worden verleend). Lóópt, volgens de thans nog gekiende rege ling, het opleidingstijdperk van 1 Maart1 Maart, volgens m voorbereiding zijnde herzie ningen, welke, naar vertrouwd wordt, vóór 1 Ootolier 1909 tot stand zullen zijn gekomen, zal dit tijdperk voortaan loopen van 1 October tot ongeveer einde September d. a. v., zoodat die opleiding niet over twee Academie (burgerstu die)-jaren,, dool) slechts over één Aeademie-(stu- diej-jaar zal loepen. Voorts zal do opleiding meer gecentraliseerd plaats hebben dan thans, en wel in de eend© Naar hét Eng/lach 67 van C. N. BN W. M. WILLIAMSON. Maar dit was nog niet alles wat zij te we ten was gekomen. Zij wist ook al, dat Volen- dam he« eerst beroemd was geworden doo.- een schilder, Clausen geheeten, die hier bij toeval kwam en xvegging om het aan al zijne vrienden te vertellen. Zij wist hoe men het Hotel Spaander had opgericht om de schil ders -te gerieven, en hoe het jaar op jaar moest worden vergroot, en alles, wat men haar verteld bad, had zij in haar notitie boekje opgeschreven, dat zij aan de chate laine hangen heeft. Het lijkt me zoo vreemd voor eene Schotsche dame en nog wel iemand van haar rang. zoo gretig alle bijzonderhe den op reis te verzamelen, dat zij die in een notitie-boekje Krabbelt. Maar vele din gen van die Lady Mac Nairne zijn dwaas Dien morgen straalde de zon met ver schroeien den gloed maar er was gedurende den nacht wind komen opzetten en golven zagen wit van sClxuimDe donkere lijn der zee strekte zich ongelijk langs den horizon uit en men zag geen enkele visschersboot. Alle lagen veilig en wel in de haven, mot hunne vroolijke wimpels even zichtbaar bo- ven de puntige daken der huizenen wij hadden een opwekkend en gezellig ontbijt op het bal conwel was het niet koud, maar toch fladderden de tafellakens en servetten i in den wind, als de groote witte vleugels van j verschrikte zwanen. Mijnheer Van Bredero- j de had ons beloofd, dat wij noordwaarts, I langs de kust zouden varen, om twee andere doode steden der Zuiderzee, Hoorn en Enk- I huizen, te zien en daarna het water over te steken naar Stavoren. Maar thans weigerde j Ixij ons dien weg uit te voeren. De mannexi mochten gaan, indien zij dat verkozen en j groot gevaar bestond er ook niet, maar hij kon niet toelaten, dat vrouwen zich in ruw I weder op de Lorelei 'waagden." I „Maar het zou niet op de Lorelei zijn," wierp tante Fay in het midden „de Lorelei bestaat niet meer." Nell werd rood en ik verbleekte. Het was iets ontzettends haar zoo rustig te hooren spreken over het verloren gaan onzer kleine boot, waaraan wij zoo gehecht waren, i „Bestaat zij niet meer?" stamelde ik „Is zij verdwenen?" i „Alleen onder een verflaag," sprak mijn- lieer Starr haastig: „gij herinnert u, dat Miss Van Buren mij verlof gaf mijne tante plezier te doen, om de boot in Mascotte te herdoopen. Lady Mac Nairne vreesde een slecht voorteeken in den naam Lorelei te zien. Daarom deed ik dat van morgen vroeg. toen er nog niet veel menschen op waren, om mij te begluren." „Dat was ik weer vergeten," antwoordde Nell„maar als z.j nu oen Mascotte gewor den is, dan is dat een teeken. dat zii ons veilig de zee kan over voeren. Ik zie slecht» miniatuur-golfjes.'' „Dat zoudt gij niet zeggen, als gij u n hun midden, aan boord van een motorboot bevondt," zeide Van Brederode. „Ik ben bereid het er op te wagen," gaf Nell 'en antwoord. „Maar ik niet u dat toe te staan," spra< hij met. een allerliefsten glimlach. Dit viel echter niet den smaak van Nell. Zij kwam in eens weer in opstand en zeida kortaf „Het is mijn boot." „Maai ik ben de kapitein der boot en de kapitein moet op eigen oordeel afgaan. Alle scherts ter zijde. „Ik scherts niet. Zoo de mannen gaan kunnen, waarom dan ook niet de vrouwen? Wij zijn niet bang. Het zou heel aardig zijn." „Niet voor de nxannen, als zij aan vrou wen te denken hadden Ziet gij, de boot is topzwaar, door het bovenbouwsel des ka juit en het zou niet onmogelijk wezen, dat zij bij zware zee omsloeg. Buitendien Kon den ruwe golven zeer goed de kajuitvenste. s inslaan en, indien zij op die wijze water begon in te nemen, waren wij verloren, want daartegen zou geen pompen helpen Verlangt gij nog altijd naar het tochtje. Miss Van Buren?" „Ja," hield Nell vol; „omdat ik niet geloof, dat dei-gelijke dingen gebeuren. „Ik evenmin, of ik zou er uwe boot niet aan wagen. Maar de mogelijkheid bestaat." ,,ïk denk er niet aan zoo iets te doen. verklaarde Lady Mac Nairne „en ik ben overtuigd, dat Phyllis dat evenmin zou doen zonder hare chaperonne." „Neen,' antwoordde ik en dat beslis', e gelukkig de zaak, want Nell kou er niet aan denken alleen te gaan nxet de heeivi. „In elk geval is het aangenamer van hier naar Hoorn en Enkhuizen te rijden, ging de Jonkheer voort, „en de eenige reden bij kalm weder om met de boot te gaan, zou geweest zijn, dat gij nu eenmaal gekomen rijt om per motor-boot Holland te zien, e i aan uwe beginselen trouw wildot blijven. De kust is vlak en laag en ge zouclt niets goz-e-i hebben, dan een streep land, dat van -ver bet water, niets belangwekkends heeft, Ier- wijl in mijn auto... „Maar u heeft uw auto hier niet, bracht- Nell hiertegen in. „Binnen een paar minuten zal ze hier zijn Ik héb ze al het laatste uur venvacht. Ik docht wel, dat alles niet vau een 'eiea dakje zou gaan, en mijn chauffeur had or der zich gereed te houden, voor een tele gram. Gisterenavond, «zoodra ik zag dat te wind opstak, heb ik henx in Amsterdam ge seind, waar hij wachtte, om bij het kri-j t-ix vau den dag te vertrekken.' „Je bent toch eenig," zeide mijnheer Van Buren, en ik maakte hem ook een compli mentje. nxaar Nell zeide geen woord. Een paar minuten later hoorden wij het geraas van een auto en het gegons van op gewonden stemmen Wij 'hadden juist gedaan met ontbijten wij begaven ons dus haastig van het. balcon aan de achterzijde van het huis, door de groote schilderijenkamer «aai de voordeur, on daar stond de auto van Jonkheer Van Brederode (op den dijk, die de eenige weg is) met den krauigen kleinen chauffeur, glimlachende en aanslaande voor zijn heer, te midden van eeix zwerm jongens en meisjes. Eindelijk was het besloten, dat alleen Jonkheer Van Brederode en Hendrik (met Toon in de trekschuit) de proef zou nenxexx van de zeewaardigheid der boot. Dit was des Jonkheer's voorstel. Hij gaf er de voorkeur aan, zeide hij, hoe minder menschen er wa ren op de Lorelei alias de Mascotte hoe beter, en' mijnheer Van Buren moest ons vergezellen, om alles van de plaatsen te vertellen. Ik geloof, dat al de heeren lust in het avontuur hadden, maar zii konden toch niet zeggen, dat zii liever niet van onze partij waren, en Lady Mac Nairne smeekte haar neef letterlijk, om toch in de auto te komen Zij zeide echter niet. dat zij bang was dat hem een ongeluk nxocïit overkomen. Als re den gaf zij op, dat zij zonder hem geen zorg voor Tibe in de auto kon tfragen Ik was echter overtuigd, dat zii rich bezorgd maak te. Ofschoon het mij, ter wille zijner familie, plezier deed, dat de heer Vn/n Buren veilig was, (zoo veilig als men in een auto zijn kan) vond ik het toch treurig, dat Jonkheer Van Brederode alleen en zonder zijne vrien den het gevaar zou trotseeren. Lady Mac Nairne dacht alleen maar aan haar neef. Ik wenschte hem te toonen, dat er ten minste iemand zich bekommerde om wat er van hem worden zou, en verzocht toen, Hendrik alleen voor de boot te laten zorgen „Wij zullen ons zoo ongerust over u maken," zeide ik. „dat het onzen gcheelen rit bederven zal." Ik meende, dat Nell mij, evennis Lady Mac Nairne, daarin steunen zou, ook al ware het slechts uit beleefdheid maar zij uitte geen woord En toch was zij bleek en zag zij er uit alsof zii hoofdpijn had. Wordt crrvolfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1